F5 Jeugd

SSS’18 Jeugdopleiding Circuittraining

Aan alle trainers van de afdeling E3 /E4 /E5 en F3 /F4 /F5 Jeugd De trainingen voor de periode

Start tweede trainingsblok van 4 weken • 29 maart F-teams • 05 april F-teams • 12 april F-teams • 19 april F-teams

/ / / /

01 april 2016 08 april 2016 15 april 2016 22 april 2016

E-teams E-teams E-teams E-teams

I.v.m. meivakantie GEEN circuittraining op dinsdag 26 april & 02mei 2016 en vrijdag 29 april &06 mei 2016

1. Di: F3, F4, F5

Spel 3

Vr: E3, E4, E5

Spel 2

Spel 4

2. 3.

Spel 1

Spelers uiterlijk 17:55 uur aanwezig! Trainers uiterlijk 17:45 uur aanwezig

Trainers halen de materialen op in de materiaalruimte en zet hem centraal neer. Zet de oefening uit in het vak waar je ingedeeld staat of laat je sturen door de circuit coördinator. Zorg ook voor de goals (meer info zie organisatieschets bij de oefening).

LETOP: de ruimtes van de F3 t/m F5 zullen iets groter zijn om de leeromgeving te verhogen (dit in tegenstelling tot de E3 t/m E5). 4. 5. 6. 7. 8. 9.

De spelers wachten op de van tevoren afgesproken plek. De trainingen starten altijd in de middencirkel van het veld. Kijk in de tabel op bladzijde 2 op welk veld je moet starten. Zorg dat alle spelers startklaar staan als om 18:00u het startsein gegeven wordt. Na afloop spel, de materialen eerst weer goed zetten voor je naar het volgende spel gaat. Draai met de klok mee voor het volgende spel. Na afloop brengen de kinderen de materialen terug naar het centrale punt onder leiding van de leider. De trainers zorgen samen dat alle materialen terug worden gebracht!!

Iedereen werkt 4 stations af van elk 14 minuten (1 minuut rust). Tijd wordt centraal geregeld, maar houd zelf ook de tijd bij! Mocht iemand niet in staat zijn om training te geven, zorg dan zelf voor vervanging. SSS’18 seizoen 2015-2016


F en E jeugd: Spel 1 : Techniek stedenspel (dribbel en pass oefening) Spel 2 : Poortschietspel vaste afstand LET OP VERSCHIL TUSSEN E- en F-jeugd Spel 3 : Afronden i.c.m. basiseigenschappen Spel 4 : Partij spel 4:4 / 5:5

F3 F4 F5

W 13 Spel 3 Spel 4 Spel 1

F3 F4 F5

Spel 2


F3 F4 F5

Spel 3


F3 F4 F5

Spel 4

W 16 Spel 2 Spel 3 Spel 4 Spel 1

E3

Spel 3

E3

Spel 4

E3

Spel 1

E3

Spel 2

E4 E5

Spel 4 Spel 1

E4 E5

Spel 1 Spel 2

E4 E5

Spel 2 Spel 3

E4 E5

Spel 3 Spel 4

Spel 2

Spel 3

Spel 4

Spel 1

SSS’18 seizoen 2015-2016


Tips voor de praktijk

Algemeen • Bereid je goed voor • Het is aan te raden om de oefening eerst voor te doen aan de hele groep. Volgorde: Plaatje Praatje Daadje (geef niet teveel info, start zo snel mogelijk en breid de oefening in de eerste minuten uit)!!!!! • Begin makkelijk en als het goed gaat moeilijker maken (grote ruimte naar kleinere ruimte, 3x raken naar 1x raken enz). • Vraag/antwoord spel (alles kort uitleggen ga aan de gang) • Zelf of speler een voorbeeld laten geven • Begin groot eindig klein (bouw een oefening op) • Denk aan de belevingswereld (gebruik geen moeilijke termen) • Probeer rijen te vermijden (circuit groter/2 rijen) • Voorbereiden van een training (met variaties) • Oefeningen zoveel mogelijk al uitzetten • Let op met de kleuren van de pylonen • 2 trainers: 1 trainer 1 speler apart nemen en techniek uitleggen Isoleren van een techniek / basiseigenschap • • •

Niet teveel spelers in 1 keer (zet spelers in een afgebakende ruimte op 1 lijn) Behoud overzicht als trainer (let op je positie) Beoordeel veel individueel

Leg uit waar alle lichaamsdelen zitten en hoe ‘n beweging moet Voorbeeld: Jongleren 1 keer linker been met stuit 1 keer rechterbeen met stuit 1 keer met de linkerknie met stuit 1 keer met de rechterknie met stuit Combineren van knie en voet, alles 2 keer Kappen/draaien Dribbel met linkerbeen en kap binnenkantvoet Dribbel met rechterbeenbeen en kap binnenkantvoet Dribbel met beide benen en kap binnenkantvoet Alles met buitenkantvoet

Stappenplan aanleren techniek

Aanleren van de goede technisch uitvoering van de beweging (stimulatie om oefeningen thuis te oefenen) Weerstanden verhogen (allemaal van makkelijk naar moeilijk) Eenvoudige huiswerkoefeningen, waar je de eerstvolgende training mee begint Controleren / motiveren in wedstrijdsituaties Voorbeeld: schaarbeweging Schaar zelf inzetten wanneer je wilt zonder tegenstand (incl. vb van trainer) Rechts als links uitvoeren Pionnen neerzetten Personen neerzetten Stimulatie in de wedstrijd van het aanvallende 1 tegen 1 duel

Als er nog vragen zijn kan contact opgenomen worden met: Marco Tunnissen Tel: 06-43902273 SSS’18 seizoen 2015-2016


Spel 1: Techniek Stedenspel (dribbel en pass spel) Organisatie: • • •

10 ballen 16 hoedjes Veldafmeting 15 x15 mtr.

Uitvoering: Geef ieder vierkant een naam b.v.: SSS’18, Ajax, Feyenoord, PSV. In ieder vierkant staan 2 (3) spelers met ieder een bal. Iedereen kan bv één volle ronde maken (speler moet terug zijn in zijn vak). Wie is het eerste terug? Bedoeling is dat ze verschillende techniekvormen gaan uitvoeren. DEZE STEEDS GOED VOORDOEN o Vrije dribbel via alle vierkanten (steden) o Maximaal 10 raken van de bal en je moet terug zijn in je vierkant o Dribbel alleen rechterbeen o Dribbel alleen linker been o Pass naar volgend vierkant en bal moet tot stilstand komen in vierkant o 2 spelers linksom dribbelen en 2 spelers rechtsom o 2 spelers in midden vierkant en anderen moeten proberen er door heen te dribbelen o Tikker toevoegen die probeert zoveel mogelijk spelers te tikken terwijl spelers met bal zoveel mogelijk steden bezoeken in willekeurige volgorde o Op teken bal afstoppen, kappen buiten en binnenkant, overstap, op bal zitten etc. o dribbel naar een voetbalclub op teken, dribbel via een bepaalde club naar een volgende club o enz. Aandachtspunten/coachmomenten: • Bij dribbelen bal elke pas raken met afwisselend binnen en buitenkant voet. • ½ draai goed uit laten voeren. VOORDOEN. • Je kunt ook andere balgevoel oefeningen uitvoeren. o Schaar o Overstap extra: • Op teken áap’ op de bal gaan zitten op teken giraffe bal op de voet enz. • Bal omhoog gooien en stoppen onder de voet • Uit de handen omhoog schoppen en vangen •

Leermomenten: Het dribbelen met de bal in “een vrije ruimte”, het reageren op spelsituaties zoals bal Bij iedere stap met de voet even een balcontact hebben over de bal heen kijken

Wat moeten de voetballers kunnen en weten? • zowel links als rechts kunnen dribbelen en drijven • met beide benen tegelijk kunnen dribbelen en drijven • dribbelen om objecten • dribbelen/drijven in estafettevorm • dribbelen binnen- en buitenkant voet


Voor F jeugd!!


Spel 2: Poortschietspel vaste afstand

LET OP VERSCHIL IN ACCENT F- en E-jeugd!! SSS’18 seizoen 2015-2016

Voor E jeugd!!


Spel 2: Poortschietspel vaste afstand



Spel 3: Afronden i.c.m. basiseigenschappen

Zowel links als rechts oefenen



Spel 4: Partijspel 4:4 of 5:5 Organisatie: • 2 ballen • 10 hoedjes • Veldafmeting: 20 x 40 mtr. • 5 hesjes • 2 kleine doeltjes Uitvoering: • 4:4 Basis vorm = Ruitvorm, zie plaatje. • ACTIES MAKEN STIMULEREN. • Geen keepers, deze voetballen mee. • UITBALLEN ALLEEN MAAR INDRIBBELEN SNEL WEER AAN DE GANG • ZELF NIET MEE DOEN, MAAR OBSERVEREN Veranderingen: • Alleen met mindere been raken, max 3 minuten. • Onder de knie blijven met de pass. Geen hoge ballen. • Scoren binnen 3 meter Leermomenten: • Spelers aan zijkanten acties maken. Ze moeten de schijn/passeer bewegingen oefenen • Blijf ze stimuleren met je stem (zorg voor een gelijke verdeling in de partijvorm) • Juiste moment van aanbieden herkennen (hogere F en E) Voor de niet-balbezittende/verdediger: • Direct spel en / of aannemen spelen · De bal in de buurt van het doel op doel schieten (scoren) • Zich vrij (weglopen) van de verdediger opstellen (hogere F en E) · De bal afschermen en de vrije ruimte in dribbelen, waarbij de bal binnen • Ruitvorm, dat wil zeggen 3 aanspeelpunten voor de balbezitter speelbereik wordt gehouden (pingelen) • Passen met binnenkant voet, nauwkeurig, controle over de bal · De bal buiten bereik van een tegenspeler naar een vrijstaande medespeler spelen (samenspelen) • Naar de bal toekomen, de bal komt niet naar jou Voor de niet-balbezittende/verdediger: • De bal in de buurt van het doel op doel schieten (scoren) • De bal afschermen en de vrije ruimte in dribbelen, waarbij de bal binnen speelbereik wordt gehouden (pingelen) • De bal buiten bereik van een tegenspeler naar een vrijstaande medespeler spelen (samenspelen) • In een vrije positie de bal aannemen en binnen speelbereik houden Voor de medespeler van de balbezitter: • Zich herhalend vrij van tegenspelers en aanspeelbaar voor de balbezitter opstellen • Weglopen (ruimte maken) als een medespeler jouw kant op dribbelt • Zich aanbieden in scoringspositie

· In een vrije positie de bal aannemen en binnen speelbereik houden Voor de medespeler van de balbezitter: · Zich herhalend vrij van tegenspelers en aanspeelbaar voor de balbezitter opstellen · Weglopen (ruimte maken) als een medespeler jouw kant op dribbelt · Zich aanbieden in scoringspositie Voor de verdediger · Tussen het doel en de tegenstander blijven en voorkomen van scoren door het afsluiten van de scoorlijn. · De doorgang van een balbezitter afsluiten en de bal afpakken met name als de balbezitter die niet binnen speelbereik heeft


F5 Jeugd

Recommend Documents