factsheet 2011
Jeugdzorg provincie Utrecht
Inleiding
Voor u ligt de nieuwe Factsheet jeugdzorg provincie Utrecht met informatie over jeugdzorg in de provincie Utrecht. Wie zijn er bijvoorbeeld verantwoordelijk voor de aansturing en de uitvoering? Wie maken er gebruik van jeugdzorg? Welke vormen van jeugdzorg zijn er te onderscheiden? In deze factsheet vindt u informatie over de wettelijke kaders en de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende partners: de provincie, bureau jeugdzorg en de aanbieders van Jeugd- en Opvoedhulp (J&O). Dit wordt geïllustreerd met de meeste recente gegevens en cijfers. In 2010 is de eerste factsheet jeugdzorg uitgegeven, met facts en figures over de geïndiceerde jeugdzorg in de provincie Utrecht. Vanwege de grote belangstelling voor dit document wordt de factsheet in 2011 opnieuw uitgegeven. De gegevens zijn - voor zover bekend - aangepast en aangevuld. Met de nieuwe ontwikkelingen rond de transitie jeugdzorg is er veel behoefte aan inzicht in de huidige opzet van jeugdzorg. Ook is de wens uitgesproken om meer zicht te krijgen op het gebruik van jeugdzorg per Utrechtse gemeente. De informatie die hierover reeds beschikbaar is, is verwerkt in deze factsheet.
2
Inhoud Inleiding
2
Algemeen
4
• Provinciale jeugdzorg
4
• Afsprakenkader IPO-Rijk 2010-2011
5
• Programma Utrechtse Jeugd Centraal
5
• Stelselwijziging: transitie jeugdzorg
6
Provincie
7
• Financiële middelen provinciale jeugdzorg
7
• De provinciale omgeving
9
• Instroom jeugdzorg per gemeente
10
• Stroomschema
12
Bureau Jeugdzorg Utrecht
14
• Centrale Aanmelding
15
• Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK)
18
• Toegang Geïndiceerde Jeugdzorg (TGJ) (vrijwillige hulpverlening)
19
• Jeugdbescherming (gedwongen hulpverlening)
21
• Jeugdreclassering (gedwongen hulpverlening)
23
• Kindertelefoon
24
• Voorlichting en advies
25
i Meer informatie: www.provincie-utrecht.nl
Aanbieders Jeugd- en Opvoedhulp (J&O)
26
Cliënten
31
• Vertrouwenspersoon
31
• Klachtrecht
32
• Medezeggenschapsrecht
32
Inspectie Jeugdzorg
33
Rijksoverheid
34
• Raad voor de Kinderbescherming
34
• Jeugdzorgplus
35
• Justitiële Jeugd Inrichtingen (JJI)
37
Programmateam jeugdzorg provincie Utrecht: 030 258 2353
3
Algemeen In het huidige stelstel zijn provincies verantwoordelijk voor de tweedelijns (geïndiBegin dit jaar hebben we de Factsheet Jeugdzorg provincie Utrecht 2010 opgesteld. ceerde) jeugdzorg. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de voorliggende voorIn dit factsheet bundelen we informatie over de provinciale jeugdzorg en de jeugzieningen op het gebied van de zorg voor de jeugd (eerstelijns zorg). De gemeentedzorgketen vanuit diverse Cijfers en feiten die dat inzicht biedeneninjongeren het wie, een lijke voorzieningen moetenbronnen. zoveel mogelijk voorkomen kinderen wat en hoe in ontwikkelen de jeugdzorg. Maar ook over het aantal jongeren dat de problematiek waardoor zeinformatie gebruik moeten maken van de geïndiceerde jeugdzorg instroomt, hetvan aantal meldingen van kindermishandeling jeugdzorg. De verdeling verantwoordelijkheden is vastgelegd in of deschooluitval. WMO en de Wet op de jeugdzorg. Daarnaast is een landelijk kader vastgesteld voor een vernieuDe belangstelling voor dezehet informatie bleek groter dan verwacht en inmiddels wingsslag in de jeugdzorg: Afsprakenkader IPO-Rijk (2010-2011). Als laatstezijn is op provinciaal niveau in de afgelopen periode het programma Utrechtse Jeugd Centraal we toe aan een herdruk. Dit bood ons ook de gelegenheid de laatste ontwikkelingen (UJC) (2008-2011) is ingezet op samenwerking en vernieuwing in op te nemen en de uitgevoerd, cijfers waar waarin mogelijk te actualiseren. de jeugdzorg. De komende jaren zal in het teken staan van de transitie van de provinciale jeugdzorg naar gemeenten. We hopen met deze bundeling van informatie een bijdrage te leveren aan een beter zicht op de provinciale jeugdzorg. Provinciale jeugdzorg Op 1 januari 2005 is de Wet op de jeugdzorg in werking getreden. Hierin zijn de Marjan Haak-Griffioen toegang en bekostiging van de jeugdzorg geregeld en zijn de taken en verantwoorGedeputeerde Jeugd, over Onderwijs, Zorg, Bestuurlijke Organisatie & Participatie delijkheden verdeeld Rijk, gemeenten en provincies. De provincies ontvangen van het Rijk de doeluitkering jeugdzorg en hebben als taak ervoor te zorgen dat alle kinderen en jongeren in Nederland jeugdzorg kunnen ontvangen, zoals vastgelegd in het recht op jeugdzorg. De provincie is verantwoordelijk voor: • de toegang tot de jeugdzorg (via bureau jeugdzorg); • de inkoop van voldoende zorg (middels aanbieders van J&O); • de afstemming met gemeenten (voor het lokale, preventieve veld), het Rijk (voor de justitiële jeugdzorg en jeugdzorgplus) en AWBZ-partners (voor de AWBZ gefinancierde jeugdzorg). De provincie stelt de kaders voor de geïndiceerde jeugdzorg vast, koopt zorg in en stuurt de geïndiceerde jeugdzorgaanbieders en bureau jeugdzorg aan. De provincie is bovendien ketenregisseur, zodat een goede afstemming kan plaatsvinden tussen verschillende zorgdomeinen en er integrale hulp aan het kind geboden kan worden.
4
Afsprakenkader IPO-Rijk 2010-2011 Naar aanleiding van de evaluatie van de Wet op de jeugdzorg (2009) is het Afsprakenkader tussen IPO en Rijk 2010-2011 overeengekomen. De afspraken geven richting aan de algemeen gewenste verbeteringen in de zorg aan jeugdigen en de beheersbaarheid en betaalbaarheid van het stelsel. Het gaat in het Afsprakenkader met name om: • Het versterken van het preventieve voorveld en het verbeteren van de samenwerking (logistiek en inhoudelijk) tussen het gemeentelijk gefinancierde lokale aanbod en het provinciaal gefinancierde aanbod, waardoor de instroom in de jeugdzorg wordt teruggedrongen en de uitstroom uit de jeugdzorg wordt versneld. • Verbetering van de efficiency en effectiviteit van het zorgaanbod door inzet van evidenced-based methoden. • Inzetten van methodieken die het natuurlijke netwerk van het kind versterken of inzetten van aanbod dat een natuurlijke gezinssituatie zoveel mogelijk benadert (pleegzorg en gezinshuizen). In 2010 en 2011 is in de provincie Utrecht gestart met de uitvoering van het Afsprakenkader, in 2012 wordt hieraan vervolg gegeven in de proeftuinen ‘Zorg voor de Jeugd’ in zes gemeentelijke regio’s. Programma Utrechtse Jeugd Centraal Met het provinciale programma Utrechtse Jeugd Centraal (UJC) is de afgelopen vier jaar eveneens ingezet op een versterking en nauwere samenwerking op de volgende thema’s binnen de jeugdzorg: preventie, onderwijs, diversiteit, vraagsturing, ketenzorg en kwaliteit/zorgvernieuwing. Uitgangspunten van het UJC zijn: • Het kind centraal: organiseren en handelen met het kind als uitgangspunt. • Empowerment als grondslag van hulpverlening. • Werken met bewezen effectieve interventies door professionals die een partnership aangaan met cliënten. Eind 2011 wordt het programma UJC afgerond. Zie de website voor meer informatie over het programma en de opbrengsten.
i Meer informatie: www.ujc.nl
5
Stelselwijziging – transitie jeugdzorg De komende periode wordt gekenmerkt door de voorbereiding op een grote stelselwijziging en op een inhoudelijke vernieuwingsslag: de transitie jeugdzorg. In de plannen voor de transitie komt de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor specialistische jeugdzorg (provinciale jeugdzorg, jeugd-GGZ en jeugd-LVG) uiterlijk 2016 in z’n geheel bij gemeenten te liggen. De stelselwijziging is opgenomen in het huidige regeerakkoord en komt in essentie neer op: • De bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg komt integraal bij gemeenten te liggen. • De financieringsstromen worden gebundeld. • De Centra voor Jeugd en Gezin vormen de front office voor de jeugdzorg. • Het beroep op jeugdzorg moet worden verminderd door meer preventieve begeleiding. • De bureaucratie moet worden beperkt. Een nieuw stelsel vraagt om een nieuw wettelijk kader. In het bestuursakkoord is daarom afgesproken dat er een nieuwe Wet op de jeugdzorg komt, die garanties geeft dat kinderen en gezinnen de hulp krijgen die nodig is - zonder bureaucratische beletsels. De verwachting is dat het wetgevingstraject in 2012 plaatsvindt.
i Meer informatie: Het stroomschema op de pagina’s 12-13 laat zien hoe de
jeugdzorgketen in de huidige situatie is georganiseerd.
Provincie Financiële middelen provinciale jeugdzorg Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) heeft een ramings- en verdeelmodel ontwikkeld voor de verdeling van de doeluitkering voor de provinciale jeugdzorg. Risicofactoren van de jeugd zijn hierin bepalend. Op basis van dit verdeelmodel ontvangt de provincie Utrecht 7,2% van de landelijke doeluitkering. In verband met de stelselherziening werkt het SCP aan een nieuw verdeelmodel, zodat dit model ook in de toekomst de basis kan bieden voor de verdeling van de jeugdzorgmiddelen. Het nieuwe model wordt een integraal model dat een verdeelsleutel voor alle middelen voor de brede jeugdzorg oplevert. Het SCP baseert het toekomstige verdeelmodel op een grootschalige jeugdenquête onder ca. 21.000 respondenten. Hiermee wordt het ook mogelijk om in tegenstelling tot het huidige model een verdeling op basis van de vraag op te stellen. Risicofactoren % jongens % laag opgeleid % niet westers allochtoon % kinderen in eenoudergezin % kinderen in gezinnen met een laag inkomen
Nederland
51,2% 13,3% 16,0% 13,8% 8,8%
Provincie Utrecht
51,2% 11,2% 17,1% 11,8% 7,2%
Bron: Sociaal Cultureel Planbureau. De jeugd een zorg, Ramings- en verdeelmodel jeugdzorg, 2009
6
7
Jeugdhulp
Herkomst en besteding middelen Programma Jeugdzorg Provincie Utrecht 2010
5,8 mln.
Toegangsfunctie 0,8 mln.
Justitietaak Min V&J
SGJ (LWI)
23,0 mln.
Provincie Utrecht 9,1 mln.
Min VWS 85,3 mln.
10,8 mln.
Programma Jeugdzorg 117,4 mln.
Bureau Jeugdzorg 36,3 mln.
UJC steunfuncties 4,8 mln.
Jeugdhulp 65,5 mln.
4,2 mln.
Toegangsfunctie
De provinciale omgeving De provincie Utrecht telt 26 gemeenten met in het totaal 1,2 miljoen inwoners, waarvan 25,8% jonger is dan 20 jaar. Daarmee is de provincie Utrecht iets kinderrijker dan landelijk gemiddeld (25,9%).
17,0 mln.
Justitietaak 19,3 mln.
Residentiële hulp 29,8 mln.
Pleegzorg 9,8 mln.
Ambulante hulp 9,5 mln.
Dagbehandeling 14,1 mln.
Huisvesting en overig 2,3 mln.
Toelichting: • Van de provinciale middelen (9,1 mln.) is 2,3 mln. structureel en 6,8 mln. incidenteel (grotendeels uit collegeprogramma 2008-2011, waaronder programma UJC) • Het ministerie van Veiligheid en Justitie financiert de gedwongen hulp (Jeugdbescherming en Jeugdreclassering) die door Bureau Jeugdzorg Utrecht geboden wordt. • Het ministerie van VWS financiert de vrijwillige hulp die geboden wordt door Bureau Jeugdzorg Utrecht en het zorgaanbod door de aanbieders van J&O. • Er zijn zes Landelijk Werkende Instellingen (LWI’s)1. De provincie Utrecht is penvoerder van de SGJ.
1 Stichting Gereformeerde Jeugdhulp (SGJ), Stichting Joods Maatschappelijk Werk, de Hoenderloo groep, Avenier, Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg en de William Schrikker Groep.
Regio Amersfoort Baarn De Bilt Bunnik Bunschoten Eemnes Houten IJsselstein Leusden Lopik Montfoort Nieuwegein Oudewater Renswoude Rhenen De Ronde Venen Soest Stichtse Vecht Utrecht (gemeente) Utrechtse Heuvelrug Veenendaal Vianen Wijk bij Duurstede Woerden Woudenberg Zeist
Totaal inwoners
Totaal provincie Utrecht
Landelijk
146.592 24.379 42.049 14.437 20.111 8.845 47.935 34.348 28.609 14.121 13.500 60.947 9.815 4.752 18.951 43.004 45.611 63.050 311.367 48.726 62.267 19.683 23.115 49.748 12.008 60.824
Inwoners < 20 jaar
38.921 5.520 10.106 3.674 5.637 2.367 13.922 9.424 7.175 3.991 3.730 13.696 2.557 1.426 4.928 10.798 10.931 15.208 68.982 11.712 16.753 4.839 5.952 13.093 3.364 14.547
% < 20 jaar
1.228.794
303.253
16.655.799
562.065
26,6 22,6 24,0 25,4 28,0 26,8 29,0 27,4 25,1 28,3 27,6 22,5 26,1 30,0 26,0 25,1 24,0 24,1 22,2 24,0 26,9 24,6 25,7 26,3 28,0 23,9 25,8 25,9
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, 2011 8
9
Instroom jeugdzorg per gemeente In de provincie Utrecht is ongeveer 4,1% van de jeugdigen tot 18 jaar gebruiker van bureau jeugdzorg (11.000 jeugdigen). Hiervan maken ongeveer 4.400 kinderen en jongeren jaarlijks gebruik van provinciaal geïndiceerde jeugdzorg (ambulante zorg, dagbehandeling, residentiële zorg en pleegzorg). De overige gebruikers van bureau jeugdzorg krijgen een indicatie voor jeugd-GGZ of worden terugverwezen naar het voorliggende veld.
Nieuwe instroom bij BJU Regio
De tabel2 laat de nieuwe instroom van jeugdige cliënten in 2010 zien per taak van bureau jeugdzorg, onderscheiden naar de gemeente van inschrijving van de jeugdige. Het gaat om de gemeente waar de jeugdige is ingeschreven op het moment van aanmelding. Let wel: Het gaat in deze tabel om instroom (nieuwe jeugdigen)
2 Dit betreft alle provinciale (geen buitenprovinciale) aanmeldingen. 3 Dit betreft het aantal geaccepteerde aanmeldingen voor de vrijwillige toegang. 4 Dit betreft het aantal jeugdigen die een jeugdreclasseringsmaatregel opgelegd hebben gekregen. 5 Dit betreft het aantal jeugdigen die een jeugdbeschermingsmaatregel opgelegd hebben gekregen. 6 Dit betreft het aantal kinderen ( zowel vanuit de vrijwillige als gedwongen hulpverlening) die in 2010 een indicatiebesluit hebben gekregen voor geïndiceerde jeugdzorg of jeugd-GGZ. Jeugdigen vanuit de jeugdreclassering krijgen vrijwel nooit een indicatiebesluit voor geïndiceerde zorg (40 op jaarbasis). Vanuit de jeugdbescherming wordt er in de meeste gevallen wel een indicatie besluit voor geïndiceerde jeugdzorg afgegeven. 7 Dit betreft de geïndiceerde jeugdzorg en jeugd-GGZ zorg die in 2010 gestart is voor zowel de vrijwillige als gedwongen hulpverlening. 8 Het Landelijk Rapportage Format is onderdeel van het landelijk vastgestelde Informatieprotocol Beleidsinformatie Jeugdzorg.
Amersfoort Baarn Bunnik Bunschoten De Bilt De Ronde Venen Eemnes Houten IJsselstein Leusden Lopik Montfoort Nieuwegein Oudewater Renswoude Rhenen Soest Stichtse Vecht Utrecht Utrechtse Heuvelrug Veenendaal Vianen Wijk bij Duurstede Woerden Woudenberg Zeist Bron: LRF 20108
10
Start vrijwillige hulpverlening3 476 49 32 28 109 124 15 166 98 77 38 32 278 34 18 65 77 177 1298 137 338 60 71 111 31 181
Start jeugdreclassering4
115 4 1 1 23 7 1 25 20 10 1 2 80 2 1 8 23 28 350 13 45 5 3 13 7 37
Start jeugdbescherming5
Totaal aantal jeugdigen
130 11 9 4 17 23 6 32 16 8 7 9 64 12 3 5 26 21 218 22 44 14 17 21 9 62
721 64 42 32 149 164 22 223 134 95 46 43 422 48 22 78 126 226 1866 172 427 79 91 145 47 280
Aantal jeugdigen met indicatiebesluit6 621 62 42 42 121 122 29 196 127 73 53 45 256 23 14 60 147 197 1004 194 326 75 90 176 48 280
Start verlening geïndiceerde zorg7 694 53 28 35 90 88 26 149 125 71 66 34 224 21 15 53 131 142 824 122 277 69 51 144 41 213
Voetnoten: zie pagina 10 11
STROOMSCHEMA 2011
LOKAAL JEUGDBELEID
BUREAU JEUGDZORG UTRECHT (BJU)
Gemeentelijk jeugdbeleid: Centra voor Jeugd en Gezin (CJG), waaronder: - Jeugdgezondheidszorg - Jeugdmaatschappelijk werk - Jongerenwerk
Centrale Aanmelding (CA) Verwijst cliënten door naar het lokale veld het juiste regiokantoor van Bureau Jeugd Juiste hulpverlener neemt contact met de ook binnen.
- Zorg Advies Teams (ZAT) - Netwerk 12+/12- Veiligheidshuis (huisverbod/APJ)
of leidt cliënten voor geïndiceerde jeugdzorg door naar zorg en verzorgt aanmeldbesluit (AMK/TGJ/SEZ). cliënten op. Zorgmeldingen van derden komen hier
Spoed Eisende Zorg (SEZ)
Advies en- Meldpunt Kindermishandeling (AMK)
- Crisishulp bij nieuwe zaken: 4 weken in vrijwillig kader en 6 weken bij VOTS. Verwijst daarna door naar TGJ of RvdK - Bereikbaarheidsdienst voor bestaande caseload TGJ en JB en JR.
(Bij AMK kan ook rechtstreeks gemeld worden) Doet onderzoek bij vermoedens van kinder-mishandeling. Motiveert voor hulp en verwijst (indien nodig) door naar de RvdK, het lokale veld of de TGJ (checkt na 6 mnd hoe de hulp verloopt).
Crisis Coördinatie Punt (CCP) Overlegvormen gemeenten/ scholen/BJU/politie etc:
JUSTITIELE JEUGDZORG
- Coördineert crisisplekken jeugdzorg - Coördineert plekken gesloten jeugdzorg (jeugdzorg plus)
Toegang Geïndiceerde Jeugdzorg (TGJ) Vrijwillige kader. Casemanager verzorgt voor cliënten de toegang tot geïndiceerde jeugdzorg en reageert op zorgmeldingen van derden. Casemanagement: indiceren, volgen en evalueren van de geïndiceerde jeugdzorg. Verwijst bij ontwikkelingsbedreiging door naar de Raad voor de Kinderbescherming.
Raad voor de kinderbescherming (RvdK) Doet onderzoek. Stelt een rapport op met een advies en legt het voor aan de rechtbank. Civielrechtelijk: Onderzoekt of een kind in zijn ontwikkeling wordt bedreigd en of hulp niet of onvoldoende door ouders wordt geaccepteerd. Strafrechtelijk: Onderzoekt de strafbare feiten bij jongeren (12-18 jaar).
PROVINCIALE JEUGDZORG GEINDICEERDE JEUGDZORG: - Intensief Ambulant - Dagbehandeling - Residentieel - Pleegzorg
Jeugdzorg plus Alleen voor civielrechtelijk geplaatste jeugdigen
JEUGD-GGZ - AWBZ - Zorgverzekeringswet 12
INDICATIEBESLUIT Cliënten hebben met indicatiebesluit recht op jeugdzorg. Casemanangers/gezinvoogden schrijven in overleg met cliënten een indicatieformulier voor jeugdzorg. Dit formulier wordt veelal in een MDO (Multi- Disciplinair Overleg) besproken en dit leidt tot een indicatiebesluit.
Indicatiebesluit voor jeugd-GGZ (zvw)kan ook via de huisarts lopen.
Jeugdbescherming (JB)
Uitspraak Rechtbank
Gedwongen kader. - Gezinsvoogd voert ondertoezichtstelling uit (ouders zijn beperkt in hun gezag). - Voogd voert voogdij-maatregel uit (ouders zijn ontheven uit hun gezag). - Gezinsvoogd kan alleen uithuisplaatsen met machtiging van de rechtbank (en indicatiebesluit).
Bij civielrecht: - Ondertoezichtstelling (OTS) - Voorlopige OTS (VOTS) - Voogdij (bijv. ontheffing) - Uithuisplaatsing
Jeugdreclassering (JR) 12-18 jaar Gedwongen kader. 1. Hulp en steun (max 2 jaar), waaronder mogelijk: - ITB- criem (3 mnd. Bij allochtone jongeren). - ITB-plus (6 mnd. Bij veelvuldige of ernstige delicten). 2. Gedragsbeïnvloedende maatregel (GBM). 3. Toezicht en begeleiding.
Bij strafrecht: - Jeugdreclassering. - Plaatsing in Justitiële Jeugd Inrichting (JJI)
Justitiële jeugdinrichting (JJI) Alleen voor strafrechtelijk geplaatste jeugdigen 13
Bureau Jeugdzorg Utrecht Bureau Jeugdzorg Utrecht (BJU) vormt de toegang tot de jeugdzorg in de provincie Utrecht. De doelgroep is kinderen tot 18 jaar en hun ouders/opvoeders in situaties waarin er ernstige problemen zijn bij het opgroeien en de opvoeding. Veiligheid van kinderen is de belangrijkste waarde binnen bureau jeugdzorg. Bureau jeugdzorg heeft twee doelstellingen: 1. Nagaan welke hulp kinderen en hun ouders nodig hebben, deze indiceren en casemanagement. 2. Nagaan of kinderen in hun ontwikkeling bedreigd worden en mogelijk bescherming nodig hebben. Bureau jeugdzorg voert op grond van de Wet op de jeugdzorg de volgende taken uit: • Centrale aanmelding • Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) • Toegang geïndiceerde jeugdzorg (vrijwillige hulpverlening) • Jeugdbescherming (gedwongen hulpverlening) • Jeugdreclassering (gedwongen hulpverlening) • Kindertelefoon • Het geven van voorlichting en advies
Locaties Bureau Jeugdzorg Utrecht: Regiokantoor
Locatie
Centraal Bureau Regiokantoor Stad Utrecht Regiokantoor Noord
Utrecht Utrecht Utrecht
Regiokantoor Zuid
Nieuwegein
Regiokantoor Zuid
Veenendaal
Regiokantoor Oost
Amersfoort
Gemeenten Utrecht Abcoude, Breukelen, De Bilt, De Ronde Venen, Loenen, Maarssen, Woerden, Zeist Bunnik, Houten, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Oudewater, Vianen, Wijk bij Duurstede en IJsselstein Renswoude, Rhenen, Utrechtse Heuvelrug en Veenendaal Amersfoort, Baarn, Bunschoten, Eemnes, Leusden, Soest en Woudenberg
Het gemiddeld aantal medewerkers in 2010: 487 fte
i Meer informatie: www.bjzutrecht.nl Centrale Aanmelding BJU heeft een centrale toegang: één telefoonnummer dat voor alle nieuwe aanmeldingen gebeld kan worden. Alle aanmeldingen worden, na acceptatie, gescreend op aard, ernst en mate van urgentie. Daarna wordt bepaald wat het vervolg van het traject zal zijn: doorgeleiding naar het AMK, het team Spoed Eisende Zorg (SEZ) of de Toegang Geïndiceerde Jeugdzorg (TGJ).
14
15
Aanmeldingen in 2010 Aantal nieuwe aanmeldingen in 2010 De gebeurtenis waarin een persoon of een derde aandacht vraagt voor een mogelijke cliënt en waarbij BJU dient te bezien of deze zorg nodig heeft. Aanmeldingen bij het AMK worden apart geregistreerd.
6260
Wijze van aanmelding Beroepsmatige verwijzers zijn beroepsmatig met de cliënt werkzame personen die de cliënt hebben aangemeld of de cliënt geadviseerd hebben zich aan te melden. De categorie “eigen initiatief ” gaat om situaties waarin de cliënt zonder inmenging van een beroepsmatige verwijzer zich bij BJZ heeft aangemeld.
Wijze van aanmelding Via een beroepsmatige verwijzer Huisarts Ziekenhuis (bijv.kinderarts) Jeugdgezondheidszorg AMV GGZ Politie Raad Kinderbescherming Opvoedbureau/ Opvoedtelefoon Kindertelefoon Onderwijsvoorziening Kinderopvang Leerplichtambtenaar Halt en Stop Justitieel casusoverleg (JCO) CJG Veiligheidshuis Overige beroepsmatige verwijzers Totaal verwijzingen Op eigen initiatief cliënt Op eigen initiatief BJZ Totaal
Vervolg op aanmelding Niet alle aanmeldingen leiden tot een vervolg. Bron: LRF 20108
16
Aantal
percentage
68 33 66 166 308 2388 31 16
1,08% 0,52% 1,05% 2,65% 4,92% 38,14% 0,49% 0,25%
1 314 5 62 1 1 16 21 2203
0,01% 5,01% 0,07% 0,99% 0,01% 0,01% 0,25% 0,33% 35,19%
5700 276 284 6260
91,05% 4,4% 4,53% n.v.t.
Geaccepteerde aanmeldingen: 3834 Spoedeisende zorg (SEZ): 500 Verwezen naar voorliggend veld: 498 Melding bij de Raad voor de Kinderbescherming: 3 Geen vervolg: 1307
Zorgmeldingen van derden Van de 6260 aanmeldingen zijn er 3302 zorgmeldingen van derden (52,7%). Vaak zijn dit meldingen van de politie. Bij meldingen van derden beoordeelt BJU of het noodzakelijk is om pro-actief contact op te nemen met ouders om te bezien wat er aan de hand is en of er hulpverlening ingeschakeld moet worden. Spoed Eisende Zorg (SEZ) Indien er uit de aanmelding blijkt dat er sprake is van een crisissituatie, dan wordt dit direct opgepakt door het team Spoed Eisende Zorg. Deze is 24 uur per dag bereikbaar. De SEZ-medewerker ondersteunt het gezin maximaal vier weken en schakelt geïndiceerde jeugdzorg in als dat nodig is. Indien de geïndiceerde jeugdzorg langer doorloopt dan vier weken, krijgt de cliënt een casemanager vrijwillige hulpverlening. Cliëntkenmerken van de geaccepteerde aanmeldingen Onderverdeling naar leeftijd jeugdigen Kenmerken/Bij aanvang 0 tot en met 5 jaar 6 tot en met 11 jaar 12 tot en met 14 jaar 15 tot en met 17 jaar 18 en ouder
Bij aanmelding
30% 32% 18% 19% 1%
Onderverdeling naar geslacht jeugdigen Kenmerken/Bij aanvang Jongen Meisje
Bij aanmelding
57% 43%
Bron: LRF 20108
17
Onderverdeling naar leefsituatie jeugdige cliënten Kenmerken/Bij aanvang In één-oudergezin In meer-oudergezin Anders Onbekend
Bij aanmelding
34% 55% 3% 8%
Aantal adviezen/consulten/onderzoeken in 2010
Onderverdeling jeugdige cliënten naar afkomst Kenmerken/Bij aanvang Autochtoon Allochtoon Onbekend
Het AMK biedt zelf geen hulp, maar zorgt er wel voor dat noodzakelijke hulp in gang wordt gezet. Als de situatie voor het kind levensbedreigend is of als ouders geen hulp willen accepteren, dan doet het AMK een melding bij de Raad voor de Kinderbescherming.
Bij aanmelding
59% 40% 1%
Aantal Adviezen Consulten Onderzoeken
2214 651 914
Aantal jeugdigen
3785 1192 1498
Bron: LRF 20108
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) is een onderdeel van bureau jeugdzorg en is toegankelijk voor iedereen die zich zorgen maakt over kinderen in zijn of haar omgeving en denkt aan kindermishandeling. Het AMK heeft drie functies: 1. Adviesfunctie: Als er een vermoeden is dat er een kind mishandeld wordt, dan kunnen deze vermoedens met het AMK besproken worden. Een adviesgesprek kan anoniem, het AMK legt geen dossier aan en onderneemt geen actie richting het gezin. 2. Consultfunctie: Bij een consult is sprake van meerdere contacten met het AMK over hetzelfde kind. Het AMK geeft advies hoe de consultvrager het gezin het best kan ondersteunen. 3. Onderzoeksfunctie: Na een geaccepteerde melding stelt het AMK een onderzoek in naar de gezinssituatie. Zij praten met de ouders en winnen informatie in bij mensen die het gezin beroepshalve kennen (school/huisarts).
18
Aantal
Leeftijd van de kinderen voor wie een onderzoek is gestart 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 14 jaar 15 t/m 17 jaar Totaal
636 505 210 147 1498
Geslacht
Jongens Meisjes Ongeboren
Aantal
741 734 23
Bron: Jaarverslag Bureau Jeugdzorg Utrecht 2010
Toegang Geïndiceerde Jeugdzorg (TGJ) (vrijwillige hulpverlening) Na doorgeleiding vanuit de Centrale Aanmelding neemt de casemanager van BJU contact op met het gezin. In samenspraak met de ouders en/of jeugdige wordt onderzocht welke vorm van geïndiceerde jeugdzorg nodig is. Als duidelijk is welke zorg gewenst is, wordt de definitieve keuze vastgelegd in het indicatiebesluit. De casemanager begeleidt de cliënt actief naar een aanbieder van J&O, die op basis van het indicatiebesluit een hulpverleningsplan opstelt.
19
Bureau jeugdzorg indiceert voor: 1. Provinciaal gefinancierde jeugdzorg (op grond van de Wet op de jeugdzorg). Na vaststelling van het indicatiebesluit heeft bureau jeugdzorg de wettelijke taak tot casemanagement. De casemanager vrijwillige hulpverlening blijft betrokken bij de hulp die wordt geboden. Dit betekent dat de casemanager middels start- en evaluatiegesprekken volgt hoe de hulpverlening verloopt en bijstuurt indien noodzakelijk. 2. Jeugd-GGZ (op grond van de AWBZ of de zorgverzekeringswet). Bureau jeugdzorg geeft jeugd-GGZ indicaties af wanneer er sprake is van psychiatrische problematiek en het IQ 85 is of hoger. Dit gaat om Zorg in Natura (ZIN) of zorg die via een Persoons Gebonden Budget (PGB) kan worden verzilverd. Er is geen sprake van casemanagement vanuit bureau jeugdzorg bij de zorg die vanuit de jeugd-GGZ wordt geboden. De zorgkantoren en de zorgverzekeraars hebben de taak om er op toe te zien of de zorg juist wordt ingezet. Melding bij de Raad voor de Kinderbescherming Mocht gaandeweg de hulpverlening blijken dat de jeugdige in zijn ontwikkeling wordt bedreigd of dat ouders hulp niet of onvoldoende accepteren, dan kan er vanuit de vrijwillige hulpverlening besloten worden tot een melding bij de Raad voor de Kinderbescherming. Aantallen 2010: Aantal indicatiebesluiten Inclusief jeugd-GGZ
4.461
Aantal cliënten voor wie een indicatiebesluit is genomen in vrijwillig kader Inclusief jeugd-GGZ
3.458
Extern diagnostisch onderzoek Wordt ingezet om tot een diagnose of indicatie te komen, indien noodzakelijk
158
Meldingen vanuit TGJ bij de Raad voor de Kinderbescherming
431
Jeugdbescherming (gedwongen hulpverlening) Civielrechtelijk Na een melding onderzoekt de Raad voor de Kinderbescherming of het kind bedreigd wordt in zijn ontwikkeling en of een kinderbeschermingsmaatregel noodzakelijk is. De rechtbank beslist of er een ondertoezichtstelling, voogdijmaatregel dan wel een maatregel van voorlopige voogdij noodzakelijk is. Bureau jeugdzorg voert het casemanagement van deze gedwongen maatregelen vervolgens uit. Jeugdbescherming kan alleen uitgevoerd worden na een uitspraak van de rechtbank. De rechter kan de volgende jeugdbeschermingsmaatregelen uitspreken: 1. Ondertoezichtstelling (OTS): Bij deze maatregel behouden ouders het ouderlijk gezag, maar het wordt beperkt door de OTS. Er wordt een gezinsvoogd aangesteld, die toezicht houdt op het kind en die hulp regelt die noodzakelijk is. 2. Voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS): Wordt uitgesproken wanneer er sprake is van spoed/crisis en het onderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming niet kan worden afgewacht. Wordt door de kinderrechter uitgesproken voor de duur van drie maanden. In deze periode voert de Raad het onderzoek uit. 3. Voogdij: Bij deze maatregel zijn ouders uit hun gezag ontheven, ontzet of door overlijden is er geen ouder met gezag meer aanwezig. De voogdij (het volledige gezag) ligt bij bureau jeugdzorg. Er wordt een voogd aangesteld die verantwoordelijk is voor het kind. 4. Voorlopige voogdij: Wanneer er direct moet worden voorzien in gezag, omdat er niemand is die het gezag uitoefent. Bijvoorbeeld door ziekenhuisopname, detentie in het buitenland of door overlijden. Dit is een maatregel die wordt ingezet als acuut ingrijpen noodzakelijk is. 5. Uithuisplaatsing: Een jeugdige kan alleen (gedwongen) uithuis worden geplaatst indien de rechter daar een machtiging uithuisplaatsing voor heeft afgegeven.
Bron: LRF 20108
20
21
Jeugdbeschermingsmaatregelen in 2010 OTS
Aantal nieuw: Aantal verlengd: Aantal beëindigd: Aantal eind 2010: Gemiddelde duur: Bron: LRF 2010
VOTS
742 1306 383 2013 2,7 jaar
198
3 maand
Voogdij
82 n.v.t. 42 332 5,7 jaar
Voorlopige voogdij 33 n.v.t. 20 12 78 dagen
8
Werkwijze ondertoezichtstelling Het doel van de ondertoezichtstelling is het wegnemen van de bedreiging in de ontwikkeling van het kind. De geïndiceerde hulp die wordt ingezet is niet vrijblijvend. Bij voorkeur wordt geïndiceerde zorg in de thuissituatie ingezet. Indien hulp in de thuissituatie onvoldoende is om de bedreiging in de ontwikkeling van het kind weg te nemen dan kan BJU bij de kinderrechter een verzoek tot uithuisplaatsing indienen. De kinderrechter beslist of een machtiging uithuisplaatsing noodzakelijk is. Aantallen 2010: Aantal indicatiebesluiten Inclusief jeugd-GGZ
2.331
Aantal cliënten voor wie een indicatiebesluit is genomen in gedwongen kader Inclusief jeugd-GGZ
1.302
Aantal machtigingen tot uithuisplaatsing
N.a.v. 1e machtiging: 467 Verlengde machtiging: 830
Bron: LRF 20108
22
Jeugdreclassering (gedwongen hulpverlening) Strafrechtelijk Wanneer een jeugdige in aanraking komt met de politie kan de kinderrechter een straf opleggen. Dit kan een boete zijn, een taakstraf of een gevangenisstraf. Bovendien kan de kinderrechter besluiten dat de jongere begeleiding nodig heeft van de jeugdreclassering. Een jeugdreclasseringsmaatregel kan door de kinderrechter opgelegd worden bij jongeren van 12 jaar en ouder die een strafbaar feit hebben gepleegd. Er zijn verschillende reclasseringsmaatregelen. Welke wordt opgelegd is afhankelijk van het gepleegde delict. 1. Hulp en steun: De begeleiding is gericht op de aanpak van problemen thuis, op school of in de vrije tijd. Er worden afspraken gemaakt over de aanpak van problemen. 2. Toezicht en begeleiding: Begeleiding in de periode tussen de arrestatie en de strafzitting. Dit wordt verzocht door de Raad voor de kinderbescherming. De begeleiding is gericht op aanpak van problemen thuis, op school of in de vrije tijd. Het is vrijwillig, maar niet vrijblijvend. 3. Gedrags Beïnvloedende Maatregel (GBM): Wanneer naast begeleiding ook behandeling noodzakelijk is. De reclasseringsmedewerker begeleidt de jongere en zorgt daarnaast ook voor coördinatie van de ingezette behandeling. 4. Intensieve Trajectbegeleiding Criem (ITB criem): Een intensieve vorm van begeleiding voor etnische jongeren die voor het eerst in aanraking komen met justitie. De begeleiding is erop gericht om recidive te voorkomen. 5. Intensieve trajectbegeleiding Plus (ITB plus): Intensieve begeleiding voor jongeren die ernstige of meerdere delicten hebben gepleegd. Reclassering heeft controlerende taak. 6. Samenloop: Indien er naast een reclasseringsmaatregel ook een jeugdbeschermingsmaatregel (OTS) is uitgesproken.
23
Aantal jeugdreclasseringsmaatregelen in 2010
Gemiddelde duur jeugd-reclasseringsmaatregel
JR (hulp en steun & toezicht en begeleiding): 408 GBM: 3 ITB criem: 26 ITB plus: 23 Samenloop (JB&JR): 76 253,4 dagen
Bron: Jaarverslag Bureau Jeugdzorg Utrecht 2010
Kindertelefoon De kindertelefoon is onderdeel van bureau jeugdzorg. Bij de kindertelefoon kunnen kinderen anoniem hun verhaal over de problemen die zij ervaren kwijt bij opgeleide vrijwilligers. Kinderen kunnen bellen of chatten met de kindertelefoon. Share in Trust is een soortgelijke voorziening als de kindertelefoon, maar is specifiek gericht op jongeren. Share in Trust is uniek in de provincie Utrecht en is opgericht omdat de doelgroep jongeren door de kindertelefoon onvoldoende wordt bereikt. Share in Trust is een internetsite waarop een jongere met een vrijwilliger van hun eigen leeftijd kunnen chatten of mailen over de problemen die zij in hun dagelijkse leven ervaren. Kindertelefoon Aantal gesprekken Aantal chats
2010
Voorlichting en advies Bureau jeugdzorg heeft op grond van de wet tot taak het geven van advies aan, het bijdragen aan deskundigheidsbevordering van en het onderhouden van contacten met algemene (lokale) voorzieningen voor jeugdigen. Het doel van deze taak is het versterken van deze voorzieningen en het bevorderen van vroegtijdige signalering van problemen. Bureau jeugdzorg doet dit in de vorm van deelname aan lokale zorgstructuren en lokale netwerken rondom jeugd (zoals het veiligheidshuis en netwerk 12+ of 12-) en door middel van het geven van training en advies.
Trainingsaanbod
In 2010 gegeven aan
Aantal
- Werkwijze BJU - Signaleren en gespreksvoering met ouders - Motiverende gespreksvoering met ouders - Training en voorlichting over kindermishandeling - Verwijsindex: hoe vertel ik het? - Werken met gescheiden ouders
Kinderopvang Basisonderwijs Jeugdgezondheidszorg Ziekenhuizen Zorgaanbieder CJG/Jong Centraal Welzijn (AMW, jongerenwerk) ROC/hoger onderwijs GGZ
66 45 9 35 20 53 94 6 9 337 totaal
21.959 13.698 Bron: Jaarverslag Bureau Jeugdzorg Utrecht 2010
Share in Trust Aantal chats Aantal beantwoorde mails
2010
1.425 460
Bron: Jaarverslag Bureau Jeugdzorg Utrecht 2010
i www.kindertelefoon.nl 24
www.shit.nl 25
Aanbieders Jeugd- en Opvoedhulp Binnen de provincie Utrecht zijn er acht aanbieders voor Jeugd- en Opvoedhulp (J&O) die provinciaal geïndiceerde jeugdzorg bieden. Iedere instelling heeft (buiten enige overlap) ieder een andere doelgroep qua leeftijd en/of problematiek. De acht instellingen hebben allemaal een provinciale functie. Dit betekent dat de jeugdigen, zowel vanuit het vrijwillige als het gedwongen kader, bij één van deze zorgaanbieders terecht kunnen mits zij een indicatiebesluit hebben en binnen de provincie Utrecht9 wonen. Zorgvarianten Er kunnen globaal vier zorgvarianten onderscheiden worden: 1. Ambulante hulpverlening (incl. crisis): zorg die bij de cliënt thuis of bij de zorgaanbieder wordt geboden. Deze hulp bestaat uit één of meerdere keren per week een aantal uren begeleiding en ondersteuning door de hulpverlener gedurende een bepaalde periode. Er wordt zoveel mogelijk gewerkt met effectieve methoden zoals multidimensionele familie therapie, Intensief Orthopedagogische Gezinsbehandeling, Families First etc. 2. Dagbehandeling: zorg en begeleiding die één of meerdere dagen per week gegeven wordt op locatie van de zorgaanbieder. Te denken valt aan Medisch Kinderdagverblijf, Boddaertcentra of Arbeidstrainingscentra. 3. Residentiële zorg (incl. crisis): zorg waarbij het kind op een locatie van de zorgaanbieder woont en hier 24-uurs zorg ontvangt. Te denken valt aan kinderhuizen, gezinshuizen, observatiegroepen, behandelgroepen, kamertrainingscentra (KTC), begeleide huisvesting etc. 4. Pleegzorg: plaatsing van kinderen in een (netwerk)pleeggezin. Binnen pleegzorg is crisisopvang, observatie- en weekendpleegzorg mogelijk. Aantal cliënten dat in de periode 2009-2010 gemiddeld geïndiceerde jeugdzorg ontvangt of heeft ontvangen Op jaarbasis verblijven gemiddeld 4300 kinderen in de provinciaal geïndiceerde jeugdzorg. Hiervan stromen er jaarlijks gemiddeld 2000 kinderen in en 2000 kinderen uit. Het aantal kinderen dat geen perspectief heeft op terugkeer naar huis bedraagt gemiddeld 700 per jaar. 9 Landelijk geldt voor buitenprovinciale jeugdigen de 10% regeling: aanbieders van J&O kunnen hulp bieden aan kinderen die oorspronkelijk buiten de provincie wonen, mits hiermee niet een maximum van 10% wordt overschreden van het totale subsidie dat aan de instelling is toegekend voor het uitvoeren van jeugdzorg 26
Aantallen per jaar Jeugdigen in zorg per peildatum 1 januari Nieuwe instroom Totaal aantal jeugdigen in jeugdzorg
2300 2000 4300
Aantallen per maand
150-160
Gemiddelde cijfers over de periode 2009-2010: instroom van jeugdigen (bron: grafiek ADD monitor)
Aanbieders Jeugd- en Opvoedhulp in de provincie Utrecht Zorgaanbieder
Trajectum
Website
www.trajectum.nl
Hulpvormen
Ambulant, Dagbehandeling, Residentieel
Doelgroep
• Jonge kinderen (0-12/14 jaar) met ernstige en complexe gedrags- en ontwikkelingsproblematiek op meerdere domeinen, wiens ouders/omgeving ernstige problemen rond opvoeden hebben of dreigen te krijgen. • Autisme, ernstige gedragsproblematiek, somatische en psychiatrische problematiek.
Zorgaanbieder
Lijn 5
Website
www.ln5.nl
Hulpvormen
Ambulant, Crisis-Ambulant, Dagbehandeling, Residentieel, Crisisopvang
Doelgroep
Ondersteuning aan jongeren met en zonder verstandelijke beperking met gedragsproblemen en/of problemen in de sociale ontwikkeling.
27
Zorgaanbieder
De Rading
Zorgaanbieder
Timon
Website
www.rading.nl
Website
www.timon.nl
Hulpvormen
Ambulant, Residentieel, Pleegzorg en Crisis
Hulpvormen
Ambulant, Crisis-Ambulant, Dagbehandeling, Residentieel, Crisisopvang
Doelgroep
• Pleegzorg en kleinschalig residentieel voor kinderen die (tijdelijk of langdurig) een vervangende opvoedingssituatie nodig hebben • Seksespecifieke hulp aan meiden met een relationeel (seksueel) getraumatiseerde problematiek, waaronder seksueel misbruik. • Ondersteuning van gezinnen met jeugdigen met externaliserende gedragsproblematiek (focus op 0-12 jaar).
Zorgaanbieder
Reinaerde
Website
www.reinaerde.nl
Hulpvormen
Ambulant, Residentieel
Doelgroep
28
• (Intensieve) Ambulante hulp aan gezinnen bij een instabiele opvoedsituatie, ontoereikende kwaliteit opvoeding, meervoudige problematiek en/of problemen in de ouder-kindrelatie (0-23 jaar). • Residentiële hulp aan gezinnen bij een instabiele opvoedsituatie, ontoereikende kwaliteit opvoeding, meervoudige problematiek en/of problemen in de ouder-kindrelatie/ problemen bij de cognitieve ontwikkeling van de jeugdige ( 4-13 jaar); • Problemen met verbinden van opvoeden in de eigen (Islamitische) en Nederlandse maatschappij/cultuur; woon/behandelgroep voor kinderen met islamitische achtergrond.
Doelgroep
Jongeren 12-18 en hun gezin met doorlopende zorglijnen tot 23 jaar: • Jongeren en gezinnen in crisis, • Jongeren met meervoudige problematiek (internaliserend, criminaliteits- en verslavingsrisico en schoolweigeraars) en hun gezin • Tienermoeders, -meiden en hun context • Jongvolwassenen 18-23 (nazorg en zwerfjongeren).
Zorgaanbieder
JOOZT onderdeel van LSG Rentray
Website
www.lsg-rentray.nl
Hulpvormen
Ambulant, Dagbehandeling, Residentieel
Doelgroep
Hulp aan jongeren van 12 tot 18 jaar met meervoudige en ernstige problematiek, onder andere tot uiting komend in meerdere psychische stoornissen.
Zorgaanbieder
Leger des Heils
Website
www.cwzwmiddennederland.legerdesheils.nl
Hulpvormen
Ambulant, Residentieel, Crisisopvang
Doelgroep
• Langer durende hulp aan kinderen met (ernstige) chronische problematiek die niet langer thuis kunnen wonen • Langdurige ondersteuning Multi-probleemgezinnen • Crisisopvang • Observatie jonge kind. 29
Zorgaanbieder
Zandbergen Jeugd & Opvoedhulp
Website
www.zandbergenjeugd.nl
Hulpvormen
Ambulant, Behandelgroepen, Gezinsbehandeling, Begeleiding naar zelfstandigheid, Pleegzorg en Crisisopvang
Doelgroep
Oplossingsgerichte hulp aan kinderen, jongeren en hun ouders in de leeftijd 0-25 jaar.
Landelijk Werkende Instelling in de provincie Utrecht Zorgaanbieder
Stichting Gereformeerde Jeugdzorg (LWI)
Website
www.sgj.nl
Hulpvormen
Ambulant, Residentieel, Pleegzorg, Crisisopvang
Doelgroep
Cliënten met een levensbeschouwelijke, christelijke achtergrond met uit de hand gelopen problemen (externaliserende problematiek jongere, ontoereikende kwaliteit opvoeding, problematiek ouders) door te laat hulp zoeken.
Vraaggericht werken Vanaf 2010 heeft er in de provincie Utrecht een omslag plaatsgevonden in de financiering van het zorgaanbod. Tot en met 2009 werd de jeugdzorg gefinancierd en verantwoord op basis van zorgcapaciteit en bezetting. Sinds 2010 vindt de financiering zo veel mogelijk plaats op basis van de uitstroom van unieke cliënten.
Cliënten
De volgende instrumenten zijn in de Wet op de jeugdzorg vastgelegd om de positie van de cliënt in de geïndiceerde jeugdzorg te versterken: Vertrouwenspersoon In de Wet op de jeugdzorg is bepaald dat de provincies ervoor moeten zorgen dat cliënten van een bureau jeugdzorg en van aanbieders van J&O een beroep moeten kunnen doen op een vertrouwenspersoon die onafhankelijk is van deze instellingen. De provincie Utrecht heeft dit belegd bij het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ). Dit is een onafhankelijke, landelijk georiënteerde organisatie. Het AKJ zorgt ervoor dat cliënten binnen de jeugdzorg bij gevoelens van onvrede of onmacht altijd een beroep kunnen doen op onafhankelijke en professionele vertrouwenspersonen. Dit doet zij door cliënten binnen de instellingen te bezoeken, ondersteuning bij klachten te bieden en door het hebben van een centrale telefonische adviesdienst. Het AKJ houdt zich bezig met de volgende taken voor cliënten uit de provinciale jeugdzorg: Taken AKJ
Aantallen in 2010
Het beantwoorden van vragen van cliënten over provinciale jeugdzorg en het geven van informatie en advies.
935 cliënten hebben het AKJ benaderd met een vraag, klacht of probleem. 177 cliënten hebben gebruik gemaakt van de telefonische advies dienst
Het bieden van ondersteuning bij klachten en/of bezwaarprocedures
Het AKJ heeft ondersteuning geboden bij 379 klachten.
Het bezoeken van cliënten per instelling, het signaleren en bespreken van verbeterpunten per instelling
Naar aanleiding van de binnengekomen signalen vanuit de instelling wordt er in samenwerking met de aanbieder J&O een werkplan voor het volgende jaar opgesteld.
Bron: Jaarverslag AKJ 2010
i Meer informatie: zie www.akj.nl 30
31
Klachtrecht • Interne klachtenprocedure. Iedere jeugdzorginstelling heeft een interne klachtenprocedure. Het heeft de voorkeur om klachten rechtstreeks met de medewerker en/of zijn leidinggevende te bespreken. Mocht de cliënt dit niet willen, of mocht dit geen oplossing bieden, dan kan er een klacht ingediend worden bij de externe klachtencommissie. • Klachtencommissie Jeugdzorg Utrecht (KJU). Dit is de externe klachtencommissie binnen de provincie Utrecht, zij functioneert onafhankelijk van de Utrechtse jeugdzorginstellingen. In 2010 zijn er bij de KJU 47 klachten binnengekomen. • Nationale Ombudsman. De nationale ombudsman behandelt klachten over bureau jeugdzorg als er sprake is van hulpverlening in het gedwongen kader. Medezeggenschapsrecht Het medezeggenschapsrecht is bedoeld om cliënten binnen de jeugdzorg een afdwingbaar recht op medezeggenschap toe te kennen. Binnen de provincie Utrecht is dit als volgt georganiseerd: • Cliëntorganisaties worden in de gelegenheid gesteld om te reageren om het ontwerpbeleidskader en uitvoeringsprogramma van de provincie. • Jeugdzorginstellingen investeren in cliëntenparticipatie. Dit varieert van het hebben van een cliëntenraad tot het doen van huisvergaderingen. Jaarlijks worden de prestaties van jeugdzorginstellingen op het gebied van cliëntenparticipatie met de JIJ-meter gemeten. • Het provinciale cliëntenplatform JIJ Utrecht is een belangrijke gesprekspartner van de provincie. JIJ Utrecht heeft panels van (oud)cliënten om de stem van de cliënt goed hoorbaar te maken en legt regelmatig belangrijke vragen voor aan deze panels. Jaarlijks vindt er een gesprek tussen Statenleden en cliënten plaats. Dit informatie die hieruit voortkomt wordt gebruikt voor kwaliteitsverbetering.
i Meer informatie: www.jijutrecht.nl
Inspectie jeugdzorg De inspectie houdt onafhankelijk toezicht op de jeugdzorg. De wet op de jeugdzorg vormt het wettelijke kader voor het toezicht door de Inspectie Jeugdzorg. Deze wet geeft de Inspectie Jeugdzorg de volgende taken: • Onderzoek verrichten naar de kwaliteit in algemene zin van de jeugdzorg en voorstellen doen voor verbetering. • Toezicht houden op de naleving van de wettelijke kwaliteitseisen. Werkwijze inspectie De inspectie selecteert de thema’s waar zij haar onderzoek op gaat richten uit de informatie die voorkomt uit: • Toezicht op instellingen. • Onderzoek van gemelde klachten, meldingen en signalen. • Toezicht naar aanleiding van calamiteiten. Onderzoek verricht in 2010: • • • • • •
Buitenlands zorgaanbod: maximale kansen, minimale risico’s? Risicomanagement bij OTS Toetsende taak Raad voor de kinderbescherming Ruimte en grenzen rond seksualiteit in 24-uurs zorg Veiligheid pleegkinderen in beeld Een kinderbeschermingmaatregel?
Onderzoek afgerond/startend in 2011: • • • • •
Kwaliteit van de advies- en consultfunctie van het AMK Landelijke oriëntatie op de uitvoeringspraktijk van de jeugdreclassering Onderzoek “Jongeren in buitenlands zorgaanbod” Onderzoek implementatie schematisch protocol netwerkpleegzorg Begeleiding ouders in periode dat kinderen in een pleeggezin verblijven
i Meer informatie: www.inspectiejeugdzorg.nl 32
33
Rijksoverheid De Raad voor de kinderbescherming, de jeugdzorgplus en de justitiële jeugdinrichtingen vallen onder de verantwoordelijkheid van de Rijskoverheid. Raad voor de Kinderbescherming De Raad valt onder het Ministerie van Veiligheid en Justitie. De organisatiestructuur omvat een landelijke directie, een landelijk ondersteuningsbureau en dertien locaties, waaronder de locatie Utrecht. De kerntaken van de Raad liggen op het terrein van: • Bescherming: De Raad is betrokken bij gezinnen waar opvoeden een probleem is geworden, en kan de rechter verzoeken een kinderbeschermingsmaatregel op te leggen. • Straf: De Raad onderzoekt de situatie van jongeren die met de politie in aanraking komen en licht de rechter of officier van justitie daarover in. • Gezag en omgang na scheiding: De Raad adviseer de rechter bij gezags- en omgangszaken, als ouders die uit elkaar gaan het niet eens worden over afspraken over de kinderen, bijvoorbeeld over de omgangsregeling of de verblijfplaats. • Afstand, Screening, Adoptie en Afstammingsvragen: De Raad is betrokken bij zaken op het gebied van afstand doen, de screening van pleeggezinnen, adoptiegezinnen, adviesaanvragen over adoptie en afstammingsvragen. • Daarnaast heeft de Raad een toetsende/toezichthoudende taak bij jeugdbescherming- en reclasseringszaken. Activiteiten van de Raad voor de Kinderbescherming in de locatie Utrecht (2010): Meldingen bij de Raad vanwege opgroei- en opvoedingsproblematiek: Soort melder A.M.K. B.J.Z. Ambtshalve Anderen (incl. crisis)
34
Aantal jeugdigen
352 639 407 115
Verzoek Raad aan de rechter voor maatregel m.b.t. het gezag: Aard van het verzoek Rekest OTS Rekest VOTS Rekest voogdij aan instelling Rekest VOVO Rekest ontheffing/ontzetting
Aantal jeugdigen
996 179 5 10 100
Verwijzing Raad na onderzoek opgroei- en opvoedingsproblematiek: Soms blijkt uit het onderzoek van de Raad dat het aanvragen van een kinderbeschermingsmaatregel bij de rechter niet noodzakelijk is en verwijzen zij door naar bureau jeugdzorg Verwijzingen naar bureau jeugdzorg Aantal verwijzingen
Aantal jeugdigen
375
Bron: Beleidsinformatie Raad – Provincies, juli 2011
i Meer informatie: www.kinderbescherming.nl Jeugdzorgplus Jeugdzorgplus valt onder de verantwoordelijkheid van het ministerie van VWS. De jeugdzorgplus is bedoeld voor jongeren die zo ernstig zijn vastgelopen binnen hun gezin of hun dagelijkse omgeving dat zij een gesloten behandeling nodig hebben. Jongeren kunnen hier alleen (gedwongen) geplaatst worden met een indicatiebesluit van bureau jeugdzorg en een geldige (civielrechtelijke) machtiging van de kinderrechter.
35
Nederland kent zestien verschillende jeugdzorgplus instellingen op achtentwintig locaties, deze zijn opgedeeld in vijf zorggebieden. Iedere jeugdzorgplus instelling heeft specifieke behandelmethoden (en sommigen een specifieke doelgroep). Jongeren worden zoveel mogelijk opgenomen in een instelling in hun eigen zorggebied. Utrecht maakt deel uit van het zorggebied Noord West (samen met de provincie Noord-Holland en stadsregio Amsterdam). Utrechtse jeugdigen worden bij voorkeur in dit gebied geplaatst tenzij de problematiek om specifieke expertise van een instelling uit een ander zorggebied vraagt. Zorggebied Noord-West Naam instelling
Locatie
Aantal plaatsen
Doelgroep
Avenier
Wapenveld
60
Jongens 12-18 jaar
Transferium Jeugdzorg
Heerhugowaard
80
Jongens/meisjes 12-18 jaar (ook LVG/ psychiatrisch)
De Koppeling
Amsterdam
54 + 16 GGZ
Jongens/meisjes 12-18 jaar
Almata
Den Dolder
120
Jongens 12-18 jaar
De Lindenhorst
Zeist
54
Meisjes 12-18 jaar, ook LVG.
Aantal plaatsingen vanuit BJU
2010
Aantal machtigingen gesloten uithuisplaatsing afgegeven door de kinderrechter
N.a.v. 1e machtiging: 98 Verlengde machtiging: 194 Aantal unieke jongeren: 141 Geslacht: 39% jongens, 61% meisjes
Justitiële Jeugd Inrichtingen (JJI) De verantwoordelijkheid voor jongeren in detentie ligt bij de sector Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI) van Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), welke onder het ministerie van Veiligheid en Justitie valt. Jeugddetentie Jongeren die een misdrijf hebben gepleegd, kunnen door de kinderrechter veroordeeld worden tot jeugddetentie. In een justitiële jeugdinrichting verblijven jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar op strafrechtelijke basis. In de leeftijd van 12 tot 15 jaar krijgen jongeren maximaal een straf van 12 maanden in een justitiële jeugdinrichting opgelegd. Is een jongere 16 of 17 jaar, dan is de straf maximaal 24 maanden. PIJ-maatregel Na het plegen van een geweldsdelict of zedendelict, kan de rechter een jongere veroordelen tot een PIJ-maatregel oftewel ‘plaatsing in een inrichting voor jongeren’. Er moet dan sprake zijn van een ontwikkelingsstoornis of psychische aandoening. De jongere krijgt eerst minimaal twee jaar een behandeling in een justitiële jeugdinrichting. Na deze periode kan de maatregel indien nodig verlengd worden (maximaal twee keer een verlengingstermijn van twee jaar). Resocialisatie en nazorg Alle jongeren in een justitiële jeugdinrichting krijgen bij vertrek passende resocialisatie of nazorg. Onder deze nazorg valt iedere vorm van begeleiding door de (jeugd) reclassering, in aansluiting op het verblijf van een jongeren in een inrichting. De RvdK, justitiële jeugdinrichtingen en de Jeugdreclassering werken hierin intensief samen. Dit wordt gedaan via: • Trajectplan Het Trajectplan bestaat uit het Perspectiefplan dat elke jeugdinrichting opstelt kort na binnenkomst én het plan van aanpak – het nazorgplan – dat de jeugdreclassering opstelt ter voorbereiding op de terugkeer in de samenleving.
Bron: BJU
i Meer informatie: zie www.jeugdzorgplus.nl 36
37
• Netwerkberaad De Raad voor de Kinderbescherming organiseert wekelijks in elke opvanginrichting een Netwerkberaad. Hierin bespreken de Raad, de jeugdinrichting en de jeugdreclassering alle (nieuw) ingestroomde jongeren. Het doel van het beraad is om zo snel mogelijk alle relevante informatie over een jongere te verzamelen, partijen bij elkaar te brengen en afspraken te maken wie wat doet. • Trajectberaad Het Trajectberaad vindt niet plaats binnen de jeugdinrichting (JJI), maar in de (regio van) de gemeente waar de jongere woont. De Raad, de jeugdreclassering, de jeugdinrichting (JJI) en een contactpersoon van de gemeenten zijn deelnemers van het Trajectberaad. Tijdens het beraad vindt inhoudelijke afstemming plaats en worden afspraken gemaakt over de doelen van het trajectplan en over de begeleiding van de jongere en zijn ouders. De gemeente adviseert in dit overleg de ketenpartners over de inzet van gemeentelijke voorzieningen. • Scholings- en Trainingsprogramma’s (STP) De Scholings- en Trainingsprogramma’s (STP’s) voorzien in een programma van minimaal 26 uur per week, dat is gericht op opleiding, training of werk om de jongere weer te laten meedraaien in de samenleving na verblijf in een inrichting. De jongere verblijft daarbij zowel overdag als ’s nachts buiten de inrichting onder toezicht en begeleiding van de jeugdreclassering. Wie zich tijdens een STP niet aan de afspraken houdt, loopt het risico op terugplaatsing in de inrichting.
i Meer informatie: www.dji.nl
38
39
Provincie Utrecht, november 2011 Postbus 80300 3508 TH Utrecht T: 030 258 9111 [MMC 14541] 40