EXTRA:
katern agrari sche opleidingen
‘Groeien past bij mij’ Thema: bedrijfsontwikkeling December 2009 „ Er is meer dan schaalvergroting!
KG MELK
MELKEIWIT
MELKVET
KG MELK
MELKEIWIT
MELKVET
MelkNavigator
Omdat de melkproductie uw richting bepaalt > MelkNavigator, voor het voerrantsoen dat past bij uw doelstellingen U bent ondernemer. U wilt groeien. Zeker nu de quotumverruiming is ingezet, is het zaak om de
Met dit instrument stuurt u uw melkproductie precies in de richting die u wenst. Meer liters,
inzichten van ons onderszoekscentrum CCL Research. In combinatie met de juiste aanpak
melkproductie op te voeren. U heeft daarvoor diverse mogelijkheden. Eén daarvan
meer eiwit of meer vet. U kiest de combinatie die u wenst, de MelkNavigator bepaalt het
voor droogstand, jongveeopfok en diergezondheid bereikt u uw doel: rendabele groei van uw bedrijf.
is een optimaal voerrantsoen. Op dat terrein hebben we goed nieuws: de MelkNavigator.
optimale voerrantsoen. Zo baseert u uw keuzes op onze kennis en de wetenschappelijke
Meer weten? Maak een afspraak: T: 0900 560 60 60, www.voeders.nl.
> beter voeren
„ IN DIT DECEMBERNUMMER
Í
Akkerbouwer gaat voor verbreding 14
Í
Garantieregeling tuinbouw komt op stoom 22
Í
Eyeopener
‘Job swap’ tussen New Yorkse en Texelse boer 26
Grenzen aan groei „ 4 Ben jij al BONO? „ 6 NAJK in het nieuws „ 8 Bedrijfsovername „ 11
NAJK wenst je fijn e feestdagen
In het hooi met… Megastallen-nee „ 13 Ilse Verhoijsen is voor schaalvergroting „ 19 Oud & Nieuw: 3 generaties op paardenbedrijf „ 20 Wie gaat mee op studiereis naar Argentinië? „ 23 NK Veebeoordelen „ 25 Strip en Sudokoe „ 29 Uit alle hoeken „ 30 COLOFON BNDR wordt uitgegeven onder verantwoordelijkheid van Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt en verschijnt vijf keer per jaar. Abonnementen op BNDR kosten 18 euro en lopen per kalenderjaar. Opzegging voor 1 december. Het blad is gratis voor NAJK-leden. Losse nummers zijn verkrijgbaar door storting van 5 euro op bankrekening 36.92.01.353 t.n.v. PJS te Utrecht, onder vermelding van het gewenste nummer van BNDR. Artikelen of illustraties kunnen alleen na overleg met de redactie worden overgenomen. Vragen of opmerkingen over de adressering? Neem contact op met één van de onderstaande organisaties: Provinciale AJK’s: Friesland 0512-305280, Groningen 0512-305283, Drenthe 0512-305281, Flevoland 0512-305282, Overijssel 026-4421942, Utrecht 026-4421942, Gelderland 026-3846233, Hollanden 088-888 6666 (nakies 3811), Zeeland 0113-247729, Brabant 013-5821891, Limburg 0475-381777 of NAJK: 030-2769869. Redactie: Marije Wenneke, “Citaat”, Postbus 39, 6800 AA Arnhem, tel. 026-3241138, e-mail
[email protected] Advertenties: Agripers, 088-8886723, e-mail
[email protected] Vormgeving: www.duoontwerp.nl Druk: Drukmotief bv, Apeldoorn Op de cover: Ilse Verhoijsen, foto Marije Wenneke
Í
Misschien is het iemand opgevallen dat ik steeds vaker zelf foto’s maak bij artikelen. Daarvoor heb ik vorig jaar een spoedcursus aan de fotovakschool gevolgd. Leuk om weer eens in de schoolbanken te zitten en iets bij te leren. Een beetje extra ontwikkeling is tenslotte nooit weg. Kijk maar eens in de onderwijsbijlage, die dit jaar al voor de derde keer verschijnt. Daarin vind je opleidingen en trainingen om je kennis te vergroten en ondernemerskwaliteiten te verbeteren. NAJK vindt het belangrijk dat zijn leden zich ontwikkelen. Door mee te doen aan het project Bewust Ondernemen (pagina 6) word je een betere boer. Deze BNDR staat sowieso bol van de ontwikkelingen. Op bedrijfsniveau bijvoorbeeld. Vaak denk je daarbij aan schaalvergroting, maar ook een neventak, produceren voor een nichemarkt of specialiseren zijn manieren om je bedrijf te ontwikkelen. Soms kun je buiten de deur gewoon meer verdienen dan op de trekker, stelt Bart Huijts (pagina 14). Als je wel kiest voor schaalvergroting, zoals Ilse Verhoijsen op pagina 19, zijn er dan eigenlijk grenzen aan groei? We gaan op zoek naar het antwoord op pagina 4. Iemand die niets moet hebben van schaalvergroting is Sonja Borsboom. Zij is initiatiefneemster van Megastallen-nee. Dit burgerinitiatief tegen grootschalige intensieve veehouderijen in Brabant wordt gesteund door 33.000 mensen. Knap hoor, als je zoveel medestanders weet te vinden voor jouw zienswijze. Daar hebben wij als land- en tuinbouwsector aanzienlijk meer moeite mee, jammer genoeg. Het gesprek met Sonja was trouwens een behoorlijke eyeopener. Ik verwachte namelijk zo half en half dat ik ging praten met iemand die in het weekend voor de lol nertsen loslaat. Bij mij in het hooi zat echter geen radicale dierenactiviste, maar een intelligente vrouw met verstand van zaken en een warm hart voor boeren. Een behoorlijke eyeopener. Weer wat geleerd! Marije Wenneke, Hoofdredacteur BNDR december 2009
„3
„ THEMA BEDRIJFSONTWIKKELING Schaalvergroting
Grenzen aan groei Meer koeien, meer varkens en meer hectares. Veel boeren dromen van een groter bedrijf. Maar is schaalvergroting dé oplossing om een hogere kostprijs te compenseren? Drie deskundigen aan het woord. Door Anton Logemann
‘Wake up melkveehouders, groeien is geen doel op zich!’ Schaalvergroting prima. Maar niet voor alle bedrijven. Want de vaste kosten rijzen soms de pan uit, zegt Rick Hoksbergen, bedrijfskundig adviseur bij Alfa Accountants. “Een melkquotumprijs van 23 euro? Wake up melkveehouders, dat kan niet!” Rick Hoksbergen staat er versteld van. Boeren die willen groeien, terwijl het eigenlijk financieel niet uit kan. In zijn ogen zijn er nog te veel boeren die besluiten tot investeringen zonder dat er een goede rekensom aan ten grondslag ligt. “De groei van een bedrijf is nog te vaak een doel op zichzelf.”
Cijfers Rick ziet het in de cijfers terug. Elk jaar zet zijn organisatie de bedrijfseconomische cijfers van de klanten op een rij. Tot vorig jaar zag je bij de melkveehouders dat het netto overschot bij de grotere bedrijven groter was dan bij kleinere bedrijven. Met andere woorden, schaalvergroting loonde. De meest actuele cijfers, de resultaten over het boekjaar 2008/2009, geven echter een ander beeld. Het netto overschot per arbeidskracht van grote bedrijven boven de 85 hectare is niet meer het hoogst. Op melkveebedrijven tussen de 64 en 85 hectare werd per arbeidskracht 5.900 euro meer
verdiend dan bij de bedrijven boven de 85 hectare. Bovendien bleek dat bij intensivering van de bedrijfsvoering slechts 8 cent per kilo melk beschikbaar is voor quotumlasten. “Bij schaalvergroting is een stukje schaalvoordeel te behalen”, zegt de adviseur. “Maar er staat ook een kostenpost tegenover. En met gemiddelde melkopbrengsten zijn de huidige investeringsbedragen niet altijd op te brengen.”
Goed rekenen Moet er dan een streep worden gehaald door schaalvergroting? “Dat is te kort door de bocht”, meent Rick. “Er is op een aantal bedrijven nog wel een stukje schaalvoordeel te behalen, zeker in sociaal opzicht. Door uit te breiden kan een extra medewerker aan de slag en hoeft de ondernemer niet elk weekeinde in de melkput te staan. Maar voor zo’n besluit moet er eerst goed worden gerekend, op basis van reële getallen. Te vaak zie ik dat er voor eigen arbeid met een te laag bedrag wordt gerekend, bijvoorbeeld 20.000 euro per jaar. Als deze arbeidsinzet door omstandigheden wegvalt en een medewerker moet worden aangetrokken, neemt die geen genoegen met dat lage bedrag. Dat kan verkeerd uitpakken.” Hij adviseert dan ook rustig aan te doen bij schaalvergroting. “Goed rekenen vooraf is een must. En niet de groei van het bedrijf tot doel verheffen.” Í
‘Niet alleen denken in groot, groter, grootst’ Een lagere kostprijs. Dat is voor veel agrarische bedrijven bittere noodzaak. Anders dreigen ze de aansluiting op de markt te missen. Is schaalvergroting dan het enige en juiste antwoord? Niet altijd, zegt Paul Leenaers, sectormanager landbouw van de Rabobank. Ook verbreding, specialisatie, omschakelen of zelfs stoppen kan een goede oplossing zijn. Het hangt af van de ondernemer, zijn bedrijf en in welke bedrijfstak hij actief is.
4
„ BNDR december 2009
Groeispurt Toch zijn veel bedrijven bezig met schaalvergroting. Neem nu de melkveehouderij. Veel boeren in deze sector bereiden zich voor op de afschaffing van de melkquotering. Als in 2015 de quotering is geschrapt, willen ze een groeispurt inzetten. De Rabobank adviseert deze boeren niet alleen te denken in termen als groot, groter, grootst. Ook het rendement en de duurzaamheid moeten in het oog worden gehouden. ”Schaalvergroting en verduurzaming van agrarische bedrijven gaan
illustratie henk van ruitenbeek
‘Jongere boeren rekenen beter’ De jongere generatie boeren rekent beter uit of schaalvergroting wel uitkan. Jean-Pierre van Wesemael, dagelijks bestuurslid van NAJK, denkt dat jonge boeren kritischer kijken dan veertigplussers of een rendabele bedrijfsvoering wel haalbaar is. Hij verwacht dat jonge boeren eerder kiezen voor specialisatie of verbreding dan voor een forse bedrijfsuitbreiding. Jean-Pierre denkt dat steeds meer jonge boeren tot de slotsom zullen komen dat schaalvergroting voor hen onverstandig is. Kleinere akkerbouwbedrijven hebben doorgaans onvoldoende financiële armslag om te investeren in extra grond. Grond is in veel regio’s erg duur. Door de crisis is de grondprijs de laatste tijd wat minder snel gestegen, maar de prijzen zijn nog steeds
de komende jaren vaak hand in hand”, verwacht Paul. Dat geldt ook voor de andere agrarische sectoren. De intensieve veehouderij is bijvoorbeeld genoodzaakt om te investeren in diervriendelijke huisvesting die past in de omgeving, beperking van medicijngebruik, emissiearme stalsystemen en mestafzet. “Schaalvergroting maakt in deze sectoren investeringen in duurzaamheid mogelijk.”
Ook imago
hoog, of beter: te hoog. “Welk gewas kun je rendabel telen met een grondprijs van 40.000 tot 50.000 euro per hectare?”, vraagt de Zeeuwse akkerbouwer zich af.
Grondhonger Akkerbouwbedrijven hebben in de praktijk dan ook nauwelijks mogelijkheden om hun bedrijf uit te breiden. De NAJKbestuurder ziet het in zijn eigen omgeving. De haven van Antwerpen en nabijgelegen dorpen en steden breiden uit. Daarvoor moet natuur worden gecompenseerd. Dat betekent dat boeren worden ‘verdreven’ en uitgekocht. Zij kopen elders weer grond aan en drijven daarmee de prijzen op. “De grondhonger is groot en daarmee zijn de mogelijkheden om het bedrijf uit te breiden beperkt.” Í
omvang van een bedrijf bepalen. In toenemende mate is het imago van de ondernemer en de sector van betekenis. “Bij schaalvergroting moet het bedrijf passen in de omgeving”, stelt de sectormanager. “Anders ontstaan er problemen met het publiek; zowel omwonenden als eindafnemers van de producten.” Daarin ligt ook de uitdaging voor de hele keten. Als de boer bij de afnemers in de markt een meeropbrengst realiseert, kan hij de investering van de schaalvergroting sneller terugverdienen. Í
Maar het zijn niet alleen de milieu- en welzijnseisen die de
BNDR december 2009
„5
M B O
„ BEWUST ONDERNEMEN
Open dag Barendrecht
Middelharnis
Rijnstraat 3
Molenlaan 36-38
woensdag 13 januari 2010 19:00 tot 21:00 uur donderdag 14 januari 2010 19:00 tot 21:00 uur dinsdag 9 maart 2010 19:00 tot 21:00 uur zaterdag 10 april 2010 10:00 tot 13:00 uur dinsdag 1 juni 2010 19:00 tot 21:00 uur
zaterdag 16 januari 2010 10:00 tot 15:00 uur dinsdag 9 maart 2010 19:00 tot 21:00 uur dinsdag 13 april 2010 19:00 tot 21:00 uur
Ben jij al Het werk thuis op het agrarisch bedrijf bevalt je prima, maar die cijfertjes zijn toch nog wel lastig. Want hoe lees je nu precies een boekhoudrapport en wat heb je daaraan? Misschien heb je al plannen om het bedrijf over te nemen. Wat komt daar bij kijken en waar moet je allemaal aan denken? Die vragen worden beantwoord in de afzonderlijk
Big Business
Ontdek de werelden van het Edudelta College
te volgen NAJK-trainingen Financieel Inzicht en Bewust Op weg Naar de Overname (BONO).
Omdat de tijd niet stil staat...
14 t/m 17 december
WTC Expo Leeuwarden w w w. w t c l a n d b o u w. n l Voor meer informatie: Heliconweg 52, 8914 AT Leeuwarden Telnr. 058 294 1500
6
„ BNDR december 2009
A
Adelinde Bouwman geeft al een jaar of vijftien trainingen aan NAJK-leden. Bedrijfsovername A, B en C, emigratie en het Rabo opvolgersperspectief zijn enkele van de trainingen die ze heeft gegeven aan inmiddels honderden jonge boeren. Adelinde gaat ook de nieuwe trainingen Financieel Inzicht en Bewust Op weg Naar de Overnamen (BONO), onderdeel van het nieuwe project Bewust Ondernemen van NAJK, geven. “Financieel inzicht is echt bedoeld voor jongens en meiden die wel ongeveer weten wat de cijfers in hun boekhoudrapport betekenen, maar er niet zoveel mee kunnen. Als er onderaan bijvoorbeeld ‘winst’ staat, betekent dat dan echte winst, of moeten er nog investeringen of afschrijvingen af? Die verbanden leer je leggen. Let wel: je hoeft zelf echt geen boekhoudrapport op te kunnen stellen, maar je leert er wel goed mee werken”, vertelt Adelinde enthousiast.
Verrassend De training Financieel Inzicht duurt vier avonden, voor BONO zijn NAJK’ers die het bedrijf willen overnemen zeven avonden onder de pannen. Maar daarna zijn ze dan ook heel wat wijzer. “Alle aspecten die meespelen bij een overname komen aan bod”, aldus Adelinde. “Van de vragen hoeveel geld je neer moet tellen om het bedrijf over te nemen, tot wat je broer en zus van de overname vinden.” In de training rekenen de deelnemers eerst een bedrijfsovername van een voorbeeldbedrijf door. Daarna gaan ze aan de slag met het bedrijf thuis. Adelinde: “Daarbij krijg je
ook opdrachten. Bijvoorbeeld: ga met je ouders om tafel zitten en vraag hoe zij de overname zien. Daar kunnen soms verrassende dingen uitkomen!” Financieel Inzicht werkt ongeveer op dezelfde manier. Eerst wordt een boekhoudrapport van een fictief bedrijf doorgelicht, daarna is het eigen boekhoudrapport aan de beurt. “Die cijfers hoef je trouwens niet open en bloot op tafel te leggen, hoor”, benadrukt Adelinde. De trainer heeft wel eens een deelnemer gehad die zelf op een boekhoudbureau werkte. “Zelfs hij was enthousiast en heeft wat geleerd van het uitwisselen van ervaringen met collega’s.”
illustratie henk van ruitenbeek
BONO? Spiegel Hoewel BONO op bepaalde punten overeenkomsten vertoont met de oude Bedrijfsovername B-training, zijn er ook nieuwe onderdelen toegevoegd. Bijvoorbeeld een persoonlijkheidstest. De deelnemers maken deze test op internet, de uitkomsten worden behandeld in de training. Adelinde: “In een persoonlijk gesprek bespreken we of je jezelf in de uitkomsten van de test herkent en wat je ermee kunt. Het is echt bedoeld om erachter te komen hoe je in elkaar steekt en wat voor soort ondernemer je bent. Zie het maar als een soort functioneringsgesprek. Ook als agrarisch ondernemer is het goed als je af en toe een spiegel wordt voorgehouden.” Í
FACTS Bewust Ondernemen is een project van NAJK in samenwerking met LNV, de Groene Kennis Coöperatie (samenwerkingsverband van alle groene scholen), JOOST, LTO Noord Advies en Rabobank. Binnen Bewust Ondernemen kun je kiezen voor 4 leertrajecten: naast Financieel Inzicht en BONO zijn dit het Rabo Opvolgers Perspectief en het Individueel Coachingstraject. Financieel Inzicht duurt 4 dagdelen en kost 100 euro voor NAJKleden. Met BONO ben je 7 dagdelen onder de pannen en dat kost 250 euro. Beide trainingen starten begin 2010 en de trainingsdagen worden in overleg vastgesteld. Meer informatie vind je op www.najk.nl/bewustondernemen.
‘Beslagen ten ijs bij overname’ Theo Benning Jongvee opfokker in Eursinge (Dr.) 34 jaar Lid van AJK Middenveld-Zuid
foto ingrid zieverink
Theo Benning is jongvee opfokker in Eursinge. Daarnaast werkt hij als adviseur bij Agrifirm. Zes jaar geleden volgde hij de cursus bedrijfsovername bij NAJK. In 2006 nam hij bedrijf over van zijn ouders. “Het is alweer even geleden, maar ik heb die training toen gedaan omdat ik meer kennis wilde opdoen rondom de bedrijfsovername. Ik vond het heel leerzaam, vooral omdat ik zelf op dat moment in het traject van overname zat. Door de cursus kom je beter beslagen ten ijs als het op de overname aankomt. Je bent een betere gesprekspartner voor de bank, bedrijfsadviseur en boekhouder. Natuurlijk wil je, als jonge boer en bedrijfsovernemer, wel serieus worden genomen. De kennis die daarvoor nodig is, doe je op in de training. Ook wordt je gewezen op valkuilen die je tegen kunt komen onderweg. Ik vond het heel nuttig en ben blij dat ik het gedaan heb. Ik kan het iedereen die serieus met de overname bezig is, aanraden.” Í
BNDR december 2009
„7
„ NAJK IN HET NIEUWS ‘Hoogtepunt? Het Jongerencafé!’ Het is weer begonnen: het beursseizoen voor de agrarische sector. NAJK kan hierbij natuurlijk niet ontbreken. Inmiddels zijn de beurzen in Den Bosch, Hardenberg en Gorinchem alweer achter de rug. Met succes! Tijdens de beurzen in Hardenberg en Gorinchem werd het nieuwe beursconcept geïntroduceerd. In samenwerking met CAH Dronten is een zogenoemd Jongerencafé uitgedacht en uitwerkt. Na alle reacties die er kwamen, kan wel worden gezegd dat het Jongerencafé het hoogtepunt van de afgelopen beurzen vormde. De steigerhouten meubels vielen goed in de smaak bij de jongeren en dat maakte het nog makkelijker hen in Hardenberg enthousiast te maken voor CAH Dronten, Joost en NAJK. In Gorinchem waren naast CAH Dronten en NAJK, Edudelta onderwijsgroep en Agriterra in de huiselijke sfeer aanwezig. Maar laten we eerlijk zijn: natuurlijk zorgden niet alleen de meubels voor een goede sfeer, de enthousiaste vrijwilligers waren zowel bij het Jongerencafé als de andere stands onmisbaar. Dankzij hen heeft NAJK nu al buitengewoon veel nieuwe leden geworven. Een extra bedankje aan hen is hier zeker op zijn plaats! Nog geen genoeg van de beurzen, of de stand van NAJK met eigen ogen bekijken? Kom dan eens aan bij de NAJK-stand op de Landbouwwerktuigenbeurs in Leeuwarden (14 tot 17 december) of de Biovakbeurs in Zwolle (20 en 21 januari).
Alfa nieuwe stersponsor NAJK NAJK heeft een nieuwe stersponsor en wel Alfa Accountants en Adviseurs. Alfa is een adviesorganisatie voor het midden- en kleinbedrijf en de agrarische sector. De organisatie beschikt over 800 medewerkers, verspreidt over 32 kantoren. Het bedrijf gaat de agrarische jongeren ondersteunen op het gebied van maatschaptrajecten en bedrijfsovernames. Ook zullen Alfa-adviseurs NAJK met raad en daad bijstaan op regioavonden en bedrijfsovernamecursussen. NAJK-voorzitter Wilco de Jong en hoofd bedrijfskunde van Alfa, Christien Ondersteijn, ondertekenden het sponsorcontract. Beide partijen zien uit naar een goede en plezierige samenwerking. Benieuwd wat Alfa in jouw regio kan betekenen? Neem dan contact op met Christien Ondersteijn, stafhoofd bedrijfskunde Alfa Wageningen: 0317-423865 of condersteijn@ alfa-accountants.nl.
NAJK wint prijs SBIR biodiversiteit Vegetatiedaken, rietmatrassen, junglerubber, boombast van de mutubaboom… Het is een kleine greep uit 20 projecten die een oplossing hebben voor een maatschappelijk probleem op het gebied van biodiversiteit. Deze ondernemers zijn door minister Gerda Verburg van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) tot 8
„ BNDR december 2009
winnaar uitgeroepen in het programma Small Business Innovation and Research (SBIR) op het gebied van biodiversiteit. Minister Verburg heeft de ondernemers een certificaat overhandigd met hieraan verbonden een bedrag van 40.000 tot 50.000 euro. NAJK is, met het project ‘Ontwikkeling van biodiversiteit ‘neutrale’ landbouwproducten’, één van de winnaars en gaat het komende half jaar met haar leden onderzoeken of het haalbaar is om de impact die producten hebben op de biodiversiteit te reduceren of te compenseren. NAJK hoopt ondernemers een marketinginstrument in handen te geven om hun inspanningen op het gebied van biodiversiteit te belonen. NAJK-bestuurslid Dirk Anco Albada nam het certificaat namens NAJK in ontvangst.
Aanpassing percelen grote gevolgen NAJK signaleert grote verschillen in bestaande perceeloppervlakten en de door Dienst Regelingen geactualiseerde teeltoppervlakten. NAJK-voorzitter Wilco de Jong vindt de grote afwijkingen – tot wel enkele hectares – buiten alle proporties en niet uit te leggen. “Het is ook niet zo dat er door de jaren heen nooit is aangepast, de teeltoppervlakte is sowieso altijd al afgenomen.” De afname van het teeltoppervlak met soms wel enkele hectares betekent al snel een extra kostenpost van enkele duizenden euro’s wat betreft de mineralenwetgeving. Het risico bestaat bijvoorbeeld dat de mogelijkheid tot boer-boer transport vervalt. NAJK vraagt het Ministerie van LNV om open en duidelijk te communiceren en zich niet achter Brusselse regels te verschuilen. Ondernemers moeten bij grote afwijkingen ten minste de mogelijkheid krijgen om hercontrole aan te vragen.
Boer zoekt jou! Agriterra helpt, mede namens Nederlandse plattelandsorganisaties, kleine boeren in ontwikkelingslanden. Door zich in verenigingen te organiseren, krijgen deze boeren toegang tot kennis, worden zij in staat gesteld hun productie te verhogen en kunnen zij toegang krijgen tot andere markten dan die in het eigen dorp. Belangrijk werk, vooral in een tijd waarin het aantal hongerigen in de wereld de miljard overstijgt. Het lijkt er echter op dat Agriterra in 2010 geen boerenorganisaties meer kan ondersteunen vanwege een tekort aan fondsen. Dit terwijl de vraag vanuit boerenorganisaties in ontwikkelingslanden fors toeneemt en de resultaten aantonen dat deze vorm van samenwerking leidt tot ontwikkeling en betere inkomsten voor de kleine boer. Wereldleiders doen volop toezeggingen over investeringen in de landbouw in ontwikkelingslanden, maar al deze mooie woorden leiden nog niet tot daden. Agriterra is samen met wereldboerenfederatie IFAP een campagne begonnen om de wereld te doordringen van deze belachelijke situatie. Op de website www.farmersfightingpoverty.org kun jij deze actie ondersteunen door de petitie te tekenen. Al heel wat NAJK-leden gingen je voor!
JOOST-dag leerzaam en leuk De derde editie van de JOOST-dag op vrijdag 20 november 2009 was een groot succes. In de Stapperij te Oirschot waren zo’n 90 jonge boeren bij elkaar gekomen om een middagje workshops te volgen. De deelnemers werden op een leuke, informele manier ontvangen door de JOOST-coaches Erwin Bouwmans en Antoon Sanders. Vervolgens gaf Arnold Broenink een interessante inleiding over zijn visie op de toekomst en het maken van strategische keuzes. Hierna was het tijd voor de drie workshop rondes. Hierbij kwamen onderwerpen aan de orde als: ‘Hoe ben ik gebekt?, ‘Van dromen naar doen’ en ‘Tactisch je zin krijgen?’ Na de workshops was het tijd voor het eten en een afsluitende activiteit. Deze wedstrijd ‘bamboe bouwen’ werd verzorgd door Fit Outdoor. Elke groep moest met bamboestokken en postelastieken een zo hoog mogelijke toren bouwen. Al snel ontstonden er allerlei soorten constructies, de één wat stabieler dan de ander. Na deze activiteit werd de JOOST-dag 2009 afgesloten. Al met al een erg leerzame en vooral ook leuke dag.
Noorden Optimaliseert! Het project Optimalisatie in de Landbouw is erop gericht om jonge agrarische ondernemers in Noord-Nederland de kans te geven hun bedrijf (verder) te optimaliseren. In een anderhalf jaar durend traject zijn deelnemers fanatiek bezig met deze missie. Dit gebeurt in groepsverband, zodat niet alleen wordt geleerd van experts, maar ook van elkaars ervaringen. Naast activiteiten die de diverse groepen organiseren, vinden er ook verdiepingscafés plaats. Extra bijeenkomsten, waarin bepaalde onderwerpen net een beetje meer aandacht krijgen. Zo vond op donderdag 19 november een verdiepingscafé plaats in het Friese Hoornsterzwaag. In een zogenoemde kenniscarrousel werden in drie rondes steeds verschillende bedrijven bezocht. Bij elk bedrijf werd een ander thema behandeld. Het bedrijf werd als voorbeeld gebruikt om met elkaar in gesprek te komen en de vertaalslag naar het eigen bedrijf te maken. Onderwerpen die aan de orde kwamen waren: voeding, graslandmanagement, diergezondheid en jongvee, dierenwelzijn en huisvesting, arbeidsefficiëntie en looplijnen en personeel en samenwerken. Meer informatie over dit project van GrAJK, AJF, DAJK en FAJK is te vinden op de website www.optimalisatieindelandbouw.nl .
Onduidelijkheid spuitlicentie In de vorige BNDR stond dat voor mensen met een hbo-diploma afstudeerrichting dier en veehouderij de mogelijk bestaat om voor bijna nop een spuitlicentie aan te vragen. Helaas blijkt nu dat dit niet meer geldt voor alle dier en veehouderijdiploma’s. Je komt alleen in aanmerking voor een spuitlicentie, als je hbo-diploma is voorzien van een aantekening van de school dat voldaan is aan eindtermen behorende bij Gewasbescherming A. NAJK onderzoekt nu of er, binnen het hbo, duidelijker aangegeven kan worden welke opleidingen of modules moeten worden gevolgd om in aanmerking te komen voor een spuitlicentie.
Wat doe je?
Í
Op een bijeenkomst van agrarisch adviseurs die ik bijwoonde, kwam naar voren hoe belangrijk het is om de goede vragen te stellen. Een vraag die ik vaak hoor is: ‘Wat doet NAJK nu precies?’ Daar zou ik een uitgebreid antwoord op kunnen geven, maar het doel van NAJK is niet alleen om overal een antwoord op te geven. Veel belangrijker is het om de vragen die er werkelijk toe doen te bedenken en te stellen. Tijdens de tweemaandelijkse vergaderingen merken we dat er zoveel speelt in de agrarische wereld, dat we vaak onvoldoende tijd hebben om alles te behandelen. Ga maar eens bij jezelf na waar je allemaal tegen aanloopt met en in je bedrijf. Die vraagstukken proberen wij te vertalen naar een breed gedragen mening of visie, die we kunnen doorkoppelen naar politiek of bedrijfsleven. Vaak staan politiek en bedrijfsleven hier positief tegenover. Maar er is ook een aantal groepen tegen de land- en tuinbouw. Zij worden steeds extremer in hun uitlatingen en eisen. De tendens dat maar weinig beleidsmakers kennis en affiniteit hebben met de agrarische sector, doet ons geen goed. Dan zie je het zwakke punt van de individuele agrarisch ondernemer: onze focus ligt op het eigen bedrijf, terwijl om ons heen een enorm netwerk bestaat van beleidsmakers en groeperingen die gezamenlijk invloed uitoefenen. Gelukkig wordt NAJK wel vaak uitgenodigd om in gesprek te gaan met die beleidsmakers of organisaties. Daardoor kunnen wij onze visie, opgebouwd uit jouw vraag of mening, verkondigen aan een groter publiek. Een andere weg om jouw belangen te behartigen is door samen projecten op te pakken. Om bij mezelf terug te komen; de vragen die ik het meest krijg, zijn meer van praktische aard. ‘Ben je deze week nog veel weg?’ en ‘Waar ga je nu weer heen?’ Tja…
Wilco de Jong, voorzitter NAJK BNDR december 2009
„9
Uitmuntend beenwerk met dochters van...
Paramount [KI-code: 97-4794]
s NVI topper s Perfecte uiers en glasharde benen s Volhouders met veel kg eiwit
Support [KI-code: 97-5487]
s Top exterieur s Spijkerharde benen s Robuuste koeien
Kian [KI-code: 97-0277]
s Topper in rendement s Uitmuntende benen s Duurzame pinkenstier
Kylian [KI-code: 97-6742]
s Geweldige frames s Super beenwerk en gezonde uiers s Laag celgetal Kian
Kylian
Support
Paramount
rb-basis
rb-basis
zb-basis
zb-basis
Beenwerk
111
115
110
112
NVI
219
196
144
200
MEER INFORMATIE CRV-klantenservice H 078 – 15 44 44 toets 1 (België) H 088 – 00 24 440 (Nederland) www.crv4all.com
„ BEDRIJFSOVERNAME Steunmaatregel aangepast
Meer geld voor minder boeren Landbouwminister Verburg verhoogt het subsidiebedrag voor jonge boeren van 20.000 naar 25.000 euro. NAJK, die pleitte voor uitbreiding van de steunmaatregel jonge agrariërs, is hier niet onverdeeld blij mee. “Er is meer geld per boer beschikbaar, maar waarschijnlijk kunnen minder boeren van deze regeling profiteren”, voorspelt NAJK-bestuurder Dirk Anco Albada. Het lijkt gunstig: jonge boeren die het bedrijf onlangs hebben overgenomen, kunnen vanaf nu 25.000 euro in plaats van 20.000 euro subsidie krijgen als ze investeringen doen. Toch had NAJK liever gezien dat de steunmaatregel op een andere manier was uitgebreid. Dirk Anco legt uit waarom: “Het was zo dat jonge boeren 20 procent van een investering van maximaal 100.000 euro vergoed konden krijgen. Nu is dat 25 procent geworden. Op zich zijn wij het daar wel mee eens, natuurlijk is het mooi dat jonge boeren meer subsidie krijgen. Maar het totale geldbedrag dat beschikbaar is voor de regeling, is niet omhoog gegaan. Dat wil dus zeggen dat de pot eerder leeg is en minder jonge boeren van de steunmaatregel kunnen profiteren.” In een brief aan de Tweede Kamer stelt Verburg dat, omdat de subsidiepot voor de steunmaatregel dit jaar niet is opgegaan, er volgend jaar voldoende budget is om alle aanvragen te honoreren. Dirk Anco betwijfelt dit sterk. “Dit is een uitzonderlijk jaar. Er zijn minder aanvragen gedaan doordat de regeling eerder in het jaar en minder lang is opengesteld. Bovendien is het crisis, waardoor bedrijfsovernames en investeringen op de lange baan worden geschoven.” NAJK gaat aan de minister vragen of zij, als er volgend jaar meer aanmelders zijn en het budget toch tekortschiet, alsnog meer geld in de subsidiepot wil doen. “Want anders is deze verhoging van het subsidiebedrag gewoon een sigaar uit eigen doos.” Í
Nieuwe successiewet gunstig voor bedrijfsopvolging Bij het overnemen van een (agrarisch) bedrijf hoeft vanaf 1 januari 2010 minder belasting te worden betaald. De belastingvrijstelling in de bedrijfsopvolgingsfaciliteit wordt verhoogd van 75 naar 90 procent. Dat staat in de aangepaste Successiewet die op 1 januari 2010 van kracht wordt. Een ander voordeel van de vereenvoudigde wet is dat de minimale leeftijd van de bedrijfsoverdrager niet langer 55 jaar hoeft te zijn. Een boer mag zijn bedrijf dus op alle leeftijden overdragen aan zijn opvolger, zonder dat er meer belasting hoeft te worden betaald. Í
Boer door tot 67 jaar? De verhoging van de AOW-leeftijd heeft mogelijk ook gevolgen voor boeren. Het kabinet verhoogt de pensioenleeftijd in twee stappen: van 65 jaar nu, via 66 jaar in 2020 tot 67 jaar in 2025. Een uitzondering hiervoor wordt gemaakt voor mensen met zware beroepen. Zij moeten na hun 65ste minder belastend werk aangeboden krijgen of kunnen stoppen met werken. NAJK heeft tot haar verbazing vernomen dat ‘boer’ niet onder de zware beroepen valt en agrariërs dus door zouden moeten werken tot 67 jaar voordat zij pensioen krijgen. “Niet alleen is het vreemd dat boer niet als zwaar beroep zou worden aangemerkt, ook kan het gevolgen hebben voor de bedrijfsvoering”, stelt NAJK-bestuurder Dirk Anco Albada, die zich in deze materie gaat verdiepen. “Doordat de ouder langer door moet werken, kan het bedrijf mogelijk pas later worden overgenomen. En misschien moet er extra geld in het bedrijf worden gereserveerd om de periode tot 67 jaar te overbruggen.” Í
Tuinderszoon Arjan Boers (28) uit het Zuid-Hollandse Monster is lid van HAJKafdeling Tuinbouw Jongeren Westland. Hij is zelf geen tuinder, maar voelt zich wel betrokken bij de sector. Hij werkt voor een bedrijf dat kabels en leidingen aanlegt op tuinbouwbedrijven.
Í
Scheur
Voor een trouwerij paste ik een nieuw overhemd. Ik wilde alleen maar een overhemd. ‘Meneer’, zo zei de verkoper, ‘weet u dat u een scheur hebt in uw pantalon?’ Nee natuurlijk wist ik dat niet. Met een scheur aan de achterkant van 10 centimeter loop je aardig voor schut. ‘Heeft u soms een reservepantalon?’ Wat een vraag, dacht ik. Maar de verkoper gaf aan dat mensen twee broeken nemen omdat de broek harder slijt dan het jasje. Best logisch, maar ik had geen reservebroek. Kortom, ik kon mijn financiële reserves gaan aanboren. Veel bedrijven moeten ook hun reserves aanspreken. Een Westlander die ik onlangs sprak, zei: ‘er is alleen maar geïnvesteerd, de reserves zijn minimaal en dan nu klagen dat het zo slecht gaat. Nou vroeger…’ Geen algemeen geldende waarheid. Wel iets dat ik bedrijfsmatig herken: elke euro moet maximaal renderen. De drang naar groter en meer dan de buurman. Maar maximaal rendement = maximaal risico. En wat dan, als het ff tegen zit? Een domino day aan BV’s die omvallen? Reserveren in goede tijden draagt bij aan duurzame bedrijfsontwikkeling. Maar daarmee kom je er niet. Een gezond en eerlijk bedrijfsmodel is een must. DSB had dat onvoldoende en bij banken geldt: geen vertrouwen = geen bestaansrecht. Een duurzaam bedrijfsmodel levert op lange termijn het beste rendement. En dan kunnen reserves handig zijn, in de vorm van een tweede pantalon of cash op de bank. Ik heb een pak gekocht, met een tweede broek. Opnieuw een scheur. Alleen dan in m’n portemonnee.
BNDR december 2009
„ 11
Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt
Voor jonge boeren en tuinders met visie en lef!
Investeer in je toekomst
WWW.NAJK.NL
ÍÍ
Sonja Borsboom van Megastallen-nee
‘Boeren, zet je vizier eens open!’ Sonja Borsboom is woordvoerder van Megastallen-nee. Dit provinciale burgerinitiatief
niet zo was, had je je vast niet druk gemaakt over megastallen… “Jawel hoor! Het burgerinitiatief kost me heel veel tijd en inspanning. Dat doe ik niet alleen voor mijn eigen hachje. Ik ben wel zo idealistisch dat ik besef dat grootschalige veehouderij in Nederland op allerlei gebieden problemen geeft. Denk maar aan verspreiding van dierziekten, gezondheidsrisico’s, mestafzet, aanvoer van grondstoffen, ammoniaken fijnstofuitstoot.”
tegen de negatieve gevolgen van schaalvergroting in de intensieve veehouderij werd door 33.000 Brabanders ondertekend. plaatsvindt geen plek in Nederland. Tijden veranderen. Duurzaam produceren met oog voor welzijn en gezondheid voor mens en dier wordt steeds belangrijker. Boeren kunnen hun krachten beter bundelen en minder en op een andere manier gaan produceren. Biologisch of voor de nichemarkt bijvoorbeeld.”
Maar hoe moeten boeren een boterham verdienen als ze niet kunnen groeien? “Die boterham is ze van harte gegund, maar eigenlijk is het zielig. Boeren zitten helemaal in de tang van de keten. Het mag allemaal niets kosten, ze moeten steeds groter worden, werken steeds harder, maar verdienen steeds minder. Dat is ook het beeld dat ik van boeren heb. Hardwerkend, weinig verdienend en veel mopperend.”
Maak dat de boer wijs… “Ik begrijp dat die dingen niet van het ene op het andere moment veranderen, maar vind het wel jammer dat er meteen zo heftig wordt gereageerd als je een andere mening hebt. Megastallen-nee is een maatschappelijk protest en wordt breed gedragen. Boeren, zet je vizier eens wat wijder open en luister naar een andere mening. Denk er eens over na en zet je er niet meteen tegen af, zou ik willen zeggen.”
Wat is de oplossing daarvoor dan? “Volgens mij is er voor grootschalige boerenbedrijven waar massaproductie
Je bent bij het burgerinitiatief betrokken omdat je in een landbouwontwikkelingsgebied (LOG) woont. Als dat
Waar pleiten jullie precies voor in het burgerinitiatief? “We hebben een aantal duidelijke punten op papier gezet. Het LOG hoeft niet van de kaart, wel willen we dat er een maximale bouwblokgrootte van 1,5 hectare wordt vastgesteld, een minimale afstand tussen bedrijven van een kilometer, betere leefomstandigheden voor de dieren, minder antibioticagebruik en een onderzoek naar de gezondheidsrisico’s van megastallen op mensen.” Jullie hebben 33.000 handtekeningen opgehaald. Wat is daarmee gebeurd? “Het burgerinitiatief met de handtekeningen is in juli aangeboden aan de Commissaris van de Koningin in Brabant. Het provinciebestuur was er behoorlijk van onder de indruk dat zoveel mensen hebben getekend. We hebben bereikt dat de discussie over grootschalige veehouderij is aangewakkerd en dat Provinciale Staten hier in maart 2010 over in discussie gaat.” Met een burgerinitiatief kun je een onderwerp op de politieke agenda zetten. Daarna heb je toch niets meer in te brengen? “Dat klopt. Op het moment dat je het initiatief inlevert, geef je alles uit handen. Het is nu aan de politiek. Je moet vertrouwen hebben in de democratie.”
foto marcel bekken
Hoofdredacteur Marije Wenneke stelt prikkelende vragen. Aan boeren en burgers. In het hooi. Gedrevenheid, passie, boude beweringen. Het komt allemaal aan bod In het hooi met...
Jullie zijn tegen megastallen. Dus ook tegen boeren? “Integendeel. Wij willen juist meer boeren. Zij zijn hard nodig om het landschap te beheren en te koesteren. Ik ben zelf een boerendochter en zou graag boer zijn geworden als de mogelijkheid er was geweest.”
ÍIn het hooi met...
Het burgerinitiatief is een succes. Hoe komt dat, denk jij? “We zijn niet bij het Provinciehuis gaan roepen dat megastallen stinken en dat we die daarom niet willen. Nee, we hebben al onze argumenten goed onderbouwd en gebaseerd op onderzoek. Dat verklaart het succes, denk ik. We zijn geen schreeuwers.” Í BNDR december 2009
„ 13
„ THEMA BEDRIJFSONTWIKKELING
Akkerbouw Bart en Aurelia Huijts in het Zuid-Limburgse Voerendaal vormen het akkerbouwbedrijf om tot een landgoed. Door verbreding van de bedrijfsvoering proberen ze grond en gebouwen de komende decennia binnen de familie te houden. Door Anton Logemann
H Te klein
Voor Bart en Aurelia staat vast dat het ouderlijk bedrijf nooit meer een traditioneel akkerbouwbedrijf wordt. Daarvoor zit er te weinig toekomstmuziek in het 45 hectare grote bedrijf. De boerderij is nu al te klein om er een volwaardig arbeidsinkomen uit te halen. De vader van Bart is daarom drie dagen per week elders aan het werk. Toch willen Bart en Aurelia het familiebedrijf op termijn overnemen. Bart is niet van plan om dan dagelijks op de trekker te stappen. Hij kiest ervoor om de kost buiten de deur te verdienen. Binnenkort vestigt hij zich als zelfstandig vastgoedadviseur. “Daarmee kan ik meer verdienen dan met akkerbouw”, zegt hij nuchter.
foto twan wiermans
Het akkerbouwbedrijf van Harry en Mariet Huijts in het Zuid-Limburgse Voerendaal wordt samen met zoon Bart en zijn vriendin Aurelia omgeturnd tot een landgoed. De boerenzoon verdient als makelaar en vastgoedadviseur een belangrijk deel van zijn inkomen buiten de deur. Kun je Bart dan nog wel boer noemen? Hij en Aurelia doen echter hun best om het familiebedrijf ook op de lange termijn overeind te houden.
Hoger rendement Bart stuurt niet aan op sluiting van het boerenbedrijf. Integendeel, hij en Aurelia bedenken plannen om de grond en gebouwen een nieuwe bestemming te geven die de komende jaren voldoende profijt oplevert. Een deel van de plannen is al gerealiseerd. Zes hectare is beplant met bos, voor twee hectare zijn afspraken gemaakt over natuurbeheer. Een fruitteler in de buurt pacht gedurende 15 jaar enkele hectares grond en gaat daarop appelbomen met hagelnetten planten. “Voor ons levert dat een hoger rendement op, voor de fruitteler een lagere last. Zo zijn we beiden geholpen.” De rest van het bouwplan wordt 14
„ BNDR december 2009
op den duur ingevuld met extensieve akkerbouwgewassen. “We halen bij een flink deel van ons areaal het vermogen uit de grond”, legt Bart uit. Hij bedoelt daarmee dat het in de grond geïnvesteerde vermogen beschikbaar komt door beheerovereenkomsten af te sluiten of te verpachten. Dat biedt ruimte om elders op het bedrijf investeringen te doen.
B&B Vorig jaar zijn Bart en Aurelia gestart met een bed and breakfast. Een deel van de Limburgse carréhoeve uit 1880 is inge-
op laag pitje
Bart en Aurelia Huijts kiezen voor verbreding. Het akkerbouwbedrijf wordt een landgoed, ze zijn een bed and breakfast gestart en Bart werkt buiten de deur.
richt voor het ontvangen van gasten. Zij worden op het spoor gezet via de website www.steenenis.nl, de naam van het landgoed. “We hebben gekozen voor een luxe afwerking”, zegt Bart. “We trekken gasten uit het hogere segment. Onze gasten geven de voorkeur aan een verblijf op ons landgoed boven bijvoorbeeld een hotel in de stad Maastricht.” Over de bezetting hebben Bart en Aurelia na het eerste jaar niet te klagen, alhoewel ze nog niet op het gemiddelde van Zuid-Limburg zitten. In hun hoofd denken ze al verder en zijn bezig met het uitdokteren van nieuwe plannen: een
gastenverblijf en een cursus- en vergaderruimte.
Kwartels Steekt het niet dat er steeds minder ‘echte’ landbouwactiviteiten op het boerenbedrijf plaatsvinden? Bart: “Het is een doelbewuste keuze om het bedrijf de komende generatie op deze manier in stand te houden. En we krijgen er andere dingen voor terug. We genieten van de opkomende natuur. Reeën en fazanten zijn terug van weggeweest en dit jaar hoorde ik voor het eerst kwartels op mijn bedrijf.” Í BNDR december 2009
„ 15
MEER WETEN OVER ONZE OPLEIDINGEN? WWW.WAGENINGENUNIVERSITY.NL
Dierwetenschappen | Agrotechnologie | Plantenwetenschappen Animal Sciences | Agricultural and Bioresource Engineering | Plant Sciences
AG R AR ISC HE OPLEIDINGEN„„„„ „ CAH DRONTEN
Serieus studeren in ons-kent-ons sfeertje Boer worden, dat wil hij al van jongs af aan. Maar werken op het ouderlijk akkerbouwbedrijf in het Drentse Annen kan altijd nog. Dus besloot de 21-jarige Han foto carolien tiernego
Kammer na vmbo en mbo ook nog een hbo-opleiding te gaan volgen. De keus voor Dronten was snel gemaakt. “Landbouw vormt echt de hoofdmoot hier. Dat spreekt me aan. Bovendien kun je het eerste jaar op de campus wonen. Je hoeft niet te koken en leert meteen hartstikke veel mensen kennen”, legt Han zijn keus voor CAH Dronten uit. Inmiddels zit de Drentse boerenzoon in het derde jaar van de opleiding Agrarisch Ondernemerschap, richting Tuinbouw en Akkerbouw. “De nadruk ligt iets meer op akkerbouw, maar dat komt omdat er meer studenten met die achtergrond zijn”, aldus Han. Vaak wordt ook samengewerkt met veehou-
derijstudenten. “We vormen een gezellige club met zijn allen. Het is sowieso een ons-kent-ons sfeertje op school.” Met alle gezelligheid op school, in het studentenhuis en in de soos zou je bijna vergeten dat er ook serieus gestudeerd moet worden. “Er is elke avond wel wat te doen en in het begin ging ik veel uit. Maar tegenwoordig ben ik verstandiger en houd het bij één of twee avonden per week”, lacht Han.
Cijfertjes in trek De opleiding bevalt hem goed. Vooral het ondernemersaspect trekt hem aan. “Je bent meer met cijfertjes bezig dan bij de gewone akkerbouwopleiding. We hebben een module gehad waarbij je het bedrijf thuis financieel moest doorlichten. Het is altijd goed om met
CAH Dronten: iets voor jou? Dier en veehouderij, Tuinbouw en akkerbouw, Agrotechniek en management, International Foodbusiness, Hippische bedrijfskunde, Makelaardij en Landelijk vastgoed, Dier en gezondheidszorg, Financiële dienstverlening agrarisch, Bedrijfskunde en agribusiness, Voeding en gezondheid of toch (AD) Agrarisch Ondernemerschap? CAH Dronten heeft veel opleidingen, dus voor ieder wat wils! Belangstelling? Ga dan eens naar een voorlichtingsdag. vrijdag 5 februari 2010, 12:30 -16:30 uur (tevens activiteitenmiddag) zaterdag 6 maart 2010, 10:00 - 15:00 uur vrijdag 4 juni 2010, 13:30 - 16:30 uur Ook een dagje meelopen bij één van de opleidingen is mogelijk. Geef je op via de website www.cahdronten.nl. Hier vind je nog veel meer informatie over de school en haar opleidingen.
een kritische blik naar je eigen bedrijf te kijken.” Ook de lessen over boekhouden en belastingen vallen in goede aarde bij Han. “Het wordt toegespitst op de praktijk, dus je hebt er echt wat aan.” Het is niet alleen maar akker- en tuinbouw wat de klok slaat op de opleiding. “De module die we nu hebben, heet ‘jong ondernemerschap’. Daarin proberen we met zeven jongens een product in de markt te zetten. Dat product hoeft niet per se agrarisch te zijn”, vertelt Han, om er meteen aan toe te voegen dat hun product wel een ‘boerentintje’ heeft.
Blikveld verbreden Han kijkt nu al uit naar volgend jaar. Dan mag hij op stage. Liefst naar het buitenland. “Andere dingen bekijken, je blikveld verbreden. Thuis werken kan nog lang genoeg.” Na school wil hij een paar jaar voor een baas werken voordat hij thuis in het bedrijf stapt. De opleiding Agrarisch Ondernemerschap is een goede voorbereiding daarop, meent Han. “Bovendien bouw je op school een groot netwerk op. Je leert veel mensen kennen. Niet alleen krijg je daardoor een bredere blik, ook komt het netwerk dat je nu opbouwt, later goed van pas. Bijvoorbeeld om makkelijker bij organisaties binnen te komen. Je hebt dus in verschillende opzichten echt profijt van deze opleiding.” Í AGRARISCHE OPLEIDINGEN december 2009 A
„1
AG R A R I S C H EOPLEI „ WAGENINGEN UNIVERSITY
Alle kanten op met leu Een brede, interessante opleiding. Veel keuzevrijheid om te doen wat je leuk vindt. Wonen en studeren in een leuke stad waar je praktisch iedereen kent. Baangarantie. Om die redenen hebben Els Mentink, Willem-Ties Oosterhuis en Gaston Haesen het zo naar de zin op Wageningen University. Zij vertellen over hun ‘boeren’ opleidingen Animal Science, Plantenwetenschappen en Agricultural and Bioresource Engineering.
Animal Sciences ‘Hé, die opleiding past goed bij mij’, dacht Els Mentink toen ze in de vijfde klas van het vwo een foldertje van de opleiding Dierwetenschappen op Wageningen University las. Nu, zeven jaar later, blijkt dat helemaal te kloppen. “Het is een hele leuke studie, waar je later alle kanten mee opkunt. Er zit heel veel in: genetica, voeding, gedrag, maar ook scheikunde en bedrijfseconomie. Bovendien zijn er heel veel extra keuzevakken”, vertelt ze enthousiast. Els is 22 jaar en zit in haar vijfde studiejaar. “Na de driejarige bacheloropleiding Dierwetenschappen ben ik nu bezig aan de master Animal Sciences.” De masters hebben Engelse namen. Ook de lessen en het studiemateriaal zijn in het Engels. “Daar wen je zo aan, hoor”, stelt Els gerust. “Na een tijdje weet je niet beter meer.” Over het niveau van de opleiding hoe2
„ AGRARISCHE OPLEIDINGEN december 2009
ven toekomstige studenten ook niet in te zitten, vindt ze. “Ik had echt geen negens en tienen op het vwo, maar kan me hier prima redden.” Onderzoek is best een belangrijk onderdeel van de studie. Toch wil Els liever een andere kant op. “Het bedrijfsleven, dat lijkt me wel wat. Of adviseur: bij boeren aan tafel sparren over waar ze staan met het bedrijf en waar ze naartoe willen.” Naast heel veel kennis over dierwetenschappen, leerde Els in Wageningen ook wat over zichzelf. “Mijn ouders hebben een melkveehouderij met 200 koeien in Deurningen, Overijssel. Daar had ik nooit zoveel mee, maar door mijn studie kwam ik erachter dat er thuis toch wel een heel interessant bedrijf staat. Nu zie ik mezelf in de toekomst best melkveehouder worden. Maar de eerste jaren nog niet, hoor. Eerst een leuke baan zoeken. Dat moet
geen probleem zijn met deze opleiding. Je kunt doen wat je leuk vindt en jezelf echt ontwikkelen.” Í
Plantenwetenschappen Als zoon van een akkerbouwer uit het Groningse Roodeschool is het niet gek dat Willem-Ties Oosterhuis (20) interesse heeft in planten. De studie Plantenwetenschappen, waarvan hij het derde jaar volgt, bevalt hem dan ook goed. “Vooral de teeltkant spreekt me aan, meer dan de veredelingskant. Erachter komen waarom gewassen niet goed groeien, hoe je meer opbrengst realiseert, leren over nieuwe teeltsystemen. Dan komt toch het akkerbouwersbloed naar boven”, lacht Willem-Ties. Eigenlijk twijfelde hij of hij naar een universiteit zou gaan. “Ik dacht: kan ik dat wel? Maar toen ik eenmaal in
DINGEN„„„„„„„
ke landbouwstudies Wageningen ging kijken, was ik er snel uit. Wageningen University staat toch bekend als dé landbouwuniversiteit van Nederland.” Tot nu toe is het in elk geval hartstikke leuk, vindt Willem-Ties. Hij gaat dan ook zeker nog door naar de master Plant Sciences. “Het is supergezellig hier in Wageningen. Ik ken veel mensen van de studenten- en studievereniging waar ik bij zit. Overdag volg ik colleges, ’s avonds is het gezellig borrelen in de kroeg. Als je overdag tijdens de lessen je best doet, is er ’s avonds echt wel tijd voor ontspanning.” Praktijkgericht is de opleiding ook, vindt de student Plantenwetenschappen. “Vorig jaar zijn we een week naar de Hoeksche Waard geweest. Kijken naar de werking van akkerranden of het resultaat van spitten in plaats van ploegen voor het zaaien. Dat was heel erg leuk.” Bovendien worden de laatste ontwikkelingen op innovatief gebied op de voet gevolgd. “Sterker nog, het meeste nieuws op landbouwgebied komt uit Wageningen. Dat merk je pas als je er zelf studeert.” Í
Agricultural and Bioresource Engineering Na de hbo-opleiding werktuigbouwkunde wilde Gaston Haesen (26) uit
het Limburgse Noorbeek graag verder studeren. Hij ging naar de Technische Universiteit in Eindhoven, maar die studie vond hij veel te theoretisch. “Ik miste de link met de praktijk. Daarom ben ik verder gaan zoeken en, door mijn interesse in landbouw en techniek, uiteindelijk in Wageningen terechtgekomen. Dat bevalt goed. Ik vind vooral de kleinschaligheid van de opleiding fijn. Je zit in kleine groepjes, iedereen kent elkaar en heeft dezelfde interesses. Ook het contact met docenten is prima, je stapt zo op ze af.” Gaston kon, met een hbo-studie op zak, instromen op de masteropleiding Agricultural and Bioresource Engineering, het vervolg op bacheloropleiding Agrotechnologie. Hier ervaart hij, als neef van een melkveehouder en enthousiast LAJK-lid, wel het gevoel met de praktijk. Zijn afstudeervak spreekt op dat punt voor zich. “Ik ben bezig met een nieuw ontwerp voor vloeren in melkveestallen”, vertelt hij. “Want betonnen roosters zijn niet het meest ideale materiaal voor klauwen van koeien. Bovendien is het beter om de mest zo snel mogelijk te scheiden in een vloeibare en vaste fractie, zodat er minder ammoniak wordt uitgestoten.” Gaston heeft niet de illusie dat hij in februari, als hij klaar is met zijn afstu-
foto’s voermans van bree
deervak, een kant-en-klare nieuwe vloer heeft ontworpen. Tenslotte zijn veel meer mensen bij deze onderzoeken betrokken. Maar dat geeft ook niet, want dan wacht de volgende uitdaging: stage. “Ik weet nog niet precies wat, maar waarschijnlijk wordt het bij een trekker- of landbouwmachinefabrikant. Ook weer praktijkgericht, ja. Alleen onderzoek doen is niets voor mij. Je bent in deze studie steeds zijdelings bezig met of voor dieren en planten. Dan is het goed om terug te gaan naar de praktijk om te zien of de theorie werkt.” Í
Landbouw in Wageningen Op Wageningen University kun je, met je vwo-diploma op zak, kiezen uit maar liefst 19 bacheloropleidingen. Daarvan zijn Dierwetenschappen, Plantenwetenschappen en Agrotechnologie het meest op landbouw gericht. Heb je je bachelortitel binnen of je hbo-diploma gehaald, dan kun je twee jaar doorstuderen voor je master. Die opleidingen worden in het Engels gegeven en hebben dus ook Engelse namen: bijvoorbeeld Agricultural and Bioresource Engineering, Animal Sciences en Plant Sciences. Meer informatie vind je op www.wageningenuniversity.nl. Of neem zelf een kijkje in Wageningen, op de bachelorvoorlichtingsdag op zaterdag 24 april 2010.
AGRARISCHE OPLEIDINGEN december 2009
„3
AG R A R I S C H EOPLEI „ PTC+
Ideale opleiding voor melkveehouders De Managementtraining Melkveehouderij (MTM) van PTC+ Oenkerk en Van Hall Larenstein in Leeuwarden bestaat tien jaar, maar heeft nog niets aan populariteit ingeboet. Integendeel, dit jaar is het aantal deelnemers hoger dan ooit. “Het is de ideale korte opleiding voor toekomstige melkveehouders”, stelt Frans van Loenen, cursusleider bij PTC+.
Managementtraining Melkveehouderij
Goede mix van theorie en praktijk
foto dick breddels
Interessant, leerzaam en gelukkig niet al te lang, zo omschrijft Lia Smit de Managementtraining Melkveehouderij (MTM). De 21-jarige boerendochter uit Noordbeemster wilde na de mas niet direct thuis in het melkveebedrijf stappen, maar ook zeker niet nog vier jaar naar school. De MTM bleek de ideale oplossing.
4
„ AGRARISCHE OPLEIDINGEN december 2009
Ze kende het PTC+ opleidingscentrum in Oenkerk al door de werkweken van de mas. Nadat ze goed naar de Managementtraining Melkveehouderij had geïnformeerd bij andere studenten was de beslissing snel gemaakt. Geen moment heeft ze er spijt van gehad. Lia: “De opleiding was echt wat ik ervan had verwacht: interessant, leerzaam en we kregen veel praktijk. Het is de enige opleiding in Nederland waarbij theorie en praktijk zo dicht bij elkaar staan.” Daar heeft ze wel een voorbeeld van: “In de klas reken je het rantsoen van de koeien door. Daarna ga je in de stal kijken of dat rantsoen het gewenste effect heeft. Bijvoorbeeld door de mest te controleren.” Dat de MTM 30 weken duurt, vindt Lia een groot pluspunt. “Ik had sowieso geen interesse om nog eens vier jaar naar school te gaan. Wat heb ik aan zo’n lange opleiding? Ik wil melkveehouder worden, geen vertegenwoordiger.” Inmiddels brengt Lia thuis in praktijk wat ze op de MTM heeft geleerd. “We melken 100 koeien en ik wil het bedrijf graag voortzetten in de toekomst. Sinds dit jaar zit ik in maatschap met mijn ouders.” De kersverse melkveehouder merkt wel dat het er op het eigen bedrijf soms anders aan toegaat dan op het voorbeeldbedrijf in Oenkerk. “Daar proberen ze veel meer uit, ook dingen die je thuis op het bedrijf niet zo snel zou doen, omdat het systeem nog onbekend is. Zo hebben ze bij PTC+ een nieuwe stalinrichting uitgetest. Dat is mooi om te zien en daar leer je veel van.” Í
DINGEN„„„„„„„ Frans van Loenen roept niet zomaar iets, twee jaar geleden is onderzocht wat oud-deelnemers van de Managementtraining Melkveehouderij vonden. “Uit die enquête bleek dat praktisch iedereen blij was dat hij de training had gevolgd en er veel had geleerd. De MTM kreeg gemiddeld een 8 als rapportcijfer.” Volgens de cursusleider is dat in twee jaar niet veranderd. “De deelnemers zijn hartstikke enthousiast. Tachtig procent van hen heeft thuis een melkveebedrijf, de overigen hebben veel affiniteit met de sector. Dat schept een band. Vaak zijn het jongens van de praktijk, daarom zorgen we dat ze in september met de MTM kunnen beginnen en in april klaar zijn, zodat ze thuis het land op kunnen.” De opleiding zelf wordt up-to-date gehouden. Afgelopen jaar werd de module ‘Boer en Maatschappij’ ingevoerd. Van Loenen: “We nemen de jongens mee naar de provincie, de gemeente, het waterschap en nodigen sprekers uit van organisaties als NAJK. Ze moeten leren bij wie ze kunnen aankloppen als ze eenmaal zelf hun bedrijf runnen.” Een soortgelijke opleiding als de MTM, alleen dan bedoeld voor jongeren die de driejarige mbo-opleiding Veehouderij hebben gedaan, is de Praktijk-TOP Melkveehouderij. Deze wordt gegeven in Oenkerk en het Limburgse Horst. “De jongens die deze cursus volgen, zijn echte doeners. Ze zitten niet
graag met hun neus in de boeken, maar voelen zich tussen de koeien als een vis in het water”, weet de trainer uit ervaring. Als je geen zin hebt om na de mas nog eens drie of vier jaar naar school te gaan, maar nog wel meer over veehouderij wilt leren, dan zijn deze opleidingen daarvoor heel geschikt, stelt Van Loenen. “De MTM en de Praktijk-TOP Melkveehouderij zetten echt een kop op je mbo-opleiding.” Í Managementtraining Melkveehouderij
Praktijk-TOP Melkveehouderij
Vooropleiding
4-jarige mbo-opleiding Veehouderij
3-jarige mbo-opleiding Veehouderij
Duur
30 weken in Oenkerk
Oenkerk: 9 weken + 2x2 weken stage
Wat leer je
praktische kennis over bodemleven,
praktische vaardigheden zoals
veevoeding, gezondheidszorg en vee-
koeien insemineren, drachtigheids-
verbetering, daarnaast bedrijfsbeoorde-
controle, veevoeding controleren en
Horst: 20 wk á 2 dagen pw + 3 wk stage
ling en financieel en fiscaal management Wat kun je er mee melkveehouder worden, maar ook
beslissingen nemen over het bedrijf melkveehouder worden, die opge
bedrijfsleider, verkoper of voorlichter
dane kennis in praktijk kan brengen
Wat kost het
2995 euro inclusief lesmateriaal
1995 euro, inclusief lesmateriaal
Meer weten?
kijk op www.ptcplus.com of neem contact op met Frans van Loenen van PTC+, 058-2543700 of
[email protected]
Praktijk-TOP Melkveehouderij
Liever koeien insemineren dan studeren Rudie Oudshoorn (21) is echt een jongen van de praktijk. Voor de Fries geen ellenlange studie en diepgravende theorie. Praktische zaken die je op het melkveebedrijf tegenkomt, dáár wilde hij meer van weten. Insemineren en drachtigheidscontrole bijvoorbeeld. Dat kon, op de Praktijk-TOP Melkveehouderij.
foto anne van der woude
“Een hele mooie aanvulling op de driejarige mbo-opleiding die ik heb gedaan.” Rudie Oudshoorn uit Anjum is enthousiast over de Praktijk-TOP Melkveehouderij die hij vorig winter bij PTC+ volgde. “In Oenkerk weten ze wat je dagelijks op een melkveebedrijf in de praktijk tegenkomt en daar geven ze les over.” Vooral het bezig zijn met de koeien, vond Rudie mooi. “Insemineren en na 60 dagen koeien opvoelen om erachter te komen of ze drachtig zijn.” Die vaardigheden komen hem bijna dagelijks van pas, thuis op het melkveebedrijf met 140 melkkoeien. Rudie, die vorig jaar september aan de Praktijk-TOP Melkveehouderij begon en in maart zijn diploma mocht ophalen, zit inmiddels in de maatschap. “Wat me zo aansprak aan de opleiding waren de korte duur en de lestijden. Je had om en om een week les en een week geen les. Dat kwam goed uit, met het werk thuis. Ook hadden we nog vier weken stage, waarvan je er twee op het thuisbedrijf mocht doen.” Veel praktijk dus, al ontkwam Rudie niet helemaal aan die lastige theorie. “We hebben wel boekhouden gehad. Dat vind ik lastig, ik ben niet zo’n studiebol. Maar als je het niet begreep, ging de leraar net zolang door met uitleggen tot je het wel snapte. Dat vind ik heel goed, dat was op de mas wel eens anders. Bij PTC+ werkten we in een klein groepje waarin iedereen alles kon vragen en er alle tijd voor je werd genomen. Dat werkte super voor mij.” Í
AGRARISCHE OPLEIDINGEN december 2009
„5
AG R A R I S C H EOPLEI „ VAN HALL LARENSTEIN AD Ondernemerschap
Je hebt de mas gedaan en bent al een paar jaar thuis op het bedrijf aan het
foto’s marije wenneke
Kennis bijspijkeren in deeltijd werk. Toch merk je na een tijdje dat je wat mist. Kennis of ondernemerskwaliteiten bijvoorbeeld. Maar nog vier jaar school, daar heb je geen zin in. Dan is Associate Degree Ondernemerschap op Van Hall Larenstein in Leeuwarden misschien wat voor jou. Twee jaar lang één dag in de week naar school en je bent helemaal bijgespijkerd! De tijd is omgevlogen, vinden Rudolf Stapel (27) en Aaldert Middelwijk (26). De melkveehouders uit Meppel en Frederiksoord ronden in februari de tweejarige opleiding AD Ondernemerschap af. Soms was het best pittig: naast het bedrijf een dag in de week naar school en dan ook nog een dag ‘huiswerk’. Maar het is het waard, vinden ze. “Er komt tegenwoordig zoveel op je af; complexere regelgeving, natuur- en milieubeleid, financieel management, schommelende melkprijzen”, somt Rudolf op. “Het is goed om daar meer van af te weten.” “Deze opleiding is echt een goede aanvulling”, vindt Aaldert. “De kennis die ik nog miste, heb ik nu wel.”
Kritisch kijken De opzet van AD Ondernemerschap 6
„ AGRARISCHE OPLEIDINGEN december 2009
Op AD Ondernemerschap hebben Aaldert (links) en Rudolf kennis opgedaan die ze nog misten.
spreekt beide jongens aan. In het begin blijft de opleiding ‘dichtbij huis’. Rudolf: “We moesten een rapport maken van elkaars bedrijven. Interessant, want zelf heb je snel last van bedrijfsblindheid, terwijl een ander juist kritischer kijkt.” Later worden de lessen breder getrokken en komen onder meer marktgericht denken, duurzaam internationaal ondernemen, ondernemersstrategie & verandermanagement en financieel management aan bod. “Je leert breder kijken, ziet wat er allemaal op je af komt bij het in de markt zetten van een product of het opstarten van een bedrijf in het buitenland. Het is echt een kennisverrijking”, vindt Rudolf. Ook hebben hij en Aaldert het gevoel dat ze door de opleiding een betere gesprekspartner zijn geworden voor de bedrijfsadviseur. “Doordat je er meer van weet, kun je beter meepraten en beoordelen of het klopt wat een adviseur zegt.”
Ondernemersplan Aaldert en Rudolf zitten inmiddels in het laatste semester en werken aan de eindopdracht: een ondernemersplan voor hun eigen bedrijf. Een serieuze zaak. “Natuurlijk moet je het plan wel zo maken, dat je er ook echt wat aan hebt”, vindt Aaldert. Hij wil zijn melkveebedrijf met 100 koeien structureel uitbreiden maar
gaat eerst onderzoeken of dat, met de afschaffing van de melkquotering, wel loont. Rudolf zoekt het vooral in het optimaliseren en consolideren van het bedrijf, om daarna voorzichtig aan groeien te gaan denken. Een goede hulp bij het maken van het ondernemersplan, zijn de gastdocenten en persoonlijke coaches. Deze komen uit het bedrijfsleven en staan de studenten met raad en daad bij. Rudolf: “Heel interessant. Daar heb je echt wat aan.”
Brede opleiding AD Ondernemerschap is in februari 2008 van start gegaan. Rudolf en Aaldert horen dus bij de eerste lichting studenten. Hun klas bestaat uit zes melkveehouders en twee akkerbouwers. De school hoopt dat ook studenten uit andere agrarische sectoren zich aanmelden. Zo wordt de opleiding nog breder en interessanter. Voor de AD Ondernemerschap die start op 4 februari aanstaande lijkt dat, gezien de aanmeldingen die inmiddels binnen zijn, helemaal goed te komen. Als de nieuwe lichting studenten begint, hebben Aaldert en Rudolf de opleiding al zo goed als afgerond. Maar ze zijn zeker niet van plan om hun klasgenoten uit het oog te verliezen. “We zijn een hecht groepje geworden en gaan zeker nog een keer bij elkaar op het bedrijf kijken.” Í
DINGEN„„„„„„„ Agrarisch Ondernemerschap
Door opleiding eigen adviesbureau De naam zegt het al: de voltijd hboopleiding Agrarisch Ondernemerschap is écht bedoeld voor jongens en meiden die heel ondernemend zijn en een eigen bedrijf in de agrarische sector willen starten of overnemen. Sierd Veenstra (23) uit Opeinde en Sietze Tabak (24) uit Nijega zijn wat dat betreft modelstudenten. Dankzij de opleiding starten zij in februari met hun eigen agrarisch adviesbureau. Sierd en Sietze begonnen 3,5 jaar geleden niet aan Agrarisch Ondernemerschap met het idee om een eigen agrarisch bedrijf te beginnen. Dat plan is gaandeweg ontstaan. Ze begonnen wel aan de opleiding omdat ze – na de mas melkveehouderij – meenden dat er meer moest zijn dan alleen koeien. Ze wilden een bredere blik ontwikkelen en hun kennis verdiepen. Het werd Agrarisch Ondernemerschap aan Hogeschool Van Hall Larenstein in Leeuwarden. Ze hebben er geen moment spijt van gehad. “In het begin wil je gewoon je papiertje halen, maar doordat we de opleiding gevormd hebben naar ons eigen doel, word je steeds gemotiveerder.”
Stage Rusland Dat doel is een eigen bedrijf. Een agrarisch adviesbureau met als specialisatie arbeidsoptimalisatie op melkveebedrijven en werken volgens protocol. Hoe zijn ze op dit idee gekomen? “Dat is gegroeid”, vertelt Sietze. “We zijn op stage geweest naar Rusland via Difco International, een bedrijf dat agrarische bedrijven ontwikkelt, begeleidt en adviseert in het buitenland. Daar hebben we het super naar onze zin gehad.” “Daarnaast hebben we een tijdje op het landbouwadviesbureau van de school gewerkt. Dit wordt gerund door studenten”, vult Sierd aan. “Dat sprak ons zo aan dat we op het idee kwamen
om voor onszelf te beginnen.” Een naam voor hun agrarisch adviesbureau hebben ze al: Frywa.
Veel vrijheid Van Hall Larenstein heeft ze geen strobreed in de weg gelegd bij hun plannen. Het eigen initiatief van de studenten wordt juist toegejuicht. Sierd: “We hebben ons plan aan de docenten verteld en kregen alle hulp. Je hebt best veel vrijheid in vakkenkeuze op deze opleiding. Wij hebben dan ook die vakken gekozen die voor ons interessant waren. Bijvoorbeeld bedrijfsbeoorde-
ling in plaats van bedrijfseconomie.” Hoewel studenten Agrarisch Ondernemerschap dikwijls afstuderen bij een bestaand bedrijf, hebben Sierd en Sietze hun eigen adviesbureau tot afstudeerproject gemaakt. “Na overleg met de school mocht dat. Ik vind sowieso dat je hier goed wordt gesteund door de leraren. Ze denken echt met je mee”, vindt Sierd. Sietze is het daar helemaal mee eens. “Het is super dat je zelf invulling aan de opleiding kunt geven. Daardoor kunnen wij in februari starten met ons agrarisch adviesbureau.” Í
Sietze (links) en Sierd starten in februari hun eigen agrarisch adviesbureau Frywa.
Stap in de wereld van Hogeschool Van Hall Larenstein! Naast de 2-jarige deeltijdopleiding AD Ondernemerschap en de 4-jarige voltijd hbo-opleiding Agrarisch Ondernemerschap heeft Hogeschool Van Hall Larenstein nog tal van interessante opleidingen op het gebied van landbouw en management. Op www.vanhall-larenstein.nl lees je hier meer over. Liever sfeer proeven tijdens een open dag of lessen volgen tijdens een meeloopdag? Het kan allemaal! Open dag: zaterdag 13 maart 2010 (10.00-15.00 uur) Meeloopdag: donderdag 25 maart 2010 Informatiemarkt: zaterdag 5 juni 2010 (10.00- 15.00 uur) Last Minute Informatiemarkt: donderdag 19 augustus 2010 (11.00-14.00 uur) Voor info over AD Ondernemerschap kun je bellen of mailen met Cor Kwakernaak (058-2846125,
[email protected]) of Ellen van Popta (058-2846338,
[email protected]).
AGRARISCHE OPLEIDINGEN december 2009
„7
AG R A R I S C H E OPLEIDINGENÍÍÍÍ Dit katern is mogelijk
gemaakt door bijdragen van de agrarische opleidingen.
„ GROENHORST COLLEGE BARNEVELD
‘Praktijk is het allerleukste!’ Hoe werkt een ‘Weelink’ voerhek? Wat brengt agrarisch natuurbeheer op en waarom zou een Amerikaanse melkstal beter zijn dan een melkrobot? Op het leerbedrijf van melkveehouder Aalt van Kempen krijgen leerlingen Veehouderij en Loonwerk van het Groenhorst College Barneveld openhartige antwoorden op allerlei vragen en doen ze veel praktijkkennis op.
Camiel, Henry, Melvin en Thomas (van linksboven met de klok mee). In de maquette verwerken ze de kennis en ervaring die ze opdoen
foto marije wenneke
op de leerbedrijven.
Eerstejaars Veehouderijstudent Henry (18) kijkt afkeurend als Aalt van Kempen vertelt dat hij op 20 hectare van zijn grond agrarisch natuurbeheer toepast. “Ik zie je wel kijken”, reageert Aalt onmiddellijk, “maar wist je dat agrarisch natuurbeheer mij 30.000 euro per jaar oplevert?” Henry en zijn klasgenoten Thomas (15) en Camiel (16) zitten deze vrijdagmiddag niet op school in Barneveld, maar in de skybox van de ligboxenstal in aanbouw op het Puttense bedrijf van Aalt. De boer en onderwijscoach geeft les over hoe het er in het echt op een boerenbedrijf aan
toe gaat en koppelt deze praktijk aan de theorie die de leerlingen op school krijgen.
Kansen en kosten Over het bedrijf van de melkveehouder is heel wat te vertellen. Dat doet Aalt dan ook. “We hebben verschillende takken. Melkvee, agrarisch natuurbeheer, de educatietak en mijn vrouw runt een hondenvakantieverblijf.” Vandaag gaat het hoofdzakelijk over de melkveehouderij en dan vooral de nieuwe stal die wordt gebouwd. Het kostenplaatje en arbeidsgemak staan daarbij hoog in het vaandel. Want waarom niet overal coating op de stalmuren? “Te duur. De koeien zien toch geen verschil.” Waarom een zelfbedieningsvoerhek? “Minder arbeid en goedkoop. Het vorige hek heeft me 35.000 euro bespaard.” Waarom een Amerikaanse melkstal in plaats van een robot? “Amerikanen kunnen goed en veel melken, dus maken ze ook goede melkstallen. En een robot kost 3 cent per liter melk, deze melkstal 1 cent per liter.” Op elke vraag van Henry, Camiel en Thomas krijgen ze een eerlijk en een tot op de cent nauwkeurig antwoord van Aalt.
Heel belangrijk De Groenhorst-studenten snuiven niet
Check Groenhorst College Barneveld! Voor meer informatie over Loonwerk, Veehouderij of andere opleidingen van Groenhorst College Barneveld check je hun site: www.groenhorstcollege.nl (locatie Barneveld). Of ga zelf eens een kijkje nemen! Dat kan op zaterdag 30 januari 2010 (09.30 tot 14.00 uur), op vrijdag 12 maart 2010 (14.00 tot 16.00 uur) of op zaterdag 13 maart 2010 (09.30 tot 14.00 uur).
8
„ AGRARISCHE OPLEIDINGEN december 2009
alleen praktijkkennis op bij het bedrijf in Putten. “Dit is het vierde bedrijf waar we gaan kijken”, weet Camiel. Iedere melkveehouder vertelt de jongens weer wat anders. De één melkt met een robot, de ander doet aan verbreding, weer een ander heeft een bijzonder stalontwerp. Henry: “Op school bouwen we een maquette van een ligboxenstal. Op de leerbedrijven zien we verschillende stalontwerpen. Die kennis gebruiken we bij het maken van de maquette.” ‘Heel belangrijk’, noemt Henry de bezoekjes aan de leerbedrijven. “Dat natuur zoveel geld oplevert, wist ik echt niet.” Thomas is vrij rustig deze middag. “Ik heb meer interesse in intensieve veehouderij. Kippen en varkens. Maar de kennis die we hier opdoen, is nooit verkeerd.” Hij komt in het volgende module aan zijn trekken, als de leerlingen zich gaan storten op de varkenshouderij.
Loonwerk Inmiddels heeft Melvin (20) zich ook aangesloten bij het clubje. Hij is student Loonwerk aan het Groenhorst College Barneveld en volgt de BBL-route. Vier dagen per week werkt hij voor het loonbedrijf dat op Aalts bedrijf bezig is. Eén dag in de week gaat hij naar school. Voor Melvin werkt dit super. “Het allerleukste van de opleiding is de praktijk. Daar pik je veel dingen op, je krijgt mensenkennis en veel ervaring. Dat neem je allemaal mee naar school. En je verdient ook nog geld!” Het huiswerk maken en studeren naast je werk is soms best lastig, beaamt Melvin. “Vooral in het seizoen is daar weinig tijd voor. Maar als je in de klas goed oplet, kom je een heel eind.” Het is nooit een reden voor hem geweest om te stoppen met school. Inmiddels doet hij niveau 4, het hoogste niveau van de opleiding. “Elk papiertje is meegenomen.” Í
Í
XXXDBIESPOUFOOMM
"HSBSJTDI0OEFSOFNFSTDIBQ *OUW ONTWIKKELING ALS ONDERNEMER STAAT CENTRAAL BIJ DE #!( $RONTEN *E STUDEERT SAMEN MET ONDERNEMERS *E LEERT DUS ENORM VEEL VAN ELKAAR $E #!( $RONTEN HEEFT TWEE ONDERNEMERS PROGRAMMA´S
,PSU)#0 EF"TTPDJBUF%FHSFF )N OF JAAR ONTWIKKEL JE JEZELF TOT EEN VOLWAARDIGE ONDERNEMER
.BKPS"HSBSJTDI POEFSOFNFSTDIBQ )N OF JAAR BEN JE ALS TOPONDERNEMER KLAAR VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
.FFSXFUFO
+IJK OP WWWCAHDRONTENNL
Op zoek naar mogelijkheden om je carrière kansen te vergroten? Ontwikkel je vaardigheden in het buitenland via SƟchƟng Uitwisseling! Periode vanaf 3 maanden. Wij helpen je aan een buitenlandse werkgever waar je kunt instappen op je huidige niveau. Je kunt hulp verwachten bij het verkrijgen van een visum, werkvergunning, contract, kost en inwoning en goede beloning. Ook adviseren wij welke verzekeringen nodig zijn en hoe je je reis kunt organiseren.
Ook adverteren in de BNDR? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met: AgriPers BV E:
[email protected] T: 088 - 888 6700
Mogelijkheden bijvoorbeeld in Amerika zijn er in alle land- en tuinbouwsectoren: - van klein tot mega ‘dairyfarm’ en intensieve veehouderij, - akkerbouw en loonwerk - bloemen en planten (denk ook aan tuincentra, hoveniers, biologische tuinbouw en wijnbouw) Bel voor andere mogelijkheden of meer informaƟe maandag of woensdag naar SƟchƟng Uitwisseling en vraag naar Catrina: 072 5896144 of stuur een email naar:
[email protected]. SƟchƟng Uitwisseling: al 60 jaar een begrip in internaƟonale stages.
www.agripers.nl
Onderneem meer met Alfa Als ondernemer ziet u mogelijkheden en benut u
Wilt u weten hoe Alfa u daarbij kan ondersteunen?
kansen. U gaat uitdagingen aan en u weet zich te
Maak gerust een afspraak voor een vrijblijvend gesprek.
onderscheiden. U onderneemt. Alfa kan u daarbij ondersteunen op het gebied van accountancy,
Bel voor meer informatie naar 0800 BELALFA (0800 2352532)
belastingen, bedrijfskundige zaken, lonen en sociale
of kijk op www.alfa-accountants.nl.
zekerheid en alles wat daarmee verband houdt.
Alfa, stersponsor van het NAJK, is in het zakenmagazine MT100 op de eerste plaats geëindigd in de sector accountancy en belastingadvies. Alfa is vooral actief in het MKB en de agrarische sector. Met ruim 800 professionals en 33 vestigingen zijn we thuis in elke regio van Nederland.
De ondernemende mens centraal
Soms is preventie de beste verzekering. helder moment
Schade brengt uw bedrijfscontinuïteit in gevaar. Daarom helpt Interpolis u graag om schade te voorkomen. Door concrete preventietips te geven. Zodat u de juiste maatregelen kunt nemen. En niet méér hoeft te verzekeren dan nodig is. Meer weten over preventie? Uw verzekeringsadviseur helpt u graag. Want voorkomen is vaak de beste verzekering. Kijk voor preventietips op www.interpolis.nl/agro.
„ THEMA BEDRIJFSONTWIKKELING
‘Groeien past bij ons’ Het ouderlijk bedrijf van Ilse Verhoijsen is fors gegroeid de afgelopen jaren. Op meerdere locaties in Limburg worden 1.350 zeugen, 6.000 vleesvarkens en 60.000 vleeskuikens gehouden. Schaalvergroting was een hele bewuste stap, waar Ilse helemaal achter staat. “Je moet wel groeien, als je in de toekomst goed, goedkoop en volgens de dierwelzijnseisen wilt produceren.”
Wenneke
I
Ilse Verhoijsen (19) zit in het tweede jaar van de opleiding Bedrijfskunde aan de HAS Den Bosch. Dat bevalt goed en komt later zeker van pas, mocht ze het intensieve veehouderijbedrijf thuis overnemen. Dat ziet de Limburgse namelijk wel zitten. Nu al werkt ze in de vrije uurtjes mee op het bedrijf dat de laatste jaren behoorlijk is gegroeid. “Ons pap en mam hebben het opgebouwd. Voorheen hadden we 670 zeugen. In februari is er een nieuwe stal gezet en nu werken we toe naar 1.350 stuks”, vertelt Ilse. Op de thuislocatie in Beringe worden de zeugen en vleeskuikens gehouden. Op een locatie in Meijel liggen vleesvarkens. Ook heeft de familie enkele kleine voergeldstallen en een nog te ontwikkelen locatie in Grashoek.
Boterham
Ilse Vernoijsen f ken Var s- en pluimveebedrij ) urg in Beringe (Limb 19 jaar zitt Vice-voor er en penningmeester van het pas opgerichte AJK HAS Den Bosch
Ilse Verhoijsen ziet het ouderlijk bedrijf nog wel groter groeien in de toekomst. “Mensen moeten toch eten en willen een lekker stukje vlees voor een redelijke prijs.”
de varkens, Ilse’s ouders managen het bedrijf. “Daarbij doet pa nog de vleeskuikens en ma de boekhouding. Het werken met personeel bevalt goed. Natuurlijk kan het altijd beter, maar we proberen het werk zo aangenaam mogelijk te maken voor de werknemers. Tenslotte staan zij de hele dag in de stal.” De stap van geen naar één personeelslid is overigens veel groter dan van één naar zeven werknemers, merkt Ilse op. “Je moet de verantwoordelijkheid uit handen durven geven.”
“Er is flink uitgebreid”, beaamt Ilse. “Mijn ouders willen graag vooruit. Je moet ook wel met de nieuwe dierwelzijnseisen die in 2013 gaan gelden. Daar zijn grote investeringen voor nodig. Bij kleinere stallen zijn die investeringen moeilijker terug te verdienen.” Ilse denkt niet dat schaalvergroting de enige manier is om een boterham te verdienen in de intensieve veehouderij, maar voor de familie Verhoijsen is het wel de juiste weg. “Het past bij ons. Wij willen innovatief en vooruitstrevend zijn en met personeel werken.” Het bedrijf heeft zeven werknemers in dienst. Zij zijn verantwoordelijk voor
Groeien
foto marije wenneke
Door Marije
Ilse ziet het bedrijf nog wel groter groeien in de toekomst. “Mensen moeten toch eten en willen een lekker stukje vlees voor een redelijke prijs. Ik zeg niet dat alle varkenshouders het verstand op nul moeten zetten en als een gek moeten gaan groeien. Maar de ondernemers die goede technische resultaten behalen en op de kostprijs letten, hebben zeker toekomst. Ik zie mezelf later best nog wel een paar extra bedrijfslocaties ontwikkelen”, blikt ze vooruit. De uitdaging voor Ilse ligt vooral bij de zeugen en vleeskuikens. “Met de zeugen heb je meer een band, vleesvarkens zijn zo weer weg. De kuikens ook wel, maar daar kunnen de resultaten nog beter. Het is echt een aparte tak van sport, die je er niet zomaar even bij doet.” Goede resultaten halen en efficiënt en hygiënisch werken tegen een goede kostprijs, dat is de uitdaging voor de toekomstige varkens- en kippenhoudster. “Er is volop kennis in Nederland en qua dierwelzijn zijn we al het beste jongetje van de klas. Het zou zonde zijn als we die voorsprong uit handen zouden geven.” Í BNDR december 2009
„ 19
„ OUD & NIEUW Helma Dobber (23) runt in vof met haar oom Adrie (47) en oma Trien (83) een paardenbedrijf in het Noord-Hollandse Zuiderwoude. De taken zijn duidelijk verdeeld. Helma werkt fulltime op stal, Adrie repareert en onderhoudt de boel en oma Trien is hoofdsponsor.
OUD
‘Zonder Helma waren we gestopt ’ Door Marije Wenneke
A
Adrie: “We zijn in 1976 in de paarden gerold. Door uitbreiding van Monnickendam moest een aantal mensen een ander onderkomen voor hun paard zoeken.” Trien: “Ze kwamen bij ons vragen: hebben jullie geen plekje? Dat hadden we wel. Daarna kwamen er snel meer paarden en zelfs een ezel. In de machineloods werden stallen gemaakt. Eigenlijk heb ik van huis uit niet zoveel met paarden. Vroeger was het ook een heel andere tijd. Je had nog niet eens een zadel. Mijn man was wel een echte paardenman.” Adrie: “Toen mijn vader overleed, was er eerst sprake van dat we met de paarden zouden stoppen. Maar we zijn toch verder gegaan.” Trien: “Vooral omdat Helma er zo gek van is. Als zij er niet was geweest, hadden we nu geen paarden meer, denk ik.”
Frustrerend Adrie: “Twee jaar geleden is Helma in de vof gekomen. Zij is hele dagen op stal. Zelf werk ik twee dagen in loondienst op een bedrijf dat zeilbootbeslag maakt. Ook werk ik twee dagen als ZZP’er en ben ik de overige twee dagen hier op het bedrijf. Ik ben van de afdeling rampen. Er is veel ach20
„ BNDR december 2009
&
terstallig onderhoud en er is altijd wel wat te repareren of vervangen.” Trien: “Ik doe niet zoveel meer in het bedrijf. Ik breng Helma wel eens een kopje thee als ze achter bezig is. ’s Ochtends moet ik vroeg uit bed, want dan voer ik de paarden. Eerst willen de knieën niet zo best, maar als ik eenmaal op gang ben, gaat het prima. Bovendien worden voer en hooi ’s avonds van tevoren klaargezet.” Adrie: “Eigenlijk is het best een heel sociaal gebeuren, op stal. Gezelligheid is heel belangrijk. Daarom willen we ook niet veel groter groeien. Dan wordt het onpersoonlijk en dus minder gezellig. We willen niet uitbreiden, maar wel graag de bestaande stallen vervangen. Die staan namelijk praktisch op instorten. Het kost veel energie om de gebouwen steeds maar weer op te lappen. Je gaat je afvragen waar je het allemaal voor doet. Daarom willen we ook nieuw bouwen, zodat het werk makkelijker wordt. We zijn al zes jaar met een bouwvergunning bezig, maar de gemeente hier heeft niets met paarden, zo lijkt het. Dat is heel frustrerend. Of we die frustraties wel eens op elkaar botvieren? Nee, niet echt.” Trien: “En anders loop je even bij elkaar weg.”
‘Ik zit met dat oude zooitje’
Í
fotografie marije wenneke
NIEUW
& Hoofdsponsor
Verlichting
Bedrijfsgegevens
Helma: “Eigenlijk ben ik al vanaf mijn zestiende in loondienst hier op het bedrijf. Toen opa overleed, heeft oma veel gedaan. Van stallen uitmesten tot de handel in paarden. Ik wilde graag verder met het bedrijf. Heb de ORUN instructeursopleiding gevolgd in Ermelo, dus dat sloot prima aan. We hebben ongeveer 35 paarden en pony’s op stal. Eigenlijk doe ik alles, van stallen uitmesten en paarden binnen en buiten zetten, tot lesgeven en rijden. De taken zijn duidelijk verdeeld. Mijn oom is eigenaar van het woonhuis van hem en oma en een paar schuren. Hij werkt buiten de deur voor zijn eigen inkomen. Bijna alles wat ik verdien, gaat terug in het bedrijf en oma is de hoofdsponsor. Woorden hebben we nooit. Wij Dobbers zijn niet zo van het praten, wij zijn meer van het hard werken. Ik woon bij mijn ouders, aan de andere kant van de weg. Mijn vader heeft, samen met mijn oudere en jongere broer, een melkveebedrijf. Dat is makkelijk, want ze helpen me regelmatig met bijvoorbeeld hooi en stro neerzetten. Ook komt het wel eens voor dat ik wat weinig gras heb voor de paarden. Dan kijk ik mijn vader lief aan en krijg ik tijdelijk een stukje grond van hem erbij. Zo lossen we dat op met elkaar.”
Helma: “We zitten hier op een goede plek. Dicht bij Amsterdam, makkelijk te bereiken en er zijn maar weinig andere stallen in de buurt. We hebben elf pony’s waarop ik kinderen lesgeef. Dat loopt als een trein, er is zelfs een wachtlijst. Groter groeien hoeven wij niet per se. Als we het geld kunnen verdienen met dertig paarden, willen we er geen negentig. Het moet ook leuk blijven en te behapstukken zijn. Op dit bedrijf is het belangrijk dat je er altijd bent, anders sterft het uit. Mensen willen tegenwoordig steeds meer service en stellen steeds meer eisen. Daarom kunnen ze kiezen welke verzorging hun paard krijgt. Tegen extra betaling doe ik alles voor ze, van het in de wei en op stal zetten, tot het uitmesten en rijden. Ik wil heel graag verder hier, maar we zitten met dat oude zooitje aan stallen. Het zou echt verlichting geven als er een nieuwe stal gezet zou mogen worden. Omdat ik altijd op stal loop, krijg ik ook het meeste gezeur over me heen. Dat is niet leuk. Ik loop hele dagen achter mezelf aan, maar goed op orde krijg je het met die oude troep nooit. Gelukkig lijkt het erop dat we binnen afzienbare tijd mogen gaan beginnen.” Í
Paardenbedrijf van de familie Dobber in Zuiderwoude Enkele eigen paarden, 11 lespony’s, zo’n 20 pensionpaarden Binnenmanege en 6 hectare weiland
BNDR december 2009
„ 21
Garantieregeling tuinbouw komt op stoom Veertig tuinders hebben inmiddels een beroep gedaan op de garantieregeling voor de land- en tuinbouw. Gemiddeld hebben zij 600.000 euro per bedrijf geleend om deze moeilijke periode door te komen. Dat zegt sectormanager tuinbouw van de Rabobank Cor Hendriks. “Ik verwacht dat nog veel meer glastuinders van de regeling gebruik gaan maken volgend jaar.” Door Marije Wenneke
D
De regeling ‘garantstellingen werkkapitaal landbouwondernemingen’ is in het leven geroepen om boeren en tuinders door de crisis te loodsen. Bedrijven die in de kern gezond zijn, maar door de economische situatie in financiële moeilijkheden zijn geraakt, kunnen eenmalig maximaal 850.000 euro werkkapitaal lenen. Het ministerie van LNV, dat de regeling begin oktober heeft opengesteld, staat voor 50 procent garant voor het leningbedrag. De overige 50 procent is voor risico van de bank waar het krediet wordt afgesloten. Hoewel de regeling is bedoeld voor alle ondernemers in de primaire agrarische sector, maken voornamelijk glastuinders er gebruik van.
Zwaar weer “Tuinders zitten, door een combinatie van factoren, in erg zwaar weer”, aldus Cor Hendriks. “Dat komt niet alleen door
de crisis, ook heeft het te maken met de valutakoers, versnippering van de afzet, sentiment in de sector en het toegenomen internationale aanbod.” Een groot deel van de tuinders dat met liquiditeitstekorten te kampen heeft, klopt bij de Rabobank aan. De bank heeft een marktaandeel van 85 procent in deze sector. Hendriks vindt de regeling een goede zaak. “Het biedt ondernemers de mogelijkheid om door deze moeilijke periode heen te komen. De extra zekerheid die de garantie biedt, verhoogt de financieringsmogelijkheden.” Het is echter niet zo dat iedere boer of tuinder met financiële problemen zomaar 8,5 ton kan lenen. “Natuurlijk zijn er wel voorwaarden. De liquiditeitstekorten moeten na 1 juli 2008 zijn ontstaan en het bedrijf moet levensvatbaar zijn.” Hendriks vindt dit een reële voorwaarde. “Het is ook niet
in het belang van bedrijven om zich, bij het ontbreken van voldoende toekomstperspectief, nog eens extra in de schulden te steken.”
Grote stroom Eind november hadden 40 tuinders het overbruggingskrediet aangevraagd en toegekend gekregen. Samen leenden zij 23 miljoen euro, voor de helft daarvan – 11,5 miljoen euro –staat de overheid garant. Hendriks: “Het totale bedrag waarvoor LNV garant kan staan is 100 miljoen euro, dus in totaal is er 200 miljoen euro beschikbaar binnen deze regeling. Dat betekent dat, als er gemiddeld 6 ton per bedrijf wordt geleend, er 330 boeren en tuinders een beroep op kunnen doen.” De sectormanager tuinbouw verwacht dat de grote stroom van aanvragen nog op gang moet komen. “Glastuinders hebben werkkapitaal nodig om plantgoed aan te kopen, terwijl er pas na de eerste oogst weer geld binnenkomt. Bovendien zijn de wintermaanden altijd extra duur vanwege de grotere energiebehoefte in de kas.” Wanneer de tuinbouwsector weer uit het diepe dal krabbelt, durft Hendriks niet te voorspellen. “Dat is van zoveel factoren afhankelijk. Het is niet de vraag of, maar in welk tempo de prijzen weer naar minimaal kostprijsniveau gaan.” Í
‘Sector moet veranderen’ Jacqueline van der Burg, NAJK-bestuurslid met de portefeuille tuinbouw, vindt het op zich wel een goede zaak dat de garantieregeling er nu is. “Maar het is niet het grote redmiddel om door
Jacqueline van der Burg Opgegroeid op een tomatenkwekerij in Zuid-Holland / 27 jaar Dagelijks Bestuurslid NAJK, portefeuille tuinbouw en energie
te crisis heen te komen. De regeling blijkt wel meer mogelijkheden te hebben dan we in eerste instantie dachten.” Beter is het volgens Jacqueline als er in de sector zelf dingen veranderen. “Mensen moeten serieuzer naar hun eigen bedrijf kijken. Bedenken wat ze kunnen doen om hun bedrijf gezond te krijgen en te houden. Maak eens een liquiditeitsprognose, wees kritisch, ken je sterke en zwakke punten.” De forse schaalvergroting die de afgelopen jaren heeft plaatsgevonden in de tuinbouwsector speelt ook een rol bij de problemen die nu zijn ontstaan, aldus Jacqueline. “Tuurlijk, er is de laatste jaren enthousiast geïnvesteerd en de overheid en banken hebben daar hard aan meegewerkt. Maar schaalvergroting is niet alles. Niet iedereen is het type om een groot bedrijf te runnen. Bovendien verzieken we de markt met deze bulkproductie. Daardoor komen de prijzen nog meer onder druk te staan. Als er nog meer hectares van veel gewassen bijkomen, is de kans groot dat we in onze eigen vingers snijden. Laten we alsjeblieft kritisch blijven kijken naar de sector en ons eigen bedrijf.”
22
„ BNDR december 2009
Í
„ NAJK INTERNATIONAAL
Wie gaat mee naar Argentinië? De tango, pampa’s, Maradona en Maxima: je raadt het al: Argentinië. Deze winter gaan we veertien dagen lang met eigen ogen bekijken hoe de landbouw in het land van Máxima is. Hier alvast een voorproefje. Argentinië is na Brazilië het grootste land van Zuid-Amerika en wel 66 keer zo groot als Nederland. De Argentijnse landbouw is booming. Vooral de export is de afgelopen jaren sterk toegenomen. Argentinië is wereldwijd nummer vijf wat betreft omvang van de agribusiness. Als het gaat om soja en rundvlees staat het land zelfs op de eerste plaats.
Economisch belang De laatste jaren is de internationale concurrentiepositie van Argentijnse landbouwproducten sterk verbeterd. Het economisch belang van de totale sector is dan ook enorm. Tien procent van de beroepsbevolking werkt in de landbouw en dat is goed voor 25 procent
van dit land voor de Nederlandse landbouw? Hoe gaat Argentinië om met de in Europa zo belangrijk gevonden ‘non-trade concerns’? Is Argentinië interessant als emigratieland? Deze en meer vragen worden beantwoord tijdens de studiereis in februari!
van het Bruto Nationaal Product. Meer dan de helft van het totale exportvolume bestaat uit landbouwproducten. Nederland is één van de belangrijkste exportbestemmingen voor Argentijnse landbouwproducten. Oliehoudende zaden, rundvlees, graan (vaak veevoeders) en zuivelproducten zijn de belangrijkste producten die ons land binnenkomen. Nederland daarentegen exporteert nauwelijks landbouwproducten naar Argentinië.
Wie mag mee? De reis is bedoeld voor NAJK-leden die verder willen kijken dan hun neus lang is. Als je nog niet eerder bent mee geweest heb je voorrang. In Argentinië ligt de focus op akkerbouw en veehouderij (intensief en melkvee). Eenmaal terug in Nederland kun je worden gevraagd om je ervaringen met anderen te delen. De studiereis vindt plaats in februari 2010, duurt 14 dagen en kost 500 euro. Er zijn tien plaatsen beschikbaar, dus wees er snel bij! Opgeven kan tot uiterlijk 3 januari. Meer info:
[email protected] Í
Kansen Nederland en Argentinië streven meer landbouwsamenwerking na op het gebied van handelsbevordering, voedselveiligheid en biobrandstoffen. Voor jonge Nederlandse boeren is het hartstikke interessant om meer te weten te komen over ontwikkelingen in de Argentijnse landbouw. Wat betekenen de goede concurrentiepositie en de grote exportvolumes
Studiereis: Gewoon doen! Op de vraag of Adri van Bergen andere NAJK-leden zou aanraden om eens mee te gaan op een studiereis, is het antwoord volmondig ‘ja!’. Adri spreekt uit ervaring, zelf bezocht hij dit jaar Hongarije met NAJK Internationaal. “Interessant om meer van een land te weten te komen en te zien hoe het zich ontwikkeld op landbouwgebied”, vindt hij. “Jezelf breed oriënteren is nooit verkeerd.” De studiereis naar Hongarije is zelfs zo goed bevallen, dat Adri zich waarschijnlijk ook op gaat geven voor Argentinië. “Het klinkt erg interessant. Veehouderij en akkerbouw hebben mijn interesse en er je zit in een heel ander klimaat.” Naast alle informatie die je tijdens zo’n reis voor je kiezen krijgt
Adri van Bergen Opgegroeid op varkensbedrijf, werkt op melkveehouderij en akkerbouwbedrijf / 23 jaar Bestuurslid van DAJK en AJK Emmen
over landbouw in het buitenland, is het vooral ook heel erg gezellig, benadrukt Adri. “Je bent met een groep jongeren die dezelfde achtergrond en interesses hebben als jij, dus dat loopt meteen los. Eigenlijk moet je zoiets gewoon een keer doen!”
Í
BNDR december 2009
„ 23
Alles over veredeling
Alles over zonnepanelen op BioVak
Alles over groene stroom op BioVak
Vakbeurs voor duurzame landbouw, natuur en voedselkwaliteit
Andere bronnen van energie
"De beste ideeën ontstaan vaak in het Café" NAJK nodigt je graag uit in het “NAJK JongerenCafé” op Biovak. Daar ontmoet je andere jonge boeren en tuinders uit heel Nederland, die bezig zijn met het overnemen van een bedrijf en het maken van toekomstplannen.
Bezoek de workshop ”Bedrijfsovername, Nieuwe boeren, Nieuwe kansen” In samenwerking het Louis Bolk Instituut, Wageningen UR, Vakgroep Biologische Landbouw LTO/Biologica en Rabobank Jonge boeren en tuinders met visie en lef ! Praat met elkaar en luister naar het advies van deskundigen, onder het genot van een biologisch biertje/drankje, over je ervaringen en laat je inspireren door elkaars plannen en ideeën. Neem kennis van al het nieuws op BioVak: veredelings-, klimaat-, streekproducten-, detaillisten- en horecaplein. Laat je informeren over de vele workshops.Vraag nú de handzame beurscatalogus aan met al het inhoudelijke over de vele workshops (
[email protected]). In samenwerking met
Specialist in de organisatie van vakbeurzen met een oog voor detail !
Mike en/of Joop de Looze ’s Gravenweg 44 2911 CG Nieuwerkerk aan den IJssel T. +31(0)180314662 E.
[email protected]
WOENSDAG 20 EN DONDERDAG 21 JANUARI 2010 IJSSELHALLEN ZWOLLE WWW.BIOVAK.NL
Onafhankelijk vakblad voor de biologische keten
„ NK VEEBEOORDELEN
Goed voor de koeien en de carrière Mooie koeien, een goed verloop en een fantastisch zonnetje. Dat kenmerkte de sfeer op het Gemeenteplein in Heerenveen tijdens het NK Veebeoordelen 2009. Reden voor organisatoren NAJK en CRV Holding BV om tevreden te zijn. Albert Prins uit Hasselt, Mariëlle Lenferink uit Almelo en Gerben Jansen uit Enschede wonnen respectievelijk de eerste, tweede en derde prijs. Marieke de Weerd uit Bruchterveld ontving de aanmoedigingsprijs. Albert en Mariëlle blikken terug.
Schimmel
‘Feest om koeien op rij te zetten’ Dagelijks is Albert Prins (30) uit Hasselt te vinden op het melkveebedrijf met 180 melkkoeien in Hasselt. Samen met zijn ouders zit hij in maatschap. Dat bevalt hem goed. Vooral nu hij, door zijn overwinningen bij het veebeoordelen, regelmatig in alle hoeken van het land komt. “Toen ik 16 of 17 jaar was, ben ik naar een veebeoordelingsles geweest. Sindsdien ben ik me erin gaan verdiepen. Nog beter naar koeien kijken, daar rekening mee houden bij de fokkerij en zo de kwaliteit van de volgende generatie verbeteren. Leuk aan veebeoordelen is het contact met anderen. We gaan er altijd met de auto naartoe en op de terugweg discussiëren we verder over de avond. Hartstikke gezellig! Het NK Veebeoordelen was super voor elkaar. Echt, een dikke pluim voor de organisatie. In de ochtendronde dacht ik aardig wat strafpunten te pakken te hebben. Tijdens de lunch was ik daarom niet te genieten, maar gelukkig bleek ik door te zijn. Toen bekend werd dat de beste drie veebeoordelers uit Overijssel kwamen, hebben we elkaar wel even aangekeken van ‘nou, wie wordt het jongens?’ Ik was blij en opgelucht toen ik won. De beste zijn op een NK heeft namelijk meer voordelen dan alleen de titel en eer. Vorig jaar ben ik inspecteur geworden bij KI Kampen. Ook word ik wel gevraagd om te jureren bij fokveedagen. Het is echt feest als ik weer een dag koeien op een rij mag zetten. Ik kan slecht tegen mijn verlies, maar ik vind dat je groot winnaar bent als je je verlies accepteert. Of het nu een man, vrouw, of 14-jarige is: de beste wint. Vrouwen en veebeoordelen? Laat ze maar komen! Als ik de volgende keer van Mariëlle verlies, vind ik dat niet erg, ik gun het haar.” Í
foto frens jansen
Door Janita
‘Vrouwen bijna beter dan mannen’ Mariëlle Lenferink (24) mag dan loonwerker zijn, koeien zijn haar niet vreemd. Samen met haar ouders runt ze in Almelo een melkveebedrijf met 90 koeien. Het is mooi dat steeds meer vrouwen interesse krijgen in veebeoordelen, stelt Mariëlle. “Via Jongeren Veeteelt Commissie Overijssel en Flevoland ben ik in aanraking gekomen met veebeoordelen. Inmiddels zit ik vier jaar in het bestuur, daarvoor deed ik al een jaar mee aan de instructieavonden. Leuk aan veebeoordelen is dat je alles wat je leert kunt toepassen op je eigen koeien. Dit jaar deed ik voor de derde keer mee aan het NK veebeoordelen. Vorig jaar werd ik vijftiende, dit jaar tweede. De ochtendronde vond ik vrij moeilijk, vooral de zwartbonte vaarzen. Ik had niet het gevoel dat het goed ging en was daarom extra blij dat ik door was naar de middagronde. Naar mijn mening had ik de koeien toen op de goede volgorde staan. Ook kon ik mijn keuze goed toelichten. Voor het praatje was ik wel zenuwachtig, maar toen ik er eenmaal stond, viel dat helemaal van me af. En dan de prijsuitreiking. Ze begonnen bij tien, op een gegeven moment kwam vijf en dacht ik ‘zit ik er nu nog niet bij?’ Wat was ik blij toen ik hoorde dat ik tweede was! Of ik volgend jaar de mannen ga verslaan? Geen idee. De vrouwen zijn bijna beter dan de mannen. Albert mag de wisselbeker nog één keer winnen, daarna is die prijs voor mij.” Í BNDR december 2009
„ 25
Kijken hoe een andere boer zijn bedrijf runt, is altijd interessant. Helemaal als die collega-boer niet in Nederland woont, maar in Amerika. Ivo de Bode kreeg die kans. Tijdens een ‘job swap’ liep hij een week lang mee op een farm in de buurt van New York. Vervolgens was Amerikaan Andrew Raymond een week te gast op Ivo’s Texelse schapenboerderij.
Texelse en New Yorkse boer ruilen baan
‘Mijn vooroordel klopten van geen Door Marije Wenneke
Gebroederlijk staan ze om de kaastobbe. De boomlange Texelse boer en de kleine Amerikaan. Beiden gestoken in een blauw schort en met een koddig wit mutsje op. Want hygiëne is van groot belang, ook als je op relatief kleine schaal kaas maakt, zoals Ivo de Bode (32). Hij is net een paar dagen terug uit Amerika, waar hij meewerkte op Sylvester Manor, een voormalige slavenplantage waar nu biologische producten worden verbouwd. Andrew Raymond (22) werkt op Sylvester Manor. Hij doet mee aan de job swap in plaats van zijn baas Bennett Konesni, die niet naar Nederland kon komen.
G
grappige is dat de Sylvester die het landhuis heeft gebouwd, is opgegroeid in Amsterdam. Dat was vijftien generaties geleden.” Ook de wijze waarop voedsel wordt geproduceerd, komt overeen. Op De Waddel en Sylvester Manor geen massaproductie, maar een kleinschalige, ambachtelijke en dier- en milieuvriendelijke wijze van voedsel produceren. Ivo: “Wij hebben als één van de weinige schapenhouders nog dubbeldoelschapen. Melk, wol en vlees worden gebruikt. De lammeren worden niet direct gespeend, maar blijven 2,5 maand bij de moeder.”
Overeenkomsten
Vooroordeel
Ondanks de grote afstand tussen beide bedrijven – ruim 6000 kilometer – ontdekten Ivo en Andrew dat zowel zijzelf als hun bedrijven opvallend veel overeenkomsten hebben. “Beide boerderijen kennen een lange geschiedenis en staan op een eiland. De Waddel op Texel is in 1625 gebouwd”, vertelt Ivo. Andrew vult aan: “Sylvester Manor is in 1652 gesticht op Long Island door de voorouders van Bennet Koneski. Het
Op Sylvester Manor worden biologische groenten verbouwd. Het bedrijf omvat ongeveer 100 hectare grond, waarvan 3 hectare wordt bewerkt door vier werknemers. “Hoewel er altijd voedsel is verbouwd op de farm, zijn we in de huidige opzet pas een jaar bezig. We hebben een zogenaamde CSA; een community supported agriculture. Dat houdt in dat gezinnen uit de buurt ons in het begin van het jaar een bedrag betalen en in ruil daarvoor elke zaterdag in het oogstseizoen een doos groenten en fruit krijgen”, legt Andrew uit. Inmiddels eten 25 gezinnen op Long Island de onbespoten, met de hand gezaaide en geoogste groenten van Sylvester Manor. “De mensen zijn heel enthousiast”, aldus Andrew. “Op deze manier leren ze ook producten kennen die ze eerder nooit aten. Bovendien vinden ze het fijn om te weten waar en op welke manier het voedsel is geproduceerd.” Ivo zag met eigen ogen dat kwaliteitsvoedsel in Amerika op waarde wordt geschat. “Mijn vooroordeel, dat Amerikanen alleen maar veel slecht en vet voedsel eten, klopte van geen kant. In hartje New York heb je zelfs elke week grote markten met streekproducten. Deze zijn erg in trek, vooral bij jongere Amerikanen.”
400 jaar New York - Nederland In het kader van de 400 jaar oude betrekkingen tussen Nederland en New York werd er in september een job swap gehouden tussen elf Nederlanders en elf New Yorkers. Brandweermannen, leraren, musici, verloskundigen en natuurlijk boer Ivo en boer Andrew zagen hoe hun beroep wordt uitgeoefend in een andere cultuur, legden contacten en wisselden kennis uit. De job swap is een project van de Stichting Henry Hudson 400. Deze stichting dankt zijn naam aan ontdekkingsreiziger Henry Hudson, die in opdracht van de VOC in 1609 op zoek ging naar een korte vaarroute naar Azië. Die vond hij niet, wel ‘ontdekte’ hij haven Mana-hatta. Hier werd nederzetting Nieuw Amsterdam gesticht, deze stad kreeg later de naam New York.
26
„ BNDR december 2009
Í
foto cynthia van el
Ivo oogstte samen met Andrew en
en kant’
Bennet Konesni (midden), de eigenaar van Sylvester Manor, wortels in
foto marije wenneke
foto marije wenneke
Amerika.
De Waddel. De bijna vier eeuwen oude boerderij op Texel waar Ivo woont.
Ivo (links) en Andrew bij het kaasvat. De
Trend Het bezoek aan Amerika en het werken op Sylvester Manor heeft Ivo gesterkt in zijn overtuiging dat hij op de goede weg is met zijn bedrijf. “Ik ben me, net als Andrew, zeer bewust van de verantwoordelijkheid die we hebben voor dieren, het milieu en de omgeving. Daarom hebben we een eendenkooi, zonnepanelen op het dak voor het kaasmaken, gebruiken we weinig medicijnen voor de schapen en lopen deze altijd buiten.” De job swap heeft zijn horizon verbreed. “Ik heb geleerd dat mensen echt geïnteresseerd zijn in goed voedsel en er ook best meer voor willen betalen. Amerika loopt overal mee voorop, dus ik heb goede hoop dat die trend overwaait naar Nederland.” Naast veel praten over voedsel en de productie ervan, werkten beide boeren ook hard op elkaars bedrijven. Ivo hielp – onder het zingen van traditionele Afro-Amerikaanse werkliederen – met de oogst; Andrew leerde kaasmaken. “We hebben veel projecten op Sylvester Manor, zijn een soort
educatieboerderij”, vertelt hij. “We leren mensen hoe ze zelf kippen moeten houden of brood moeten bakken. Uiteindelijk willen we ook schapen houden en kaas maken. Ik leer nu bij Ivo hoe dat moet.”
Texelse zelfkazer leert zijn Amerikaanse collega de fijne kneepjes van het kaasmaken.
Texelaars overzee Over een jaar of drie is het wel zover, denkt Andrew. Dan zullen schapen de weides rondom Sylvester Manor bevolken. En niet zomaar schapen, maar Texelse schapen. “In 1652 waren er ook Texelaars op de farm”, licht Andrew toe. De dieren reisden 400 jaar geleden in het schip van ontdekkingsreiziger Henry Hudson (zie kader) mee van Texel naar Amerika en belandden op Sylvester Manor. Om die reden wil Andrews baas Bennet Konesni opnieuw Texelse schapen naar zijn bedrijf halen. Ivo is op zijn beurt meer dan bereid om wat van zijn goede Texelaars overzees te laten gaan. “Kan ik, onder het mom van naar de schapen kijken, nog eens naar Amerika. We hebben het erg leuk gehad met elkaar en het klikte zo goed, dat we graag contact willen blijven houden.” Í BNDR december 2009
„ 27
2, 3 en 4 maart 2010
Landbouwdagen Intensieve Veehouderij Gorinchem Relatiedagen voor de varkens-, kalver- en pluimveehouderij, gericht op Zuid-, West- en Midden-Nederland en België.
BEZOEKADRES:
EVENEMENTENHAL GORINCHEM Franklinweg 2, 4207 HZ Gorinchem CORRESPONDENTIE:
EVENEMENTENHAL HARDENBERG Energieweg 2, 7772 TV Hardenberg T +31 (0)523 289898 E
[email protected]
FULL-SERVICE-FORMULE Alle vakbeurzen in Evenementenhal Hardenberg en Gorinchem worden middels dé unieke fullservice-formule georganiseerd. Iedere bezoeker wordt bij ons als VIP-gast ontvangen. Tijdens het bezoek aan onze vakbeurs wordt een geheel
verzorgde catering aangeboden en het parkeren van de auto is gratis. In een gezellige en ongedwongen sfeer kunnen onder het genot van een hapje en een drankje zaken gedaan worden.
WWW.EVENEMENTENHALGORINCHEM.NL
„ STRIP
„ SUDOKOE Vul de puzzel zo in dat in elke rij, in elke kolom en in elk blok van zes vakjes nooit dezelfde koeien staan. De oplossing is de naam van de koe in het gekleurde vakje. Stuur of mail je oplossing vóór 15 januari 2010 naar
[email protected] of naar: Redactie BNDR Postbus 39 6800 AA Arnhem Vergeet niet je adres te vermelden, want wie weet win jij de heerlijke slagroomtaart die wordt verloot onder de juiste inzendingen! Wilbert van de Grootevheen uit Hoogland puzzelde uit dat koe Heidi de oplossing was van de vorige Sudokoe. Hij heeft daarmee de taart gewonnen.
Heidi
Jacqueline
Jos
Frans
Jurgen
Sieta BNDR december 2009
„ 29
„ UIT ALLE HOEKEN Ongewenste trillingen De Jonge Agrarische Vrouwen Purmerend begon het seizoen 2009/2010 met een avond over ‘Ongewenste trillingen’. Om te laten zien dat vrouwen niet alleen huis-, tuin- en keukenavonden houden, konden ook de leden van de Agrarische Jongeren Purmerend (AJP) en hun vriendin of vrouw een kijkje nemen op deze avond. Spreker was Bernard Simons van adviesbureau Agri-VAK. Hij liet in de praktijk zien wat ongewenste trillingen bij mensen, maar zeker ook bij dieren, teweeg kunnen brengen. Denk hierbij aan de signalen die een gsm of radio afgeeft. Wanneer er veel straling in de buurt is, kan dit negatieve effecten hebben op de gezondheid. Om dit effect te verkleinen, zijn diverse hulpmiddelen ontwikkeld. De agrarische jongeren konden zelf wichelroedestokjes vasthouden en meten waar de stal uit balans was. Ventilatie, licht en voer kunnen vervolgens worden aangepast om de gezondheid van de koeien te verbeteren. Conclusie van de avond: een zweverig onderwerp, maar wel belangrijk voor de koeien.
Armeens bezoek voor LAJK LAJK kreeg in oktober drie jonge boeren van de Armeense boerenorganisatie FAA-ULE op visite. De twee organisaties zijn pasgeleden een samenwerkingsverband aangegaan. FAA-ULE is een overkoepelende organisatie van 20 Armeense boerenverenigingen. Hun doel is de ledenorganisaties te helpen bij hun ontwikkeling. De Armeense landbouw heeft na de val van de Sovjet-Unie belangrijke veranderingen ondergaan. Het communistische collectieve agrarische bedrijfsmodel heeft plaatsgemaakt voor familiebedrijven. Een belangrijk probleem in Armenië is dat jongeren niet gemotiveerd zijn om in de landbouw te werken en liever naar Moskou gaan om daar hun geluk te beproeven. Voor jonge boeren is het vooral moeilijk om financiering en trainingen te krijgen. FAA-ULE is met haar 8 jaar een erg jonge organisatie en wil graag leren van een agrarische organisatie die al wat langer meedraait, zoals LAJK. Het bezoek aan Limburg was een groot succes! De Armeniërs hebben er veel inspiratie opgedaan voor hun eigen leden en ze zien veel mogelijkheden tot samenwerking met de Limburgers. De samenwerking en het bezoek zijn mogelijk gemaakt door Agriterra
moeten uitstralen dat we er zin in hebben. In de agrarische sector ontbreekt dit wel eens. Daarnaast is het belangrijk om creatief en ‘out of the box’ te denken. De crisis van tegenwoordig maakt dat ook Zuidberg na moet denken over nieuwe markten. Kostenbesparing, het creëren van meerwaarde aan de producten en samenwerking met andere bedrijven: allemaal manieren waarop Zuidberg de crisis te lijf gaat en die ook voor jonge boeren nuttig zijn. De andere gastspreker van de avond, de heer Maas van DCA Markt (onafhankelijk agrarisch marktadvies- en informatiecentrum), ging ook uitgebreid op dit thema in. Hij legde uit dat het omgaan met risico’s steeds belangrijker wordt in de agrarische sector. Het is belangrijk dat we onszelf afvragen wat voor type ondernemer we zijn, bijvoorbeeld een planten- of een marktmanager, een kosten- of een inkomstenmanager. Hij raadt verder aan om je niet te laten leiden door emoties als het gaat om de verkoop van onze producten. We moeten verder kijken dan onze eigen kavel en soms is het goed om eens tegen de stroom in te gaan. Tijdens de nazit is er over al deze zaken nagepraat. Duidelijk is dat er nog heel wat werk aan de winkel is voor (jonge) boeren!
Geslaagde avond JAV avond Mid-Fryslân De JAV Mid-Fryslân hield op 23 september haar eerste bijeenkomst. Deze was zeer geslaagd te noemen, met een opkomst van 29 potentiële leden! De avond begon met een korte inleiding over NAJK en AJF. Vervolgens kwam Agnes van de Ven van ‘Boer zoekt vrouw’ het één en ander vertellen over hoe zij in het boerenleven is gerold en over de verschillende bestuursfuncties die ze heeft gehad. Ze is, als gevolg van het televisieprogramma, naar Brazilië geweest om aandacht te vragen voor de grondrechtregistratie van de oorspronke-
Overleven in de markt Met een opkomst van circa 70 personen op de jaarlijkse provinciale avond op 12 november was FAJK behoorlijk tevreden. En de leden kwamen niet voor niets. Het was een drukke, maar interessante avond. De Flevolandse agrarische jongeren kregen uitleg en een rondleiding over het bedrijf Zuidberg BV in Ens (wereldleider in productie van fronthef- en aftakassystemen). Het thema van de avond was ‘markt’. Volgens de heer Zuidberg is het van belang dat we trots zijn op onze producten. We 30
„ BNDR december 2009
lijke Braziliaanse boeren. Ook kwamen de jonge agrarische vrouwen te weten dat Agnes zich prima weet te redden als vrouw tussen de boerenjongens én dat ze nog vrijgezel is… Na afloop zaten Agnes en de jonge agrarische vrouwen nog even gezellig na en werden ervaringen uitgewisseld. JAV Mid-Fryslan hoopt dat de komende avonden net zo’n succes worden als deze.
Biggenbal 2009 Het jaarlijkse Biggenbal in ’t Zand in Oirschot werd gehouden op 20 november. Het was een gezellig feest, ondanks het wat lagere bezoekersaantal dan vorig jaar. De bezoekers waren weer uit alle hoeken van Noord-Brabant naar Oirschot gekomen. Diverse AJK’s kwamen met een bus. De feestband Exploit verzorgde het voorprogramma en 30 Euro Live was dit jaar de hoofdact. De jonge podiumhelden van 30 Euro Live wisten hun sterk uiteenlopend repertoire met veel enthousiasme, spontaniteit en energie de zaal in te slingeren! Tijdens ’t Biggenbal was er een actie voor de Filippijnse agrarische organisatie PASAKA. Er is zo’n 300 euro opgehaald voor een studiebeurs voor leden van PASAKA.
Handelen op wereldmarkt Fictief handelen op de wereldmarkt leidde tot verhitte discussies in het Friese Wirdum. Daar kropen de leden van de melkveehouderijwerkgroep in de huid van zes landen die producten als maïs, medicijnen en chocola moesten kopen of verkopen. Chocola uit Ivoorkust is natuurlijk best lekker, maar benadeel je als EU je eigen melkveehouders dan niet te veel? Misschien kun je toch maar beter alleen de cacaobonen kopen en de chocola zelf maken met Europese melk. Allemaal kwesties waar je over na moet denken bij het spelen van het WTO-spel. Het sluiten van een handelsdeal blijkt dan ineens minder makkelijk dan je misschien dacht. NAJK-bestuurder Dirk Anco Albada zette de groep nog verder aan het denken met zijn presentatie over de ins en outs van de WTO, de afspraken die daar gemaakt zijn over landbouw en hoe die gerelateerd zijn aan het landbouwbeleid van de EU. ‘Een luchtige en leuke invulling van een toch wel zwaar onderwerp’, was de reactie van de groep. Ook meer weten over de WTO? Boek dan een avondje ‘WTO-onder de loep’ door een mailtje te sturen naar
[email protected].
Eindelijk weer voorzitter DAJK Na precies een jaar zonder te hebben gezeten, heeft Drents Agrarisch Jongeren Kontakt (DAJK) sinds september weer een voorzitter! De 28-jarige Martijn Brink uit Zwiggelte werd door de leden gekozen. Naast zijn fulltime baan als kredietbeoordelaar bij de Rabobank is Martijn na werktijd en in de weekenden actief op het gemengde boerenbedrijf (melkvee, akkerbouw, pluimvee) van zijn vader, oom en broer. Martijn is niet de enige nieuwkomer in het DAJK-bestuur. Na een moeilijk jaar en een interne reorganisatie van de vereniging staat er nu nagenoeg een heel nieuw bestuur. De voorzitter wordt bijgestaan door vicevoorzitter Gert Seubring, secretaris Henrico Hofman, penningmeester Bert Haikens en algemene bestuursleden Adri van Bergen, Arjen Schep en Gert Jan Sikkens. Samen doen zij dit seizoen hard hun best om er iets moois van te maken en daarvoor zijn inmiddels de eerste stappen gezet.
Waar ga jij het liefst stappen of breng je veel tijd door? Keet, kroeg, discotheek, kermis, vereniging, festival of schuurfeest: laat ons weten op welke plek jij heel wat ontspannende uurtjes doorbrengt en misschien wordt die plek in de volgende BNDR wel ‘onder de lamp’ gelegd! Mail je naam, telefoonnummer en natuurlijk je favo adres naar
[email protected]. Wat? Plattelands Jongeren Zuid Waar? Oost Zeeuws Vlaanderen(Zld.) Wie? Inge Kouwenberg (17)
Í
“We zitten hier in een vrij uitgestrekt, uitgestorven gebied. Om ervoor te zorgen dat de jongeren die hier wonen na een week hard studeren of werken niet stilvallen, organiseert PJZ-OZV ongeveer één keer per maand een activiteit. We hebben pas het ‘raar-met-je-haar’ ledenfeest gehad. Dit is een schuurfeest voor leden met een hapje en drankje. Iedereen moest iets geks met zijn haar doen en degene met het raarste haar kreeg een prijs. Vorig jaar was het thema ‘ketelpakkenparty’. Toen kwam iedereen in overalls. Het ledenschuurfeest wordt gehouden in een landbouwschuur van één van onze leden. In de zomer organiseert onze speciale schuurfeestcommissie een groot schuurfeest, waar veel mensen op afkomen. Verder komen een aantal activiteiten jaarlijks terug, zoals Night Before Trekkertrek, een kroegentocht naar leuke uitgaanssteden, een spelletjesdag, karten en bowlen. Afgelopen jaar hebben we ook nog danslessen gevolgd en geskied, zijn we creatief bezig geweest en hebben we een Halloweendropping gehouden. Dat is best lastig in de polders hier. Gelukkig vonden we een bos waarin we de leden geblinddoekt hebben gedropt. De meesten wisten niet waar ze waren, dus dat leverde hilarische taferelen op. Het is leuk om veel verschillende dingen te doen met de leden. Plezier staat voorop: verder is alles al serieus genoeg. Onze leden, zo’n 120 in totaal, zijn tussen de 15 en 35 jaar oud. Zelf ben ik 1,5 jaar lid en zit ik een jaar in het bestuur. Ze hadden iemand nodig en het leek me leuk om dingen te organiseren, vandaar.”
)FUJEFFJTEBUIFUIFMFNBBM KPVXCFESJKGXPSEU "MT KF IFU CFESJKG WBO KF PVEFST HBBU PWFSOFNFO XPSEU IFU TUFFET NFFS KPVX CFESJKG .FU SVJNUF WPPS KF FJHFO JEFF¿O FO BBOQBL %BU JT TPNT MBTUJH )FU 3BCP 0QWPMHFST 1FSTQFDUJFG CSFOHU KF FFO TUBQ WPPSVJU +F POUEFLU XBBS KF FJHFO LSBDIU MJHU FO XBU KF GJOBODJ¿MF NPHFMJKLIFEFO [JKO 0OUXJLLFM OFU BMT NFMLWFFIPVEFS 3FO½ 5PMCPPN FFO TUSBUFHJFEJFQBTUCJKKPVFOKFCFESJKG&OCFQBBMKFFJHFOLPFST%BUJTEFHFEBDIUF%BUJTIFUJEFF ,PNFFOTMBOHTCJKEF3BCPCBOL
0OUXJLLFMKFFJHFOTUSBUFHJFNFUIFU 3BCP0QWPMHFST1FSTQFDUJFG 3BCPCBOL&FOCBOLNFUJEFFÌO
,JKLPQSBCPCBOLOMPQWPMHFSBHSBSJTDI