VOORWOORD Wie de vorige versie van deze brochure heeft ter hand genomen, heeft het zeker gemerkt: de wetgeving m.b.t. de tarieven successierechten in het Vlaams Gewest is er heel wat eenvoudiger op geworden. Een stap in de goeie richting, zoveel is zeker. Intussen heeft de Vlaamse overheid zich ook gebogen over het aspect van de “nieuwe” gezinsvormen die Vlaanderen rijker is geworden. Denken we maar aan de situatie van de “samenwonenden”. In 1997 werden zij nog belast aan het hoogste tarief. Sedert 1 januari 2001 zijn nu ook samenwonenden volledig gelijkgeschakeld met gehuwden, zowel naar tarief als naar verminderingen toe. Ook de relatie stiefouder-stiefkind en de relatie zorgouder-zorgkind werd fiscaal aantrekkelijker gemaakt. Sinds respectievelijk 1 januari 2002 en 1 januari 2003 worden zij immers belast aan het tarief, zoals geldig tussen ouders en kinderen. Ook de aandacht voor de sociaal zwakkeren valt op. Sedert 1 januari 2003 hoeven gehandicapte personen die een som verkrijgen ingevolge erfenis tot een bepaald bedrag immers geen successierechten meer te betalen. Aan hen wordt immers een vrijstelling aan de voet van het toepasselijke tarief toegekend. Maar er is meer. Ook het verzekeren van de groei van de economie is voor de Vlaamse overheid een blijvend aandachtspunt. Precies daarom werd ook voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen een bijkomende inspanning gedaan. Het tarief van toepassing op dit soort ondernemingen en vennootschappen werd immers teruggebracht van 3% naar 0%. Op deze manier kan een dergelijke onderneming of vennootschap “belastingvrij” overgaan op de erfgenamen mits evenwel aan een aantal voorwaarden is voldaan. Deze vrijstelling voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen heeft ongetwijfeld ook een positieve invloed op de groei van de Vlaamse economie. De successierechten die dienden betaald te worden bij het overlijden van een aandeelhouder binnen een dergelijke onderneming of vennootschap zorgden er immers vaak voor dat er geen extra investeringen of kapitaalverhogingen werden doorgevoerd. Ter ondersteuning van het duurzaam bosbeheer in Vlaanderen werd bij Decreet van 9 mei 2003 ook een vrijstelling van successierechten ingevoerd voor de erfgenamen van een bos of een grond, gelegen in het Vlaams Ecologisch Netwerk. U ziet het, heel wat nieuwe fiscale gunstmaatregelen. We hopen in ieder geval dat u na het lezen van deze informatie op al uw vragen een antwoord heeft gekregen. Uiteraard kan u ook steeds terecht bij de bevoegde diensten voor verdere inlichtingen.
3
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE INFORMATIE OVER SUCCESSIERECHTEN
7
1.1 Wat zijn successierechten ?
7
1.2 Wie betaalt successierechten ?
7
1.3 Hoe aangifte doen ?
7
1.4 Wetgeving inzake successierechten
7
HOOFDSTUK 2: REGELGEVING VAN DE SUCCESSIERECHTEN VOOR NATUURLIJKE PERSONEN
9
2.1 Erfenis tussen echtgenoten en in rechte lijn
9
2.2 Erfenis tussen broers en zussen
12
2.3 Erfenis tussen andere personen
14
2.4 Erfenis tussen samenwonenden
17
2.5. Erfenis tussen stiefouder en stiefkind
18
2.6. Relatie zorgouder-zorgkind (gelijkstelling met rechte lijn)
18
2.7. Gehandicapte personen
18
2.8. Bossen of gebieden gelegen in het VEN
24
HOOFDSTUK 3: REGELGEVING VAN DE SUCCESSIERECHTEN VOOR FAMILIALE ONDERNEMINGEN
25
3.1 Vrijstelling
25
3.2 Voorwaarden om te kunnen genieten van de vrijstelling
25
3.3 Controle
27
3.4. Formulieren
27
Meer informatie ?
47
Colofon
48
5
HOOFDSTUK 1: ALGEMENE INFORMATIE OVER SUCCESSIERECHTEN
1.1 Wat zijn successierechten ? Het successierecht is een belasting op erfenissen. Deze belasting is verschuldigd op de waarde van alle goederen die uit de nalatenschap van een rijksinwoner worden verkregen, na aftrek van de begrafeniskosten en eventuele schulden. De successierechten worden nog steeds geïnd door de federale belastingsadministratie. De opbrengst van deze belasting wordt integraal doorgestort aan de gewesten. In 2003 bedroegen de inkomsten uit successierechten in Vlaanderen 642.502.470,60 euro. 1.2 Wie betaalt successierechten ? Iedereen die uit het bezit van een overledene iets ontvangt, is successierechten verschuldigd op de waarde van het verkregen goed. De erfgenamen zijn doorgaans de familieleden van de overledene : de echtgenoot (m/v), kinderen, kleinkinderen, maar ook ouders of grootouders, broers en zussen, neven en nichten ... Het kan ook gebeuren dat niet-familieleden door een overledene (bij testament) begunstigd worden. Dat kunnen zowel privé-personen als openbare besturen, vzw’s of instellingen zijn. Bij de bepaling van de verschuldigde successierechten worden, afhankelijk van de graad van verwantschap met de overledene, een aantal categorieën onderscheiden. Voor elke categorie gelden eigen tarieven. 1.3 Hoe aangifte doen ? Bij een overlijden zijn de erfgenamen verplicht om aangifte te doen van de nalatenschap van de overledene. Dat gebeurt door middel van het aangifteformulier dat verkregen kan worden bij de kantoren van de belastingadministratie. Deze kantoren zijn meestal gevestigd in de hoofdplaats van elk kanton. Het adres vindt u in het telefoonboek onder de hoofding : Ministerie van Financiën, Kadaster - Registratie en Domeinen. U kan het aangifte formulier ook downloaden via http://finform.fgov.be Omdat het opmaken van de aangifte niet altijd eenvoudig is, doen vele mensen een beroep op een deskundig persoon (vaak een notaris). Dat is echter niet verplicht. Belastingambtenaren mogen zelf niet meewerken aan het invullen van de aangifte. Ze staan wel ter beschikking om inlichtingen te verstrekken over de wettelijke voorschriften waaraan de aangifte moet voldoen. 1
De aangifte van de nalatenschap moet gedaan worden binnen 5 maanden na het overlijden . 1.4 Wetgeving inzake successierechten De wetgeving inzake de successierechten ligt vervat in het Wetboek der Successierechten. De wetgeving zelf is een bevoegdheid van de gewesten. Door de bijzondere wet van 13 juli 2001 tot herfinanciering van de gemeenschappen en uitbreiding van de fiscale bevoegdheden van de gewesten heeft het Vlaamse Gewest vanaf 1 januari 2002 de bevoegdheid om wijzigingen aan te brengen aan de aanslagvoet, de heffingsgrondslag en de vrijstellingen en verminderingen. Het lokalisatiecriterium met betrekking tot het successierecht wordt aangevuld zodanig dat wanneer de overledene tijdens de periode van vijf jaar, voorafgaand aan zijn overlijden, achtereenvolgens op meerdere plaatsen in België gevestigd was, de fiscale woonplaats in België waar hij gedurende voormelde periode het langst gevestigd was als de plaats van openvallen van de nalatenschap geldt. 1
Bij overlijden in een Europees land: 6 maanden - Bij overlijden buiten Europa: 7 maanden
7
Het Vlaamse Gewest heeft van zijn bevoegdheid gebruik gemaakt om in verschillende stappen de tarieven te vereenvoudigen en te verlagen en nieuwe vrijstellingen en verminderingen in het leven te roepen of uit te breiden. Zo werden de tarieven vereenvoudigd en verlaagd voor de erfenissen tussen echtgenoten en in rechte lijn (sinds 1 januari 1997), tussen broers en zusters en tussen ooms, tantes, neven en nichten en andere personen (sinds 1 mei 1997). Er werd een vrijstelling ingevoerd voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen (vanaf 1 januari 2000; sinds 1 januari 1997 was er al een verlaagd tarief van 3% van kracht), voor erfenissen verkregen door gehandicapten (sinds 1 januari 2003) en voor bossen en gronden in het VEN (eveneens sinds 1 januari 2003). Tenslotte werden bepaalde verkrijgingen gelijkgesteld met verkrijgingen tussen echtgenoten en in de rechte lijn, om aldus van een lager tarief te kunnen genieten. Dit was in eerste instantie het geval voor samenwonenden (sinds 1 januari 2001). Ook de verkrijgingen tussen stiefouders en stiefkinderen (sinds 1 januari 2002) en tussen zorgouders en zorgkinderen (sinds 1 januari 2003) werden met de rechte lijn gelijkgesteld.
8
HOOFDSTUK 2: REGELGEVING VAN DE SUCCESSIERECHTEN VOOR NATUURLIJKE PERSONEN
2.1 Erfenis tussen echtgenoten en in rechte lijn
Bij erfenissen tussen echtgenoten en in rechte lijn (ouders-kinderen) zijn er met ingang van 1 januari 1997 nog slechts 3 tarieven in plaats van de oorspronkelijke 9 tarieven. Men betaalt 3% op de eerste schijf tot 50.000 euro, 9% op de schijf van 50.000 tot 250.000 euro en 27% op de schijf vanaf 250.000 euro. Het hoogste tarief werd verlaagd van 30% naar 27%. Daarmee zit Vlaanderen op dezelfde hoogte als Nederland waar het hoogste tarief eveneens 27% bedraagt. Het Vlaamse toptarief ligt aanzienlijk lager dan dat van onze andere buurlanden : Frankrijk (40%), Groot-Brittannië (40%) en Duitsland (35%). Overzicht van de tarieven NIEUWE REGELING (vanaf 1 januari 1997)2 Bedrag (in EUR)
Tarief
0,01 tot 50.000
3%
50.000 tot 250.000
9%
vanaf 250.000
27 %
Toepassing van de tarieven - De tarieven worden toegepast per netto-aandeel; - De tarieven worden afzonderlijk toegepast op het aandeel roerende en onroerende goederen, vervat in elk netto-aandeel (Zie hierna ‘onderscheid tussen roerende en onroerende goederen’).
Onderscheid tussen roerende en onroerende goederen Bij elke erfenis tussen echtgenoten en in rechte lijn wordt ook een onderscheid gemaakt tussen roerende goederen (geld, kasbons, meubilair ...) en onroerende goederen (huizen en gronden). De bovenvermelde belastingtarieven worden, per netto-aandeel, afzonderlijk toegepast op elk van beide gedeeltes. Door deze opsplitsing kan men tweemaal genieten van de laagste tarieven.
2
De nieuwe regeling is van kracht voor overlijdens vanaf 1 januari 1997
9
Een voorbeeld : Stel dat er een netto-aandeel is ter waarde van 200.000 euro, waarvan 150.000 euro onroerend en 50.000 euro roerend. De berekening van de belasting gebeurt dan als volgt : - er wordt 3% betaald op het roerend gedeelte van 50.000 euro. - er wordt 3% betaald op de eerste schijf (50.000 euro) van het onroerend gedeelte van150.000 euro. - er wordt 9% betaald op de tweede schijf (100.000 euro), zijnde het saldo van het onroerend gedeelte van 150.000 euro.
Aanrekening van de schulden Het kan gebeuren dat iemand die overlijdt niet alleen bezittingen, maar ook schulden heeft. In dat geval wordt de uitstaande schuld in mindering gebracht van de erfenis. Schulden worden bij voorrang aangerekend op de roerende goederen. Hiervan kan worden afgeweken als duidelijk kan worden aangetoond dat een bepaalde schuld specifiek verbonden is aan een onroerend goed dat in de erfenis is opgenomen. Een voorbeeld : Stel dat er een erfenis is ter waarde van 125.000 euro, waarvan 50.000 euro roerend en 75.000 euro onroerend. Daarnaast is er ook een uitstaande schuld van 12.500 euro. Deze schuld wordt in mindering gebracht van het roerend gedeelte. De successierechten worden aangerekend op de volgende bedragen : 37.500 euro roerend en 75.000 euro onroerend.
10
Belastingverminderingen a) vermindering van 500 euro. Voor netto-verkrijgingen (in rechte lijn en tussen echtgenoten) die de 50.000 euro niet overstijgen, geldt er een vermindering van maximaal 500 euro. Deze vermindering wordt degressief verleend : hoe kleiner de netto-verkrijging, hoe groter de vermindering. Bedoeling van deze maatregel is om kleine erfenissen zoveel mogelijk te ontzien.
De belastingvermindering wordt berekend aan de hand van de volgende formule: vermindering = 500 euro x (1 – netto-verkrijging/50.000)
Een voorbeeld : Bij een netto-verkrijging van 15.000 euro bedraagt de belastingvermindering 350 euro Namelijk : 500 euro x (1 – 15.000 euro /50.000 euro) = 350 euro
De vermindering neemt af naarmate de netto-verkrijging toeneemt: netto-verkrijging
vermindering
2.500
475
5.000
450
7.500
425
…
…
47.500
25
50.000
0
b) vermindering voor kinderen onder de 21 jaar Voor kinderen die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt, is er bovenop de hierbovenvermelde vermindering een extra belastingvermindering van 75 euro voor elk vol jaar dat nog moet verlopen tot de leeftijd van 21 jaar wordt bereikt. c) vermindering voor de langstlevende echtgenoot De overlevende echtgenoot krijgt, bovenop de vermindering vermeld onder a), een vermindering die gelijk is aan de helft van de aanvullende verminderingen (zie b) die de gemeenschappelijke kinderen samen genieten.
11
2.2 Erfenis tussen broers en zussen
Bij erfenissen tussen broers en zussen zijn er met ingang van 1 mei 1997 nog slechts 3 tarieven in plaats van de oorspronkelijke 5 tarieven. Men betaalt 30% op de eerste schijf tot 75.000 euro, 55% op de schijf van 75.000 tot 125.000 euro en 65% op de schijf vanaf 125.000 euro.
Overzicht van de tarieven NIEUWE REGELING (vanaf 1 mei 1997) Bedrag (in EUR)
Tarief
0,01 tot 75.000
30 %
75.000 tot 125.000
55 %
vanaf 125.000
65 %
Toepassing van de tarieven - De tarieven worden toegepast per netto-erfdeel; - Hier wordt geen opsplitsing gemaakt tussen roerende en onroerende goederen.
Belastingvermindering * netto-verkrijgingen kleiner dan of gelijk aan 18.750 euro3
Als de netto-verkrijging die een broer of zus ontvangt kleiner is dan of gelijk is aan 18.750 euro, dan geldt er een belastingvermindering die als volgt wordt berekend :
vermindering = 2.000 euro x (netto-verkrijging/20.000)
3
12
Dit grensbedrag zal met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2002 op 18.750 euro worden gebracht.
Een voorbeeld : Bij een netto-verkrijging van 3.700 euro bedraagt de belastingvermindering 370 euro Namelijk : 2.000 euro x (3.700/20.000) = 370 euro
4
*netto-verkrijgingen tussen 18.750 en 75.000 euro
Als de netto-verkrijging die een broer of zus ontvangt groter is dan 18.750 euro én kleiner dan 75.000 euro, dan geldt er een belastingvermindering. Deze vermindering wordt degressief verleend : hoe kleiner de netto-verkrijging, hoe groter de vermindering.
De belastingvermindering wordt berekend aan de hand van volgende formule : vermindering = 2.500 euro x (1 - netto-verkrijging/75.000)
Een voorbeeld : Bij een netto-verkrijging van 25.000 euro bedraagt de belastingvermindering 1.666 euro Namelijk : 2.500 euro x (1 – 25.000/75.000) = 1.666 euro
4 Decreet van 19 april 2002 houdende wijziging van het Wetboek der successierechten en het Wetboek van de met de inkomsten gelijkgestelde belastingen, wat de invoering van de euro betreft.
13
2.3 Erfenis tussen andere personen
Bij erfenissen tussen ooms, tantes, neven, nichten en andere personen zijn er met ingang van 1 mei 1997 nog slechts 3 tarieven in plaats van de oorspronkelijke 5 tarieven. Men betaalt 45% op de eerste schijf tot 75.000 euro, 55% op de schijf van 75.000 tot 125.000 euro en 65% op de schijf vanaf 125.000 euro. In de nieuwe regeling valt het vroegere onderscheid tussen ooms, tantes, neven en nichten enerzijds en andere personen (‘derden’) weg.
Overzicht van de tarieven NIEUWE REGELING (vanaf 1 mei 1997) Bedrag (in EUR)
Tarief
0,01 tot 75.000
45 %
75.000 tot 125.000
55 %
vanaf 125.000
65 %
Toepassing van de tarieven
Deze tarieven worden toegepast op de som van de netto-erfdelen. Elke begunstigde betaalt een deel van de erfenisrechten in verhouding tot het ontvangen netto-erfdeel.
Een voorbeeld :
Stel dat een erfenis van 100.000 euro evenredig verdeeld wordt over 2 broers. In dat geval worden de verschuldigde erfenisrechten voor elk netto-erfdeel afzonderlijk berekend, en wel als volgt (zonder rekening te houden met de verminderingen) : broer 1 betaalt 30% op zijn netto-erfdeel van 50.000 euro = 15.000 euro broer 2 betaalt 30% op zijn netto-erfdeel van 50.000 euro = 15.000 euro
Stel dat eenzelfde erfenis van 100.000 euro evenredig wordt verdeeld over 2 neven. In dat geval worden eerst de verschuldigde successierechten op de som van de netto-erfdelen (d.i. 50.000 euro + 50.000 euro) berekend, en wel als volgt (zonder rekening te houden met de verminderingen) :
14
45% op de eerste schijf van 75.000 euro
=
33.750 euro
55% op de resterende schijf van 25.000 euro
=
13.750 euro
TOTAAL
=
47.500 euro
Aangezien beide neven eenzelfde netto-erfdeel ontvangen, worden ook de verschuldigde successierechten evenredig verdeeld. Elke neef betaalt dus 23.750 euro.
Belastingvermindering
*erfenissen kleiner dan of gelijk aan 12.500 euro
Als de som van de netto-verkrijgingen ten gunste van andere personen (dan echtgenoten of samenwonenden, in rechte lijn, en broers en zussen) kleiner is dan, of gelijk is aan 12.500 euro dan geldt er een belastingvermindering die als volgt wordt berekend :
vermindering = 2.000 euro x (som van de netto-verkrijgingen/12.500)
Een voorbeeld :
Bij een totaal aan netto-erfdelen van 6.000 euro bedraagt de belastingvermindering 960 euro Namelijk : 2.000 euro x (6.000/12.500) = 960 euro
De aldus verkregen vermindering wordt verdeeld over de betrokken erfgenamen, in verhouding tot de door hen verkregen netto-erfdelen.
15
*erfenissen tussen 12.500 euro en 75.000 euro
Als de som van de netto-erfdelen ten gunste van andere personen (dan echtgenoten of samenwonenden, in rechte lijn, en broers en zussen) groter is dan 12.500 euro én kleiner dan 75.000 euro, dan geldt er een belastingvermindering die als volgt wordt berekend :
vermindering = 2.400
5
euro x (1 – som van de netto-verkrijgingen/75.000)
Een voorbeeld :
Bij een totaal aan netto-verkrijgingen van 20.000 euro bedraagt de belastingvermindering 1.760 euro Namelijk : 2.400 euro x (1 – 20.000/75.000) = 1.760
De aldus verkregen vermindering wordt verdeeld over de betrokken erfgenamen, in verhouding tot de door hen verkregen netto-erfdelen.
5
Decreet van 19 april 2002 houdende wijzigingen van het Wetboek der Successierechten en het Wetboek van de met de inkomsten gelijkgestelde belastingen, wat de invoering van de euro betreft.
16
2.4 Erfenis tussen samenwonenden
6
Vanaf 1 januari 2001 worden samenwonenden in het Vlaamse Gewest definitief gelijkgesteld met gehuwden. Op deze manier krijgen samenwonenden zo het lagere tarief van de erfgenamen in rechte lijn en tussen echtgenoten. Anderzijds wordt hun nalatenschap ook opgesplitst in een roerend en een onroerend gedeelte. NIEUWE REGELING (vanaf 1 januari 2001) Bedrag (in EUR)
Tarief
0,01 tot 50.000
3%
50.000 tot 250.000
9%
vanaf 250.000
27 %
Naast de wegwerking van het verschil in tarieven krijgen samenwonenden ook het recht op de verminderingen die in rechte lijn en tussen echtgenoten worden verkregen, met name de proportionele vermindering van maximaal 500 euro en de vermindering voor kinderen die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt. Vanaf wanneer wordt iemand als samenwonende beschouwd? Als samenwonenden worden bestempeld: - de persoon, die op de dag van het openvallen van de nalatenschap, met de erflater wettelijk samenwoont (verklaring van wettelijke samenwoning - artikel 1476 Burgelijk Wetboek) ; - de persoon of personen die op de dag van het openvallen van de nalatenschap ten minste 1 jaar ononderbroken met de erflater samenwonen en er een gemeenschappelijke huishouding mee voeren. Deze voorwaarden worden geacht ook vervuld te zijn als het samenwonen en het voeren van een gemeenschappelijke huishouding met de erflater, aansluitend op de bedoelde periode van 1 jaar tot op de dag van het overlijden, ingevolge overmacht onmogelijk is geworden. Een uittreksel uit het bevolkingsregister houdt een weerlegbaar vermoeden in van ononderbroken samenwoning en van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Wie kunnen allemaal als samenwonenden worden beschouwd? Zo kunnen onder andere in aanmerking komen: - samenwonende partners; - een samenwonende broer en zus; - een broeder of een zuster in zijn of haar kloosterorde; - … Het samenwonen hoeft zeker geen één-op-één relatie te zijn. Het kan perfect om een groep mensen gaan.
6
Decreet van 30 juni 2000 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2000 (BS 17.08.2000). Decreet van 1 december 2000 houdende gelijkschaling van de successierechten tussen samenwonenden en getrouwden (BS 11.01.2001)
17
2.5. Erfenis tussen stiefouder en stiefkind
7
Vanaf 1 januari 2002 wordt een verkrijging tussen een stiefouder en een stiefkind gelijkgesteld met een verkrijging in rechte lijn. Deze gelijkstelling geldt ook voor: - de verkrijging tussen een kind van een persoon die met de erflater samenwoont en de erflater; - een verkrijging tussen een persoon die met een ouder van de erflater samenwoont en de erflater. In het laatste geval voldoet de legataris aan de vereiste van samenwonen met een ouder van de erflater, als hij met die ouder op de dag van het overlijden wettelijk samenwoonde of als hij bewijst dat hij met die ouder op het ogenblik van het overlijden reeds sedert één jaar ononderbroken een gemeenschappelijke huishouding voerde. Een verkrijging tussen uit de echt gescheiden of van tafel en bed gescheiden personen en een verkrijging tussen exsamenwonenden wordt alleen gelijkgesteld met een verkrijging tussen echtgenoten of tussen samenwonenden als er gemeenschappelijke afstammelingen zijn. De ex-samenwonende legataris moet om het voordeel van de gelijkstelling te genieten, bewijzen dat hij met de erflater wettelijk heeft samengewoond of dat hij met de erflater gedurende minstens één jaar ononderbroken een gemeenschappelijke huishouding heeft gevoerd.
2.6. Relatie zorgouder-zorgkind (gelijkstelling met rechte lijn)
8
Een verkrijging tussen personen waartussen een relatie van zorgouder en zorgkind bestaat of heeft bestaan, wordt gelijkgesteld met een verkrijging in rechte lijn. Voorwaarden: Het zorgkind heeft: -vóór de leeftijd van éénentwintig jaar, gedurende drie achtereenvolgende jaren bij een ander persoon ingewoond; -gedurende die tijd hoofdzakelijk van die andere persoon of van deze en zijn levenspartner samen, de hulp en de verzorging gekregen die kinderen normaal van hun ouders krijgen. De inschrijving van het zorgkind in het bevolkings- of vreemdelingenregister op het adres van de zorgouder geldt als weerlegbaar vermoeden van inwoning bij de zorgouder. Merk op dat het niet vereist is dat de zorgrelatie nog actueel is op het ogenblik van het openvallen van de nalatenschap. Net als bij stiefouders en stiefkinderen is ook bij personen waartussen een zorgrelatie bestaat of heeft bestaan de gelijkstelling met een verkrijging in rechte lijn strikt beperkt tot de personen die rechtstreeks verbonden zijn door de zorgrelatie, met andere woorden tot het zorgkind en de zorgouder. Ze strekt zich bijgevolg niet uit tot hun bloedverwanten. 2.7. Gehandicapte personen
9
Hetgeen verkregen wordt door een gehandicapte persoon wordt aan de voet van het toepasselijk tarief van het recht van successie of van het recht van overgang bij overlijden vrijgesteld tot beloop van de som bekomen door toepassing van de volgende formule:
7 Decreet van 21 december 2001 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2002 8
Decreet van 20 december 2002 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2003
9 Decreet van 20 december 2002 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2003
18
Bij verkrijgingen in rechte lijn, tussen echtgenoten en samenwonenden (3.000 euro) x (cijfer aangeduid volgens de leeftijd van de verkrijger) Bij verkrijgingen tussen andere personen dan in rechte lijn, echtgenoten en samenwonenden (1.000 euro) x (cijfer aangeduid volgens de leeftijd van de verkrijger) Dit cijfer bedraagt: 18 bij een leeftijd van 20 jaar of minder; 17 bij een leeftijd boven de 20 en tot en met 30 jaar; 16 bij een leeftijd boven de 30 en tot en met 40 jaar; 14 bij een leeftijd boven de 40 en tot en met 50 jaar; 13 bij een leeftijd boven de 50 en tot en met 55 jaar; 11 bij een leeftijd boven de 55 en tot en met 60 jaar; 9,5 bij een leeftijd boven de 60 en tot en met 65 jaar; 8 bij een leeftijd boven de 65 en tot en met 70 jaar; 6 bij een leeftijd boven de 70 en tot en met 75 jaar; 4 bij een leeftijd boven de 75 en tot en met 80 jaar; 2 bij een leeftijd boven de 80 jaar. Als gehandicapte persoon wordt aangemerkt : 1° diegene van wie, ongeacht de leeftijd, is vastgesteld dat ingevolge feiten overkomen en vastgesteld vóór de leeftijd van 65 jaar : ofwel zijn lichamelijke of geestelijke toestand zijn verdienvermogen heeft verminderd tot één derde of minder van wat een valide persoon door één of ander beroep op de algemene arbeidsmarkt kan verdienen ; ofwel zijn gezondheidstoestand een volledig gebrek aan, of een vermindering van zelfredzaamheid van ten minste 9 punten tot gevolg heeft, gemeten volgens de handleiding en de medisch-sociale schaal van toepassing in het kader van de wetgeving met betrekking tot de tegemoetkomingen aan gehandicapten ; ofwel ná de periode van primaire ongeschiktheid, bepaald in artikel 87 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, zijn verdienvermogen is verminderd tot een derde of minder, zoals bepaald in artikel 100 van dezelfde gecoördineerde wet ; ofwel hij, ingevolge een administratieve of gerechtelijke beslissing, tot ten minste 66 pct. blijvend lichamelijk of geestelijk gehandicapt of arbeidsongeschikt is verklaard ; 2° het kind dat tot ten minste 66 pct. is getroffen door ontoereikende of verminderde lichamelijke of geestelijke geschiktheid wegens één of meer aandoeningen.
19
Bij een verkrijging in rechte lijn, tussen echtgenoten en tussen samenwonenden wordt het bedrag van de vrijstelling eerst toegerekend op het netto-onroerend aandeel en bij uitputting van dat aandeel vervolgens op zijn netto-roerend aandeel. Voorbeeld 1: Jan (35 jaar) verkrijgt van zijn overleden vader een netto-onroerend gedeelte van 50.000 euro en een netto-roerend gedeelte van 25.000 euro. Jan is zwaar gehandicapt. De berekening van de successierechten gebeurt als volgt: Het abattement bedraagt: 3.000 euro x 16 = 48.000 euro Deze vrijstelling aan de voet van het tarief wordt eerst toegerekend op het netto-onroerend aandeel. 50.000 - 48.000 = 2.000 euro Op het resterende gedeelte wordt het tarief van toepassing in rechte lijn toegepast. 2.000 x 3 %= 60 25.000 x 3 % = 750 Samen maakt dit een bedrag van 810 euro. Zonder deze vrijstelling zou het te betalen bedrag 2.250 euro bedragen. 50.000 x 3 % = 1.500 euro 25.000 x 3 % = 750 euro
20
Voorbeeld 2: Els (45 jaar) erft van haar overleden moeder een netto-onroerend gedeelte van 30.000 euro en een netto-roerend gedeelte van 100.000 euro. Els is zwaar gehandicapt. De berekening van de successierechten gebeurt als volgt: Het abattement bedraagt: 3.000 euro x 14 = 42.000 euro Deze vrijstelling aan de voet van het tarief wordt eerst toegekend op het netto-onroerend aandeel. De resterende 12.000 euro wordt aangerekend op het netto-roerend aandeel. Op het resterende gedeelte wordt het tarief van toepassing in rechte lijn toegepast. 50.000 euro x 3% = 1.500 euro 38.000 euro x 9% = 3.420 euro Samen maakt dit een bedrag van 4.920 euro. Zonder deze vrijstelling zou het te betalen bedrag 6.900 euro bedragen. 30.000 euro x 3 % = 900 euro 50.000 euro x 3 % = 1.500 euro 50.000 euro x 9 % = 4.500 euro
21
Verkrijgingen tussen broers en zusters Voorbeeld 1: Piet (40 jaar) verkrijgt door overlijden van zijn broer een netto-verkrijging van 80.000 euro. Piet is zwaar gehandicapt. De berekening van het successierecht gebeurt als volgt: Het abattement bedraagt: 1.000 euro x 16 = 16.000 euro Dit bedrag wordt van de 80.000 euro afgetrokken en op dit resterende bedrag wordt het tarief van toepassing tussen broers en zusters toegepast. 80.000 euro - 16.000 euro = 64.000 euro 64.000 x 30 % = 19.200 euro Zonder deze vrijstelling zou het te betalen bedrag 25.250 euro bedragen. 75.000 euro x 30% = 22.500 euro 5.000 euro x 55% = 2.750 euro
Verkrijgingen tussen andere personen Omdat het niet de bedoeling is om verkrijgers die samen met een zwaar gehandicapte persoon tot deze nalatenschappen geroepen worden ook onrechtstreeks van het voordeel te laten meegenieten was het noodzakelijk om een afwijking in te bouwen op het principe van de globale berekening wanneer één van de verkrijgers zwaar gehandicapt is. Enerzijds wordt daarom voorzien dat, in afwijking van het principe van de globale berekening, de gehandicapte afzonderlijk belast wordt op zijn netto-erfdeel. Anderzijds wordt, voor de berekening van de successierechten verschuldigd door de medegerechtigden in deze categorie, de gehandicapte beschouwd als een valide persoon.
22
Voorbeeld 1: Een nalatenschap van 120.000 euro vervalt aan vier verkrijgers, ieder voor één vierde. Eén van hen is gehandicapt (A) en is 42 jaar. De coëfficiënt waarmee het basisbedrag van het abattement moet worden vermenigvuldigd bedraagt 14. De rechten van de gehandicapte persoon A worden berekend alsof hij de enige erfopvolger is in de categorie “tussen anderen”. Hij heeft recht op een voetvrijstelling van 1.000 x 14 = 14.000 euro; zijn netto-erfdeel in de nalatenschap bedraagt 30.000 euro. 30.000 euro (netto-erfdeel) – 14.000 euro (vrijstelling) = 16.000 euro 16.000 euro x 45% = 7.200 euro Om te vermijden dat de overige verkrijgers een voordeel zouden halen uit de afzonderlijke belasting van de gehandicapte, worden hun rechten berekend alsof A niet kan genieten van de vermindering: Som netto-erfdelen (inclusief netto-erfdeel van A) = 120.000 euro, 75.000 euro x 45% = 33.750 euro 45.000 euro x 55% = 24.750 euro Totaal: 58.500 euro Het eindresultaat is dus dat de drie valide verkrijgers ieder 14.625 euro (1/4 van 58.500 euro) betalen en de gehandicapte 7.200 euro. In totaal moet er dus 51.075 euro aan successierechten worden betaald. Het recht op de vrijstelling moet bewezen worden door middel van een attest of een verklaring uitgaande van een instelling of dienst die bevoegd is om de toestand als gehandicapte vast te stellen (bv. Ministerie van Sociale Voorzorg, Mutualiteiten). Het attest of de verklaring wordt bij de aangifte gevoegd of aan het bevoegde kantoor overgemaakt voordat de rechten opeisbaar zijn. Is het attest niet bij de aangifte gevoegd of niet-tijdig op het bevoegde kantoor toegekomen dan worden de rechten berekend zonder toepassing van de vrijstelling, behoudens teruggave wanneer het vereiste attest wordt neergelegd bij de ontvanger binnen 2 jaar na betaling van de rechten. De toekenning van het abattement heeft geen invloed op de andere verminderingen waarop men recht heeft. Deze verminderingen zullen worden berekend alsof het abattement niet zou worden toegekend. Het is evenwel niet de bedoeling dat wanneer het totaal aan verminderingen de rechten overstijgen, een bedrag zou worden uitgekeerd aan de gehandicapte persoon. Het bedrag van de vermindering blijft in dat geval beperkt tot het bedrag van de rechten.
23
2.8. Bossen en gronden gelegen in het VEN
10
Bij decreet van 9 mei 2003 (B.S. 2/6/03) werd een vrijstelling van successierechten ingevoerd voor bossen en gronden gelegen in het VEN. 1.
Vrijstelling van successierechten voor gronden gelegen in het VEN
Er wordt een vrijstelling van successierechten verleend voor de waarde van de onbebouwde onroerende goederen gelegen in het Vlaams Ecologisch Netwerk. Voorwaarden: er mag geen ontheffing voor de betrokken goederen verleend zijn door de administratie bevoegd voor het natuurbehoud; -
in de aangifte van nalatenschap wordt duidelijk om de vrijstelling verzocht;
bij de aangifte van nalatenschap moet een attest gevoegd worden waaruit blijkt dat aan de nodige voorwaarden voldaan is. Deze vrijstelling geldt vanaf de inwerkingtreding van het definitief vastgesteld plan zoals voorzien in het bosdecreet. 2.
Vrijstelling van successierechten voor bossen
Er wordt een vrijstelling van successierechten verleend voor de waarde van de onroerende goederen die te beschouwen zijn als bos. Deze vrijstelling geldt zowel voor de grond- als voor de opstandswaarde. Voorwaarden: -
voor het bos werd een door het bosbeheer goedgekeurd beheersplan opgemaakt;
-
in de aangifte van nalatenschap wordt uitdrukkelijk om de vrijstelling verzocht;
bij de aangifte van nalatenschap moet een attest gevoegd worden, uitgereikt door het Vlaams Gewest, waaruit blijkt dat aan alle voorwaarden voldaan is. De vrijstelling wordt als subsidie verleend gedurende 30 jaar (voor 1/30 per jaar), te rekenen vanaf de datum van het openvallen van de nalatenschap waarvoor de vrijstelling werd bekomen. Voorwaarden: -
de goederen moeten hun aard van bos gedurende 30 jaar blijven behouden;
-
de goederen moeten blijven voldoen aan de bovenstaande voorwaarden;
-
het effectief gevoerde beheer moet overeenstemmen met het goedgekeurde beheersplan.
Bij niet-naleving van deze voorwaarden dient de eigenaar of vruchtgebruiker van het bos de subsidie terug te betalen voor de resterende duur van de periode. Bij de overdracht van de eigendom of het vruchtgebruik van het bos dient de nieuwe verkrijger ingelicht te worden over het bestaan van deze subsidie. Indien dit niet het geval is, dan kan de vorige eigenaar tot schadeloosstelling gehouden worden. 10 Decreet van 9 mei 2003 tot invoering van een vrijstelling van successierechten voor bossen en van een vrijstelling van successierechten en onroerende voorheffing voor gronden gelegen in het VEN.
24
HOOFDSTUK 3: REGELGEVING VAN DE SUCCESSIERECHTEN VOOR FAMILIALE ONDERNEMINGEN
3.1 Vrijstelling Bij erfoverdracht van een familiale onderneming of een familiale vennootschap kan een vrijstelling van successierechten verkregen worden op de totale waarde van de onderneming of aandelen van de vennootschap. Deze vrijstelling is wel aan een aantal voorwaarden gebonden. Deze voorwaarden worden hierna opgesomd.
3.2 Voorwaarden om te kunnen genieten van de vrijstelling Voorwaarde 1 : familiaal karakter van de onderneming Enkel ondernemingen met een ‘familiaal karakter’ komen in aanmerking voor de vrijstelling. Hieronder worden verstaan : • familiale ondernemingen (in de strikte zin van het woord), met name : een nijverheids-, handels-, ambachtsof landbouwbedrijf of een vrij beroep dat door de erflater en/of zijn echtgenoot, al of niet met anderen, persoonlijk wordt geëxploiteerd of uitgeoefend; • familiale vennootschappen. Dit zijn vennootschappen met zetel van werkelijke leiding in één van de lidstaten van de Europese Unie en die - ofwel zelf beantwoorden aan de gestelde participatie- en tewerkstellingsvoorwaarden (zie voorwaarden 2 en 3); - ofwel aandelen en vorderingen houden van/op dochtervennootschappen die aan deze voorwaarden voldoen.
Voorwaarde 2 : minimumparticipatie van 50% De vrijstelling is enkel van toepassing wanneer de erflater en zijn/haar echtgenoot, en eventuele descendenten en hun echtgenoot, de onderneming of vennootschap ‘controleren’, d.w.z. minstens 50% van de aandelen in bezit hebben. Voor de berekening van de participatie (minstens 50%) wordt dus ook rekening gehouden met de activa of aandelen die al in het bezit zijn van de ascendenten of descendenten en hun echtgenoten (bv. doordat de echtgenoot van de erflater vooroverleden is), of van de zijverwanten tot en met de tweede graad en hun echtgenoten, of die in het bezit zijn van de kinderen van vooroverleden broers en zusters van de overledene. Deze aandelen of activa 11 moeten minstens 3 jaar voor het overlijden van de erflater in het bezit van de betrokkenen zijn. Door de participatievoorwaarde op die manier (nl. 50%) te definiëren, kunnen bij ondernemingen die geleid worden door 2 families, beide families van de maatregel genieten. Hetzelfde geldt voor de nalatenschap van 2 niet-gehuwde partners die elk de helft van de onderneming bezitten.
11 Decreet van 19 december 1998 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1999 (B.S. 31.12.1998)
25
De vrijstelling is dus niet van toepassing op ondernemingen waar de controle verspreid is over verschillende familietakken. Immers, hoe verder het aandelenbezit uitgedeind is over verschillende familieleden, hoe kleiner de betrokkenheid en het risiconiveau. Het gaat in dergelijke gevallen eerder om beleggingen dan om risicovolle investeringen. Bij betwisting over de waarde van de aandelen blijft de vrijstelling van toepassing, op voorwaarde dat de aandelen spontaan werden aangegeven. Activa die bijkomend belegd werden in een onderneming in de laatste drie jaar vóór het overlijden worden in principe niet in aanmerking genomen voor de vrijstelling, tenzij de bijkomende belegging beantwoordt aan rechtmatige financiële of economische behoeften. Hetzelfde geldt voor volgestorte kapitaalverhogingen of leningen. Hiermee wordt vermeden dat kort vóór een (te voorzien) overlijden nog belangrijke inbrengen worden verricht om zo nog mee van de vrijstelling te genieten. Deze voorwaarde zal wel ‘met redelijkheid’ worden geïnterpreteerd om een normale werking niet in de weg te staan.
Voorwaarde 3 : Tewerkstellingsvereiste De vrijstelling is ten slotte ook afhankelijk van de voorwaarde dat het bedrijf in de 3 jaren vóór het overlijden minstens 5 in het Vlaamse Gewest tewerkgestelde werknemers telt (uitgedrukt in voltijdse eenheden) én dat de volledige tewerkstelling nog 5 jaar ná het overlijden gehandhaafd blijft. Deze stelregel wordt op 2 punten genuanceerd, met name : • Als de tewerkstelling binnen 5 jaar ná het overlijden toch zou dalen, dan wordt naar verhouding van de daling het normale tarief aangerekend mét intrest, behalve als het voortschrijdend gemiddelde op het einde van elk van de vijf jaren tenminste 50 % bedraagt van het aantal tewerkgestelde personeelsleden bij het overlijden (in dat geval wordt de vrijstelling - voorlopig - behouden). • Bedrijven met minder dan 5 voltijdse werknemers kunnen proportioneel eveneens genieten van de vrijstelling. Voor een onderneming met 4 voltijdse werknemers wordt de vrijstelling toegepast op 80% van de totale waarde van de onderneming. Voor 3 voltijdse werknemers op 60%, voor 2 op 40% en in bedrijven met 1 voltijdse werknemer kan de vrijstelling worden toegepast op 20% van de waarde.
26
Waarom 5 werknemers ?
De grens werd doelbewust op 5 werknemers gelegd. Op die manier wordt voorkomen dat het gelijkheidsbeginsel (m.n. tussen zelfstandigen en werknemers) geschonden wordt. Het bevoordelen van een beperkte groep, zoals met deze regeling in zekere zin het geval is, kan enkel worden gerechtvaardigd als de gemeenschap er als geheel beter van wordt. Anders gaat het om een ongeoorloofde discriminatie. Met deze maatregel wordt wel degelijk een maatschappelijk doel van hogere orde beoogd, met name het bevorderen van de tewerkstelling (in familiale ondernemingen). Met een tewerkstellingscijfer dat lager ligt dan 5 voltijdse werknemers kan men bezwaarlijk spreken van een tewerkstellingsbevorderende maatregel. Om het gelijkheidsbeginsel ten volle te respecteren werd wel bepaald dat bedrijven met minder dan 5 werknemers kunnen genieten van een proportionele verlaging.
3.3 Controle Om te kunnen controleren of de onderneming aan de gestelde voorwaarden voor het verkrijgen van de vrijstelling voldoet, is de onderneming verplicht een jaarrekening op te maken volgens de geldende wetgeving van de plaats waar de maatschappelijke zetel is gevestigd. Op die manier kan effectief gecontroleerd worden of de onderneming aan de voorwaarden voldoet, en dit tot 5 jaar ná het overlijden. Dezelfde voorwaarde tot het voorleggen van een jaarrekening geldt ook voor de 3 jaar die voorafgaat aan de vererving. De erfgenamen, legatarissen of begiftigden moeten, als aanvullende rechten verschuldigd worden tengevolge van het niet langer vervullen van de voorwaarden, een aanvullende aangifte indienen, binnen vijf maanden nadat de verschuldigdheid definitief is komen vast te staan. Na verloop van 5 jaar ná het overlijden, moet aangetoond worden dat de voorwaarden, gesteld voor het behoud van het voordeel, vervuld zijn. 3.4. Formulieren -
Aanvraagformulier tot het bekomen van het attest inzake tewerkstelling en kapitaal
-
Attest inzake tewerkstelling en kapitaal
-
Meldingsformulier
-
Meldingsformulier ná vijf jaar
-
Wijzigend attest inzake tewerkstelling en kapitaal
OPGELET! aanvraagformulieren en meldingsformulieren dienen voortaan verstuurd te worden naar Koning Albert II-laan 19, 4de verdieping, 1210 Brussel De teksten opgenomen in deze brochure zijn enkel informatief en vervangen geenszins de geldende wet- en decreetteksten.
27
BIJLAGE 1 AANVRAAGFORMULIER: tot het bekomen van het attest inzake tewerkstelling en kapitaal tot het bekomen van vrijstelling van de successierechten voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen [toepassing art. 60 bis W. Succ. ingevoegd bij decreet van 20.12.1996 als gewijzigd bij de decreten van 08.07.1997 en 22.12.1999] - Gelieve eerst aandachtig bijgaande toelichting te lezen teneinde dit aanvraagformulier correct en volledig te kunnen invullen ! - Indien de voorziene ruimte in de kolommen en rubrieken van dit formulier niet voldoende is om de gevraagde gegevens in te vullen gelieve deze op een apart blad, met vermelding van de rubriek waarbij zij behoren, toe te voegen. Deze bijlagen dienen genummerd, gedateerd en ondertekend te worden. DEEL 1: IDENTIFICATIEGEGEVENS Het hierbij aangevraagde attest zal dienen om het voordeel te bekomen van artikel 60 bis van het Wetboek der Successierechten voor wat het Vlaamse Gewest betreft. Dit attest zal gevoegd worden bij de aangifte van nalatenschap van : naam en voornaam :........................................................................................................................... geboren op: .................................en overleden op :......................................................................... laatst wonende te :.............................................................................................................................. welke zal ingeleverd worden overeenkomstig art. 38 van het Wetboek der Successierechten ten kantore der successierechten te ....................................................................................................... .......................................................................................[volledig adres van het ontvangkantoor]. Van wie hierna genoemde[n] erfgenaam is [zijn]: Naam
voornaam
adres
graad van verwantschap
1. 2. 3. 4. 5. ... Bovenvermelde personen vragen het attest aan en duiden hierna genoemde aan als hun contactpersoon, aan wie de administratie rechtsgeldig alle mededelingen en betekeningen kan doen: naam en voornaam............................................................................................................................ adres............................................................................................................................................... telefoonnummer .......................................... telefaxnummer .........................................................
29
DEEL 2: IN TE VULLEN RUBRIEKEN I. Familiale onderneming of Familiale vennootschap (*) Vennootschapsvorm: benaming
adres
Handelsregister
BTW-nummer
[*] schrappen wat niet past II. Tewerkstelling tijdens de twaalf kwartalen die het kwartaal van het overlijden voorafgaan uitgedrukt in voltijdse eenheden kwartaal
van
tot
aantal werknemers:
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal 5e kwartaal 6e kwartaal 7e kwartaal 8e kwartaal 9e kwartaal 10e kwartaal 11e kwartaal 12e kwartaal III. Aantal aandelen in een familiale vennootschap gedurende de drie jaren vóór het overlijden van de erflater
Jaar
aantal aandelen in handen van de erflater, zijn/haar echtgeno(o)t(e) of de holdingvennootschap, met vermelding van het percentage
aandelen in handen van descendenten, hun echtgeno(o)t(e) of zijverwanten van de erflater tot en met de tweede graad, met vermelding van het percentage naam en voornaam
30
verwantschap met de erflater
aantal aandelen
IV. A. Precieze omschrijving van de activa in familiale ondernemingen gedurende de drie jaren die het overlijden voorafgaan als bedoeld in artikel 3, § 2, 6° van het besluit van de Vlaamse regering van 18 november 1997 betreffende de vrijstelling van successierechten voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen
jaar van
tot
Waarde overeenkomstig de jaarrekening (in EUR)
1
2
3
IV. B. Precieze omschrijving van de aandelen in familiale vennootschappen gedurende de drie jaren die het overlijden voorafgaan als bedoeld in artikel 3, § 2, 6° van het besluit van de Vlaamse regering van 18 november 1997 betreffende de vrijstelling van successierechten voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen
jaar van
tot
Waarde overeenkomstig de jaarrekening (in EUR)
1
2
3
IV. C. Precieze omschrijving van de vorderingen op familiale vennootschappen gedurende de drie jaren die het overlijden voorafgaan als bedoeld in artikel 3, § 2, 6° van het besluit van de Vlaamse regering van 18 november 1997 betreffende de vrijstelling van successierechten voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen
jaar van
tot
Waarde overeenkomstig de jaarrekening (in EUR)
1
2
3
31
V. Bijkomende beleggingen, kapitaalsverhogingen en/of bijkomende leningen gedurende de 3 jaren die aan het overlijden voorafgaan als bedoeld in artikel 3, § 2, 7° van het besluit van de Vlaamse regering van 18 november 1997 betreffende de vrijstelling van successierechten voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen. Jaar
Precieze omschrijving
1e jaar
Van: ………………………. Tot: ……………………….
2e jaar
Van: ………………………. Tot: ……………………….
3e jaar
Van: ………………………. Tot: ……………………….
Bedrag (in absolute cijfers) (in EUR)
Doel en verantwoording dat deze beantwoorden aan een rechtmatige financiële of economische behoefte
DEEL 3: BIJ ONDERHAVIG FORMULIER TE VOEGEN BIJLAGEN Bij dit aanvraagformulier tot het bekomen van een attest inzake tewerkstelling en kapitaal dienen overeenkomstig artikel 3, § 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 18 november 1997 betreffende de vrijstelling van successierechten voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen voor eensluidend verklaarde afschriften van volgende bescheiden te worden gevoegd: 1° de jaarrekeningen van de drie jaren voorafgaande aan het overlijden van de erflater, opgemaakt overeenkomstig het Koninklijk Besluit van 8 oktober 1976 of overeenkomstig de geldende wetgeving van de plaats waar de maatschappelijke zetel gevestigd is zo deze gelegen is buiten het Vlaamse Gewest ; 2° de RSZ-aangiften van de drie jaren voorafgaande aan het overlijden van de erflater waaruit op ondubbelzinnige wijze het aantal werknemers als bepaald in art. 60 bis, § 5 van het Wetboek der Successierechten uitgedrukt in voltijdse eenheden, van de onderneming of vennootschap gedurende deze jaren blijkt of af te leiden is ; 3° het aandelenregister van de drie jaren voorafgaande aan het overlijden van de erflater waaruit op ondubbelzinnige wijze de participaties als bedoeld in artikel 60 bis, § 1, b] en § 4 van het Wetboek der Successierechten blijken ; 4° facturen, stukken en bescheiden, verslagen van algemene vergaderingen welke de opgegeven motivering van het doel van de in § 1, 7° bedoelde beleggingen, kapitaalsverhogingen en/of leningen staven; 5° het huwelijkscontract indien dit afwijkt van het wettelijk stelsel of het samenlevingscontract.
32
VERKLARING OP EREWOORD Ondergetekenden zijn ervan op de hoogte dat zij overeenkomstig de artikelen 133 e.v. van het Wetboek van Successierechten strafbaar kunnen worden gesteld indien zij wetens en willens onjuiste of onvolledige verklaringen afleggen in deze aanvraag. Ondergetekenden verbinden er zich toe de reglementering betreffende de toekenning van de vrijstelling van de successierechten na te leven en de afdeling Financieel Management alle nodige inlichtingen te verschaffen met betrekking tot deze aanvraag. Ondergetekenden bevestigen op eer dat deze aanvraag oprecht en volledig is. datum:
handtekeningen
VAK VOORBEHOUDEN AAN DE ADMINISTRATIE Datum van ontvangst van de aanvraag
ontbrekende documenten gevraagd op
toegekend dossiernummer
behandeld door
onvolledige aanvraag teruggestuurd voor aanvulling op
Dossier is volledig
ja neen
Ontbrekende documenten en/of aanvullingen ontvangen op
33
BIJLAGE 2 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Algemene Zaken en Financiën Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management Afdeling Financieel Management ATTEST INZAKE TEWERKSTELLING EN KAPITAAL Onderhavig attest wordt afgeleverd bij toepassing van artikel 60 bis van het Wetboek der Successierechten voor wat het Vlaamse Gewest betreft ingevoegd bij decreet van 20 december 1996 houdende maatregelen tot begeleiding van de begroting 1997, als gewijzigd bij decreet van 8 juli 1997 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 1997 en 22 december 1999 houdende bepalingen tot begeleiding van de aanpassing van de begroting 2000 aan: namen, voornamen en adressen:
die onderhavig attest aangevraagd hebben op : in hun hoedanigheid van erfgenamen van: naam en voornaam : .......................................................................................................................... geboren op ....................................................en overleden op....................................................... wiens aangifte van nalatenschap ingeleverd zal worden overeenkomstig art. 38 van het Wetboek der Successierechten ten kantore der successierechten te .............................................................. ......................................................................................................................................................................................................... .................................................................................................... en die hierna genoemde aangeduid hebben als hun contactpersoon, aan wie de administratie rechtsgeldig alle mededelingen en betekeningen kan doen: naam en voornaam: ....................................................................................................................... adres: ............................................................................................................................................ telefoonnummer:................................telefaxnummer :...................................................................
betreffende de familiale onderneming familiale vennootschap.............................................................................. met zetel te ................................................................................................................................... ingeschreven in het Handelsregister van ........................onder nummer ...................................... en met als BTW-nummer: .............................................................................................................
34
BESLISSING VAN DE ADMINISTRATIE (passend punt aankruisen en vervolledigen)
1.
Er is voor de familiale vennootschap voldaan aan de participatievoorwaarde zoals bepaald in artikel 60bis, § 1, b van het Wetboek der Successierechten voor wat het Vlaamse Gewest betreft;
2.
De familiale onderneming of familiale vennootschap voldoet aan de tewerkstellingsvoorwaarde zoals bepaald in artikel 60bis, § 5 van het Wetboek der Successierechten voor wat het Vlaamse Gewest;
3.
Gelet op een tewerkstelling van …… werknemers in het ……. de kwartaal voor het kwartaal van het overlijden van de erflater wordt de toepassing van de vrijstelling beperkt tot ……….. % van de nettowaarde bedoeld in artikel 60bis, § 1 van het Wetboek der Successierechten voor wat het Vlaamse Gewest betreft; Volgende aandelen komen in aanmerking voor de vrijstelling: Aantal:
Precieze aard:
Percentage:
De volgende vorderingen komen in aanmerking voor de vrijstelling: Omschrijving:
Verwijzing naar de jaarrekening:
De volgende activa komen in aanmerking voor de vrijstelling: Omschrijving:
Verwijzing naar de jaarrekening:
35
4.
De bijkomende beleggingen, kapitaalsverhogingen en /of bijkomende leningen vermeld in vak V van rubriek 2 van de aanvraag voor een bedrag (in absolute cijfers) van ………………………..(in EUR) beantwoorden aan een rechtmatige economische of financiële behoefte en komen bijgevolg in aanmerking voor de vrijstelling van successierechten als bepaald in artikel 60bis, § 1 van het Wetboek der Successierechten voor wat het Vlaamse Gewest betreft; De volgende beleggingen, kapitaalsverhogingen en/of bijkomende leningen, vermeld in vak V van rubriek II van de aanvraag komen in aanmerking voor de vrijstelling: Omschrijving:
Bedrag (in absolute cijfers) in EUR:
Waarde balans (in EUR):
5.
De bijkomende beleggingen, kapitaalsverhogingen en /of bijkomende leningen vermeld in vak V van rubriek 2 van de aanvraag voor een bedrag (in absolute cijfers) van ………………….. (in EUR) beantwoorden niet aan een rechtmatige economische of financiële behoefte en komen bijgevolg niet in aanmerking voor de vrijstelling van successierechten als bepaald in artikel 60bis, § 1 van het Wetboek der Successierechten voor wat het Vlaamse Gewest; De volgende beleggingen, kapitaalsverhogingen en/of bijkomende leningen, vermeld in vak V van rubriek II van de aanvraag komen niet in aanmerking voor de vrijstelling: Omschrijving:
Bedrag (in absolute cijfers) in EUR:
Waarde balans (in EUR):
6.
De vrijstelling van de successierechten als bepaald in artikel 60bis, § 1 van het Wetboek der Successierechten voor wat het Vlaamse Gewest betreft, wordt derhalve toegestaan op de volgende aandelen:
Onderhavig attest met dossiernummer .................wordt afgeleverd op ................................
Namens de Vlaamse regering, de gemachtigde ambtenaar
36
Belangrijke mededeling willig of oneigenlijk beroep: Tegen onderhavige beslissing kan een met redenen omkleed bezwaarschrift ingediend worden per aangetekende brief binnen de drie maanden na datum van deze beslissing aan het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Algemene Zaken en Financiën, Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management, Boudewijnlaan 30, te 1000 Brussel Beroep bij de rechtbank van eerste aanleg: Tegen deze beslissing kan beroep ingesteld worden bij de rechtbank van eerste aanleg overeenkomstig de artikelen 569, 32°, 632, 1385decies en 1385undecies van het Gerechtelijk Wetboek.
37
BIJLAGE 3 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Algemene Zaken en Financiën Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management Afdeling Financieel Management Boudewijnlaan 30, 1000 Brussel
MELDINGSFORMULIER: - Gelieve eerst aandachtig bijgaande toelichting te lezen teneinde dit aanvraagformulier correct en volledig te kunnen invullen ! - Indien de voorziene ruimte in de kolommen en rubrieken van dit formulier niet voldoende is om de gevraagde gegevens in te vullen gelieve deze op een apart blad, met vermelding van de rubriek waarbij zij behoren, toe te voegen. Deze bijlagen dienen genummerd, gedateerd en ondertekend te worden. DEEL 1: IDENTIFICATIEGEGEVENS betreffende: het attest inzake tewerkstelling en kapitaal tot het bekomen van het verlaagd tarief van de successierechten voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen dossiernummer .............. aan hierna genoemden afgeleverd op ................. [toepassing art. 60 bis, § 11, tweede tot vijfde lid W.Succ. ingevoegd bij decreet van 20.12.1996 als gewijzigd bij de decreten van 08.07.1997 en 22.12.1999] met betrekking tot de nalatenschap van: naam en voornaam :..................................................................................................................... geboren op .............................................en overleden op............................................................ laatst wonende te ......................................................................................................................... Waarvan de aangifte van nalatenschap werd ingeleverd of zal ingeleverd worden overeenkomstig art. 38 van het Wetboek der Successierechten ten kantore der successierechten te..................... ................................................................... [volledig adres van het ontvangkantoor]................... op ........................................ en er ingeschreven onder nummer.................................................. Van wie hierna genoemde[n] erfgenaam is [zijn] en de vrijstelling van successierechten voor familiale ondernemingen of familiale vennootschappen aanvraagt/aanvragen overeenkomstig artikel 60 bis van het Wetboek der Successierechten voor wat het Vlaamse Gewest betreft: naam 1. 2. 3. 4. 5. ...
38
Voornaam
adres
graad van verwantschap
Bovenvermelde personen vragen het attest aan en duiden hierna genoemde aan als hun contactpersoon, aan wie de administratie rechtsgeldig alle mededelingen en betekeningen kan doen: naam en voornaam ............................................................................................................................ adres ............................................................................................................................................. telefoonnummer ....................................... telefaxnummer...........................................................
DEEL 2: IN TE VULLEN RUBRIEKEN
I. Familiale onderneming Of Familiale vennootschap (*)
Vennootschapsvorm: Benaming
Adres
Handelsregister
BTW-nummer
[*] schrappen wat niet past II. Overdracht van aandelen in een familiale vennootschap [*] II A. Zijn sinds het jaar waarin de erflater is overleden alle aandelen van de familiale vennootschap in het bezit gebleven van de erfgenamen die de vrijstelling hebben verkregen?
JA NEEN
II B. Zo het antwoord bij II A. neen is, geef hieronder per erfgenaam het aantal en de wijze waarop de aandelen werden overgedragen
A Naam en voornaam van de erfgenaam die aandelen heeft overgedragen
B Overdracht door erfenis
Aantal en percentage
Verkrijger
Verwantschap met erfgenaam in kolom A
C Aantal aandelen en percentage die op een andere wijze werden overgedragen
[*] rubrieken II A en II B dienen enkel ingevuld indien een evenredige vrijstelling werd toegekend omdat de familiale vennootschap in het Vlaamse Gewest minder dan 5 werknemers in één der 12 kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van het overlijden van de erflater hierbij dient dan tevens het bewijs van aandeelhouderschap geleverd te worden met o.m. aandelenregisters, of verslagen van algemene vergaderingen
39
III. Wijzigingen inzake het belegd vermogen of het kapitaal en de vorderingen door uitkeringen of terugbetalingen.
Wijzigingen inzake het belegd vermogen Oorspronkelijk vermogen
Gewijzigd vermogen vanaf: ………………………………….
Bedrag (in EUR):
Bedrag (in EUR):
Wijzigingen inzake het kapitaal Oorspronkelijk kapitaal
Gewijzigd kapitaal vanaf: ………………………………….
Bedrag (in EUR):
Bedrag (in EUR):
II. Wijzigingen inzake de vorderingen Oorspronkelijke vorderingen
Gewijzigde vorderingen vanaf: .…………………………….
Bedrag (in EUR):
Bedrag (in EUR): DEEL 3: BIJ ONDERHAVIG FORMULIER TE VOEGEN BIJLAGEN
Bij dit meldingsformulier dient het nummer van het verleende attest genoemd in artikel 4, te worden vermeld, alsook het aandelenregister en/of de stukken waaruit de wijziging blijkt. VERKLARING OP EREWOORD Ondergetekenden zijn ervan op de hoogte dat zij overeenkomstig de artikelen 133 e.v. van het Wetboek van Successierechten strafbaar kunnen worden gesteld indien zij wetens en willens onjuiste of onvolledige verklaringen afleggen in deze aanvraag. Ondergetekenden verbinden er zich toe de reglementering betreffende de toekenning van de vrijstelling van de successierechten na te leven en de afdeling Financieel Management alle nodige inlichtingen te verschaffen met betrekking tot deze aanvraag. Ondergetekenden bevestigen op eer dat deze aanvraag oprecht en volledig is. datum:
handtekeningen
VAK VOORBEHOUDEN AAN DE ADMINISTRATIE
datum van ontvangst van de aanvraag
ontbrekende documenten gevraagd op
40
Toegekend dossiernummer
behandeld door
dossier is volledig
ja neen
Onvolledige aanvraag teruggestuurd voor ontbrekende documenten en/of aanvulling op aanvullingen ontvangen op
BIJLAGE 4 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Algemene Zaken en Financiën Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management Afdeling Financieel Management Boudewijnlaan 30, 1000 Brussel
MELDINGSFORMULIER NA VIJF JAAR -
Gelieve eerst aandachtig bijgaande toelichting te lezen teneinde dit formulier correct en volledig te kunnen invullen!
-
Indien de voorziene ruimte in de kolommen en rubrieken van dit formulier niet voldoende is om de gevraagde gegevens in te vullen gelieve deze op een apart blad, met vermelding van de rubriek waarbij zij behoren, toe te voegen. Deze bijlagen dienen genummerd, gedateerd en ondertekend te worden.
Betreffende:
het attest inzake tewerkstelling en kapitaal tot het bekomen van vrijstelling van de successierechten voor familiale ondernemingen en familiale vennootschappen Dossiernummer……………………aan hierna genoemden afgeleverd op………………………………
(toepassing art. 60bis, § 11, tweede tot vijfde lid W. Succ. ingevoegd bij decreet van 20.12.1996, als gewijzigd bij de decreten van 08.07.1997, 19.12.1998, 18.05.1999 en 22.12.1999) met betrekking tot de nalatenschap van: naam en voornaam:……………………………………………………………………………….. geboren op:…………………………….en overleden op:………………………………………... laatst wonende te…………………………………………………………………………………. Waarvan de aangifte van nalatenschap werd ingeleverd of zal ingeleverd worden overeenkomstig art. 38 van het Wetboek der Successierechten ten kantore der successierechten te ………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………….(volledig adres van het ontvangkantoor) op…………………………………en er ingeschreven onder nummer…………………………………………….. Van wie hierna genoemde(n) erfgenaam is (zijn) en de vrijstelling van successierechten voor familiale ondernemingen of familiale vennootschappen aanvraagt/aanvragen overeenkomstig artikel 60bis van het Wetboek der Successierechten voor wat het Vlaamse Gewest betreft:
Naam
Voornaam
Adres
Graad van verwantschap
1. 2. 3. 4. 5. Bovenvermelde personen duiden hierna genoemde aan als hun contactpersoon, aan wie de administratie rechtsgeldig alle mededelingen en betekeningen kan doen: Naam en voornaam:………………………………………………………………………………………….. Adres:………………………………………………………………………………………………………… Telefoonnummer:……………………………………telefaxnummer:………………………………………
41
DEEL 2: IN TE VULLEN RUBRIEKEN I. Familiale onderneming of Familiale vennootschap (*) Vennootschapsvorm: Benaming
Adres
Handelsregister
BTW-nummer
(*) schrappen wat niet past Deze melding dient vijf jaar na overlijden te gebeuren met het oog op de berekening van het voortschrijdend gemiddelde aantal in het Vlaams Gewest tewerkgestelde personeelsleden. II. Tewerkstelling tijdens de vier kwartalen van het 1e jaar dat volgt op de datum van het overlijden uitgedrukt in voltijdse eenheden (*) Kwartaal e 1 kwartaal
Van
Tot
Aantal werknemers:
2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Tewerkstelling tijdens de vier kwartalen van het 2e jaar dat volgt op de datum van het overlijden uitgedrukt in voltijdse eenheden (*) Kwartaal
Van
Tot
Aantal werknemers:
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal Tewerkstelling tijdens de vier kwartalen van het 3e jaar dat volgt op de datum van het overlijden uitgedrukt in voltijdse eenheden (*) Kwartaal
Van
Tot
Aantal werknemers:
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Tewerkstelling tijdens de vier kwartalen van het 4e jaar dat volgt op de datum van het overlijden uitgedrukt in voltijdse eenheden (*) Kwartaal e 1 kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
42
Van
Tot
Aantal werknemers:
Tewerkstelling tijdens de vier kwartalen van het 5e jaar dat volgt op de datum van het overlijden uitgedrukt in voltijdse eenheden (*) Kwartaal
Van
Tot
Aantal werknemers:
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal (*) bij te voegen documenten: de R.S.Z.-aangiften van de 4 kwartalen waarvoor in rubriek II het aantal werknemers is opgegeven. III. OVERDRACHT VAN AANDELEN IN EEN FAMILIALE VENNOOTSCHAP (*) III A. Zijn in de periode van vijf jaar na het overlijden van de erflater alle aandelen van de familiale vennootschap in het bezit gebleven van de erfgenamen die de vrijstelling hebben verkregen?
JA NEEN
III B. Zo het antwoord bij III A neen is, geef hieronder per erfgenaam het aantal en de wijze waarop de aandelen werden overgedragen A Naam en voornaam van de erfgenaam die aandelen heeft overgedragen
B
C Aantal aandelen en percentage die op een andere wijze werden overgedragen
Overdracht door erfenis
Aantal en percentage
Verkrijger
Verwantschap met erfgenaam in kolom A
(*) rubrieken III A en III B dienen enkel ingevuld indien een evenredig verlaagd tarief werd toegekend omdat de familiale vennootschap in het Vlaamse Gewest minder dan 5 werknemers telde, uitgedrukt in voltijdse eenheden, in één der 12 kwartalen voorafgaand aan het kwartaal van het overlijden van de erflater. Hierbij dient dan tevens het bewijs van aandeelhouderschap geleverd te worden met o.m. aandelenregisters of verslagen van algemene vergaderingen.
DEEL 3: BIJ ONDERHAVIG FORMULIER TE VOEGEN BIJLAGEN Bij dit meldingsformulier dient het nummer van het verleende attest genoemd in artikel 4, te worden vermeld, alsook een afschrift van de RSZ-aangiften, van het aandelenregister en/of van de stukken waaruit de wijziging blijkt. VERKLARING OP EREWOORD Ondergetekenden zijn ervan op de hoogte dat zij overeenkomstig de artikelen 133 e.v. van het Wetboek van Successierechten strafbaar kunnen worden gesteld indien zij wetens en willens onjuiste of onvolledige verklaringen afleggen in deze aanvraag. Ondergetekenden verbinden er zich toe de reglementering betreffende de toekenning van de vrijstelling van de successierechten na te leven en de afdeling Financieel Management alle nodige inlichtingen te verschaffen met betrekking tot deze aanvraag. Ondergetekenden bevestigen op eer dat deze aanvraag oprecht en volledig is. datum:
handtekeningen
43
VAK VOORBEHOUDEN AAN DE ADMINISTRATIE
datum van ontvangst van de aanvraag
ontbrekende documenten gevraagd op
44
toegekend dossiernummer
behandeld door
dossier is volledig
ja neen
onvolledige aanvraag teruggestuurd voor ontbrekende documenten en/of aanvulling op aanvullingen ontvangen op
BIJLAGE 5 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Algemene Zaken en Financiën Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management Afdeling Financieel Management Boudewijnlaan 30, 1000 Brussel WIJZIGEND ATTEST INZAKE TEWERKSTELLING EN KAPITAAL
Onderhavig attest wordt afgeleverd bij toepassing van artikel 60 bis van het Wetboek der Successierechten voor wat het Vlaamse Gewest betreft ingevoegd bij decreet van 20 december 1996 houdende maatregelen tot begeleiding van de begroting 1997, zoals gewijzigd bij de decreten van 8 juli 1997 en 22 december 1999. Gezien het eerste attest d.d. .................................... afgeleverd aan: naam
Voornaam
adres
1. 2. 3. 4. 5. ...
erfgenamen van naam en voornaam van de erflater:............................................................................................. overleden op:................................................................................................................................ aan wie de vrijstelling van de successierechten werd toegestaan op de volgende activa en/of aandelen en vorderingen: Activa:
Aandelen:
Vorderingen:
betreffende de familiale onderneming of familiale vennootschap met zetel te .............................. ingeschreven in het Handelsregister van ....................................................................................... onder nummer ...............................................................................................................................
45
Overwegende dat een wijziging opgetreden is inzake : TEWERKSTELLING
[1]
BELEGD VERMOGEN AANDELENBEZIT
[1] betreffende vak aankruisen en overeenstemmende rubriek hieronder vervolledigen als volgt gemeld door de erfgenamen met het meldingsformulier van …………………………….
I. Wijziging inzake de tewerkstelling Daling van ……………… tot ……………………. voltijdse werknemers in het kwartaal tot en met het …………………. kwartaal van het overlijden van de erflater, hetzij een daling met ………………………… %
II. Wijzigingen inzake het belegd vermogen Oorspronkelijk vermogen
Gewijzigd vermogen vanaf: ………………………………….
Bedrag (in EUR):
Bedrag (in EUR):
III. Wijziging inzake het aandelenbezit Oorspronkelijke participatie van de erfgenaam Naam
Gewijzigde participatie %
%
IV. Wijzigende beslissing van de administratie (passende beslissing aankruisen en vervolledigen) 1.
Er is op grond van de verstrekte gegevens en stukken niet meer voldaan aan de voorwaarden van artikel 60bis van het Wetboek der Successierechten om de vrijstelling van successierechten te bekomen. DE VRIJSTELLING VERVALT GEHEEL. De volgende activa en/of aandelen moeten aan het tarief van artikel 48 van het Wetboek der Successierechten worden belast:
2.
Ingevolge de wijziging (en) VERVALT DE VRIJSTELLING GEDEELTELIJK. De volgende activa en/of aandelen moeten aan het tarief van artikel 48 van het Wetboek der Successierechten worden belast:
Onderhavig attest wordt afgeleverd op ........... en vervangt het attest van ..................... Namens de Vlaamse regering, de gemachtigde ambtenaar
46
MEER INFORMATIE?
Voor meer informatie m.b.t. successierechten kunt u onder meer terecht bij : -
het Ministerie van Financiën, AKRED;
-
het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap voor vrijstelling van familiale ondernemingen en familiale vennootschappen;
-
een notaris
-
de Vlaamse Infolijn op het nummer 0800-3 02 01
-
de website www.vlaanderen.be/belastingen
47
Samenstelling : Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Financieel Management Verantwoordelijke uitgever : Hedwig Van der Borght Directeur-generaal Administratie Budgettering, Accounting en Financieel Management Koning Albert II-laan 19, 6de verdieping, 1210 Brussel Grafische vormgeving: Afdeling Communicatie en Ontvangst Depotnummer: D/2004/3241/124 Druk: Drukkerij Van In Uitgave: juni 2004
48