Export-update november 2013 0. Samenvatting en conclusies De Nederlandse uitvoerwaarde is over de periode januari-mei 2013 met 0,2% in waarde gestegen t.o.v. dezelfde periode in 2012. Deze bescheiden groei is te danken aan de hogere afzet in Europa. Op de andere continenten was per saldo sprake van een terugloop. Het onderliggende beeld wisselt echter sterk van land tot land, ongeacht het continent. Krimp- en groeimarkten liggen naast elkaar. De vooruitlopende indicatoren – als het Nederlandse productenvertrouwen en de orderportefeuille van Europese industriële ondernemingen – wijzen op gunstigere omstandigheden voor Nederlandse exporteurs dan enkele maanden geleden. Volgens het CPB versnelt de Nederlandse exportgroei in 2013 en 2014. De exportkansen verbeteren in met name Europa. Wel blijft de verwachte uitvoergroei onder het langjarige gemiddelde liggen.
1. Exportrealisaties Over de periode januari-mei exporteerde Nederland voor 180,0 miljard euro aan goederen, tegenover 179,7 miljard euro in dezelfde periode in 2012. Daarmee lag de uitvoerwaarde krap 0,2% hoger (zie tabel 1)1. Het groeitempo ligt hiermee duidelijk lager dan in 2012. Toen nam de Nederlandse exportwaarde met 5,4% toe t.o.v. 2011. De bescheiden groei in de eerste vijf maanden van 2013 is vooral het resultaat van een iets grotere vraag naar Nederlands product in Europese landen. Buiten Europa kromp de Nederlandse afzet per saldo. Ondanks de lichte afzetstijging in Europa is onderliggend sprake van een uiteenlopend beeld. Krimp- en groeimarkten liggen naast elkaar (zie tabel 3 in de bijlage). Onze grootste handelspartner Duitsland nam in de periode januari-mei 2013 voor 1,0% meer af (t.o.v. dezelfde periode in 2012), terwijl nummer 2 – België – voor 1,9% meer aan Nederlandse goederen kocht. Frappant was de lichte stijging van 0,1% die eurocrisisland Griekenland boekte. De goederenexport naar een andere al langer kwakkelende economie - Italië - nam zelfs met 3,4% toe2. Naar het Verenigd Koninkrijk steeg de Nederlandse goederenuitvoer met 4,5%, naar Zweden met 7,4% en naar Noorwegen met 7,7%. Polen – de 8e Nederlandse exportmarkt - deed het met een plus van 8,7% nog iets beter. Rusland nam voor 8,5% meer af. Dalers waren er echter ook: de uitvoerwaarde naar Frankrijk (exportmarkt nr. 3) kromp met 4,4%, de uitvoer naar Spanje verminderde met 6,4%, die naar Oostenrijk met 2,2% en de export naar Zwitserland met 0,7%.
1
Dit gematigde groeitempo van de goederenexport spoort met de pas op de plaats in de goederenoverslag in de Rotterdamse haven. Over de eerste negen maanden van 2013 werd op de haventerminals 332 miljoen ton overgeslagen, 0,1% minder dan in dezelfde periode in 2012.
Al eerder verraste Italië in dit opzicht positief: ondanks de zwakke ontwikkeling van de Italiaanse economie is de Nederlandse goederenuitvoer naar Italië ook in de afgelopen jaren gestegen. 2
Wisselend beeld op Amerikaanse continent Afgezien van Oceanië daalde de export naar alle niet-Europese landen gezamenlijk. Vooral op het Amerikaanse continent liet de uitvoer in de periode januari-mei 2013 (met een daling met 6,3%) een flinke veer (zie tabel 1). De VS waren daarbij met een teruggang met 13,2% een van de grootste dalers3. Ook Brazilië behoorde met een daling van 15,9% tot deze categorie. Daarentegen liep de exportwaarde naar Canada in de genoemde periode met 34,8% op. Argentinië en Chili lieten met een plus van respectievelijk 35,1% en 39,7% een vergelijkbare hoge groei zien. De exportwaarde naar Mexico boekte ook een plus, maar van ‘slechts’ 2,2%. Tabel 1 – Nederlandse exportontwikkeling (goederenuitvoer, bedragen x 1.000 euro, tenzij anders aangegeven)
Totale Nederlandse uitvoerwaarde
Januari-mei 2012 179.672.765
Januari-mei 2013 179.975.121
%-mutatie t.o.v. voorgaand jaar 0,2
Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal
141.138.298 6.379.186 13.703.797 17.408.141 1.043.341
142.741.739 6.269.845 12.833.649 16.990.144 1.139.745
1,1 -1,7 -6,3 -2,4 9,2
Europa Afrika Amerika Azië Oceanië
Bron: Agentschap NL, 2013 en CBS, 2013.
Ook in Azië en Afrika liggen groei- en krimpmarkten naast elkaar De Nederlandse goederenuitvoer naar Azië leverde in de eerste vijf maanden van 2013 eveneens een wisselend plaatje op. Hong Kong pluste 4,9%, terwijl de uitvoer naar China juist met 2,1% terugviel. Vietnam liet een stijging zien van 5,4% en de export naar Taiwan groeide met 6,6%. India daarentegen nam voor 20,2% minder aan Nederlands product af, de export naar Thailand kromp met 10,6% en naar Singapore 15,3%. Anderzijds groeide de uitvoer naar Japan met 7,7% in waarde. In Afrika was het beeld vergelijkbaar. Wel liet dit continent per saldo de geringste daling zien . Enkele uiterste: de uitvoerwaarde naar Nigeria – de grootste Nederlandse afzetmarkt op het Afrikaanse continent - daalde met 15,1%, terwijl de export naar Senegal met 187,9% groeide.
2. Vooruitlopende indicatoren Vooruitlopende indicatoren – als het Nederlandse productenvertrouwen, de orderportefeuille van Europese industriële ondernemingen en de DNB-conjunctuurindicator – wijzen op gunstigere omstandigheden voor internationaal ondernemende Nederlandse bedrijven dan enkele maanden geleden4. Van uitbundigheid is echter geen sprake. Hieronder wordt een tweetal indicatoren
3
Doordat de VS een grote- vijfde - exportmarkt voor Nederland zijn, tikt een daling op deze markt sterk door in de totale Nederlandse goederenuitvoer. In de periode januari-mei 2013 bedroeg de export naar de VS 7,6 miljard euro. Daarmee zijn de VS de grootste afzetmarkt buiten Europa. 4
Hetzelfde geldt voor de zogeheten CBS-Conjunctuurklok. Deze schetst aan de hand van een groot aantal indicatoren een beeld van de gehele Nederlandse economie. Indicatoren zijn onder meer de ontwikkeling van het aantal vacatures, werkgelegenheid, uitvoer, investeringen, consumentenvertrouwen. Het conjunctuurbeeld van eind oktober wijst volgens het CBS op de fase richting economisch herstel.
uitgelicht.
A. Exportradar Volgens de CBS-Exportradar5 van oktober 2013 waren er meer verbeteringen dan verslechteringen in de omstandigheden voor de export. Het beeld was een stuk gunstiger dan in september. Vijf van de zes indicatoren lieten in oktober een verbetering zien. Zo sloeg de krimp van de Duitse industriële productie om in een groei. En de stijging van de reële wisselkoersen (euro v.v. Britse pond, US dollar, yen, etc.) was minder dan in de voorgaande maand. Verder verbeterde in Duitsland het producentenvertrouwen net als in de gehele eurozone. De Europese ondernemers in de industrie waren ook wat minder negatief over hun buitenlandse orderpositie. Daarentegen waren de Nederlandse ondernemers in de industrie somberder over hun buitenlandse orderpositie. B. Producentenvertrouwen De stemming van de ondernemers in een sterk exportgeoriënteerde sector, de industrie, verbeterde in oktober aanzienlijk. Het producentenvertrouwen steeg van -2,8 in september naar -0,5. Dat is het hoogste niveau sinds oktober 2011 (zie fig. 1).
Fig. 1 – Vertrouwen Nederlandse producenten
Het producentenvertrouwen is samengesteld uit drie deelindicatoren: 1) het oordeel over de orderpositie, 2) het oordeel over de voorraden gereed product en 3) de verwachte productie in de komende drie maanden. De ondernemers waren veel positiever over de verwachte bedrijvigheid.
5
De CBS-exportradar geeft aan de hand van zes indicatoren een beeld van de exportomstandigheden op een bepaald moment. Op deze manier kan ook de ontwikkeling in de tijd worden gevolgd. De omstandigheden voor Nederlandse exporteurs worden in sterke mate bepaald door de ontwikkelingen op de belangrijkste afzetmarkten voor Nederlandse export (Duitsland en de rest van het eurogebied) en door de ontwikkeling van de Nederlandse concurrentiepositie. De zes indicatoren zijn: 1) Het saldo van positieve en negatieve antwoorden van de Nederlandse ondernemers in de industrie op de vraag: “Beoordeelt u de buitenlandse orderpositie als groot, normaal of klein?”; 2) De jaar-op-jaar-mutatie van de reële effectieve wisselkoers; 3) Het niveau van het producentenvertrouwen van de Duitse industrie; 4) De jaar-op-jaar-mutatie van de industriële productie in Duitsland; 5) Het niveau van het producentenvertrouwen van de industrie in de eurozone; en 6) Het saldo van positieve en negatieve antwoorden van de Europese ondernemers in de industrie op de vraag: “Beoordeelt u de buitenlandse orderpositie als groot, normaal of klein?”.
Verder waren ze minder negatief over hun orderpositie dan in september. Hun oordeel over de voorraden daarentegen verslechterde iets.
3. Exportramingen Volgens het CPB zet de uitvoergroei van de afgelopen jaren in 2013 en 2014 licht versneld door (zie tabel 2). De versnelling hangt nauw samen met de aantrekkende wereldhandel. De groeitempo hiervan loopt op van 0,7% in 2012 via 1,5% dit jaar tot 3,75% in 2014. Ondanks de versnelling ligt de verwachte groei van zowel de Nederlandse uitvoer als de wereldhandel nog onder het langjarige gemiddelde.
CPB staat niet alleen Naast het CPB zijn ook DNB-president Klaas Knot en diverse bank-economen gematigd positief gestemd over de Nederlandse economie. Daaraan draagt ook een positiever beeld over de uitvoer bij. Zo voorspelt DNB een uitvoergroei van 2,7% in 2013, 4,3% in 2014 en 5,6% in 2015. En de Rabobank verwacht dat de groei van het Nederlandse uitvoervolume toeneemt van 2,25% dit jaar tot 4,5% in 2014. Wel bestaat een grote mate van onzekerheid. Van een robuust economisch herstel is geen sprake. Dit blijkt mede uit de wisselende realisatiecijfers en vertrouwensindicatoren in de afgelopen maanden. Bron: CPB, DNB, Het Financieele Dagblad en Rabobank, 2013.
Bovenstaande groeiverwachting baseert het CPB op vooral de economische ontwikkelingen in het eurogebied. Die laten voorzichtige tekenen van conjunctureel herstel zien. Het CPB verwacht dat de Nederlandse exportsector kan ‘meevaren’ op het groeiherstel in Europa. Nederland is immers sterk verweven met de Europese economie. Buiten Europa blijven de groeivooruitzichten zwak, aldus het CPB. De Amerikaanse economie groeit weliswaar, maar langzaam. Tevens bedreigen de begrotingsperikelen het herstel, op het lopende kwartaal hebben ze al een negatief effect. Tegelijkertijd blijft de onzekerheid hierover voorlopig ‘boven de markt hangen’, omdat de Democraten en Republikeinen nog geen structurele oplossing hebben gevonden. Verder vertraagt de groei in grote opkomende economieën, als Brazilië en India. Voor menig opkomende economie hebben diverse ramingsinstituten de groeiverwachtingen neerwaarts aangepast. Deze aanpassing is een gevolg van onder meer begrensde productiecapaciteit, dalende grondstofprijzen en oplopende rentes in ontwikkelde markten (OECDlanden). In de tabel 4 van de bijlage staan ramingen van de exportkansen (importramingen) voor vele afzonderlijke landen6.
6
Belangrijk is om de importramingen te bedenken dat in afzetmarkten die vanuit macroperspectief krimpen er toch ruimte kan zijn voor afzetgroei. Andersom geldt hetzelfde. Op exportmarkten die sterk groeien, kan de afzet van bepaalde Nederlandse goederen juist teruglopen. Het hangt sterk af van de sector waarin een Nederlandse exporteur actief is. Daarbij komt dat de feitelijk afzetontwikkeling ook weer afhangt van de individuele concurrentiepositie van Nederlandse exporteurs (als zijn prijs/kwaliteit-verhouding en het al dan niet goed kennen van de do's en don'ts van het lokale zakendoen).
CPB: Nederlandse bedrijfsleven heeft sterke concurrentiepositie De mondiale maatschappelijke uitdagingen bieden volgens het CPB het Nederlandse bedrijfsleven volop kansen. Het CPB noemt hierbij de verduurzaming van productie en consumptie en schaarste aan grondstoffen, water en voedsel. Het Nederlandse bedrijfsleven behoort in verschillende sectoren die hiervoor oplossingen kunnen bieden, tot de wereldtop. Denk aan de inzet van Nederlandse bedrijven in New Orleans en mogelijk in New York voor de bescherming tegen water, het gebruik van hoogwaardige landbouwzaden in ontwikkelingslanden en aan de Nederlandse machines van ASML die wereldwijd in de halfgeleiderindustrie worden ingezet. Sowieso is de Nederlandse exportsector volgens het CPB concurrerend. Bemoedigend in dit verband is volgens het CPB dat al drie jaar op rij het aantal exporterende bedrijven in Nederland toeneemt. “Steeds meer bedrijven zien en benutten verdienkansen over de grens.” Bron: CPB, 2013.
Tabel 2 - CPB-ramingen (%-volumemutaties t.o.v. het voorgaande jaar, tenzij anders aangegeven) Gemiddelde
2012
2013
2014
jaarlijkse groei 19962012 BBP
2,0
-1,2
-1,25
0,5
Relevante
4,5
0,7
1,5
3,75
5,6
1,9
2,75
4,25
2,1
0,7
1
3,5
10,1
3
4,25
5
wereldhandel Nederlandse goederenuitvoer -w.v. 'Made in Holland' -w.v. wederuitvoer Bron: CPB, 2013 en Agentschap NL, 2013.
Agentschap NL, 1 november 2013 Stafafdeling Bestuursondersteuning, Strategie en Communicatie (BSC/DM&I) Ron Hogenboom
Bijlagen Tabel 3 – Ontwikkeling goederenuitvoer (bedragen x 1.000 euro, tenzij anders aangegeven)
Wereld Afghanistan Albanië Algerije Andorra Angola Anguilla Argentinië Armenië Aruba Australië Azerbeidzjan Bahama’s Bahrein Bangladesh Barbados België Belize Benin Bermuda Bhutan Birma Bolivia Bosnië-Herzegovina Botswana Brazilië Brunei Darussalam Bulgarije Burkina Faso Burundi Cambodja Canada Centraal-Afrikaanse Republiek Chili China Colombia Comoren Congo Congo (Democratische Republiek) Costa Rica Cuba Cyprus Denemarken Djibouti Dominica Dominicaanse Republiek Duitsland Ecuador Egypte
Januari-mei 2012 179.672.765 45958 12013 254856 7150 114880 291 358714 19244 27745 919367 61393 75130 61286 57708 3812 20417904 1834 45149 6990 212 3103 16448 40610 2228 1156379 6123 233747 19371 1823 4806 839819 3175 140352 3213108 117092 2084 38168 45069 27800 30183 175964 2227303 9433 1127 34446 43860466 66153 728733
Januari-mei 2013 179.975.121 22105 16137 529223 6663 153808 260 484578 16594 33347 966840 90916 12291 53616 58014 2982 20806564 2009 45330 1875 185 2141 47920 43178 4263 972332 16065 266509 23871 2356 5707 1131765 9231 196080 3145321 172496 1043 40592 38736 44947 34759 189337 2362645 11644 1072 41935 44283986 121465 530341
%-mutatie 2013 t.o.v. 2012 0,2 -51,9 34,3 107,7 -6,8 33,9 -10,7 35,1 -13,8 20,2 5,2 48,1 -83,6 -12,5 0,5 -21,8 1,9 9,5 0,4 -73,2 -12,7 -31,0 191,3 6,3 91,3 -15,9 162,4 14,0 23,2 29,2 18,7 34,8 190,7 39,7 -2,1 47,3 -50,0 6,4 -14,1 61,7 15,2 7,6 6,1 23,4 -4,9 21,7 1,0 83,6 -27,2
El Salvador Equatoriaal-Guinee Eritrea Estland Ethiopië Filipijnen Finland Frankrijk Frans-Polynesië Gabon Gambia Gebied onder Palestijnse autoriteit Georgië Ghana Gibraltar Grenada Griekenland Groenland Guatemala Guinee Guinee-Bissau Guyana Haïti Honduras Hongarije Hongkong Ierland IJsland India Indonesië Irak Iran Israël Italië Ivoorkust Jamaica Japan Jemen Jordanië Kaapverdië Kameroen Kazachstan Kenia Kirgizische Republiek Kiribati Koeweit Korea (Democratische Volksrepubliek) Korea (Republiek) Kosovo Kroatië Laos (Democratische Volksrepubliek) Lesotho Letland Libanon Liberia
11332 14859 1080 238614 35746 131890 1789589 15693606 3628 33018 10601
12470 16297 1549 360034 47606 146580 1824123 15008420 4360 60995 10207
10,0 9,7 43,4 50,9 33,2 11,1 1,9 -4,4 20,2 84,7 -3,7
1726 30815 464083 784871 1265 837270 608 20816 139289 3223 9165 13717 7399 1095779 727159 1152898 129473 819407 262874 105849 134843 595467 8461502 53283 5460 1264308 22576 115844 52548 103847 184344 74804 12952 43 157248
2462 31468 462699 608772 836 837838 2382 21797 213654 2583 7457 8835 8833 1055931 762742 1245167 122217 653644 308495 127193 98905 555718 8747515 79485 8122 1361605 55613 116289 95048 37373 184623 93545 13530 111 222118
42,6 2,1 -0,3 -22,4 -33,9 0,1 291,8 4,7 53,4 -19,9 -18,6 -35,6 19,4 -3,6 4,9 8,0 -5,6 -20,2 17,4 20,2 -26,7 -6,7 3,4 49,2 48,8 7,7 146,3 0,4 80,9 -64,0 0,2 25,1 4,5 158,1 41,3
1142 1760701 8172 184975
635 1264504 14305 175562
-44,4 -28,2 75,0 -5,1
1105 1548 153788 195849 108893
768 256 183304 191147 13510
-30,5 -83,5 19,2 -2,4 -87,6
Libië Liechtenstein Litouwen Luxemburg Macau Macedonië Madagaskar Malawi Maldiven Maleisië Mali Malta Marokko Marshalleilanden Mauritanië Mauritius Mexico Moldavië Mongolië Montenegro Mozambique Namibië Nepal Nicaragua Nieuw-Caledonië Nieuw-Zeeland Niger Nigeria Noorwegen Oeganda Oekraïne Oezbekistan Oman Oostenrijk Oost-Timor Pakistan Panama Papoea-Nieuw-Guinea Paraguay Peru Polen Portugal Qatar Roemenië Russische Federatie Rwanda Saoedi-Arabië Senegal Servië Seychellen Sierra Leone Singapore Slovenië Slowakije Soedan Somalië Spanje
143510 7109 311648 658997 17684 32823 5763 3047 2538 344953 14809 98314 451357 1321 168637 11291 1113532 19910 10761 14552 28043 8502 4635 4038 6297 95777 49320 1237451 1521104 17573 466153 18782 144293 2135665 176 118924 41277 10876 9221 59384 3438191 1064807 141461 650158 2642083 7326 901998 122257 113241 3416 16384 1999006 275692 537270 39135 1259 4980571
219393 8739 333811 427498 8382 32463 7892 4606 1907 340219 19294 114912 279220 31195 159873 13061 1138370 27430 8919 15384 14530 15076 4745 7997 5037 119936 13943 1049980 1637581 21982 516979 24927 136913 2089322 155 126138 39687 7412 21856 82753 3735675 1007605 184962 717109 2867149 18084 1078155 352017 129290 5453 21888 1693758 309449 576648 38082 1685 4660145
52,9 22,9 7,1 -35,1 -52,6 -1,1 36,9 51,2 -24,9 -1,4 30,3 16,9 -38,1 2261,5 -5,2 15,7 2,2 37,8 -17,1 5,7 -48,2 77,3 2,4 98,0 -20,0 25,2 -71,7 -15,1 7,7 25,1 10,9 32,7 -5,1 -2,2 -11,9 6,1 -3,9 -31,8 137,0 39,4 8,7 -5,4 30,8 10,3 8,5 146,8 19,5 187,9 14,2 59,6 33,6 -15,3 12,2 7,3 -2,7 33,8 -6,4
Sri Lanka Suriname Swaziland Syrië Tadzjikistan Taiwan Tanzania (Verenigde Republiek) Thailand Togo Tokelau-eilanden Trinidad en Tobago Tsjaad Tsjechië (Republiek) Tunesië Turkije Turkmenistan Uruguay Venezuela Verenigd Koninkrijk VAE VS Vietnam Wit-Rusland Zambia Zimbabwe Zuid-Afrika Zweden Zwitserland Bron: Agentschap NL, 2013 en CBS, 2013.
25575 95705 615 42316 2597 1183874 36582 429541 562716 1085 22624 8192 2431145 100542 1922896 29167 32439 369410 14190003 1009858 8730804 240109 118208 16478 8611 952516 2981715 2433615
33434 91699 451 11573 2651 1262737 34762 383985 443319 269 25029 8543 2205046 128683 1974739 18952 27986 213553 14830138 977245 7580358 253103 131026 23036 9860 834692 3202641 2416446
30,7 -4,2 -26,7 -72,7 2,1 6,7 -5,0 -10,6 -21,2 -75,2 10,6 4,3 -9,3 28,0 2,7 -35,0 -13,7 -42,2 4,5 -3,2 -13,2 5,4 10,8 39,8 14,5 -12,4 7,4 -0,7
Tabel 4 – Importramingen (%-volumemutaties van de goederenimport t.o.v. het voorgaande jaar)
Algeria Angola
2013
2014
2015
7
5,10
3
2
5,70
5
Argentina
9,50
7,80
5,40
Australia
-0,70
7,50
5,60
Austria
-0,50
3,50
4,80
Azerbaijan
15
6
5,50
Bahrain
7,40
7,70
7
Bangladesh
5,20
8,80
11
-1
0,40
0,90
Brazil
7,60
7,90
7,30
Bulgaria
1,60
2,50
2,50
Canada
1,90
3,30
4,20
Chile
7
6,40
6,90
China
7,30
7,90
8,20
Colombia
2,90
6,10
7,60
Costa Rica
3,40
5,90
6,90
Croatia
1,80
5,60
5,80
Cuba
1,50
6
5,40
Belgium
Cyprus
-19,50
-1,10
0,10
Czech Republic
1,60
2,70
6,50
Denmark
1,30
2
2,80
Dominican Republic
1
3,90
7,20
Ecuador
4,10
5,60
7
Egypt
-2,40
2,70
4,70
El Salvador
5,80
5,80
6
Estonia
5
5,20
5,50
Finland
-3
3,20
4,70
France
1,20
2,50
3,90
1
2,70
4,20
Greece
-8,90
-2,40
1,40
Hong Kong
6,20
5,90
6,40
Hungary
0,60
1,60
1,20
India
5,90
7,70
11,80
Indonesia
3,10
6,60
10,80
-9
1,50
1,40
Ireland
-0,30
1,60
2,70
Israel
-1,90
5,20
7
Italy
-2
1,60
1,70
Japan
3,70
3,50
3
Jordan
3
3,90
4,30
Germany
Iran
Kazakhstan
13,20
9,50
7,50
Kenya
8,40
7
6
Kuwait
7,70
8,80
9
Latvia
1,50
4,50
5,30
Libya
14,80
13
14,50
Lithuania
4
4,50
4,80
Malaysia
3,70
6,20
9,80
Mexico
4,50
7,40
8,80
Morocco
1
3
6,50
Netherlands
0
2,10
4,10
New Zealand
4,50
4,70
4,10
Nigeria
4,50
8,40
7,20
Norway
2
3,40
3,80
Pakistan
-2,40
6,40
13,90
Peru
6,70
6,80
7,70
Philippines
1,60
6,40
6,50
0
5,80
6,90
-1,30
-0,10
0,60
8
6,50
8
Romania
4,60
7,10
7,10
Russia
8,80
9,70
7,50
Saudi Arabia
6,20
5,70
5,30
5
5,60
7
Singapore
1,60
4,60
7,10
Slovakia
1,30
6,10
7,90
Slovenia
0,30
1,70
1,70
South Africa
4,80
5,10
6,30
Poland Portugal Qatar
Serbia
South Korea
4,70
5,10
5,30
Spain
-3,90
-0,50
1,80
Sri Lanka
-2
5,20
4,90
Sweden
-3
2,50
4,90
Switzerland
-0,10
3,90
5,30
Taiwan
3,70
3,90
5,10
Thailand
3,40
4,60
5
Tunisia
5,90
5,60
5,40
Turkey
7,60
5,70
5,70
Ukraine
1,50
4,50
4,50
8
7
7,80
United Kingdom
0,60
2,70
3,50
USA
1,30
3,40
3,60
United Arab Emirates
Venezuela Vietnam
1
-2,90
3,70
16,30
14,80
12,70
Bron: Economist Intelligence Unit, 2013.