Expertmeeting van Saluti over diversiteit in Kunst en cultuur in de gemeente Utrecht d.d. 12 juni 2015 Aanwezig: Giovanni Massaro (Mira Media; dagvoorzitter), Liesbeth van Droffelaar (Gemeente Utrecht), Norine Terpstra (Gemeente Utrecht), Ivette van Ooijen (Stadsschouwburg Utrecht), Ellen Blom (Ellen Blom ID Organisatie), Kyra Kasel (STUT-theater), Donna Risa (STUT-theater), Mieke Franssen (Cultuurhuis Kanaleneiland), Tamara de Bruijn (directeur RASA), Maarten Rovers (programmeur diversiteit), Paul Dijkema (Dox), Hanneke Hautvast (Saluti), Rein Sohilait (Saluti), Mirjam Dankoor (Saluti), Merel Kahman (Saluti) vertegenwoordigers van Zuidplein (Khalid Benali) en een instelling uit Amsterdam (Mohamed), en Loubna Adahchour (Saluti). Verslag: Geertjan Benus (h/o Notutekst, óók voor teksten) Inleiding op het verslag/verantwoording Het boven genoemd gezelschap aangevuld met kennis en ervaring in het programmeren in het Amsterdamse en in het Rotterdamse, heeft 2,25 uur intensief van gedachten gewisseld naar aanleiding van stellingen van Saluti. De bedoeling was voor Saluti input te krijgen uit dit gezelschap voor een advies aan het college van B&W over diversiteit in Kunst en Cultuur. Dit verslag is geïnspireerd door de samenvatting van de dagvoorzitter. Opgemerkt zij dat onderwerpen die genoemd zijn onder kopjes in het verslag terecht zijn gekomen naar aanleiding van een analyse van het gewisselde en een structureringslag die daarop volgde van de verslaglegger. Dat betekent dat sommige uitspraken meerdere keren in het verslag voorkomen omdat zij verschillend waren in te delen. Onder het kopje “gesprek” is de inbreng van de deelnemers op die manier verwoord. Het verslag is geschreven om recht te doen aan de inbreng, én om met het verslag van de meeting houvast te bieden voor het schrijven van het advies van Saluti. Opening door Rein Sohilait Rein Sohilait opent de bijeenkomst mede namens het bestuur van Saluti. Hij licht toe wat Saluti doet: gevraagd en ongevraagd advies geven aan het college van B&W. Het gaat in deze bijeenkomst om een nieuwe kunst- en cultuurperiode in de gemeente Utrecht vanaf 2017. Saluti geeft advies op vele terreinen en nu ook voor het eerst op het gebied van diversiteit in Kunst en Cultuur. Het gaat hem vandaag vooral om de diepgang in de discussie. Toelichting op het programma door dagvoorzitter Giovanni Massaro Giovanni Massaro introduceert zichzelf. Hij attendeert de aanwezigen op de stellingen aan de hand waarvan het gesprek zal plaatsvinden. Het panel bestaat uit: Ellen Blom, Gabriel Erlach en Paul Dijkema. Voor zover de vergadering daar aan toekwam, maakten zij duidelijk wat zij met de stellingen hadden. De stellingen 1. De diversiteit van de Utrechtse samenleving zien we niet terug op de podia in Utrecht. 2. Utrecht is in staat nationale en internationale verbindingen aan te gaan. Denk bijvoorbeeld aan de Tour de France. Wat zou Utrecht op Kunst en Cultuur vlak kunnen doen om deze verbindingen te versterken?
~1~
Expertmeeting over diversiteit in Kunst en Cultuur in de gemeente Utrecht d.d. 12 juni 2015 3.
Utrecht benut te weinig de mogelijkheden in het onderwijs om kunst en cultuur voor alle Utrechters toegankelijk te maken.
Het gesprek Het verleden De periode van het kabinet dat gedoogd werd door Wilders had een grote impact op de doelstellingen in het veld die samenhingen met diversiteit. Een maker spreekt zelfs over “een cultuurkaalslag”. Het debat in Den Haag werd ervaren als antireclame voor diversiteit. Geld is niet doorslaggevend, maar in het verleden hadden teruglopende middelen wel het effect dat programmeurs zich vooral richtten op het publiek waarmee zij vertrouwd waren. Verschillende gremia en personen in het bestuurlijke kunnen zoals is gebleken, een grote impact hebben op het beleid van culturele instellingen. De politieke context in het heden Dit gezelschap is blij met de Code Diversiteit die minister Bussemaker nu op de politieke agenda zet. Van belang is dat het lokale bestuur helderheid geeft over het beleid dat gericht is op diversiteit in Kunst en Cultuur. Over het algemeen vindt men diversiteit niet een term waarmee goed wordt duidelijk gemaakt wat ermee bedoeld is. Een alternatieve term wordt in dit gesprek niet gevonden. Gezegd wordt dat in de huidige politieke realiteit in Rasa in Utrecht zijn functie kan nemen. Duidelijk lijkt ook dat centraal in de visie van Rasa functionaliteit staat met als denkkader het publiek. Uit de uitwisseling blijkt dat ook het landelijk beleid grenzen lijkt te stellen aan wat op lokaal niveau gebeurt. Momenteel gebeurt weinig met doelen vanuit Kunst en Cultuur. Dat is nu dus op te pakken. Wanneer instellingen niets aan diversiteit willen doen, zijn uitvluchten nog steeds mogelijk. Het hebben van een instelling die zich vooral richt op diversiteit in de cultuur, mogen de andere instellingen niet gebruiken als excuus om aan diversiteit geen aandacht te besteden. In dat opzicht wordt Zuidplein genoemd in Rotterdam en Rasa in Utrecht. Het vertrekpunt Het verstrekpunt bestaat uit diverse elementen die in deze bijeenkomst ter sprake kwamen. Zo is opgemerkt dat de openingsavond van Tivoli Vredenburg nagenoeg 100% wit publiek was. Kennelijk is niet nagedacht over welk publiek te bereiken. Het ging kennelijk vooral om het maken van een superprogramma. Ook dat maakt deel uit van het vertrekpunt. Utrecht wil diversiteit in Kunst en Cultuur weer op de politieke agenda zetten. De vraag is gesteld welke rol de gemeente moet nemen bij de aanvragen die gedaan zullen worden voor het komende seizoen. De vraag is dan ook welke groep Utrecht moet bedienen en waarom. De vraag is ook welke “boodschap” het gemeentebestuur moet uitzenden. In dit licht denkt de beleidsmaker van de gemeente aan publieksegmenten. Uit de uitgewisselde informatie blijkt dat de gemeente graag het gesprek aan wil met instellingen over de producties en over de intentie van de instelling om iets toe te voegen aan het maatschappelijke. Het ligt in de ambitie van de gemeente om meer betrokken bewoners bij kunst en cultuur te betrekken. Het gaat er om dat bewoners zich welkom voelen in instellingen waar kunst en cultuur gemaakt en getoond wordt. Vooral is het van belang jongeren te betrekken. Het gaat in dit geval ook om een opdracht aan de adviescommissie. Een deelnemer aan de meeting ziet ruimte tussen “maatschappelijke waarden” en de concrete vragen waarop beleid te ontwikkelen is. Dat de adviescommissie in deze richting vragen stelt, is zijns inziens terecht. Van belang zal zijn dat er heldere criteria komen voor de beoordeling van ingediende aanvragen. Dan gaat het voor dit gezelschap om culturele diversiteit. De Rotterdamse Raad voor Cultuur is samengesteld uit “de usual suspects”. Van groter belang dan de samenstelling van die raad is dat de usual suspects affiniteit hebben met dit onderwerp en dat ze weet hebben van wat er speelt. De vraag werd gesteld en niet beantwoord hoe die situatie is in Utrecht. Overeenstemming bestaat over de stelling dat affiniteit niet af te dwingen is. De situatie die nu bestaat in het culturele veld en diversiteit is te vergelijken met die van tien jaar geleden. Nu wordt gesproken over inclusiviteit. Duidelijk is gesteld dat dit begrip “uitsluiting” nog niet voorkomt dat mensen uitgesloten kunnen zijn van die inclusiviteit. Momenteel maakt zelfs het Nationaal Ballet ook urbanachtige voorstellingen. In de nieuwe ontwikkelingen worden zelden componisten aangezet tot het maken van composities vanuit de eigen identiteit. Maar podia zijn doorgaans zeer internationaal samengesteld. In de gesprekken vraagt op enig moment de voorzitter zich af of het beeld juist is dat een verschraling op het vlak van diversiteit is ontstaan op het niveau van het Haagse beleid terwijl in de wijken in Utrecht het steeds meer gaat bruisen. STUT zou de onderste schakel in de keten zijn. De hoop is er dan op gevestigd dat STUT in de keten gaat groeien.
~2~
Expertmeeting over diversiteit in Kunst en Cultuur in de gemeente Utrecht d.d. 12 juni 2015 In verband met het Onderwijs wordt daar waar de cultuursector een relatie heeft met Onderwijs een geldgebrek ervaren en een bescherming van de eigen aandachtsgebieden door de docenten in deze sector. Brede scholen houden verband met cultuur. De stand van zaken in het onderwijs komt niet diepgaand aan de orde. Duidelijk wordt dat dit gezelschap nadere informatie nodig heeft over kunst en cultuur in het onderwijs en de ontwikkelingen daar om hierover tot gefundeerde uitspraken te komen. In verband met “actiever zijn in de uitwisseling van culturen in het onderwijs” wordt opgemerkt dat in Utrecht momenteel daarvoor instrumenten bestaan. Er zijn instellingen in de stad die zich daarmee bezig houden. Er is een stimuleringsmodel. Er bestaat momenteel een zekere mate van vrijblijvendheid. In het kader van het onderwijs zou Kunst en Cultuur een belangrijke rol kunnen spelen in het tegengaan van radicalisering. In dit licht wordt ook het Jeugdcultuurfonds genoemd. Thea Meijer wordt genoemd als een bestuurder in het onderwijs die zich in een stadsgesprek kunsten cultuur-minded heeft getoond; zij wil de dialoog aangaan met cultuur. Artistiek beleid In het licht van artistiek beleid, valt de term cross over. (Red: Popular Music: the act of crossing over in style, usually with the intention of broadening the commercial appeal to a wider audience. music that crosses over in style, occasionally sharing attributes with several musical styles and therefore often appealing to a broader audience). Bij cross over wordt in deze expertmeeting ook gedacht aan welzijn en zorg. Uit de informatie blijkt dat één van de deelnemers bij kwaliteit ook het leereffect betrekt van de verschillende reacties in de zaal op een opvoering in een gemengd samengesteld publiek. In dit licht wordt STUT genoemd die het Nederlands Kamerkoor samenbrengt met een documentaire maakster. Opgemerkt wordt dat componisten zelden de opdracht krijgen aan de slag te gaan vanuit de eigen culturele identiteit. Dat is niet zo gemakkelijk te doorbreken. De podia zijn doorgaans enorm cultureel samengesteld. Marco Gerrits doorbreekt met Its in Amsterdam die lijn. Als het gaat om het artistieke beleid wordt de Adviesraad aangehaald: mensen van verschillende culturele achtergronden laten meedenken over vragen als “wat de achterban is” en “hoe de groep te bereiken”. Deze mensen met verschillende achtergronden, worden beschouwd als de ambassadeurs voor meer inbedding van veranderingen. Ontwikkelingen die plaatsvinden In Rotterdam zal de komende cultuurnota voor het eerst geschreven zijn niet alleen vanuit de ambtenaren maar ook vanuit de instellingen. Zuidplein was één van de eerste podia in Rotterdam die expertise binnenhaalde om andere publiekgroepen binnen te halen. Dat begint zich te verspreiden. In de Rotterdamse wijken doen zich steeds meer ontwikkelingen voor. In dat licht wordt het podium Mozaïek genoemd. Mozaïek gaat vanuit zijn identiteit en domein de officiële instellingen betrekken. In relatie daarmee wordt het Holland Festival en een Blazers Ensemble genoemd. Die komen daar ook spelen. De deelnemers wisselden verder informatie uit over experimenten die momenteel plaatsvinden. Zij vernamen over onder meer een in de ogen van DOX verrassende reactie van de mensen van de Paardenkathedraal op werk van DOX. Dit is opgemerkt om aan te tonen dat soms in de ogen van de makers een versmalling voordoet van wat voor mogelijk gehouden wordt. In het licht van “ontwikkelingen” kwamen verder aan de orde een wijkgalerie in Kanaleneiland, kinderen leren schrijven, het Nederlands Kamerkoor in combinatie met een documentaire maakster, Stefanus en Zimihc in de Bouwstraat, wijkinitiatieven (Utrecht blijkt in Rotterdam te worden gezien als hierin voorop lopend), Podium Mozaïek in Rotterdam, Funix (gekleurde media en partner bij de Box Award, “pushen kan nut hebben”), Zimihc (gesproken wordt met Zimihc over hoe de buurtfunctie meer handen en voeten te geven), het Cultuurhuis in Kanaleneiland wordt genoemd, in Amsterdam werkt http://www.stichtingtolhuistuin.nl/. In verband met ontwikkelingen in het Onderwijs en Kunst en Cultuur wordt DOX genoemd. Momenteel vindt een literair project plaats in het onderwijs. Ook denken aanwezigen in deze expertmeeting aan talentontwikkeling in het onderwijs als belang om na te streven. Welke doelen te stellen? Is het de bedoeling producties te maken waarin alle doelgroepen zich herkennen? Is dat dan vanuit het publiek denken en niet vanuit de makers? Moeten de makers nog andere doelen nastreven dan het bereiken van hun publiek? Hiermee in verband is onder meer gezegd: “diversiteit moet een afspiegeling zijn van de staf en de beleidsmakers of de programmeurs. Als dat ontbreekt, zal het moeilijk zijn om de gewenste [gemengde?] doelgroep te bereiken.” De vraag is ook of de makers het publiek in de zaal moeten krijgen die kunnen beoordelen of hun voorstelling kwalitatief goed is. Is genieten voldoende als criterium?
~3~
Expertmeeting over diversiteit in Kunst en Cultuur in de gemeente Utrecht d.d. 12 juni 2015 Met “diversiteit” als term in dit kader zijn velen niet zo gelukkig. Dat geldt ook voor het nastreven van “maatschappelijke waarden”. Het gaat vooral om het verbreden van het bewustzijn op dit gebied in een heel diverse stad. Het gaat er om dat het werkbaar is. Breed geaccepteerde doelen in de kunst en Cultuur kwamen niet ter sprake. De dagvoorzitter houdt het gezelschap op enig moment in deze expertmeeting voor dat de deelnemers met wat er nu gaat komen rond diversiteit in de Kunst en cultuur in het lokale beleid, de mogelijkheid krijgen hun eigen stip aan de horizon te zetten in het licht van diversiteit. Centraal staat de vraag wat alle direct betrokkenen willen bereiken. Als kunst en Cultuur een sociaal aspect heeft, is dat gezien vanuit het perspectief van een van de aanwezige makers een bijzaak. Dit kwam op tafel in het gesprek over ontwikkelingen die momenteel gaande zijn in wijken. De deelnemers spreken in het besef dat affiniteit in het maken van producties in Kunst en Cultuur niet valt af te dwingen. Die affiniteit is de levensvoorwaarde voor inspiratie. In dit kader is de vraag onder te brengen in welke mate instellingen hun identiteit moeten veranderen om aan diversiteit in kunst en Cultuur te kunnen werken. Van groter belang werd gevonden dat instellingen duidelijk uitkomen voor hun identiteit. De vraag werd gesteld: gaat het om het invullen van maatschappelijke waarden, of gaat het om identiteiten en verbinden? Ook is in dit licht gezegd dat instellingen hun eigen identiteiten ter discussie zouden moeten durven te stellen. De veranderingen zouden meer richtingen moeten hebben dan “de boodschap” van de instelling naar mensen en groepen. “Uit de comfortzone stappen” is hier het sleutelbegrip. Voor het stellen van doelen is indringend gevraagd naar de eigen stad te kijken en na te gaan welke groepen(en) wel en niet te bedienen en waarom. Het is mogelijk dat de instelling/de maker zich de vraag stelt wat het resultaat van het maken van kunst moet gaan doen voor de stad. Duidelijk blijkt uit reacties dat verplichte codes in creatieve gezelschappen minimaal niet ervaren worden als stimulerend en maximaal heftige aversie oproepen. Met betrekking tot “criteria om op te toetsen”, wordt als voorwaarde gesteld dat die criteria over culturele diversiteit moeten gaan. Gezegd is: “We zijn divers, laten we het zo noemen”. Sprekend over een toegevoegde waarde vanuit Kunst en Cultuur in het onderwijs, wordt bevestigd dat de docenten die daarmee bezig zijn, hun eigen paradepaardjes vaak beschermen. Dat is een hobbel om te nemen. Met betrekking tot het stellen van doelen in het onderwijs komen de volgende mogelijke doelen ter sprake: buitensluiting tegengaan en uitwisseling van culturele verschillen. Het is zeker niet de bedoeling om een reservaat te maken voor diversiteit. Het gaat vooral om de sfeer die met kunst en cultuur geschapen wordt. Duidelijk is dat er een verschil bestaat tussen “aan diversiteit doen” en “iedereen bedienen”. Uitgesloten wordt dat het mogelijk is om iedereen te bedienen. Impliciet komt de vraag aan de orde of een instelling water bij de wijn mag doen met betrekking tot culturele kwaliteit en doelstellingen op het gebied van diversiteit. In verband met activiteiten in de cultuur gericht op het inspireren van jongeren wordt gesproken over “processen bij hen op gang brengen”. In het kader van Onderwijs denkt Saluti aan het zoeken naar mogelijkheden om actiever culturen uit te wisselen. Dat zou volgens deze instelling een positieve rol kunnen spelen in het tegengaan van uitsluiting. De bedrijfsvoering Over veranderingen in instellingen van Kunst en Cultuur, bevestigen deelnemers aan deze expertmeeting dat die doorgaans plaatsvinden vanuit de leiding. Gezegd is: door het maken van cross-overs is op alle gebieden in dit kader te winnen. Het verleggen van doelstellingen betekent voor veel organisaties extra investeringen. Binnen dit kader valt de frase in de discussie over het voorbeeld van de Afrobeat en de Klassieke Iraanse muziek en de onmogelijkheid om die twee genres met elkaar te combineren in één instituut. Hiervoor is niet één marketingverhaal te maken. Duidelijk werd ook dat het voor veel programmeurs lastig is een bepaald proces om te keren en van een voetstuk af te stappen. Gezegd is: het gaat vooral ook om identiteit. Duidelijk werd ook dat het instellingen altijd extra energie en middelen kost wanneer zij op zoek gaan naar ander publiek dan het publiek dat al bij hun programmering past. Duidelijk werd ook dat instellingen een incentive nodig hebben om af te wijken van hun programmeerbeleid. Bovendien hebben de instellingen expertise nodig om succesvol het programmeerbeleid te richten op minder voor de hand liggende makers en publiek. Bovendien moeten instellingen de ruimte krijgen om te experimenteren. Daarbij moet er ruimte zijn voor de instelling om in de periode van het experimenteren een periode minder publiek te bereiken. Duidelijk wordt uit inbreng vanuit het Rotterdamse dat Utrecht inspiratie kan opdoen bij theaters in Rotterdam.
~4~
Expertmeeting over diversiteit in Kunst en Cultuur in de gemeente Utrecht d.d. 12 juni 2015 Met betrekking tot het maken van een beweging richting onderwijs, wordt duidelijk dat voor dit gezelschap informatie ontbreekt over hoe binnen het onderwijs zakelijk gezien en richting kunst en cultuur gekeken wordt. Dit gezelschap wordt daarover graag bijgepraat. Duidelijk wordt in deze uitwisseling, dat het noodzakelijk is voor een goede uitkomst van deze discussie dat helder wordt waar het lokale bestuur naar toe wil met diversiteit in kunst en cultuur. Pas dan is daarop de bedrijfsvoering aan te passen. Duidelijk is dat de mindset bij veel instellingen zou kunnen veranderen in relatie met diversiteit. Het zou al veel schelen wanneer instellingen minder denken vanuit de vanzelfsprekendheden van de eigen bedrijfsvoering. (Dit is gezegd in het licht van het op zoek gaan naar nieuwe vindplaatsen van makers en publiek). Bij “beleid en veranderingen”, denkt Rasa aan het mede-eigenaarschap geven aan het publiek. Het gaat er dan om samen met het publiek te programmeren. Hiermee wordt momenteel geëxperimenteerd. In relatie met het beleid dat gericht is op doelgroepen wordt doorgesproken over zogenaamde “subculturele domeinen” en over de eigen vriendenkring heen kijken en crowdsourcing. Informatie wordt uitgewisseld over lokale successen van individuele zeer talentvolle artiesten. Uit de informatie blijkt ook dat instellingen al bezig zijn met veranderingen. Soms maken ze gebruik van gastprogrammeurs. Ook vindt momenteel een coproductie plaats in Rotterdam en zaalverhuur met inhuur van een programmeur van het theater. In dit licht valt ook de term “doelgroepenpromotor”. In de uitwisseling van informatie blijkt dat in het Onderwijs extra budget is voor Kunst en Cultuur. De vraag is alleen of scholen dat budget uitgeven voor dat doel. In het licht van de vraag hoe andere doelgroepen binnen te halen die de instelling doorgaans niet binnenhaalt, is het niet raadzaam als instelling steeds dezelfde manieren te gebruiken. Van belang is in dit kader op zoek te gaan naar nieuwe vindplaatsen en nieuwe methodes van werken. De vraag is of de instellingen de veranderingen in mindset zelf kunnen aanzetten. Diversiteit wordt gezien als iets extra’s en niet als iets vanzelfsprekends. Rasa spreekt dan van mede ownership van het publiek. Dat is een deel van je beslissingsbevoegdheid laten invullen door anderen onder eigen auspiciën en binnen het profiel van de eigen organisatie. Rasa heeft hiermee eerste positieve resultaten behaald. Ook Zuidplein in Rotterdam heeft met onder meer gastprogrammering hele positieve ervaringen. De definiëring van diversiteit Over diversiteit in Kunst en Cultuur heerst in dit gezelschap het besef dat dat weinig in het denkkader zit van beslissers en programmeurs in deze sector. In de uitwisseling van informatie wordt duidelijk dat onder makers het besef leeft dat in Utrecht veel talent leeft. Kanaleneiland wordt daarin bij uitstek genoemd. Uit de gewisselde informatie blijkt dat diversiteit meer in Amsterdam en Rotterdam leeft, dan in Utrecht. In Utrecht worden vaak dezelfde mensen gezien, dan gaat het om zowel de makers als het publiek. Op wijkniveau worden goede resultaten geboekt in Utrecht met kunstenaars die in de wijk waar ze wonen optreden en publiek aan zich weten te binden. De vraag is wel of daarmee de diversiteit gediend is. Diversiteit is doorgaans niet het target van programmeurs. Programmeurs houden zich bezig met programmering en de afdeling marketing houdt zich bezig met marketing. Instellingen hebben vaak hun eigen artistieke profilering. Daarin speelt doorgaans diversiteit niet een leidende rol. Wanneer een ander publiek moet worden bereikt, hoort daarbij een andere marketingstrategie, dus ook de kennis van de markt die bij die kunst- en cultuuruitingen en die bij dat publiek hoort. Laagdrempeligheid heeft niet direct iets te maken met diversiteit. Het kan wel helpen om tot diversiteit te komen. Programmeurs in de Kunst en cultuur hebben veelal hun eigen doelgroepen. Die weten ze goed te bereiken. Diversiteit nastreven met het programma dat ze samenstellen zou in veel gevallen een afzonderlijke opdracht moeten zijn. Vaak zal de reactie zijn waarom zij een ander publiek zouden moeten bereiken. Zij bereiken hun publiek en daar gaat het ze om. Vaak wordt het argument gebruikt dat een ander publiek niet past bij de instelling. Dan is nog steeds de kwestie niet opgelost van wat diversiteit in Kunst en Cultuur precies is. Daarover denken de aanwezigen hier aan tafel verschillend en hebben zij vooral vragen richting de beleidsmakers. Gaat het om diversiteit op het podium? Om diversiteit in het publiek? Is er sprake van diversiteit wanneer makers uit het buitenland worden aangetrokken, of moeten de makers dan afkomstig zijn van niet westerse culturen? Is er sprake van diversiteit wanneer een volledig autochtoon publiek zit te kijken naar Turks of Marokkaans toptalent? Of is er pas sprake van diversiteit wanneer met niet westerse culturele uitingen een gemengd publiek aangetrokken wordt? Is er sprake van diversiteit wanneer instellingen hun eigen publiek steeds goed weten te vinden en als dat publiek op zich niet wisselt. Of is er slechts sprake van diversiteit wanneer instellingen steeds weer nieuw en een gemengd publiek weten te bereiken met minder voor de hand liggende programmering? Is er diversiteit wanneer het publiek van de instellingen een afspiegeling is van de samenstelling van de Utrechtse bevolking? Is er sprake van diversiteit wanneer één podium in de stad zorg draagt voor
~5~
Expertmeeting over diversiteit in Kunst en Cultuur in de gemeente Utrecht d.d. 12 juni 2015 diversiteit en de andere podia hun eigen publiek blijven benaderen? Is er diversiteit in de stad op dit gebied wanneer een poppodium de bijnaam “allochtonentheater” krijgt of mist de stad dan de clou van diversiteit? Ook vragen de aanwezigen zich af of met diversiteit ook bepaalde doelstellingen nagestreefd moeten worden. Wanneer die doelstelling bereikt wordt door de artiest en zijn genre, is er dan sprake van diversiteit? Ook daarover wordt verschillend gedacht. Een 100% wit publiek bij Kyteman wordt over het algemeen niet opgevat als valt dat binnen het kader van diversiteit. Over het geheel genomen vinden de aanwezigen het niet zo zinvol om “diversiteit” te vervangen door “maatschappelijke waarden”. Die term vindt men over het algemeen te breed. Eensgezindheid bestaat in dit gezelschap over dat diversiteit een enorm breed veld beslaat en ook te maken kan hebben met verschillen in inkomen, in milieus, leeftijd, hoog of laag opgeleid, niet blank, niet westers, geoefende kijkers/luisteraars naar kunst en cultuur en ongeoefende kijkers/luisteraars, professionals in kunst en cultuurbeoefening en amateurs in de kunst en cultuurbeoefening, het kan ook te maken hebben met het samenbrengen van verschillende kunstvormen (zoals een documentaire maker met het Nederlands kamerkoor) en diversiteit kan bestaan in het publiek en op het podium. Dat wil nog niet zeggen dat hiermee de vraag “wat is diversiteit in de Kunst en cultuur” is beantwoord. Zo kan een huischoreograaf een Iraniër zijn die westers is georiënteerd. Of een Indonesiër die op westerse leest geschoeide dans maakt. De vraag is ook of een instelling beantwoord aan diversiteit wanneer zij met Slovenen werkt. Ook een instelling als Dox die met gemengd samengestelde groepen leerlingen werkt, hoeft daarmee nog niet te beantwoorden aan beleid dat gericht is op het bevorderen van diversiteit in kunst en Cultuur. Het bereik van veelkleurig samengestelde groepen, betekent nog niet dat daarmee is beantwoord aan een diversiteitbeleid. Eén van de deelnemers merkte op dat diversiteit een afspiegeling moet zijn van beleidsmakers staf en programmeurs, en het publiek. Pratend over minder voor de hand liggende programmeringen in de ogen van instellingen, zien enkele aanwezigen de grote spelers in de Cultuur als bastions, met hun eigen elitaire programmering. Toch wordt duidelijk uit de gewisselde informatie dat sommigen in dit culturele veld wel degelijk weten hoe zij die grote spelers kunnen verleiden tot het aantrekken van minder gebruikelijk toptalent. Zij weten de weg. Vaak is dat het contact met een persoon binnen die grote instelling. In dit licht is gezegd: “de schouwburg is toegankelijk voor iedereen als je maar aanbod hebt.” Voorlopige conclusies uit deze expertmeeting − Als er een gebrek is aan diversiteit in de kunst en cultuursector, heeft dat te maken met de fluctuering in het beleid. Op dit moment zitten de instellingen in een dieptepunt. − Er schijnt een verbetering aan te komen onder andere onder invloed van de Code Culturele Diversiteit van minister Bussemakers. Dat is een richtpunt waar vanuit zaken zijn aan te kaarten. − Politieke stimulering is één van de mogelijkheden om het nodige te bereiken. Het is ook mogelijk op een andere manier te werken, namelijk door mede-eigenaarschap van onderaf om een aantal zaken te bereiken. − Heel belangrijk is goed na te denken over wat bestuurlijk is te verstaan onder diversiteit en wat ermee te bereiken. Anders verloopt de discussie heel moeizaam. − Eén van de zaken die in deze expertmeeting succesvol bleken te zijn in Utrecht, is het werken in de wijk. Dat leidt alleen nog niet tot veranderingen op een ander niveau. Hiermee in verband noemt de dagvoorzitter “de ambassadeurs”. − Er valt nog het nodige te veranderen aan de mentaliteit in “de doorstroomplekken”. − Saluti wil graag in gesprek met de gemeente over meer ruimte voor kunst en cultuur in het onderwijs. Mogelijk moet daarover een afzonderlijke bijeenkomst gehouden worden.
~6~