Opm. Groepen-jub-2007/corr
30-09-2007
23:02
Pagina 42
Evolutionaire ethiek, agressie en geweld Lessen van primatenonderzoek
Frans B. M. de Waal, gespecialiseerd in het gedrag van mensapen, is hoogleraar Psychologie aan de Emory University in Atlanta en doet onderzoek in
Groepen • Oktober 2007 • jaargang 2 • jubileumnummer
het Yerkes Regional Primate Research Center aldaar.
42
Dit artikel1 is voor dit tijdschrift niet erg vanzelfsprekend, omdat de meeste lezers zich niet beroepsmatig met dieren bezighouden. Informatie uit de primatologie is echter relevant voor de bestudering van geweld tussen mensen. Ik richt mij hier vooral op agressie en toenadering tussen niet-menselijke primaten, maar zal ook aanverwante onderwerpen behandelen. Ik gebruik de term agressie niet alleen voor gewelddadig gedrag, maar voor alle openlijke conflicten tussen individuen. Ik ben hoogleraar in de psychologie, maar ben getraind als bioloog. Tijdens mijn studie, vele jaren geleden, was de studie van Konrad Lorenz On Aggression 2 op dit gebied toonaangevend. Met de controversiële claim dat agressie niet alleen een instinct is bij dieren maar ook bij mensen, vormde deze studie de aanzet voor veel hedendaags onderzoek naar agressie vanuit biologisch perspectief. Mijn eigen onderzoek en ook dat van anderen wijzen in een 1 2
andere richting, namelijk dat agressie tussen individuen een laatste optie is als andere oplossingen voor een conflict falen. Lorenz’ benadering van agressie als drift – wij bouwen agressie op die op een zeker moment naar buiten moet komen – is niet langer de dominante zienswijze; tegenwoordig wordt agressie over het algemeen eerder als keuze gezien dan als drift. Contra-intuïtieve aspecten van agressie Bezien vanuit het hedendaagse perspectief van conflictoplossing, is een aantal aspecten van agressie contra-intuïtief. Ten eerste: door agressie neemt het contact tussen mensen toe. Vroeger werd agressie bij dieren als een volledig negatieve kracht gezien, die groepen uiteen dreef. Als agressie inderdaad leidt tot ‘verwijdering’, zouden mensen hierdoor afstand van elkaar willen nemen. Voor territoriale soorten gaat dit waarschijnlijk wel op, omdat zij door middel van agressie het eigen
Oorspronkelijk verschenen in The Journal of Law, Medicine, & Ethics, Vol. 32:1, Spring 2004. Lorenz, K. (1967). On Agression. London: Methuen.
30-09-2007
23:02
gebied moeten verdedigen. Maar binnen groepen van meer sociale dieren neemt het contact door agressie juist toe. Bij groepen primaten treedt er veel meer agressie op tussen naaste familieleden, dan tussen vreemdelingen. Net als bij de mens, waar moord veel vaker wordt begaan door een bekende van het slachtoffer. Waarschijnlijk gaat dit niet alleen op voor geweld, maar voor alle soorten agressief gedrag; agressie treedt vaker op tussen mensen die elkaar goed kennen dan tussen vreemden. Een andere contra-intuïtieve observatie is dat overbevolking niet leidt tot agressief gedrag. Mijn vaderland, Nederland, is één van de meest dichtbevolkte geïndustrialiseerde landen ter wereld, terwijl de cijfers voor moord twintig maal lager liggen dan in de Verenigde Staten, een van de minst dichtbevolkte landen. Overbevolking onder primaten leidt eerder tot extra vlooien, wat spanning onder controle houdt, dan tot agressie. De stelling dat overbevolking tot agressie leidt is op z’n zachtst gezegd een simplificatie, en op z’n hardst gezegd onjuist. Dat vergevingsgezindheid bij mensen voorkomt, is op zichzelf al contra-intuïtief, zoals toen de Paus in de gevangenis op bezoek ging bij de man die getracht had hem te vermoorden.3 Agressie bij primaten: het individuele model In het verleden was het meest gangbare model voor onderzoek naar agressie bij pri3 4
Pagina 43
maten, wat ik altijd het Individuele Model noem; maar ook nu wordt dot model nog steeds door veel onderzoekers gehanteerd. De meeste onderzoeksliteratuur over agressie gaat uit van dat model. Er zijn veel studies gedaan naar agressie onder ratten na het toedienen van pijn. Twee ratten staan op een elektrisch rooster en krijgen schokken toegediend. Zij vallen elkaar aan, waarschijnlijk uit frustratie – opgewekte agressie. Als er geen andere rat in de buurt is, zal de rat iets anders aanvallen, bijvoorbeeld een lappenpop die in de kooi is gelegd. Als een rat alleen in een hok zit en er wordt na een paar dagen een tweede rat bij gezet, zal de eerste rat de tweede aanvallen.4 In een analoge studie bij mensen, ook op basis van het Individuele Model, werd een student gevraagd een sterke elektrische schok toe te dienen aan een andere student. De schokken worden niet echt gegeven, maar de student denkt wel dat hij schokken tot 2000 volt toedient. Deze studenten kennen elkaar niet, zij hebben elkaar niet nodig en zij zullen elkaar nooit meer zien; er is geen enkele band aanwezig. Dat is typisch voor de wijze waarop agressie in het verleden is bestudeerd; niet binnen de sociale context waarin het voorkomt, maar tussen vreemden die geen band met elkaar hebben en elkaar niet nodig hebben. Het Individuele Model kijkt naar de wijze waarop agressie zich bij het individu manifesteert, los van de sociale werkelijkheid, en heeft een reeks factoren gevonden die met agressie samenhangen, zoals bijvoorbeeld de invloed van hormonen en genen,
Morrow, I. Why forgive? Time Magazine, 9 januari 1984, 26-33. Johnson, R.N. (1972). Agression in Man and Animals. Philadelphia: Saunders.
Groepen • Oktober 2007 • jaargang 2 • jubileumnummer
Opm. Groepen-jub-2007/corr
43
Opm. Groepen-jub-2007/corr
30-09-2007
23:02
Pagina 44
Groepen • Oktober 2007 • jaargang 2 • jubileumnummer
ondersteuning voor de frustratie – agressie stelling, pijn, rolmodellen op televisie, de onderdrukking van inhibitie door alcoholmisbruik etc. Binnen het Individuele Model werken al deze invloeden in op het individu en is de uitkomst agressie. Onderzoekers die dit model hanteren typeren agressie daarom als asociaal gedrag, in tegenstelling tot wat zij sociaal gedrag noemen. Maar zij hebben agressie eigenlijk losgekoppeld van de sociale omgeving waarin het verschijnsel zich voordoet, terwijl agressie juist niet van haar sociale omgeving gescheiden kan worden. Meer recente gegevens, uit een ander type onderzoek, suggereren dat agressie een onlosmakelijk onderdeel vormt van alle sociale verhoudingen.
44
Agressie bij primaten: het relationele model Primatologen begonnen in de jaren zeventig van bovenstaand model af te wijken. Zij ontdekten het fundamentele belang van sociale contacten bij de bestudering van een groep apen, een groep chimpansees of een groep mensen. Het gaat niet om een verzameling losstaande individuen; nee, allen zijn op een of andere manier met elkaar verbonden, en dat is wat primatologen begonnen te bestuderen. Zo’n vijfentwintig jaar geleden beschreef ik gedrag dat ik verzoening noemde.5 Zoals wanneer mannelijke chimpansees vechten; zij vallen elkaar dan meestal niet aan, maar schreeuwen en krijsen naar elkaar. Wij weten dat dit gekrijs kan escaleren tot 5 6
dodelijke agressie, maar 10 minuten na het gevecht kan het ene mannetje uitnodigend zijn hand uitsteken naar de ander, wat gevolgd kan worden door omhelzen en kussen, waarna zij elkaar kunnen gaan vlooien (figuur 1). Dit is verzoening.
Figuur 1 Onderzoek naar verzoening bij allerlei soorten dieren6 is inmiddels een belangrijk onderzoeksveld geworden. Verzoening wordt gedefinieerd als vriendelijke toenadering onmiddellijk na een conflict tussen eerdere tegenstanders. Zo gedefinieerd, kan het verschijnsel worden bestudeerd, gedocumenteerd en in kaart gebracht. Wij weten nu bijvoorbeeld dat bij veel dieren sprake is van inhibitie en ritualisering van agressie. Chimpansee mannen zullen hun scherpe hoektanden meestal alleen op andere chimpansee mannen gebruiken, terwijl ze vrouwen juist slaan. Korte tijd na zo’n gevecht kan een chimpansee vrouw met uitgestrekte hand terugkomen naar de man, zodat de man de hand kan kussen, een gebaar van verzoening en tegelijk een manier om te zien in wat voor stemming de man is. De verzoening gaat gepaard met
Waal, F.B.M. de en Roosmalen, A. van. Reconciliation and consolartion among Chimpanzees. Behavioural Ecological sociobiology, 1979 5: 55-66. Waal, F.B.M. de. Primates – A Natural Heritage of Cinflict Resolution. Science, 289 (2000): 586-590.
23:02
veel aanraken en kussen. Verzoening kan een angstige en gevaarlijke onderneming zijn als de man nog steeds in een slechte bui is; de verzoening kan dan mislukken. Dat proces is typisch voor de chimpansee, zowel in gevangenschap als in het wild. Chimpansees kennen ook een proces dat wij bemiddeling – mediation – noemen, en dat gericht is op wat wetten en rechtspraak bij ons doen. Een voorbeeld: twee chimpansees die gevochten hebben zitten tegenover elkaar, onbeweeglijk, zonder oogcontact, wat een voorwaarde is voor verzoening bij chimpansees. Zij lijken op twee kwaaie mannen bij een rechtzitting, die het niet kunnen bijleggen. Op zo’n moment verschijnt er vaak een bemiddelaar. De bemiddelaar is altijd een oudere chimpansee vrouw; zij komt naar hen toe en gaat dan een van de twee mannen een paar minuten vlooien. Daarna staat zij op en loopt heel langzaam naar de andere chimpansee man, met het eerste mannetje vlak achter zich zodat het geen oogcontact hoeft te maken met zijn tegenstander. Als hij niet achter haar aan komt, zal het vrouwtje zich omdraaien en hem bij de arm grijpen, zodat hij met haar mee moet lopen, wat duidelijk de bedoeling is van het vrouwtje. Daarna gaat de vrouw de tweede man vlooien en als zij daarmee doorgaat, zal het eerste mannetje na een paar minuten verdwijnen. Dat soort bemiddeling is waargenomen bij chimpansees en andere mensapen, maar niet bij gewone apen. Bemiddeling vereist waarschijnlijk meer intelligentie en raffinement dan de meeste andere dieren bezitten.
Pagina 45
Minuten
Figuur 2 Onderzoek naar verzoening, is meestal post-conflict observatie onderzoek, volgens de PC/MC (post-conflict/matched control)methode (zie figuur 2). Er zijn ook experimentele studies, die hierna aan bod zullen komen. In een observatie studie wordt na een gevecht tussen twee chimpansee mannen één van de chimpansees tien minuten tot een uur gevolgd om te zien of hij zich verzoent met zijn tegenstander. De dag erna, of een andere dag waarop geen agressie optreedt, wordt er een controle observatie uitgevoerd (matched control). In een typische makaken gemeenschap maakt zestig procent van de ruziënde paren na afloop van het gevecht vriendelijk contact; en in de controlegroep maakt ongeveer twintig procent van de paren vriendelijk contact. Dit is wat we post-conflict attractie noemen. De meeste primaten die zijn bestudeerd vertonen post-conflict attractie; dat wil zeggen dat zij na agressie vaker vriendelijk contact hebben dan zonder agressie. Dat is precies het tegenovergestelde van wat ik als student leerde, name-
Groepen • Oktober 2007 • jaargang 2 • jubileumnummer
30-09-2007
Percentage paren
Opm. Groepen-jub-2007/corr
45
Groepen • Oktober 2007 • jaargang 2 • jubileumnummer
Opm. Groepen-jub-2007/corr
30-09-2007
23:02
Pagina 46
lijk dat agressie leidt tot verwijdering. Agressie blijkt er juist voor te zorgen dat mensen toenadering zoeken, een consequentie van het verzoeningmechanisme. Chimpansees verzoenen zich door elkaar te kussen, te omhelzen enzovoort, terwijl bonobo’s, die nauw verwant zijn aan de chimpansee, het doen met seks. Het principe is in beide gevallen precies gelijk: binnen een gemeenschap maken twee individuen ruzie en maken het daarna weer goed door intensief contact, dat de relatie weer bevestigt. Er is onderzoek naar verzoening gedaan bij 25 soorten primaten, en het blijkt bij alle 25 voor te komen. Een grote groep wetenschappers doet op dit moment onderzoek naar aspecten van conflictoplossing bij niet-primaten, en heeft consistent verzoeningsgedrag aangetroffen bij geiten, hyena’s, dolfijnen en zelfs palingen. We verwachten dit soort gedrag natuurlijk bij op samenwerking gerichte, sociale dieren zoals honden. De kat is een solitaire jager en is de enige onderzochte diersoort waarbij geen verzoeningsgedrag is aangetoond. Deze uitkomst zal geen katFiguur 3
46 7
tenbezitter verbazen. Onderzoekers die gelijksoortig onderzoek hebben gedaan bij kinderen op een schoolplein, vonden een zelfde vorm van verzoening7 (figuur 3). Het lijkt een bijna universeel patroon bij zoogdieren, en misschien ook bij andere soorten die in sociale groepen leven. De waardevolle-relatie-hypothese De belangrijkste stelling die hieruit volgt, en die door de onderzoeksresultaten wordt ondersteund, is de waardevolle-relatiehypothese. Deze stelt simpelweg dat verzoening zal plaatsvinden na een conflict tussen twee leden van een zelfde groep, in het bijzonder tussen individuen die veel te verliezen hebben als hun relatie verslechtert. Uit deze bewering vloeit voort dat individuen die geen waardevolle relaties hebben, en voor wie verzoening dus weinig oplevert, dit soort processen waarschijnlijk niet doorlopen. Een internationaal voorbeeld van de waardevolle-relatie-hypothese is de Europese Unie. De oorspronkelijke Europese Gemeenschap omvatte de Benelux landen, Frankrijk, Duitsland en Italië, naaste buren die bij een eventueel conflict veel te verliezen hadden. De Europese Unie werd na de Tweede Wereldoorlog opgericht met het speciale doel de economische banden te versterken tussen lidstaten die elkaar eeuwenlang hadden bevochten. De gemeenschap was bedoeld om de waarde van de relaties te vergroten, vanuit de redenering dat onderlinge economische banden veel van de redenen om elkaar de oorlog te verklaren
Verbeek, P. en Waal, F.B.M. de. Peacemaking Among Preschool Children: Peace and Conflict. Journal of Peace Pychology 7 (2001): 5-28.
30-09-2007
23:02
zouden wegnemen en de prijs giervoor te verhogen. Deze nieuwe economisch-politieke werkwijze, die is gebaseerd op de waardevolle-relatie-hypothese, heeft tot nu toe goed gewerkt, hoewel verborgen antipathieën en conflicten tussen de lidstaten onderling niet verdwenen zijn. Bij chimpansees zie je dat verzoening vaak opportunistisch getint is, in een zeer interessant proces dat ik strategische verzoening noem. Dit proces mist iedere suggestie van vergeving, die veel menselijke verzoening kenmerkt. Hier gaat het om een strategie die te maken heeft met politiek, en dan vooral met machtspolitiek. Bij chimpansees bijvoorbeeld kan het voorkomen dat twee mannetjes met elkaar samenwerken om een derde mannetje, dat sterker is dan elk van hen alleen, te domineren. Twee individuen die een samenwerking hebben die van groot belang is om hun positie in de hiërarchie te handhaven, verzoenen zich na een gevecht snel, omdat ze elkaar nodig hebben. Een menselijk voorbeeld van dergelijke onderlinge steun is de relatie tussen George W. Bush en John McCain. Bush en John McCain hadden een gespannen en rancuneuze verhouding tijdens de republikeinse campagne voor de voorverkiezingen van 2000, maar zodra Bush de republikeinse nominatie had gewonnen, kwam er een krachtige en publieke verzoening. De waardevolle-relatie-hypothese zegt ons dat deze verzoening noodzakelijk was, om strategische én om opportunistische redenen, om ernstige schade aan henzelf en aan hun politieke partij te voorkomen. Het wordt interessant om het gevecht tussen de tien 8
Pagina 47
democratische kandidaten in de huidige voorverkiezingen te zien en, als duidelijk is wie de winnaar is, de verzoening die dan moet volgen. Hoewel dit soort verzoeningen in de media belachelijk worden gemaakt, is het proces heel vergelijkbaar met de verzoening die we in de chimpansee politiek hebben gezien, waar mannetjes die om hun machtspositie te handhaven van elkaar afhankelijk zijn, zich onder bijna alle omstandigheden met elkaar zullen verzoenen. De waardevolle-relatie-hypothese is ook in een interessant experiment 8 bij apen getoetst. Paartjes apen leefden samen in een kooi en de enige manier waarop ze aan voedsel konden komen was via een machine die je met z’n tweeën moest bedienen. Als ze in hun eentje op de machine afgingen kregen ze niets, wat de waarde van hun relatie vergrootte. De apen van de paren die deel uitmaakten van de controlegroep konden wel onafhankelijk van elkaar aan eten komen, dus zij bouwden niet het soort relatie op waarvan sprake was in de andere groep. Er werd bij beide groepen op dezelfde wijze een conflict opgeroepen, en vervolgens werden de snelheid en intensiteit van de verzoening gemeten. De individuele apen die hadden geleerd om samen te werken, verzoenden zich veel sneller dan degenen die wel in paren maar onafhankelijk van elkaar hadden geleefd. De onderlinge afhankelijkheid van individuele apen had een enorme invloed op de waarschijnlijkheid van hun verzoening, wat een sterke onderbouwing van de waardevolle-relatie-hypothese was.
Cords, M. en Thurnheer, S. Reconciliation with valuable partners with Long-Tailed Macaques. Ethology 93 (1993): 315-325.
Groepen • Oktober 2007 • jaargang 2 • jubileumnummer
Opm. Groepen-jub-2007/corr
47
Opm. Groepen-jub-2007/corr
30-09-2007
23:02
Pagina 48
Verzoening als aangeleerde sociale vaardigheid
Rhesusaapjes controlegroep Rhesusaapjes
Groepen • Oktober 2007 • jaargang 2 • jubileumnummer
48
Het geloof dat het gedrag van dieren is gebaseerd op instinct en het gedrag van mensen cultureel is bepaald, is wijdverspreid. Het is een schijncontrast, want dieren zoals apen hebben vijf tot zes jaar nodig om volwassen te worden, en de jeugd van de chimpansee duurt zestien jaar, bijna net zo lang als die van de mens. Primaten hebben veel tijd nodig om zich te ontwikkelen. Je kunt ze dus geen volslagen instinctieve wezens noemen; veel van wat zij doen is aangeleerd. Wij hebben een onderzoek gedaan bij resusaapjes en beermakaken, dat duidelijk maakt hoezeer verzoening, en in het bijzonder vredestichting, aangeleerd kan worden.9 Resusaapjes zijn nare, agressieve primaten met starre hiërarchieën, terwijl beermakaken, die nauw verwant zijn aan de resusaap, veel toleranter, vergevingsgezinder en makkelijker zijn. Voor ons onderzoek zetten we een tijd lang acht resusaapjes bij elkaar in een kooi; daarna deelden ze hun kooi vijf maanden lang met acht beermakaken (die een beetje ouder en daarom dominant waren) en daarna haalden we ze weer uit elkaar. We wekten op verschillende momenten conflicten op – vóór het samenvoegen van de groepen, aan het begin, in het midden en aan het eind van de periode van ‘samenwonen’, en toen ze weer apart waren gehuisvest – en noteerden het aantal verzoeningspogingen van de groep resusaapjes. Wij deden hetzelfde bij een controlegroep, die in een kooi zat met andere resusapen in plaats van beermakaken. 9
% verzoend
Makaken
Figuur 4 Figuur 4 laat de frequentie zien van het verzoenende gedrag op vijf verschillende momenten: vóór de beermakaken erbij kwamen in de kooi, aan het begin van hun verblijf samen, in het midden en aan het eind van hun gezamenlijke verblijf in de kooi en erna. De frequentie van het verzoenende gedrag bij de controle-resusapen was tijdens de hele periode ongeveer gelijk; hun gedrag veranderde niet. De groep resusapen van het experiment begon op hetzelfde niveau als de controlegroep, maar vertoonde in de loop van het experiment steeds frequenter verzoeningsgedrag. Nadat de groepen waren gescheiden, leefden de resusapen van het experiment en die van de controlegroep weer onder dezelfde omstandigheden, maar de onderzoeksgroep bleef tenminste even vaak verzoeningsgedrag vertonen als de beermakaken. Door hun sociale ervaringen te veranderen, hadden we een nieuwe en ‘betere’ resusaap gecreëerd die tot drie
Waal F.B.M. de en Johanowicz, D.I. Modification of Reconciliation Behavior Through Social Experiences. An experiment with two Macaque Species. Child Development 64 (1993): 897-908.
30-09-2007
23:02
maal zoveel verzoeningsgedrag vertoonde als de apen van de controlegroep. Deze gegevens kunnen belangrijke implicaties hebben voor het aanleren van verzoenend gedrag door kinderen, en zijn van belang voor de ontwerpers van onderwijssystemen. De optimistische boodschap van deze data is dat verzoening na conflict geen vaststaand gedrag is maar een flexibele neiging, die aangeleerd kan worden; agressie wordt mede bepaald door de sociale context. Veel andere studies van dieren ondersteunen onze bevindingen, en het individuele model dat ik eerder beschreef, is vrijwel helemaal vervangen door wat nu bekend staat als het relationele model. Belangenconflicten en verzoening Op belangenconflicten kan op verschillende wijzen worden gereageerd: met tolerantie, agressie of ontwijking. Voor sommige soorten is tolerantie gebruikelijk; ontwijking komt veel voor bij soorten met een starre hiërarchie; en als geen van deze oplossingen werkt, kan een conflict escaleren tot agressie jegens individuen. Als de agressie eenmaal is opgetreden, kan verzoening volgen, zeker als er sprake is van samenvallende belangen. Relaties hebben vaak te maken met golfbewegingen van agressie, verzoening, agressie, verzoening; zo krijgen relaties vorm. Van dit patroon zien we wellicht parallellen bij de mens, met name in de literatuur over het huwelijk. John Gottman heeft gesuggereerd dat cycli van conflict en verzoening een manier zijn om de huwelijksrelatie uit te onderhandelen, en dat de hoeveelheid con-
Pagina 49
flicten binnen een huwelijk geen graadmeter is voor de stabiliteit ervan.10 Relatietherapeuten stelden altijd dat conflicten binnen een huwelijk slecht waren, maar Gottman stelt dat stabiliteit afhangt van wat er na het conflict gebeurt, net zoals dat o.i. het geval is bij niet-menselijke primaten. Agressie hoeft niet persé negatief te zijn. Gewelddadige agressie is wél altijd negatief, maar de betekenis van agressie op zich is totaal afhankelijk van de manier waarop men er binnen het huwelijk mee omgaat. Verzoenend gedrag dat wordt waargenomen bij niet-menselijke primaten, is ook frequent gesignaleerd bij sociale zoogdieren, zoals olifanten, dolfijnen en hyena’s en zelf bij sommige vissoorten. Onderzoekers van gedrag, zowel bij mensen als bij dieren, hebben nagedacht over conflicten die ontstaan onder neutrale condities, dat wil zeggen dat de belangen van de tegenstanders niets met elkaar te maken hebben. Hier zou alles worden opgelost door competitie, en het conflict is beslecht als duidelijk is wie de winnaar is en wie de verliezer. Wat wij hebben geleerd is dat zo’n neutraal model in werkelijkheid niet bestaat in de samenleving. Conflicten blijken vaak een winnaar en een verliezer op te leveren, maar er zijn ook veel situaties die niet neutraal zijn, waarin de strijdende partijen samen iets te winnen of te verliezen hebben. Dit is het geval bij dieren die samenwerken, zoals twee leeuwinnen die van elkaar afhankelijk zijn en elkaar helpen met jagen. Als zij een onderling conflict krijgen, zouden zij beide de voordelen van hun samenwerkingsverband verliezen, en
10 Gottman, J.M. en DeClaire, J. De (2001). The relationship cure, a 5-Step Guide to Strengthening your Marriage, Family and Friendships. New York: Three Rivers Press.
Groepen • Oktober 2007 • jaargang 2 • jubileumnummer
Opm. Groepen-jub-2007/corr
49
Opm. Groepen-jub-2007/corr
30-09-2007
23:02
Pagina 50
dat zal zo zijn voor veel dieren die samenwerken. Dit is waar conflictoplossing begint, en waar het belang van verzoening heel duidelijk wordt.
Belangenconflict ontwijking
Individu-1
Individu-2
Verdraagzaamheid
Onredelijkheid, onrechtvaardigheid en agressie bij primaten
Verzoening
Groepen • Oktober 2007 • jaargang 2 • jubileumnummer
Individu-1
50
Ik wil deze discussie beëindigen met de bespreking van een onderzoek dat wij recentelijk hebben voltooid naar de principes van rechtvaardigheid bij kapucijner apen11. Waarschijnlijk heeft veel agressie en open conflict in de samenleving te maken met onredelijkheid en onrechtvaardigheid. Dit onderzoek bij apen zou daarom relevant kunnen zijn voor de studie van geweld tussen mensen. Voor het onderzoek gaven wij apen een voorwerp zonder waarde, zoals een kiezelsteen. We leerden hen de kiezelsteen terug te geven door een hand op te houden, en als zij de steen teruggaven, kregen ze een beloning, zoals een stuk komkommer. Dit is een simpele taak en zij ruilden graag, bijna altijd als dit werd gevraagd. Nadat een flink aantal van hen was getraind, deden we een aantal experimenten met de apen in paren. De eerste groep paren was de controlegroep: we plaatsten twee apen zij aan zij en deden de komkommerruil net als voorheen, maar afwisselend bij de ene en de andere aap (in totaal 25 keer). Vervolgens deden we het ruilexperiment met twee andere apen, waarbij één van de apen telkens een stuk komkommer voor een kiezelsteen kreeg, maar de andere aap een druif. Druiven worden door apen veel lekkerder gevonden
Ontwijking
Agressie
Individu-2 Bij overlapping van belangen
Figuur 5 (de voorkeuren van apen lijken gelijk op te gaan met de supermarktprijzen: hoe duurder hoe lekkerder). De partner aap kon dit allemaal zien gebeuren (figuur 5): de een kreeg als beloning een druif, de ander een stuk komkommer. Een derde groep in het experiment kreeg ook komkommer of druiven, maar hier kreeg de tweede aap zijn druif zonder er iets voor te hoeven doen: hij hoefde niet te ruilen, hij kreeg de druif gewoon. Apen in de controle groep weigerden de taak minder dan vijf procent van de tijd (figuur 4). Als de tweede aap een druif kreeg, werd de taak bijna vijftig procent van de tijd geweigerd, vaak met een agressieve reactie, waarbij het eten of de kiezelstenen door de tralies werden gegooid, waarbij de aap liet merken dat de taak hem heel ongelukkig maakte. Bij de derde groep, waar de tweede aap zijn druif gratis kreeg, werd de komkommer/kiezel ruil nog veel vaker geweigerd, in ongeveer tachtig procent van de gevallen. Wij menen dat deze uitkomsten aantonen dat apen niet houden van ongelijkheid. De rechtvaardigheidsvraag is zeer verwant
11 Brosnan, S.F. en Waal, F.M.B. de. Apen wijzen ongelijke betaling af. Nature 425 (2003):297-299.
30-09-2007
23:02
met het idee van economen, die van oudsher aannemen dat menselijke wezens rationele keuzes maken op basis van de ingeschatte kosten en baten. Sommige economen geloven echter dat wij ons laten leiden door emoties en hartstochten, die kunnen leiden tot irrationeel gedrag, tenminste op de korte termijn, zoals in het geval van de aap die zijn eten weigert. Als een hoogleraar er bijvoorbeeld achter komt dat een collega op zijn afdeling een salaris krijgt voor hetzelfde werk, dat twee keer zo hoog is als het zijne, dan neemt hij misschien ontslag. Dat gedrag is niet rationeel, maar komt wel voor. Sommige economen zijn geïnteresseerd geraakt in zulk irrationeel menselijk gedrag en hebben er heel interessante evolutionaire verklaringen voor ontwikkeld. De bevindingen van deze studie gaan die richting uit; apen die acceptabel voedsel weigeren gedragen zich net zo, terwijl zij volgens de rationele keuze strategie altijd zouden ruilen. Zij tonen emoties die lijken op die van mensen; zij worden ongelukkig als iemand iets beters krijgt dan zij, vooral als het niet verdiend is en daarom onrechtvaardig.
Pagina 51
Met dank aan: Robert M. Sade, M.D., die mijn presentatie voor de Thomas A. Pitts Memorial Lecture van een transcript van mijn mondelinge presentatie heeft omgewerkt tot deze tekst.
Vertaling Maydo van Marwijk Kooy
Groepen • Oktober 2007 • jaargang 2 • jubileumnummer
Opm. Groepen-jub-2007/corr
51