4/2/2009
Agressie en geweld allemaal biologie?
Maatschappelijke kosten van geweld • Geweld tussen personen is wereldwijd
een groot maatschappelijk probleem (WHO 2008). • 1400 doden per dag wereldwijd • kosten westerse landen: 3-5% van
het bruto nationaal product • kosten lage inkomsten landen: 14% van het bruto nationaal product • Engeland, Wales: $ 40.2 miljard/jr • Biologische basis? Studium Generale Maart 2009
Thema’s › › › › › ›
Agressief gedrag als sociale communicatie
Agressie als vorm van sociale communicatie Agressie als persoonlijkheidskenmerk Biologie van persoonlijkheid Geweld als pathologie van agressie Persoonlijkheidskenmerken en geweld Neurobiologie van agressie en geweld
1
Agressief gedrag als sociale communicatie › Functie: • het verkrijgen en beschermen van ‘bronnen’ (voedsel, territorium, partners, etc) › Eigenschappen: • sociale communicatie tussen conflict partners • sterke remmende controle mechanismen tegen de potentiele negatieve gevolgen van agressie
• olfactoire/auditieve/visuele communicatie over sociale hierarchie (dominantie/submissie) • ritualisatie van agressieve elementen • omrichten van agressief gedrag • taboes • vrede sluiten • vergiffenis
2
Biologische basis van agressie en geweld
Agressie versus Geweld › Agressie: • Vorm van sociaal gedrag en communicatie dat gericht is op het verkrijgen en behouden van een actieve controle van de (sociale) omgeving › Geweld: • Vorm van agressief gedrag dat niet meer onderworpen is aan remmende controlemechanismen en dat zijn functie heeft verloren bij de sociale communicatie
› Individuele eigenschappen • Biologische basis • Geboren vechtersbazen? › Geweld als pathologie van functionele agressie › Neurobiologie • Serotonine
Populatiedynamiek huismuis
evolutie
Genen Genen
fitness Set Setvan van fysiologische fysiologische eigenschappen eigenschappen
Set Setvan vangedrags gedrags eigenschappen eigenschappen
Overleving Overleving Voortplanting Voortplanting Verspreiding Verspreiding
Populatie Populatie ecologie ecologie
Ervaring
Frekwentieverdeling van agressie
Genetische basis van agressie 600
N 50 500
Attack Latency in seconds
40
30
20
10
0
LAL 400
300
200
SAL
100
100 150 200 250 300 350 400 450 500 550
attack latency (sec) 59
57
55
53
51
49
47
45
43
41
39
37
35
33
31
29
27
25
23
21
19
17
15
9
13
7
11
5
0 3
50
1
0
generations
3
Natuurlijke muizenpopulatie
Conclusie
30 25 20 15 10 5 0 s
s
a
w
s
s
e as ph se rea inc
1972
1973
a
w
s
s
a
w
s
s
a
peak phase
1975
1974
Agressie als persoonlijkheidseigenschap › Stabiele eigenschap in de tijd › Stabiele eigenschap in verschillende situaties
Agressie: een persoonlijkheids kenmerk? Stabiele eigenschap
Aggressiveness (% offense) at t=+ 2 month
80 70 60 50 40 30 20 10 0
juveniles preweanlings adults
› In de vroege fase van een populatie cyclus leidt agresief gedrag tot een reproductief voordeel › In de latere fases leiden de verhoogde niveau’s van agressie tot een verstoring van de sociale structuur en een afname van het reproductieve succes.
h cras
number
number
mortaliteit
80
R=0.95 n=42 p<0.0001
70 60 50 40 30 20 10
Cohort 1 Cohort 2
0 -10 0
20
40
60
80
100
Aggressiveness (% offense) at t=0
Coping styles: consistente verschillen over situaties. Cannon ‘Fight/Flight’
Defensive burying
Engel & Schmale ‘Conservation/Withdrawl’
Proactive
Reactive
COPING Control
(stable environment)
Control
(variable environment)
4
Agressie en defensive burying R=0.87 N=103 P<0.0001
80 70
% time burying
60 50 40 30 20 10 0 0
20
40
60
80
100
% time offensive aggression
Individuele verschillen: coping styles Soort Homo sapiens Rhesus Monkey Tree Shrew Pig Cattle Norway rat House mouse Beech marten Great tit Finch Chicken Stickleback Rainbow trout Octopus Spider
Gedrag ++ ++ ++ ++ + ++ ++ + ++ + + ++ + + +
Conclusie
Fysiologie ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++
› Agressie is onderdeel van een meer algemene coping style › De differentiatie in coping style is een algemeen biologisch principe › Het heeft een functie bij het handhaven van de stabiliteit in een groep › Het beschermt de soort tegen fluctuaties in de omgeving › Coping style en ontstaan van geweldadig gedrag?
+ ++ +
T-maze experiment Coping style en flexibiliteit › T-vormig doolhof › Reactie op een kleine verandering › Routinevorming
5
Minor change: proactive
Minor change: reactive
Routines: proactive
Routines: reactive
Coping styles: fundamentele eigenschappen
Routine vorming bij agressie 25
Percentage of animals
Wild-type rats (n=315)
› Proactive coping • feed forward control • ‘eerst doen dan denken’ • rigide, adekwaat in een stabiele omgeving • Potentieel geweldadig › Reactive coping • feed back control • ‘eerst denken dan doen’ • flexibel, adekwaat in een variabele omgeving
20
Low aggressive animals Medium aggressive animals High aggressive animals
15 10 5 0 0
20
40
60
80
100
>15 times winning
Untrained normal
Trained normal Trained ‘violent’
6
Geweld als ultieme consequentie van routine vorming U n t r a in e d n o r m a l (n = 4 1 ) T r a in e d n o r m a l ( n = 1 5 ) T r a in e d " v io le n t " ( n = 1 3 )
2 4 0
1 2 0 1 0 0
*
8 0
1 0
8
#
*
*
6 0
6
*
4 0
Ratio
Time (sec) or Percentage
2 0 0
4
2 0
*
*
Conclusie › Proactive coping • anticpatie op basis van ervaring • reductie invloed externe stimuli › In sociale situatie: na herhaalde winnarservaring geen sturing van gedrag door signalen van de tegenstander
2
ta ch li n /c
d io R
at
%
in
th
fl
re
ic
at
te
n .i th es
%
an
at
n u o w
u tr
e m ti %
ck
g in d
ta
se
at d
O
ff
er
en
cy en at L k ac tt A
ck
0
Neurobiologie
Serotonine
› Neurochemie • Serotonine › Hersenstructuren • Prefrontale schors
Serotonine (C10H12N2O) 5-Hydroxy-tryptamine
Neurotransmitter in alle diersoorten (gewerveld en ongewerveld)
Agressie versus geweld:
Negatief verband tussen 5-HIAA en agressie (geweld)
serotonine turnover Frontal cortex 1.6
R=-0.139 N=41 P=0.13
1.5
5-HIAA/5-HT ratio
1.4 1.3 1.2 1.1 1.0 R= -0.54 N= 28 P= 0.003
0.9 0.8 0.7
Untrained, normal aggressive Trained, non-"violent" Trained, "violent"
0.6 0.5 0.4 0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
Aggressiveness (% offense) Brown & Goodwin et al. (1979, 1982)
7
Agressie versus geweld:
Agressie versus geweld:
serotonine turnover
serotonine turnover
Frontal cortex 1.6
1.4
1.4
1.3
1.3
1.2 1.1 1.0 R= -0.54 N= 28 P= 0.003
0.9 0.8 0.7
Untrained, normal aggressive Trained, normal aggressive" Trained, "violent"
0.6 0.5
R=-0.139 N=41 P=0.13
1.5
5-HIAA/5-HT ratio
5-HIAA/5-HT ratio
Frontal cortex 1.6
R=-0.139 N=41 P=0.13
1.5
1.2 1.1 1.0 R= -0.54 N= 28 P= 0.003
0.9 0.8 0.7
Untrained, normal aggressive Trained, normal aggressive Trained, "violent"
0.6 0.5
0.4
0.4 0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
0
Aggressiveness (% offense)
10
20
30
40
50
60
70
80
90
Aggressiveness (% offense)
Serotonerge antidepressiva reduceren agressie
Hagedis: serotonine reduceert agressie
undrugged vehicle 0.5 mg/kg 1 mg/kg 5 mg/kg 10 mg/kg
40 35
% time
30 25 20 15 10 5
Larson & Summers 2001
0
Offensive
Social expl.
Fish (Betta splendens)
Conclusies/samenvatting › Het onderscheid tussen functionele agressie en geweld is essentieel › Een ‘proactive coper’ is vatbaar voor geweld › Serotonine is een evolutionair oude modulator van agressie › Geweld is geassocieerd met een ontregeling van het serotonine systeem. › Agressie en geweld hebben een belangrijke biologische basis
Clotfelter et al.2007
8
Dank u !
9