Evalueer: sta stil bij wat er goed gaat

Evalueer: sta stil bij wat er goed gaat

 

Bepaal vaste evaluatiemomenten. Laat je niet uit het veld slaan door tegenvallers.



Organiseer elk jaar een inspiratiesessie. Nodig bijvoorbeeld een collega van een andere school uit over zijn of haar succes te vertellen.



Put moed uit wat er goed gaat op je eigen school. Waardeer het goede en blijf je dromen najagen!

Waarom wil je sociale media in de klas?

     

Verrijking van de leerstof Aansluiting bij de leefwereld van de leerlingen Aansluiting bij zoveel mogelijk leerstijlen

Interactie vergroten (tussen leerlingen onderling ,de docent en de leerlingen, de leerlingen, docent en de ouders) Kennisconstructie faciliteren (onderzoekend leren, ervaringsleren) Leerlingen op een zelfbewuste wijze leren omgaan met de positieve mogelijkheden van media, zonder daarbij zichzelf of anderen te schaden.



Wat heeft het de leerlingen opgeleverd?



Wat heeft het jou als docent opgeleverd?

 

Welke successen zijn er behaald? Wat kan verbeterd worden?



Wat gaan we veranderen?



Welke goede ervaringen gaan we delen via sociale media?



Wat is het volgende doel dat we willen realiseren?

 

Wat is het beste dat je kan overkomen op het gebied van sociale media op jouw school? Wat is je concrete einddoel?



Wat levert het de leerlingen op als het idee echt wordt uitgevoerd?



Wat levert het jou als docent op als het idee echt wordt uitgevoerd?

Kennis van sociale media

Docenten hoeven geen allesweters te zijn op het gebied van sociale media. Wel is het volgende belangrijk: 





Lacunes kunnen herkennen in de kennis en vaardigheden van leerlingen op het gebied van sociale media.



Actief luisteren naar leerlingen.



‘Echte’ vragen stellen vanuit oprechte interesse.



Durven ‘lerend implementeren’ , durven fouten maken om ervan te leren.



Thuis experimenteren met sociale media.



Lef om te erkennen dat leerlingen soms verder zijn dan jij.

Enthousiasme uitstralen over de mogelijkheden van sociale media. Bewustzijn van de gevaren van sociale media.

Welke mensen heb je nodig?    

Leg de verantwoordelijkheid bij meerdere mensen. Laat een doorgewinterde collega of een externe deskundige een introductiebijeenkomst geven. Leid leerlingen en docenten op tot sociale media‐experts. Wat kunnen ze al, wat moeten ze nog leren? Schakel experts van buiten in voor een gastles, bijvoorbeeld handige ouders.

 

Is er binnen het team voldoende kennis in huis betreffende sociale media of moet je die inhuren? Wie heeft welke kennis en welke kennis missen we?



Zijn bepaalde docenten experts en kunnen zij hun kennis overdragen aan het team?



Is er ruimte voor docenten om te experimenteren met sociale media binnen de lessen?



Leg je de ontwikkeling en uitvoering van het beleid bij één persoon of bij meer mensen? Wil je een projectgroep die zich bezig houdt met visie, implementatie en evaluatie? Zo ja: wie zitten in deze werkgroep: docenten, ouders, leerlingen?





Passen de gewenste taken binnen de uren die beschikbaar zijn of moet er tijd vrijgemaakt worden door andere taken over te dragen?



Hebben we een externe deskundige nodig of kunnen we het zelf?

Hoe ver ben je als school met sociale media?

Kijk naar wat er goed gaat, schrijf niet alleen op wat de school niet doet. Wat goed gaat, is de basis waarop je voort kunt bouwen.



 

Wat gaat goed op het gebied van sociale media bij jou op school? Wat kunnen we? Hoe helpen we elkaar?

Start een online reisbureau Leerlingen doen alles wat een reisbureau doet, met uitzondering van het daadwerkelijk boeken.  Leerlingen maken reclame via sociale media (Twitter of facebook)  Reisaanvragen komen via twitter en email binnen.  leerlingen gaan op zoek naar passend vervoer en accommodatie en maken een berekening van de kosten.  Het advies wordt in een excellbestand naar de klant gestuurd.  In een blog houden leerlingen de aanvragen en adviezen bij.  Via sociale media wordt verwezen naar het blog.  Per ‘reis’ presenteren de leerlingen de adviezen in web 2.0 programma’s als Glogster of Montage.  De posters worden verspreid via sociale media. Hoe lang duurt het? Zes weken, een aantal middagen per week.

Start een online reisbureau

Leerlingen doen alles wat een reisbureau doet, met uitzondering van het daadwerkelijk boeken.  Leerlingen maken reclame via sociale media (Twitter of facebook)  Reisaanvragen komen via twitter en email binnen.  leerlingen gaan op zoek naar passend vervoer en accommodatie en maken een berekening van de kosten.  Het advies wordt in een excellbestand naar de klant gestuurd.  In een blog houden leerlingen de aanvragen en adviezen bij.  Via sociale media wordt verwezen naar het blog.  Per ‘reis’ presenteren de leerlingen de adviezen in web 2.0 programma’s als Glogster of Montage.  De posters worden verspreid via sociale media. Hoe lang duurt het? Zes weken, een aantal middagen per week.

 

Waarom wil je deze tip uitvoeren? Wat levert het je leerlingen op?



Wat levert het jou als docent op?



Wie gaat het uitproberen?



Wat wil je precies doen?



Waar: in welke groep, welk lokaal?



Wanneer wil je dit doen?



Hoe: Welke faciliteiten heb je nodig: hardware (aantal PC’s, laptops, tablets,...), software, wifi,, accounts, budget, tijd?

 




















Een taalgids voor op reis

 

Maak een taalgids voor op reis met nuttige woorden, zinnen, uitdrukkingen. Film bruikbare conversaties



Verzamel de informatie in een Glogster, Wallwisher of Linoit.



Verspreid dit via sociale media.

Leuk om dit project voor de zomervakantie te doen.

Blog over de geschiedenis van de school 

Binnen vijf minuten is een weblog (bijv. Tumblr.com) aangemaakt.



Leerlingen interviewen (stok)oude juffen en meesters en door oud‐leerlingen.



Zoek (beroemde) oud‐leerlingen en laat leerlingen hen interviewen.



Leerlingen verwerken op het blog de interviews.

 




















 




















Twitter in de taalles 

Leerlingen vatten een alinea samen in een Twitterbericht (maximaal 140 tekens)



Leerlingen bedenken welke hashtags ze per alinea toekennen.



Leerlingen schrijven de samenvattende twitterberichten.

Een hashtag (#) geeft aan over welk onderwerp het gaat.

Sociale media bij kunstvakken 

Breng je kunstproject onder de aandacht via Facebook, Twitter, Pinterest.



Maak mooie tekeningen, scan ze in en ‘pin’ ze via Pinterest.

Als je het goed doet, profileer je je als artistieke school die weet om te gaan met sociale media.
























 

Waarom wil je het uitvoeren? Wat levert het je leerlingen op?



















Maak de les spannender met QR codes. Wat zijn QR codes?  QR‐codes (Quick Response‐codes) zijn geblokte streepjescodes met informatie.  In QR codes kun je veel data onderbrengen die tevoorschijn komen zodra je de code scant met een webcam of camera op je mobiele telefoon.  QR codes kun je vrij eenvoudig zelf maken met bijvoorbeeld Qrcode.kaywa.com en Qurify. Een educatieve speurtocht met QR‐codes.  In de QR‐code is een afbeelding, google maps locatie, coördinaat naar de volgende plek, een filmpje, of liedje versleuteld.  Geef vragen of opdrachten weer via een weblink achter de QR code.  Verwijs naar websites waar de antwoorden te vinden zijn. QR codes bij zelfstandig werken:  Opdrachten, instructievideo’s, plusopdrachten, zoekopdrachten zitten verstopt achter QR codes.  Verberg delen van werkbladen achter QR codes.. Pas wanneer de QR code gescand is, kun je verder gaan met de volgende opdracht.

Klasblog bijhouden

Voordelen Klasblog  Een veilige oefenomgeving om schrijfvaardigheid te oefenen  Leerlingen leren zich positief te profileren  Leerlingen leren elkaar opbouwende feedback te geven via reacties. Tips:  Iedere week hebben andere leerlingen de regie over het klasblog.  Taken van de leerlingen: zorgen dat er content op het blog komt, reageren op geplaatste stukjes.

 



Publiceer regelmatig om afhaken te voorkomen.

Zorg voor variatie op het blog: filmpjes, spel, foto’s, verslagen van activiteiten, een leuke mop,… Denk na over wie je welke rechten geeft: wie mogen meekijken, reacties geven?
























 




















Gesprek over sociale media (1)             

Welke sociale media gebruik je? Waarvoor gebruik je sociale media? Hoeveel tijd gebruik je gemiddeld aan sociale media? Hoeveel online vrienden heb je? Zijn dat allemaal mensen die je ook in het echte leven ontmoet? Maak je onderscheid in je ‘vrienden’ (kennissen, familie, etc.)? Zie je dat terug in je instellingen die je hebt gemaakt? Wat zegt het aantal volgers of het aantal vrienden over iemand? Let je daarop? Waarom (niet)?

Wat deel je allemaal met anderen? Wat deel je juist niet? Wat levert het gebruik van sociale media je op? Is er voor jou ook een keerzijde aan het gebruik van sociale media? Heb je wel eens wat vervelends meegemaakt met of gezien op sociale media? Hoe ben je ermee omgegaan?

Hoe voel jij je als iemand van jouw vrienden of jijzelf in het openbaar beledigd wordt? Wat doe je in zo’n geval? Wanneer word jij blij van iets wat op sociale media gebeurt? En wanneer word je somber?

Gesprek over sociale media (2)   

     

Hoe vaak verander jij je profielfoto? Hoe voelt het als mensen reageren op je profielfoto’s? Maakt het wat uit voor de beslissing om er een nieuwe foto op te zetten? Welke foto’s / beelden / filmpjes zet je wel en welke niet op je profiel? Wat is het verschil tussen contact via sociale media en contact door elkaar te ontmoeten? Kun je een voorbeeld geven van een moment dat je online bent en dat je de ander liever in het echt had gezien? En andersom: dat je bij elkaar bent maar dat je het prettiger had gevonden om het gesprek online te voeren? Wanneer kunnen met sociale media misverstanden ontstaan en hoe zien die eruit? Hoe zou je ze kunnen voorkomen? Geef eens een voorbeeld van zo’n misverstand en hoe je in dat geval gereageerd hebt. Met twitter en sms moeten je berichten kort zijn. Is dat beter of slechter als je gedwongen wordt om zo weinig tekst te gebruiken? Wat doen emoticons (smileys)? Waarom gebruik je ze en op welke momenten? Wat is het verschil tussen facebook en what’s app? Hoe kies je wat je wanneer gebruikt? Hoe zou het voelen als je twee of drie weken volledig afgesloten zou zijn van al je sociale media? Hoe vind je dat je de dingen tegen elkaar moet zeggen als iedereen kan meelezen? Als jij les zou moeten geven aan jonge kinderen die voor het eerst op internet gaan, welke regel zou je dan met hen afspreken?















































Google jezelf! Doel: bewustzijn creëren van online identiteit.  leerlingen zoeken zichzelf op via Google  Vraag een aantal mensen uit je directe omgeving jou te googlen en jou vervolgens feedback te geven: wat vind je over mij en klopt dat bij wie ik ben?  Ga met de leerlingen het gesprek aan over wat ze wel of niet op internet zetten. Checklist bij het plaatsen van online content:  Kan ikzelf door het publiceren in de problemen komen?  Kan iemand die toegang heeft tot mijn tekst, foto of video dit vervelend vinden?  Kan iemand dit mogelijk verkeerd begrijpen / interpreteren?  Kunnen mijn familieleden, vrienden of anderen hierdoor in de problemen komen?  Kan dit later, in een andere situatie, tegen me gebruikt worden?  Wil ik dat iedereen die dit kan vinden, dit van me te weten komt?

Portfolio via weblog  







Leerlingen bouwen hun portfolio op met een persoonlijk weblog . Alle zelfgemaakte bronnen (documenten, filmpjes, foto’s) of bronnen waar de leerlingen trots op zijn, komen op het weblog. Geef een les over feedback geven en ontvangen. Via de reactieknop geef je als docent feedback. Klasgenoten kunnen ook reageren.















































Meldknop.nl 



Bekijk samen met je leerlingen de website: meldknop.nl waarop je tips kunt vinden voor wat je kunt doen bij vervelende ervaringen met sociale media. Bespreek met de kinderen bij ieder item hoe je juist op een positieve manier met media om kunt gaan, bijvoorbeeld:

o Nare filmpjes: wat zijn leuke filmpjes? Hebben jullie voorbeelden? Waarom zijn deze filmpjes leuk? Vindt diegene die op het filmpje staat het ook leuk? Maak in groepjes een ‘leuk’ filmpje. o Webcam misbruik: Wanneer en hoe kun je de webcam goed gebruiken? o Bangalijst: op welke manier kun je ook ‘stoer en geinig’ zijn op internet zonder anderen te schaden? Hoe kun je anderen op een positieve manier in de aandacht zetten, wat spreek je dan met de betrokkenen af?

Tijdlijn     

Leerlingen maken een tijdlijn met bijvoorbeeld Xtimeline.com. Kies een onderwerp of thema: bijvoorbeeld: o Breng je eigen levensloop in beeld o De belangrijkste technologische ontwikkelingen van de afgelopen 100 jaar Toon ter inspiratie het filmpje: ‘de social media revolution’ : http://www.youtube.com/watch?v=awXq1VIPuaA Bespreek de snelheid waarmee het internet zich ontwikkelt. Stel de vraag: ‘ Hoe ziet het internet van de toekomst eruit? Kun je dat in een tijdlijn zetten?






















 






















Informatie vragen via sociale media 1. Leerlingen raadplegen een deskundige via sociale media bij het maken van een werkstuk:  Ze stellen een vraag  Ze nodigen de deskundige uit voor een interview of gastcollege via Google Hangout of skype. 2. Leerlingen bedenken met elkaar vragen voor een schrijver of wetenschapper. Kies de beste vragen uit en stel deze op twitter via het school‐ of groepsaccount. . 3. Vraag een kinderboeken auteur voor een Twitter‐interview. Leerlingen stellen vragen via Twitter de schrijfster of schrijver geeft via Twitter antwoord. Hoe stel je in 140 tekens een goede vraag? Wie zou je vraag kunnen beantwoorden? Welke # zet je in? Zet #dtv in.

Boektrailer

Leerlingen maken een boektrailer in plaats van het traditionele boekverslag. De boektrailer is een filmpje waarin de leerlingen vertellen waar het boek over gaat . Met beeld en geluid wordt een sfeer weergegeven. Zet de gemaakte filmpjes online (youtube kanaal).

De trailers kunnen andere kinderen helpen om een boek te kiezen.

 




















 




















Virtueel prikbord Met Pinterest kun je afbeeldingen ‘pinnen’ en ‘moodboards’ van mooie afbeeldingen samenstellen. Kunst:  Leerlingen maken foto’s van hun creaties en plaatsen deze op Pinterest.  Organiseer een wedstrijd: laat mensen stemmen op het mooiste kunstwerk. Natuur:  Maak elke dag een foto van een mooie boom in de buurt van de school  Deel deze via Pinterest. Zie hoe de boom gaandeweg het jaar verandert. Raad de foto:  Maak detailfoto’s van objecten  Zet de foto online. Leerlingen raden (via twitter) wat het voorwerp is.  Geef iedere dag een nieuw stukje prijs totdat de foto geraden is. Elke groep een pinboard: Geef elke groep een eigen pinboard dat gevuld kan worden met foto’s van een bepaald thema.

Twittersnuffels     

Geef leerlingen via een klassenaccount ‘twittersnuffels’ , uiteenlopend van sommen tot geschiedenisvragen. Dat kan in de les maar ook buiten schooltijd. Een twittersnuffel heeft een wedstrijdelement: Wie geeft als eerste het goede antwoord? In de klas twitteren leerlingen via hun mobiele telefoon of via laptops, PC’s, tablets. Stuur grappige weetjes en linkjes via het klassenaccount en stimuleer leerlingen dat ook te doen of hierop te reageren. Op een veilige manier leren de leerlingen al doende omgaan met twitter:  Wat wil je wel of niet zeggen op twitter?  Wat is de functie van een #?  Hoe maak je een duidelijk en goed bericht in 140 tekens?

 




















 




















#complimentjesdag



Als de sfeer in de klas wat minder goed is, kun je de #(hashtag)complimentjesdag in het leven roepen.



Leerlingen oefenen zo hoe ze in 140 tekens elkaar mooie Twittercomplimenten kunnen geven.

Twittergedichten



Leerlingen maken twittergedichten of –haiku’s.



Zo leren ze in 140 tekens hun gedachten uit te drukken.



Langere Twitterverhalen ontstaan als de leerlingen om de beurt een zin toevoegen.
























 




















Twitteraccount in de klas

Veilig twitteren, hoe doe je dat? 1. Schrijf een twitterclient. Elke leerling kan zo een deelaccount gebruiken, bijvoorbeeld: @meesklas/maarten. o Als docent kun je binnen de Twitterclient ingrijpen. o Kinderen experimenteren op een veilige manier. 2. Leerlingen maken een gesloten Twitteraccount aan. Dat is veilig.  Houd, controle over de tweets binnen het klasaccount: lees de tweets van leerlingen regelmatig en verwijder zo nodig vervelende tweets.  Bespreek de tweets in de klas.  Benoem iedere dag de ‘tweet van de dag’ : wie heeft de beste, leukste, meest interessante tweet gestuurd vandaag?  Praat met de leerlingen over afspraken in Twittercontacten. Spreek voor het gebruik van sociale media de basisregel af: ‘Als je iets niet tegen iemand in levende lijve zou zeggen, moet je het ook niet op Twitter zetten’.

Dictee of woordjestoets met Twitter  Leerlingen maken het dictee via hun mobiele telefoon, laptop of PC.  Leerlingen twitteren het antwoord.  De eerste in de tijdlijn die het woord goed heeft gespeld, krijgt een punt. *op YouTube kun je op ‘Twitter in deklas, Gijs Palsrok’ een inspirerend praktijkvoorbeeld zien.

 




















 




















Twitter in de geschiedenisles 

Leerlingen twotteren als een historisch figuur, bijvoorbeeld als Michiel de Ruyter of Julius Ceasar,.

 Je kunt ook een historische gebeurtenis via twitter opnieuw laten gebeuren. Kijk voor voorbeelden van historische tweets op www.historicaltweets.com

Samenvatten met Twitter 

Leerlingen twitteren elke 10 minuten de essentie van je verhaal (maximaal 140 tekens).
























 




















Leerlingen als docenten sociale media 

leerlingen geven op woensdagmiddag een cursus Twitter of Facebook aan ouders. Onderwerpen kunnen zijn: o o o o o o

 

Hoe scherm je je profiel af? Hoe kun je je profiel mooier maken? Wat zet je in je bio? Wie zijn op Twitter interessante mensen om te volgen? Wat is een #? Hoe kom je aan relevante volgers?

Enkele leerlingen leggen hun klasgenoten uit hoe Prezi werkt. Daarna maken alle leerlingen een boekverslag met Prezi. Leerlingen bedenken een plan om digitaal pesten op school aan te pakken. o Ze presenteren hun ideeën aan het team en/of de ouderraad. o De ideeën komen in een online poster (bijvoorbeeld Glogster.com). o De poster wordt gedeeld via sociale media.
























Achtergrondinformatie voor de docent : tips bij gebruik van sociale media:        

Accepteer alleen betrouwbare uitnodigingen, bij voorkeur alleen mensen die je goed kent. Loop zo nu en dan eens door je vriendenlijst: hoort iedereen er nog bij? Verwijder onbekenden. Bedenk dat profielen op sociale media nep kunnen zijn, ook die van bekende Nederlanders en ‘modellen scouts’. Blijf aardig en eerlijk. Negeer gescheld, discriminatie en seksuele toespelingen. Wees alert en attent: door een positieve instelling, vriendelijk doen en complimentjes uitdelen maak je je geliefd op sociale media, net als in het echte leven. Reageer een beetje vlot op krabbels en berichten. Als je te lang wacht, kan dat ongeïnteresseerd en dus onvriendelijk overkomen. Wees voorzichtig met het afspreken met iemand die je via sociale media hebt leren kennen. Heb het er met je ouders over. Maak een schermafdruk als je een vervelende krabbel krijgt of op een andere manier wordt lastig gevallen. Zo heb je bewijs van wat er is gebeurd, ook als de krabbel wordt weggehaald.

Achtergrondinformatie voor de docent : tips bij gebruik van sociale media:        

Kijk bij het aanmaken van een profiel op sociale media goed naar de instellingen en klik overbodige vinkjes weg. Kijk regelmatig of je gegevens in je account wilt aanpassen. Kies een sterk wachtwoord, bestaande uit letters, cijfers en leestekens en minstens 8 karakters. Geef je wachtwoord nooit aan anderen, hoe betrouwbaar die vriend of vriendin ook is. Zet je profiel op privé zodat alleen je vrienden kunnen zien. Geef zo min mogelijk gegevens weg. Publiceer dus geen namen (ook niet van school), adressen, telefoonnummers, wachtwoorden, beroepen etc. Je weet niet wat ermee gebeurt. Internet heeft een ijzeren geheugen. Houd er rekening mee dat alles wat je er nu op zet, later nog ergens op kan duiken. Ook al denk je dat het weg is. Plaats foto’s van anderen pas op sociale media nadat je hun toestemming hebt gekregen.

Informeer de ouders over ouderparticipatie 2.0  

Geef duidelijke informatie aan ouders over de afspraken rondom het gebruik van sociale media op / voor school. De informatie gaat over: o o o o o



het doel privacy afspraken over het gebruik hoe het werkt (handleiding) de handleiding

Informatiekanalen: nieuwsbrief, schoolgids, informatieavonden, algemene ouderavond, website,…

Twitter‐ of facebookschoolaccount  Open een schoolaccount op twitter en/of facebook o Word vrienden met ouders o Houd ouders op de hoogte van nieuws en vraag hen om feedback. O o Op Twitter of facebook kunnen ouders meepraten over zaken die op school spelen. o Maak een rooster om ervoor te zorgen dat het sociale‐mediakanaal van de school in elk geval tijdens openingstijden actief en ‘bereikbaar’ is. o Gebruik in berichten op accounts waar gecommuniceerd wordt namens de hele organisatie je initialen of een medewerkerscode zodat de ontvanger kan zien wie er aan het woord is.  Open per groep een Twitter en/of facebook account. o Word vrienden met ouders en leerlingen o Houd eens per week ‘spreekuur’ op twitter en/of facebook o Praat over algemene zaken, niet over individuele leerlingen. o Als je via sociale media met leerlingen of ouders communiceert, doe je dit alleen met je professionele account.

    

Wat wil je weten van de ouders? Wil je dat ze iets gaan doen? Hoeveel ruimte krijgen de ouders om het contact zelf vorm te geven? Mogen ouders via sociale media vragen stellen aan de directie of docenten? Wie houdt de gesprekken op sociale media in de gaten zodat de school ook vragen beantwoordt?  Waarom wil je deze tip uitvoeren?  Wat levert het de ouders op?  Wat levert het jou als docent op?  Wat levert het de school op?  Wat levert het de leerlingen op?  Wie gaat het uitproberen?  Wat wil je precies doen?  Waar: in welke groep, welk lokaal?  Wanneer wil je dit doen?  Hoe: Welke faciliteiten heb je nodig: hardware (aantal PC’s, laptops, tablets,...), software, wifi,, accounts, budget, tijd?

Digitale agenda

Bied ouders digitaal deelbare agenda’s in verschillende formaten zoals iCAL, Google Agenda en Outlook waarop ze zich kunnen abonneren. Hiermee verschijnt de jaarkalender automatisch in hun persoonlijke digitale agenda.

Weblog     

Iedere groep houdt een weblog bij. Houd het blog privé en voeg enkel leerlingen en ouders toe als auteurs. Ouders zijn via het blog meer betrokken: ze krijgen een beeld krijgen wat er gedurende de schooldag of‐week in de groep gebeurt. Voor de leerlingen is het bijhouden van een blog een realistische oefening in schrijven en publiceren. Wijs een ouder toe als moderator: iemand die de eindverantwoordelijkheid draagt voor het blog.





Waarom wil je deze tip uitvoeren? Wat levert het de ouders op?






Wat levert het de school op?



Wat levert het de leerlingen op?













































You Tube 

Open een You Tube kanaal waarop ouders video’s kunnen uploaden van schoolactiviteiten:  de musical van groep 8  interviews met de meesters en juffen  instructiefilmpjes van de docenten over de leerstof.  …  Zorg ervoor dat de video’s goed vindbaar zijn als je de naam van de school googelt:  Geef elk filmpje een duidelijke titel.  Vermeld het onderwerp  Vermeld de naam en plaats van de school bijvoorbeeld: Eindmusical groep 8, OBS De Piramide Roosendaal. Voordeel: Ouders van toekomstige leerlingen krijgen een goed beeld van de school.

Deel je presentaties met Slideshare  

Gebruik een Slideshare account om presentaties van ouderavonden en andere bijeenkomsten te uploaden. Maak per klas een account aan om presentaties van leerlingen te uploaden. Deze kun je weer embedden op de groepsblogs.

Voordeel: Ouders kunnen thuis nog eens rustig nalezen wat er is besproken en worden meer betrokken bij het groepsgebeuren.

 


























 


























Online fotocollectie   

Zet een levendige online fotocollectie op met Picasa of Flickr. Deze kun je door ouders laten onderhouden. Ouders fotograferen vaak tijdens schoolactiviteiten en dat levert gemakkelijk een leuke en goedgevulde fotopagina op. Embed de foto’s op het blog van de klas en op de schoolwebsite zodat meer ouders de foto’s kunnen zien. Ontwikkel een fotobeleid in verband met toestemming voor plaatsing van foto’s (Check bijvoorbeeld aan het begin van elk schooljaar welke ouders er bezwaar tegen hebben als hun kind op de foto’s in de collectie staat).

Wat wordt over de school gezegd? Gebruik ‘Alert’

 

Met Twilert of Google alerts kun je bijhouden wat over je school gezegd wordt op internet of kun je op de hoogte blijven van relevante onderwerpen. Geef een trefwoord of combinatie van trefwoorden op zoals de naam van de school.



Per email ontvang je gratis een overzicht van alle berichten waarin de trefwoorden voorkomen.



Je kunt zelf instellen of je deze alerts dagelijks of wekelijks wilt ontvangen.

 

Waarom wil je deze tip uitvoeren?

















































Wat levert het de ouders op?

Webcare

 



Een webcare team kan bestaan uit een groep leerlingen en deskundige leraren . Op afgesproken tijden volgt het webcare team: o wat er over de school gezegd wordt o wat trends zijn op sociale media o hoe leerlingen en docenten van de school zich online uiten. Het team maakt afspraken over o hoe gereageerd wordt op berichten: zowel positieve als negatieve o wie zich in welke discussiegroepen mengt. o Hoe zich in discussiegroepen te mengen: stel je als deskundige op en zorg ervoor dat je niet teveel op ‘reclame’ uit bent.

Nieuwe leerlingen aantrekken (VO) via sociale media

  

Creëer een online omgeving zoals een facebook‐groep waarin leerlingen uit de brugklas en leerlingen die belangstelling hebben om volgend schooljaar naar de school te komen elkaar kunnen ontmoeten. De huidige eerstejaars kunnen er vragen beantwoorden en ervaringen delen. Potentiële leerlingen krijgen zo van leeftijdsgenoten informatie over wat hen te wachten staat.






Welke leerlingen, docenten vragen we?






Wanneer wil je starten?



Hoe ga je het organiseren?






Welke leerlingen, docenten vragen we?













Contact met oud‐leerlingen

  

Gebruik LinkedIn en verbind je met oud‐leerlingen. Alumni zijn een waardevolle bron voor de school omdat ze graag iets terug willen doen voor de school waar ze zijn opgegroeid Misschien zijn ze de ouders van de leerlingen van de lichting van volgend schooljaar.

Sociale media : privé en werk

  

Voorkom één‐op‐één communicatie. Stel je in de communicatie altijd professioneel op als docent. Maak aparte accounts aan als privé persoon en als docent. o Werk voor je privé zaken met een afgeschermd account of wees extra alert op wat je publiceert. o Gebruik enkel je docentenaccount om te communiceren met ouders, leerlingen, vakgenoten en collega’s.






Welke docenten vragen we om dit te regelen en onderhouden?



Wat wil je precies bereiken?







 

Is er beleid voor professioneel sociale media gebruik op school? Hoe wil je aandacht vragen voor deze tip?



Welke afspraken wil je maken voor deze tip?



Hoe wil je deze afspraken communiceren naar team en ouders?

Omgaan met incidenten

         

Neem het omgaan met sociale media en overtredingen op dit vlak op in het veiligheidsplan. Zorg voor duidelijke protocollen. Zorg ervoor dat de protocollen bekend zijn bij het team en de medezeggenschapsraad. De vertrouwenspersoon kan meldpunt zijn voor incidenten op sociale media. Zorg dat de vertrouwenspersoon voldoende kennis heeft, bijvoorbeeld over een thema als digipesten. Betrek en informeer de ouders. In bepaalde situaties zullen zij met de betrokkenen aan de slag moeten. Reageer snel en zorg voor een transparante communicatie op maat naar de verschillende betrokkenen. Vertel wat je als schoolleiding gaat ondernemen en hoe je de verschillende partijen gaat betrekken. Op www.meldknop.nl kun je kijken bij welke incidenten de politie betrokken moet worden. Registreer alle incidenten, ook de kleine. Evalueer na elk incident de aanpak en registreer dit.

Profileer je school via facebook    

  

Maak een afgeschermde facebookpagina op naam van de school en maak dit onderdeel van het PR‐beleid. Zet op website, nieuwbrief , schoolkrant een link naar de facebookpagina. ‘Vrienden’ zijn ouders en andere geïnteresseerden. Wat zet je op de pagina? o Leuke gebeurtenissen uit het dagelijkse leven op school. o Welkom aan nieuwe leerlingen en medewerkers o Vertrek van leerlingen, docenten en stagiairs o De school in het nieuws, o Oroep aan vrijwilligers (ouders) voor activiteiten op school o Aanschaf nieuw leermateriaal. Denk na of je schoolbeleid en organisatiekwesties online wilt bespreken. Directeur en docenten kunnen inloggen op hetzelfde schoolprofiel of een werkgroep docenten / ouders / leerlingen beheren de content. Stel een webcare team samen dat inkomende berichten checkt en snel reageert op positieve en negatieve berichten.

      

Heeft de school een veiligheidsplan ? Is de inhoud van het veiligheidsplan bekend bij alle teamleden en ouders? Worden incidenten geregistreerd? Is het omgaan met sociale media en overtredingen op dit gebied opgenomen in het veiligheidsplan? Wie zou jullie kunnen helpen met het opstellen van een praktisch veiligheidsplan? Hoe zou je dit willen organiseren? Wat is de eerst volgende stap die gezet moet worden? Wanneer ga je van start?

Do’s en don’ts bij het maken van een facebookpagina:  Zorg dat je altijd toestemming hebt van de ouders voordat je foto’s van hun kinderen maakt en deze op internet zet.  Zet geen volledige namen van kinderen bij de foto’s  Nodig in je berichten uit om te reageren.  Maak gezamenlijk duidelijke afspraken over wat je online zet en hoe je omgaat met eventuele problemen.  Waarom wil je deze tip uitvoeren?  Wie gaat het organiseren?  Wat wil je precies doen?  Wanneer wil je starten?  Hoe ga je het organiseren?

Interactie via sociale media Weet wat er over je school gezegd wordt:  Stel een Google alert in (google.nl/alert) met de naam van je school en ontvang updates via je mailbox.  Stel filters in op Twitter, bijvoorbeeld met Tweetdeck (tweetdeck.com). Weet waar je doelgroep zich bevindt:  Wat zijn de fora waar je doelgroep zich in mengt? Wat zijn voor deze groep interessante thema’s? Waar worden ze blij / boos van?  Luister naar wat mensen te zeggen hebben, positief of negatief, door in kaart te brengen hoe er over je wordt gesproken. Reageer  Meng je op een rustige en positieve manier in de fora. Hebben mensen vragen, beantwoord ze dan. Hebben ze klachten, reageer daar dan op.  Heb je meer tekst nodig? Publiceer een reactie op je schoolsite en verwijs daarnaar in je respons op sociale media.  Maak duidelijk dat je iedereen serieus neemt, hoe kritisch ze ook zijn. Ook dát draagt positief bij aan de identiteit van de school.

Identiteit

  

Communiceer een duidelijke boodschap die bekend is bij team, ouders en leerlingen. Alle communicatiekanalen: Website, schoolgids, nieuwsbrief, sociale media, stralen deze identiteit uit. Zorg ervoor dat team, ouders en leerlingen zich verbonden voelen met deze identiteit en ambassadeurs voor je school worden.

Hoe worden ouders en leerlingen ambassadeurs?  Leerlingen vertellen waar de school voor staat aan de ouders tijdens een informatie avond.  Leerlingen geven rondleidingen tijdens open dagen.  Laat de uitnodiging voor ouderavonden lopen via het kind. Zorg ervoor dat het kind er belang bij heeft als de ouders komen. Ouderavonden zullen zo beter bezocht worden.  Zoek ouders die actief zijn op sociale media en die via hun sociale media kanalen aandacht willen vragen voor activiteiten van de school.  Stuur een persbericht naar de lokale krant of radio / televisie bij activiteiten die de identiteit bevestigen. Zo zet je een consistent beeld van de school neer.

    

        

Op welke fora mengt de doelgroep van de school zich (potentiële ouders, ouders, leerlingen) Wie houdt de alerts bij? Wie coördineert de berichten waar op gereageerd moet worden? Wie mengt zich in discussies, wie communiceert rustig en positief? Wie reageert op klachten?

Wie ben je als school? Wat maakt je onderscheidend ten opzichte van andere scholen? Waar zit je passie? Wat wil je kinderen meegeven? Welke activiteit verbeeldt de identiteit van de school: sportactiviteiten, kunst, nieuwe media? Hoe zou je in een korte zin of maximaal vijf kernwoorden willen beschrijven waar wij voor staan? Welke sociale media kanalen passen het beste bij deze identiteit? Hoe vaak wil je updates plaatsen? Wie komt in het webcare team?

Twitter als logboek Gebruik Twitter als ‘Logboek’ van de klas om de ouders te vertellen waar de leerlingen mee bezig zijn. Drie keer per dag een update bijvoorbeeld.

 




















Bronnen: Mijland, E. (2012). Smihopedia. Aan de slag met sociale media in het onderwijs. Innodoks, Middelbeers. Pardoen, J. (2012). Focus! Over sociale media als de grote afleider. SWP, Amsterdam. Pijpers, R. (2012). Sociale media op de basisschool. De leerkracht maakt het verschil. Mijn Kind Online, Amsterdam.

Evalueer: sta stil bij wat er goed gaat

Recommend Documents