Wat gaat er veranderen?

Wat gaat er veranderen?

Het Rijk heeft een forse korting toegepast op de budgetten voordat die naar de gemeenten gaan. De gemeente moet dus méér doen terwijl er minder geld is dan in de oude situatie. Kan dat eigenlijk wel? Ja, dat kan, maar het vraagt wel om een andere manier van werken. Het uitgangspunt is: zo min mogelijk korten op de zorg zelf, maar bezuinigen op de manier waarop die zorg is georganiseerd. Zorg- en welzijnsinstellingen, inwoners, zorgverzekeraars en gemeenten gaan meer samenwerken om de veranderingen mogelijk te maken. Het doel: minder doorverwijzingen, snellere en beter afgestemde hulp, minder bureaucratie en meer ruimte voor maatwerk en eigen regie.

Kinderen met een handicap of gedragsproblemen hebben recht op een passende onderwijsplek. Dat kan in het speciaal onderwijs. Of met extra begeleiding op een gewone school. Vanaf 2014 is er een nieuw stelsel voor passend onderwijs, waarin de gemeente en het onderwijs samenwerken. Dit stelsel verplicht scholen een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben.

Veranderingen in de Jeugdhulp: de nieuwe Jeugdwet Ook de Jeugdhulp gaat veranderen per 1 januari 2015. In de nieuwe situatie kijken we niet alleen naar de kinderen, maar naar het hele gezin en de omgeving. Veiligheid staat daarbij voorop. De gemeente krijgt de regie en moet goed samenwerken met alle professionele partijen. De nieuwe Jeugdwet regelt een nieuw jeugdstelsel waarin gemeenten bestuurlijk en financieel verantwoordelijk zijn voor alle jeugdhulp en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering.

Hoe gaan we de veranderingen realiseren? De gemeente Molenwaard krijgt dus belangrijke nieuwe taken, maar kan het niet alleen. Nadrukkelijk wordt de hulp, kennis en kunde ingeroepen van partners als huisartsen, zorgverzekeraars, GGZ, andere zorgaanbieders maar ook van u als inwoner. De sleutel van het succes van deze hele operatie ligt in de samenwerking tussen al deze partijen. De gemeente Molenwaard zoekt de professionals en de inwoners op om samen tot slimme oplossingen te komen.

Werken ondanks een afstand tot de arbeidsmarkt: de Participatiewet Mensen met een bijstandsuitkering en gedeeltelijk arbeidsongeschikten vinden vaak moeilijk werk. Toch is dat van groot belang, want werk is de sleutel tot meedoen in de samenleving. Gemeenten zullen uitgaan van wat mensen wèl kunnen en gaan daar een grote rol in spelen. Als werk niet mogelijk is dan zet de gemeente in op vrijwilligerswerk en arbeidsmatige dagbesteding. Met de Participatiewet wil het kabinet iedereen met een afstand tot de arbeidsmarkt helpen weer mee te doen in de samenleving.

Krijgt iedereen professionele zorg?

NTE LZO RG -O N

VERENIGINGEN

TEAM AL A CI SO

KERKEN FAMILIE & VRIENDEN

BUREN

HUIS VAN DE WAARD WMO L O KE T

INGCORPOR ATI WON E

ZORGIN STE LLI NG MA

VRIJWILLIGERS

HUIS ZIEKEN

Sociaal domein krant gemeente Molenwaard

WIJKVER PLE EG KU ND

TS ISAR HU

Het kabinet wil de langdurige zorg voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten vanaf 2015 ingrijpend hervormen. Dat is nodig om de voorzieningen in de toekomst op peil en betaalbaar te houden. Gemeenten kunnen door hun integrale aanpak voor hulp en zorg combinaties maken voor cliënten die passend voor hen zijn. Gemeenten nemen de zorg op zich voor mensen

G NIN U E T RS E D

REGIO NA LE S OC I

De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

GEMEENTE

E IG

De aanspraak op zorg en ondersteuning wordt minder vanzelfsprekend. De gemeente gaat eerst na wat inwoners zelf of met hulp uit hun omgeving kunnen doen. Maar wie écht niet zonder professionele ondersteuning kan, moet die ook blijven krijgen. Hulp uit de omgeving of via sociale netwerken wordt belangrijker. ‘Doen wat nodig is’ betekent ook dat niet elke inwoner dezelfde ondersteuning zal krijgen. Er zullen verschillen tussen mensen, wijken en gemeenten zijn. Dus meer lokaal en individueel maatwerk.

CJG

Méér doen met minder geld, kan dat wel?

De hervorming van het Passend Onderwijs

die thuis wonen met individuele begeleiding, dagbesteding en kortdurend verblijf. Dit wordt geregeld in de nieuwe Wmo.

T INS DE LE A

Vanaf 2015 krijgen gemeenten er drie grote taken bij in het sociaal domein. De taken worden overgebracht van het rijk en de provincie naar de gemeente. De gemeente wordt daardoor verantwoordelijk voor vrijwel de gehele maatschappelijke ondersteuning van de inwoners. Jong of oud, rijk of arm, gezond of hulpbehoevend, voor alle inwoners in Nederland gaat er wat veranderen.

3

Huis van de Waard In de gemeente Molenwaard zijn afgelopen jaar twee locaties van een Huis van de Waard gerealiseerd. Eén in Oud-Alblas en één in Ottoland-Goudriaan. Twee leden van het bestuur van de huiskamer in Ottoland-Goudriaan zijn Leo Waaijer en Dini Resseler-Vink. Arma van Bruchem is actief als vrijwilliger in Oud-Alblas. Wat is een Huis van de Waard? Dini: Het is een huiskamerproject waar mensen langs kunnen komen die behoefte hebben aan een praatje, afleiding, een spelletje of het leuk vinden om te koken, maar het is ook voor mensen die een hulpvraag hebben. Het gaat erom om nieuwe verbindingen tussen de mensen te creëren en zodoende het sociale netwerk te vergroten. Leo: Al snel bleek dat het vasthouden aan de doelgroep, mensen waarbij mogelijk een deel van de “lichte” dagbesteding die per 1 januari 2015 wegvalt, te beperkt is en hebben we het breder opengesteld. Het is namelijk voor iedereen die deel uitmaakt van de maatschappij.

Wie vangt de mensen op die langskomen? Leo: Dit zijn vrijwilligers. We hebben een grote enthousiaste groep mensen die het leuk vinden om met de mensen activiteiten te ondernemen. Iedereen heeft talenten die hij/zij kan gebruiken en zodoende iets kan betekenen voor iemand anders. Dini: Er is iemand bij ons die het leuk vindt om wat reparatieklusjes te doen. Iedere derde donderdagmiddag van de maand is hij aanwezig om kleine dingen te repareren bijv. een kapot snoertje. Ook hebben we een vrijwilligster die al vanuit de kerk een creatieve handwerkclub leidde. Zij heeft de dames meegenomen naar de

huiskamer en nu zitten ze dus ook bij ons. Arma: Bij ons is op initiatief van een vrijwilliger al een paar keer een basisschoolklas langs geweest om samen met de aanwezigen liedjes van vroeger te zingen. Hartstikke leuk!

Zijn er ook professionele instanties bij betrokken? Leo: Er is professionele back-up via de kwartiermakers van MEE en de gemeente beschikbaar en we hebben vrijwilligers met specifieke(professionele) kennis. Af en toe melden zich mensen aan die een zeer specifieke zorgvraag hebben. Dan is het voor ons prettig om dat met een professional te kunnen bespreken en om eventueel hun hulp te kunnen inschakelen. Dini: Soms komt er ook begeleiding mee, bijvoorbeeld van Rivas, om te kijken of het geschikt is voor hun cliënt. We geven altijd de tip om minstens vier keer langs te komen, dan weet je echt zeker of je het bij je past of niet. Elke middag is toch echt weer anders.

Wat is jullie persoonlijke ervaring tot nu toe? Arma: Ik vind het ontzettend zinvol en heel erg leuk werk en ik ben daar niet de enige in, dit hoor ik ook van andere vrijwilligers. Leo: Het geeft een groot gevoel van voldoening en energie om iets voor de samenleving te doen. Ik geniet van een potje schaken met één van de bezoekers die wekelijks langs komt, maar ook van de aandacht die wordt gegeven aan de voorbereidingen van de maaltijd op donderdag. Dini: Het is heel goed om te zien hoe mensen met een hulpvraag andere mensen weer kunnen ondersteunen. Als je niet goed ter been bent betekent dat nog niet dat je iemand die wil leren schilderen niet kunt helpen. Arma: Laatst wilde een aantal dames perse rummikub spelen met iemand die dat niet kan. Uiteindelijk hebben ze hem geholpen en toch samen een hele leuke middag gehad.

Huis van de Waard Ottoland-Goudriaan

Huiskamer Ottoland-Goudriaan A 94, ‘’Achter het Regthuis’’, Ottoland Dinsdagochtend van 10.00 tot 12.30 Inloop, koffie, een praatje, spelletje, breien, boekenhoek, leenbibliotheek Iedere 3e dinsdag van de maand: creatieve handvaardigheid met begeleiding van Corrie van Rees. Donderdagmiddag van 14.00 tot 18.30 Inloop, koffie, een praatje, spelletje, schaken, dammen, boekenhoek, leenbibliotheek Iedere 1e donderdag van de maand: schilderen met begeleiding van Leo Waaijer. Iedere 3e donderdag van de maand: vanaf 14.00 uur ‘reparatie-café’ met Jan Kraaiveld. Iedere donderdagmiddag: maaltijd bereiden en gezamenlijk eten. Hiervoor 3 dagen van te voren aanmelden bij Marieke Meerkerk, tel. (0184) 641363 of 06-30556060

Huis van de Waard Oud-Alblas

Huiskamer Oud-Alblas Oproep! Voor de huiskamers in Oud-Alblas en Ottoland-Goudriaan is men op zoek naar enthousiaste vrijwilligers/bezoekers. Heeft u een leuk idee voor een activiteit of vindt u het leuk om zich met de organisatie bezig te houden? Meldt u aan voor Ottoland-Goudriaan bij Leo Waaijer: 06-52878199 en voor Oud-Alblas bij Arma van Bruchem tel. 0184-692253 of Marry van Vliet 06-20589333


Burgemeester Boudet van Damstraat 5 Woensdagmiddag van 14.00 tot 16.00 Spelletjes of crea middag Om de week op donderdag van 17.00 tot 19.00 Gezamenlijk koken en eten

5

Mantelzorgondersteuning in Molenwaard Zorgt u voor een ander? Zorgt u uit liefde, vriendschap of een persoonlijke band voor bijvoorbeeld een familielid of dierbare die ziek of beperkt is? Dan bent u mantelzorger. Meestal verloopt dit probleemloos, maar soms kan het bieden van mantelzorg zwaar worden. Bijvoorbeeld als u langdurig en intensief zorgt. Dan kan uw eigen huishouden of uw persoonlijke leven in de knel komen. Er blijft steeds minder vrije tijd voor u zelf over. Misschien gaat de verzorging ten koste van uw eigen gezondheid. Dan is de mantelzorg een te grote belasting geworden. De vraag is dus: hoe gaat het eigenlijk met u?!

Misschien kunnen onze adviseurs Wonen, Zorg en Welzijn u helpen door: • Informatie en advies • Informatie over voorzieningen en regelingen • Mogelijkheden op het gebied van ondersteuning in uw gemeente • Informatie over de mogelijkheden waarop u kunt terugvallen als het (plotseling) nodig is • Vrijwilligers die tijdelijk willen ondersteunen • Antwoorden op praktische vragen over Centrum Indicatiesteling Zorg (CIZ), Wmo, opname e.d.

In samenwerking met de vrijwilligerscoördinatoren organiseren ze: • De inzet van Vrijwillige Thuishulp • Themabijeenkomsten en cursussen • Mantelzorgsalons over thema’s zoals bijvoorbeeld Alzheimer in samenwerking met de AV-Zorggroep

Meer informatie Voor meer informatie, kunt u een informatieverzoek Wmo indienen via onze gemeentelijke website: www.gemeentemolenwaard.nl. Het team Wmo zal uw verzoek dan in behandeling nemen. U kunt ook bellen naar telefoonnummer: 14 0184 of emailen naar: [email protected]

Sociaal Team Molenwaard Waarom een sociaal team? De gemeente krijgt er vanaf 1 januari 2015 veel taken bij op het gebied van werk, zorg en jeugd. Om te zorgen dat we u als burger snel en dichtbij kunnen ondersteunen wordt een sociaal team ingesteld in de gemeente Molenwaard. Als sociaal team willen we er voor zorgen dat mensen met meerdere ondersteuningsvragen één contactpersoon hebben en niet steeds hetzelfde verhaal hoeven te vertellen.

Ondersteuning dichtbij Het uitgangspunt bij de nieuwe taken van de gemeente is dat ondersteuning dichtbij huis is geregeld en laagdrempelig is. Hulp vragen kan immers al moeilijk genoeg zijn en mensen doen dit vaak het liefst op een vertrouwde plek: bij de huisarts, op school of bij het kinderdagverblijf, bij een maatschappelijk werker, bij de kerk.

Dit gaat door de komst van het sociaal team niet veranderen. Dit blijven de plekken waar u, naast het Wmo-loket, uw vragen kunt stellen. Voor het sociaal team is het erg belangrijk om iedereen met meerdere ondersteuningsvragen in beeld te hebben. Dit zorgt voor een breed vangnet. Daarom zorgt het sociaal team dat ze goede contacten heeft met alle mensen en organisaties waar hulpvragen binnen kunnen komen. Zodat we elkaar goed weten te vinden. Op het moment dat het sociaal team een melding of signaal krijgt, wordt er natuurlijk altijd contact gezocht met de inwoner zelf.

Wat kan het sociaal team voor u doen? Iedereen heeft weleens een steuntje in de rug of georganiseerde hulp nodig. Het sociaal team ondersteunt en denkt samen met u mee over praktische en passende oplossingen. Wat kunt u


zelf nog doen? En hoe kan uw sociale netwerk helpen? Denk daarbij aan buren, familie en vrienden. Maar ook kerkgenoten en contacten uit het verenigingsleven kunnen en willen vaak meer betekenen dan mensen denken. Ook wordt besproken of er misschien inzet van een professionele organisatie nodig is.

Werkwijze: samen oplossingen vinden De leden van het sociaal team hebben veel ervaring op verschillende gebieden. Denk aan zorg, hulpverlening, opvoeding of financiën. De lijntjes zijn kort en door de diverse samenstelling is een passende oplossing vaak snel gevonden. Het is de bedoeling dat het sociaal team samen met u aan de slag gaat met oplossingen. En dat problemen in een vroeg stadium worden gesignaleerd en opgepakt. Voorkomen is beter dan genezen.

7

Jeugdzorg, persoonlijk en dichtbij! We bereiden ons voor op een nieuw stelsel voor jeugdhulp dat vanaf 2015 in gaat. Als gemeente krijgen we nieuwe taken die nu nog veel bij andere instanties liggen. Het doel hiervan is om de jeugdzorg dichter bij de mensen te brengen en beter te organiseren. Het is een omvangrijk traject om dit voor elkaar te krijgen, maar één ding is duidelijk: we moeten een nieuwe manier van werken, denken en doen doorvoeren om samen de jeugdhulp beter te maken. Wat verandert er? Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor bijna alle vormen van hulp en zorg voor jeugdigen en opvoeders. Kortom, alle jeugdzorg die nu onder het Rijk, provincie, AWBZ en de Zorgverzekeringswet valt. Dit zijn: • Provinciale jeugdzorg, waaronder de jeugdbescherming en jeugdreclassering • Jeugd GGZ • Gesloten jeugdzorg • Zorg voor verstandelijk gehandicapte jeugdigen

Voorkomen en op tijd signaleren Voorkomen en op tijd signaleren van mogelijke probleemsituaties is enorm belangrijk in de nieuwe jeugdhulp. Een belangrijke rol hierin is weggelegd voor scholen, kinderdagverblijven, huisartsen, sportclubs, welzijnsorganisaties etc. Zij zien kinderen en hun ouders of verzorgers regelmatig en kunnen problemen op tijd waarnemen. Hierdoor kunnen kinderen beter en snel worden ondersteund.

Eigen netwerk benutten Ouders en opvoeders zijn altijd in eerste instantie verantwoordelijk. Als ouders ondersteuning nodig hebben benutten ze eerst het eigen netwerk. Als blijkt dat in de eigen omgeving geen ondersteuning beschikbaar is, dan zoeken professionals samen met het gezin naar mogelijkheden. Het gezin behoudt hierbij de regie.

De gemeente Molenwaard wil de jeugdzorg verbeteren: dichter bij huis, efficiënter en toegankelijker georganiseerd. Samen met tal van instanties zorgt de gemeente er voor dat ouders, opvoeders en kinderen sneller de juiste ondersteuning krijgen. Zo wordt erger voorkomen.

het aanspreekpunt maakt het gezin een plan om probleemsituaties te voorkomen of op te lossen. Het aanspreekpunt gaat bij het oplossen van het probleem altijd uit van de kracht van het gezin en mensen uit haar omgeving, zoals buren of vrienden of familie. Door dichtbij hulp te verlenen zijn zwaardere maatregelen zoals jeugdreclassering of jeugdbescherming misschien niet nodig. Toch blijven er situaties waarin een rechterlijke uitspraak wordt gevolgd. Soms kan het niet anders.

1 gezin, 1 aanspreekpunt en 1 plan

Voor wie verandert er wat?

Ook nieuw is dat er één lijn wordt getrokken, per gezin komt er één plan en één aanspreekpunt. Het aanspreekpunt is het gezicht van de nieuwe jeugdhulp voor het gezin. Hij of zij staat dicht bij de gezinnen en zijn de ogen en oren van het gezin en haar omgeving. Samen met

De bestaande instanties zoals scholen, welzijnsorganisaties en consultatiebureaus blijven toegankelijk voor ouders, opvoeders en jeugdigen. Gemeentelijke jeugdhulp is voor alle kinderen tot achttien jaar en een indicatie van Bureau Jeugdzorg of een andere instantie is niet meer nodig.

Dichtbij en toegankelijk


Ouders blijven als eerste verantwoordelijk en bij problemen zoeken professionals samen met het gezin naar de mogelijkheden binnen de eigen omgeving. Gespecialiseerde hulp wordt pas ingezet als eenvoudige hulp geen uitkomst biedt.

Wat zijn de mogelijkheden? Voor het eerst krijgt de gemeente zeggenschap over praktisch alle vormen van hulp. Dat biedt kansen om verbanden te leggen tussen Wmo, jeugdzorg en werk en inkomen. Hierdoor heeft de gemeente een breder beeld van het volledige gezin en kan het daarom betere ondersteuning geven en zorg gericht, gebundeld en efficiënt aanbieden.

9

Passend onderwijs en jeugdhulp Nauwe samenwerking tussen scholen en de gemeente Vrijwel alle kinderen gaan naar school. Daarom vervullen scholen een belangrijke rol in het leven van jongeren en gezinnen. Scholen zijn dan ook belangrijk in het signaleren van ondersteuningsvragen en het bieden van ondersteuning. Wet passend onderwijs en de nieuwe jeugdwet Met het passend onderwijs krijgen schoolbesturen een zorgplicht. Samen met ouders, leraren en de gemeente worden zij verantwoordelijk voor de organisatie van extra onderwijsonder-

steuning voor kinderen/jongeren die dat nodig hebben. Op deze manier kan beter worden aangesloten bij de ondersteuningsvraag van de kinderen/ jongeren en de specifieke kenmerken van de school. In de nieuwe jeugdwet wordt geregeld dat de gemeente verantwoordelijk wordt voor alle zorg voor jeugd, omdat zij het dichtst bij de burger staat. Ook hier gaat het er om dat er bij het bieden van hulp en ondersteuning meer wordt gekeken naar de eigen leefsituatie van de jongeren.

Een nieuwe aanpak Het passend onderwijs en de jeugdhulp worden met elkaar verbonden. Want gezamenlijk hebben ze de verantwoordelijkheid voor alle kinderen en

jongeren. Daarom gaan de scholen en de gemeente samen aan de slag om passend onderwijs en zorg te bieden aan jongeren en gezinnen. In het nieuwe schooljaar gaan kleine ondersteuningsteams op de scholen een centrale rol spelen in de signalering, toewijzing en afstemming van onderwijsondersteuning. Dit team bestaat uit de intern begeleider of zorgcoördinator van de school en een ‘brugfunctionaris onderwijs’ vanuit de samenwerkingsverbanden (van de scholen in de regio). Als er sprake is van school-overstijgende problemen wordt de ‘brugfunctionaris gezin’ bij het ondersteuningsteam op school betrokken. De brugfunctionaris is thuis in het veld van jeugd gerelateerde zorgtaken en is lid van het sociaal team vanuit de gemeente.

Pilot ‘Huisarts in de praktijk van de Jeugdzorg’ Chris Mol en Cecile Hübbers

In de regio Alblasserwaard en Vijfheerenlanden nemen zes huisartspraktijken deel aan de pilot ‘Huisarts in de praktijk van de jeugdzorg’. Deze pilot is in het kader van de transitie van de jeugdzorg opgezet. In de Jeugdwet die op 1 januari 2015 van kracht wordt is vastgelegd dat huisartsen rechtstreeks mogen doorverwijzen naar jeugdhulp. Het doel van de pilot is om problemen bij kinderen vroegtijdig te signaleren en hen zo mogelijk ondersteuning aan te bieden in de praktijk. Bij huisartsenpraktijk Nieuwpoort doet onder andere huisarts Chris Mol mee aan de pilot samen met praktijkondersteuner jeugd-ggz Cecile Hübbers. De pilot loopt tot 1 januari 2015.

Hoe is deze pilot tot stand gekomen? Chris Mol: De gemeente is opzoek gegaan naar een manier om de jeugdzorg op te vangen. Huisartsen zien natuurlijk heel erg veel kinderen en

gezinnen langs komen en hebben dus goed zicht op wat er speelt. Cecile Hübbers: Er is een huisartsenpraktijk in Enschede die al een aantal jaren op deze manier werkt en model staat voor deze aanpak. Daar is het duidelijk geworden dat er minder doorverwijzingen nodig waren naar gespecialiseerde hulpverlening op het moment dat er een praktijkondersteuner jeugd-ggz aanwezig is in de huisartsenpraktijk.

Wat is jullie rolverdeling? Chris Mol: Zodra ik of mijn collega’s zien of vermoeden dat er jeugd gerelateerde problematiek achter een klacht zit betrekken wij Cecile. Dit kan faalangst zijn, vragen van ouders over hun puberzoon of dochter, psychische problemen, terugkerende hoofdpijn; het is een heel breed palet. Cecile Hübbers: Ik ga met de kinderen / jongeren en/of ouders in gesprek. Dit is heel laagdrempelig, geen bezoek aan een officiële instantie, we spreken gewoon af in de huisartsenpraktijk. Ik heb meer tijd dan Chris om het probleem te onderzoeken en door te vragen. De kwaliteit is hoog. Het kan met één gesprek al duidelijk zijn wat er aan de hand is en wat er nodig is. Sommige cliënten hebben genoeg


aan één gesprek, anderen zie ik een aantal keer achtereen. En als het nodig is verwijs ik door naar een andere instantie.

Hebben jullie het al erg druk? Cecile Hübbers: Voor veel mensen is het nog onbekend dat ze met opvoedvragen en andere jeugd gerelateerde zaken bij ons terecht kunnen. Het is een vorm van ondersteuning met een preventief karakter. We bieden niet alleen gesprekken aan, ook praktische ondersteuning valt onder de mogelijkheden. Als blijkt dat een gezin moeilijkheden ondervindt met bijvoorbeeld het vinden van de juiste vorm van onderwijs of hulpverlening kan ik daar in ondersteunen. Het kan voor ouders de verlichtend werken wanneer ik iets van hen kan overnemen in de zin van uitzoeken of bellen naar instanties.

Is er veel contact met de andere huisartsen en praktijkondersteuners die ook meedoen in de pilot? Chris Mol: Ja, we zien elkaar geregeld. We wisselen ervaringen uit en nodigen externe sprekers uit zoals Yulius of Rivas, jeugd gezondheidszorg. We maken ons bekend bij samenwerkingspartners zoals de basisscholen en instanties zoals MEE, zodat ook zij ons weten te vinden.

11

De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) bestaat sinds 2007 en heeft als doel mensen zo lang mogelijk zelfstandig te laten leven, wonen en werken. De Wmo draagt er aan bij dat mensen met een beperking, ouderen of bijvoorbeeld mensen met psychische problemen ondersteuning krijgen. Vanaf 2015 krijgt elke gemeente, dus ook de gemeente Molenwaard, meer taken op het gebied van de Wmo. Ook moeten we die taken met minder geld uitvoeren. Dit vereist een andere aanpak.

Samen op zoek naar de beste oplossing Het uitgangspunt van de Wmo is dat alle mensen meedoen in de samenleving. De gemeente Molenwaard richt zich in de nieuwe opzet niet alleen op oplossingen in de vorm van voorzieningen, maar ook en vooral op wat mensen voor elkaar kunnen betekenen. Het voordeel van deze nieuwe aanpak is dat meer maatwerk mogelijk is in plaats van standaard oplossingen. Burgers houden zelf meer de regie. We gaan met elkaar (bijvoorbeeld samen met vrienden, familie en/of buren) op zoek naar oplossingen. De gemeente ondersteunt waar en wanneer dat nodig is op basis van uw vraag.

Het gesprek Onze medewerkers en adviseurs Wonen, Zorg en Welzijn gaan graag met u in gesprek over uw situatie. Hierbij ligt de nadruk op wat uzelf en wat uw omgeving (bijvoorbeeld vrienden, familie en/of buren) kunt doen. Dit gesprek vindt meestal bij u thuis plaats. Daarin komen tal van zaken aan de orde zoals: • woonsituatie • huishouden • persoonlijke verzorging • mobiliteit • contact met andere mensen • activiteiten buitenshuis • financiële situatie • lichamelijke of mentale beperkingen. Het doel hiervan is om via maatwerk te komen tot een afgestemd arrangement waarmee u geholpen bent en wordt.

Uitgaan van eigen kracht Bij de nieuwe Wmo gaat de gemeente uit van de eigen kracht van mensen en hun omgeving. We willen benadrukken dat mensen met een beperking op een of meerdere vlakken legio mogelijkheden hebben en dat de gemeente er is om daar waar nodig te ondersteunen en hulp te zoeken Iedereen krijgt de ondersteuning die hij of zij nodig heeft! Wilt u meer weten over de veranderingen in de Wmo? Kijk dan op www.invoeringwmo.nl.

Langdurige zorg anders geregeld Het kabinet wil ook de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vanaf 2015 ingrijpend veranderen. Alleen de zwaarste langdurige zorg wordt nog vergoed vanuit de AWBZ, terwijl lichtere vormen van zorg naar gemeenten gaan of worden geregeld via de zorgverzekering. Enkele voorbeelden: Van u wordt gevraagd zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. Zodra dit niet langer met steun van uw omgeving lukt, kan zorg in een instelling worden geboden. Er komt meer maatwerk in de zorgverlening. Er wordt minder gebruik gemaakt van standaard zorg, maar meer gekeken met welke zorg u het beste bent geholpen. De begeleiding en een deel van de persoonlijke verzorging gaat van het Rijk naar de gemeente en valt dan onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Er is een team van professionals samengesteld om met u in contact te komen als u een steuntje in de rug kunt gebruiken of hulp nodig heeft bij het oplossen van uw problemen. In Molenwaard zijn inmiddels onze adviseurs Wonen, Zorg en Welzijn actief en wordt in 2015 gestart met een ‘sociaal team’ waaraan ook zij deelnemen, naast onder andere de wijkverpleegkundige.

Meldpunt Zorg- en Overlast/ Steunpunt Huiselijk Geweld Het is mogelijk dat, ondanks wat er allemaal wordt georganiseerd en aangeboden, er mensen in uw directe omgeving tussen de wal en het schip raken en waar het helemaal niet goed mee gaat. Er ontstaat overlast doordat er sprake is van psychische en/of lichamelijke nood. Vervuiling of verwaarlozing dreigt. Zorg wordt gemeden en hulp wordt afgewezen. Het is voor de omgeving niet mogelijk om binnen te komen en hier verandering in te brengen en u weet geen raad meer.

Of u vermoedt dat er sprake is van huiselijk geweld in een gezin in uw omgeving en u maakt zich daar ernstige zorgen over. Dit komt helaas ook in onze gemeente voor. Het is belangrijk dat signalen hierover tijdig op de goede plaats terecht komen. In dat soort moeilijke situaties kunt u kontakt opnemen met het Meldpunt Zorg- en Overlast/ Steunpunt Huiselijk Geweld.


Het Meldpunt/Steunpunt onderneemt direct actie op uw melding, maakt een goede inschatting van de situatie en zorgt dat noodzakelijke hulp wordt ingeschakeld. Dat wil overigens niet zeggen dat alle situaties direct oplosbaar zijn, maar het mogelijke wordt gedaan. Het Meldpunt/Steunpunt is direct bereikbaar onder het nummer 0909 - 635 37 86, op werkdagen van 9.00 tot 16.30 uur. Buiten deze tijden wordt u doorgeschakeld naar de crisisdienst.

13

‘We geloven in de kracht van de samenleving’ Vanaf 2015 krijgen gemeenten er drie grote taken bij in het sociaal domein. De taken worden overgebracht van het rijk en de provincie naar de gemeente. De gemeente wordt daardoor verantwoordelijk voor vrijwel de gehele maatschappelijke ondersteuning van de inwoners. Jong of oud, rijk of arm, gezond of hulpbehoevend, voor alle inwoners in Nederland gaat er wat veranderen. Waar staan we nu? Piet Vat: We zijn al ruim een jaar bezig met de voorbereidingen voor de aankomende veranderingen in het sociaal domein. En dat doen we natuurlijk niet alleen. We werken veel samen met de regio Alblasserwaard Vijfheerenlanden en voor jeugdzorg doen we dat met Zuid-Holland Zuid. We zijn, door samen te werken tot een gezamenlijke visie en beleid gekomen. En nu zijn we druk bezig om alles invulling te geven op lokaal niveau.

zijn de ongeveer 10 zorgboerderijen in onze gemeente. Daarin zijn we uniek en ik weet dat er gemeentes zijn die daar op de goede manier jaloers op zijn. Het fijne van de zorgboerderijen is dat mensen met bijvoorbeeld beginnende dementie of kinderen met problemen niet de gemeentegrens over hoeven voor hulp of dagopvang. Ze kunnen op de boerderijen tot zichzelf komen door met de dieren te werken en klusjes te doen en worden daarbij omringd door de zorg die ze nodig hebben.

We wilden niet afwachten en zijn met elkaar aan de slag gegaan’ Dirk van der Borg: De taken op het gebied van Jeugdhulp, Maatschappelijke Ondersteuning en Werk & Inkomen, komen vanuit het rijk en de provincie bij de gemeente terecht. Dat is nogal wat. We regelen veel op regionaal niveau door samen te werken, maar het gaat een echt Molenwaards verhaal worden. We kijken naar wat voor onze inwoners hier nodig is. Piet Vat: Ik ben zeer trots op wat we al hebben in Molenwaard. De kracht van de samenleving is hier altijd al het fundament van de samenleving geweest. Veel van onze inwoners hebben een sociaal netwerk en vinden het vanzelfsprekend om naar elkaar om te zien en voor elkaar te zorgen. Daar mogen we ons heel gelukkig mee prijzen. Evenals met de verenigingen en kerken die in dit gebied al heel lang actief zijn en gebruik (kunnen) maken van een groot sociaal netwerk. Binnen Molenwaard hebben we al verschillende

samenwerkingen die nu al prima functioneren en waar we stevig op voortborduren. Bovendien zijn de contacten met de verschillende professionals, zoals MEE, ASVZ, Philadelphia, AV Zorggroep, Rivas, de woningbouwcorporaties, de verschillende welzijnsorganisaties, en de zorgboeren heel goed.

Piet Vat: Ik zit ook geregeld met zorgboeren om tafel en hoor dan de verhalen. Daar word je echt warm van. Ze zijn zo betrokken en bevlogen. En het is geweldig als je daar de mensen enthousiast in een overall rond ziet lopen. Door de inzet van onze zorgboeren kunnen kinderen en volwassenen regelmatig uit de dure zorg gehouden worden en op een goede en mooie wijze ondersteuning krijgen in hun eigen woonomgeving. Ja, dan ben ik echt trots en blij dat we dit in Molenwaard allemaal al hebben.

Dirk van der Borg: Het ons-kent-ons gehalte is hier heel groot en dat werkt in ieders voordeel met alle op handen zijnde veranderingen. We moeten het waarschijnlijk nog meer gaan hebben van ons directe netwerk zoals familie, vrienden en buren en de gemeente is er om daarbij te helpen. Ik was laatst op kernbezoek in Streefkerk en daar sprak ik de bezoekdames van de kerk. Nou, die zijn goud waard! Ze bezoeken mensen in het dorp die bijvoorbeeld ziek of eenzaam zijn. Ze horen en zien veel en ik hoop van harte dat ze ons willen helpen met het vroegtijdig signaleren als er extra hulp of zorg nodig is.

En voorbeelden rondom participatie?

Laten we niet vergeten dat 2015 een overgangsjaar is. Mensen met een zorgindicatie, ontvangen ook na 1 januari 2015 zorg’ Piet Vat: Een ander mooi voorbeeld is TafeltjeDekje. Een bezorger vertelde me laatst dat als er niet wordt opengedaan of als hij een duidelijke verandering ziet van een klant, hij direct aan de bel trekt. Dit is waar het om gaat, dit is zorgen voor elkaar. En wij moeten er als gemeente voor zorgen dat hij weet waar hij aan de bel moet trekken en dat er actie wordt ondernomen. Dat zijn we nu aan het organiseren. En laten we onze adviseurs Wonen, Zorg en Welzijn niet vergeten. Dagelijks zijn zij in Molenwaard actief om met gesprekken thuis de echte hulpvraag te achterhalen en de zorgvragers hierin te adviseren.

Wat zijn mooie samenwerkingsvoorbeelden die we al hebben? Piet Vat: Huis van de Waard. We hebben nu twee huizen, één in Oud-Alblas en één in Ottoland. Huis van de Waard zijn huiskamers


waar mensen terecht kunnen voor een kopje thee, het leggen van een kaartje, handwerk en vooral: elkaar ontmoeten! De huiskamers worden geleid door vrijwilligers en kunnen door iedereen worden bezocht. Het vervangt niet alleen de anders zo dure dagopvang, maar is ook een uitkomst voor andere mensen die behoefte hebben aan gezelschap, gezelligheid en een praatje. Dirk van der Borg: Een ander mooi voorbeeld

Dirk van der Borg: Er zijn al verschillende bedrijven die samenwerken met de Avelingengroep. Ze zijn natuurlijk ook verplicht om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan te nemen, maar ik merk dat er bij de bedrijven in onze gemeente ook echt de wíl is om hieraan mee te werken. Erg goed vind ik het initiatief van Philadelphia en de RSD om in het oude raadhuis van Bleskensgraaf een leer-werkbedrijf neer te zetten. Er komt in datzelfde gebouw ook horeca, een kerk en er gaan ambtenaren van onze gemeente werken. Deze krachtenbundeling gaat werken, daar ben ik zeker van.

Wat kunnen de bewoners de aankomende maanden verwachten? Piet Vat: De komende maanden gaan we gebruiken om met onze inwoners te communiceren. Dat begint met deze krant, maar we zullen nog veel meer van ons laten horen. Het belangrijkste is dat mensen weten waar ze aan toe zijn en hun weg en elkaar weten te vinden. Daar zetten we alles op in.

Alles is erop gericht om het voor onze inwoners zo goed mogelijk te laten verlopen’

15

Het Wmo-loket Gemeente Molenwaard heeft één loket waar u terecht kunt met al uw vragen op het gebied van wonen (zorg gerelateerd), vervoer, zorg en welzijn. Ook mantelzorgers, hulpverleners en instellingen kunnen bij het loket terecht voor informatie en advies. Wanneer de Wmo geen oplossing biedt kunnen de medewerkers u doorverwijzen naar andere instanties. De medewerkers Binnen het loket werken consulenten, adviseurs en indicatiestellers. Zij zoeken samen met u naar oplossingen voor uw vraag. Uw vraag begint altijd bij de consulenten. Vervolgens komt vaak een adviseur bij u op huisbezoek. Daarna kan de indicatiesteller, als dit nodig is, een indicatie stellen voor een voorziening. Consulenten De consulenten zijn het aanspreekpunt op het gebied van de Wmo. Zij beantwoorden al uw telefonische vragen en nemen de Wmo informatieverzoeken in behandeling. De consulenten verwijzen u, als dit nodig is, naar de juiste organisatie. Ook plannen zij de huisbezoeken in voor de adviseurs of indicatiestellers. Als na deze huisbezoeken aanvullend medisch advies nodig is, vragen de consulenten advies bij een onafhankelijk medisch adviseur.

Ada de Heer, adviseur wonen, zorg en welzijn.

Brenda van Bergen,adviseur wonen, zorg en welzijn.

Adviseurs wonen, zorg en welzijn De adviseurs komen op huisbezoek als er een vraag is op het gebied van maatschappelijke ondersteuning. De vragen kunnen zeer divers zijn en kunnen gaan over wonen, werken, zorg, financiën, mantelzorg etc. De adviseurs maken een inventarisatie van uw situatie. Samen met u bekijken zij welke mogelijkheden er zijn om u verder te helpen. In eerste instantie wordt gekeken naar wat u zelf kunt oplossen en wat u kunt oplossen met behulp van uw omgeving. Daarna wordt gekeken welke andere voorzieningen voorhanden zijn, bijvoorbeeld tafeltje dekje, vrijwilligers, personenalarmering, boodschappendienst etc. Mochten ook deze oplossingen geen uitkomst bieden, dan wordt gekeken of er een voorziening moet worden ingezet.

Klarieke Ambachtsheer, adviseur wonen, zorg en welzijn.

huisbezoek af of beoordeelt de aanvraag op basis van de rapportage van de adviseur wonen, zorg en welzijn. De indicatiesteller kan u op basis van kennis en ervaring heel gericht adviseren op het gebied van wonen, hulpmiddelen en voorzieningen.

Bereikbaarheid U kunt het Wmo-loket op twee manieren bereiken: u belt 14 0184 u vult een Wmo informatieverzoek in via de website www.gemeentemolenwaard.nl Onze medewerkers helpen u graag verder.

Indicatiesteller De indicatiesteller beoordeelt of u op grond van uw beperkingen recht heeft op een voorziening vanuit de Wmo. De indicatiesteller legt een

Indicatiestellers Hans Snoek en Karina de Jager


Consulenten Ellen Roos en Wil van Heukelum

17

Wijzigingen hulp bij het huishouden Maakt u gebruik van hulp bij het huishouden via een zorgaanbieder, alfahulp of persoonsgebonden budget (Pgb) op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)? Dan veranderen er vanaf 2015 een aantal dingen voor u. Het Rijk bezuinigt fors op het budget dat de gemeente Molenwaard krijgt voor de hulp bij het huishouden waardoor de gemeente minder heeft te besteden dan nu. Hierdoor ontvangt u mogelijk minder hulp. Wat wijzigt er voor u? Eén van de maatregelen die wij nemen, is dat de hulp bij het huishouden niet meer voor een langere periode (nu maximaal vijf jaar) toegekend gaat worden. Als u op dit moment een indicatie heeft voor hulp bij het huishouden dan

wordt deze opnieuw bekeken. Daarbij stelt de gemeente alleen nog vast of u in aanmerking komt voor hulp bij het huishouden en niet meer voor hoeveel uren en minuten, zoals dat nu het geval is.

Schoon en leefbaar Het gaat om het resultaat: een schoon en leefbaar huis. Sommige dingen kunt u misschien nog zelf, terwijl u voor andere klussen hulp van buren, vrienden of familie krijgt. Als u binnen uw eigen omgeving geen hulp kunt krijgen, klopt u aan bij de gemeente. Als de gemeente vaststelt dat u in aanmerking komt voor hulp bij het huishouden dan wordt u doorverwezen naar een zorgaanbieder. Deze maakt met u afspraken over uw hulp. De zorgaanbieder legt dit met u vast in een persoonlijk plan. Hierin staat welke hulp u krijgt, hoe vaak en hoeveel.

De WMO-adviesraad; wie we zijn en wat we doen. Wmo-platform Graafstroom Wijnie Stuurman, secretaris, [email protected] 0184-691296

Wmo-platform Nieuw-Lekkerland Nelly Stam, secretaris, [email protected] 0184-683504

Wmo-platform Liesveld

Vlnr: Marloes Beijer, Wijnie Stuurman, Jan Simons, Ada den Ouden, Cees van der Linde, Elly van der Leer, Ria Verheij. Vooraan: Magda Heijboer.

Ria Verheij, secretaris, [email protected] 0184-662667

Bouwcommissie WMO-adviesraad

Wmo-platforms

Sinds 1 januari 2013 zijn wij actief in de gemeente Molenwaard. Wij zijn een stel enthousiaste vrijwilligers, met verschillende achtergronden en afkomstig uit verschillende kernen. Wij adviseren de gemeente op een breed terrein van het maatschappelijk leven. Het doel van de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) is dat alle burgers in de maatschappij kunnen meedoen. Niet alleen op het gebied van zorg, wonen en welzijn, maar ook op het terrein van onderwijs, arbeid, vervoer, recreatie en sport. De Wmo-adviesraad wil met haar adviezen er aan bijdragen dat elke burger in de gemeente Molenwaard kan meedoen.

Vanaf 1 januari 2013 zijn er ook (lokale) Wmo platforms actief. In een grotere gemeente is het belangrijk dat mensen zich – blijven – herkennen in hun eigen dorp. Behoud van leefbaarheid is van belang voor inwoners, verenigingen, ondernemers en maatschappelijke organisaties. De Wmo-platforms werken nauw samen met de Wmo-adviesraad en zorgen dat alle lokale informatie/vragen wordt verzameld en doorgegeven aan de Wmo-adviesraad, die op haar beurt rechtstreeks adviseert aan de gemeente. Zijn er zaken die u wilt melden, of heeft u vragen, dan kunt u terecht bij één van de platforms, in elke voormalige gemeente is een platform werkzaam.


De bouwcommissie van de Wmo-adviesraad Molenwaard keurt gevraagd en ongevraagd de toegankelijkheid van (openbare) gebouwen voor burgers met een handicap. Daarnaast keurt zij gebouwen op gebruiksvriendelijkheid. Verder is de commissie betrokken bij het adviseren van nieuwbouwprojecten. Zij nemen ook de plannen rondom (her)bestrating onder de loep. De commissie brengt hierover adviezen uit aan de gemeente, maar bijvoorbeeld ook aan woningbouwcorporaties, banken etc. U kunt rechtstreeks contact met de commissie opnemen voor vragen, meldingen van ongewenste en/of onveilige situaties en dergelijke. Mail naar [email protected] of bel 0183-582618.

19

Participatiewet biedt ondersteuning op weg naar werk De Participatiewet gaat er van uit dat iedereen die kàn werken, eventueel met ondersteuning, een bijdrage levert op de arbeidsmarkt. Gerda Derksen, algemeen directeur van Avelingen Groep en Elone van Velthuijsen, directeur van de Regionale Sociale Dienst, krijgen beiden te maken met de nieuwe wet. De taken die straks onder de Participatiewet vallen, worden op dit moment uitgevoerd door hun organisaties: het werk-leerbedrijf Avelingen Groep voor de Sociale Werkvoorziening (Wsw) en de RSD voor de Wet werk en bijstand (Wwb). Daarin zoeken ze ook de samenwerking met elkaar. “Avelingen Groep en de RSD werken al langere tijd op verschillende manieren samen”, vertelt Elone van Velthuijsen. “Personen met een bijstandsuitkering van de RSD doen bij Avelingen Groep werkervaring en arbeidsritme op. Waar nodig wordt dat aangevuld met een opleiding.

Op deze manier wordt de kans op een baan op de reguliere arbeidsmarkt groter.” Omdat de Wsw en de Wwb per 1 januari 2015 worden samengevoegd tot de nieuwe Participatiewet ligt een verdere samenwerking tussen Avelingen Groep en de RSD voor de hand. “De gemeenten in de regio bekijken op dit moment hoe de uitvoering van de nieuwe wet het beste vorm kan krijgen”, licht Van Velthuijsen toe. “Belangrijk is dat mensen die straks onder de werking van de Participatiewet vallen, weten waar ze terecht kunnen. Bij voorkeur op één centraal punt, waar mensen terecht kunnen voor vragen en ondersteuning op het gebied van werk en inkomen.

Samenwerken met gemeenten en bedrijfsleven Maar ook nu al plaatst Avelingen Groep haar medewerkers en cliënten van de RSD, bij reguliere werkgevers. Wie buiten de muren van het werk-leerbedrijf kan werken, doet dat. “Avelingen Groep beschikt over een groot werkgeversnetwerk, waarmee nauw wordt samengewerkt”, aldus Gerda Derksen. “Via detachering of werken op locatie kunnen mensen aan de slag bij onze opdrachtgevers. Soms is dat tijdelijk, maar vaak ook voor langere tijd.” De medewerking van gemeenten, het bedrijfsleven en het UWV is nodig om de Participatiewet tot een succes te maken. “Het bedrijfsleven en de overheid hebben

beloofd op termijn landelijk 125.000 werkplekken beschikbaar te stellen voor mensen met een arbeidshandicap”, vervolgt Derksen. “ Avelingen Groep en RSD ondersteunen bedrijven om dit concreet in te vullen. Met het UWV werken we aan een gezamenlijke dienstverlening richting werkgevers. Zo kunnen we het maatwerk bieden, waar opdrachtgevers om vragen.” Avelingen Groep en de RSD krijgen met de Participatiewet nieuwe instrumenten en hebben ook nu al tal van mogelijkheden om de vraag uit de markt en de mogelijkheden van werkzoekenden bij elkaar te brengen. “Daarbij benadrukken we altijd dat wij niet alleen vacatures vervullen, maar dat we samen met de opdrachtgever en de cliënt bekijken wat er mogelijk is”, besluit Derksen. “Zo werken we al jaren en dat werkt succesvol. Voor àlle partijen!”.

Wat is de Participatiewet? Iedereen die kan werken, gaat naar vermogen aan het werk. Vanaf 1 januari 2015 gaat hiervoor de nieuwe participatiewet in werking. Met de nieuwe wet wil de regering groeien naar een arbeidsmarkt waaraan iedereen meedoet. In de huidige situatie bestaan er voor mensen met arbeidsvermogen verschillende regelingen: de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en de Wet werk en bijstand (WWB). Deze regelingen zijn onvoldoende samenhangend en daarom is de nieuwe Participatiewet opgesteld. Met de Participatiewet wordt de doelgroep en het takenpakket van de gemeente uitgebreid. De Wsw blijft alleen bestaan voor iedereen die op 31 december 2014 een dienstverband heeft. De Wajong voor hen die helemaal niet kunnen werken. Vanaf 1 januari 2015 biedt de gemeente via de Participatiewet ondersteuning naar werk, voor degenen die dat nodig hebben.


21

Lokale aanpak en maatwerk

Nieuwe leer- werklocatie te Bleskensgraaf Toekomstige lokatie leer- werkbedrijf te Bleskensgraaf

Vanaf 2015 treedt de participatiewet in werking. Via deze nieuwe wet willen we in de gemeente Molenwaard doorgroeien naar een arbeidsmarkt waaraan iedereen meedoet, inclusief mensen met een beperking. In Bleskensgraaf zijn de Regionale Sociale Dienst en Philadelphia bezig met het opstarten van een nieuw leer-werktraject. Mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt gaan hier aan de slag. Leny Hamoen, van Philadelphia en Erikjan Thijsen, van de Regionale Sociale Dienst zijn nauw betrokken bij het nieuwe project. Wat is er nieuw aan het project in Bleskensgraaf? Leny: Met de aankomende decentralisaties verandert het één en ander voor de mensen die werken voor Philadelphia. De financiering verandert, de doelgroep is verbreed en het vervoer wordt duurder. Dit alles heeft geleid tot het besluit om in de kern Bleskensgraaf een leer- werklocatie op te zetten in het voormalige

raadhuis. Hier komt een groep mensen samen die voor de helft van de tijd les krijgt en de andere helft van de week werkervaring op zal doen bij bijvoorbeeld de SPAR of bij Graafzicht. We zijn in gesprek met een aantal andere lokale bedrijven want het is de bedoeling dat er meerdere werkplekken komen in Bleskensgraaf. Er zal ook een arbeidsmatige dagbesteding komen voor mensen die beter tot hun recht komen in een beschutte omgeving. Er zal een winkeltje komen in het oude raadhuis, zonder winstoogmerk, waar producten verkocht gaan worden die de mensen daar te plekke maken. Erikjan: We hebben een verbintenis gevonden tussen de aangekondigde bezuinigingen, het al bestaande wooncomplex van Philadelphia in Bleskensgraaf en onze Wwb cliënten (Wet werk en bijstand). Echt nieuw aan dit project is dat het zeer lokaal wordt ingestoken. Vanuit de gemeente Molenwaard is de wens uitgesproken om een traject op te zetten dat speciaal vormgegeven is voor inwoners van Bleskensgraaf en omgeving. Geen gedoe meer rondom busvervoer, mensen kunnen gewoon lopend of op de fiets naar hun werk. Leny: Ook nieuw is de manier waarop de mensen begeleid worden. Op de werklocaties worden de huidige werknemers opgeleid om de werknemers van Philadelphia te kunnen begeleiden. Er komt


dus geen vaste begeleiding mee vanuit Philadelphia zoals altijd het geval was. Erikjan: Op deze manier worden mensen verschillend begeleid en ontstaat er samenwerking tussen de professionals, vrijwilligers en de lokale bevolking. Hiermee bevorderen we de lokale aanhechting én de betrokkenheid vanuit de kern.

Welke samenwerkingsverbanden zijn aanwezig? Leny: Philadelphia en RSD werken nauw samen met de gemeente. Avelingen cliënten gaan zeer waarschijnlijk ook deelnemen aan dit traject. En verder werken we samen met Yulius en ASVZ. Als alles goed draait zullen ook lokale verenigingen en kerken betrokken worden.

Wanneer gaat het project van start? Leny: 15 September is de startdatum. We starten in het woonzorgcentrum Graafzicht, want het voormalige raadhuis is dan nog niet gereed. Waarschijnlijk betrekken we het oude raadhuis rond december, maar het kan ook januari worden. Erikjan: Over een half jaar hopen we natuurlijk allerlei succesverhalen te horen. Van zowel inwoners en bedrijven als van onze mensen werkzaam op de nieuwe leer-werklocatie in Bleskensgraaf!

23

Iedereen is vrijwilliger Wij gaan het samen doen. Voor wie langdurige of complexe zorg en ondersteuning nodig heeft is vaak professionele hulp beschikbaar. Maar er zijn enorm veel klussen en taken die ook door niet professionele krachten uitgevoerd kunnen worden. Denk aan het maken van een wandeling met een oudere uit de buurt, het helpen van iemand met een lichamelijke beperking met het doen van de wekelijkse boodschappen of het helpen van een buurman met de administratie. Al deze klussen zijn

Vrijwilligers zijn het cement van de samenleving. Dit cement is nodig om het huis stevig te laten staan. We hebben elkaar steeds meer nodig en zullen dus naar elkaar om moeten kijken. Ondersteuning kost veel geld. De overheid kan alle kosten daarvoor niet meer alleen betalen.

nodig en voor al deze klussen hebben we elkaar nodig! Benieuwd of u vrijwilligers werk kunt doen? Of heeft u ondersteuning nodig van een vrijwilliger? Neem dan contact op met de vrijwilligerscoördinator Claudia Straathof via [email protected] of bel 0184-689360. Voor meer informatie kunt u terecht op www.vrijwilligerswerkmolenwaard.nl

Hulp nodig bij uw financiën? SchuldHulpMaatje biedt uitkomst. Helaas raken steeds meer mensen in de financiële problemen. Als dat gebeurt, kun je wel wat hulp gebruiken. In de gemeente Molenwaard worden er SchuldHulpMaatjes actief. Als vrijwilliger ondersteunen en begeleiden zij inwoners die dat nodig hebben. Gemeente Giessenlanden is hier al langer mee bezig en heeft goede ervaringen. Nel Korevaar is een SchuldHulpMaatje en vertelt graag over haar rol als vrijwilliger. “We bieden ondersteuning aan mensen met financiële problemen”, trapt Nel af. “Zo helpen we mensen met de thuisadministratie en als dat nodig is, begeleiden we hen naar de Regionale Sociale Dienst (RSD) of andere instanties.” Nel was altijd boekhouder en kreeg een training om dit werk te kunnen doen. “We willen voorkomen dat er een schuld ontstaat of verergert. Alles

gebeurt anoniem. Let wel: we nemen schulden niet over. Het gaat puur om het ondersteunen bij de thuisadministratie.”

Groeiende schulden “Helaas groeit het aantal mensen met schulden”, vervolgt Nel. “Die problemen spelen vaak al langer voordat het naar buiten komt. Ineens kunnen mensen de gaten niet meer dichten met bijvoorbeeld het vakantiegeld en de kinderbijslag. Het is vaak een drempel om hierover te praten. Maar hoe eerder mensen hulp zoeken, hoe beter. We proberen mensen zelfredzaam en bewust van hun persoonlijke situatie te maken.”

Hulp nodig? Heeft u hulp nodig bij het ordenen van uw administratie? Binnenkort kunt u contact opnemen met de coördinator SchuldHulpMaatje Molenwaard. Zodra de contactgegevens bekend zijn verschijnen deze op de gemeentelijke website. Tot die tijd kunt u zich aanmelden bij het wmo-loket via 14 0184 of u vult een Wmo informatieverzoek in via de website www.gemeentemolenwaard.nl


SchuldHulpMaatje Nel Korevaar

25

Wat gaat er veranderen?

Recommend Documents