Evaluatie van een aantal opleidingsprofielen van het studiegebied Mechanica-elektriciteit cluster Elektriciteit in het volwassenenonderwijs 1. Opdracht Het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 voorziet de evaluatie van de opleidingsprofielen ten laatste 3 jaar na zijn inwerkingtreding. De evaluatie heeft betrekking op onderstaande opleidingsprofielen: Studiegebied code
Mechanica-elektriciteit cluster Elektriciteit naam
BO ME 001 BO ME 002 BO ME 003 BO ME 004 BO ME 007 BO ME 008 BO ME 009 BO ME 010 BO ME 011 BO ME 012 BO ME ZWEVMOD
Residentieel elektrotechnisch installateur Industrieel elektrotechnisch installateur Hersteller bruingoed Hersteller witgoed Bordenbouwer Onderhoudselektricien Installateur domotica Installatie en onderhoud van alarmsystemen PLC technieker Technieker aandrijfsystemen Zwevende modules
2. Onderzoeksmethode Voor de evaluatie van de opleidingsprofielen (OP’s) ontwikkelde de inspectie Volwassenenonderwijs (VWO) een onderzoekskader steunend op het CIPO-model met de vier componenten Context, Input, Proces en Output. Er werd gebruik gemaakt van volgende onderzoeksmethoden: - een literatuurstudie voornamelijk rond de historiek en het concept van de opleidingsprofielen; - een analyse van numerieke gegevens m.b.t. de centra voor volwassenenonderwijs op basis van de databank van de overheid; - een schriftelijke bevraging van een aantal geselecteerde centra; - een gesprek met een aantal deskundigen. Om de planlast van de centra tot een absoluut minimum te herleiden, werden enkel bij de overheid kwantitatieve gegevens opgevraagd. Het beschikbare materiaal was tot een minimum beperkt. Wat de component Output betreft, konden geen onderliggende indicatoren worden weerhouden. Aangezien de schriftelijke bevraging beoogde om een zo breed mogelijk beeld te krijgen van de implementatie van de opleidingsprofielen in het veld werden zowel kleine als grote centra, zowel centra met een uitgebreid als met een beperkt aanbod uitgenodigd om deel te nemen aan de bevraging. Uiteraard speelden ook criteria als geografische spreiding, contextuele inbedding en de vertegenwoordiging van netten en koepels een rol bij de selectie van de centra.
Schooljaar 2008-2009Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Mechanica-elektriciteit cluster Elektriciteit
1
De inspectie heeft 15 centra (bijlage 1) uitgenodigd om deel te nemen aan de schriftelijke bevraging. Ze verleenden allemaal hun medewerking. De bevraging (bijlage 2) betrof verschillende aspecten van de opleidingsprofielen. De resultaten hiervan zijn in grafieken verwerkt (bijlage 3). Voor de consultatie heeft de inspectie ook deskundigen uitgenodigd (bijlage 4) voor een gesprek.
3. Context 3.1
Situering van de opleidingsprofielen
Het decreet betreffende het volwassenenonderwijs van 15 juni 2007 bepaalt in art. 24: § 1. Op voordracht van de stuurgroep en na advies van de Vlaamse Onderwijsraad bepaalt de Vlaamse Regering de opleidingsprofielen. Een opleidingsprofiel omvat ten minste : 1° het minimale aantal lestijden van een opleiding; 2° het aantal modules; 3° het aantal lestijden per module dat in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de financiering; 4° de verdeling van de eindtermen, de specifieke eindtermen of basiscompetenties over de modules binnen een opleiding. § 2. De Vlaamse Regering kan voor bijzondere doelgroepen afwijken van het in § 1, 1°, bedoelde minimale aantal lestijden van een opleiding. § 3. De Vlaamse Regering bepaalt de procedure en de criteria om tot opleidingsprofielen te komen. Een grafisch overzicht van de opleidingen is te vinden op http://www.ond.vlaanderen.be/dvo/ > Volwassenenonderwijs > Secundair volwassenenonderwijs > Concrete uitwerking per studiegebied. 3.2 Ontstaan van de opleidingsprofielen De opleidingsprofielen zijn ontwikkeld door de toenmalige Dienst voor Onderwijsontwikkeling, de huidige Entiteit Curriculum (EC) en de Dienst Beroepsopleidingen (DBO). Enkel voor de opleidingen Residentieel elektrotechnisch installateur, Industrieel elektrotechnisch installateur, Hersteller bruingoed, Hersteller witgoed en Bordenbouwer waren er ten tijde van de ontwikkeling beroepsprofielen voorhanden. Het is niet duidelijk welke bronnen de ontwikkelaars gehanteerd hebben voor de overige opleidingsprofielen. De OP’s bevatten hierover geen informatie. Ook vandaag bestaan voor deze beroepen/functies nog geen uitgeschreven profielen. De opleidingen Residentieel elektrotechnisch installateur, Industrieel elektrotechnisch installateur en Onderhoudselektricien zijn gereglementeerde beroepen. Ook de opleiding Installatie en onderhoud van alarmsystemen is onderhevig aan een aantal wettelijke bepalingen. 3.3 Concept De opleidingsprofielen zijn volgens een vast stramien opgebouwd. In een eerste deel wordt in een korte beschrijving de relatie geduid van de opleiding tot het beroep met een oplijsting van vaardigheden en technieken die de cursist doorheen de
Schooljaar 2008-2009Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Mechanica-elektriciteit cluster Elektriciteit
2
opleiding zal aanleren. Een opsomming van de modules met het aantal lestijden, de instapvereisten en desgevallend de facultatieve modules (de modules in het leertraject die niet leiden tot het certificaat) sluit hierbij aan. De modules en de opleiding zijn gekoppeld aan een niveau en het soort vak. Vervolgens is er een oplijsting van de sleutelvaardigheden gemaakt. In de opleidingsprofielen van het volwassenenonderwijs gebruikt men voor het formuleren van de sleutelvaardigheden in principe enkel de GENT-4-publicatie Sleutelvaardigheden in het beroepsgerichte onderwijs in Vlaanderen en in Nederland 1. Deze publicatie beschrijft 36 sleutelvaardigheden zoals contactvaardigheid, beslissingsvermogen, empathie, leergierigheid enz. Het tweede deel omvat de individuele modules. Per module volgt er een situering binnen de opleiding met de instapvereisten, de studieduur en de basiscompetenties. 3.4
Bouwstenen
De meeste profielen die in deze evaluatie worden behandeld, zijn op zichzelf staande clusters van modules. De opleidingen Installateur domotica en Installatie en onderhoud van alarmsystemen vertrekken van dezelfde basis met name de opleiding Residentieel elektrotechnisch installateur. Er wordt aan die basis één respectievelijk twee modules toegevoegd om tot de opleidingen Installateur domotica en Installatie en onderhoud van alarmsystemen te komen. Een soortgelijke opbouw vinden we ook bij de opleiding Onderhoudselektricien die aanvangt met het volledige traject van de Industrieel elektrotechnisch installateur en waar nog drie modules aan toegevoegd werden. De sleutelvaardigheden zijn niet per module opgesplitst, maar globaal voor de volledige opleiding opgenomen in een aparte rubriek. Een aanpassing in functie van de omzendbrief VWO/2007/01 is dus niet meer nodig. Het is aan de Centra voor Volwassenenonderwijs om in de leerplannen de verkaveling van deze sleutelvaardigheden per module op te nemen.
1
GENT staat hier voor Gehele Europese Nederlandstalige Taalgebied. De GENT-4-publicatie dateert van 4 november 1999.
Schooljaar 2008-2009Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Mechanica-elektriciteit cluster Elektriciteit
3
4. Input
Gemiddeld
Aantal centra
Aantal cursisten
Gemiddeld
Aantal centra
Aantal cursisten
Gemiddeld
1/9/07-31/3/08
Aantal cursisten
1/2/07-31/8/07
Aantal centra
1/2/06-31/1/07
15
344
23
6
83
14
19
590
31
Industrieel elektrotechnisch installateur
4
56
14
1
56
56
6
82
14
Hersteller bruingoed
3
12
4
Hersteller witgoed
3
18
6
1
4
4
Onderhoudselektricien
5
96
19
2
29
15
5
111
22
Installateur domotica
3
29
10
8
96
12
6
101
17
Installatie en onderhoud van alarmsystemen
3
65
22
12
124
10
6
67
11
13
164
13
2
76
38
3
44
15
2
85
42
Opleiding Residentieel elektrotechnisch installateur
Bordenbouwer
PLC technieker Technieker aandrijfsystemen Zwevende modules
Legenda Opleidingen werden nog door geen enkel centrum georganiseerd Meest frequent geïmplementeerde opleidingen
Uit bovenstaande cijfers blijkt dat de opleidingen Residentieel elektrotechnisch installateur en PLC technieker het meeste succes kennen. In mindere mate worden ook de opleidingen Industrieel elekrotechnisch installateur, Onderhoudselektricien en Installateur domotica geprogrammeerd. De opleiding Bordenbouwer en de Zwevende modules werden nog door geen enkel centrum aangeboden. Alle overige opleidingen worden eerder sporadisch georganiseerd. De opmerkingen onder punt 5 Proces hebben uiteraard vooral betrekking op de meest geprogrammeerde opleidingen. De spreiding over Vlaanderen:
Regio # centra
C 1 1
O 2 2
C 3 0
O 4 1
C 5 0
C 6 1
O 7 4
O 8 3
C 9 3
W 10 5
W 11 4
W 12 4
W 13 3
Het is duidelijk dat de opleidingen zich vooral situeren in het westelijk deel van Vlaanderen (W) met 16 centra en in iets mindere mate in het oostelijk deel (O) met 10 centra. In MiddenVlaanderen (C) hebben 5 centra een opleiding uit dit cluster in hun aanbod. Opmerkelijk is dat twee consortia (m.n. consortium 3 en 5) geen enkele van deze opleidingen in hun aanbod hebben.
Schooljaar 2008-2009Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Mechanica-elektriciteit cluster Elektriciteit
4
Naast de centra voor Volwassenenonderwijs organiseert ook de VDAB een aantal gelijkaardige opleidingen zoals Residentieel elektrotechnisch installateur, Industrieel elektrotechnisch installateur, Onderhoudselektricien, Technicus domotica, Aandrijvingstechnieken elektrische machines en diverse PLC opleidingen. Ook Syntra heeft een gelijkaardige opleiding in haar aanbod m.n. Elektrotechnisch installateur. Voor deze opleidingen maken noch de VDAB noch Syntra gebruik van de OP’s die deel uitmaken van deze evaluatie. Het voltijds secundair onderwijs heeft diverse modulaire opleidingen in zijn aanbod die leiden tot een gelijknamig certificaat zoals in het volwassenenonderwijs. Het betreft de opleidingen Residentieel elektrotechnisch installateur, Industrieel elektrotechnisch installateur, Hersteller bruingoed, Hersteller witgoed, Bordenbouwer, Installateur domotica en Onderhoudselektricien. Het is niet duidelijk in welke mate er een afstemming beoogd is tussen bovenstaande opleidingen en het aanbod van het volwassenenonderwijs. De opleidingen uit het leerplichtonderwijs werden in elk geval niet ontwikkeld op basis van de opleidingsprofielen die het onderwerp waren van deze evaluatie. Het is wel merkwaardig dat al deze opleidingen gerangschikt zijn op het niveau BSO terwijl de opleiding Onderhoudselektricien in het volwassenenonderwijs een niveau TSO heeft.
Volgens de lijst van knelpuntberoepen van de VDAB behoren de beroepen Residentieel elektrotechnisch installateur, Industrieel elektrotechnisch installateur en Onderhoudselektricien tot de knelpuntberoepen voor 2008.
Schooljaar 2008-2009Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Mechanica-elektriciteit cluster Elektriciteit
5
5. Proces De informatie over het proces berust op de analyse van de enquêtes die de centra hebben ingevuld. Ieder item wordt ter aanvulling afgesloten met de opmerkingen die door de consultatiegroep terzake werden geformuleerd. Voor de kwantitatieve omschrijvingen werd als volgt tewerk gegaan: > 75%: meer dan driekwart tussen 50% en 75%: meer dan de helft tussen 25% en 50%: meer dan een kwart < 25%: minder dan een kwart (Bijlage 3 bevat een overzicht in grafieken van de antwoorden en de commentaren). 5.1 Organisatie van het aanbod (vragen 5, 6 en 7 van de enquête) De meeste centra ondervinden geen specifieke moeilijkheden bij de organisatie van deze opleidingen. Daar de opleidingen in belangrijke mate inhoudelijk en naar materiële vereisten gelijklopen met deze van Elektrotechnieken en Elektrische installaties uit het voltijds secundair onderwijs hebben diverse centra reeds heel wat expertise in huis. Centra die geen gebruik kunnen maken van een gedeelde infrastructuur met het voltijds secundair onderwijs worden geconfronteerd met een belangrijke investeringskost. Het inrichten van praktijklokalen en het ter beschikking stellen van hedendaags gebruiksmateriaal vereist een permanente financiële inspanning. Bepaalde inhouden stellen zeer hoge materiële eisen en zijn in een schoolse omgeving niet gemakkelijk te realiseren. Zo veronderstelt bijvoorbeeld de praktijkcomponent van de modules Elektrische inbouwinstallaties 1 & 2 dat er muren voorhanden zijn waarin de cursisten kunnen slijpen, boren, kappen, enz. Ook het monteren van industriële kabelgootsystemen is niet zo eenvoudig te verwezenlijken en vraagt een belangrijke investering. Enkele centra menen dat bepaalde modules over te veel lestijden zijn gespreid. Dat maakt de organisatie voor de centra moeilijker. Bovendien zijn bedrijven niet altijd bereid om werknemers voor langere tijd een opleiding te laten volgen. Een flexibel aanbod dat bestaat uit kortere modules zou de opleidingen attractiever maken voor bedrijven. Daarnaast melden verschillende centra dat het steeds moeilijker wordt om gekwalificeerd personeel aan te trekken. Volgens deze centra is een loopbaan in het onderwijs voor vakbekwame techniekers weinig aantrekkelijk omwille van de karige verloning. Ook het niet meenemen van de dienstanciënniteit uit het dag- of avondonderwijs voor leerkrachten die een module in bijambt geven, zou de rekrutering van lesgevers ernstig bemoeilijken. De meeste lesgevers ondervinden nauwelijks problemen met betrekking tot de organisatie van de betrokken opleidingen. Zij hebben vlot de overgang gemaakt van de oude structuurschema’s of van het lineaire alternatief naar de huidige opleidingsprofielen. De basiscompetenties uit de oude structuren zijn herkenbaar opgenomen in de nieuwe OP’s. Als er wel organisatorische problemen opduiken, blijken die meestal het gevolg te zijn van een gebrekkige interne logistiek ondersteuning. Ondanks de lage deler (7) voor het studiegebied Mechanica-elektriciteit meent één centrum dat de minimale groepsgrootte onvoldoende pedagogisch comfort biedt voor deze Schooljaar 2008-2009Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Mechanica-elektriciteit cluster Elektriciteit
6
praktijkgerichte opleidingen en dat geldt volgens het centrum zeker voor specialistische opleidingen zoals PLC Visualisatie. De meeste centra peilen via een enquête naar het welbevinden van hun cursisten. Daaruit blijkt dat er vrij weinig opmerkingen worden geformuleerd over de organisatie van de opleidingen. Het vraagt wel enige inspanning om de cursisten vertrouwd te maken met de modulaire structuren, maar de centra ervaren dat ze hun aanbod nu beter kunnen laten aansluiten bij de behoeften van de cursisten. Algemeen wordt een stijging van het aantal inschrijvingen vastgesteld voor deze opleidingen. Uit de praktijk blijkt tevens dat ze de meeste cursisten sneller kunnen certificeren dan in de voorgaande structuren.
5.2 Kwaliteitsbevorderende randvoorwaarden t.a.v. het opleidingsprofiel (vraag 18 van de enquête) Bijna 87% van de centra antwoordt positief op de vraag naar de aanwezigheid van kwaliteitsbevorderende randvoorwaarden om de deskundigheid van het personeel te verhogen. Quasi alle centra bieden de mogelijkheid tot bijscholing voor hun lesgevers. Dikwijls wordt hierbij een beroep gedaan op een regionaal technologisch centrum of een aanbod vanuit de sector. De contacten met de industrie zijn voor dergelijke opleidingen van cruciaal belang. De centra zijn zich daarvan bewust en waar die contacten niet verlopen via de dagschool, nemen zij zelf initiatieven. Het aantal leerkrachten dat reeds een bedrijfsstage volgde, is eerder beperkt. Verder doen de centra belangrijke inspanningen om het nodige up to date les- en oefenmateriaal beschikbaar te kunnen stellen. In de meeste centra wordt de coördinatie van deze aankopen en van het aanschaffen van verbruiksmateriaal centraal uitgevoerd door een TA of TAC. In een enkel centrum was er zelfs een coördinator didactiek actief. Een degelijke vakgroepwerking is belangrijk in functie van de gelijkgerichte aanpak en de kwaliteit van de opleidingen. In diverse centra gebeurt dit in nauwe samenwerking met de lesgevers van het leerplichtonderwijs (SO of DBSO). De vakgroepen zijn verantwoordelijk voor o.a. het ontwikkelen van aangepast cursusmateriaal en praktijkgerichte evaluaties.
5.3 Leerbevorderende acties op cursistenniveau t.a.v. het opleidingsprofiel (vraag 19 van de enquête) Ongeveer 87% van alle respondenten verklaren dat ze leerbevorderende acties ondernemen ten behoeve van de cursisten. Dat gebeurt onder meer door een correct oriënteringsbeleid te voeren. De trajectbegeleiding bestaat bij de meeste centra uit een vorm van intake en het verstrekken van een gedetailleerde uitleg over de inhoud van de diverse modules. De integratie van de theorie in de praktijk is eerder regel dan uitzondering. De centra proberen de reële werksituatie uit de industrie zo goed mogelijk te benaderen. Waar mogelijk worden blijvende installaties uitgevoerd. Dikwijls wordt er intensief gewerkt aan differentiering binnen de opleiding. Individuele begeleiding via aangepaste opdrachten is een veelvuldig toegepaste werkwijze. Schooljaar 2008-2009Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Mechanica-elektriciteit cluster Elektriciteit
7
Ook de evaluatiemethodiek is de laatste jaren gevoelig bijgestuurd in de richting van permanente of gespreide evaluatie. De meeste centra hebben hierin nog een lange weg te gaan, maar de trend is gezet. Enkele centra zijn al ver gevorderd. Ze hebben evaluatiecriteria uitgewerkt en soms zelfs het element zelfevaluatie voor de cursisten geïntroduceerd.
5.4 Aspecten m.b.t. de implementatie (vragen 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 14 van de enquête) Meer dan driekwart van de respondenten is van mening dat de basiscompetenties en de sleutelvaardigheden voldoende eenduidig en leesbaar geformuleerd zijn. De doelen van de OP’s staan volgens de meeste centra een efficiënte en concrete implementatie niet in de weg mits ze worden vertaald in een leerplan. Toch zijn er enkele centra die van mening zijn dat er vrij veel interpretatie mogelijk is over de exacte inhoud van de basiscompetenties. Deze kunnen zeer breed of eerder eng ingevuld worden. Ieder centrum zou op die manier zijn eigen klemtonen kunnen leggen, wat in principe problemen kan geven ten aanzien van de uitwisselbaarheid van deelcertificaten. In de praktijk wordt quasi uitsluitend gewerkt met netoverschrijdende leerplannen waardoor dit risico nagenoeg onbestaand is. Volgens de leerplancommissies laten de basiscompetenties een concrete vertaling naar leerplandoelstellingen toe. De meeste centra hebben ernstige bedenkingen bij het nut van de basismodules in deze opleidingen. Men is het eens over het belang van de basismodules voor bepaalde specifieke doelgroepen, maar voor de meeste cursisten zijn ze overbodig. Ze vormen een extra drempel en zorgen voor een nodeloze verlenging van de opleiding. Daarom hanteren sommige centra een flexibel vrijstellingsbeleid, maar dat resulteert dan weer in heel veel bijkomende administratie. Er wordt gesuggereerd om de relevante basiscompetenties uit de basismodules te integreren in de overige modules en daarnaast de basismodules te behouden maar ze los te koppelen van het verplichte traject in functie van het certificaat van de opleiding. Dat leidt tot een significante verkorting van de opleidingen en biedt de centra toch nog de mogelijkheid om deze modules te hanteren als daar behoefte aan is, bijvoorbeeld in functie van een specifieke doelgroep. De sleutelvaardigheden vormen in meerdere centra een probleem. De lesgevers weten niet hoe ze te hanteren en te evalueren. De sleutelvaardigheden zijn belangrijk in de nijverheidsopleidingen. De cursisten moeten immers niet alleen inhoudelijk worden opgeleid, zij moeten ook beschikken over bepaalde (werk)attitudes om op een professionele manier te kunnen functioneren op de werkvloer. De lesgevers van het volwassenenonderwijs zijn echter onvoldoende voorbereid om hiermee om te gaan. De volgorderelaties voldoen aan de verwachtingen van bijna driekwart van de centra. Ze worden doorgaans logisch bevonden. Toch hebben diverse centra enkele opmerkingen. Zo is de opleiding PLC-technieker volgens enkele centra in zijn huidige vorm nauwelijks haalbaar. De cursisten moeten de modules Basis elektriciteit, Basis metaal, Elektrische opbouwinstallaties 1 & 2 en Industriële installaties met succes gevolgd hebben vooraleer ze kunnen starten met de eigenlijke PLC modules. Deze verplichte volgorde is volgens de betrokken centra niet relevant en een brug te ver voor veel kandidaat cursisten. Maar de meningen zijn verdeeld want andere centra zijn er dan weer van overtuigd dat de module Industriële installaties de juiste en noodzakelijke voorkennis bevat voor de PLC modules. Enkele centra vinden een volgorderelatie tussen de modules PLC1, PLC2 en PLC3 wenselijk.
Schooljaar 2008-2009Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Mechanica-elektriciteit cluster Elektriciteit
8
Tevens zouden deze modules geactualiseerd moeten worden om te kunnen inspelen op de laatste ontwikkelingen. Voor 93% van de respondenten is het haalbaar om de doelstellingen van de modules te realiseren binnen de voorgeschreven minimale lestijden. Enkele centra (2%) menen zelfs dat de minimale lestijd in de meeste modules te ruim berekend is. Meer dan driekwart van de betrokken centra is lovend over de huidige verkaveling van de opleidingen in modules. Enkel de opsplitsing van de modules Elektrische opbouwinstallaties en Elektrische inbouwinstallaties in de opleiding Residentieel elektrotechnisch installateur is voor sommige centra erg kunstmatig. De inhouden overlappen heel sterk, enkel de uitvoering verschilt. Deze opsplitsing komt op de werkvloer niet voor. Iedere residentiële installatie is in werkelijkheid een combinatie van op- en inbouwinstallaties. De centra stellen een alternatieve indeling voor in basisschakelingen en combinatieschakelingen. Dit zou volgens hen ook een logischere leerlijn opleveren. Alle bevraagde centra zijn van oordeel dat de instapvereisten en het eindniveau opleidingen/modules eenduidig en leesbaar geformuleerd zijn, maar voor 13% zijn altijd inhoudelijk relevant. Ook hier wordt verwezen naar de twijfel over het nut basismodules als toelatingsvoorwaarde tot andere modules en wordt de relevantie voorkennis voor de PLC-modules terug in vraag gesteld.
van de ze niet van de van de
5.5 Impact van het opleidingsprofiel (vragen 3, 4, 15, 16 en 17 van de enquête) Zoals eerder gesteld, liggen de opleidingen Residentieel elektrotechnisch installateur en PLC technieker het best in de markt. Ook nog in trek zijn de Installateur domotica, de Industrieel elektrotechnisch installateur en de Onderhoudselektricien. Naar de overige opleidingen is de vraag eerder gering. Andere argumenten om niet met één van de overige opleidingen te starten zijn: gebrek aan geschikte infrastructuur, te hoge investering en de problematiek van recrutering van technisch geschoolde lesgevers. Meer dan een kwart van de bevraagde centra heeft suggesties voor opleidingen of modules die momenteel in de modulaire opleidingsstructuur niet voorkomen, maar die het centrum wel wil aanbieden. Zo zou er vanuit de sector een grote vraag zijn naar een opleiding Installateur fotovoltaïsche zonnepanelen. Verder signaleren de centra de nood aan een module/opleiding voor de klusjesman (voor elektrische toepassingen), een specifieke korte module/opleiding 3fasige motoren met inbegrip van de technologische component en de foutendiagnose en een module/opleiding tekenen van elektrische schema’s. Ruim 80% van de bevraagde centra is tevreden met de inhouden van de opleidingen en modules. Ze stroken met de verwachtingen van de cursisten en van het werkveld. Concrete voorstellen om bepaalde inhouden bij te sturen, ontbreken. Bijna driekwart van de respondenten vindt dat deze opleidingen voldoende ruimte laten om een invulling op maat van specifieke doelgroepen of behoeften mogelijk te maken. Omdat de minimale inhouden in de opleidingsprofielen zijn opgenomen, kan na het afwerken ervan ruimte gemaakt worden voor meer specifieke behoeften. Sommige centra hebben reeds enkele jaren een samenwerkingsovereenkomst met organisaties die werklozen en/of mensen met een leefloon voorbereiden op de instap in de beroepswereld. Door andere klemtonen te leggen in
Schooljaar 2008-2009Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Mechanica-elektriciteit cluster Elektriciteit
9
de bestaande opleidingen/modules slagen ze er in om dit te realiseren. Zo kan bijvoorbeeld de Basismodule elektriciteit of de eerste module Elektrische opbouwinstallaties gebruikt worden om deze doelgroep te laten kennis maken met de beroepswereld. Een zeldzame cursist kan nadien zelfs verder gaan met de volledige opleiding. Opmerkelijk is dat slechts iets meer dan de helft van de respondenten overtuigd is van de meerwaarde van de opleidingen in het kader van de beroepsuitoefening. Nochtans hebben ze bijna allemaal informatie over een aantal ex-cursisten die dankzij de opleiding promotie hebben gemaakt of een loopbaan als zelfstandige hebben uitgebouwd. Het grootste knelpunt vormt wellicht civiele effect van de opleidingen. Om te voldoen aan de vestigingswet voor elektricien is een cursist van het volwassenenonderwijs verplicht om alle modules van Residentieel elektrotechnisch installateur met succes te doorlopen. Dat houdt in dat hij 520 LT heeft gevolgd. Een cursist die aan de Syntra’s de opleidingen Basis residentieel elektricien en Elektrotechnisch installateur heeft gevolgd, voldoet eveneens aan de vestigingswet. De opleiding in een Syntra beslaat echter maar 264 LT (omgerekend naar lessen van 50 minuten). Uiteraard kiest de meerderheid van de kandidaat-cursisten hierdoor voor de opleiding in een Syntra. Tevens schept dit problemen met betrekking tot de EVC/EVK-regelingen voor cursisten die delen van de opleiding in VWO en SYNTRA willen combineren. Voor de opleiding Installatie en onderhoud van alarmsystemen is het civiele effect van het certificaat ontoereikend. De cursisten die de volledige opleiding (640 LT) hebben gevolgd, kunnen noch als zelfstandige, noch als werknemer aan de slag in die sector. Daarvoor moeten ze nog eens een bijkomende cursus van 45 uur volgen die uitgeschreven is door het ministerie van Binnenlandse Zaken. In feite is het certificaat van Binnenlandse Zaken de enige wettelijke vereiste om toegang te krijgen tot het beroep van installateur van alarmsystemen, wat ernstige vragen oproept over het nut van deze opleiding in haar huidige vorm.
Schooljaar 2008-2009Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Mechanica-elektriciteit cluster Elektriciteit
10
6. Conclusies en aanbevelingen
6.1 Structuur en bouwstenen •
•
Het is niet duidelijk welke bronnen de ontwikkelaars gehanteerd hebben voor de opleidingsprofielen Onderhoudselektricien, Installateur domotica, Installatie en onderhoud van alarmsystemen, PLC technieker, Technieker aandrijfsystemen en de Zwevende modules. De OP’s bevatten geen informatie over de bronnen die aan de basis lagen van deze profielen. Een aanpassing met betrekking tot de formulering van de sleutelvaardigheden in functie van de omzendbrief VWO/2007/01 is niet meer nodig.
Aanbevelingen aan de overheid: • Vermeld de bron(nen) die werden gehanteerd bij de ontwikkeling van de opleidingsprofielen.
6.2 Aanbod •
•
•
Hoewel in het leerplichtonderwijs diverse gelijknamige of gelijkaardige opleidingen voorkomen is het niet duidelijk in welke mate er een afstemming beoogd wordt tussen die opleidingen en het aanbod in het volwassenenonderwijs. Het is wel merkwaardig dat al deze opleidingen gerangschikt zijn op het niveau BSO terwijl de opleiding Onderhoudselektricien in het volwassenenonderwijs een niveau TSO heeft. De opleidingen uit deze cluster zijn duidelijk onevenwichtig gespreid over de regio’s en de consortia.
Aanbevelingen aan de overheid: Zorg voor een inhoudelijke afstemming tussen de opleidingsprofielen die deel uit maken van deze evaluatie en overeenkomstige opleidingen van het leerplichtonderwijs. • Bewaak een evenwichtige spreiding van het aanbod over de diverse regio’s/consortia. •
6.3 Organisatie van het aanbod •
Grote modules die over veel lestijden zijn gespreid maken de organisatie voor de centra moeilijker. Bovendien zijn bedrijven niet altijd bereid om werknemers voor langere tijd een opleiding te laten volgen.
Aanbevelingen: • Overweeg de invoering van een meer flexibel aanbod dat bestaat uit kortere modules.
Schooljaar 2008-2009Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Mechanica-elektriciteit cluster Elektriciteit
11
6.4 Kwaliteitsbevorderende randvoorwaarden t.a.v. het opleidingsprofiel •
•
87% van de centra verklaren dat ze kwaliteitsbevorderende randvoorwaarden hebben gecreëerd om de deskundigheid van hun lesgevers te verhogen. Er stellen zich hier geen problemen. De centra investeren in leermiddelen, grondstoffen en uitrusting van de werkplaats. Een continue investering is noodzakelijk om aan de diverse regelgeving te blijven voldoen.
Aanbevelingen:
6.5 Leerbevorderende acties op cursistenniveau t.a.v. het opleidingsprofiel • •
87% van de centra geven aan dat ze leerbevorderende acties hebben ondernomen naar aanleiding van de implementatie van deze opleidingen. In de meeste centra wordt in deze vaardigheidsgerichte opleidingen het klassieke examensysteem vervangen door vormen van gespreide en permanente evaluatie.
Aanbevelingen:
6.6 Aspecten m.b.t. de implementatie •
• • •
De basismodules vormen voor de cvo’s een belangrijk obstakel met betrekking tot de organisatie van de opleiding, zolang ze een verplicht onderdeel vormen van het traject in functie van het certificaat van de opleiding. Als gevolg van de volgorderelatie is de opleiding PLC technieker nauwelijks realiseerbaar. Tevens is een actualisering van deze opleiding nodig. De verkaveling van de opleiding Residentieel elektrotechnisch installateur is voor verbetering vatbaar. De sleutelvaardigheden vormen in veel centra een probleem. De lesgevers weten dikwijls niet hoe ze te hanteren en te evalueren.
Aanbevelingen: • Overweeg een aanpassing van de status van de basismodules in deze opleidingen. • Hercluster de opleiding Residentieel elektrotechnisch installateur. • Overweeg initiatieven om de lesgevers beter vertrouwd te maken met de sleutelvaardigheden. 6.7 Impact van het opleidingsprofiel • • •
Vanuit de sector komt de vraag naar een opleiding voor Installateur fotovoltaïsche zonnepanelen. Het civiele effect van de opleiding Residentieel elektrotechnisch installateur verschilt sterk van de gelijkaardige opleiding in Syntra. Ook het civiele effect van de opleiding Installatie en onderhoud van alarmsystemen is minimaal wat het nut van de opleiding in vraag stelt.
Aanbevelingen:
Schooljaar 2008-2009Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Mechanica-elektriciteit cluster Elektriciteit
12
• Neem initiatieven om het civiele effect van de opleidingen te verbeteren.
Schooljaar 2008-2009Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Mechanica-elektriciteit cluster Elektriciteit
13
Bijlagen
Bijlage 1: Lijst van de bevraagde centra Bijlage 2: Formulier voor de bevraging van de centra Bijlage 3: Gegevensverwerking bevraging OP Bijlage 4: Lijst van de geconsulteerde deskundigen
Schooljaar 2008-2009Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Mechanica-elektriciteit cluster Elektriciteit
14
Bijlage 1 Lijst van de bevraagde centra CVO KISP Mariakerke Industrieweg 228 9030 GENT
CVO Westhoek Westkust Stationsstraat 25 8900 IEPER
CVO VTI Leuven Dekenstraat 3 3000 LEUVEN
CVO Leerdorp Gent Martelaarslaan 13 9000 GENT
CVO VTI Brugge Boeveriestraat 73 8000 BRUGGE
CVO Brussel Materiaalstraat 67 1070 ANDERLECHT
CVO St-Paulus Waregem Toekomststraat 75 8790 WAREGEM
CERVO GO De Panne St. Elisabethlaan 6 8660 DE PANNE
PCVO Meetjesland Eeklo Roze 131 9900 EEKLO
SCVO Nijverheidsschool A'pen Paardenmarkt 94 2000 ANTWERPEN
CVO Roeselare Arme-Klarenstraat 40 8800 ROESELARE
PCVO Maasland Europaplein 36 3630 EISDEN – MAASMECHELEN
CVO VIVO Kortrijk
Schooljaar 2008-2009Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Mechanica-elektriciteit cluster Elektriciteit
15
Scheutistenlaan 12 8500 KORTRIJK
PCVO Waas en Durme Durmelaan 34 A 9160 LOKEREN
CVO KCST Plankstraat 11 3800 SINT-TRUIDEN
Schooljaar 2008-2009Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Mechanica-elektriciteit cluster Elektriciteit
16
Bijlage 4 Lijst van de geconsulteerde stakeholders De netoverschrijdende leerplancommissies voor de opleidingen Residentieel elektrotechnisch installateur, Industrieel elektrotechnisch installateur, Hersteller bruingoed, Hersteller witgoed, Bordenbouwer, Onderhoudselektricien, Installateur domotica, Installatie en onderhoud van alarmsystemen, PLC technieker en Technieker aandrijfsystemen. Agoria-Metaalbewerking de sectorfederatie voor de technologische industrie in België.
Schooljaar 2008-2009Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Mechanica-elektriciteit cluster Elektriciteit
17