Evaluatie van een aantal opleidingsprofielen van het studiegebied Koeling en warmte in het volwassenenonderwijs 1. Opdracht Het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 voorziet de evaluatie van de opleidingsprofielen ten laatste 3 jaar na zijn inwerkingtreding. De evaluatie heeft betrekking op onderstaande opleidingsprofielen: Studiegebied Code
Koeling en warmte
BO KW BO KW BO KW BO KW BO KW BO KW BO KW BO KW BO KW BO KW BO KW BO KW BO KW
Monteur centrale verwarming Technieker centrale verwarming Installateur centrale verwarming Loodgieter Sanitair installateur Installateur individuele gasverwarming Airco-technieker Koelmonteur Koeltechnieker Monteur klimatisatie Technieker klimatisatie Industrieel isolatiewerker Zwevende modules
01 02 09 04 05 03 06 07 08 10 11 30 ZWEVMOD
Naam
2. Onderzoeksmethode Voor de evaluatie van de opleidingsprofielen (OP’s) ontwikkelde de inspectie Volwassenenonderwijs (VWO) een onderzoekskader steunend op het CIPO-model met de vier componenten Context, Input, Proces en Output. Er werd gebruik gemaakt van volgende onderzoeksmethoden: - een literatuurstudie voornamelijk rond de historiek en het concept van de opleidingsprofielen; - een analyse van numerieke gegevens m.b.t. de centra voor volwassenenonderwijs op basis van de databank van de overheid; - een schriftelijke bevraging van een aantal geselecteerde centra; - een gesprek met een aantal deskundigen. Om de planlast van de centra tot een absoluut minimum te herleiden, werden enkel bij de overheid kwantitatieve gegevens opgevraagd. Het beschikbare materiaal was tot een minimum beperkt. Wat de component Output betreft, konden geen onderliggende indicatoren worden weerhouden. Aangezien de schriftelijke bevraging beoogde om een zo breed mogelijk beeld te krijgen van de implementatie van de opleidingsprofielen in het veld werden zowel kleine als grote centra, zowel centra met een uitgebreid als met een beperkt aanbod uitgenodigd om deel te nemen aan de bevraging. Uiteraard speelden ook criteria als geografische spreiding, contextuele
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Koeling en warmte
1
inbedding en de vertegenwoordiging van netten en koepels een rol bij de selectie van de centra. De inspectie heeft de 14 centra (bijlage 1) die één of meerdere opleidingen uit deze cluster aanbieden, uitgenodigd om deel te nemen aan de schriftelijke bevraging, 12 centra verleenden hun medewerking. De bevraging (bijlage 2) betrof verschillende aspecten van de opleidingsprofielen. De resultaten hiervan zijn in grafieken verwerkt (bijlage 3). Voor de consultatie heeft de inspectie ook deskundigen uitgenodigd (bijlage 4) voor een gesprek.
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Koeling en warmte
2
3. Context 3.1
Situering van de opleidingsprofielen
Het decreet betreffende het volwassenenonderwijs van 15 juni 2007 bepaalt in art. 24: § 1. Op voordracht van de stuurgroep en na advies van de Vlaamse Onderwijsraad bepaalt de Vlaamse Regering de opleidingsprofielen. Een opleidingsprofiel omvat ten minste : 1° het minimale aantal lestijden van een opleiding; 2° het aantal modules; 3° het aantal lestijden per module dat in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de financiering; 4° de verdeling van de eindtermen, de specifieke eindtermen of basiscompetenties over de modules binnen een opleiding. § 2. De Vlaamse Regering kan voor bijzondere doelgroepen afwijken van het in § 1, 1°, bedoelde minimale aantal lestijden van een opleiding. § 3. De Vlaamse Regering bepaalt de procedure en de criteria om tot opleidingsprofielen te komen. Een grafisch overzicht van de opleidingen is te vinden op http://www.ond.vlaanderen.be/dvo/ > Volwassenenonderwijs > Secundair volwassenenonderwijs > Concrete uitwerking per studiegebied.
3.2 Ontstaan van de opleidingsprofielen De opleidingsprofielen zijn ontwikkeld door de toenmalige Dienst voor Onderwijsontwikkeling, de huidige Entiteit Curriculum (EC) en de Dienst Beroepsopleidingen (DBO). Ten tijde van de ontwikkeling waren er enkel beroepsprofielen beschikbaar voor de Monteur centrale verwarming en de Sanitair installateur. Onrechtstreeks is dat ook het geval voor de Loodgieter en de Installateur individuele gasverwarming aangezien deze beroepen een onderdeel vormen van de Sanitair installateur. Voor geen enkel van de andere opleidingen waren er ten tijde van de ontwikkeling beroepsprofielen voorhanden. Het is niet duidelijk welk bronnen de ontwikkelaars voor deze OP’s gehanteerd hebben. De OP’s bevatten daarover geen informatie. Vandaag zijn er twee bijkomende profielen beschikbaar via de website van de SociaalEconomische Raad van Vlaanderen (SERV). Dat zijn het beroepscompetentieprofiel (BCP) voor de Koelmonteur en het beroepsprofiel van het Hoger instituut voor de arbeid (HIVA) voor de Industrieel isolatiewerker. Diverse opleidingen uit deze cluster leiden toe tot een gereglementeerd beroep. Dat is het geval voor Monteur centrale verwarming, Technieker centrale verwarming, Installateur centrale verwarming, Loodgieter, Sanitair installateur, Installateur individuele gasverwarming, Koelmonteur en Koeltechnieker.
3.3 Concept De opleidingsprofielen zijn volgens een vast stramien opgebouwd.
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Koeling en warmte
3
In een eerste deel wordt in een korte beschrijving de relatie geduid van de opleiding tot het beroep met een oplijsting van vaardigheden en technieken die de cursist doorheen de opleiding zal aanleren. Een opsomming van de modules met het aantal lestijden, de instapvereisten en desgevallend de facultatieve modules (de modules in het leertraject die niet leiden tot het certificaat) sluit hierbij aan. De modules en de opleiding zijn gekoppeld aan een niveau en het soort vak. Vervolgens is er een oplijsting van de sleutelvaardigheden gemaakt. In de opleidingsprofielen van het volwassenenonderwijs gebruikt men voor het formuleren van de sleutelvaardigheden in principe enkel de GENT-4-publicatie Sleutelvaardigheden in het beroepsgerichte onderwijs in Vlaanderen en in Nederland 1. Deze publicatie beschrijft 36 sleutelvaardigheden zoals contactvaardigheid, beslissingsvermogen, empathie, leergierigheid enz. Het tweede deel omvat de afzonderlijke modules. Per module volgt er een situering binnen de opleiding met de instapvereisten, de studieduur en de basiscompetenties. 3.4
Bouwstenen
De sleutelvaardigheden werden niet per module opgesplitst, maar globaal voor de volledige opleiding opgenomen in een aparte rubriek. Een aanpassing in functie van de omzendbrief VWO/2007/01 is dus niet meer nodig. Het is aan de Centra voor Volwassenenonderwijs om in de leerplannen de verkaveling van deze sleutelvaardigheden per module op te nemen.
1
GENT staat hier voor Gehele Europese Nederlandstalige Taalgebied. De GENT-4-publicatie dateert van 4 november 1999.
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Koeling en warmte
4
4. Input
Aantal centra
Aantal cursisten
Gemiddeld
7
7
2
22
11
Technieker centrale verwarming
2
17
9
2
14
7
Installateur centrale verwarming
2
30
15
3
27
9
2
31
16
Loodgieter
1
24
24
1
8
8
2
26
13
Sanitair installateur
5
117
23
3
37
12
7
183
26
1
12
12
1
7
7
1
14
14
1
6
6
Installateur individuele gasverwarming
Gemiddeld
1
Aantal cursisten
Monteur centrale verwarming
Opleiding
Aantal centra
Gemiddeld
1/9/07-31/3/08
Aantal cursisten
1/2/07-31/8/07
Aantal centra
1/2/06-31/1/07
Airco-technieker
2
23
12
1
12
12
Koelmonteur
1
8
8
1
3
3
Koeltechnieker
1
5
5
1
2
2
Monteur klimatisatie Technieker klimatisatie
1
2
2
Industrieel isolatiewerker Zwevende modules
Legenda Opleidingen werden nog door geen enkel centrum georganiseerd Meest frequent geïmplementeerde opleidingen
Uit bovenstaande cijfers blijkt dat de opleidingsprofielen voor de Monteur klimatisatie, de Industrieel isolatiewerker en de Zwevende modules nog niet werden geïmplementeerd. De feedback vanuit de centra over deze opleidingen is dus uiteraard nihil. De ervaring met de opleidingen Installateur individuele gasverwarming, Koelmonteur, Koeltechnieker en Technieker klimatisatie is minimaal. Het is duidelijk dat de opleiding Sanitair installateur het best in de markt ligt. De opmerkingen onder punt 5 Proces hebben uiteraard vooral betrekking op de meest geprogrammeerde opleidingen. De spreiding over Vlaanderen:
Regio # centra
C 1 1
O 2 1
C 3 0
O 4 0
C 5 0
C 6 0
O 7 1
O 8 1
C 9 2
W 10 1
W 11 3
W 12 0
W 13 3
Het is duidelijk dat de opleidingen zich vooral situeren in het westelijk deel van Vlaanderen (W) met 7 centra. In het oostelijk deel van Vlaanderen (O) en in Midden-Vlaanderen (C) hebben telkens 3 centra een opleiding uit dit cluster in hun aanbod. Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Koeling en warmte
5
Naast de centra voor Volwassenenonderwijs organiseert ook de VDAB een aantal gelijkaardige of aanverwante opleidingen zoals Brandertechnicus, Sanitair installateur, Helper sanitair installateur, Installateur centrale verwarming en Airco & warmtepompen. Voor deze opleidingen maakt de VDAB echter geen gebruik van de OP’s die deel uitmaken van deze evaluatie. Twee van deze opleidingen worden georganiseerd in samenwerking met een cvo. De opleidingen welke in dit rapport besproken worden, hebben betrekking op beroepen die zowel als zelfstandige als in loondienst kunnen uitgevoerd worden. Het VWO en de Syntra hebben hierbij dus elk een rol te spelen, maar de grens is moeilijk te bepalen en dat werkt in beperkte mate de onderlinge concurrentie in de hand. De Syntra bieden tal van opleidingen aan in deze sector. Zo worden de opleidingen voor Aannemer installateur CV en Aannemer installateur Sanitair-loodgieter quasi in alle Syntra aangeboden. Er zijn eveneens diverse opleidingen beschikbaar m.b.t. gasbranders, waaronder de Habilitatie van de aardgasinstallateur en een vergelijkbare opleiding voor de propaangasinstallateur. Ook de opleidingen voor Technicus vloeibare brandstoffen CV en Onderhoud en controle van stookolietanks zijn beschikbaar, evenals de korte cursussen in functie van de hernieuwing van de certificaten. Verder wordt een opleiding tot Isolatiedeskundige voorzien in de meeste Syntra. Ook in het leerplichtonderwijs worden opleidingen uit dit cluster aangeboden, zowel in het voltijds als in het deeltijds circuit. Onderstaande tabel geeft een overzicht. Opleiding
Rangschikking
Lineair aanbod
Airco-technieker Centrale verwarming en sanitaire installaties Installateur individuele gasverwarming Installateur centrale verwarming Monteur centrale verwarming Koel- en warmtetechnieker Koelinstallateur Koelmonteur Koeltechnieker
BSO BSO
X X
BSO
X
BSO BSO TSO BSO BSO BSO
X X X X X
Schooljaar 2008-2009
Modulair aanbod
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Koeling en warmte
X X X
X X
6
Koeltechnische installaties Monteur klimatisatie Installateur sanitaire installaties Monteur sanitaire installaties Monteur verwarmingsinstallaties
7de BSO BSO DBSO DBSO DBSO
X X X X X
X
Het is niet duidelijk in welke mate er een afstemming beoogd is tussen bovenstaande opleidingen en het aanbod van het volwassenenonderwijs. De opleidingen uit het leerplichtonderwijs werden in elk geval niet ontwikkeld op basis van de opleidingsprofielen die het onderwerp waren van deze evaluatie.
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Koeling en warmte
7
5. Proces De informatie over het proces berust op de analyse van de enquêtes die de centra hebben ingevuld. Ieder item wordt ter aanvulling afgesloten met de opmerkingen die door de consultatiegroep terzake werden geformuleerd. Voor de kwantitatieve omschrijvingen werd als volgt tewerk gegaan: > 75%: meer dan driekwart Tussen 50% en 75%: meer dan de helft Tussen 25% en 50%: meer dan een kwart < 25%: minder dan een kwart (Bijlage 3 bevat een overzicht in grafieken van de antwoorden en de commentaren). 5.1 Organisatie van het aanbod (vragen 5, 6 en 7 van de enquête) Minder dan de helft van de bevraagde centra heeft moeilijkheden ondervonden bij de organisatie van één of meerdere opleidingen uit de cluster die deel uitmaakt van deze evaluatie. De problemen situeren zich in 20% van de gevallen bij het vinden van vakbekwame, gemotiveerde en gekwalificeerde lesgevers. Potentiële kandidaten zijn meestal actief in de sector als werknemer of als zelfstandige en hebben gewoonlijk nauwelijks tijd om daar een lesopdracht aan toe te voegen. Bovendien moeten de lesgevers voor bepaalde opleidingen nog voldoen aan de certificeringsnormen opgelegd door andere overheidsdiensten zoals het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE). Dat is ondermeer het geval voor de erkenning als brandertechnicus, zowel voor vloeibare brandstof als voor gasvormige brandstof. De centra wijzen er eveneens op dat het voorziene aantal lestijden (bvb. 80 lt.) van diverse modules, een vlotte roostering binnen de beschikbare lesweken sterk bemoeilijkt. Sommige centra ervaren een aanzienlijke concurrentie van de Syntra opleidingscentra waar men dezelfde opleidingen aanbiedt in een veel kortere tijd. De opleiding Sanitair Installateur neemt naar rato van 2 avonden per week al snel meer dan 2 schooljaren in beslag. Voor wie zich wil vestigen als zelfstandige is dit een extra hindernis. Maar opnieuw dringt de vraag zich op of dit wel de beoogde doelgroep voor het volwassenenonderwijs is. Vormen hier de cvo’s niet eerder concurrentie voor de Syntra op het gebied van specifieke opleidingen voor zelfstandigen. Ook voor de zogenaamde hernieuwers is de situatie vergelijkbaar. De certificaten die LNE uitreikt, moeten elke 5jaar hernieuwd worden. Dit kan slechts door te slagen in een cvo of bij Syntra. Syntra biedt daartoe verkorte cursussen aan van 12 lestijden t.t.z. 8 lesuren en 4 examenuren. Het volwassenenonderwijs stelt daar een volledige module van 120 lestijden tegenover. Als een zelfstandige een hernieuwing kan krijgen door een lesdag in een Syntra te volgen zal hij dat uiteraard verkiezen boven een volledig schooljaar 3 uur per week naar een cvo te gaan. Een andere belangrijke drempel voor de centra is de hoge investeringskost voor machines en gereedschap. De opleidingen zijn sterk industrieel georiënteerd en de materiële omstandigheden moeten up-to-date blijven waardoor ze een blijvende financiële belasting vormen voor de cvo’s.
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Koeling en warmte
8
5.2 Kwaliteitsbevorderende randvoorwaarden t.a.v. het opleidingsprofiel (vraag 18 van de enquête) Gezien het industriële karakter van deze opleidingen is het van het grootste belang dat de centra ze op een professionele manier uitbouwen. Een goede vakgroepwerking is daarvoor cruciaal. In diverse centra gebeurt dit in nauwe samenwerking met de lesgevers van het leerplichtonderwijs (SO of DBSO). De vakgroepen zijn verantwoordelijk voor o.a. het ontwikkelen van aangepast cursusmateriaal en praktijkgerichte evaluaties. De centra investeren in leermiddelen, grondstoffen en uitrusting van de werkplaats. Een continue investering is noodzakelijk, niet in het minst om aan de diverse regelgeving (zoals VLAREM) te blijven voldoen. Diverse cvo’s geven eveneens aan dat zij de initiatieven van het Vlaams Energieagentschap (VEA) en het Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf (WTCB) met betrekking tot dit vakgebied nauwgezet opvolgen. De meeste centra voorzien een budget voor navorming. Veelal wordt de bijscholing aangeboden door bedrijven uit de sector (Gröhe, Ideaal, Standard, Geberit, e.a.). De meeste lesgevers bezoeken ook regelmatig vakbeurzen met betrekking tot hun vakdomein. Enkele centra organiseren ook voordrachten door vakdeskundigen. 5.3 Leerbevorderende acties op cursistenniveau t.a.v. het opleidingsprofiel (vraag 19 van de enquête) Quasi alle respondenten verklaren dat ze leerbevorderende acties ondernemen ten behoeve van de cursisten. Het intake- en oriënteringsbeleid wordt daarbij het minst benadrukt. Het belang van een didactisch aanschouwelijke werkvorm wordt wel in de meeste opleidingen in de focus geplaatst. Daarbij is de keuze van het leermateriaal van groot belang. Sommige centra gebruiken daarvoor de cursussen van het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (FVB), anderen hanteren de syllabi die ontwikkeld zijn in samenwerking met LNE en Syntra. In de meeste centra wordt in de vakgroepen gewerkt aan een evaluatiemethodiek die aangepast is aan de aard van vaardigheidsgerichte opleidingen. Het klassieke examensysteem wordt meer en meer vervangen door vormen van gespreide en permanente evaluatie. Daarbij zijn een concreet afsprakenkader en gestandaardiseerde evaluatieformulieren bevorderend voor de gelijkgerichtheid en de kwaliteit van de evaluatiepraktijk. 5.4 Aspecten m.b.t. de implementatie (vragen 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 14 van de enquête) Alle respondenten zijn het er over eens dat de doelen van de opleiding duidelijk en nauwkeurig verwoord zijn. Ook op het niveau van de modules zijn de basiscompetenties en de sleutelvaardigheden eenduidig en leesbaar geformuleerd. Ze laten bovendien probleemloos een efficiënte en concrete implementatie toe. Ook inhoudelijk zijn ze relevant, met uitzondering van de modules Basis dakbedekking, Metalen daken en Dakgoten & -afvoeren. Deze sluiten onvoldoende aan bij de rest van de modules van de opleiding Sanitair installateur. Ook de meeste volgorderelaties tussen de verschillende modules voldoen volgens de centra.
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Koeling en warmte
9
Er zijn wel een aantal bedenkingen in verband met de basismodules in deze opleidingen. Zo zijn de modules Basis lassen en Basis installaties volgens de betrokkenen overbodig in de opleiding Technieker centrale verwarming. Dat is eveneens het geval voor de module Basis lassen in de opleiding Monteur klimatisatie. In de opleidingen Airco-technieker en Koeltechnieker zijn de modules Basis metaal en Basis elektriciteit niet relevant voor alle cursisten. Alle betrokkenen onderkennen wel het belang van de basismodules voor bepaalde specifieke doelgroepen, maar voor de meeste cursisten zijn ze overbodig. Ze vormen een extra drempel en zorgen voor een nodeloze verlenging van de opleiding. Daarom hanteren sommige centra een flexibel vrijstellingsbeleid, maar dat resulteert dan weer in heel veel bijkomende administratie. Andere centra verklaren dat ze de basismodules niet aanbieden, maar de competenties uit deze modules integreren in andere modules om dan verder in het traject te kunnen vaststellen dat de basiscompetenties van de basismodules al bereikt zijn. Er wordt gesuggereerd om de basismodules niet weg te laten, maar enerzijds de relevante basiscompetenties te integreren in de overige modules en anderzijds de basismodules los te koppelen van het verplichte traject in functie van het certificaat van de opleiding. Deze werkwijze zou de diverse opleidingen een stuk verkorten en toch de centra de mogelijkheid bieden om deze modules te hanteren als er behoefte aan is, bijvoorbeeld in het geval van een specifieke doelgroep. Tevens zou dit een oplossing inhouden voor de problematiek van het buitensporig vrijstellingsbeleid. De sleutelvaardigheden (SV) vormen in bepaalde centra een probleem. De lesgevers weten niet hoe ze te hanteren en te evalueren. De SV’s hebben een belangrijke plaats in de nijverheidsopleidingen omdat de cursisten niet alleen inhoudelijk moeten worden opgeleid, maar er moeten hen ook bepaalde (werk)attitudes worden bijgebracht om op een professionele manier te kunnen functioneren op de werkvloer. De lesgevers van het volwassenenonderwijs zijn echter onvoldoende voorbereid om hiermee om te gaan. Toch is het opvallend dat het aantal SV’s sterk kan verschillen naargelang van de opleiding. Het is daarbij niet duidelijk welke criteria er werden gehanteerd bij de selectie van de sleutelvaardigheden. Daarnaast spoort de omschrijving van de SV’s niet altijd met de aard van het beroep. Zo wordt bij de SV ‘contactvaardigheid’ verwezen naar het esthetisch aspect terwijl de relevantie daarvan voor een Koeltechnieker en een Airco-technieker niet duidelijk is. De voorgeschreven minimale lestijd volstaat in alle opleidingen om de basiscompetenties te bereiken. Sommige modules, zoals Stookoliebranders en kachels 1 en 2 en de module Gasbranders kunnen qua lestijden beter afgestemd worden op de Vlaamse Wetgeving. Alle respondenten zijn van mening dat de verkaveling van de opleidingen in modules op een verantwoorde wijze is gebeurd. In de opleiding Sanitair installateur is er wel een beperkte inhoudelijke overlap tussen verschillende modules, maar dat wordt niet als storend ervaren. Er dringen zich op dat vlak geen wijzigingen op. De instapvereisten en het eindniveau van de opleidingen zijn leesbaar en eenduidig geformuleerd. Ook over de inhoudelijke relevantie is geen discussie.
5.5 Impact van het opleidingsprofiel (vragen 3, 4, 15, 16 en 17 van de enquête) Op één na vinden alle centra dat de inhouden van de modules/opleidingen beantwoorden aan de verwachtingen van de cursisten en de industrie. De OP’s laten probleemloos toe om een
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Koeling en warmte
10
beginnend beroepsbeoefenaar te vormen. De grote vraag naar geschoolde vaklui maakt deze opleidingen ook maatschappelijk erg relevant. Diverse centra melden dat de meeste cursisten onmiddellijk na hun studies aan de slag kunnen in de sector. Op zich een duidelijke aanwijzing van de meerwaarde van de opleidingen in het kader van de beroepsuitoefening. Toch is er nood aan een betere afstemming op de vigerende wettelijke verplichtingen. Zo wordt er momenteel gewerkt aan een wijziging van de milieuregelgeving inzake stookinstallaties. Dit zal ongetwijfeld invloed hebben op de toegang tot de uitoefening van de aanverwante beroepen. Er wordt eveneens een wijziging van de milieuregelgeving voor koelinstallaties voorbereid. Ook deze aanpassing zal een invloed hebben op de betrokken OP’s. Driekwart van de respondenten meent dat de opleidingsprofielen voldoende ruimte laten om te voldoen aan specifieke doelgroepen en behoeften. Enkel op vlak van de hernieuwing van wettelijk erkende certificaten kan een probleem ontstaan. Zoals reeds beschreven onder 5.1 zijn deze hernieuwingen nodig om als zelfstandige bepaalde activiteiten te mogen uitvoeren. Zo moet bijvoorbeeld een brandertechnicus minimaal een opleiding van 8 lestijden volgen en een examen afleggen om aanspraak te kunnen maken op een hernieuwing van het certificaat Brandertechnicus. Het volwassenenonderwijs kan daar vandaag niet efficiënt op inspelen. Opleidingen voor zelfstandige ondernemers behoren echter in de eerste plaats tot de opdracht van de Syntra. Een kwart van de bevraagde centra beschikte over onvoldoende informatie om de vraag naar de meerwaarde voor de cursisten te kunnen beantwoorden. Alle overige centra waren wel overtuigd van de meerwaarde. Niet enkel krijgen de cursisten theoretische en praktische kennis aangeboden. Ze worden eveneens geconfronteerd met de diverse aspecten van de wetgeving met betrekking tot die beroepen en activiteiten.
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Koeling en warmte
11
6. Conclusies en aanbevelingen 6.1 Structuur en bouwstenen •
•
•
Het is niet duidelijk welke bronnen de ontwikkelaars gehanteerd hebben voor de opleidingsprofielen voor de Technieker centrale verwarming, Installateur centrale verwarming, Airco-technieker, Koelmonteur, Koeltechnieker, Monteur klimatisatie, Technieker klimatisatie en de Industrieel isolatiewerker. De OP’s bevatten geen informatie over de bronnen die aan de basis lagen van deze profielen. Voor geen enkel van bovengenoemde opleidingen waren er bij de ontwikkeling beroepsprofielen voorhanden. Vandaag is er een beroepscompetentieprofiel (BCP) beschikbaar voor de Koelmonteur en een beroepsprofiel (BP) voor de Industrieel isolatiewerker. Een aanpassing met betrekking tot de formulering van de sleutelvaardigheden in functie van de omzendbrief VWO/2007/01 is niet meer nodig.
Aanbevelingen aan de overheid: • Vermeld de bron(nen) die werden gehanteerd bij de ontwikkeling van de opleidingsprofielen. • Overweeg een actualisering van de opleidingsprofielen voor de Koelmonteur en de Industrieel isolatiewerker op basis van de nieuwe BCP’s en BP’s. 6.2 Aanbod •
•
Deze opleidingsprofielen hebben betrekking op beroepen die zowel als zelfstandige als in loondienst kunnen uitgevoerd worden. Het VWO en de Syntra hebben hierbij dus elk een rol te spelen maar ze beperken zich daarbij niet strikt tot hun specifieke doelgroep, wat in beperkte mate de onderlinge concurrentie in de hand werkt. Hoewel in het leerplichtonderwijs diverse gelijknamige of gelijkaardige opleidingen voorkomen is het niet duidelijk in welke mate er een afstemming beoogd is tussen die opleidingen en het aanbod in het volwassenenonderwijs.
Aanbevelingen aan de overheid: • Zorg voor een inhoudelijke afstemming tussen de opleidingsprofielen die deel uit maken van deze evaluatie en overeenkomstige opleidingen van het leerplichtonderwijs. 6.3 Organisatie van het aanbod • • •
De centra ondervinden problemen bij het recruteren van vakbekwame en gekwalificeerde lesgevers. Het volwassenenonderwijs en de Syntra’s bieden dezelfde opleidingen aan, maar er is een aanzienlijk verschil in aantal lestijden tussen beiden. De opleidingen die deel uitmaken van deze cluster vereisen een aanzienlijke investering in machines en gereedschap.
Aanbevelingen aan de overheid: • Overweeg maatregelen om opleidingen die bij diverse aanbieders leiden tot eenzelfde beroep of functie, beter onderling af te stemmen.
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Koeling en warmte
12
6.4 Kwaliteitsbevorderende randvoorwaarden t.a.v. het opleidingsprofiel • • •
Alle centra verklaren dat ze kwaliteitsbevorderende randvoorwaarden hebben gecreëerd om de deskundigheid van hun lesgevers te verhogen. Er stellen zich hier geen problemen. De centra investeren in leermiddelen, grondstoffen en uitrusting van de werkplaats. Een continue investering is noodzakelijk om aan de diverse regelgeving te blijven voldoen. De nascholing verloopt meestal via bedrijven uit de sector en het bezoek aan vakbeurzen.
Aanbevelingen aan de overheid:
6.5 Leerbevorderende acties op cursistenniveau t.a.v. het opleidingsprofiel • •
Quasi alle centra geven aan dat ze leerbevorderende acties hebben ondernomen naar aanleiding van de implementatie van deze opleidingen. In de meeste centra wordt in deze vaardigheidsgerichte opleidingen het klassieke examensysteem vervangen door vormen van gespreide en permanente evaluatie.
Aanbevelingen aan de overheid:
6.6 Aspecten m.b.t. de implementatie • • • • •
• •
De vooropgestelde doelen van de diverse opleidingen zijn eenduidig en leesbaar geformuleerd. De opbouw van de meeste structuurschema’s is logisch en werkbaar. De modules Basis dakbedekking, Metalen daken en Dakgoten & -afvoeren sluiten onvoldoende aan bij de rest van de modules van de opleiding Sanitair installateur. De volgorde in de structuur is logisch, met uitzondering van de basismodules. De basismodules vormen voor de cvo’s het belangrijkste obstakel met betrekking tot de organisatie van de opleiding, zolang ze een verplicht onderdeel vormen van het traject in functie van het certificaat van de opleiding. De doelstellingen kunnen binnen de voorziene lestijden worden gerealiseerd. De verkaveling van de opleidingen in modules is oordeelkundig gebeurd.
Aanbevelingen aan de overheid: • Werk de gebrekkige aansluiting weg tussen de modules Basis dakbedekking, Metalen daken en Dakgoten & -afvoeren en de overige modules van de opleiding Sanitair installateur. • Overweeg een aanpassing van de status van de basismodules in deze opleidingen. 6.7 Impact van het opleidingsprofiel • • •
De inhouden van de opleidingen beantwoorden aan de verwachtingen van de cursisten en de afnemers. Bepaalde inhouden zijn onvoldoende afgestemd op de vigerende regelgeving. De meerwaarde voor de cursisten bij deze opleidingen is duidelijk. De opleidingen hebben een sterk professioneel karakter.
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Koeling en warmte
13
• • •
De sleutelvaardigheden vormen in veel centra een probleem. De lesgevers weten dikwijls niet hoe ze te hanteren en te evalueren. De centra hebben geen nood aan bijkomende modules/opleidingen in deze sector. De verkaveling van de opleidingen in modules laat in voldoende mate toe om specifieke leertrajecten te organiseren.
Aanbevelingen aan de overheid: • Stuur alle inhouden bij op basis van de vigerende regelgeving. • Overweeg initiatieven om de lesgevers beter vertrouwd te maken met de sleutelvaardigheden.
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Koeling en warmte
14
Bijlagen
Bijlage 1: Lijst van de bevraagde centra Bijlage 2: Formulier voor de bevraging van de centra Bijlage 3: Gegevensverwerking bevraging OP Bijlage 4: Lijst van de geconsulteerde deskundigen
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Koeling en warmte
15
Bijlage 1 Lijst van de bevraagde centra CVO KISP Industrieweg 228 9030 Mariakerke CVO Westhoek-Westkust Stationsstraat 25 8900 Ieper CVO VTI Brugge Boeveriestraat 73 8000 Brugge CVO De Avondschool Leopold III laan 1 8400 OOSTENDE CVO Technisch Instituut Sint-Jozef Kleine Karmelietenstraat 3 9500 Geraardsbergen PCVO Meetjesland Roze 131 9900 Eeklo PCVO Maasland Europaplein 36 3630 Eisden – Maasmechelen CVO Leerdorp Martelaarslaan 13 9000 Gent CVO Leerstad Brouwerijstraat 5 9160 Lokeren CVO KCST Plankstraat 11 3800 Sint-Truiden PCVO Waas- en Durme Durmelaan 34 A 9160 Lokeren CVO Technisch Instituut Sint-Jozef, vestigingsplaats THHI Tessenderlo Heilig-Hartlaan 16 3980 Tessenderlo
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Koeling en warmte
16
Bijlage 2: Formulier voor de bevraging van de centra
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Koeling en warmte
17
Bijlage 3: Gegevensverwerking bevraging OP
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Koeling en warmte
18
Bijlage 4 Lijst van de geconsulteerde stakeholders De netoverschrijdende leerplancommissies voor de opleidingen Monteur centrale verwarming, Technieker centrale verwarming, Installateur centrale verwarming, Loodgieter, Sanitair installateur, Installateur individuele gasverwarming, Airco-technieker, Koelmonteur, Koeltechnieker, Monteur klimatisatie, Technieker klimatisatie, Industrieel isolatiewerker en Zwevende modules. Het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (FVB), m.n. de heer Luc Defrijn.
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Koeling en warmte
19