Evaluatie van een aantal opleidingsprofielen van het studiegebied Bouw in het volwassenenonderwijs 1. Opdracht Het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 september 2006 voorziet de evaluatie van de opleidingsprofielen ten laatste 3 jaar na zijn inwerkingtreding. De evaluatie heeft betrekking op onderstaande opleidingsprofielen: Studiegebied code
Bouw
BO BW BO BW BO BW BO BW BO BW
Dakdekker metalen dak Dakdekker leien en pannen Dakdichter Polyvalent dakdekker Zwevende modules: enkel de module Restauratie metalen daken
027 028 026 024 ZwevMod
naam
2. Onderzoeksmethode Voor de evaluatie van de opleidingsprofielen (OP’s) ontwikkelde de inspectie Volwassenenonderwijs (VWO) een onderzoekskader steunend op het CIPO-model met de vier componenten Context, Input, Proces en Output. Er werd gebruik gemaakt van volgende onderzoeksmethoden: - een literatuurstudie voornamelijk rond de historiek en het concept van de opleidingsprofielen; - een analyse van numerieke gegevens m.b.t. de centra voor volwassenenonderwijs op basis van de databank van de overheid; - een schriftelijke bevraging van een aantal geselecteerde centra; - een gesprek met een aantal deskundigen. Om de planlast van de centra tot een absoluut minimum te herleiden, werden enkel bij de overheid kwantitatieve gegevens opgevraagd. Het beschikbare materiaal was tot een minimum beperkt. Wat de component Output betreft, konden geen onderliggende indicatoren worden weerhouden. Aangezien de schriftelijke bevraging beoogde om een zo breed mogelijk beeld te krijgen van de implementatie van de opleidingsprofielen in het veld werden zowel kleine als grote centra, zowel centra met een uitgebreid als met een beperkt aanbod uitgenodigd om deel te nemen aan de bevraging. Uiteraard speelden ook criteria als geografische spreiding, contextuele inbedding en de vertegenwoordiging van netten en koepels een rol bij de selectie van de centra. De inspectie heeft vijf centra (bijlage 1) uitgenodigd om deel te nemen aan de schriftelijke bevraging. Het betreft de enige centra die opleidingen uit deze cluster aanbieden. Zij verleenden allen hun medewerking. De bevraging (bijlage 2) betrof verschillende aspecten van de opleidingsprofielen. De resultaten hiervan zijn in grafieken verwerkt (bijlage 3). Voor de consultatie heeft de inspectie ook deskundigen uitgenodigd (bijlage 4) voor een gesprek.
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Bouw
1
3. Context 3.1
Situering van de opleidingsprofielen
Het decreet betreffende het volwassenenonderwijs van 15 juni 2007 bepaalt in art. 24: § 1. Op voordracht van de stuurgroep en na advies van de Vlaamse Onderwijsraad bepaalt de Vlaamse Regering de opleidingsprofielen. Een opleidingsprofiel omvat ten minste : 1° het minimale aantal lestijden van een opleiding; 2° het aantal modules; 3° het aantal lestijden per module dat in aanmerking genomen wordt voor de berekening van de financiering; 4° de verdeling van de eindtermen, de specifieke eindtermen of basiscompetenties over de modules binnen een opleiding. § 2. De Vlaamse Regering kan voor bijzondere doelgroepen afwijken van het in § 1, 1°, bedoelde minimale aantal lestijden van een opleiding. § 3. De Vlaamse Regering bepaalt de procedure en de criteria om tot opleidingsprofielen te komen. Een grafisch overzicht van de opleidingen is te vinden op http://www.ond.vlaanderen.be/dvo/ > Volwassenenonderwijs > Secundair volwassenenonderwijs > Concrete uitwerking per studiegebied.
3.2
Ontstaan van de opleidingsprofielen
De opleidingsprofielen zijn door de toenmalige Dienst voor Onderwijsontwikkeling, de huidige Entiteit Curriculum (EC) en de Dienst Beroepsopleidingen (DBO) ontwikkeld. Voor de opleidingen Dak(af)dichter en Dakdekker waren er ten tijde van de ontwikkeling beroepsprofielen voorhanden. Het profiel voor de Dak(af)dichter werd door het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA) in opdracht van het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (FVB) ontwikkeld. Het profiel vermeldt geen datum, maar werd vermoedelijk in 1998 opgemaakt. Het beroepsprofiel van de Dakdekker werd in december 1998 door de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) in samenwerking met het FVB ontwikkeld. Dit profiel behelst zowel de metalen daken als pannen en leien. Voor de opleiding Polyvalent dakdekker was en is nog steeds geen beroepsprofiel beschikbaar. Deze opleiding is echter de som van de opleidingen Dakdichter, Dakdekker leien en pannen en Dakdekker metalen dak.
3.3 Concept De opleidingsprofielen zijn volgens een vast stramien opgebouwd. In een eerste deel wordt in een korte beschrijving de relatie geduid van de opleiding tot het beroep met een oplijsting van vaardigheden en technieken die de cursist doorheen de opleiding zal aanleren. Een opsomming van de modules met het aantal lestijden, de instapvereisten en desgevallend de facultatieve modules (de modules in het leertraject die niet leiden tot het certificaat) sluit hierbij aan. De modules en de opleiding zijn gekoppeld aan een niveau en het soort vak. Vervolgens is er een oplijsting van de sleutelvaardigheden gemaakt. In de opleidingsprofielen van het volwassenenonderwijs gebruikt men voor het formuleren van de sleutelvaardigheden
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Bouw
2
in principe enkel de GENT-4-publicatie Sleutelvaardigheden in het beroepsgerichte onderwijs in Vlaanderen en in Nederland 1. Deze publicatie beschrijft 36 sleutelvaardigheden zoals contactvaardigheid, beslissingsvermogen, empathie, leergierigheid enz. Het tweede deel omvat de afzonderlijke modules. Per module volgt er een situering binnen de opleiding met de instapvereisten, de studieduur en de basiscompetenties. 3.4
Bouwstenen
Met uitzondering van de opleiding Dakdichter worden alle OP’s die in deze evaluatie zijn behandeld, ingedeeld als BSO3. De opleiding Dakdichter bevat het minste aantal lestijden en krijgt het niveau BSO2 toebedeeld. Polyvalent dakdekker
BSO3
480 lt
Dakdichter
BSO2
160 lt
Dakdekker metalen dak
BSO3
240 lt
Dakdekker leien en pannen
BSO3
200 lt
De sleutelvaardigheden werden niet per module opgesplitst, maar globaal voor de volledige opleiding in een aparte rubriek opgenomen. Een aanpassing in functie van de omzendbrief VWO/2007/01 is dus niet meer nodig. Het is aan de Centra voor Volwassenenonderwijs om in de leerplannen de verkaveling van deze sleutelvaardigheden per module op te nemen.
1
GENT staat hier voor Gehele Europese Nederlandstalige Taalgebied. De GENT-4-publicatie dateert van 4 november 1999.
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Bouw
3
4. Input
Gemiddeld
Aantal centra
Aantal cursisten
Gemiddeld
Aantal centra
Aantal cursisten
Gemiddeld
1/9/07-31/3/08
Aantal cursisten
1/2/07-31/8/07
Aantal centra
1/2/06-31/1/07
Dakdekker metalen dak
1
10
10
1
8
8
3
17
6
Dakdekker leien en pannen
1
10
10
1
4
4
1
10
10
2
20
10
2
20
10
Opleiding
Dakdichter Polyvalent dakdekker Zwevende modules (Restauratie metalen daken)
Legende Opleidingen werden nog door geen enkel centrum georganiseerd
De opleiding Dakdichter evenals de Zwevende modules werden door de centra tot medio het schooljaar 2007-2008 niet aangeboden. Voor de overige opleidingen blijft het aanbod in Vlaanderen zeer beperkt. Het gemiddeld aantal cursisten is doorgaans behoorlijk, rekening houdend met de deler die voor dit studiegebied 10 bedraagt. Voor de opleiding Dakdekker metalen dak is dit met een gemiddelde van 6 inschrijvingen eerder laag. De spreiding over Vlaanderen:
Regio # centra
C 1 0
O 2 1
C 3 0
O 4 0
C 5 0
C 6 0
O 7 1
O 8 0
C 9 1
W 10 1
W 11 1
W 12 0
W 13 0
Hoewel het aanbod in Vlaanderen beperkt blijft, is het toch vrij gelijkmatig over het westelijk (W) en het oostelijk deel van Vlaanderen (O) verspreid, telkens met twee centra. In MiddenVlaanderen (C) biedt één centrum een opleiding uit deze cluster aan.
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Bouw
4
Naast de centra voor Volwassenenonderwijs organiseert ook de VDAB een aantal gelijkaardige opleidingen zoals Dakdekker/schuine daken en Dakafdichter (van platte daken). Ook Syntra voorziet een heel gamma van aannemersopleidingen in die sector zoals Aannemer dakbedekking, Aannemer dichtingswerken, Basis dakdekken, Dakwerker platte daken, Dakwerker hellende niet-metalen daken, Dakwerker metalen daken, enz. Voor deze opleidingen maken noch de VDAB noch Syntra gebruik van de OP’s die deel uitmaken van deze evaluatie. In het Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs wordt de opleiding Dakdekker leien en pannen door een centrum in Kortrijk aangeboden. Volgens de lijst van knelpuntberoepen van de VDAB behoren de Dakdekker-zinkwerker schuine daken, de Dakdekker-zink metalen daken en de Dakdekker platte daken tot de knelpuntberoepen voor 2008.
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Bouw
5
5. Proces De informatie over het proces berust op de analyse van de enquêtes die de centra hebben ingevuld. Ieder item wordt ter aanvulling afgesloten met de opmerkingen die door de consultatiegroep terzake werden geformuleerd. Voor de kwantitatieve omschrijvingen werd als volgt tewerk gegaan: > 75%: meer dan driekwart tussen 50% en 75%: meer dan de helft tussen 25% en 50%: meer dan een kwart < 25%: minder dan een kwart (Bijlage 3 bevat een overzicht in grafieken van de antwoorden en de commentaren). 5.1 Organisatie van het aanbod (vragen 5, 6 en 7 van de enquête) Twee derde van de centra ondervinden geen specifieke moeilijkheden bij de implementatie van deze opleidingen. De opleidingen liggen in het verlengde van de eerder ontwikkelde structuurschema’s. De centra formuleren enkel bedenkingen met betrekking tot het kostenplaatje van de opleidingen. In diverse opleidingen zijn vooral de verbruiksmaterialen (zink, pannen, leien, …) de bepalende factor voor het oplopen van de kosten. Zonder sponsering van bedrijven is het volgens sommige centra bijna onmogelijk om deze opleidingen op een professionele wijze uit te bouwen. Eén centrum kampt bovendien nog met te krappe infrastructuur. De cvo’s melden geen noemenswaardige personeelsproblemen voor de cluster van deze opleidingen. De cursussen worden in de diverse centra verzorgd door ervaren vakmensen. Gezien het geringe aantal centra dat deze opleidingen aanbiedt, waren de meeste lesgevers bij de ontwikkeling van de nieuwe OP’s en/of de bijhorende leerplannen betrokken. In sommige gevallen hebben de lesgevers een gedeelde opdracht in het leerplichtonderwijs en in het volwassenenonderwijs. De centra hebben geen signalen gekregen over problemen bij de cursisten rond de organisatie van de opleidingen. Wel dient opgemerkt dat de cursisten die zich als zelfstandigen wensen te vestigen door de toepassing van deze OP’s behoorlijk meer lestijden moeten volgen dan voorheen het geval was. 5.2 Kwaliteitsbevorderende randvoorwaarden t.a.v. het opleidingsprofiel (vraag 18 van de enquête) Alle respondenten verklaren dat ze kwaliteitsbevorderende randvoorwaarden hebben gecreëerd om de deskundigheid van hun lesgevers te verhogen. Dikwijls zit het cvo voor zijn nijverheidsopleidingen in het groter geheel van een technische school ingebed en kan het daardoor mee genieten van de materiële ondersteuning en de aanwezige knowhow. Niet zelden staat de technisch adviseur van het dagonderwijs ook in voor de optimale werking van deze afdelingen van het volwassenenonderwijs. Van een echte vakgroepwerking is dikwijls geen sprake omdat de opleidingen in de meeste gevallen door één lesgever worden gedragen. Soms behoort vakinhoudelijk overleg met collega’s van het leerplichtonderwijs tot de mogelijkheden.
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Bouw
6
Bijna alle centra voorzien een budget voor navorming en eveneens voor het aanschaffen van leermiddelen, grondstoffen en hedendaagse uitrusting. Een echt professionaliseringsbeleid is echter nog niet uitgebouwd in alle centra. Sommige leerkrachten genieten bijscholing in bedrijven (ook in het buitenland), anderen richten zich vooral op vakbeurzen. 5.3 Leerbevorderende acties op cursistenniveau t.a.v. het opleidingsprofiel (vraag 19 van de enquête) Meer dan driekwart van de centra geeft aan dat ze naar aanleiding van de implementatie van deze opleidingen leerbevorderende acties hebben ondernomen. De lesgevers hebben het leermateriaal aan de nieuwe structuurschema’s en de inhoudelijke wijzigingen aangepast. De meeste centra gebruiken het cursusmateriaal van het FVB. Enkele centra proberen de reële werksituatie op een bouwplaats zo dicht mogelijk te benaderen, maar dat vraagt extra ruimte en financiële middelen. In diverse centra werd het klassieke evaluatiesysteem bijgestuurd. Het is de bedoeling de aantrekkingskracht van deze opleidingen op cursisten te verhogen en de drempel zo laag mogelijk te houden, maar zonder daarbij inhoudelijke concessies te moeten doen. Vormen van gespreide en permanente evaluatie vinden steeds meer ingang in deze vaardigheidsgerichte opleidingen. Ook het gebruik van een concreet afsprakenkader en evaluatiesjablonen verhoogt de gelijkgerichtheid en de kwaliteit van de evaluatiepraktijk. 5.4 Aspecten m.b.t. de implementatie (vragen 8, 9, 10, 11, 12, 13 en 14 van de enquête) Alle respondenten vinden de vooropgestelde doelen van de diverse opleidingen eenduidig en leesbaar geformuleerd. Soms blijven ze wel vrij algemeen geformuleerd waardoor er veel ruimte voor interpretatie bestaat bij de concrete vertaling van de basiscompetenties naar de leerplandoelen. Ook de opbouw van de structuurschema’s krijgt unaniem een positieve beoordeling van de centra. De structuurschema’s voldoen eveneens aan de verwachtingen van de cursisten. De volgorde in de structuur is logisch, met uitzondering van de module Basis dakbedekking. Deze module omvat louter basistechnieken zoals het handmatig uitvoeren van bewerkingen, de eerste stappen in het bedienen van machines, het lezen van werkmethoden en werktekeningen, enz. Het aanbieden van een basismodule nadat de basistechnieken reeds aan bod zijn gekomen in andere modules is niet zinvol. De centra hebben ervaren dat in de meeste opleidingen de doelstellingen binnen de voorziene lestijden kunnen gerealiseerd worden. Voor de aanvangsmodules zou iets meer tijd beschikbaar mogen zijn, maar dat kan dan weer gecompenseerd worden in de vervolgmodules zodat de globale duur van de opleiding ongewijzigd kan blijven. Algemeen wordt vastgesteld dat cursisten die laattijdig (maar voor het registratiemoment) inschrijven, het moeilijk hebben om te volgen. Ze slagen er niet altijd in om de opgelopen achterstand in te halen. Individuele begeleiding in de werkplaatsen is hier uiteraard op zijn plaats, maar is niet altijd haalbaar. Ook de verkaveling van de opleidingen in modules is volgens de centra oordeelkundig gebeurd. De meeste cursisten blijken geen behoefte te hebben aan de volledige opleiding,
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Bouw
7
maar willen gericht enkele modules volgen om hun competenties uit te breiden. Een modulaire opbouw maakt dat mogelijk en in dit geval blijken de modules te beantwoorden aan de noden van de cursisten. De instapvereisten en het eindniveau van de opleidingen zijn leesbaar en eenduidig geformuleerd. Ook over de inhoudelijke relevantie is geen discussie. Bepaalde modules komen voor in verschillende opleidingsprofielen (ook uit andere studiegebieden). Dat schept uiteraard mogelijkheden om cursisten van diverse opleidingen samen te zetten, maar creëert meteen ook een bijkomende moeilijkheid bij het plannen van de modules. 5.5 Impact van het opleidingsprofiel (vragen 3, 4, 15, 16 en 17 van de enquête) Geen enkel van de bevraagde centra betwijfelt de inhoudelijke relevantie van de geëvalueerde opleidingen. Ze beantwoorden zowel aan de verwachtingen van de individuele cursist als aan die van het arbeidsveld. Uit de enquêtes naar cursistentevredenheid die de meeste centra systematisch uitvoeren, blijkt dat de cursisten tevreden zijn over de aangeboden leerinhouden. De grote vraag naar geschoolde vaklui maakt deze opleidingen ook maatschappelijk erg relevant. Temeer omdat de beroepen waarnaar deze opleidingen toe leiden, knelpuntberoepen zijn. Bovendien laten deze opleidingen voldoende ruimte om een invulling op maat van specifieke doelgroepen of behoeften mogelijk te maken. Zo kunnen de centra inspelen op de vraag van bedrijven die werknemers sturen om zich bij te scholen in bepaalde vaardigheden of nieuwe technieken. Het enige probleem dat zich hierbij stelt, is dat het de centra dikwijls ontbreekt aan de nodige infrastructuur en middelen om aan dergelijke specifieke vragen tegemoet te komen. De meeste cursisten volgen deze opleidingen in functie van hun huidige of toekomstige beroepsuitoefening. Er is nauwelijks sprake van hobbyisme onder de cursisten. Dit is op zich al een duidelijke indicator voor de meerwaarde van deze opleidingen in het kader van beroepsuitoefening. Een groot deel van de cursisten werkt al in de bouwsector en bij een aannemer van dakwerken, maar een officieel erkend certificaat en deelcertificaat bieden hen meer werkzekerheid voor de toekomst.
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Bouw
8
Conclusies en aanbevelingen 6.1 Structuur en bouwstenen • •
De opleidingsprofielen werden op basis van beroepsprofielen ontwikkeld. Een aanpassing met betrekking tot de formulering van de sleutelvaardigheden in functie van de omzendbrief VWO/2007/01 is niet meer nodig.
Aanbevelingen aan de overheid: • Vermeld de bron(nen) die bij de ontwikkeling van de opleidingsprofielen werden gehanteerd. 6.2 Aanbod •
Uit de data met betrekking tot het aanbod in de diverse centra blijkt dat de opleiding Dakdichter en de Zwevende modules niet in het volwassenenonderwijs worden georganiseerd.
Aanbevelingen aan de overheid:
6.3 Organisatie van het aanbod • •
De centra ondervinden geen specifieke moeilijkheden bij de implementatie van deze opleidingen. Ze formuleren enkel bedenkingen met betrekking tot de hoge kosten. Er zijn geen noemenswaardige personeelsproblemen en evenmin problemen bij de cursisten m.b.t. de organisatie van de opleidingen.
Aanbevelingen aan de overheid:
6.4 Kwaliteitsbevorderende randvoorwaarden t.a.v. het opleidingsprofiel • Alle centra verklaren dat ze kwaliteitsbevorderende randvoorwaarden hebben gecreëerd om de deskundigheid van hun lesgevers te verhogen. Er stellen zich ook hier geen problemen. Aanbevelingen aan de overheid:
6.5 Leerbevorderende acties op cursistenniveau t.a.v. het opleidingsprofiel • Meer dan driekwart van de centra geeft aan dat ze leerbevorderende acties hebben ondernomen naar aanleiding van de implementatie van deze opleidingen. Aanbevelingen aan de overheid:
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Bouw
9
6.6 Aspecten m.b.t. de implementatie • De vooropgestelde doelen van de diverse opleidingen zijn eenduidig en leesbaar geformuleerd. • De doelstellingen kunnen binnen de voorziene lestijden worden gerealiseerd. • De verkaveling van de opleidingen in modules is oordeelkundig gebeurd. • De volgorde in de structuur is logisch, met uitzondering van de module Basis dakbedekking. Aanbevelingen aan de overheid: Overweeg een aanpassing van de volgorderelatie tussen de module Basis dakbedekking en de overige modules.
•
6.7 Impact van het opleidingsprofiel • • • •
De inhouden van de diverse opleidingen zijn relevant. De opleidingen beantwoorden zowel aan de verwachtingen van de individuele cursist als aan die van het arbeidsveld. De opleidingsprofielen laten voldoende ruimte om een invulling op maat van specifieke doelgroepen of behoeften mogelijk te maken. De meeste cursisten volgen deze opleidingen in functie van hun huidige of toekomstige beroepsuitoefening. Er is nauwelijks sprake van hobbyisme in deze opleidingen, wat een duidelijke indicator is voor de meerwaarde van deze opleidingen in het kader van beroepsuitoefening.
Aanbevelingen aan de overheid:
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Bouw
10
Bijlagen
Bijlage 1: Lijst van de bevraagde centra Bijlage 2: Formulier voor de bevraging van de centra Bijlage 3: Gegevensverwerking bevraging OP Bijlage 4: Lijst van de geconsulteerde deskundigen
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Bouw
11
Bijlage 1 Lijst van de bevraagde centra PCVO Maasland Europaplein 36 3630 Eisden - Maasmechelen
CVO Technisch Instituut Sint-Jozef, vestigingsplaats THHI Tessenderlo Heilig-Hartlaan 16 3980 Tessenderlo
CVO De Vlaamse Ardennen Fortstraat 47 9700 Oudenaarde
CVO Leerdorp Martelaarslaan 13 9000 GENT
CVO Leerstad Brouwerijstraat 5 9160 LOKEREN
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Bouw
12
Bijlage 2 Formulier voor de bevraging van de centra
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Bouw
13
Bijlage 3 Gegevensverwerking bevraging OP
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Bouw
14
Bijlage 4 Lijst van de geconsulteerde stakeholders. De netoverschrijdende leerplancommissies voor de opleidingen Dakdekker metalen dak, Dakdekker leien en pannen, Dakdichter en Polyvalent dakdekker. Het Fonds voor Vakopleiding in de Bouwnijverheid (FVB), m.n. de heer Luc Defrijn.
Schooljaar 2008-2009
Evaluatie opleidingsprofielen in het studiegebied Bouw
15