Evaluatie Stop it Now! NL Eindrapport
J. Mulder • J.E. van Horn • M. J. Eisenberg • J. Stam
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
© Copyright mei 2014, de Waag Oudlaan 9 3515 GA Utrecht
[email protected] www.dewaagnederland.nl Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag gebruikt worden zonder toestemming van de uitgever. Drukker en Vormgeving: Studio S&H Tekst: Stop it Now!, samenwerking met de Waag Nederland.
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Inhoud Managementsamenvatting 1. Stakeholders Stop it Now! NL 2. Interne processen Stop it Now! NL 3. Kosten Stop it Now! NL 4. Routes van gebruikers naar Stop it Now! NL 5. Effectiviteit Stop it Now! NL 6. Succesfactoren van Stop it NOW! NL
1. Evaluatie onderzoek Stop it Now! NL 1.1 Onderzoeksvragen 1.2 Globale onderzoeksopzet 1.3 Deliverables
2. Beschrijving van de Nederlandse context betreffende seksueel kindermisbruik 2.1 Van seksuele vrijheid naar bescherming tegen seksueel misbruik 2.2 Tweeledig sociaal klimaat 2.3 Definitie seksueel kindermisbruik 2.4 Age of consent 2.5 Prevalentie seksueel misbruik van kinderen 2.6 Pedofilie 2.7 Hoe worden kinderen beschermd tegen seksueel misbruik? 2.8 Behandelprogramma’s voor zedendelinquenten Samenvatting en conclusie
5. Wie zijn de gebruikers van Stop it Now! NL en hoe vonden zij hun weg naar de hulplijn? 7 8 9 10 11 12 13 15 15 16 17
19 19 20 20 21 22 22 24 26 27
3. Implementatie Stop it Now! NL
29
3.1 Het opzetten van Stop it Now! NL 3.2 Doelen van Stop it Now! NL 3.3 Hulplijn medewerksters en opleiding Samenvatting en conclusie
29 29 29 31
4. Werkwijze Stop it Now! NL 4.1 Stop it Now! NL Hulplijn 4.2 Stop it Now! NL de Waag Samenvatting en conclusie Proces: Individueel traject gebruiker Stop it Now! NL
4
33 33 35 36 38
5.1 Aantal en type contacten met de hulplijn Samenvatting en conclusie 5.2 Gebruikersgroepen Samenvatting en conclusie 5.3 Relatie tot (potentiële) pleger Samenvatting en conclusie 5.4 Duur telefonisch contact Samenvatting en conclusie 5.5 Kenmerken van de groep die doorstroomt naar fase II van het hulptraject (Stop it Now! NL de Waag) Samenvatting en conclusie 5.6 Bekendheid met Stop it Now! NL Samenvatting en conclusie 5.7 Invloed van media op het aantal contacten met Stop it Now! NL Samenvatting en conclusie
39 39 40 40 42 43 45 45 45 46 49 50 50 51 52
6. Welke adviezen kregen de gebruikers en hoe hebben zij de hulplijn ervaren?
55
6.1 Advies van Stop it Now! NL hulplijn medewerksters aan gebruikers Samenvatting en conclusie 6.2 Ervaringen van gebruikers met Stop it Now! NL Samenvatting en conclusie
55 58 58 64
7. Stakeholders aan het woord 7.1 Bekendheid met en mate van betrokkenheid bij Stop it Now! NL Samenvatting en conclusie 7.2 Stakeholders en (potentiële) gebruikers van en verwijsroutes naar Stop it Now! NL Samenvatting en conclusie 7.3 Veranderingen t.a.v. pedofilie en seksueel kindermisbruik Samenvatting en conclusie 7.4 De meerwaarde van Stop it Now! NL in het voorkomen, dan wel terugdringen van seksueel kindermisbruik Samenvatting en conclusie
8. Kosten analyse Stop it Now! NL Samenvatting en conclusie
65 66 70 70 74 74 78 79 82 86 89
9. Referentielijst
91
10. Over de auteurs
93
5
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Managementsamenvatting
Managementsamenvatting Stop it Now! NL is een innovatief programma dat zich richt op de primaire en secundaire preventie van seksueel kindermisbruik, op het vergroten van de maatschappelijke kennis over seksueel kindermisbruik en pedofilie en op het bewerkstelligen van een gedragsverandering bij diegene die seksueel misbruik met kinderen (dreigen te) plegen. Het programma biedt mensen met seksuele gevoelens voor kinderen, hun netwerk en omgeving de mogelijkheid om gratis en anoniem telefonisch advies, ondersteuning en voorlichting te krijgen. De groep mensen – vaak mannen – met seksuele gevoelens voor kinderen worden in dit rapport onderscheiden naar twee categorieën: mannen met seksuele gevoelens voor kinderen die er niet naar handelen (niet praktiserende pedofielen) en mannen met seksuele gevoelens voor kinderen die er wel naar handelen of hebben gehandeld (pedoseksuelen). Dit kunnen hands-on seksuele handelingen zijn of hands-off seksuele handelingen zoals het kijken naar kinderporno. Voor de leesbaarheid wordt in dit rapport gesproken over (potentiële) plegers. In Europa zijn twee Stop it Now! programma’s operationeel: Stop it Now! UK in Groot Brittannië en Ierland, dat al langer dan 10 jaar bestaat, en Stop it Now! NL dat in april 2012 werd gelanceerd. De werkwijze en het effect van Stop it Now! NL is nog niet eerder onderzocht. Het doel van dit onderzoek is om de bestaande hulplijnen Stop it Now! UK en NL te evalueren en om de kennis over de preventie van seksueel kindermisbruik in andere Europese landen te combineren met de kennis verkregen uit de implementatie van Stop it Now! UK en NL. Het evaluatieonderzoek werd uitgevoerd door de Waag en het Engelse onderzoeksbureau NatCen. Finland (Save the Children) en Duitsland (Dunkelfeld) participeerden in latere fasen van het onderzoek. Beide landen zijn actief in het bestrijden van seksueel kindermisbruik maar op een andere manier dan Stop it Now! NL en UK. Het evaluatieonderzoek werd voor een groot deel gefinancierd door de Europese Commissie. In deze managementsamenvatting worden de onderzoeksvragen beantwoord die in het onderzoeksvoorstel geformuleerd staan.
6
7
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
1. Stakeholders Stop it Now! NL Onderzoeksvraag 1 Wie zijn de belangrijkste (potentiële) stakeholders van Stop it Now! NL en op welke manier ondersteunt de hulplijn in hun werk? In het rapport worden stakeholders gedefinieerd als belanghebbenden uit een van de volgende sectoren: Ministeries en lokale overheid, strafrecht (politie, OM, reclassering en strafrecht advocatuur), zorgaanbieders (reguliere en forensische ggz) en ervaringsdeskundigen. Formeel vallen de gebruikers van de hulplijn ook onder de stakeholders, maar aangezien zij de belangrijkste focus zijn van de evaluatie worden zij als aparte groep beschreven. De stakeholders uit genoemde sectoren zijn benaderd als informanten om Stop it Now! NL te evalueren vanwege hun financiële, procesmatige en/of inhoudelijke betrokkenheid bij de hulplijn. De geïnterviewden uit de diverse sectoren wisselen in de mate van betrokkenheid bij de hulplijn en daarmee ook in de mate waarin Stop it Now! NL hun werk ondersteunt. De betrokkenheid bij Stop it Now! NL op bestuurlijk niveau (met name de Ministeries van V&J en VWS en de Gemeente Amsterdam) bestaat vooral op financieel vlak, ingegeven door een maatschappelijke betrokkenheid om een bijdrage te leveren aan het voorkomen dan wel verminderen van seksueel kindermisbruik. De ondersteuning van Stop it Now! NL aan de ministeries en gemeente kan waarschijnlijk het beste worden vertaald in het aantonen van de effectiviteit van de hulplijn in het terugdringen van het seksueel kindermisbruik. Op basis van de resultaten uit het onderzoek wordt aannemelijk gemaakt, maar niet onomstotelijk vastgesteld dat de hulplijn seksueel kindermisbruik voorkomt. Er kan wel worden vastgesteld dat de beoogde doelgroepen ‘niet-praktiserende pedofielen’ en ‘pedoseksuelen’ in toenemende mate worden bereikt. Deze vergrote reikwijdte van Stop it Now! NL is concreet terug te zien in de uitvoering van het INDIGO-project van het OM en de politie, waarin folders van de hulplijn worden verstrekt aan mannen (en hun netwerk) die worden verdacht van het downloaden van kinderporno. Van betrokkenheid van reclassering en strafrecht advocaten bij Stop it Now! NL was in veel mindere mate sprake. Enerzijds kan dit gelegen zijn in het feit dat zij veel vaker te maken krijgen met verdachten die verder zijn in het strafrechtelijk traject. Anderzijds zou het ook verklaard kunnen worden door de nog relatieve onbekendheid van Stop it Now! NL in sectoren met een focus op repressie en minder op preventie. De onbekendheid van Stop it Now! NL was ook opvallend bij Slachtofferhulp Nederland. Ondanks de hulp aan slachtoffers als primaire kerntaak van Slachtofferhulp Nederland, wordt de doelstelling van Stop it Now! NL meer dan ondersteund omdat hulp aan niet-praktiserende pedofielen en pedoseksuelen nieuwe slachtoffers mogelijk voorkomt.
8
Managementsamenvatting
Door de geïnterviewden uit de sectoren werd benadrukt dat een belangrijke meerwaarde van Stop it Now! NL is dat de hulplijn een zwaar beladen onderwerp als het hebben van seksuele gevoelens voor kinderen bespreekbaar maakt waardoor het meer uit de taboesfeer wordt gehaald. De hulplijn laat een genuanceerd en rationeel tegengeluid horen tegenover het demoniseren van niet-praktiserende pedofielen en pedoseksuelen door actiegroepen en sommige media. Desondanks kan er nog een wereld worden gewonnen in het vergroten van de reikwijdte van de hulplijn. Centraal in de aanbevelingen vanuit alle sectoren is dan ook dat Stop it Now! NL gebaat is bij een uitgebreide reclamecampagne gericht op het creëren van een breed maatschappelijk en politiek draagvlak voor het bieden van hulp aan mensen met seksuele gevoelens voor kinderen met als uiteindelijk doel om seksueel kindermisbruik te voorkomen, dan wel terug te dringen.
2. Interne processen Stop it Now! NL Onderzoeksvraag 2 Welke interne processen dragen bij aan de hulp die Stop it Now! NL biedt? Stop it Now! NL bestaat uit een gefaseerd anoniem hulpaanbod: 1) de eerste contactlegging met hulplijn medewerksters en 2) het bieden van meer gespecialiseerde forensische hulp door behandelaars van de Waag. In de eerste fase van contactlegging staat centraal dat medewerksters van de hulplijn een luisterend oor bieden en advies geven aan iedereen die vragen heeft over seksueel kindermisbruik of zich daarover zorgen maakt. De tweede fase richt zich op het aanreiken van handvatten om de seksuele gevoelens voor kinderen onder controle te krijgen en te houden. Na het Stop it Now! NL traject kan een regulier forensisch traject worden ingezet waarmee de werkzaamheden van Stop it Now! NL beëindigen. In elke fase worden de gebruikers - indien geïndiceerd - gemotiveerd om de stap te zetten naar de volgende fase. Dat geldt vooral voor de niet-praktiserende pedofielen en pedoseksuelen. Door korte lijnen tussen de hulplijn medewerksters van de 1ste fase en behandelaars van de 2de fase verloopt de samenwerking en overdracht soepel. Deze gefaseerde aanpak ondersteunt Stop it Now! NL in haar doel om diverse doelgroepen te bereiken voor wie de stap naar reguliere hulpverlening (nog) te groot is. Interviews met hulplijn medewerksters en behandelaars wijzen uit dat door de kernelementen van de hulplijn, te weten laagdrempelig, gratis, maar vooral anoniem, mensen sneller contact met de hulplijn te zoeken. In het gehele traject zijn de processen er op gericht om de anonimiteit te waarborgen. Er wordt gebruik gemaakt van ‘nicknames’, zowel in de eerste als in de tweede fase van het Stop it Now! NL traject. Ook in de verslaglegging en de overdracht naar de behandelaars van de Waag wordt uiterst zorgvuldig gelet op het waarborgen van de anonimiteit. De anonimiteit wordt opgeheven enkel bij gebruikers die instromen in reguliere (forensische) behandeltrajecten.
9
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Dezelfde zorgvuldigheid als bij het waarborgen van de anonimiteit wordt ook doorgevoerd naar de bejegening van de belangrijkste doelgroep van Stop it Now! NL, de niet-praktiserende pedofielen en de pedoseksuelen. Vooral de eerste groep kenmerkt zich als wantrouwend en angstig. De meeste mannen vinden het moeilijk om openlijk over hun gevoelens te praten. Door een neutrale en open houding van de hulplijn medewerksters worden gebruikers gerustgesteld. Hulplijn medewerksters worden voorafgaand aan hun aanstelling en op gezette tijden bijgeschoold en getraind in het aanleren en bijhouden van vaardigheden die nodig zijn om met name deze groep bij te staan. Tijdens intervisie en supervisie worden ervaringen gedeeld en deskundigheid bevorderd. Een extra ondersteuning wordt geboden door gebruikmaking van gespreksprotocollen. De conclusie is dat de interne processen zoals het waarborgen van de anonimiteit, laagdrempeligheid en de respectvolle bejegening, het meest bijdragen aan het succes van Stop it Now! NL. Forensische ervaring kan het werk als hulplijnmedewerkster in de eerste fase ten goede komen, zeker gezien de kenmerken van de doelgroep. Hier kan in het aannamebeleid gericht op worden gestuurd. Een kanttekening bij het waarborgen van de anonimiteit is dat dit het vergaren van informatie ten behoeve van het evaluatieonderzoek extra heeft bemoeilijkt. Afhankelijk van het type informatie schommelde het percentage ‘onbekend’ van 20 procent (bij het specificeren van de relatie tot de niet-praktiserende pedofiel of de pedoseksueel) tot 80 procent (bij het specificeren van de leeftijdsgroep van de gebruikers). Door deze ontbrekende gegevens kunnen minder krachtige uitspraken worden gedaan over de reikwijdte van Stop it Now! NL in termen van kenmerken van de doelgroepen en de gerelateerde effecten van de hulplijn.
3. Kosten Stop it Now! NL Onderzoeksvraag 3 Welke kosten zijn verbonden aan een individuele interventie door Stop it Now! NL? Op basis van gegevens over de periode april 2012 tot april 2013 worden de jaarlijkse kosten om de hulplijn draaiende te houden, geschat op €102.599,57. Er waren in die periode 310 contacten met de hulplijn. De kosten van een enkel contact komen daarmee op €330,97. Deze kosten zijn relatief hoog vanwege het feit dat de beschikbare tijd van de medewerksters van fase I niet volledig werden benut. De verwachting is dat deze kosten zullen dalen naar €97,47per contact indien de beschikbare tijd volledig zou worden. In dit bedrag zijn naast personele en materiele kosten tevens de kosten meegenomen voor intervisie en overleggen met ketenpartners etc. Er zal een bedrag van minimaal €100.000 nodig zijn om Stop it Now! NL, zeker in de beginjaren, te kunnen laten functioneren.
10
Managementsamenvatting
4. Routes van gebruikers naar Stop it Now! NL Onderzoeksvraag 4 Via welke routes komen de gebruikers in aanraking met Stop it Now! NL? Om deze vraag te beantwoorden, werden de gegevens geanalyseerd van 254 gebruikers van de hulplijn, er werd een online vragenlijst uitgezet die ingevuld werd door slechts drie gebruikers en er werden diepte-interviews gehouden met 11 gebruikers, vooral mannen die reguliere forensische behandeling waren gestart bij de Waag. De vraag aan gebruikers van de hulplijn om in het evaluatieonderzoek te participeren was in het gehele onderzoek ondergeschikt aan het doel van Stop it Now! NL. Dit resulteerde in het – relatief lang - zoeken naar wegen om de anonimiteit en de vertrouwelijkheid van de informatie te kunnen blijven waarborgen. Het online uitzetten van een vragenlijst lijkt een snelle oplossing om grote groepen te bereiken, maar in dit onderzoek leidde het tot vrij veel problemen rond het waarborgen van de anonimiteit. Daarnaast was het besluit om het onderzoek ondergeschikt te maken aan de doelen van Stop it Now! NL. Het gevolg daarvan was dat de vraag om in het onderzoek te participeren niet aan gebruikers werd gesteld als zij – naar inschatting van de medewerksters – nog te veel in crises verkeerden of dat de mate van wantrouwen en angst nog te hoog was. Uiteindelijk werden gebruikers die al in de tweede fase van het traject waren, bereid gevonden om in het onderzoek mee te doen. Er kan dus sprake zijn van enig selectie-effect. Bij een aantal ingevulde lijsten en afgenomen interviews ontbrak 40 procent van de informatie. Daardoor kan niet een volledig zicht worden verkregen op de routes waarlangs gebruikers hun weg naar Stop it Now! NL vonden. Uit de alle verkregen informatie (dossiers, interviews en vragenlijsten) lijkt te kunnen worden afgeleid dat de meeste gebruikers van Stop it Now! NL contact zochten met de hulplijn na het lezen van nieuwsberichten over de hulplijn en bij aandacht vanuit de media voor maatschappelijke thema’s rond pedoseksualiteit en pedofilie. Ondanks de relatief grote onzekerheidsmarge ten aanzien van de belangrijkste routes naar de hulplijn, kan worden vastgesteld dat de media hierin een belangrijke rol spelen. Veel meer nog dan de folders en posters die vanuit Stop it Now! NL worden verspreid.
11
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Managementsamenvatting
5. Effectiviteit Stop it Now! NL
6. Succesfactoren van Stop it NOW! NL
Onderzoeksvraag 5 Welke bewijzen zijn er dat Stop it Now! NL kinderen beschermd tegen seksueel misbruik, potentiële plegers ervan weerhoudt om kinderen te misbruiken, gedragsverandering bewerkstelligt en/of bijdraagt aan het tot stand brengen van secundaire en tertiaire effecten van de hulplijn bij gebruikers en hun familie en omgeving?
Onderzoeksvraag 6 Wat zijn de succesvolle componenten van Stop it Now! NL?
Bewijzen die de effectiviteit van Stop it Now! NL in het beschermen van kinderen tegen seksueel misbruik zijn - op grond van de verzamelde gegevens - lastig te objectiveren. Dat heeft deels te maken met de focus op de preventie van seksueel kindermisbruik en deels met het relatief grote percentage ontbrekende gegevens in het evaluatieonderzoek. De resultaten uit het onderzoek tonen wel aan dat Stop it Now! NL haar beoogde doelgroep, te weten de niet-praktiserende pedofielen en de pedoseksuelen steeds beter weet te bereiken. Daarnaast is er een stijging waar te nemen in het aantal contacten uit andere gebruikersgroepen, vooral de familie en andere mensen uit de omgeving van de niet-praktiserende pedofielen en pedoseksuelen. Aannemelijk is dat Stop it Now! NL door het contact met deze groepen de bewustwording rond seksueel kindermisbruik vergroot en de handelingsverlegenheid vermindert. Met andere woorden, de secundaire effecten (via familie) en tertiaire effecten (via de omgeving) kan aanwezig worden verondersteld in termen van het aanreiken van handvatten over hoe om te gaan met de seksuele gevoelens van de mannen voor kinderen en de heftige emoties die dit met zich mee kan brengen. Het betrekken van het netwerk (familie en omgeving) hierbij kan – zoals bij COSA – de bescherming bieden en de veiligheid van potentiële slachtoffers vergroten. Belangrijk is wel om de eigen kracht en zelfregulatie bij de niet-praktiserende pedofielen en pedoseksuelen zelf te versterken, omdat het wegvallen van de steun vanuit het netwerk risico verhogend kan werken. De contacten met de hulplijn worden door de niet-praktiserende pedofielen en pedoseksuelen als positief ervaren. Men ervaart meer controle over hun eigen gevoelens, gedrag en situatie, voornamelijk omdat het geheim eindelijk gedeeld kan worden. Na de anonieme sessies met een behandelaar, geeft men aan meer bewust te zijn van hun problemen en hier bovendien beter mee op te kunnen gaan. Van de 59 mannen gaf 57.5 procent zijn anonimiteit op en ging in reguliere forensische behandeling.
12
Stop it Now! NL werd op 1 april 2012 gelanceerd en maakte een gestage groei door naar 290 contacten in een periode van 15 maanden. Ongeveer 40 procent van de mensen (in totaal 254 unieke personen) die contact opnam met de hulplijn waren mannen met seksuele gevoelens voor kinderen. Ruim de helft van deze groep was een niet-praktiserende pedofiel. De andere helft bestond uit pedoseksuelen, vooral mannen die kinderporno hadden gedownload, maar zaten ook mannen bij die de grens van het enkel hebben van gevoelens eerder al hadden overschreden en hulp zochten om terugval te voorkomen. Deze bevindingen bevestigen de centrale doelstelling van de hulplijn, namelijk om vooral op het preventieve vlak actief te zijn en de groep te bereiken die nog niet is overgegaan tot het plegen van seksuele kindermishandeling. De belangrijkste factoren die hebben bijgedragen aan deze succesvolle lancering en implementatie van Stop it Now! NL worden hieronder genoemd. ●● Ondanks de soms heftige maatschappelijke emoties over enkele bekende zedenzaken, kan Nederland beschouwd worden als relatief tolerant naar niet-praktiserende pedofielen. Het besef groeit dat niet alle mensen met seksuele gevoelens voor kinderen ook daadwerkelijk kinderen gaan misbruiken. Een grote groep mannen worstelt met deze gevoelens, laat hulp toe en gaat er zelfs actief naar op zoek. Dat blijkt ook uit de grote groep niet-praktiserende pedofielen dat contact zocht met de hulplijn. ●● De werving en selectie van medewerksters met affiniteit voor de doelgroep en de problematiek is van groot belang geweest voor het succes van de hulplijn. Immers het eerste contact moet laagdrempelig zijn en medewerksters moeten in staat zijn om op een goede manier in te spelen op de grote angst en terughoudendheid van de gebruikers. ●● De gefaseerde opbouw van de contacten van laagdrempelig en anoniem naar meer gespecialiseerde forensische zorg blijkt een goede manier om de juiste doelgroepen, namelijk de niet-praktiserende pedofielen en de pedoseksuelen, te bereiken en te verwijzen naar passende hulp. Deze hulp kan bestaan uit het enkel voeren van gesprekken en het bieden van een luisterend oor naar het bieden van reguliere (forensische) hulp. ●● De mannen met seksuele gevoelens voor kinderen die contact opnemen met Stop it Now! NL kenmerken zich door angst en wantrouwen. Het motiveren van deze groep om in gesprek te blijven en hulp te aanvaarden, vereist een (blijvende) scholing in vaardigheden (waaronder motiverende gesprekstechnieken) van de medewerksters van de hulplijn en de forensische behandelaars. Opleiding, training en supervisie zijn dan ook vaste onderdelen in het werk van alle medewerkers van Stop it Now! NL. ●● Daarnaast vormt ook het onderlinge contact tussen de hulplijn medewerksters en de forensische behandelaars een essentieel onderdeel van het succes van de hulplijn.
13
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
●●
●●
Stop it Now! NL is een dienstverlening die gratis beschikbaar is en mede daarom ook een stijgend aantal gebruikers kent. Zonder de financiële ondersteuning vanuit de overheid zou de hulplijn na de startperiode in een tweede jaar niet meer hebben kunnen bestaan. De voortrekker, of wel vaandeldrager, die de reclamecampagne voor Stop it Now! NL heeft gedragen en gesprekspartner was in diverse maatschappelijke en politieke bijeenkomsten over hulp aan pedoseksuele mannen, was onontbeerlijk voor het succes van de hulplijn.
Evaluatie onderzoek Stop it Now! NL
1. Evaluatie onderzoek Stop it Now! NL Stop it Now! NL is een innovatief programma dat zich richt op de preventie van seksueel misbruik van kinderen. Het programma biedt (potentiële) plegers van seksueel misbruik de mogelijkheid om gratis en anoniem telefonisch advies, ondersteuning en voorlichting te krijgen. In dit rapport wordt gesproken over (potentiële) plegers. Dit omvat de niet-praktiserende pedofielen (mensen met seksuele gevoelens voor kinderen), en de groep pedoseksuelen die seksueel grensoverschrijdend gedrag naar kinderen hebben gepleegd. Daarnaast kunnen ook mensen uit het netwerk van de (potentiële) pleger en hulpverleners met de hulplijn bellen voor advies en ondersteuning. Stop it Now! NL probeert op deze wijze de bewustwording over seksueel misbruik van kinderen te vergroten en een gedragsverandering te bewerkstelligen bij diegene die seksueel misbruik met kinderen (dreigen te) plegen. In Europa zijn twee Stop it Now! programma’s operationeel: Stop it Now! UK in Engeland, die al langer dan 10 jaar bestaat, en Stop it Now! NL die in april 2012 werd gelanceerd. Het proces en de werking van Stop it Now! NL is nog niet eerder onderzocht. Het doel van dit evaluatie onderzoek is om de kennis over de preventie van seksueel kindermisbruik in andere Europese landen te combineren met de kennis verkregen uit de implementatie van Stop it Now! UK en NL. Het evaluatieonderzoek werd uitgevoerd door de Waag en het Engelse onderzoeksbureau NatCen. Finland (Save the Children) en Duitsland (Dunkelfeld) participeerden in latere fasen van het onderzoek. Beide landen zijn actief in het bestrijden van seksueel kindermisbruik maar op een andere manier dan Stop it Now! NL en UK. Het evaluatieonderzoek werd voor een groot deel gefinancierd door de Europese Commissie.
1.1 Onderzoeksvragen Overkoepelende doelstellingen van dit onderzoek zijn: ●● Het evalueren van de implementatie van de Stop it Now! programma´s in het Verenigd Koninkrijk en Nederland met een focus op de hulplijn en e-mail ondersteuning. ●● Het analyseren van de mogelijke impact van het programma op het beïnvloeden van gedragsverandering bij (potentiële) plegers en op de bescherming van kinderen tegen misbruik. ●● Het verrichten van een economische analyse van de implementatie van Stop it Now! ●● Het ontwikkelen van een online toolkit om Stop it Now! in andere Europese landen te kunnen implementeren.
14
15
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Vanuit deze overkoepelende doelstellingen werden de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: 1. Wie zijn de belangrijkste (potentiële) stakeholders van Stop it Now! NL en op welke manier ondersteunt de hulplijn in hun werk? 2. Welke interne processen dragen bij aan de hulp die Stop it Now! NL biedt? 3. Welke kosten zijn verbonden aan een individuele interventie door Stop it Now! NL? 4. Via welke routes komen de gebruikers in aanraking met Stop it Now! NL? 5. Welke bewijzen zijn er dat Stop it Now! NL kinderen beschermd tegen seksueel misbruik, potentiële plegers ervan weerhoudt om kinderen te misbruiken, gedragsverandering bewerkstelligt en/of bijdraagt aan het tot stand brengen van secundaire en tertiaire effecten van de hulplijn bij gebruikers en hun familie en omgeving? 6. Wat zijn de succesvolle componenten van Stop it Now! NL?
1.2 Globale onderzoeksopzet Het evaluatieonderzoek werd uitgevoerd in de periode januari 2013 – maart 2014. Het onderzoek bestond uit vier fasen: Scoping, Case studies, Consolideren en leren van vijf EU-landen, Bestendingen en verspreiden van onderzoeksresultaten. Scoping fase (onderzoeksvragen 1 t/m 3) Het doel van deze fase was om de belangrijkste stakeholders in kaart te brengen en een kader te schetsen van de interne operationele processen die de hulplijn ondersteunen. Ten behoeve hiervan werden de volgende activiteiten ondernomen: ●● Literatuur onderzoek naar pedoseksualiteit in de Nederlandse strafrechtelijke en maatschappelijk context en bestaande interventies voor zedendelinquenten. ●● Interviews met financiers, beleidsmakers, politie en justitie (minimaal 10), hierna stakeholders genoemd. ●● Analyseren van bestaand campagne en training materiaal, folders en rapporten. ●● Interviews met medewerkers betrokken bij het opzetten en bemannen van Stop it Now! NL waaronder de oprichter, coördinator en medewerkers (minimaal 5). ●● Analyse van de kosten van het opzetten van de hulplijn en van een individueel traject. ●● Analyse van de informatie van 100 gebruikers van Stop it Now! NL. Case studies (onderzoeksvragen 4 en 5) In deze tweede fase werd met de gebruikers van de hulplijn geëxploreerd welk effect zij merkten van de hulplijn. Ten behoeve hiervan werden de volgende activiteiten ondernomen: ●● Online vragenlijst maken voor en uitzetten bij gebruikers van de hulplijn waarin onder andere gevraagd werd naar de wijze waarop ze bekend zijn geraakt met Stop it Now! NL en hoe zij het advies van de medewerkers hebben ervaren.
16
Hoofdstuk
●●
Diepte-interviews (telefonisch, via internet of face to face) met gebruikers waarin de onderwerpen uit de vragenlijst meer werden uitgediept (minimaal 30 met potentiële plegers, 5 met andere gebruikers waaronder familie, vrienden en hulpverleners).
Consolideren en leren van vijf EU-landen (onderzoeksvraag 6) In deze fase werden de uitkomsten van het evaluatieonderzoek van beide landen besproken en voorgelegd aan de vijf andere EU-landen waaronder de andere deelnemende landen Finland en Duitsland. Op basis van de informatie uit deze fase werd de toolkit in concept vastgesteld waarin ten behoeve van de implementatie van Stop it Now! in andere landen de volgende elementen zijn opgenomen: financiële aspecten (financiers, kosten implementatie etc.), wettelijke en maatschappelijke klimaat en hoe de hulplijn past bij bestaande interventies. Bestendingen en verspreiden van onderzoeksresultaten Het doel van deze laatste fase van het onderzoek was om de onderzoeksresultaten te delen met andere Europese landen in de vorm van een online toolkit (praktische richtlijn voor het implementeren van de hulplijn) in vijf verschillende talen en een symposium voor stakeholders en andere belangstellenden uit minimaal 10 verschillende Europese landen.
1.3 Deliverables De producten die het evaluatieonderzoek hebben opgeleverd of nog worden opgeleverd, betreffen de volgende: ●● Publicatie van twee tussentijdse online rapporten. Het eerste interim rapport werd online gepubliceerd in oktober 2013, het tweede interim rapport verscheen in januari 2014. Zie www.stopitnow-evaluation.co.uk/publications ●● Het voorliggende eindrapport Stop it Now! NL. ●● Economische analyse van de kosten voor het implementeren van de hulplijn (onderdeel van het eindrapport). ●● Nederlandstalige handleiding voor toekomstige medewerkers van de hulplijn. Voor instellingen die een vergelijkbare hulplijn willen opzetten gericht op de preventie van seksueel misbruik is de handleiding op aanvraag beschikbaar vanaf mei 2014 via de website van Stop it Now! NL, www.stopitnow.nl ●● Online toolkit (vertaald naar andere talen) beschikbaar op de Stop it Now evaluatie website vanaf mei 2014. Zie www.stopitnow-evaluation.co.uk/publications ●● Gecombineerde Engelstalige samenvatting van het eindrapport NL en UK. Eveneens beschikbaar op de Stop it Now evaluatie website vanaf mei 2014. Zie www.stopitnowevaluation.co.uk/publications ●● 3 publicaties over het evaluatie onderzoek die in de loop van 2014 zullen verschijnen
17
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
●●
Presentaties op diverse congressen waaronder 13de ISPCAN European Regional Conference on Child Abuse and Neglect (16 – 18 september 2013), Festival Forensische Zorg (28 januari 2014), 33ste ATSA – Association for the Treatment of Sexual Abusers (29 oktober – 1 november 2014, San Diego).
Beschrijving van de Nederlandse context betreffende seksueel kindermisbruik
2. Beschrijving van de Nederlandse context betreffende seksueel kindermisbruik
2.1 Van seksuele vrijheid naar bescherming tegen seksueel misbruik De wijze waarop in de maatschappij en in de wetgeving met pedoseksueel gedrag wordt omgegaan, heeft sinds de zeventiger jaren een grote verandering doorgemaakt. In die tijd bestond er in Nederland een tolerant klimaat ten opzichte van pedofilie en het uiten van seksuele gevoelens naar kinderen. Dit paste in een breder bestaande opvatting over de schadelijkheid van het stellen van grenzen naar kinderen (de antiautoritaire opvoeding). Kinderen werden door velen als seksuele wezens gezien die – net als volwassenen – seksuele activiteiten waardeerden als deze niet werden verboden en als verkeerd werden bestempeld. Pedofiele mannen spraken openlijk in de media over hun voorkeur. In boeken werd pedoseksueel gedrag beschreven als een mogelijk positief onderdeel van de seksuele ontwikkeling. Onderzoek naar de gevolgen van een pedoseksuele relatie met kinderen liet zien dat de schade zeer beperkt was (Santfort, 1986). In de jaren tachtig veranderde deze attitude geleidelijk. De gevolgen van de vrije seksualiteit en de antiautoritaire opvoeding werden bij de toen ouder wordende kinderen zichtbaar. De inzichten verschoven. Grensstelling naar kinderen was nodig, ook op seksueel gebied. Geheel verboden was seksueel contact tussen een volwassene en een kind (ouder dan 12 jaar) nog niet (Adviescommissie Melai, 1980). Seksueel misbruik werd in 1991 een klachtdelict. Dit hield in dat kinderen tussen de twaalf en zestien jaar het recht hadden op seksuele zelfontplooiing. Slechts wanneer het kind, of de ouders van het kind een klacht indienden bij de politie werd tot vervolging overgegaan. Dit recht bleek gerechtelijke vervolging van seksueel misbruik in de weg te staan en de grensstelling was onduidelijk. De verantwoordelijkheid voor al dan niet vervolging werd in feite bij het kind gelegd. In 2002 volgde opnieuw een wijziging in de zedelijkheidswet. Seksueel contact met een minderjarige onder de 16 werd strafbaar. De klachtvereiste werd vervangen door het hoorrecht, het verplicht horen van minderjarigen (Wetboek van Strafrecht, 2012).
18
19
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
2.2 Tweeledig sociaal klimaat Pedoseksuele delicten roepen in Nederland veel weerstand en woede op. Burgers nemen het recht in eigen hand en ontwikkelden de afgelopen jaren websites waarin veroordeelde plegers met naam en toenaam werden genoemd (‘naming and shaming’). Deze websites werden na enige tijd verboden. Ook zijn er incidenten van burgers om al dan niet veroordeelde zedendelinquenten tot verhuizen te dwingen en wordt schade aan hun woningen aangericht. Verder is wettelijk vastgelegd dat afgestrafte pedoseksuele delinquenten langer reclasseringstoezicht opgelegd kan worden, worden gebieds- en stadsverboden opgelegd, en is er het verbod op Stichting Martijn, dat een platform was voor mannen met een pedofiele voorkeur. (Recent is deze uitspraak in Hoger Beroep teruggedraaid. Er wordt opnieuw geprobeerd om alsnog tot een verbod te komen). In rechtszittingen is meer ruimte gekomen voor slachtoffers door hen in de zitting spreekrecht te geven. De laatste jaren is echter ook er een andere beweging op gang gekomen waarin naar voren wordt gebracht dat pedofiele mensen met een seksuele voorkeur voor kinderen (en die er niet naar handelen) ook medemensen zijn die steun en mededogen verdienen. Er is aandacht in de media voor deze groep in de vorm van interviews. Vanuit de reclassering is in Nederland gestart met COSA (Circles of Support and Accountability). Het initiatief om Stop it Now! in Nederland te lanceren werd dankzij dit sociale klimaat verrassend goed ontvangen. Kritiek als zou het pedofilie goedpraten en bevorderen werd bij aanvang gevreesd maar is er niet geweest. De organisatie achter het project Stop it Now! heeft wel bij iedere media-aandacht benadrukt dat zij er in de eerste plaats is om seksueel misbruik van kinderen te voorkomen en dat wil doen door hulp te bieden aan mensen die geneigd zijn grensoverschrijdend naar kinderen te zijn.
2.3 Definitie seksueel kindermisbruik De meest recente en breed geaccepteerde definitie van seksueel kindermisbruik is: “Seksueel misbruik van kinderen is seksueel contact van (jong-) volwassenen met kinderen jonger dan 18 jaar. Deze lichamelijke contacten zijn tegen de zin van het kind of zonder dat het kind deze contacten kan weigeren. Plegers zetten het kind emotioneel onder druk, dwingen het kind of weten door hun overwicht te bereiken dat het kind geen nee durft te zeggen tegen seksuele toenaderingen” (Commissie Samson, 2012). De huidige wettelijke definitie van seksueel misbruik van een kind verschilt hier iets van. In het Wetboek van Strafrecht wordt de leeftijd van 16 jaar aangehouden. Seksueel misbruik wordt daar als volgt beschreven (Wetboek van Strafrecht, 2012):
20
Beschrijving van de Nederlandse context betreffende seksueel kindermisbruik
Artikel 244 Hij die met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen pleegt die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of een geldboete van de vijfde categorie. Artikel 245 Hij die met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen pleegt die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie. Artikel 246 Hij die door geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid iemand dwingt tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen, wordt, als schuldig aan feitelijke aanranding van de eerbaarheid, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie. Artikel 247 Hij die met iemand van wie hij weet dat hij in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijk onmacht verkeert, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens lijdt dat hij niet of onvolkomen in staat is zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden of met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen pleegt of laatstgemeld tot het plegen of dulden van zodanige handelingen buiten echt met een derde verleidt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie. Bij seksuele handelingen tussen jongeren onder de 16 jaar wordt doorgaans gekeken naar het leeftijdsverschil tussen de betrokkenen. Vrijwillige seks tussen jongeren onder de 16 is in principe ook strafbaar, maar bij leeftijdgenoten tussen 12-16 wordt dit eigenlijk niet of nauwelijks toegepast. Als het slachtoffer jonger is dan 12 jaar en de pleger vier jaar ouder is, is artikel 244 (binnendringen) van toepassing of anders 247 (ontuchtige handelingen).
2.4 Age of consent The age of consent is sinds 2002 in Nederland 16 jaar. De keuze voor deze leeftijd hangt samen met de visie die er vanuit de samenleving is op het moment dat een jongere in staat is een afgewogen besluit te kunnen nemen over het aangaan van een seksuele relatie met een oudere. Kan de jongere overzien welke gevolgen de keuze hiervoor heeft voor hem of haar,
21
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
voor nu en in de toekomst? Daarom varieert de age of consent sterk tussen landen, samenhangend met verschillen in visie. In Europa varieert de age of consent van 13 jaar in Spanje tot 18 jaar in Turkije en Malta. Nederland neemt hierin een middenpositie.
2.5 Prevalentie seksueel misbruik van kinderen In Nederland zijn een aantal prevalentiestudies uitgevoerd waarvan de resultaten sterk uiteen lopen. Een tijdlang is het rapport van de psychologe Nel Draijer van de Universiteit van Amsterdam leidinggevend geweest in het denken over de prevalentie van incest. In 1985 publiceerde zij haar vooronderzoek ‘De omgekeerde wereld’. Op basis van de tot dan toe beschikbare Amerikaanse en Nederlandse studies concludeerde zij dat de grote verschillen in de geschatte omvang van seksueel misbruik te verklaren zijn door uiteenlopende definities van misbruik, verschillen in methoden en technieken, het hoge non-response percentage (soms zelfs tot 50%) en retrospectief onderzoek (mensen hebben gekleurde herinneringen of verdringen gebeurtenissen). Bovendien zijn ‘de Nederlandse steekproeven te klein om landelijk generaliseerbare uitspraken te kunnen doen.’ Draijer schatte in dat seksueel misbruik (ooit gedurende hun jeugd) bij meisjes ongeveer tussen 5 procent en 16 procent voor komt en rond 1,5 procent bij de jongens. De Nationale Prevalentiestudie Mishandeling van kinderen en jeugdigen (Alink et.al., 2011) beschrijft een prevalentieschatting van seksueel misbruik van 0,8 per 1000 kinderen onder de gewone Nederlandse bevolking in 2010. Dit cijfer is gebaseerd op rapportages van beroepskrachten en meldingen bij het AMK. In 2010 waren dit 3000 meldingen over kinderen in de leeftijd 0 tot en met 17 jaar. Op basis van zelfrapportage onder scholieren van de middelbare school blijkt de prevalentie van seksueel misbruik een stuk hoger te zijn met 58 per 1000 scholieren.
2.6 Pedofilie Om tot seksueel kindermisbruik te komen moet aan twee voorwaarden voldaan zijn: men moet seksuele verlangens hebben naar een kind of jeugdige en men moet de (zelf )controle om dat verlangen in handelen om te zetten niet willen of kunnen toepassen. Het verlangen naar seksueel handelen, kan voortkomen uit een pedofiele seksuele voorkeur. Het gebrek aan zelfcontrole hangt samen met psychologische of aangeboren factoren. Op beide wordt hierna ingegaan. Pedofilie is daarbij de categorie die een seksueel verlangen heeft naar jongeren tot hoogstens 13 jaar. Een seksuele voorkeur die exclusief gericht is op jongeren tussen de 11 en 14 jaar wordt hebefilie genoemd. Hoewel het hierbij niet een psychiatrische diagnose betreft is er bij handelen naar deze gevoelens wel steeds sprake van strafbaar gedrag.
22
Beschrijving van de Nederlandse context betreffende seksueel kindermisbruik
Wat is pedofilie? In Nederland wordt pedofilie beschreven volgens de definitie van de DSM IV TR (2000). Er is sprake van pedofilie als er wordt voldaan aan de volgende drie criteria: Gedurende een periode van ten minste 6 maanden recidiverende intense seksueel opwindende fantasieën, seksuele drang of gedragingen die seksuele handelingen met één of meer kinderen in de prepuberteit (in het algemeen dertien jaar of jonger) met zich meebrengen. ●● Iemand heeft op basis van deze drang gehandeld, of de seksuele drang of fantasieën veroorzaakten duidelijk lijden of relatieproblemen. ●● Betrokkene is ten minste zestien jaar oud en ten minste zestien jaar oud en ten minste vijf jaar ouder dan het kind of de kinderen uit criterium A. ●● Hierbij moet de oudere adolescent die een vaste relatie met een twaalf- of dertienjarige heeft niet worden meegerekend. ●● Als er voldaan wordt aan de hierboven genoemde criteria kan aan de diagnose pedofilie de volgende specificaties worden toegevoegd: Bij seksuele aantrekking kan onderscheid gemaakt worden of dit betreft seksuele aantrekking tot mannen of tot vrouwen of seksueel aangetrokken tot beide seksen. De pedofilie kan zich beperken tot incest. En als laatste wordt onderscheidt gemaakt tussen het exclusieve type (zich alleen aangetrokken voelen tot kinderen) of het niet-exclusieve type. Zelfcontrole Redenen om toe te geven aan het seksuele verlangen kunnen van verschillende aard zijn (Ward & Siegert, 2002): ●● Een tekort aan intimiteit en emotionele eenzaamheid. Door een onvermogen volwassen intimiteit te bereiken (na echtscheiding, door een gebrek aan zelfvertrouwen, angst voor volwassen seksualiteit) kan worden gekozen voor een seksueel contact met een gemakkelijker bereikbare jongere. In het geval van incest wordt dit regelmatig terug gezien. Ook het zich meer op zijn gemak voelen bij kinderen dan bij volwassenen maakt de kans op misbruik groter (emotionele congruentie). ●● Seksuele redenen, zoals hyperseksualiteit, pornoverslaving of een vorm van parafilie. ●● Een gebrek aan zelfcontrole door alcohol- of drugsmisbruik, of door een onvermogen in verband met gebrekkige geestelijke vermogens. Door het oplossen van negatieve gevoelens met een seksuele reactie (sexual coping). ●● Cognities die seksueel handelen faciliteren. Dit kunnen antisociale cognities zijn of het hebben van ideeën over seksueel contact met kinderen die dit goedpraten of aanprijzen (bijvoorbeeld seks met kinderen is goed voor het kind). Deze redenen zijn doorgaans op zichzelf onvoldoende om tot misbruik te komen, maar een combinatie van factoren maakt misbruik steeds waarschijnlijker. Op dit principe is ook de risicotaxatie van zedendelinquenten gebaseerd. De belangrijkste risicotaxatie-instrumenten voor zedendelinquenten zijn de STATIC-99 (Hanson & Thornton, 2000), die uitsluitend statische, dus onveranderbare factoren meet en de STABLE (Hanson, Harris & Helmus, 2007)
23
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
die veranderbare voorpellers van recidive meet en voor behandeling van belang is. De STABLE is tevens een goed meetinstrument om de recidive bij downloaders van kinderporno te meten (Webb, Craissati & Keen, 2007). Prevalentie pedofilie Er is weinig bekend over de prevalentie van pedofilie in Nederland. Internationaal onderzoek houdt het voorlopig op tussen de 1 en 3 procent van de mannelijke bevolking. In Nederland zou dat gaan om tussen de 60.000 en 180.000 mannen tussen de 20 en de 80 jaar (totale groep 6.260.000). Ongeveer 1 procent van de mannen zou voldoen aan de diagnose pedofilie (Schaefer e.a., 2010)1. Uit Duits onderzoek komt naar voren dat 23 procent van deze groep ook handelt naar deze gevoelens (Schaefer e.a., 2010). Dat zouden in Nederland 14.000 mannen zijn. Dit strafbare handelen kan bestaan uit seksueel misbruik, maar bestaat vaker uit het downloaden van kinderpornografische afbeeldingen en films.
2.7 Hoe worden kinderen beschermd tegen seksueel misbruik? Er bestaan thans een groot aantal maatregelen om kinderen te beschermen tegen seksueel misbruik. In de eerste plaats de strafbaarheidstelling. Die beoogt de drempel tot seksueel misbruik te verhogen (WODC, 2006). Het veranderde maatschappelijk klimaat rond seksueel misbruik van kinderen heeft er niet alleen voor gezorgd dat gevangenisstraffen langer zijn geworden, maar ook waarschuwt de sterke maatschappelijke veroordeling tegen misbruik van kinderen. Door de Ministerie van Justitie ingestelde commissies onderzochten seksueel misbruik binnen de katholieke kerk (Commissie Deetman, 2011) en op jeugdinternaten (Commissie Samson, 2012). Het verschijnen van de eindrapporten kregen veel media-aandacht met een roep om erkenning van het slachtofferschap en veroordeling van nog levende plegers. De politie verricht per jaar ongeveer 2000 aanhoudingen van plegers van seksueel kindermisbruik (CBS, 2008). Dit aantal is in de afgelopen tien jaar afgenomen. Het aantal zaken dat bij het Openbaar Ministerie wordt ingeschreven in verband met het bezitten en verspreiden van kinderporno ligt rond de 500 (Nationaal Rapporteur Mensenhandel, 2011). In 2012 werd bij de politie het aantal rechercheurs dat zich bezig houdt met de bestrijding van productie en verspreiding van kinderporno verdubbeld tot 150 manschappen. Zij richten zich op aanhouding van de bezitters van kinderporno, maar proberen vooral ook de makers van de porno te achterhalen en aan te houden. Er wordt hierbij - vanwege de eigenschappen van het internet - vaak internationaal gewerkt.
Beschrijving van de Nederlandse context betreffende seksueel kindermisbruik
Slechts bij een klein deel van de kindermisbruikers komt het tot een strafrechtelijke vervolging omdat zaken vaak moeilijk rond te krijgen zijn. Meer dan 80 procent van het seksueel kindermisbruik wordt gepleegd door een bekende van het kind, een familielid, goede vriend of begeleider (Smallbone & Wortley, 2004). Vaak wordt in deze gevallen geen aangifte gedaan. Bovendien spelen naast het misbruik ook andere dingen dan seksuele gevoelens een rol: men is ook vriendjes en het kind krijgt aandacht en zorg. Als er al aangifte wordt gedaan, is de bewijsvoering vaak lastig rond te krijgen omdat het misbruik dikwijls in een geïsoleerde situatie plaatsvindt. Daarbij voelen veel kinderen zich - door het groomingproces - medeverantwoordelijk voor het seksuele gedrag. Bezitters van kinderporno worden (als ze aangehouden zijn) in tegenstelling tot kindermisbruikers veel vaker veroordeeld, omdat de bewijsvoering hiervoor een stuk makkelijker is. Wanneer het tot een veroordeling komt, wordt er vaak naast een vrijheidsstraf ook een vorm van behandeling en begeleiding opgelegd. De begeleiding wordt door de reclassering aangeboden in de vorm van meer of minder frequente contacten en (onverwachte) huisbezoeken al dan niet in combinatie met elektronisch toezicht. Behandeling kan klinisch plaatsvinden in een tbs-kliniek of special hospital, maar wordt ook poliklinisch aangeboden in een forensische polikliniek. Naast de strafrechtelijke afschrikking van seksueel misbruik zijn er vele psychologische en situationele manieren waarop misbruik kan worden voorkomen (Smallbone e.a., 2008). Zo wordt seksueel kindermisbruik tegen gegaan doordat vele organisaties die met kinderen werken gedragsprotocollen hebben opgesteld die de drempel tot misbruik verhogen: zo moeten er bijvoorbeeld op crèches altijd meerdere medewerkers aanwezig zijn, zodat men niet alleen met de kinderen kan zijn. Op scholen en internaten wordt door goede zichtbaarheid (glazen afscheidingswandjes, deuren open) misbruik bemoeilijkt. Ook vragen organisaties waar volwassenen de leiding hebben over kinderen een Verklaring Omtrent Gedrag, waarmee wordt gegarandeerd dat de medewerker geen justitieel verleden heeft op het gebied van (seksuele) kindermishandeling. Kinderen zelf kunnen op basisscholen leren dat zij de baas zijn over hun lichaam en dat anderen hun grenzen daarin te respecteren hebben. De Kindertelefoon biedt advies en hulp aan kinderen die misbruik (dreigen) mee (te) maken. Deze programma’s zijn nog niet bewezen effectief. Kinderen zijn gemakkelijk te manipuleren en het lijkt ook principieel onjuist kinderen medeverantwoordelijk te maken voor mogelijk eigen slachtofferschap. Voor jongeren in de adolescentie bestaat een aantal voorlichtingsprogramma’s dat zich vooral richten op de manier waarop zij leren omgaan met internet en de sociale media. Zo kunnen jongeren bij chatprojecten zoals Help Wanted onderwerpen bespreekbaar maken, waaronder problematisch gedrag op internet. Ook de Meldknop grensoverschrijdend internetgedrag maakt het laagdrempelig voor jeugdigen om verdacht of grensoverschrijdend gedrag op internet te melden en zo te stoppen.
Het aantal vrouwen met seksuele gevoelens voor kinderen is klein, ingeschat wordt ongeveer 5 procent van de totale groep van mensen met seksuele gevoelens voor kinderen. Daarom wordt het in dit stuk buiten beschouwing gelaten.
1
24
25
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
2.8 Behandelprogramma’s voor zedendelinquenten Dat gevangenisstraf bij zedendelinquenten een onvoldoende maatregel is om recidive te voorkomen, werd al lang waargenomen (Hanson e.a., 2002). De middelen om hierop met een vorm van behandeling te interveniëren waren echter beperkt. Plegerhulpverlening voor zedendelinquenten bestond vrijwel alleen uit een klinische behandeling in een tbs-kliniek. In de tachtiger jaren werd op enkele plaatsen in Nederland plegerhulp aan incestplegers geboden op vrijwillige basis. Pas begin 1990 werden behandelsettings opgezet waar ook ambulante behandeling plaats kon vinden (Dibbets, 2012). Deze behandelingen konden de vorm hebben van een dagbehandeling of een wekelijkse poliklinische behandeling. Behandeling kan zowel binnen een verplicht kader als een vrijwillig kader plaatsvinden. Vrijwillige aanmelding voor behandeling binnen de ambulante forensische behandeling verloopt via een verwijzing van de huisarts. De verplichte behandelingen worden meestal opgelegd door de Rechtbank als onderdeel van bijzondere voorwaarden bij het vonnis. De reclassering houdt doorgaans toezicht op het nakomen van de voorwaarden en kan naast de behandeling ook controlegesprekken en huisbezoeken doen. In een aantal Huizen van Bewaring worden ook zedendelinquenten behandeld. Dit is doorgaans een zogenaamde pre-behandeling, een voorbereiding en startfase voor een ambulante behandeling die volgt na vrijlating. Tbs-maatregel Terbeschikkingstelling is de zwaarste behandelmaatregel die het Nederlands recht kent. Mensen kunnen ter beschikking gesteld worden wanneer aan het plegen van een ernstig delict een ziekelijke stoornis ten grondslag lag. Zij worden dan niet of verminderd toerekeningsvatbaar verklaard. In Nederland zijn ongeveer 1500 tbs-patiënten. Ongeveer een derde hiervan is zedendelinquent (Van Gemmert, Van Schijndel, Van Loenen & Casanova, 2012). Plegers worden in een behandelingskliniek geplaatst en blijven daar zolang hun gedrag niet zodanig veranderd is dat de kans op een recidive nog aanwezig is. Behandeling is intensief en bestaat uit een groot aantal interventies. Naast therapeutische behandeling en farmacotherapie maken activiteiten op het vlak van arbeidstraining, onderwijs, sport, vrijetijdsbesteding en netwerkactiviteiten onderdeel van uit. Gemiddeld is de behandelduur van zedendelinquenten nu ongeveer 10 jaar, met aansluitend een langdurig gecontroleerd nazorgtraject in de maatschappij. Bij patiënten met een tbs-maatregel waarbij de recidivekans aanwezig blijft en behandelingen mislukken (bijvoorbeeld zwakbegaafde pedofiele patiënten) kan de verblijfsduur levenslang zijn, waarbij zij na een aantal jaren behandeling naar een longstay afdeling gaan. Ambulante forensische zorg In het gehele land wordt hulp geboden aan zedendelinquenten door ambulante forensische GGZ instellingen. De verschillende instellingen bieden individuele en groepsbehandelingen. De Waag is de grootste aanbieder. De Waag biedt wekelijkse groepsbehandelingen voor
26
Beschrijving van de Nederlandse context betreffende seksueel kindermisbruik
zwakbegaafde zedendelinquenten, normaal begaafde zedendelinquenten, een intensieve groep voor zedendelinquenten en individuele behandeling. De behandeling van pedoseksuele plegers duurt gemiddeld anderhalf jaar en de behandeling van kinderporno downloaders duurt ongeveer zes maanden tot een jaar. Behandelingen zijn in de eerste plaats gericht op het verkleinen van de kans op een recidive. De aanpak is cognitief gedragstherapeutisch. Naast terugvalpreventie wordt gewerkt aan onderliggende factoren, als intimiteitproblemen, een deviante seksualiteit, zelfregulatie en antisociale cognities. Binnen de behandeling worden de deelnemers benaderd vanuit het Good Lives Model, dat gestoeld is op positieve psychologie. Ook het systeem van de pleger wordt bij de behandeling betrokken. Medicatie kan de behandeling ondersteunen. Circles of Support and Accountability - COSA In de nazorg van zedendelinquenten wordt COSA (Circles of Support and Accountability) in toenemende mate toegepast (Wilson & McWhinnie, 2010). Deze vorm van ondersteuning door vrijwilligers van zedendelinquenten die terugkeren in de maatschappij richt zich op het vergroten van het sociale netwerk van de pleger en het vinden van een leefwijze met pro sociale activiteiten. Jeugdige zedendelinquenten Voor jeugdige zedendelinquenten bestaat zowel klinische als ambulante behandeling. Het klinische behandelaanbod is echter maar klein. Ambulante behandeling kan eveneens uit individuele therapie en groepsbehandeling bestaan. Systeembehandeling is standaard bij jeugdige plegers. Voor de jeugd bestaat voor zedendelinquenten met een zwaardere problematiek een specifiek aanbod vanuit MST Nederland, MST-PSB, (MST voor Problematic Sexual Behaviour) een behandeltraject van vijf maanden waarbij een therapeut aan huis komt en 24 uur per dag telefonisch bereikbaar is. Dit is een behandeling voor hoog risicojongeren uit multi-probleem gezinnen (MST Associates, 2011).
Samenvatting en conclusie Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat seksuele activiteiten tussen volwassenen en kinderen schadelijk zijn voor kinderen. Dit voortschrijdende inzicht leidde tot een strengere regelgeving in het strafrecht ten aanzien van seksueel kindermisbruik en een sterk verminderde de maatschappelijke tolerantie tegenover pedoseksualiteit. Sinds enkele jaren echter is de houding naar mannen met seksuele gevoelens voor kinderen die er niet naar handelen, enigszins milder geworden. Het besef groeit dat deze groep niet-praktiserende pedofiele mannen, mensen zijn die hulp nodig hebben. Geschat wordt dat ongeveer 1 tot 3 procent van alle mannen een periode van seksuele gevoelens voor kinderen kent. De meerderheid zou niet naar deze gevoelens handelen. De rest - in Nederland zou dit ongeveer 14.000 mannen betreffen - zet deze gevoelens om in
27
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
strafbaar gedrag zoals seksueel misbruik, het bekijken van kinderporno, of door te masturberen bij fantasieën over kinderen. Bestaande interventies richten zich vooral op de groep mannen die zich reeds schuldig hebben gemaakt aan het seksueel misbruiken van kinderen of die anderszins in beeld zijn bij politie en justitie, bijvoorbeeld vanwege het downloaden van kinderporno. Stop it Now! NL richt zich primair op de groep niet-praktiserende pedofiele mensen en kan daardoor worden beschouwd als een aanvulling op bestaande interventies om seksueel kindermisbruik terug te dringen.
Aanbevelingen ●●
●●
Belangrijk is om goed van te voren op de hoogte te zijn van de regel en wetgeving van het land. Een relatief tolerant maatschappelijk klimaat als in Nederland met een groeiende open houding naar mannen met seksuele gevoelens voor kinderen die er niet naar handelen, maakte het mogelijk om Stop it Now! NL succesvol te implementeren. Nederlands onderzoek is schaars wat betreft de prevalentie van niet-praktiserende pedofielen en pedosekuelen. Meer onderzoek verdient de aanbeveling.
Implementatie Stop it Now! NL
3. Implementatie Stop it Now! NL 3.1 Het opzetten van Stop it Now! NL Stop it Now! werd naar Nederland gehaald door vragen van Kamerlid Arib (PvdA) over het gebrek aan behandeling van pedofilie en het plan van de minister om maatregelen te nemen. Minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stelde op 11 maart 2011 dat er momenteel expertise aanwezig is waar pedofielen terecht kunnen voor behandeling. Maar … “vanwege het taboe rond deze stoornis is het echter zeer lastig om deze doelgroep in behandeling te krijgen. Pedofielen (die nog niet de fout in zijn gegaan) moeten zich namelijk vrijwillig aanmelden voor behandeling en dus hun gedrag als problematisch ervaren. Vandaar dat ik het initiatief wil nemen om vroegtijdige hulpverlening te stimuleren. Dit op een vergelijkbare manier als de verschillende campagnes, die in omringende landen zijn gestart om kindermisbruik te voorkomen. Dat betekent dat ik veldpartijen ga vragen om bijvoorbeeld de Engelse campagne Stop it Now! NL naar de Nederlandse situatie te vertalen. Vervolgens zal ik de effecten hiervan actief monitoren.” (p2). (Zie tekstbox 8. Algemeen overleg (AO) Tweede Kamer en Kamervragen).
3.2 Doelen van Stop it Now! NL Het overkoepelende doel van Stop it Now! NL is het voorkomen van seksueel misbruik van kinderen, door advies en ondersteuning te bieden aan mensen die seksuele delicten (dreigen te) plegen met kinderen. Ook mensen uit het netwerk van mensen met seksuele gevoelens voor kinderen kunnen met vragen terecht bij de hulplijn. Stop it Now! NL probeert primair te voorkomen dat seksueel misbruik van kinderen zich voordoet en secundair dat pedoseksuele plegers opnieuw een kind seksueel misbruiken.
3.3 Hulplijn medewerksters en opleiding Via informele weg zijn de hulplijn medewerksters van de hulplijn Meldpunt Kinderporno gevraagd om ook de telefonische hulplijn van Stop it Now! NL te bedienen. Hier lagen een aantal (praktische) redenen aan ten grondslag: ze hadden ervaring met de doelgroep en konden – vanwege de locatie in hetzelfde gebouw - hun werkzaamheden voor beide diensten eenvoudig combineren. Een deel van de hulplijn medewerksters van het Meldpunt Kinderporno bedankte voor de functie bij de Stop it Now! NL hulplijn omdat zij slachtofferhulp (het onderzoeken van meldingen van kinderporno) emotioneel niet konden rijmen met hulpverlening aan (potentiële) plegers. Gestart werd met een coördinator en drie hulplijn medewerksters. 28
29
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Twee hulplijn medewerksters stopten begin 2013 met hun werkzaamheden bij de hulplijn. Momenteel werken er naast de coördinator, vijf hulplijn medewerksters voor de hulplijn. Twee hulplijnmedewerkers werken enkel voor de hulplijn en zijn via contacten in het werkveld geattendeerd op Stop it Now! NL. Vooropleiding en werkervaring Drie hulplijn medewerksters hebben een studie afgerond in de (forensische) psychologie en hebben ervaring opgedaan in het werken met zedendelinquenten tijdens hun studie of/en stage. De overige twee hulplijn medewerksters hebben een vooropleiding en werkervaring in andere werkvelden.
Implementatie Stop it Now! NL
Persoonlijke ervaringen van de hulplijn medewerksters De hulplijn medewerksters die ook voor de hulplijn Meldpunt Kinderporno werken, hebben gemerkt dat ze goed moeten waken voor (emotionele) overbelasting. Zelf nemen ze maatregelen zoals tijdig stoppen met het bekijken van meldingen van kinderporno in de ochtend als ze ’s middags de Stop it Now! NL telefoonlijn bedienen. Ook wordt ervoor gezorgd dat alle hulplijn medewerkers met pauze gaan en na elk gesprek krijgt de hulplijn medewerkster, indien nodig, alle ruimte om het gesprek van zich af te praten. De belastbaarheid van de hulplijn medewerksters hangt sterker af van de inhoud en duur van de contacten dan het aantal contacten tijdens een dienst. Drie gesprekken lijkt het gemiddelde maximum te zijn per sessie van drie uur.
Training ter voorbereiding op het werken voor de hulplijn De twee hulplijn medewerksters zonder vooropleiding in de hulpverlening hebben een driedaagse training bij de Waag gehad over pedofilie en pedoseksualiteit. De theorie over afwijkende seksualiteit, risicotaxatie en de behandelmogelijkheden van pedofilie werden hier behandeld. Ook werd een tweedaagse training bij Stop it Now! UK gevolgd. De ervaringen van de al veel langer bestaande Engelse hulplijn gaf handvatten voor de te verwachten telefonische hulpvragen Na het eerste jaar is opnieuw een dag bij Stop it Now UK getraind om de kennis vanuit de opgedane ervaringen verder te verdiepen . Alle hulplijn medewerksters hebben ter voorbereiding op hun werkzaamheden een driedaagse telefoontraining gevolgd. De focus van deze training lag op het ontwikkelen van algemene (telefonische) gespreksvaardigheden. Specifiek werd ingegaan op vaardigheden zoals actief luisteren, omgaan met meningen (normen en waarden), begrenzen, aansluiten en sturen. De hulplijn medewerksters hebben uit interesse voor de doelgroep extra gelezen over pedofilie en zich andere technieken eigen gemaakt, zoals motiverende gespreksvoeringstechnieken. Momenteel wordt een handboek met praktische informatie en tips afgerond voor nieuwe hulplijn medewerksters. Eens per half jaar is er intervisie met ervaren forensische behandelaar, hierin worden de complexe telefoongesprekken besproken en bijscholing gegeven in algemene gesprekstechnieken.
Persoonlijke ervaringen van de behandelaren van de Waag De behandelaren van de Waag zijn zeer tevreden over de samenwerking met de hulplijn medewerksters. De hulplijn medewerksters zijn zeer betrokken en flexibel, er wordt bijvoorbeeld altijd even nagevraagd of een gebruiker daadwerkelijk voor een vervolggesprek heeft gebeld. Belangrijk is ook om met het hele Stop it Now! team – zowel van fase I als fase II –om de zoveel tijd met elkaar om tafel te zitten en de gang van zaken te bespreken. Voor de behandelaren van de Waag verschilt het contact dat zij hebben met de gebruikers van de hulplijn niet veel met het contact met de cliënten die zij regulier zien bij de Waag. Wel zijn ze in hun benadering tijdens het eerste gesprek voorzichtiger. Het doel is om in gesprek te blijven met de gebruikers, wanneer deze mensen schrikken en ophangen is het niet mogelijk om hen terug te bellen. Voor de face to face contacten met de gebruikers van Stop it Now! NL lichten de behandelaren het secretariaat in dat een cliënt zich zal melden die liever anoniem wil blijven. De normale procedure is dat het secretariaat de NAW-gegevens van de cliënt registreert alvorens iemand te verwijzen naar de wachtkamer.
Stop it Now! NL medewerkers de Waag In elke vestiging van de Waag is een behandelaar van de zorglijn Seksueel Grensoverschrijdend Gedrag (SGG) aandachtsfunctionaris Stop it Now! NL. Acht aandachtsfunctionarissen van de Waag vertegenwoordigen Stop it Now! NL de Waag. Zij verzorgen de therapie na de eerste fase van het Stop it Now! NL traject, fase II. Alle betrokken behandelaren hebben een universitaire opleiding in de psychologie of pedagogiek afgerond en een deel heeft de opleiding tot GZ psycholoog afgerond. De Waag behandelaren zijn gespecialiseerd in het behandelen van zedenproblematiek. Zij hebben verder geen specifieke training gekregen voor het werken voor Stop it Now! NL.
Naast de (potentiële) plegers voorziet Stop it Now! NL in het informeren en adviseren van het netwerk (waaronder familie, vrienden en kennissen) van de (potentiële) pleger. Sommige hulplijn medewerksters combineerden hun werk voor het Meldpunt Kinderporno met hun werk voor Stop it Now! NL. Deze combinatie – die vanuit praktisch oogpunt is ontstaan - kan als emotioneel belastend worden ervaren. Vooral hulplijn medewerksters zonder forensische achtergrond en klinische ervaring lijken het werk zwaar vinden. De training ter voorbereiding voor de hulplijn medewerksters op de werkzaamheden bij Stop it Now! NL is vooral gericht op het aanleren van algemene gesprekvaardigheden en minder op de emotionele en inhoudelijke aspecten van de gesprekken, deze komen vooral in supervisie en intervisie bijeenkomsten aan bod.
30
Samenvatting en conclusie
31
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Aanbevelingen ●●
●●
Het combineren van het analyseren van afbeeldingen van seksueel kindermisbruik en daderhulpverlening kan op emotioneel vlak met elkaar interfereren. Gedegen intervisie en supervisie is aanbevolen. In het aannamebeleid van personeel kan scherper worden geselecteerd op relevante forensische klinische ervaring.
Werkwijze Stop it Now! NL
4. Werkwijze Stop it Now! NL Stop it Now! NL bestaat uit twee fasen waarin anonimiteit voorop staat: de eerste contactlegging bij het hulplijn (Stop it Now! NL hulplijn) en een gesprek met een behandelaar met de toeleiding naar eventuele reguliere zorg bij de Waag (Stop it Now! NL de Waag). Dit traject staat schematisch in figuur 1 weergegeven.
4.1 Stop it Now! NL Hulplijn Hoe bereikt Stop it Now! NL haar doelgroep? Stop it Now! NL tracht haar doelgroep te bereiken door naamsbekendheid te genereren in de media. De oprichter geeft diverse interviews voor televisie en radio. Daarnaast zijn er folders beschikbaar en als iemand een website bezoekt waar eerder kinderporno op gevonden kon worden, krijgt deze persoon een 404 pagina2 te zien met vermelding van de contactgegevens van Stop it Now! NL. Een jaar na de lancering van Stop it Now! NL werd een nieuwe campagne gestart om Stop it Now! NL beter onder de aandacht te brengen bij de doelgroepen. Zo werd de website verbeterd en toegankelijker gemaakt en verscheen de nieuwe slogan ‘Samen voorkomen we seksueel kindermisbruik’ op folders en posters. Er werd door een gerenommeerd reclamebureau kosteloos een promotiefilm gemaakt, waarin een acteur een pedofiel speelt die de kijker uitlegt hoe zijn leven voor Stop it Now! NL eruit zag en wat Stop it Now! NL voor hem betekend heeft. Hij nodigt daarom iedereen met seksuele gevoelens voor kinderen uit om contact op te nemen met de hulplijn. Want seksueel kindermisbruik mag niet bestaan.3 Folders werden gemaakt in het kader van het INDIGO project van de politie. Meer informatie over dit project is te vinden in hoofdstuk 7. De foutmelding Error 404 of Not Found (niet gevonden) is het fenomeen waarbij aangeklikte links niet meer werken. In samenwerking met een grote internet provider werden op 404-pagina’s waar voorheen kinderporno stond, een banner geplaatst van Stop it Now! NL met de opmerking dat men, wanneer men zich zorgen maakt over het eigen internet gebruik men contact kan opnemen met Stop it Now! in Nederland of Groot Brittannië. telefoonnummers en emailadressen werden daarbij vermeld. 3 Het promotiefilmpje werd voor het eerst getoond op het symposium van Stop it Now! NL in het kader van haar 1-jarig bestaan. Nadien werd het filmpje een aantal keer kosteloos door lokale televisiestations (Amsterdam, Rijnmond) getoond en tegen sterk verlaagd tarief door de Nederlandse publieke omroep. De commercial staat ook op YouTube en is daar nu meer dan 2000 keer bekeken http://www.youtube.com/watch?v=uIR8YJgTCB0&feature=youtu.be 2
32
33
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Bereikbaarheid Het Stop it Now! NL hulplijn is telefonisch te bereiken via 0800-2666436. Het Stop it Now! NL hulplijn is telefonisch te bereiken via 0800-2666436. Elke werkdag is de hulplijn bereik van 14:00-17:00uur. Gestart werd met twee hulplijn medewerksters per shift. Het bleek niet nodig te zijn waardoor al snel een hulplijn medewerkster per shift aanwezig was. Vanaf 4 november 2013 werden de openingstijden verruimd naar maandagochtend van 9:00-12:00 uur en woensdagavond van 18:00-21:00 uur. Bij het opzetten van de hulplijn werd gestreefd naar het inzetten van een e-mail adres waar anoniem naar gemaild zou kunnen worden. Dit bleek technisch nog niet mogelijk. Het is wel mogelijk om (niet anoniem) via
[email protected] vragen te stellen. Als een gebruiker een vraag stelt over bijvoorbeeld pedofilie wordt antwoord gegeven en de schrijver wordt meestal door hulplijn medewerkster van de hulplijn gemotiveerd om te bellen. De hulplijn medewerksters geven de voorkeur aan telefonisch contact omdat ze dan beter kunnen inspelen op de zorgen en vragen van de gebruiker. Anonimiteit Wanneer gebruikers telefonisch contact opnemen met de hulplijn worden ze eerst met een automatisch bericht geïnformeerd over de wijze waarop Stop it Now! NL omgaat met de anonimiteit van de beller. In dit bericht wordt aangegeven dat de beller anoniem blijft zolang er geen persoonsgegevens worden vermeldt. Indien de beller zijn anonimiteit echter opgeeft en een kind in gevaar is, zijn de hulplijn medewerksters verplicht om (potentieel) delictgedrag te melden bij de bevoegde instanties. Pas nadat het bericht is afgelopen, wordt de telefoon doorgeschakeld naar één van de hulplijn medewerksters. Zo heeft de beller enige tijd om het contact te verbreken als contact met een hulplijn medewerkster niet wenselijk is. Gesprekschema De hulplijn medewerksters van de hulplijn bieden een ‘luisterend oor’ en geven advies aan (potentiële) plegers, hun partners of andere mensen uit het netwerk van (potentiële) plegers. De hulplijn medewerksters hanteren een vast gespreksschema: de beller wordt welkom geheten, er wordt om verheldering van de problematiek gevraagd, de doelen worden bepaald en uitgewerkt en het gesprek wordt afgesloten met een advies. De adviezen kunnen variëren van het uitnodigen van de beller om de hulplijn nog eens te bellen tot het motiveren om contact op te nemen met de Waag. Van alle gesprekken wordt een kort verslagje gemaakt. Alle gegevens worden opgeslagen in een beveiligde database. Om op de lange termijn de hulp te verbeteren vragen de hulplijn medewerksters naar algemene persoonsgegevens zoals de leeftijd van de gebruiker en in welke regio de gebruiker woont en of de gebruiker het gegeven advies nuttig heeft gevonden. De persoonsgegevens worden in de praktijk weinig uitgevraagd omdat de hulplijn medewerksters vaak het idee hebben nog onvoldoende een band te hebben opgebouwd om dergelijke persoonlijke informatie te vragen.
34
Werkwijze Stop it Now! NL
De rode draad door alle contacten met de verschillende soorten gebruikers is het zorgen dat kinderen niet in gevaar zijn en dat volwassenen hun verantwoordelijkheid nemen om de veiligheid van de kinderen te garanderen. Overleg Stop it Now! NL hulplijn medewerksters Eens per maand is er een overleg tussen de hulplijn medewerksters en de coördinator van Stop it Now! NL. Tijdens deze overleggen worden alle contacten die binnen zijn gekomen bij de hulplijn doorgesproken. Momenteel zijn de overleggen frequenter vanwege de toename aantal bellers, eens per twee weken. Minimaal eens per half jaar is er intervisie met een forensisch behandelaar van de Waag, hierin worden de complexe telefoongesprekken besproken en bijscholing gegeven in algemene gesprekstechnieken.
4.2 Stop it Now! NL de Waag Gebruikers van Stop it Now! NL vervolgen het hulptraject als de hulplijn medewerkster (uit fase I van het Stop it Now! NL traject) een afspraak maakt bij de anonieme hulpverlening van de Waag. Fase II van Stop it Now! NL treedt dan in werking. Anonimiteit staat in deze fase nog steeds op de voorgrond. Er wordt afgesproken dat de beller de hulplijn kan terugbellen waarop hem de datum en het anonieme nummer van Stop it Now! dat door de Waag wordt gebruikt. De behandelaar van de Waag ontvangt de gespreksverslagen van de hulplijn medewerkster van Stop it Now! NL ter voorbereiding op het vervolg van het traject. Rooster De anonieme telefoonlijn van de Waag is twee keer per week gedurende 1 uur op afspraak bereikbaar. In eerste instantie was de hulplijn twee keer twee uur bereikbaar. Inmiddels is de bereikbaarheid terug gebracht naar twee keer één uur omdat dit voldoende is om de telefoontjes te beantwoorden. Er is een apart rooster voor dit telefonische spreekuur, waarop de behandelaren van de verschillende vestigingen zijn ingedeeld. Als voor een gebruiker van de hulplijn verdere behandeling geïndiceerd is en hij hiertoe te motiveren is, wordt contact opgenomen met de bij Stop it Now! betrokken behandelaar van de vestiging waar de cliënt het dichtst bij woont om de behandeling te starten, of naar een forensische polikliniek elders in het land. Startprotocol Binnen het Stop it Now! NL traject krijgen de gebruikers maximaal zes anonieme gesprekken met een behandelaar van de Waag aangeboden. Er is een startprotocol waarin de thema’s beschreven staan die in de gesprekken aan bod moeten komen. In het eerste gesprek wordt onderzocht welke problemen de gebruiker heeft, er wordt een eerste risicotaxatie gedaan gericht op de acute risico’s op delictgedrag en mogelijk concreet veiligheidsadvies gegeven,
35
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
er wordt geluisterd naar de problemen van de gebruiker en de gebruiker wordt gemotiveerd om de anonimiteit op te geven. In het tweede gesprek gaat de behandelaar verder met het motiveren van de gebruiker tot een anoniem face-to-face contact of wordt de behandeling gestart. Het tweede gesprek wordt afgesloten met een behandeladvies. In het derde gesprek wordt de noodzakelijke verwijzing van de huisarts en de eigen bijdrage besproken en er wordt afgesloten met een afspraak bij de Waag. Afhankelijk van de motivatie kunnen meerdere gesprekken gewijd worden aan de thema’s uit de eerste drie gesprekken. Zodra de behandeling bij de Waag (of bij een andere plegerhulpverlenende organisatie) van start gaat, wordt het Stop it Now! NL traject afgesloten. Verslaglegging In een apart systeem in de beveiligde werkomgeving van de Waag worden verslagen van de gesprekken opgeslagen. De gesprekken worden geregistreerd onder de nickname van de gebruiker. De gespreksverslagen zijn alleen toegankelijk voor de Stop it Now! NL behandelaren van de Waag. In dit beveiligde systeem wordt ook aangeven of gebruikers een vragenlijst hebben opgestuurd gekregen en of ze uiteindelijk hebben besloten om te starten met de behandeling bij de Waag.
Werkwijze Stop it Now! NL
Protocollen en belschema’s bieden handvatten aan hulplijnmedewerkers en behandelaren om de anonimiteit te waarborgen en het vertrouwen van de ‘nieuwe’ doelgroep van niet-praktiserende pedofiele mannen te winnen. Waar mogelijk en nodig worden (potentiële) plegers gemotiveerd tot reguliere forensische behandeling. De verbetering van de werkwijze van Stop it Now! NL en het beter bereiken van de doelgroep gaat onverminderd voort, getuige de campagne ‘Samen voorkomen we seksueel kindermisbruik’ met nieuwe folders, een filmpje en uitbreiding van de samenwerking met de politie in het INDIGO-project. Ook de openingstijden van de hulplijn werden verruimd door toename van het aantal telefoontjes.
Aanbevelingen ●●
●●
Vragenlijst Bij de start van Stop it Now! NL was het idee om gebruikers een vragenlijst te geven om onder andere de seksuele voorkeur en de ernst van de seksuele problematiek in kaart te brengen. Hiermee krijgt de gebruiker bewust te maken van problematisch gedrag en om ze zo nodig te motiveren hulp te zoeken. Dit is tot op heden nog niet verder geconcretiseerd.
●●
De getrapte contactlegging met (potentiële) plegers van seksueel kindermisbruik van informatie en advies naar specialistische forensische hulp lijkt een goed manier om de belangrijkste doelgroep van Stop it Now! NL, namelijk de niet-praktiserende pedofiele mannen, te bereiken. Continue aandacht voor inhoudelijke thema’s en bijscholing van hulplijn medewerksters en behandelaren is nodig om de doelgroep blijvend te bereiken. Dit geldt eveneens voor het zoeken naar mogelijkheden om de doelgroep beter te bereiken, bijvoorbeeld door reclamecampagnes en het verspreiden van folders etc.
Overleg behandelaren van de Waag Eenmaal per drie maanden is er een overleg tussen de behandelaren van de Waag en de oprichter van Stop it Now! NL. Deze overleggen gaan over praktische zaken zoals het vullen van de roosters, de stand van zaken rond het voortbestaan van Stop it Now! NL, aandacht in de media en bijvoorbeeld de start van dit onderzoek. Behandelaren kunnen indien gewenst casuïstiek bespreken met de oprichter van Stop it Now! NL die expert is in het behandelen van pedofiele mannen.
Samenvatting en conclusie Stop it Now! NL bestaat uit twee fasen: de hulplijn waar het eerste contact wordt gelegd en de Waag waar - indien gewenst – maximaal zes vervolggesprekken kunnen worden gevoerd met ervaren forensische behandelaren. In beide fasen staat laagdrempeligheid en anonimiteit voorop. De anonimiteit kan en wordt in de telefonische contacten beter gewaarborgd dan in de e-mailcontacten.
36
37
In dit hoofdstuk wordt verslag gedaan van de telefoongesprekken met de gebruikers van de hulplijn (periode april 2012-juni 2013) en van de interviews met de hulplijn medewerkers van de hulplijn (fase I) en behandelaren van de Waag (fase II).
5.1 Aantal en type contacten met de hulplijn Registratie de Waag - Verslaglegging na elk contact moment in database
SIN gebruikers - Niet-praktiserende pedofielen en pedoseksuelen (doelgroep)
Anonimiteit opgeheven Anoniem: Gebruik nickname
Xde contact Xde contact
5. Wie zijn de gebruikers van Stop it Now! NL en hoe vonden zij hun weg naar de hulplijn?
In tabel 1 wordt een onderscheid gemaakt tussen het aantal contactmomenten met de hulplijn in het eerste jaar (april 2012 – april 2013) en de resterende maanden tot juni 2013 (einde van de dataverzameling ten behoeve van het evaluatieonderzoek). In het eerste jaar van Stop it Now! NL werd 148 keer telefonisch contact met de hulplijn opgenomen en 56 keer via de mail (zie tabel 1). In totaal waren dat 204 contactmomenten, met een gemiddelde van 17 per maand. In de drie maanden na het eerste jaar daarna werd de hulplijn in totaal 86 keer benaderd, een gemiddelde van 29 keer per maand. Het gemiddelde aantal contactmomenten in de tweede periode was groter dan in het eerste jaar, hetgeen indicatief kan zijn voor het groeiend aantal gebruikers dat hun weg vindt naar de hulplijn.
Xde contact
Stop it Now! NL de Waag
Figuur 1. Individueel traject gebruiker Stop it Now!
Telefonisch
Registratie meldpunt - Verslaglegging na elk contact moment in database
Anoniem: Gebruik nickname
SIN gebruikers - Partners / familie - Buren / collega’s - Niet-praktiserende pedofielen en pedoseksuelen (doelgroep) - Professionals
Tabel 1. Aantal contactmomenten naar periode en aantal telefonische en e-mail contacten
Xde contact 3de contact 2de contact 1ste contact
Stop it Now! NL hulplijn
Proces: Individueel traject gebruiker Stop it Now! NL 38
SIN gebruikers - Niet-praktiserende pedofielen en pedoseksuelen (doelgroep)
Wie zijn de gebruikers van Stop it Now! NL en hoe vonden zij hun weg naar de hulplijn?
Reguliere behandeling de Waag Einde Stop it Now! NL traject
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
E-mail
n
%
n
%
1ste jaar april 2012 – maart 2013
148
69.2
56
73.7
april 2013 – juni 2013
66
30.8
20
26.3
Totaal
214
100
76
100
In de rest van het hoofdstuk wordt het aantal gebruikers over de totale periode (april 2012 – juni 2013) nader bekeken. In deze periode van 15 maanden werd de hulplijn 290 keer benaderd (214 keer telefonisch en 76 keer per e-mail). Het betroffen 254 unieke personen van wie bij 11 (potentiële) plegers één of meerdere personen hun zorgen hebben geuit over het gedrag van een en dezelfde (potentiële) pleger.
39
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Wie zijn de gebruikers van Stop it Now! NL en hoe vonden zij hun weg naar de hulplijn?
Samenvatting en conclusie Gebruikersgroepen nemen vooral telefonisch contact op met de hulplijn. Dit wordt ook gestimuleerd door de hulplijn medewerksters, maar kan ook het gevolg zijn van het feit dat het e-mail contact (nog) niet anoniem is. Op basis van het gemiddeld aantal contacten in het tweede jaar van de hulplijn werd een toename geconstateerd van het aantal keer dat de hulplijn werd benaderd (van 17 naar 29 keer per maand).
Tabel 3 geeft het overzicht van het geslacht en de leeftijdsgroepen van de gebruikers van de hulplijn. De meeste (potentiële) plegers waren mannen (93.3%) en de meeste gebruikers die zich zorgen maakten waren vrouwen (73.7%). De gebruikers van de hulplijn kwamen uit alle leeftijdsgroepen, met een oververtegenwoordiging van potentiële plegers in de leeftijdsgroepen 18-30 jaar en 31-43 jaar. Opvallend is het hoge percentage ontbrekende informatie in de variabele leeftijd. Het is mogelijk dat de verdeling over de leeftijdsgroepen anders uitpakt als alle leeftijden bekend waren. Tabel 3. Gegevens van de unieke gebruikers (N=250, 4 fake calls niet meegenomen)
5.2 Gebruikersgroepen
(potentiële) Gebruiker bezorgd pleger (n=105) over volwassene (n=76)
Gebruiker bezorgd over jeugdige (n=9)
Kind slachtoffer (n=2)
Anders Gebruiker vraagt advies (n=12) (n=46)
Man
98 (93.3%)
18 (23.7%)
1 (11.1%)
2 (100%)
15 (32.6%)
6 (50.0%)
Vrouw
5 (4.8%)
56 (73.7%)
8 (88.9%)
-
28 (60.9%)
4 (33.3%)
Onbekend
2 (2.0%)
2 (2.6%)
3 (6.5%)
2 (16.7%)
In 15 maanden maakten 254 personen gebruik van de Stop it Now! hulplijn. De meeste contacten waren met (potentiële) plegers (43.1%) en personen die zich zorgen maakten over het gedrag van (potentiële) volwassen plegers (29.9%) (zie tabel 2). Van de groep (potentiële) plegers is 51.5 procent een niet-praktiserende pedofiel, 35.6 procent heeft kinderporno gedownload, 12 procent geeft toe hands-on delicten te hebben gepleegd (pedoseksuelen).
Geslacht
Tabel 2. Kenmerken doelgroep (N=254) n
%
Subgroepen (potentiële) pleger
105
41.3
Leeftijdsgroep
Gebruiker is bezorgd over (potentiële) volwassen pleger
76
29.9
< 18 jaar
2 (1.9%)
-
-
-
-
-
Gebruiker is bezorgd over(potentiële) jeugdige pleger
9
3.5
18-30
17 (16.2%)
2 (2.6%)
-
-
-
-
Kind slachtoffer
2
0.8
31-43
10 (9.5%)
2 (2.6%)
2 (22.2%)
-
-
-
Gebruiker vraagt om informatie en/of advies
46
18.1
44-56
7 (6.7%)
2 (2.6%)
-
-
-
-
Nep telefoontje
4
1.6
57-69
2 (1.9%)
1 (1.3%)
-
-
-
-
Anders*
12
4.7
≥ 70
1 (1.0%)
1 (1.3%)
-
-
-
-
Onbekend
66 (62.9%)
68 (89.5%)
7 (77.8%)
2 (100%)
46 (100%)
12 (100%)
* In deze categorie vallen gebruikers die kinderporno via Twitter hebben ontvangen, zich zorgen maakten om het seksueel gedrag van hun kinderen of die hulp zoeken voor seksverslaving.
40
41
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Wie zijn de gebruikers van Stop it Now! NL en hoe vonden zij hun weg naar de hulplijn?
Samenvatting en conclusie
5.3 Relatie tot (potentiële) pleger
In 15 maanden maakten 254 personen gebruik van de hulplijn. De meeste contacten waren met (potentiële) plegers (43.1%, vooral mannen) en personen die zich zorgen maakten over het gedrag van (potentiële) volwassen plegers (29.9%, vooral vrouwen). De gebruikers van de hulplijn kwamen uit alle leeftijdsgroepen, met een oververtegenwoordiging van potentiële plegers in de leeftijdsgroepen 18-30 jaar en 31-43 jaar. Opvallend is het hoge percentage ontbrekende informatie in de variabele leeftijd. Het gemiddelde percentage ‘onbekend’ was 80%. Het is mogelijk dat de verdeling over de leeftijdsgroepen anders uit zou pakken als alle leeftijden bekend waren geweest.
Van de totale groep gebruikers van 254 werden 145 (57%) gecategoriseerd in gebruikers die zich zorgen maakten over het gedrag van een volwassene of kind en gebruikers die advies wilden hebben. De relatie die zij met de (potentiële) pleger hebben, staat beschreven in tabel 4.
Gezien bovengenoemde aantallen kan worden geconcludeerd dat Stop it Now! NL goed op weg is om haar doelen te realiseren, namelijk, het vergroten van het bewustzijn over seksueel misbruik van kinderen en het aanzetten tot veranderingen in houding en gedrag bij degenen die een risico vormen om seksueel misbruik te plegen.
TEKSTBOX 1. BELLER MET SEKSUELE GEVOELENS VOOR KINDEREN Jongen (22) belt vanaf zijn prepaid telefoon met de vraag of hij echt anoniem zijn verhaal kan doen. Hij zegt te worstelen met zijn gevoelens. Hij voelt zich aangetrokken tot kinderen in de leeftijd vanaf 13 jaar. Hij zegt nooit te zullen handelen maar maakt zich zorgen of hij ooit toch op zoek zal gaan naar (kinder)porno. Hij wil dit voorkomen en zoekt daarom hulp. Hij wil graag in gesprek met iemand die er verstand van heeft.
Tabel 4. Relatie tot (potentiële) pleger (N=145) Anders (n=12)
Gebruiker vraagt advies (n=46)
Kind slachtoffer (n=2)
Gebruiker bezorgd over jeugdige (n=9)
Gebruiker bezorgd over volwassene (n=76) (Ex-)partner
13 (17.1%)
1 (11.1%)
-
2 (4.3%)
-
Familie
17 (22.3%)
5 (55.6%)
-
-
1 (8.3%)
Buren
2 (2.6%)
-
-
-
-
Via chat, Twitter, etc.
3 (3.9%)
2 (22.2%)
2 (100%)
4 (8.7%)
-
Vrienden
10 (13.2%)
1 (11.1%)
-
-
-
Professional (maatschappelijk medewerker, politie, etc.)
6 (7.9%)
-
-
7 (15.2%)
-
Collega
4 (5.3%)
-
-
-
-
Slachtoffer
1 (1.3%)
-
-
-
-
Onbekend
20 (26.3%)
-
-
33 (71.7%)
11 (91.7%)
Familieleden, (ex-)partners en vrienden namen het vaakst de stap om hun zorgen te uiten over (potentiële) plegers. Als professionals contact opnamen met de hulplijn was dit meestal voor algemene informatie over de hulplijn en voor brochures, in sommige gevallen werd om specifiek advies gevraagd. Informatie over de relatie van gebruikers die zich zorgen maakten of die informatie wilden, was onbekend in 26.3% tot 91.7% van de gevallen.
42
43
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Wie zijn de gebruikers van Stop it Now! NL en hoe vonden zij hun weg naar de hulplijn?
Samenvatting en conclusie TEKSTBOX 2. ROL VAN HET SOCIAAL NETWERK Een vrouw belt over een collega en voormalig vriendje, Karel. Ze heeft zijn geheim geraden. Ze weet dat hij seksueel opgewonden raakt van kinderen en maakt zich zorgen dat hij zichzelf niet zal kunnen inhouden als ze met de kinderen weer op kamp gaan. Karel heeft haar ervan verzekerd dat hij geen gevaar is voor kinderen, het blijft bij gevoelens. Ze heeft beloofd zijn geheim te bewaren maar ze voelt zich verantwoordelijk, stel dat er iets gebeurt. Ze spreekt af dat ze in gesprek gaat met de vertrouwenspersoon bij hun werkgever en ze gaat met hem in gesprek om hem te overtuigen Stop it Now! te bellen. Een week later neemt de vrouw opnieuw contact op. Ze heeft Karel kunnen overhalen, hij heeft beloofd contact op te nemen met Stop it Now! Ze heeft de vertrouwenspersoon nog niet gesproken, dit ziet ze als laatste redmiddel. Spreken met de vertrouwenspersoon staat gelijk aan het vertellen aan hun hele leefgemeenschap. Ze is bang dat Karel buitengesloten zal worden. Ze heeft ten slotte nog geen bewijs dat hij kinderen misbruikt heeft. Karel belt een paar dagen later zelf, hij belt op aanraden van zijn ex-vriendin. Hij weet sinds 5 jaar dat hij pedofiele gevoelens heeft. Hij heeft contact gehad met JON een zelfhulpgroep voor mensen met pedofiele gevoelens. Hij is wel eens verliefd geweest op een 9-jarig jongetje. Eenmaal is hij in een lastige situatie gekomen, het jongetje vroeg hem over zijn rug te wrijven, hij kon zichzelf toen nog net inhouden. In gesprek met de hulplijn medewerkster spreekt hij af om anoniem contact op te nemen met de Waag. Hij zal nadenken over het vermijden van situaties waarin hij alleen is met kinderen. De vertrouwenspersoon belt, ze heeft signalen gekregen dat collega’s zorgen hebben over het gedrag van Karel. Ze heeft hem geobserveerd in contact met de kinderen. Hij knuffelde de kinderen en hielp de kinderen bij toiletbezoek. Ze heeft hem extra in de gaten gehouden en hem streng aangesproken. Zijn gedrag veranderde maar onvoldoende. Ze heeft de directeur ingelicht en wil weten wat ze nog meer kan doen. De vrouw belt terug, ze kon niet langer zwijgen en heeft haar broer verteld over Karel. Haar broer heeft contact opgenomen met de vertrouwenspersoon. Ze weet dat Karel één gesprek met een behandelaar van de Waag heeft gehad. Volgens Karel is behandeling niet nodig. Hierop heeft de directeur van het kinderkamp besloten dat Karel niet meer om mag gaan met de kinderen.
44
Meer dan de helft (57%) van de gebruikers van de hulplijn waren gebruikers die zich zorgen maakten over het gedrag van een volwassene of kind (vaak familie of een ex-partner) en gebruikers die advies wilden hebben (vaak professionals zoals politie en maatschappelijk werkers). Ook ten aanzien van de relatie met de (potentiële) pleger ontbrak een groot percentage van de informatie. Het gemiddelde percentage ‘onbekend’ was 44%.
5.4 Duur telefonisch contact Het aantal telefonische contacten met de hulplijn in 15 maanden was 214. Tabel 5 geeft de gemiddelde duur van de telefonische gesprekken met en zonder verslaglegging. Gemiddeld werd aan één contact 43.71 minuten (het telefoongesprek inclusief verslaglegging) besteed. De verslaglegging (indirecte tijd) duurde bijna even lang als het telefoongesprek zelf. De duur van andere activiteiten die onder de indirecte tijd vallen, werden niet geregistreerd en konden dus niet worden berekend. Het betroffen onder andere overleggen met collega’s, hulpverlenende organisaties, politie en gemeentes om de gebruikers van goed advies te kunnen voorzien. Tabel 5. Gemiddeld duur van de telefonische contacten Gemiddelde duur telefonisch contact in min.
M
SD
Zonder verslaglegging (range: 2-120)
21.84
16.59
Met verslaglegging (range: 2-130)
43.71
20.54
Samenvatting en conclusie Het aantal telefonische contacten met de hulplijn in 15 maanden was 214, met een gemiddelde van 43.71 minuten. De helft van deze tijd werd besteed aan verslaglegging (indirecte tijd). Andere activiteiten die onder de indirecte tijd vallen zoals overleggen met collega’s, hulpverlenende organisaties, politie en gemeentes werden niet geregistreerd.
45
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
5.5 Kenmerken van de groep die doorstroomt naar fase II van het hulptraject (Stop it Now! NL de Waag) Van de 254 unieke gebruikers van de hulplijn werden 62 (24.4%) doorverwezen naar de Waag. De Waag behandelaren ontvingen over 95 procent (n=59) van de doorverwezen gebruikers vooraf het gespreksverslag van de hulplijn medewerksters van Stop it Now! NL. Dit werd door de behandelaren als zeer nuttige ervaren. Gebruikers konden verder met hun verhaal in plaats van dat ze alles opnieuw moesten vertellen. Bovendien kon de behandelaar door deze informatie zich focussen op het motiveren voor behandeling, het doorbreken van de anonimiteit en indien nodig het geven van een concreet veiligheidsadvies. Kenmerken doelgroep Naast de 62 gebruikers die via de hulplijn medewerksters in contact werden gebracht met de Waag behandelaren, namen vijf personen zelf contact op met de Waag, onder wie een assistent van een burgemeester, een professional en een vrouw die als partner van een man met seksuele gevoelens voor kinderen in therapie wilde. Daarnaast namen ook twee potentiële plegers rechtstreeks met de Waag contact op. In totaal hadden 69 personen contact opgenomen met de Waag. Door 59 (85.5%) van de doorverwezen personen werd daadwerkelijk telefonisch contact opgenomen met de Waag. TEKSTBOX 3. BELLER MET PEDOFIELE GEVOELENS Een man (40) belt omdat hij een probleem heeft waar hij zich erg voor schaamt. Hij voelt zich aangetrokken tot tienermeisjes tussen de 13 en 16 jaar. Laatst heeft hij voor het eerst een ‘relatie’ gehad met een meisje van 18. Hij voelde zich er achteraf slecht over. Hij vindt het steeds lastiger om zich in te houden. Ontwijken gaat haast niet, omdat hij docent is aan een middelbare school. Hij wordt de hele dag geconfronteerd met meisjes tot wie hij zich voelt aangetrokken. Hij wil niet in problemen raken, omdat hij veel plezier heeft in zijn werk en er graag wil blijven werken.
Wie zijn de gebruikers van Stop it Now! NL en hoe vonden zij hun weg naar de hulplijn?
In totaal namen 59 gebruikers 133 maal contact op met de Waag. In tabel 6 wordt per contactmoment beschreven wat voor soort contact het was en de gemiddelde tijd die aan het contact werd besteed. Per gesprek werd 15 minuten weggeschreven als indirecte tijd voor de verslaglegging. Tabel 6. Type contacten met de behandelaren van de Waag en de duur van de contacten Anoniem gesprek Waag
Aantal gebruikers per type contact
Duur contact in minuten
telefonisch
face to face
E-mail
M
SD
Range
1ste contact (n=59)
59 (100%)
-
-
39.5
18.5
5-90
2de contact (n=32)
19 (59.4%)
12 (37.5%)
1 (3.1%)
50.3
37.1
5-150
3de contact (n=17)
4 (23.5%)
13 (76.5%)
-
61.5
24.5
30-100
4de contact (n=11)
2 (18.2%)
8 (72.7%)
1 (9.1%)
61.4
32.0
15-105
5de contact (n=8)
3 (37.5%)
5 (62.5%)
-
59.4
47.8
5-120
6de contact (n=3)
1 (33.3%)
2 (66.6%)
-
160.0
56.6
120-200
7de contact (n=1)
1 (100%)
-
-
Onbekend
8ste contact (n=1)
1 (100%)
-
-
Onbekend
9de contact (n=1)
1 (100%)
-
-
Onbekend
NB. Percentages zijn gebaseerd op het rij totaal per contact Gesprekken In fase II van het Stop it Now! NL traject kunnen behandelaren van de Waag de gebruikers maximaal zes gesprekken aanbieden, telefonisch, face to face of per e-mail. Veel gebruikers (45.8%. n=27) hadden eenmalig een anoniem contact met de Waag, 15 gebruikers (25.4%) hadden twee anonieme contacten, zes gebruikers (10.2%) hadden drie anonieme contacten, drie gebruikers (5.1%) hadden vier anonieme contacten, vijf gebruikers (8.5%) heeft gebruik gemaakt van vijf anonieme contacten, twee personen (3.4%) hebben zes anonieme contacten gehad bij de Waag. Tot slot is er eenmaal afgeweken van de norm, één persoon (1.7%) heeft de behandeling anoniem doorlopen in negen contacten.
46
Aan de 59 gebruikers werden onderstaande adviezen gegeven of acties ingezet (tabel 7).
47
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Wie zijn de gebruikers van Stop it Now! NL en hoe vonden zij hun weg naar de hulplijn?
Tabel 7. Adviezen en activiteiten aan gebruikers die contact opnamen met de Waag (N=59) Waag traject
n
%
Gemotiveerd voor behandeling en om anonimiteit op te geven
23
38.9
Doorverwezen naar andere instelling
11
18.6
Nog in het Stop it Now! traject t.t.v. onderzoek
3
5.1
Lijkt gemotiveerd voor behandeling, twijfel (contact verlies)
9
15.3
Informatie verschaft
7
11.9
Geen hulpvraag
1
1.7
Cliënt kan altijd terug bellen, nog niet gemotiveerd voor behandeling
4
6.8
Contact met Stop it Now! NL voldoende als interventie, geen behandeling nodig
1
1.7
Uit de anonimiteit in behandeling Een groot deel van de gebruikers had meerdere gesprekken nodig om hun angst en achterdocht te overwinnen en uit de anonimiteit te komen. Van de gebruikers die contact hadden met een behandelaar van de Waag gingen 34 (57.6%) in behandeling bij de Waag of werden doorverwezen naar een andere hulpverleningsinstantie in Nederland of het buitenland. Voor de overige groep betekent dit niet standaard dat zij geen forensische behandeling wilden. Sommige gaven aan dat de interventie van Stop it Now! NL zelf voor dit moment voldoende was.
48
TEKSTBOX 4. OPGEVEN ANONIMITEIT Het gesprek begint moeizaam. De anonieme beller heeft duidelijk moeite met het vinden van de juiste woorden. Hij geeft aan pedoseksueel gevoelens te hebben. Hij ziet zichzelf niet als misbruiker, hij kijkt ook geen kinderporno. Zijn gevoelens beschrijft hij meer als romantisch, hij wordt verliefd op jonge meisjes. Hij geeft nadrukkelijk aan dat hij nooit iets strafbaars gedaan heeft. Vroeger ging hij nog wel eens naar het zwembad, maar dat doet hij niet meer omdat hij wil voorkomen dat hij de fout in gaat. Hij is blij met de anonieme gesprekken bij de Waag, het geeft met hem meer rust omdat hij meer controle ervaart. De stap om zijn anonimiteit op te geven, maakte hem weer angstig. Maar omdat hij wil blijven voorkomen dat hij de fout in gaat, besluit hij toch zijn anonimiteit op te geven en de puzzelstukken meer helder te krijgen.
Samenvatting en conclusie De fasering in de hulpverlening kan worden opgevat als ketensamenwerking waarbij elke fase voortbouwt op hetgeen in de vorige fase is gebeurd. Er is sprake van getrapte zorg. De samenwerking tussen de hulplijn medewerksters en behandelaren van de Waag wordt als zeer prettig ervaren. Van de 254 unieke gebruikers van de hulplijn gaven 62 (24.4%) aan verder te willen gaan met gesprekken met de Waag, de 2de fase in de hulpverlening. Hiervan werd bij 59 gebruikers het traject bij de Waag ook daadwerkelijk tot stand gebracht, zij het dat bij sommige bellers angst en achterdocht een belangrijke drempel waren om hun anonimiteit op te geven. Van de gebruikers in fase 2 gingen 34 (57.6%) in behandeling bij de Waag of werden doorverwezen naar een andere hulpverleningsinstantie in Nederland of het buitenland.
49
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Wie zijn de gebruikers van Stop it Now! NL en hoe vonden zij hun weg naar de hulplijn?
5.6 Bekendheid met Stop it Now! NL
5.7 Invloed van media op het aantal contacten met Stop it Now! NL
In tabel 8 staat weergegeven hoe de gebruikersgroepen met Stop it Now! NL in aanraking zijn gekomen. Het merendeel van de gebruikersgroepen werd gewezen op het bestaan van Stop it Now! NL door de media, vooral de krant. Dit werd door de hulplijn medewerksters in de interviews bevestigd. Het percentage ‘onbekend’ was relatief hoog, gemiddeld 44 procent.
In de onderzoeksperiode werd bijgehouden wanneer en via welk medium aandacht werd besteed aan Stop it Now! NL. Deze informatie werd gerelateerd aan het aantal bellers om te kunnen inschatten of de media-aandacht voor Stop it Now! NL een stijgend aantal bellers tot gevolg had.
Tabel 8. Hoe zijn de gebruikers (N=254) bekend geraakt met Stop it Now! NL Potentiële pleger (n=105)
Gebruiker bezorgd over volwassene (n=76)
Gebruiker bezorgd over jeugdige (n=9)
Gebruiker Kind slachtoffer vraagt advies (n=2) (n=46)
Anders (n=12)
De grafische weergave van deze media aandacht voor Stop it Now! NL en het aantal bellers rond het verschijnen van een nieuwsbericht of radio-optreden van de oprichter is in onderstaande grafiek te zien. - Algemeen Dagblad en RTL nieuws besteden aandacht aan 6 maanden Stop it Now! NL
6
Politie
8 (7.6%)
2 (2.6%)
-
-
2 (4.3%)
-
Reguliere ggz
1 (1.0%)
1 (1.3%)
-
-
-
-
Familie of vrienden
9 (8.6%)
1 (1.3%)
1 (11.1%)
-
-
-
Media
43 (41.0%)
42 (55.3%)
4 (44.4%)
2 (100%)
12 (26.1%)
3 (25.0%)
3
Advocaat
-
-
1 (11.1%)
-
-
-
2
Behandelaar
6 (5.7%)
-
-
-
-
-
1
Onbekend
38 (36.2%)
30 (39.5%)
3 (33.3%)
-
32 (69.6%)
9 (75.0%)
- Volkskrant publiceert item over Stop it Now! NL - KRO reporter
- EO uitzending de Vijfde Dag - NRC publiceert jaarcijfers Stop it Now! NL
5
4
n-
-1
13
3
ju 2-
ei
r- 1
3
m 2-
13
-1
r t-
ap 2-
3 m 2-
13 n-
c-
fe b 2-
ja 2-
v-
12
12
de 2-
2
no 2-
t- 1 ok
2-
se
p-
12
12 2-
2
gau 2-
l-1 ju
n-
-1
12
2-
ju 2-
ei m 2-
2-
ap
r- 1
2
2
0
Samenvatting en conclusie De meeste gebruikers van Stop it Now! NL vonden hun weg naar de hulplijn via de media, vooral de krant. Het percentage ‘onbekend’ was ook bij deze variabele relatief hoog, gemiddeld 44 procent.
50
Grafiek 1. Aantal contacten per maand afgezet tegen media aandacht voor grote zedenzaken en Stop it Now! NL Over het algemeen lijkt de media aandacht voor Stop it Now! NL in combinatie met aandacht voor grote zedenzaken niet te leiden tot een stijgend aantal contacten met de hulplijn. Zo heeft de aandacht voor zaken zoals Robert M. en Benno L. geen opvallende toename laten zien in het aantal bellers. Ook extra media-aandacht voor het 1-jarig bestaan van Stop it Now! NL vertaalde zich niet in een groter aantal bellers.
51
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Toch zijn er drie pieken in het aantal bellers die mogelijk verklaard kunnen worden door de media aandacht voor de hulplijn. Het gaat om de volgende media items: ●● In september/oktober 2012 werd in het Algemeen Dagblad en op RTL nieuws aandacht besteed aan zes maanden Stop it Now! NL. ●● In januari 2013 werd een artikel over Stop it Now! NL in de Volkskrant gepubliceerd en door KRO reporter een uitzending besteed aan hoe Nederland omgaat met pedofilie. ●● In de laatste week van mei 2013 werd bij de EO in het programma de Vijfde Dag gesproken over de terugkeer in de maatschappij van mensen met pedofiele gevoelens en publiceerde NRC Handelsblad jaarcijfers van Stop it Now! NL.
Samenvatting en conclusie Grote zedenzaken lijken niet te leiden tot een toename van het aantal bellers naar de hulplijn. Een stijgend aantal bellers werd wel waargenomen bij aandacht in de media voor meer maatschappelijke thema’s rond pedoseksualiteit en pedofilie en bij aandacht voor Stop it Now! NL zelf.
Aanbevelingen ●●
●●
●●
52
Wie zijn de gebruikers van Stop it Now! NL en hoe vonden zij hun weg naar de hulplijn?
TEKSTBOX 5. BEHANDELING Een man (35 jaar) maakt zich zorgen om zijn situatie, hij woont samen met een vrouw en haar kinderen. De man heeft sinds zijn 15de jaar verliefdheidgevoelens en seksuele gevoelens voor jongere meisjes. Hij is seksueel geïnteresseerd in meisjes van ongeveer 13 jaar. Hij realiseert zich dat hij in een lastige situatie zit en wil zijn anonimiteit opgeven om hulp te krijgen. Na de intake voor reguliere forensische behandeling besluit Piet geen behandeling meer nodig te hebben omdat zijn relatie uit is. De behandelaar maakt zich echter zorgen omdat er nog wel contact is met de vrouw en haar kinderen die zonder supervisie bij hem in huis komen. De behandelaar onderkent de zorgelijke situatie, het vereist ingrijpen en vindt op zijn minst behandeling geïndiceerd. Hij overlegt met zijn team en besluit Piet te bellen. Tijdens dit gesprek legt de behandelaar Piet uit wat zijn standpunt is. Hij geeft Piet concreet veiligheidsadvies waarin hij hem onder andere aanbeveelt om in behandeling te gaan. Besluit Piet niet te komen, dan voelt de behandelaar zich genoodzaakt een AMK melding te doen. Even later belt Piet terug en geeft aan het behandeladvies op te volgen. In de periode daarna komt Piet trouw op zijn afspraken. Hij heeft zijn ex verteld over zijn gevoelens, ze hebben samen besloten dat hij en de kinderen nooit meer alleen zullen zijn. In de behandeling gaat Piet dieper in op de oorzaak van zijn aantrekking tot meisjes en leert om te gaan met moeilijke situaties.
Om een goed beeld te krijgen van directe en indirecte activiteiten, is het nodig dat alle overleggen (intercollegiale, met ketenpartners) te registreren. Hierdoor ontstaat een beter beeld van de investeringen in tijd en geld per individuele gebruiker. Gebruik vanaf de start van de hulplijn een softwaresysteem in de beveiligde omgeving om gesprekverslagen op te slaan. Dit systeem dient zodanig ingericht te zijn dat het de gespreksverslagen kan omzetten naar analyseerbare gegevens (in Excel/SPPS). Structurele aandacht voor de hulplijn via de media al dan niet gerelateerd aan maatschappelijke thema’s over pedofilie lijken de beste ingangen om de doelgroep van de hulplijn te bereiken.
53
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Welke adviezen kregen de gebruikers en hoe hebben zij de hulplijn ervaren?
6. Welke adviezen kregen de gebruikers en hoe hebben zij de hulplijn ervaren? In dit hoofdstuk wordt beschreven welke ondersteuning en adviezen de medewerkers hebben gegeven aan de gebruikers van de hulplijn. Deze gegevens zijn gebaseerd op de anonieme contactregistraties, diepte-interviews met de gebruikers, online vragenlijst en de interviews met de hulplijn medewerksters van de hulplijn.
6.1 Advies van Stop it Now! NL hulplijn medewerksters aan gebruikers De hulplijn medewerksters gaven in totaal 320 adviezen aan de gebruikers van de hulplijn. Per subgroep staan deze weergegeven in tabel 9. Geen advies Aan 14 gebruikers werd geen advies gegeven, het betroffen veelal telefoontjes van mensen die informeerden naar de brochure over Stop it Now! NL. Er zat een neptelefoontje bij en een gebruiker verbrak het contact voortijdig waardoor de hulplijn medewerkster geen kans kreeg om advies te geven. Adviezen De meeste gebruikers werden doorverwezen naar (psychiatrische) hulpverleningsorganisaties of naar gespecialiseerde hulpdiensten via internet. De adviezen waren vaak gericht op het zoeken van hulp maar ook op het open leggen van het geheim. Of wel in gesprek gaan met alle direct betrokkenen, familieleden, slachtoffers of de kinderen van de (potentiële) pleger en eventueel werkgevers. Bijna één op de tien adviezen was gericht op het confronteren van de (potentiële) pleger met zijn gedrag en met de zorgen van de omgeving.
54
55
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Welke adviezen kregen de gebruikers en hoe hebben zij de hulplijn ervaren?
Tabel 9. Adviezen (N=320) per type gebruiker TEKSTBOX 6. ZORGEN VAN EEN FAMILIELID Een moeder belt over haar zoon. De dochter van vrienden van het gezin vertelde dat ze anderhalf jaar geleden was betast door haar zoon. Moeder heeft haar zoon aangesproken en de jongen blijkt zich ernstig te schamen en sterke schuldgevoelens te hebben. Moeder wordt aangeraden om in gesprek te blijven met het andere gezin. Verder wordt de moeder geadviseerd om met haar zoon in gesprek te gaan en te motiveren om Stop it Now! NL te bellen. Moeder kan in de tussentijd altijd terugbellen. Een paar dagen later belt moeder terug, haar zoon wil geen contact met de hulplijn maar hij wil wel graag in behandeling bij de Waag. De hulplijn medewerkster organiseert een anoniem telefonische afspraak bij de Waag. Tijdens de anonieme gesprekken bij de Waag blijkt de jongen grote lijdensdruk te ervaren, hij voelt zich schuldig en wil geen gevaar vormen voor de mensen om hem heen. Hij wil koste wat kost voorkomen dat hij ooit nog een meisje schade aanricht.
Hulplijn medewerksters aan het woord De hulplijn medewerksters gaven aan dat ze de gebruikers van de hulplijn op zijn minst aanbieden om opnieuw contact op te nemen als ze daar behoefte aan hebben. De aangeboden hulp gaat doorgaans veel verder dan dat. Als (potentiële) plegers bellen, trachten de hulplijn medewerksters hen te motiveren tot het spreken van een behandelaar van de Waag, in eerste instantie anoniem. Later kan de behandelaar van de Waag de (potentiële) pleger indien noodzakelijk motiveren tot het starten van reguliere (niet anonieme) behandeling bij de Waag. Als mensen uit het sociale netwerk van de (potentiële) pleger contact opnemen met de hulplijn worden deze bellers gemotiveerd, indien het veilig is, in gesprek te gaan met de (potentiële) pleger over de zorgen die deze mensen hebben en deze persoon te motiveren tot het bellen van de Stop it Now! NL hulplijn. De rode draad in alle telefoon gesprekken is het inschatten van eventueel gevaar voor kinderen. Als er sprake is voor gevaar voor kinderen wordt daar actie op ondernomen.
56
Potentiële pleger
Gebruiker bezorgd over volwassene
Gebruiker bezorgd over jeugdige
Kind Gebruiker slachtoffer vraagt advies
Anders
n
%
n
%
n
%
n
%
n
%
n
%
Doorverwijzing naar websites
3
2.4
12
7.9
6
30.0
1
25.0
2
13.3
3
100
Doorverwijzing naar (hulpverlenings) instanties
37
29.4
25
16.5
2
10.0
1
25.0
3
20.0
-
-
Consulteer advocaat, huisarts, reclassering, de Waag of andere hulpverleners
11
8.7
17
11.2
1
5.0
-
-
1
6.7
-
-
Ga in gesprek met (potentiële) pleger, werkgever, familie, kinderen, vrienden of school
5
4.0
44
29.0
4
20.0
-
-
-
-
-
-
Stop it Now! NL bel zelf terug of vertel anderen over Stop it Now! NL
38
30.2
41
27.0
5
25.0
-
-
6
40.0
-
-
Computergerelateerde adviezen, verwijder pc of blokkeer chat sites
2
1.6
1
0.7
1
5.0
1
25.0
-
-
-
-
Overige adviezen, vermijd risicovolle situaties, denk na over advies/informatie
30
23.8
12
7.9
1
5.0
1
25.0
3
20.0
-
-
Totaal
126 (39.4%) 152 (47.5%)
20 (6.25%)
4 (1.25%)
15 (4.7%)
3 (1.0%)
57
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Welke adviezen kregen de gebruikers en hoe hebben zij de hulplijn ervaren?
Samenvatting en conclusie
Tabel 11. Wat gaan de gebruikers met het advies doen?
De adviezen die gegeven worden lopen volgens de hulplijn medewerksters uiteen, maar deze zijn altijd gericht op het creëren van een veilige situatie voor kinderen, mensen in vertrouwen te nemen om sociale steun te vinden door het gesprek aan het gaan en indien nodig toe te leiden naar professionele hulpverlening. De gebruikers herinneren zich voornamelijk de emotionele steun van de hulplijn medewerksters en de goede verwijzing naar Stop it Now! NL de Waag.
6.2 Ervaringen van gebruikers met Stop it Now! NL De meeste gebruikers waren positief over de contacten met de hulplijn (zie tabel 10). In de gespreksverslagen van de hulplijn (fase I) stond vaak beschreven dat gebruikers een onmiddellijke opluchting ervoeren omdat zij eindelijk vrij mochten spreken over een geheim wat ze vaak al jaren met zich meedroegen. Mensen met seksuele gevoelens voor kinderen, plegers en hun partners en familie voelden zich gehoord en gesteund. Een enkele (potentiële) pleger voelde zich niet gehoord en liet zich negatief uit over het contact. Soms hadden gebruikers de overtuiging dat seks met kinderen mogelijk moet zijn en dat pedofiele gevoelens op geen enkele manier een belemmering of een gevaar vormt voor kinderen en probeerde de hulplijn medewerksters hiervan te overtuigen. Tabel 10. Hoe hebben de gebruikers (N= 254) het gesprek ervaren? Potentiële pleger (n=105)
Gebruiker bezorgd over volwassene (n=76)
Gebruiker bezorgd over jeugdige (n=9)
Gebruiker Kind slachtoffer vraagt advies (n=2) (n=46)
Anders (n=12)
Potentiële Gebruiker bezorgd pleger over (n=105) volwassene (n=76)
Gebruiker bezorgd over jeugdige (n=9)
Gebruiker Kind slachtoffer vraagt advies (n=2) (n=46)
Anders (n=12)
Beller denkt na over gegeven advies
52
46
6
2
6
2
Beller gaat advies opvolgen
48
32
6
2
3
2
Onbekend
18
-
-
-
31
9
Gesprek voortijdig afgebroken
2
1
-
-
1
2
Verdiepend onderzoek (online-vragenlijst en diepte-interview) Gebruikers van de hulplijn werden persoonlijk gevraagd om Stop it Now! NL te evalueren door het invullen van een online vragenlijst of in een diepte-interview. Op de website van Stop it Now! NL was een link geplaatst naar de Stop it Now! evaluatie website. De vragenlijst en het interview behelsden dezelfde onderwerpen (zie tabel 12) met als doel de hulplijn met alle mogelijke middelen te evalueren. Uitgangspunt voor de evaluatie was om aan te sluiten bij de kernelementen van de hulplijn. De evaluatie was daarom anoniem en laagdrempelig. Tabel 12 Onderwerpen van de vragenlijst en diepte-interview
Positief over gesprek
45
32
4
-
14
2
Onderwerpen
Negatief over gesprek
2
5
-
-
1
1
Onbekend
58
39
5
2
31
9
Bekendwording Advies en ondersteuning Stop it Now! hulplijn (fase I) Advies en ondersteuning Stop it Now! de Waag (fase II) Persoonlijke impact Hulplijn gratis en anoniem Suggesties Algemene informatie
Opvolgen advies In onderstaande tabel 11 is te zien dat de meeste gebruikers op zijn minst het advies zullen overwegen of ook daadwerkelijk het advies zullen opvolgen. In een aantal gevallen werd zowel aangegeven dat de beller één van de adviezen zou gaan opvolgen en over de andere adviezen verder zou gaan nadenken. Bij een klein deel van de bellers van wie onbekend is of ze iets met het advies gaan doen wordt verklaard doordat zij het gesprek voortijdig afbraken. 58
59
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Opbouw van de online-vragenlijst Zeven onderwerpen waren onderverdeeld in verschillende meerkeuzevragen waarbij ruimte was voor een mogelijke toelichting. De vragen waren afgestemd op de verschillende doelgroepen. De evaluatie begon met algemene vragen als ‘Hoe bent u bekend geworden met Stop it Now! NL?’, naar het einde toe werden de vragen steeds persoonlijker als ‘Wat is de impact van Stop it Now! NL op uw persoonlijke leven geweest’. De vragen waren niet verplicht om te beantwoorden, met uitzondering van de eerste vraag: “Heeft u contact opgenomen met de Stop it Now! hulplijn? “. Door middel van de eerste vraag werd bepaald tot welke doelgroep de gebruiker behoorde en welke vragen getoond werden. Op deze vraag waren vijf antwoordmogelijkheden; ‘Ja, met de Stop it Now! hulplijn’, ‘Ja, met de Stop it Now! hulplijn en met de Stop it Now! hulplijn via de Waag’, ‘Ben ik nog van plan’, ‘Ik ben partner/familielid van iemand die contact heeft gehad met de Stop it Now! hulplijn’, en ‘Nee’. Indien een gebruiker geen contact had opgenomen met Stop it Now! NL of aangaf wel de intentie te hebben om contact op te gaan nemen, werd vervolgens naar de reden gevraagd waarna de evaluatie automatisch beëindigd werd. De online vragenlijst duurde tussen de 10 en 30 minuten, het diepte-interview tussen de 30 en 60 minuten. Knelpunten in het bouwen en online beschikbaar stellen van de online vragenlijst Het bouwen van de online vragenlijst bleek meer tijd in beslag te nemen dan vooraf was ingeschat. Zo goed als mogelijk werden de opties onderzocht om de anonimiteit te garanderen en een juiste uitstraling van de vragenlijst te krijgen. In overleg met de hulplijn is besloten om op de online vragenlijst een SSL (een beveiligde omgeving) te zetten en het juridisch vast te laten leggen in een contract met de aanbieder van de software om een digitale vragenlijst in te bouwen. Om de vragenlijst in te kleden in de uitleg van het onderzoek, werd de gebruiker doorgelinkt naar de Stop it Now! onderzoekswebsite. Op deze site werd extra uitleg en informatie omtrent het onderzoek gegeven. Zodoende was er een evenwicht tussen het aanbieden van informatie en gebruikersvriendelijkheid (direct en snelle toegang tot de vragenlijst). Procedure in het werven van gebruikers voor de online vragenlijst Door de hulplijn medewerkster werd ingeschat of bellers geattendeerd konden worden op de online vragenlijst. Indien er onvoldoende vertrouwen was opgebouwd tijdens het gesprek en/of de beller was nog te zeer in crisis, werd de vraag om te participeren in onderzoek niet gesteld. Het bedienen van de hulplijn bleef gedurende het onderzoek voorop staan. Deze constructie verliep zonder problemen. Onbekend is hoeveel mensen - na de vraag om mee te werken aan het onderzoek - de vragenlijst daadwerkelijk hebben ingevuld. Het werven van gebruikers voor de diepte-interviews Om gebruikers te werven voor diepte-interviews werden verschillende mogelijkheden onderzocht. De eerste mogelijkheid was dat een onderzoeker op de Stop it Now! NL locatie
60
Welke adviezen kregen de gebruikers en hoe hebben zij de hulplijn ervaren?
aanwezig zou zijn om het interview te houden. Direct na een telefoongesprek met de hulplijn medewerkster kon de onderzoeker het interview telefonisch afnemen. Dit plan werd verworpen. Het telefonisch afnemen van het interview zou teveel interfereren met andere binnenkomende gesprekken vanwege geluidsoverlast en het bezet houden van de hulplijn. De tweede mogelijkheid was om gebruikers door te verwijzen naar het anonieme Stop it Now! NL hulplijn bij de Waag waar een onderzoeker het interview zou afnemen. De hulplijnmedewerkers waren terughoudend om bellers hiervoor te vragen omdat het motiveren van de gebruikers voor een vervolggesprek soms zeer moeizaam kan verlopen en deze vraag bellers zou afschikken. Daarom werden er geen face to face en telefonische interviews met bellers gehouden die alleen contact hadden met de Stop it Now! NL hulplijn (fase I). De derde optie en meest werkbare optie bleek het benaderen van gebruikers die een vervolggesprek met behandelaren van Stop it Now! de Waag hadden gehad. Meerdere sessies konden nodig zijn, voordat het contact met de gebruiker goed genoeg was om hem te vragen deel te nemen aan het onderzoek. Na toestemming van de gebruiker werd een afspraak gemaakt met een onderzoeker. Het diepte-interview werd aansluitend aan een reguliere afspraak met de behandelaar gehouden. Sommige gebruikers gaven de voorkeur aan de aanwezigheid van hun behandelaar tijdens het interview of wilden alleen door hun behandelaar geïnterviewd worden. Ook bestond de mogelijkheid om in plaats van een interview de online vragenlijst alleen of samen met de behandelaar in te vullen. Resultaten van online vragenlijst en diepte-interviews In totaal werden 11 gebruikers geïnterviewd en 20 vragenlijsten ingevuld. Na een kwaliteitsanalyse van de onderzoeksgegevens bleek dat 15 vragenlijsten niet geschikt waren door ontbrekende gegevens op ten minste 90 procent van de vragen. Bij vijf van de 15 vragenlijsten werd het voornemen uitgesproken om contact met de hulplijn op te gaan nemen, maar hierover werd geen verdere uitleg gegeven. De overige tien vragenlijsten leken uit nieuwsgierigheid getest te zijn of waren gebruikt om wantrouwen tegenover de hulplijn te uiten. Van de vijf voltooide vragenlijsten bleken slechts drie voldoende informatie te bevatten om in de volgende secties beschreven te worden. De informatie uit de twee laatste vragenlijsten, ingevuld door een professional en iemand die zich zorgen maakten over een (potentiële) pleger, was te oppervlakkig voor verdere analyses. Beide gebruikers gaven aan de website te hebben bezocht en contact te hebben opgenomen met de hulplijn via de telefoon en e-mail, maar hebben deze contacten niet geëvalueerd. De kwaliteit van 11 face to face interviews waren ondanks korte antwoorden van de gebruikers inhoudelijk goed. De resultaten van de drie vragenlijsten en 11 interviews worden in de volgende paragrafen als een groep beschreven worden. In totaal waren er 13 mensen die zich zorgen maakten over hun seksuele gevoelens voor kinderen, internet gedrag en/of contact met kinderen en was een partner geïnterviewd.
61
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Bekendwording De meerderheid van de gebruikers ( n = 8 ) was bekend geworden met Stop it Now! NL via de media ( televisie, radio, krant of internet ). Een persoon werd doorverwezen door de politie en de andere gebruikers hoorde over Stop it Now! via hun familie of huisarts. Van de 13 mannen hebben zes contact met Stop it Now! NL opgenomen omdat ze zelf bezorgd waren over hun eigen gedrag of gevoelens. De andere zeven mannen werden gemotiveerd door hun vrouw of de politie om contact op te nemen, in sommige gevallen als gevolg van een dreigende scheiding of strafrechtelijke vervolging. Advies en ondersteuning Stop it Now! hulplijn (fase I) De meeste mannen gaven aan angstig te zijn voordat ze contact opnamen met de hulplijn (een gemiddelde score van 7,5 op een schaal van 10). Hun angst werd met name gevoed door schaamte om over hun pedofiele gevoelens te praten en de mogelijke gevolgen van het bellen met de hulplijn, namelijk de acceptatie van hun pedofiele gevoelens, vervolging of (mogelijke) echtscheiding.
Welke adviezen kregen de gebruikers en hoe hebben zij de hulplijn ervaren?
over hun eigen gevoelens, gedrag en situatie, met name omdat ze hun geheim eindelijk konden delen. Hoewel hun angst na het eerste contact was gezakt, gaven sommige gebruikers aan dat de stap naar reguliere behandeling een nieuwe angst voor blootstelling of vervolging teweeg bracht. Na de anonieme sessies met een behandelaar bij de Waag, gaven ze aan meer bewust te zijn van hun problemen en beter met hun problemen te kunnen om gaan. Sommigen vonden ook dat in behandeling gaan hen een sterkere positie zou geven als de politie zou komen voor een controle of therapie werd als bewijs gezien voor het niet handelen naar hun pedofiele gevoelens. De meeste gebruikers ondernamen meer sociale activiteiten, positieve hobby’s, kregen weer contact met hun familie, partner en kinderen (onder begeleiding). Twee mannen gaven expliciet aan gestopt te zijn met het kijken van kinderporno. Een minderheid van de gebruikers gaf aan (nog) geen verandering in hun leven te ervaren, anderen zagen het accepteren van hulp als het begin van een nieuw leven.
TEKSTBOX 7. KINDERPORNO DOWNLOADER
Over het algemeen werd het eerste contact met de hulplijn als goed en geruststellend ervaren. Een van de gebruikers gaf echter aan het eerste contact als pijnlijk te hebben ervaren omdat hij de indruk had dat de hulplijnmedewerkster dacht dat zijn verhaal nep was. Twaalf mannen kregen het advies om contact op te nemen met een behandelaar en werden doorverwezen naar Stop it Now! NL de Waag (fase II) voor een vervolggesprek. Een gebruiker verschafte geen informatie over het advies van de hulplijn medewerksters.
Anonieme man belt naar de hulplijn en is in stress. Afgelopen week is er een inval geweest en zijn leven ligt volledig overhoop. Al zijn computers en USB sticks zijn meegenomen. Sinds de inval gaat het emotioneel slecht met hem. Hij voelt zich schuldig naar zijn gezin. De drang om kinderporno te downloaden is echter te groot. Hij kan zich niet meer beheersen.
Advies en ondersteuning Stop it Now! NL de Waag (fase II) De mannen hebben de doorverwijzing naar de Waag als snel en gemakkelijk ervaren. De meeste van hen sprak binnen een week telefonisch of face to face met een behandelaar.
Tijdens een anoniem gesprek bij de Waag vertelt hij dat hij wel eens melding heeft gedaan van kinderpornografie bij Meldpunt Kinderporno. Zijn geweten bleef echter aan hem knagen. Hij wil af van de ellende en pijn die het hem bezorgt. Hij geeft aan dat hij door de gesprekken beseft wat wel en wat niet kan, maar ook hoe het voor hemzelf werkt. Hierdoor durft hij het gesprek weer met zijn vrouw aan en mag hij onder begeleiding zijn kinderen weer zien.
De mannen en de partner waren erg tevreden over de behandelaar bij de Waag. Ze voelden zich gehoord, begrepen en gesteund. De meerderheid van de gebruikers gaven aan gemotiveerd te zijn voor behandeling. Ze voelden de noodzaak hun pedofiele gevoelens te begrijpen en hadden de motivatie om met deze gevoelens te leren omgaan. De mannen die nog ambivalent tegenover therapie stonden, waren bang voor lastige vragen van collega’s vanwege afwezigheid op het werk of waren niet zeker over wat een nieuwe therapie zou toevoegen aan hun eerdere ervaringen met de behandeling. Een gebruiker gaf aan zijn pedofiele gevoelens niet als een probleem te ervaren, maar toch tot behandeling besloot om zijn huwelijk te redden. Persoonlijke impact Na het eerste contact met de hulplijn (fase I) voelden de gebruikers zich opgelucht en hun eerste gemiddelde angst score van 7,5 zakte naar een gemiddelde score van 3 op een schaal van nul tot 10, een daling van 60 procent. Tijdens het gesprek met de hulplijn medewerkster voelden ze een bevestiging van hun beslissing om te bellen. Ze voelden zich meer in controle 62
Wat als Stop it Now! NL niet zou hebben bestaan? De algemene reactie op de vraag wat iemand gedaan zou hebben als Stop it Now! NL niet zou hebben bestaan, was dat het zoeken van hulp moeilijker of zelfs onmogelijk zou zijn geweest. De meeste gebruikers zouden uiteindelijk hebben geprobeerd hulp te zoeken via vrienden of huisarts. Anderen geven aan dat ze geen hulp zouden gaan zoeken. Anonimiteit Anonimiteit is het belangrijkste kernelement van Stop it Now! NL, het verlaagt de drempel om hulp te zoeken. De helft van de gebruikers vond de anonimiteit van de hulplijn het belangrijkste voordeel van de hulplijn. De gebruikers waren van mening dat anonimiteit van de Stop it Now! NL hulplijn dient te blijven bestaan.
63
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Samenvatting en conclusie De beoogde doelgroep van Stop it Now! NL is ook de doelgroep die voornamelijk belt naar Stop it Now! NL de Waag. Het eerste gesprek duurt gemiddeld een half uur, plus 15 minuten indirecte tijd. In de gespreksduur van de vervolggesprekken zit een duidelijk verschil in, korte gesprekken van 5 minuten tot lange gesprekken van 95 minuten exclusief indirecte tijd. Gemiddeld hebben gebruikers twee anonieme gesprekken bij de Waag. De samenwerking tussen de medewerkers van hulplijn in de eerste fase en de medewerkers van de Waag in de tweede fase verloopt goed. Het doel om gebruikers uit de anonimiteit te halen en naar reguliere behandeling door te laten stromen lijkt goed te lukken. Ongeveer 85.7 procent stroomt door naar reguliere behandeling.
Aanbevelingen van gebruikers ●●
●●
●●
●●
Het genereren van meer bekendheid en het investeren in continue publiciteit voor de hulplijn werd het meeste aangeraden. Ook werden langere openingstijden van de hulplijn (fase I) voorgesteld. Met name een uitbreiding van de openingstijden van de hulplijn in de ochtend. De ervaring bestond dat na een nacht vol onrust en slecht slapen het moeilijk was om te wachten tot de middag om met iemand te kunnen praten. Als laatste suggestie werd aangedragen om de procedure van een gesprek heel duidelijk uit te leggen op de website, bijvoorbeeld: U zult eerst een bericht horen waarin uitleg wordt gegeven over de anonimiteit voordat u daadwerkelijk een echt persoon te spreken krijgt. Het lijkt niet altijd bij de gebruikers duidelijk te zijn welke services de hulplijn biedt. Waarschijnlijk heeft dit te maken met de snelle ontwikkelingen die bij de hulplijn plaatsvinden. Zo werd door een gebruiker voorgesteld om een e-mailservice te starten alleen bestaat deze service al.
Stakeholders aan het woord
7. Stakeholders aan het woord Ten behoeve van de evaluatie van Stop it Now! NL werden 13 (potentiële) belanghebbenden van Stop it Now! NL geïnterviewd in de periode maart – juli 2013. De onderstaande geïnterviewden werden benaderd voor een interview vanwege hun interesse en/of expertise op het gebied van seksueel kindermisbruik. Allen reageerden coöperatief. Een medewerker van zorgverzekeraar Achmea werd benaderd voor het interview maar gaf te kennen dat de inbreng voor het Stop it Now! project dermate gering is dat het evalueren in de vorm van een interview niet gepast is, ondanks dat de doelstelling van het project ondersteund wordt. In het begin stadium van het project is advies gegeven over hoe om te gaan met de verwijzing van de huisarts. Voordat de analyses van de interviews in het rapport werden gezet, is contact met de stakeholder opgenomen voor verificatie. Het betroffen de belanghebbenden uit de volgende sectoren: Politiek en overheid 1) Politiek: Tweede Kamerlid Socialistische Partij (SP) 2) Gemeente: Bestuursadviseur Gemeente Amsterdam, directie Openbare Orde en Veiligheid met een specifieke taak om de burgemeester te adviseren over veiligheidsaspecten rond huiselijk geweld en zeden. Strafrechtelijk 3) Politie: Teamchef zedenpolitie voormalig regio Hollands Midden4 4) Reclassering: COSA regiocoördinator Reclassering Noord Holland 5) Advocatuur: Strafrecht advocaat 6) Openbaar Ministerie: Officier Landelijk Parket van het Openbaar Ministerie verantwoordelijk voor Kinderporno en kindertoerisme Reguliere en forensische ggz 7) Reguliere ggz: Beleidsmedewerker en een onderzoeker van Slachtofferhulp Nederland 8) Forensische ggz: Directie (directeur zorg en directeur bedrijfsvoering) de Waag, centrum voor ambulante forensische ggz Ervaringsdeskundigen 9) Drie medewerkers van de website Pedofilie.nl
4 Zedenpolitie voormalig regio Hollands Midden is tegenwoordig de Nationale Politie en behoort met de zedenafdeling tot de eenheid Den Haag.
64
65
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
In de interviews kwamen de volgende inhoudelijke thema’s aan bod die hierna staan uitgewerkt: 1. Bekendheid met en mate van betrokkenheid bij Stop it Now! NL 2. (Potentiële) gebruikers van en verwijsroutes naar Stop it Now! NL 3. Maatschappelijke en juridische veranderingen ten aanzien van het hebben van seksuele gevoelens voor kinderen en seksueel kindermisbruik. 4. De meerwaarde en mogelijke impact van Stop it Now! NL op het voorkomen, dan wel terugdringen van seksueel kindermisbruik.
7.1 Bekendheid met en mate van betrokkenheid bij Stop it Now! NL Politiek en overheid als financiers van Stop it Now! NL De geïnterviewde van de SP geeft te kennen dat Stop it Now! NL ter sprake kwam in het Algemeen Overleg van de Tweede Kamer in het kader van de opsporing en bestrijding van kinderpornografie. Stop it Now! NL werd gezien als een van de mogelijke preventieve maatregelen om seksueel kindermisbruik tegen te gaan (zie ook tekstbox 8 voor aanvullende informatie over het Algemeen Overleg Tweede Kamer en Kamervragen). Vanuit de noodzaak om ook in preventieve zin actie te ondernemen tegen seksueel kindermisbruik ontving Stop it Now! NL een subsidie van de Ministeries van Veiligheid en Justitie (V&J) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) (zie ook tekstbox 9 voor aanvullende informatie over de Subsidie vanuit de politiek en gemeenten). Ook vanuit de gemeenten, in het bijzonder door de gemeente Amsterdam werd het belang van Stop it Now! NL onderkend, zo geeft de geïnterviewde van de gemeente Amsterdam te kennen. Er werd ingezien dat de bestaande interventies vooral waren gericht op veroordeelde daders en dat (potentiële) daders die nog niet in beeld waren bij politie of justitie onvoldoende werden bereikt. Het is van belang dat mensen die worstelen met pedofiele gevoelens ergens terecht kunnen voor hulp. Er wordt te weinig gedaan om de mensen te bereiken die nog niet in beeld zijn bij politie of justitie. Stop it Now! NL wordt door de gemeente Amsterdam gezien als een ingang tot deze, tot op heden nog niet bereikte, doelgroep. Gemeente Amsterdam, zo verwoordt geïnterviewde, vindt het dan ook belangrijk om een (financiële) bijdrage te leveren om seksueel kindermisbruik te voorkomen en te stoppen. Ook in tijden van de huidige economische crisis is het van belang om breed te blijven kijken wat hier tegen gedaan kan worden, van preventief tot repressief. De gemeente Amsterdam ondersteunde Stop it Now! NL financieel onder de voorwaarde dat inzicht wordt verschaft of de subsidie wordt uitgegeven conform de gemaakte afspraken, uitgedrukt in specifieke cijfers en vooral gericht op mensen uit Amsterdam (zie ook tekstbox 9 voor aanvullende informatie over de Subsidie vanuit de politiek en gemeenten).
66
Stakeholders aan het woord
TEKSTBOX 8. ALGEMEEN OVERLEG (AO) TWEEDE KAMER EN KAMERVRAGEN In een Algemeen Overleg wordt door één of meer Tweede Kamercommissies met één of meer ministers en/of staatssecretarissen van gedachten gewisseld over het beleid. Dit gebeurt bijvoorbeeld naar aanleiding van een brief van het kabinet. Omdat een algemeen overleg snel bijeen kan worden geroepen, is het een goede vorm om actuele zaken aan de orde te stellen. Van een algemeen overleg wordt een woordelijk verslag gemaakt. Een (concept-)verslag kan op de plenaire agenda van de Tweede Kamer worden geplaatst, maar er mag alleen een kort debat (een zogenaamd twee-minutendebat) over plaatsvinden. Een verslag van een algemeen overleg (VAO) wordt alleen geagendeerd als een commissielid een motie wil indienen naar aanleiding van het overleg. In het Algemeen Overleg van de Tweede Kamer werden de thema’s Kindermishandeling en Kinderpornografie regelmatig besproken. In deze overleggen werd meerdere malen gerefereerd aan Stop it Now! NL als (mogelijke) preventieve maatregel om (potentiële) daders van seksueel kindermisbruik te helpen teneinde het misbruik te stoppen. Ook naar aanleiding van Kamervragen kwamen deze thema’s in het algemeen en Stop it Now! NL in het bijzonder aan bod. Op 2 december 2010 zijn tijdens het Algemeen Overleg in de Tweede Kamer door mevrouw Arib (PVDA) vragen gesteld over een Duits project inzake hulpverlening aan downloaders van kinderporno. Mevrouw Arib gaf in haar betoog aan dat ze het een bijzonder project vond, omdat mensen die seksuele interesse in kinderen hadden door een link op internet werden doorverwezen naar een hulpverleningsinstantie. Zij vroeg of iets dergelijks ook in Nederland mogelijk zou zijn en of het Meldpunt Kinderporno daarbij een rol zou kunnen spelen. Op de vragen van Kamerleden Gesthuizen en Kooiman (beiden SP) over het gebrek aan behandeling van pedofilie en het plan van de minister om maatregelen te nemen reageerde Minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op 11 maart 2011 dat er momenteel expertise aanwezig is waar pedofielen terecht kunnen voor behandeling. Maar … “vanwege het taboe rond deze stoornis is het echter zeer lastig om deze doelgroep in behandeling te krijgen. Pedofielen (die nog niet de fout in zijn gegaan) moeten zich namelijk vrijwillig aanmelden voor behandeling en dus hun gedrag als problematisch ervaren. Vandaar dat ik het initiatief wil nemen om vroegtijdige hulpverlening te stimuleren. Dit op een vergelijkbare manier als de verschillende campagnes, die in omringende landen zijn gestart om kindermisbruik te voorkomen. Dat betekent dat ik veldpartijen ga vragen om bijvoorbeeld de Engelse campagne Stop it Now! NL naar de Nederlandse situatie te vertalen. Vervolgens zal ik de effecten hiervan actief monitoren.” (p2). Bronnen: http://www.parlement.com/id/vh8lnhrpmxv3/algemeen_overleg_ao; 32 500 IV NR75 Algemeen Overleg 2 december 2013; 2011Z00816 Beantwoording Kamervragen over het gebrek van behandeling van pedofilie, 11 maart 2013. 67
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
TEKSTBOX 9. SUBSIDIE VANUIT POLITIEK EN GEMEENTEN In het najaar van 2011 ontving Stop it Now! NL een startsubsidie van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van €250.000,- voor de periode tot eind 2012. Eind 2012 werd een verlenging van de subsidieperiode met een half jaar toegezegd. In het voorjaar 2013 werd - door het aflopen van de startsubsidie - het voortbestaan van Stop it Now! NL bedreigd. De noodklok werd geluid en er kwam veel aandacht en steun vanuit de media voor het voortbestaan van de hulplijn. Vanuit de politieke partijen in de Tweede Kamer wordt het belang en het voortbestaan van Stop it Now! NL ook onderstreept. Vervolgens wordt een eenmalige handreiking gedaan van €75.000,- bovenop de eerdere startsubsidie, deze keer door het Ministerie van Veiligheid en Justitie samen met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Bij de verstrekking van de startsubsidie werd benadrukt dat vervolgsubsidies en sponsoring vanuit instanties in de samenleving zouden moeten komen. In de eerste anderhalf jaar van Stop it Now! NL werd veel aandacht besteed aan het aanboren van andere financieringsbronnen. Door nieuwe handreiking kreeg de hulplijn meer tijd om haar werkzaamheden voort te zetten terwijl zij de zoektocht naar andere financieringsbronnen kon voortzetten. Dit lukte gedeeltelijk. In 2012 besloot het College van Burgemeester en Wethouders om - in het kader van het Plan van aanpak seksueel kindermisbruik, preventieprogramma plegers - subsidie voor het project Stop it Now te verlenen. Een bedrag van €15.000,werd beschikbaar gesteld voor verdiepingsgesprekken van daderbehandelcentrum de Waag met bellers naar de telefonische hulplijn. Ingeschat werd dat hiermee 20 mensen konden worden geholpen. Onlangs werd de subsidie van de gemeente Amsterdam verlengd. Ook de gemeente Den Haag ondersteunt de hulplijn met een bedrag van €20.000,-. Vanuit het bedrijfsleven en andere liefdadigheidsstichtingen blijkt sponsoring echter erg moeilijk. Bedrijven willen niet geassocieerd worden met pedofilie en pedoseksualiteit. Ondanks de nadruk die vanuit Stop it Now! NL bij voortduring op het voorkomen van seksueel misbruik wordt gelegd, blijven bedrijven huiverig voor de negatieve uitstraling en publiciteit. Toen eind 2013 weer zorg kwam omdat bleek dat - in ieder geval op dat moment - zonder steun vanuit de overheid Stop it Now! NL niet kan overleven namen het Ministerie van Veiligheid en Justitie (V&J) en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gezamenlijk de stap om Stop it Now! NL voor 2014 te subsidiëren met €65.000. Samen met de gemeente subsidies kan Stop it Now! NL in 2014 in ieder geval voortbestaan. Ook is het verheugend dat een industrieel ondernemer toegezegd heeft de hulplijn vanaf april 2014 financieel tijdelijk te gaan steunen. Bronnen: Bericht van de oprichter van Stop it Now! NL; Subsidieverleningsbesluit 2012 voor Stop it Now, Directie Openbare Orde en Veiligheid, Gemeente Amsterdam
68
Stakeholders aan het woord
Strafrechtelijk De geïnterviewde van zedenpolitie voormalig regio Hollands Midden geeft aan niet direct betrokken te zijn bij de hulplijn Stop it Now! NL. Van oudsher heeft de Waag (als mede-oprichtende partij van Stop it Now! NL) een nauwe samenwerkingsrelatie met de zedenpolitie voormalig regio Hollands Midden. Vanuit die samenwerking werden zij geïnformeerd over de lancering van de hulplijn op 2 april 2012. Voor de reclassering geldt ongeveer hetzelfde. Geïnterviewde van Reclassering Noord Nederland merkt op niet direct samen te werken met de hulplijn Stop it Now! NL en pas over de hulplijn hoorde door een uitnodiging voor de lancering ervan. Ofschoon er geen directe samenwerkingsrelatie bestaat met Stop it Now! NL wordt het gemeenschappelijke doel onderstreept: het bestrijden van seksueel kindermisbruik. De geïnterviewde strafrecht advocaat geeft te kennen niet eerder van de hulplijn te hebben vernomen. De vraag om mee te werken aan een interview ten behoeve van de evaluatie van de Stop it Now! NL was voor hem de eerste kennismaking met de hulplijn. Het Landelijke Parket is tegenwoordig ook verantwoordelijk voor alle kinderpornozaken geeft de geïnterviewde van het OM aan. Dit betekent niet dat alle zaken hier behandeld worden, maar wel dat er landelijk eindverantwoordelijkheid is voor de aanpak en de bestrijding van kinderporno (zie tekstbox 12 voor aanvullende informatie over de Aanpak van het OM). Het raakvlak met Stop it Now! is de pragmatische aanpak. Er is niet alleen een dader benadering maar meer een probleem benadering. Het is van belang om de samenwerking te zoeken en te kijken wat voor toegevoegde waarde er kan zijn in het bestrijden van het fenomeen. Reguliere en forensische ggz De geïnterviewde van Slachtofferhulp Nederland hadden voor het verzoek om een interview niet eerder van Stop it Now! NL gehoord. Voor de Waag als een van de oprichtende partijen van Stop it Now! NL ligt dat anders. De geïnterviewde geeft aan in zijn functie van directeur zorg van de Waag nauw betrokken te zijn geraakt bij de hulplijn. De overweging om een samenwerking aan te gaan, was om iets nieuws te proberen in preventieve sfeer. Zakelijke motieven hadden wat minder de overhand. Ervaringsdeskundigen Enkele medewerkers van de website Pedofilie.nl zochten contact met Stop it Now! NL om een samenwerkingsverband aan te gaan. Vanuit Pedofilie.nl werd het aanbod gedaan om als ervaringsdeskundigen advies te geven over het opzetten van de hulplijn en het maken van reclame voor de hulplijn. Specifiek ging het om vragen als: Welke taal moet je gebruiken om mensen te benaderen die bang zijn om als boeman te worden gezien. De oprichters van Pedofilie.nl zijn naar de lanceringsbijeenkomst van Stop it Now! NL geweest.
69
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Samenvatting en conclusie Uit de interviews met diverse stakeholdersgroepen blijkt dat zij allen begaan zijn met een preventieve aanpak van seksueel kindermisbruik in de vorm van een hulplijn voor (potentiële) plegers. Er wordt onderkend dat het van groot belang is dat mensen die worstelen met hun seksuele gevoelens voor kinderen hulp krijgen. Op bestuurlijk niveau (Ministeries van VWS en V&J en de gemeenten Amsterdam en Den Haag) wordt dit vertaald in een financiële bijdrage aan Stop it Now! NL. De stakeholders zijn over het algemeen op de hoogte van het bestaan van Stop it Now! NL, maar ervaren geen impact van het programma, het wordt verder niet terug zien in hun dagelijkse werkzaamheden of in de maatschappij met betrekking tot bijvoorbeeld beeldvorming. Enerzijds omdat Stop it Now! NL in een preventiever traject zit, anderzijds omdat Stop it Now! NL onvoldoende bekend is. Ze onderstrepen echter het gemeenschappelijk belang van hun eigen organisatie en die van de hulplijn: het bestrijden van seksueel kindermisbruik. Een organisatie als Slachtofferhulp Nederland lijkt op het eerste gezicht lijnrecht tegenover een hulplijn zoals Stop it Now! NL te staan, maar preventie/hulp/rehabilitatie van daders voorkomt nieuwe slachtoffers waardoor Slachtofferhulp Nederland groot voorstander van Stop it Now! NL is. Vanuit de medewerkers van de website Pedofilie.nl spreekt een grote mate van betrokkenheid uit bij Stop it Now! NL vooral daar waar het gaat om de bejegening van pedoseksuelen en het terugdringen van de stigmatisering van de doelgroep van Stop it Now! NL.
7.2 Stakeholders en (potentiële) gebruikers van en verwijsroutes naar Stop it Now! NL
Stakeholders aan het woord
NL wordt door de gemeente Amsterdam gezien als een ingang tot deze, tot op heden nog niet bereikte, doelgroep. Gemeente Amsterdam, zo verwoordt geïnterviewde, vindt het dan ook belangrijk om een (financiële) bijdrage te leveren om seksueel kindermisbruik te voorkomen en te stoppen. Ook in tijden van de huidige economische crisis is het van belang om breed te blijven kijken wat hier tegen gedaan kan worden, van preventief tot repressief. De gemeente Amsterdam ondersteunde Stop it Now! NL financieel onder de voorwaarde dat inzicht wordt verschaft of de subsidie wordt uitgegeven conform de gemaakte afspraken, uitgedrukt in specifieke cijfers en vooral gericht op mensen uit Amsterdam. Strafrechtelijk De zedenpolitie voormalig regio Hollands Midden onderstreept het belang van een preventieve interventie, maar heeft tot nu toe geen verdachten van seksueel misbruik van kinderen doorverwezen naar Stop it Now! NL. Dat heeft alles te maken met het feit dat de politie in beeld is als er al sprake is van een verdachte. Het strafrechtelijke traject dat dan in gang wordt gezet, ligt voorbij de preventieve fase waar Stop it Now! NL vooral op inzet. Dit geldt ook voor de reclassering en de strafrecht advocatuur, die pas in beeld komen als de persoon al onder verdenking staat. In het INDIGO project is de samenwerking tussen diverse ketenpartners in het strafrechtelijk traject en Stop it Now! NL concreet geworden. Volgens de Richtlijn Kinderporno eist de officier van justitie altijd een onvoorwaardelijke gevangenisstraf bij kinderporno (art. 240b WvSr). Lichtere vergrijpen hoeven niet altijd strafrechtelijk worden afgedaan, maar er gebeurt wel altijd iets. Onder omstandigheden kan de officier een zaak voorwaardelijk seponeren, waarbij een hulpverleningstraject wordt opgelegd (zie ook tekstbox 10 voor aanvullende informatie over INDIGO). Wanneer er een huisbezoek van de politie plaatsvindt, kan een waarschuwingsbrief van de officier van justitie overhandigd worden met een folder van Stop it Now! NL.
Politiek en overheid Op bestuurlijk niveau worden er geen potentiële gebruikers doorverwezen naar Stop it Now! NL. Wel geeft de geïnterviewde van gemeente Amsterdam te kennen welwillend te zijn in het meedenken hoe de doelgroep in Amsterdam nog beter bereikt kan worden. Ook vanuit de gemeenten, in het bijzonder door de gemeente Amsterdam werd het belang van Stop it Now! NL onderkend, zo geeft de geïnterviewde van de gemeente Amsterdam te kennen. Er werd ingezien dat de bestaande interventies vooral waren gericht op veroordeelde daders en dat (potentiële) daders die nog niet in beeld waren bij politie of justitie onvoldoende werden bereikt. Het is van belang dat mensen die worstelen met pedofiele gevoelens ergens terecht kunnen voor hulp. Dit om te voorkomen dat ze overgaan tot het daadwerkelijk misbruiken van kinderen dan wel dat dit misbruik zo snel mogelijk stopt. Er wordt te weinig gedaan om de mensen te bereiken die nog niet in beeld zijn bij politie of justitie. Stop it Now!
70
71
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
TEKSTBOX 10. INITIATIEF NIETS DOEN IS GEEN OPTIE (INDIGO) In de periode van 2008 tot en met 2011 werkten partijen (waaronder het OM, de politie, reclassering en gemeentelijke overheid) samen in ongeveer vijftien proeftuinen en door de politie ingerichte pilots. Thema’s waren hennep, mensenhandel, witwassen/onverklaarbaar vermogen, cybercrime en vastgoed. Het Intensiveringsprogramma Cybercrime was vooral een ontwikkelprogramma. Door te investeren in de opbouw van een cybercrime-portefeuille, een Kennis- en Expertisecentrum Cybercrime (KEC) én een actief cybercrime-netwerk, moest de informatiepositie verbeteren én moest het aantal opsporingsonderzoeken cybercrime laten groeien. Binnen het intensiveringsprogramma Cybercrime hebben drie proeftuinen gedraaid waaronder de proeftuin Zambezi die zich vooral bezig hield met het thema kinderporno. Het aanbod van eenvoudige kinderporno-downloadzaken, met name vanuit het buitenland, is veel groter dan de capaciteit om deze zaken op te pakken met een volledige doorzoeking en vervolging. Kinderporno is altijd ernstig, maar er zijn gradaties en beperkte mogelijkheden. Daarom is het Initiatief Niets Doen Is Geen Optie (INDIGO) in 2012 in alle regio’s ingevoerd. Binnen INDIGO worden eenvoudige initiële verdenkingen in downloadzaken op een alternatieve wijze opgepakt. Om kinderporno-downloaders het gevoel van veiligheid en anonimiteit op internet te ontnemen, ontvangen zij een waarschuwingsbrief of e-mail, brengt de politie een huisbezoek of worden de daders uitgenodigd voor een gesprek op het parket of politiebureau. Ook het (al dan niet als voorwaarde bij bijvoorbeeld een voorwaardelijk sepot) aanbieden van een hulpverlenings- of begeleidingstraject valt binnen INDIGO. Bron: Openbaar Ministerie (2012). Intensiveringsprogramma’s: Intensief samenwerken tegen de ondermijnende en georganiseerde criminaliteit. Twee weten meer dan één.
Reguliere en forensische ggz Slachtofferhulp zit net als Stop it Now! NL aan de voorkant van alle trajecten, alleen de doelgroepen zijn anders. In principe verwijst Slachtofferhulp, als daarvoor aanleiding is, door naar maatschappelijk werk, steunpunten en andere instanties zoals instellingen voor reguliere ambulante psychische hulpverlening. Er wordt vanuit Slachtofferhulp een sterke scheiding gehanteerd tussen daders en slachtoffers vanwege het juridische en ethische component (erkenning aan het slachtoffer). De geïnterviewden van Slachtofferhulp geven aan dat het goed is dat ze nu op de hoogte zijn van de website van Stop it Now! NL zodat mensen daar naar verwezen kunnen worden.
72
Stakeholders aan het woord
Stop it Now! NL richt zich vooral op mensen die het moeilijk hebben met hun seksuele gevoelens voor kinderen maar het nog net onder controle hebben of die bang zijn dat het nog een keer gebeurt. Bellers naar de hulplijn worden naar de Waag gestuurd als zij met een forensische behandelaar willen spreken. De Waag is de hekkensluiter van de hulpverlening die Stop It Now! NL biedt. Behandelaren voeren anonieme gesprekken met de bellers en motiveren ze tot daderbehandeling indien nodig. De Waag en andere daderhulpverlenings-organisaties zijn gebaat bij de doorverwijzingen van Stop It Now! NL. Potentiële bellers zitten vooral in het voortraject van de strafrechtelijke keten. De Waag verwijst geen cliënten die reeds in een reguliere forensische behandeling zitten naar de hulplijn. Ervaringsdeskundigen Er bestaat geen structureel contact tussen medewerkers van Pedofilie.nl en Stop it Now! NL; soms post Stop it Now! NL op het forum en soms e-mailt Pedofilie.nl een vraag naar Stop it Now! NL. ‘Wat wij lastig vinden in de communicatie met Stop it Now! NL is de onduidelijkheid over met wie er wordt gecommuniceerd: het zijn verschillende mensen die ondertekenen met het ‘Stop it Now! team’. Medewerkers van Pedofilie.nl willen graag samenwerken met de hulplijn om pedofilie meer bespreekbaar te maken en om mensen met een seksuele voorkeur voor kinderen uit een monsterpositie te halen. Daarnaast zou het goed zijn om meer begrip bij mensen met seksuele gevoelens voor kinderen te creëren voor behandeling. Een deel van hen is tot op heden zeer wantrouwend richting de buitenwereld, er wordt nog veel gedacht dat hulpverlenende instanties direct alle informatie doorspelen aan politie en justitie. Daarbij probeert Pedofilie.nl het begrip te vergroten voor mensen die seksuele gevoelens voor kinderen hebben, maar er niet naar handelen. Deze mensen willen niet stoppen met het hebben van seksuele gevoelens voor kinderen, maar handvatten aangereikt krijgen hoe er mee om te gaan. Deze hulp kan Stop it Now! NL ook bieden. Pedofilie.nl wil de link op hun website naar Stop it Now! NL niet kwijt. ‘Het is een voordeel dat iemand ergens naar toe verwezen kan worden en dat er daadwerkelijk hulpverlening beschikbaar is. Wij hebben nu een professionele hulpverlening die op onze site post. Dit vinden wij prettig. Per situatie wordt bekeken wat de best mogelijke hulp is. Het heeft onze voorkeur om een verhaal eerst door forumgebruikers op onze site te laten beantwoorden’. Personen die op het forum bekennen over de scheef te gaan of dreigen te gaan of een heel complex verhaal hebben worden door Pedofilie.nl doorgestuurd naar Stop it Now! NL. In één jaar tijd maakte Pedofilie.nl ongeveer zes mensen attent op Stop it Now! NL. Van één persoon is bekend dat hij contact heeft opgenomen met Stop it Now! NL. Soms geven de hulplijn medewerksters van Stop it Now! NL op het forum van Pedofilie.nl een reactie.
73
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Pedofilie.nl wil de link op hun website naar Stop it Now! niet kwijt. ‘Het is een voordeel dat iemand ergens naar toe verwezen kan worden en dat er daadwerkelijk hulpverlening beschikbaar is. Wij hebben nu een professionele hulpverlening die op onze site post. Dit vinden wij prettig. Per situatie wordt bekeken wat de best mogelijke hulp is. Het heeft onze voorkeur om een verhaal eerst door forumgebruikers op onze site te laten beantwoorden’. Personen die op het forum bekennen over de scheef te gaan of dreigen te gaan of een heel complex verhaal hebben worden door Pedofilie.nl doorgestuurd naar Stop it Now! NL. In één jaar tijd maakte Pedofilie.nl ongeveer zes mensen attent op Stop it Now! NL. Van één persoon is bekend dat hij contact heeft opgenomen met Stop it Now! NL. Soms geven de hulplijn medewerksters van Stop it Now! NL op het forum van Pedofilie.nl een reactie.
Samenvatting en conclusie Op bestuurlijk niveau worden er geen potentiële gebruikers doorverwezen naar Stop it Now! NL. Het lijkt er op dat projecten in de strafrechtelijke ketensamenwerking, zoals INDIGO, zich bij uitstek lenen om de doelgroep van Stop it Now! NL te bereiken. Andere stakeholders, zoals de reguliere ggz en het zelfhulpplatform Pedofilie.nl, zouden via voorlichting en een link naar de website van Stop it Now! NL nieuwe verwijsroutes kunnen bewerkstelligen, hetgeen door medewerkers van Pedofilie.nl bij een aantal al is gerealiseerd. Gezien de positionering, rollen en taken van Slachtofferhulp Nederland zijn er weinig daadwerkelijk aangrijpingspunten voor een vergaande samenwerking.
7.3 Veranderingen t.a.v. pedofilie en seksueel kindermisbruik Politiek en overheid Er is veel maatschappelijke en politieke onvrede als het gaat om pedofilie en seksueel kindermisbruik. Desondanks schat de geïnterviewde van SP in dat Nederland wel klaar is voor een hulplijn zoals Stop it Now! NL. Alles moet aangegrepen worden om potentieel gevaar op seksueel kindermisbruik te voorkomen en de hulpverlening aan potentiële daders zo laagdrempelig mogelijk te maken. Ook op gemeentelijk niveau constateert geïnterviewde van de gemeente Amsterdam een grote maatschappelijke onrust door onder andere de grote zedenzaak Robert M. Het onderwerp seksueel kindermisbruik is actief aan de orde bij de gemeente en de burgemeester. In het rapport van de Commissie Gunning werd een aantal aanbevelingen gedaan die de gemeente Amsterdam heeft uitgewerkt in 6 actielijnen. Actielijn 5 is de lijn die zich richt op de aanpak van de dader. Een van de maatregelen binnen deze actielijn is het Plan van aanpak seksueel kindermisbruik. 74
Stakeholders aan het woord
TEKSTBOX 11. COMMISSIE GUNNING EN DE AANPAK VAN AMSTERDAM Op 23 december 2011 gaf burgemeester Van der Laan de opdracht aan prof. dr. Louise Gunning om het onderzoek te leiden naar de Amsterdamse zedenzaak aangaande het seksueel misbruiken van vermoedelijk 30 tot 50 kinderen op kinderdagverblijven door Robert M. Aan de commissie Gunning werd gevraagd om alle feiten en omstandigheden te onderzoeken met betrekking tot de vraag hoe het (mogelijke) misbruik van de kinderen op de kinderdagverblijven en via de betreffende internetoppascentrale(s) heeft kunnen plaatsvinden. Het onderzoek richtte zich op de periode tot 7 december 2010, het moment dat de 27-jarige verdachte Robert M. werd aangehouden. Het doel was om lessen te trekken voor de toekomst die leiden tot een betere beveiliging van kinderen op de kinderopvang. In een eerste reactie van het bestuur van Amsterdam werd het volgende gesteld: “Het rapport van de commissie Gunning richt zich met name op de kinderopvang en het stelsel eromheen. Wij willen hier benadrukken dat kindermisbruik en kinderporno vormen van criminaliteit zijn, die om meer vragen dan wijziging van houding en werkwijzen in de kinderopvang en het stelsel eromheen. Bestrijding ervan is ook breder noodzakelijk met alle mogelijke middelen. Wij zullen landelijke initiatieven gericht op de daders en preventie ondersteunen, participeren in landelijke pilot-projecten en waar nodig meewerken aan de totstandkoming van mogelijke noodzakelijke wijzigingen in wet- en regelgeving.” (p4). De gemeente Amsterdam stelde naar aanleiding van het rapport van de commissie Gunning een zestal actielijnen op waarin de aanbevelingen van de commissie werden opgenomen. Van de zes actielijnen richt vooral actielijn 5 ‘Brede aanpak mogelijke daders’ zich op het realiseren van een brede aanpak van daders met nationale en lokale partners. Gerelateerd hieraan vond op 8 november 2011 een ambtswoninggesprek plaats “… waarbij deskundigen op dit thema aanwezig waren. Aan tafel zaten onder andere vertegenwoordigers van daderbehandelcentrum de Waag, Reclassering Nederland en het Openbaar Ministerie. Onderwerp van gesprek was een inventarisatie van interventies waarmee (potentiële) plegers van seksueel misbruik op preventieve wijze kunnen worden aangepakt. De focus lag daarbij op interventies die in Amsterdam kunnen worden ingezet” (p10). Bronnen: http://www.amsterdam.nl/algemene_onderdelen/overige/zedenzaak/nieuws/ burgemeester-neemt/#h3_2; 1ste voortgangsrapportage (nog naar op zoek); 2de voortgangsrapportage vervolg commissie Gunning
75
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Strafrechtelijk De maatschappelijke veranderingen ten aanzien van seksueel kindermisbruik merkt de zedenpolitie voormalig regio Hollands Midden vooral in de internet activiteiten. “Er wordt extreem veel kinderporno gedownload, zelfs in de netste buurten. Het is veiliger op straat dan achter de computer. Dit heeft niet alleen te maken met de grote hoeveelheid kinderporno die wordt gedownload. Het betreft ook het benaderen van minderjarigen via de webcam etc. (grooming)”, zo stelt de geïnterviewde van de zedenpolitie. Geïnterviewde van de reclassering merkt op dat pedofielen na het uitzitten van hun straf veel langer worden begeleid dan voorheen. Ook door de geïnterviewde strafrecht advocaat wordt dit opgemerkt. Tegelijkertijd bestaat het gevoel dat (potentiële) daders bang zijn om als Benno L. afgeschilderd te worden. De aanhouding van Robert M. in december 2010 heeft als een katalysator gewerkt geeft de geïnterviewde van het OM aan. Iedereen was doordrongen van de noodzaak om kinderporno aan te pakken met capaciteit en zo efficiënt mogelijk. De minister heeft onder andere bepaald dat het identificeren en zo mogelijk ontzetten van slachtoffers prioriteit dient te krijgen (zie tekstbox 12 voor aanvullende informatie over de Aanpak van het OM). Het toewijzen van zaken gebeurt volgens het zogenaamde stoplichtmodel met drie categorieën. Groen: een persoon die een paar plaatjes downloadt, niet extreem, en zonder dat er aanwijzingen zijn van misbruik door die persoon. Oranje: gevallen waarbij het gaat om meer dan enkele plaatjes, als de een gevoelig beroep of hobby heeft. Ook is een zaak oranje als mogelijk een slachtoffer kan worden geïdentificeerd. Rood: zaken waarbij er aanwijzingen zijn dat de verdacht zelf kinderen heeft misbruikt. Commerciële verspreiding, zaken met aanwijzingen dat er een Nederlands slachtoffer bij een zaak betrokken is of zaken waarbij een bijzondere opsporingsmethode worden gebruikt. Nieuw is ook dat het landelijk team zelf actief gaat rechercheren op internet. Actief internet rechercheren gebeurde wel al op regionaal niveau, maar het wordt nu structureel en bovendien landelijk gecoördineerd.
Stakeholders aan het woord
TEKSTBOX 12. AANPAK EN ROL VAN HET OM OM en politie hebben enkele jaren geleden gekozen voor een hardere aanpak van kinderporno en het tegengaan van het achterliggend seksueel misbruik. De bestrijding daarvan is een landelijke prioriteit geworden. Belangrijke ingrediënten van de nieuwe benadering zijn een verdubbeling van de capaciteit bij de politie en het inrichten van een gezamenlijk landelijk expertisecentrum van het OM en de politie. Kinderporno en seksueel misbruik overschrijden regionale en vaak ook nationale grenzen, omdat hierbij gebruikt wordt gemaakt van ICT (zowel bij het maken, verspreiden als downloaden). Er is dus een directe relatie tussen de bestrijding van cybercrime en kinderporno. Daarom zijn ook in de organisatiestructuur de afgelopen jaren veranderingen aangebracht. In 2012 is de verdubbeling van de politiecapaciteit – van 75 fte naar 150 fte – gerealiseerd. Er is nu een landelijk team van 40 fte en er zijn tien eenheden in de regio met in totaal 110 fte. Een belangrijke verschuiving in de bestrijding van kinderporno en het tegengaan van seksueel misbruik is de scherpere focus op het slachtoffer. Het OM staat immers voor het slachtoffer. Bron: http://www.jaarberichtom.nl/jaarverslag-2012/ S_1013_Jaarbericht201201/ S_1032_HighImpactCrime19/S_1035_Seksueelmisbruik22/a1265_default De wens van de Tweede Kamer was dat de politie zich veel meer moest gaan richten op de identificatie van slachtoffers en het stoppen van de misbruiksituatie. Dit is een nationaal programma geworden en voor de duur van drie jaar belegd bij het landelijk parket. Vroeger werd wel eens volstaan dat met het bezit van kinderporno een ronde zaak was. Nu wordt gezegd dat er alles aan gedaan moet worden om te kijken of de slachtoffers geïdentificeerd kunnen worden. Deze kinderen zitten namelijk mogelijk nog in een actueel misbruik situatie wat beëindigd moet worden. Reguliere en forensische ggz De geïnterviewde uit het forensische veld heeft de indruk dat de maatschappij aanmerkelijk minder tolerant is naar mensen met een afwijkende seksuele voorkeur. Tolerantie zou er niet moeten zijn naar mensen die handelen naar hun seksuele voorkeur voor kinderen, maar er zou ook vanuit een maatschappelijk belang humaner om moeten worden gegaan met mensen die hun voorkeur niet willen omzetten in gedrag. Ervaringsdeskundigen Na het verbod op Vereniging Martijn leek het erop dat er mensen met extremere meningen op het forum van Pedofilie.nl kwamen. Dit lijkt nu weg te zijn. Ook bestond er een angst dat
76
77
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Pedofilie.nl verboden zou worden na de opheffing van Vereniging Martijn (zie ook tekstbox 13 voor aanvullende informatie over Vereniging Martijn). Pedofilie.nl wil voor leden geen mogelijkheid aanbieden op de site om onderling privé boodschappen te kunnen uitwisselen. Vereniging Martijn heeft hier problemen mee gehad. Bij Vereniging Martijn konden mensen buiten het forum op de site informatie uitwisselen. Het staat de bezoekers van Pedofilie.nl vrij om via de mail contact met elkaar te hebben, maar dit gaat altijd buiten de site om. Het is een juridisch en verantwoordelijkheid verschil.
Samenvatting en conclusie Een succesvolle implementatie van een hulplijn zoals Stop it Now! NL is mede afhankelijk van de politieke en maatschappelijke tolerantie ten aanzien van mensen met pedofiele gevoelens. Voor een integrale aanpak van seksueel kindermisbruik zijn zowel preventieve als repressieve maatregelen (waaronder een scherper opsporingsbeleid en striktere afdoening) nodig. Zaken als Robert M. en Benno L. hebben een verminderde tolerantie ten aanzien van pedofilie in gang gezet.
TEKSTBOX 13. VERENIGING MARTIJN Vereniging MARTIJN is een Nederlandse vereniging die streeft naar wettelijke en maatschappelijke acceptatie van seksuele relaties tussen volwassenen en kinderen. De vereniging wordt bekritiseerd vanwege het positieve standpunt ten aanzien van pedofilie. De Vereniging Martijn was van mening dat erotische contacten en wederzijds als plezierig ervaren seksuele relaties tussen volwassenen en kinderen niet schadelijk zijn en maatschappelijk geaccepteerd zouden moeten worden. Onderdeel van deze website was een forum, waarop eind augustus 2009 ongeveer 186 ‘members’ toegang hadden om berichten te plaatsen. Op 27 juni 2012 heeft de rechtbank in Assen de vereniging verboden. De rechtbank achtte seksueel contact tussen volwassenen en kinderen in strijd met de algemeen aanvaarde normen en waarden die in de Nederlandse maatschappij gelden. De vereniging werd meteen ontbonden ondanks het feit dat ze in theorie binnen drie maanden nog hoger beroep hadden kunnen aanvragen. Echter, op 2 april 2013 werd dit verbod teruggedraaid door het gerechtshof in Leeuwarden, nadat de vereniging in hoger beroep is gegaan. Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Vereniging_MARTIJN
78
Stakeholders aan het woord
7.4 De meerwaarde van Stop it Now! NL in het voorkomen, dan wel terugdringen van seksueel kindermisbruik Politiek en overheid Het is de taak van de politiek om ervoor te zorgen dat er een balans is tussen preventieve en repressieve maatregelen. Stop it Now! NL kan worden gecategoriseerd onder een van de preventieve maatregelen die er toe zou kunnen leiden dat meer mensen hulp gaan zoeken die anders niet bereikt zouden worden. Mensen weten dat ze niet goed bezig zijn, maar weten niet goed wat er mee te doen. Pas wanneer ze tegen de lamp lopen, wordt hen hulp aangeboden. Het is heel belangrijk om dat te voorkomen dat zoveel mensen met die gevoelens blijven zitten omdat ze de stap naar de hulpverlening niet durven te nemen. Het bestaan van Stop it Now! NL is belangrijk. De hulplijn is gratis en anoniem en dus laagdrempelig, waardoor nieuwe slachtoffers mogelijk kunnen worden voorkomen. Geïnterviewde van de gemeente Amsterdam beseft dat het onderwerp hulp aan (potentiële) daders van seksueel kindermisbruik gevoelig ligt en dat niet iedereen het er mee eens zal zijn dat belastinggeld aan een preventie interventie aan (mogelijke) daders wordt besteed. Toch wordt Stop it Now! NL op gemeentelijk niveau beschouwd als goed en belangrijk voor de samenleving. Een concrete uitspraak over de daadwerkelijke impact van Stop it Now! NL is lastig. De tijd zal leren wat de daadwerkelijke maatschappelijke impact is. Strafrechtelijk Bij de lancering van Stop it Now! NL werd de meerwaarde van deze nieuwe preventieve interventie door zedenpolitie voormalig regio Hollands Midden onderstreept. De hulplijn heeft als doel om nieuwe slachtoffers te voorkomen, maar dit kan (nog) niet worden gestaafd met objectieve cijfers. Daar ligt de uitdaging voor Stop it Now! NL in de toekomst. De meerwaarde van Stop it Now! NL wordt door de geïnterviewde advocaat gezien in het bespreekbaar maken van pedofilie en het verstrekken van informatie. Op deze manier kan pedofilie uit de taboesfeer worden gehaald en het draagt er aan bij dat deze mensen uit de eenzaamheid gehaald worden. Dat laatste is vooral van belang omdat er een nieuwe doelgroep wordt bereikt waardoor wordt voorkomen dat het uit de hand loopt. Stop it Now! NL wordt beschouwd als een goed en verantwoord initiatief. De geïnterviewde van het OM is van mening dat Stop it Now! NL het mogelijk maakt om een zwaar beladen onderwerp bespreekbaar te maken. Het OM en de politie zitten in een fase waarin er slachtoffers zijn. Als dit op welke manier dan ook voorkomen kan worden is dat positief. De hulplijn maakt het palet aan de bestrijding breder. Het effect kan niet precies beoordeeld worden omdat er geen terugkoppeling heeft plaatsgevonden van de resultaten.
79
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Reguliere en forensische ggz De geïnterviewden van Slachtofferhulp moedigen elk initiatief aan waardoor nieuwe slachtoffers van seksueel misbruik kunnen worden voorkomen. Dat geeft Stop it Now! NL bestaansrecht. Een belangrijke meerwaarde van Stop it Now! NL is dat de hulplijn het mogelijk maakt om seksuele gevoelens voor kinderen op een goede manier bespreekbaar te maken en uit de taboesfeer te halen. De hulplijn laat een genuanceerd en rationeel tegengeluid horen van demoniseren van pedoseksuelen en pedofielen. Alleen vervolgen en straffen is te mager. Dit heeft waarschijnlijk meer effect. Daarnaast zijn de anonimiteit en laagdrempeligheid belangrijke positieve punten. Ook voor professionals, zoals huisartsen, heeft de hulplijn een meerwaarde, omdat zij mensen met seksuele gevoelens voor kinderen kunnen doorsturen naar Stop it Now! NL. Op de website van Stop it Now! NL staat een handige zelftest voor mensen met seksuele gevoelens voor kinderen (zie ook tekstbox 14 voor aanvullende informatie over de Zelftest). Directeur zorg van de Waag ziet de meerwaarde van Stop it Now! NL vooral op immaterieel gebied: het is een menselijke interventie die daarom aanspreekt. Pedofilie wordt bespreekbaar gemaakt, mensen kunnen er wat aan doen en hebben een perspectief om uit het monsterhoekje te komen. ‘Stop it Now! NL maakt het namelijk mogelijk dat mensen kunnen worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid en ze nemen deze verantwoordelijkheid door te bellen. Het is dan niet gepast om ze te verketteren of daar stellige standpunten over in te nemen’. De meerwaarde van Stop it Now! NL is dat er genuanceerder wordt gedacht over parafilieën, pedoseksualiteit en zedenplegers in het algemeen. ‘Het is een mooi initiatief omdat het gaat om emancipatie van monster naar patiënt’. Ook in maatschappelijk belang is Stop it Now! NL dus nuttig. De discussie rondom Vereniging Martijn lijkt door de hulplijn wat genuanceerder dan een jaar geleden toen de Vereniging werd verboden. Het is onduidelijk wat de bijdrage van Stop it Now! NL was hieraan, maar onder andere hulpverleners en wetenschappers krijgen door Stop it Now! NL wel een genuanceerder perspectief aangeboden. ‘Stop it Now! NL levert voor de Waag vooral naamsbekendheid op, maar in gesprekken met stakeholders van de Waag leeft voornamelijk het behandelaanbod van de Waag en speelt Stop it Now! NL niet echt een rol. Het zou wel mooi zijn om er aandacht aan te besteden’. Ervaringsdeskundigen Aan mensen die letterlijk de grens overgaan, kan Pedofilie.nl alleen een gesprek aanbieden, zo geven de geïnterviewden van Pedofilie.nl te kennen. Pedofilie.nl is altijd een soort zelfhulpplatform geweest en de operators stappen niet naar de politie als mensen duidelijk een grens overschrijden. Nu kan worden doorverwezen naar Stop it Now! NL en dat geeft het gevoel dat er toch iets mee wordt gedaan. Stop it Now! NL is deels verantwoordelijk voor een grotere maatschappelijke acceptatie voor mensen met seksuele gevoelens voor kinderen. Het is een organisatie die tips geeft en er niet op uit is om af te straffen. Er is meer interesse in het onderwerp onder scholieren
80
Stakeholders aan het woord
TEKSTBOX 14. ZELFTEST De Zelftest op de website van Stop it Now! NL is de Nederlandse vertaling en bewerking van de test die op de website van Stop it Now! UK staat. De test is bedoeld voor mensen die twijfelen of hun gedachten en/of handelen een grens overschrijden. De test bestrijkt de volgende zes risicogebieden. Per risicogebied wordt een toelichting gegeven. 1. Aandacht voor kinderen Kijk je graag naar kinderen en heb je daar romantische of seksuele gevoelens bij? Zoek je vaak bewust het gezelschap van kinderen op? Breng je veel tijd in de omgeving van kinderen door? Denk je weleens dat je gedachten of gedrag met betrekking tot kinderen te ver gaan? 2. Contact met kinderen Heeft een kind je er weleens op gewezen dat je iets deed wat het kind niet wilde? Heeft een volwassene je er weleens op gewezen dat hij/zij jouw gedrag tegenover kinderen vreemd vond? Heb je weleens geprobeerd om geen contact met kinderen meer te leggen, maar ben je daar toch weer mee begonnen? Heb je weleens contact met een kind proberen te leggen door cadeautjes, geld of andere beloningen te geven? Praat je weleens met kinderen over seks, of laat je ze pornografische beelden zien? 3. Gedachten over seks met kinderen Heb je jezelf ooit voorgehouden dat een kind erg volwassen is voor zijn of haar leeftijd, om je beter te voelen over je seksuele gedachten of je gedrag tegenover een kind? Heb je ooit willen stoppen met het op een seksuele manier aanraken van kinderen, of met daarover te fantaseren, maar deed je het toch weer? 4. Internetgebruik Heb je ooit willen stoppen met het kijken naar kinderporno, maar deed je het toch weer? Zoek je op internet contact met anderen die zich seksueel aangetrokken voelen tot kinderen, bijvoorbeeld in nieuwsgroepen? Heb je het internet weleens gebruikt om contact te maken met een kind, in de hoop op een ontmoeting of gesprek over seks? 5. Masturbatie Heb je bij het masturberen seksuele fantasieën die met kinderen te maken hebben? Kijk je tijdens het masturberen naar beelden van kinderen? 6. Invloed op de rest van je leven Denk je weleens dat je leven beter zou zijn als je je niet seksueel aangetrokken zou voelen tot kinderen? Vind je dat je dromen over kinderen of je gedrag te opzichte van hen je relaties thuis of je werk beïnvloeden? Ervaar je door deze gevoelens voor kinderen, angst, schaamte, verwarring, vervreemding of gedachten aan suïcide? Als je je herkent in een of meer van deze risicogebieden, dan adviseren wij je contact op te nemen met onze hulplijn. Bron:www.stopitnow.nl/zelftest
81
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
en het is trendy om over pedofilie na te denken. De media aandacht voor Stop it Now! NL heeft eveneens een positief effect omdat journalisten nu ook naar de mening van Pedofilie.nl vragen. Stop it Now! NL geeft een soort legitimatie aan de website pedofilie.nl.
Samenvatting en conclusie Alle geïnterviewden zijn positief gestemd over de (potentiële) bijdrage van Stop it Now! NL aan de preventie van seksueel kindermisbruik. Common sense zegt dat het helpt. De daadwerkelijke impact, namelijk het aantonen dat door de hulplijn iets niet gebeurd, is echter lastig vast te stellen. De stakeholders zien Stop it Now! NL als een initiatief dat in positieve zin bijdraagt aan de beeldvorming rond pedofilie en het bespreekbaar maken ervan. Kernelementen daarbij zijn de toegankelijkheid en laagdrempeligheid van de hulplijn (gratis en anoniem).
Stakeholders aan het woord
Aanbevelingen vanuit de sectoren Politiek en overheid Politiek ●● Het is goed om een politiek draagvlak te creëren. Het Meldpunt Kinderporno heeft daar voor Stop it Now! NL erg aan bijgedragen. Het Meldpunt Kinderporno heeft een lobby opgang gebracht en heeft de politiek bewust gemaakt. Het is daarom goed om bij een gerenommeerde instelling of organisatie aan te sluiten waarvan bekend is dat wat ze doen ook werkt. Een effectstudie wordt dan ook als waardevol gezien. ●● Het klein beginnen als hulplijn is een positieve strategie. Het risico van groot beginnen is namelijk dat de aandacht ook groter is en mensen daardoor ook vanuit verontwaardiging gaan bellen. ●● Het zou ook goed zijn als een (bekende) Nederlander zich als ambassadeur uitspreekt over dit onderwerp. Gemeente ●● Een belangrijke uitdaging voor Stop it Now! NL is het vergroten van de campagne en bekendheid met de hulplijn. De gevoeligheid van het onderwerp in de maatschappij vergroot deze uitdaging. ●● Door aan te tonen dat Stop it Now! NL seksueel kindermisbruik voorkomt, kunnen ook andere gemeenten en instellingen overtuigd worden om Stop it Now! NL te gaan subsidiëren ten einde Stop it Now! NL een bijdrage te laten leveren aan de aanpak van seksueel kindermisbruik. ●● Voor een mogelijke uitrol in het buitenland wordt aangeraden het zo professioneel mogelijk op te zetten. Er moet een duidelijkere campagne worden gevoerd en meer nagedacht worden over hoe de hulplijn beter onder de aandacht kan worden gebracht bij een breder publiek en hoe de doelgroep beter kan worden bereikt. Strafrechtelijk Reclassering ●● Als een persoon onder toezicht is gesteld van de reclassering zou het directe sociale netwerk van de verdachte door de reclassering naar Stop it Now! NL kunnen worden verwezen. Advocatuur ●● De grootste uitdaging voor Stop it Now! NL is te bewijzen dat het daadwerkelijk seksueel kindermisbruik voorkomt. ●● Stop it Now! NL moet meer naamsbekendheid krijgen in de samenleving, bij de instanties die van belang zijn voor doorverwijzing (GGD, huisartsen, politie), maar ook bij advocaten. Voor een advocaat is het van belang te weten welke mogelijkheden er zijn.
82
83
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Stakeholders aan het woord
Openbaar Ministerie ●● Een potentieel nadeel is dat Stop it Now! NL wordt gebruikt door daders die hulp zoeken zonder dat ze worden gestraft voor wat ze hebben gedaan. Ze komen in de hulpverlening zonder dat ze verantwoording hebben afgelegd voor hun daden. Een van de aspecten waar meer duidelijkheid over zou moeten komen is wanneer je als hulpverlener melding moet doen en wanneer niet. Tot waar reikt de geheimhoudingsplicht? ●● De kracht van Stop it Now! NL is de ketensamenwerking in het algemeen en de samenwerking met het OM in het bijzonder. Er zijn echter zoveel spelers op de markt dat het onoverzichtelijk begint te worden waar je je partners moet vinden. Een strategische positionering van Stop it Now! NL bij diverse spelers is zeer wenselijk. ●● Stop it Now! NL zou diverse relevante online forums kunnen benaderen en actief reclame kunnen maken voor Stop it Now! NL. De kracht zit in de herhaling. Reguliere en forensische ggz Reguliere ggz ●● Ook zou de hulplijn ‘Seksueel Misbruik’ van Slachtofferhulp Nederland de doorverwijzing naar Stop it Now! NL kunnen toevoegen, voor het geval er een dader aan de telefoon is of er het sterke vermoeden bestaan van. Hierdoor kan Stop it Now! NL op de sociale agenda komen te staan. Forensische ggz ●● De uitdaging voor Stop it Now! NL is aan te tonen dat het effectief is. Je doet een beroep op gezond verstand van de financiers, het een tijdje te laten lopen en dan een weg te zoeken naar wat het opbrengt. Wetende dat als er niets wordt gedaan, er ook niets wordt bereikt. ●● Stop it Now! NL is vrij gemakkelijk te implementeren. Het gaat niet over enorme volumes. Het is voor hulpverleners in de ambulante forensische sector niet heel ingewikkeld. Het enige wat ingewikkeld is om de hulplijn te laten voortbestaan, is voldoende financiering. Aangeraden wordt om aan te haken bij een bestaande (forensische) organisatie. ●● Het is belangrijk om een goede vaandeldrager te hebben die blijvend nieuwtjes brengt en reclame maakt om te zorgen dat het animo niet afneemt. Ervaringsdeskundigen ●● Verduidelijken van het privacy beleid: wanneer is er een meldingsplicht en wanneer niet. Hoe anoniem is anoniem? ●● Stop it Now! NL lijkt niet alle doelgroepen te bereiken, namelijk de groep die zelf niet concreet met twijfel zit of waarbij nog geen grens wordt overschreden. ●● De naam Stop it Now! wordt al bedreigend ervaren onder pedofielen. Veel pedofielen willen vaak niet stoppen in het hebben van pedofiele gevoelens, zij willen alleen hun leven op de rit krijgen. De kritiek op de naam verder in het feit dat de naam ‘Stop it Now!’, vooral in combinatie met de formulering van sommige punten in de zelftest waaruit de doelgroep blijkt, de lat voor problematiek erg laag legt. ●● Hoe duidelijker Stop it Now! NL is over de privacy, des te beter de ander de overweging kan maken om al dan niet te bellen. ●● Een medeweker van Stop it Now! NL zou je ook een internetcursus kunnen aanbieden. Op het forum dient er vaker en voorzichtiger gepost te worden om geaccepteerd te worden binnen zo’n community. 84
85
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Kosten analyse Stop it Now! NL
Figuur 2: Overzicht jaarlijkse en opstartkosten Stop it Now! NL
8. Kosten analyse Stop it Now! NL 1 recurrent costs
line 1: Meldpunt
line 2: de Waag
per employee costs pm Staff staff
#
costs pm per employee
costs py
total # employees
per employee
costs pm
costs pm
costs py
Total line 1 and 2 total # employees
costs py
costs pm
costs pm
period april 2012 - april 2013
costs py
costs py
%fte
2
€ 2.580,00
0.6
€ 1.548,00
€ 18.576,00
€ 3.096,00
€ 37.152,00
1
€ 2.580,00
0.4
€ 1.032,00
€ 12.384,00
€ 1.032,00
€ 12.384,00
PR-employee
1
€ 2.580,00
0.1
€ 285,00
€ 3.096,00
€ 285,00
€ 3.096,00
coordinator
1
€ 2.580,00
0.25
€ 645,00
€ 7.740,00
€ 645,00
€ 7.740,00
therapists
8
€ 5.058,00
€ 60.372,00
0.03
€ 734,88 € 8.818,56
subtotal per line
€ 734,88
€ 8.818,56
€ 734,88
€ 8.818,56
total staff line I & II
€ 5.792,88
€ 69.190,56
2 therapists work in shifts of 1 hour each weekly 91,86 hourly rate = 2*91,86= 183,72 weekly
C1 premises (6000 over 18 months)
€ 3.000,00
C2 Media
€ 8.440,32
C2 marketing and publicity
€ 13.750,00
C3 telephone costs (5000 over 18 months)
€ 3.333,00 € 97.713,88
primary costs other costs C4 overheads @5% of primary costs
€ 4.885,69 € 102.599,57
total recurrent annual costs
(N=310) € 330,97 costs per contact in fase I&II
2 set up costs
Total line 1 and 2 B2 Staff training
€ 6.000,00
B5 financial adm & office expenses
€ 4.500,00
B3 Set up telephone
€ 8.000,00
B4 Marketing & publicity
€ 43.500,00
B4 Media
€ 13.833,73
B3 IT software & system
€ 7.500,00
B3 set up supporting system
€ 9.000,00
total set up costs total costs (set up & recurrent)
Funding
researchperiod: april 12 - april 2013 agency Ministry of Health
aug 11 - juni 13
partly included
€ 130.428,00 12 months
Municipality of Amsterdam
€ 15.000,00
juni 12 - juli 13
partly included
€ 12.500,00 10 months
Ministry of Health
€ 30.000,00
juni 13 - dec 13
excluded
Ministry of Justice
€ 40.000,00
juni 13 - dec 13
excluded
Municipality of The Hague
€ 20.000,00
jan 13 - dec 13
excluded
€ 355.000,00
€ 194.933,30
funding first year
€ 250.000,00
total amount
86
funding period
€ 92.333,73
total
€ 142.928,00
87
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Belangrijke vragen in het onderzoek waren wat de kosten zijn van een enkel contactmoment welke kosten er gemoeid waren om de hulplijn op te starten en wat de jaarlijkse kosten zijn. In figuur 2 staan in detail de opstart- en jaarlijkse kosten weergegeven en de subsidies die verkregen zijn voor het opstarten en onderhouden van Stop it Now! NL. Welke dit zijn staat in de kolom ‘funding’ weergegeven. Op basis van de jaarlijkse kosten werden de kosten berekend van een enkel contact.
Kosten analyse Stop it Now! NL
Uitgaande van een gemiddeld aantal van 228 werkdagen per jaar, wordt het aantal van 820.8 contacten per jaar bereikt. Debijna verviervoudiging van het aantal contacten in fase I zal ook gelden voor het tweede gedeelte van de hulplijn. In het eerste jaar waren er 133 contactmomenten in fase 2. Dit zou betekenen dat het aantal contacten zal stijging van 133 naar 478.8 contacten per jaar, 3.6 x 133 contacten = 478.8 contacten per jaar. Voor fase I en II samen is het voorspelde aantal contacten 820.8 + 478.8 = 1299.6 contacten
Opstartkosten De opstartkosten van de hulplijn bedroegen €92.333,73. Deze kosten zijn deels gebaseerd op geschatte kosten omdat de hulplijn gebruik heeft gemaakt van de bestaande infrastructuur van het Meldpunt Kinderporno en de Waag, waaronder de huisvesting en telefooncentrale. De opstartkosten zullen waarschijnlijk rond de €100.000,- liggen als er geen gebruik kan worden gemaakt van een bestaande infrastructuur. Zoals te zien zijn de belangrijkste kostenposten media, marketing en publiciteit. Om een gratis telefoonnummer van een anonieme hulplijn bekendheid te geven moet veel werk verzet worden. De genoemde bedragen zijn vooral salariskosten voor de vele werkuren die hieraan besteed zijn. Daarnaast zijn er de kosten van drukwerk en het startsymposium.
De kosten voor fase 1 blijven in deze berekening gelijk, maar behandelaren uit fase 2 worden per minuut betaald waardoor ook de kosten voor fase 2 verviervoudigen. De voorspelde extra kosten voor fase 2 bij maximale capaciteit van fase 1 : 2.6 x € 8.818,56 (salaris behandelaren in fase 2) = € 24.074,67 (inclusief 5% onvoorziene kosten). De jaarlijks terugkerende kosten waren €102.599,57. In totaal komen de kosten op €126.674,24. Op basis van 1299.6 contacten bedragen de kosten voor een enkel contact €97,47. Het is natuurlijk de vraag of, en wanneer, deze volledige benuttig gehaald zal worden. Het is natuurlijk de vraag of, en wanneer, deze volledige benuttig gehaald zal worden.
Jaarlijkse kosten De jaarlijkse kosten van €102.599,57 zijn berekend op basis van kosten die werden gemaakt in de periode van april 2012 tot april 2013, het eerste jaar van Stop it Now! NL. In die periode werd 310 maal (fase I en II) contact met de hulplijn opgenomen. De kosten van een enkel contactmoment bedroeg in die periode €330,97.
Subsidie gerelateerd aan de opstart- en jaarlijkse kosten De subsidie voor het eerste jaar bedroeg €147.928, terwijl de uitgaven een stuk hoger lagen, €102.599,57. Het verschil van €45.328,43 zaten vooral in de extra uren aan PR, waaronder interviews op radio en tv en met de schrijvende pers. Deze PR-activiteiten zijn nodig om de bekendheid van Stop it Now! NL in de maatschappij te vergroten en daarmee het voortbestaan van de hulplijn veilig te stellen. Dat betekent dat een bedrag van minimaal €100.000 nodig zal zijn om Stop it Now! NL, zeker in de beginjaren, te kunnen laten functioneren.
In deze berekening werd uit gegaan van de kosten voor de totale tijd dat de hulplijnmedewerksters beschikbaar zijn. In het eerste jaar werd echter maar een deel van de beschikbare tijd gebruikt. Immers, de hulplijn moest bekendheid verwerven. Dit proces van bekend worden bij het brede publiek zal de komende jaren nog doorgaan en waarschijnlijk voor een deel structureel zijn. In de volgende paragraaf wordt een inschatting gemaakt van de kosten per contactmoment indien de beschikbare tijd volledig zou worden benut Jaarlijkse kosten doorberekend naar een maximale benutting van beschikbare tijd Bij fase 1 (meldpunt) zijn de kosten meegenomen voor de volledige beschikbare 180 minuten per dag. Deze tijd werd echter in het eerste jaar niet volledig ingezet door het geringe aantal bellers en e-mailers per dag. Er werden gemiddeld 44 minuten per dag gebruikt. Daarin zitten echter nog niet verwerkt de investering in gesprekken met ketenpartners, intervisie- en overlegtijd. Indien hiervoor een extra 6 minuten per contact wordt berekend, komt het totaal aantal minuten per gesprek op 50 minuten. In de beschikbare tijd van 180 minuten kunnen er dus 3.6 contactmomenten per dag plaatsvinden zonder dat de personele kosten in fase I stijgen. 88
Samenvatting en conclusie Op basis van gegevens over de periode april 2012 tot april 2013 worden de jaarlijkse kosten om de hulplijn draaiende te houden, geschat op €102.599,57. Er waren in die periode 310 contacten met de hulplijn. De kosten van een enkel contact komen daarmee op €330,97. Deze kosten zijn relatief hoog vanwege het feit dat de beschikbare tijd van de medewerksters van fase I niet volledig werden benut. De verwachting is dat deze kosten zullen dalen naar €97,47per contact indien de beschikbare tijd volledig zou worden. In dit bedrag zijn naast personele en materiele kosten tevens de kosten meegenomen voor intervisie en overleggen met ketenpartners etc. Er zal een bedrag van minimaal €100.000 nodig zijn om Stop it Now! NL, zeker in de beginjaren, te kunnen laten functioneren.
89
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Referentielijst
9. Referentielijst Adviescommissie zedelijkswetgeving (cie. Melai). Eindrapport. Den Haag, Staatsuitgeverij, 1980. Alink, L., IJzendoorn, R. van, Bakermans-Kranenburg, M., Pannebakker, F., Vogels, T. & Euser, S. (2011). Kindermishandeling 2010. Leiden Attachment Research Program TNO Child Health. Leiden University TNO. www.LeidenAttachmentResearchProgram.eu American Psychiatric Association (2000). Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, Fourth Edision – Text Revision door American Psychiatric Publishing Commissie Deetman. Seksueel misbruik van minderjarigen in de Rooms Katholieke Kerk. Uitgeverij Balans, Amsterdam, 2011 Commissie-Samson (2012). Omringd door zorg, toch niet veilig. Seksueel misbruik van door de overheid uit huis geplaatste kinderen, 1945 tot heden. Boom Amsterdam. Dibbets, H. (2012). Dadertherapeuten. Uitgave de Waag. Draijer, N (1985) De omgekeerde wereld. De omvang van seksueel misbruik van kinderen binnen het gezin. Maandblad voor Geestelijke Volksgezondheid. Nr. 6 ,1985. DSM-IV-TR Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (2000) Uitgave American Psychiatric Association door American Psychiatric Publishing Gemmert, N. van, Schijndel, C. van, Loenen, D. van & Casanova, L. (2012). Forensische zorg in getal 2007-2011. Dienst Justitiële Inrichting Ministerie van Veiligheid en Justitie. Hanson, R. K., & Thornton, D. (2000). Improving risk assessments for sex offenders: A comparison of three actuarial scales. Law and Human Behavior, 24(1), 119-136. Hanson, R.K., Harris, A.J.R., Marques, J.K., Murphy, W., Quinsey, V.L. & Seto, M.C. (2002). First Report of the Collaborative Outcome Data Project on the Effectiveness of Psychological Treatment for Sex Offenders. Sex Abuse, vol. 14, 2, 169-194. Hanson, R.K., A.J.R. Harris,T. Scott & L. Helmus (2007) Assessing the risk of sexual offenders on community supervision: The Dynamic Supervision Project. Public Safety Canada MST Associates. N.d. “Multisystemic Therapy for Problem Sexual Behavior Youth.” Accessed Feb. 9, 2011. http://mstpsb.com/ Nationaal Rapporteur Mensenhandel (2011). Kinderpornografie. Eerste rapportage van de nationaal rapporteur. Den Haag: BNRM. Sandfort, Th.G.M. (1986) Jongens over vriendschap en seks met mannen. Amsterdam. SUA Schaefer, G.A., I.A. Mund, S. Feelgood, E. Hupp, J. Neutze, C.J. Ahlers, D. Goecker & K.M. Beier (2010). Potential and Dunkelfeld offenders: two neglected target groups for prevention of child sexual abuse. International Jourmal of Law and Psychiatry. 33, pp 154-163 Smallbone, S.W., Marshall, W.L., & Wortley, R. (2008). Preventing child sexual abuse: Evidence, policy and practice. Cullompton, UK: Willan. Smallbone, S.W., & Wortley,R.K. (2004). Criminal diversity and paraphilic interests among adult males convicted of sexual offenses against children. International Journal of Offender Therapy and Comparative Criminology, 48, 2, pp.175-188.
90
91
Evaluatie Stop it Now! NL - Eindrapport
Stop it Now! UK Helpline Report 2005 – 2009. Ward, T., & Siegert, R. J. (2002). Towards a comprehensive theory of child sexual abuse: A theory knitting perspective. Psychology, Crime, and Law, 9, 319-351. Webb, L., Craissati, J. & Keen, S. (2007). Characteristics of Internet Child Pornography Offenders: A Comparison with Child Molesters. Sexual Abuse, 19: 449–465 Wetboek van Strafrecht, Titel XIV Misdrijven tegen de zeden (22 april 2013). http://www. wetboek-online.nl/wet/Wetboek%20van%20Strafrecht.html#1806 Wijk, A. van & Leiden, I. van (2011). Over pedoseksuelen gesproken. Het leven van pedoseksuelen op basis van verhalen van hun (ex-) partners, justitiële informatie en de klinische praktijk. Boom Lemma uitgevers. Den Haag 2011. Wilson, R.J. & A.J. McWhinnie (2010) “Circles of Support & Accountability: An innovative approach to community-based risk management for high-risk sexual offenders” by, in M. Herzog-Evans (ed.), Transnational criminology manual. Oisterwijk, Netherlands: Wolf Legal Publishing. WODC (2006). Kinderen beschermd tegen seksueel misbruik. Evaluatie van de partiële wijziging in de zedelijkheidswetgeving.
Over de auteurs
10. Over de auteurs Jules (J.R.) Mulder (1950) is psycholoog-psychotherapeut en specialist op het gebied van pedofilie. Hij is oprichter van forensische polikliniek de Waag en heeft daar 20 jaar leiding aan gegeven. De laatste jaren is hij adviseur van de Raad van Bestuur in de overkoepelende stichting De Forensische Zorgspecialisten. In 2012 was hij initiatiefnemer van Stop it Now!, een preventief programma voor mensen met pedofiele gevoelens en hun families en is hier thans voorzitter van. Hij spreekt in binnen- en buitenland over de behandeling van daders van pedoseksuele delicten. Hij heeft in nationale en internationale vakbladen gepubliceerd over pedofilie, huiselijk geweld en ambulante forensische behandelingen. Dr. Joan E. van Horn is hoofd van de onderzoeksafdeling van de Waag, centrum voor ambulante forensische ggz. Zij promoveerde in 2002 aan de Universiteit Utrecht, vakgroep Klinische Psychologie, en is sinds 2003 werkzaam bij de Waag, eerst als senior onderzoeker en vanaf mei 2008 als hoofd van de onderzoeksafdeling. Joan initieert, coördineert en begeleidt al dan niet in samenwerking met externe onderzoeksinstellingen diverse (promotie)onderzoeken naar risicofactoren, recidive en effectiviteit van de behandeling aan jongeren vanaf 12 jaar en volwassenen geïndiceerd voor ambulante forensische zorg. Daarnaast houdt zij zich bezig met beleidsvraagstukken relevant voor het primaire proces en is zij actief in het externe forensische veld en aanverwante gebieden. Mara J. Eisenberg, MSc behaalde in 2007 aan de Universiteit van Utrecht haar Master Klinische Psychologie. Sindsdien is zij werkzaam bij de onderzoeksafdeling van de Waag, centrum voor ambulante forensische ggz. Zij heeft meegewerkt aan diverse onderzoeken waaronder de evaluatie van Sectie Intensieve Behandeling, partners van pedoseksuelen en criminele meisjes in behandeling bij de Waag. In 2013 is zij gestart met haar promotieonderzoek naar de psychometrische kwaliteiten van het Risicotaxatie-instrument voor de Ambulante Forensische ggz (RAF GGZ). Drs J. Stam is psycholoog en als onderzoeker werkzaam geweest voor de Forensische Zorgspecialisten. Hier heeft ze meegewerkt aan verschillende projecten, waaronder de evaluatie van Stop it Now! NL en het opzetten en coördineren van landelijk onderzoek naar vrouwen in de forensische psychiatrie. Op dit moment is ze werkzaam als projectcoördinator voor het EFP, Expertisecentrum Forensische Psychiatrie. Hier coördineert en begeleidt ze multicenter projecten.
92
93