Evaluatie project Berlikum en Omgeving Baggeren Oost-Indische Opvaart Cultuurhistorisch Fietspad Hemmemastate
Berlikum, 5 juni 2004
Inhoudsopgave
blz.
Inleiding.................................................................................................................................................. 3 Algemene informatie over Berlikum ................................................................................................... 3 Project Berlikum en Omgeving ............................................................................................................ 3 Conclusies en suggesties naar aanleiding van de evaluatie ................................................................ 4 A. Baggeren en bevaarbaar maken van de Oost-Indische Opvaart ................................................ 5 A1 Gerealiseerde doelen ................................................................................................................................ 5 A2 Samenwerking overheden ....................................................................................................................... 5 A3 Recreatieve effecten ................................................................................................................................. 5 A4 Sociale effecten ......................................................................................................................................... 5 A5 Verdere positieve doorwerking woonwerkklimaat Berlikum ............................................................ 5 B. Aanleg en bewegwijzering van een Cultuurhistorisch Fietspad ................................................. 6 B1 Gerealiseerde doelen ................................................................................................................................ 6 B2 Doorwerking .............................................................................................................................................. 6 B3 Samenwerking dorpsbelangen; organisatiestructuur ........................................................................... 6 B4 Financiering Fondsenwerving ................................................................................................................. 6 B5 Grondverwerving ...................................................................................................................................... 8 B6 Ervaringen met de regeling Kavelruil .................................................................................................... 8 B7 Ruimtelijke ordeningsprocedure ............................................................................................................. 9 B8 Ervaringen met aanbesteding en begeleiding van de uitvoering ; meer en minder werk ............... 9 B9 Zelfwerkzaamheid .................................................................................................................................. 10 B10 Problematiek auteursrechten van folders, enz. .................................................................................. 10 B11 Geen BTW op kosten voor fondsenwerving ...................................................................................... 10 B12 Beheer cultuurhistorisch fietspad ........................................................................................................ 10 C. Aanleg van Hemmemastate ......................................................................................................... 11 C1 Gerealiseerde doelen .............................................................................................................................. 11 C2 Doorwerking (sociale aspecten)............................................................................................................ 11 C3 Structuurvisie Berlikum ......................................................................................................................... 11 C4 Organisatiestructuur van de projectgroep Hemmemastate ............................................................... 12 C5 Samenwerking met overheden .............................................................................................................. 12 C6 Samenwerking Doarp en Bedriuw........................................................................................................ 13 C7 Samenwerking met projectontwikkelaars............................................................................................ 13 C8 Fondsenwerving ...................................................................................................................................... 14 C9 Grondverwerving .................................................................................................................................... 14 C10 Schenkingen en fiscus ........................................................................................................................... 15 C11 De fiscus en grondtransacties t.b.v. van woningbouw en groenvoorzieningen ............................ 15 C12 Boerenleenbos-constructie.................................................................................................................... 16 C13 De procedures Ruimtelijke Ordening ................................................................................................. 17 C14 Planschade .............................................................................................................................................. 17 C15 Borging van kwalitatieve eisen aan de woningen en erven van Hemmemastate.......................... 18 C16 Beheerscontracten slootonderhoud...................................................................................................... 18 C17 Financiering duurzaam beheer van het park ...................................................................................... 19
2
Inleiding De Stimulerings regeling vernieuwing landelijk Gebied, die als voorloper beschouwd kan worden van de Regeling Plattelandsontwikkeling, heeft als eis gesteld om de ervaringen, die met dit project worden opgedaan, openbaar te maken. De evaluatie van het project is tevens bedoeld, om ervaringen en werkwijzen door te geven aan diegenen, die in hun woonplaats ook aan de slag willen met projectmatige dorpsinrichting c.q. dorpsbeheer.
Algemene informatie over Berlikum • • •
•
Een dorp in noordwest Friesland met circa 2500 inwoners. Het dorp heeft relatief veel bedrijvigheid, dus veel eigen werkgelegenheid. Het is gelegen aan de voormalige Middelzeedijk, de grens van het terpengebied met zijn archeologisch en landschappelijk waardevolle structuren, en het meer rationeel verkavelde gebied van Het Bildt. Het is een voormalig kleinschalig tuinbouwgebied met voorheen veel oude boomgaarden. Recent is het een vestigingsgebied geworden voor glastuinbouw.
Project Berlikum en Omgeving Het project bestaat uit drie projectonderdelen die afzonderlijk zullen worden behandeld in volgorde van uitvoering: A. Baggeren en bevaarbaar maken van de Oost-Indische Opvaart en de aanleg van een kanoroute. Start van het project: 1998. Oplevering van het project 1999. Kosten: €90.800,-. B. Aanleg van 2 km fietspad, drie bruggen en bewegwijzering van een Cultuurhistorische Fietsroute door de gemeenten Menaldumadeel en Leeuwarden. Uitvoering in samenwerking met acht dorpsbelangen. Start van het project: 2001. Oplevering van het project 2002. Kosten: €217.765,-. C. Aanleg van Hemmemastate. Een multifunctioneel park waar “rode” belangen (bouw van 7 huizen), “groene” belangen (aanleg van een park van 7 ha) en “blauwe” belangen (kadeverhoging en boezemuitbreiding van 1,2 ha) elkaar hebben gevonden. De integrale uitvoering betekende minder kosten voor een extra meerwaarde aan het woonwerkklimaat in Berlikum. Start van de voorbereiding 1997; start uitvoering: 2 juni 2003; oplevering project: 18 juni 2003. Kosten: €452.055,-.
3
Conclusies en suggesties naar aanleiding van de evaluatie aan het adres van: Rijk en Provincie • De subsidie van LASER/LNV (Stimulerings regeling vernieuwing landelijk Gebied) was essentieel voor de start van het project; niet alleen ter financiering maar ook voor het richting geven aan de projectdoelen. • De vervanger van bovengenoemde regeling is de regeling Plattelandsontwikkeling. Het is van groot belang dat deze regeling voor dit soort integrale projecten operationeel blijft. Het is het vliegwiel dat alles in beweging kan zetten. • Naast de regeling Plattelandsontwikkeling is de regeling PB van LNV t.a.v. bosaanleg op landbouwgronden van essentieel belang om dit soort projecten financieel van de grond te krijgen. • Groene financiering via het Groenfonds bleek niet mogelijk. De voorwaarden zijn afgestemd op grotere oppervlakten bos en natuur (minimaal 5 ha). Water valt er niet onder; natuur in en op het water is blijkbaar nog niet in tel. De voorwaarden voor deelname aan het Groenfonds moeten meer afgestemd worden op deze breed maatschappelijk gedragen behoefte aan kleinschalige natuur- en landschapontwikkeling rond dorpen. Gemeente en waterschap • Een positieve opstelling van het gemeentebestuur t.o.v. dorpsontwikkeling en dorpsbeheer door dorpsbewoners is een eerste voorwaarde. Specifieke ambtelijke begeleiding is essentieel gebleken bij het slagen van dit project. • Gemeenten (maar ook Rijk en Provincie) kunnen via dorpsbelangen geld genereren voor algemeen maatschappelijke belangen en doelen. • Gemeenten moeten de ontwikkeling van dorpsvisies stimuleren. De visies moeten de basis zijn voor de projecten. • Waterschappen kunnen via deze projecten een breder draagvlak creëren voor hun waterbeleid. Zij kunnen soms een bijdrage leveren, doordat er werk met werk gemaakt wordt. Dorpsbelangen • Creëer een grotere betrokkenheid van de dorpsbewoners bij de woonomgeving. De kwaliteit van de woonomgeving is niet alleen een zaak van de gemeente. Het dorp en haar omgeving kan beschouwd worden als een tuin in bredere zin. Hier ontmoeten wij elkaar en recreëren wij. Betrokkenheid bij de inrichting van de dorpsomgeving bewerkstelligt maatschappelijke verantwoordelijkheid hiervoor. • Het zelf opstellen van een dorpsvisie is een eerste aanzet voor bovengenoemde betrokkenheid en is een onmisbaar rapport voor vervolgprojecten. • Stel projectgroepen samen met dorpsbewoners die kennis van zaken hebben op divers terrein. Personen die weten hoe ambtelijke molens draaien en gewend zijn met langdurige procedures om te gaan, kunnen voortijdig afhaken voorkomen. • Zelfwerkzaamheid kan de kosten sterk drukken. Maak echter op tijd gebruik van deskundigheid van derden, maar zorg ervoor dat daarmee niet alle initiatief wordt overgedragen en de betrokkenheid en daarmee de zelfwerkzaamheid in de knel komt.
4
A. Baggeren en bevaarbaar maken van de Oost-Indische Opvaart A1 Gerealiseerde doelen • Opheffen stankoverlast. Verbetering van woonkwaliteit van met name de woningen gelegen aan de vaart. • Bereikbaarheid van aanlegplaatsen voor doorgaande recreatievaart is vergroot. • Toename van het bezoek van recreanten aan de middenstand. • De aanleg van een kanoroute, compleet met voorzieningen. • Duurzaam behoud van een cultuurhistorisch belangrijke vaart, door deze vaart weer een meervoudige functie te geven. A2 Samenwerking overheden • De relatief geringe bijdrage uit de regeling Vernieuwing Landelijk Gebied heeft de stroperige samenwerking tussen de overheden Provincie Fryslân, gemeente Menaldumadeel, Wetterskip Fryslân en Wetterskip De Waadkant versneld. De sanering van de Oost-Indische Opvaart stagneerde op de prioritering en de onderlinge verdeling van de kosten. Doordat het initiatief uit het dorp kwam en een verbreding aan het project werd gegeven(kanoroute), is het besluitvormingsproces in een versnelling gekomen. • In overleg met de gemeenten Het Bildt en Menaldumadeel is de kanoroute uitgezet. A3 Recreatieve effecten • De Kleiroute, een recreatievaarroute door noordwest Fryslân, heeft een meerwaarde gekregen, doordat de boten beter kunnen afmeren en het mooie terpdorp Berlikum te voet kan worden verkend. • De kanoroute voorziet in een behoefte voor de eigen bewoners maar ook voor de recreanten. Enkele boerencampings hebben ingespeeld op deze voorziening. Een bestaand kanoverhuurbedrijf heeft de route opgenomen in zijn folder. • De kanoroute sluit aan op de kanoroutes in de gemeente Het Bildt en die hebben zo een meerwaarde gekregen. A4 Sociale effecten • De bewoners aan de Oost-Indische Opvaart zijn verlost van stankoverlast. Een proces van mogelijke verpaupering van dit deel van het dorp is voorkomen. • Er kunnen achter huis weer boten worden afgemeerd. Het onderhoud van de beschoeiing wordt weer door particulieren opgepakt. • Kortom, de bewoners zijn weer trots op hun woonomgeving. A5 Verdere positieve doorwerking woonwerkklimaat Berlikum • Het Kampsterbrechje is bij de baggerwerkzaamheden beschadigd en is weer in oude luister hersteld. • Een pittoresk deel van het dorp wordt veilig gesteld. • De brug in de Krûsstrjitte is als aanvullend project verkeersveiliger gemaakt en, omdat de gemeente hier toch bezig was, is de gehele Krûsstrjitte aangepakt. • Diverse huizen langs de Oost-Indische Opvaart zijn na de sanering gerenoveerd.
5
B. Aanleg en bewegwijzering van een Cultuurhistorisch Fietspad B1 Gerealiseerde doelen • Een landschappelijk aantrekkelijke fietsroute van circa 40 km voor bezoekers en bewoners van de gemeenten Menaldumadeel en Leeuwarden. • Het cultuurhistorisch erfgoed is ‘tastbaar’ gemaakt. Bewustwording van deze waarden bij een breder publiek. • De overgang van stad (Leeuwarden) en platteland is recreatief beter ontsloten. • Positieve economische effecten voor kleinschalige recreatiebedrijven en voor de horeca door toename van bezoekersaantallen. B2 Doorwerking • Dit project is de eerste vorm van intensieve samenwerking tussen dorpsbelangen in de gemeente Menaldumadeel. Het heeft de samenwerking ook op ander gebied bevorderd. • Bij diverse dorpsbelangen bestaat nu ook de intentie om concrete projecten op te pakken. • Mede naar aanleiding van dit project is in het nieuwe collegeprogramma opgenomen dat initiatieven van dorpsbelangen op prijs gesteld zullen worden. B3 Samenwerking dorpsbelangen; organisatiestructuur • Op initiatief van de StBB is een projectgroep samengesteld waarin alle 8 betrokken dorpsbelangen een vertegenwoordiger hebben afgevaardigd. De vertegenwoordigers zorgden voor terugkoppeling naar de dorpsbelangen en hebben bijdragen geleverd aan zelfwerkzaamheid. • Het voorzitterschap, het secretariaat en de financiële verantwoording zijn bij verschillende dorpsvertegenwoordigers ondergebracht. • StBB verzorgde de financiën vanwege haar verantwoordelijkheid ten opzichte van LASER (subsidieverstrekker). StBB, financieel verantwoordelijk, vroeg namens de projectgroep dan ook de subsidies aan bij andere subsidieverstrekkers. • Duurzaam onderhoud. De werkgroep heeft een doorstart gemaakt. Zij onderhoud alle voorzieningen. De financiering loopt via StBB namens de andere dorpsbelangen. B4 Financiering Fondsenwerving • Algemene aandachtspunten bij subsidieaanvragen StBB heeft ervaren dat het geven van goede en begrijpelijke informatie over het project de kansen op honorering van een aanvraag doen toenemen. Verdere aandachtspunten zijn: - Bij het aanschrijven van mogelijke subsidiënten is het van belang dat men zich verdiept in de doelstelling van de subsidieverstrekker en dat men vervolgens nagaat of het plan kan worden aangepast of uitgebreid, zodanig dat het plan zo optimaal mogelijk past binnen deze doelstelling. - De aanvraag vergezeld laten gaan van een heldere planomschrijving en aansprekend kaartmateriaal. - Helder inzicht geven in de stand van zaken over de financieringsbehoefte. - Aangeven hoe het project duurzaam in stand zal worden gehouden. - De projectgroep had een aantal informatiemappen ter beschikking die naar behoefte snel kon worden toegestuurd naar potentiële subsidieverstrekkers. • Kostenstijgingen Omdat de begroting in 1997 is opgesteld en de uitvoering heeft plaatsgevonden in 2002, moesten kostenstijgingen steeds opnieuw worden afgedekt. Ook de eisen die subsidieverstrekkers hebben gesteld, hebben kostenstijgingen in de hand gewerkt. Dit heeft tot meer zelfwerkzaamheid geleid, maar is ook een reden geweest om alert te zijn op andere subsidiemogelijkheden. Achteraf gezien is het project ook financieel een succes geworden en hebben wij ons wel eens onnodig zorgen gemaakt.
6
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Eigen inbreng Dorpsbelangen In de projectgroep is besloten van de grotere dorpen een bijdrage van €450,- te vragen en van de kleinere dorpen €225,-. Dit is relatief veel, gezien de financiële draagkracht van de dorpsbelangen. In het totaal van het benodigde budget is het echter een gering bedrag, maar naar de mogelijke subsidieverstrekkers toe, heeft deze eigen bijdrage positief gewerkt. Zelfwerkzaamheid Zelfwerkzaamheid is een onderdeel van de finacieringsopzet. In de loop van het project bleek dat dit meer kon zijn dan was verwacht. Was het eerst geschat op circa €8.150,-; het is uiteindelijk circa €50.000,- geworden (zie ook B9). Stimulerings regeling vernieuwing landelijk Gebied (VLG) Was de aandacht van StBB bij de subsidieaanvraag eerst voornamelijk gericht op projectonderdeel Hemmemastate, echter na het doorlezen van de doelstellingen van de VGL, is besloten het reeds sluimerende project ''de aanleg van een Cultuurhistorische Fietsroute'' als projectonderdeel toe te voegen. Hierdoor kreeg het totale project een meer regionaal karakter en konden nieuwe samenwerkingsverbanden in de praktijk getoetst worden. Daarmee werd ook een bredere doelstelling van de regeling in beeld gebracht. Westergo Zone stelt zich ten doel de economische activiteiten in de regio tussen Leeuwarden en Harlingen te behartigen. Verbetering van het woonwerkklimaat in deze regio heeft derhalve ook hun aandacht. Positieve effecten op kleine recreatiebedrijven en horecaondernemingen hebben mede een rol gespeeld bij het verlenen van een bijdrage. Bestuurlijk Overleg Stadsregio Leeuwarden heeft gelden ter beschikking om initiatieven op recreatief- en cultuurhistorisch gebied te stimuleren in de regio waarin de deelnemende gemeenten zijn gelegen. VSB Fonds Friesland Het VSB Fonds Friesland heeft een subsidiepot om een groot scala van initiatieven op het gebied van welzijn te stimuleren. J.H. van Aisma Stichting Een stichting met bezittingen, waarvan de revenuen ten goede moeten komen aan de belangen van de dorpen Beetgum en Beetgumermolen. Het Cultuurhistorisch fietspad loopt langs deze dorpen. Staatsbosbeheer SBB heeft een bedrag ter beschikking gesteld omdat 5 van hun objecten in de route zijn opgenomen en voorzien zijn van infoborden. De objecten hebben hierdoor een recreatieve meerwaarde gekregen. Wetterskip De Waadkant. Het waterschap is in 2001 gestart met het verhogen van alle kaden rond de Friese boezem. Omdat een deel van het nieuwe fietspad langs een boezemvaart kwam te liggen, heeft StBB het Waterschap aangeboden om onder hun condities de kadeverhoging in het werk mee te nemen. Deze vorm van samenwerking is voor zowel het waterschap als voor StBB een financieel aantrekkelijke oplossing geweest. De Houtbond CNV In het kader van het 100-jarig bestaan heeft de Houtbond CNV afdeling Menaldumadeel een originele houten bank laten ontwerpen en deze aan de projectgroep geschonken. De Noord Nederlandse Bond voor Toerisme. Deze Bond heeft informatie aangeleverd en heeft het project kosteloos in haar promotiebulletin opgenomen. Gemeente Menaldumadeel De gemeente heeft circa 38% financieel aan het project bijgedragen. Zij heeft ook de ROprocedure voor haar rekening genomen. Bedrijfsleven Diverse bedrijven die producten hebben geleverd, hebben niet op het scherpst van de snede gecalculeerd en hebben zo indirect financieel bijgedragen.
7
Conclusie/ advies financiering: •
•
Concludeer op basis van een begroting niet te snel dat een plan financieel niet haalbaar is. Na de start zal blijken dat er meer financiële mogelijkheden ontstaan, dan men verwacht had. Ga niet te snel een verbintenis aan met bedrijven die het allemaal wel zullen regelen. Belangrijk is de mogelijkheid van zelfwerkzaamheid open te houden. Zelfwerkzaamheid geeft voldoening en kan de kosten aanmerkelijk verlagen.
B5 Grondverwerving • Algemeen Onze ervaring leert dat een dorpsbelang een betere ingang heeft bij grondeigenaren dan de gemeente of andere overheden. De indruk bestaat zelfs, dat dit project niet van de grond zou zijn gekomen, wanneer de gemeente het pad had willen aanleggen. • Optie: Grondgebruik tegen een jaarlijkse vergoeding zonder afrastering of sloten Hieraan wilden de boeren geen medewerking verlenen. Men was beducht voor overlast van honden en spelende kinderen. • Optie: Verkoop De beide grondeigenaren/verpachters hebben hun grond voor agrarische waarde aan StBB verkocht. • Optie: eeuwigdurende erfpacht De beide eigenaren/gebruikers (boeren) hebben gekozen voor een erfpachtconstructie voor 99 jaar. De mogelijke gevolgen voor de mestboekhouding heeft een rol gespeeld bij hun beslissing. De vergoeding is vastgesteld op hetzelfde bedrag dat de verkopende partijen hebben gekregen. • Perceelafscheiding In verband met de afwatering moest worden gekozen voor een ondiepe sloot. De kosten van de extra grond voor de sloot zijn hoger dan de kosten voor het plaatsen van een afrastering. B6 Ervaringen met de regeling Kavelruil • Algemeen Ruiling van gronden t.b.v. landbouw, natuur, recreatie en cultuurhistorie is mogelijk zonder verwervingskosten. De Dienst Landelijk Gebied van LNV die in elke provincie een kantoor heeft, kan hiervoor worden benaderd. Omdat StBB via schenking eigenaar was geworden van een perceel grond, dat een rol speelde bij een ruiling t.b.v. het project, kon de totale grondverwerving en het vestigen van erfpachtrechten worden onder gebracht in een kavelruil onder de toepasselijke naam Kavelruil Bureweide (Dit is de benaming van de gemeenschappelijke weide waar vroeger iedereen tegen een vergoeding wat vee kon inscharen). • Voordelen De overdrachtsbelasting (6% van de waarde van de grond) neemt het Ministerie van LNV voor haar rekening. De notariskosten en kadastrale kosten zijn eveneens voor rekening van LNV. De grondeigenaren betalen een gering bedrag per hectare aan de Dienst Landelijk Gebied voor hun werk t.b.v. de kavelruil. Het financieel voordeel voor StBB(koper) is naar schatting ongeveer €5.000,- geweest. Het ging totaal om een 0,5 ha en er waren 5 grondeigenaren bij betrokken. • Nadelen Alle partijen moeten in één keer het kavelruilcontract ondertekenen. Een buiten de regio wonende eigenaar, die letterlijk en figuurlijk slecht aanspreekbaar was, heeft de kavelovergang maanden opgehouden. Het werk is met instemming van de andere eigenaren reeds uitgevoerd, op het moment dat de kavelovergang nog niet had plaatsgevonden.
8
B7 Ruimtelijke ordeningsprocedure • De bestemming landbouw moest worden gewijzigd in fiets/wandelpad met bijbehorende kunstwerken. • Er is gekozen voor een verkorte artikel 19 procedure. Artikel 19 procedure kan alleen, wanneer er vrij zeker geen bezwaren tegen de planwijziging worden ingebracht. • StBB heeft van tevoren met alle mogelijke belanghebbenden overleg gevoerd. De positieve reacties waren voor de gemeente aanleiding om deze korte procedure te starten. • Vooroverleg met belanghebbenden is ook van belang om de procedure zo kort mogelijk te houden. Zelfs reacties waarin om informatie gevraagd wordt, kunnen de procedure met tenminste enkele maanden verlengen. • De procedure is probleemloos verlopen en heeft binnen drie maanden in een aanlegvergunning geresulteerd. B8 Ervaringen met aanbesteding en begeleiding van de uitvoering ; meer en minder werk • Aanbesteding Het was voor StBB van groot belang dat de kosten vaststonden voordat de opdracht werd verleend. StBB heeft geen reserves om tegenvallers op te vangen. Om van tevoren te weten waar StBB financieel aan toe was, hebben wij besloten aan te besteden op uitnodiging. De gemeente heeft haar huisaannemer aanbevolen i.v.m. kwalitatief goed werk. Een tweede aannemer is door onze adviseur van Doarp en Bedriuw aanbevolen en is eveneens gevraagd een prijsopgaaf te doen. Het is de vraag of aanbesteden op uitnodiging van twee aannemers concurrerend werkt en dus kostenverlagend is. Het voordeel van aanbesteden is echter dat een harde afspraak met een aannemer gemaakt kan worden over de manier van uitvoering en dat de prijs vast ligt. • Voorkomen van meerwerk De gemeente Menaldumadeel heeft aan haar subsidiebijdrage verbonden dat zij kwaliteitseisen aan de uitvoering van de paden en kunstwerken stelde. Bovendien legde de gemeente het financiële risico volledig bij StBB. StBB heeft, zoals de meeste dorpsbelangen, geen reservekapitaal. Zij kan daarom geen risico lopen. Meerwerk moet daarom zoveel mogelijk worden uitgesloten. Dit heeft StBB als volgt aangepakt: • De prijsopgave moest op basis van een door St.BB opgesteld programma van eisen, aangevuld met de eisen van de gemeente. Dit programma van eisen moet zo compleet mogelijk zijn. • De uitgenodigde bedrijven moesten een offerte uitbrengen waarin zij aangaven op welke wijze zij, met name de kunstwerken, wilden uitvoeren en tegen welke prijs. • Mogelijke problemen moesten de aannemers in het veld inventariseren; de oplossingen moesten onderdeel zijn van de inschrijfprijs. • In de opdrachtbrief was aangeven dat meerwerk alleen vergoed wordt, als het van tevoren gemeld wordt. • Indien zich toch meerwerk aandient dan kan overwogen worden dit in zelfwerkzaamheid uit te voeren om de meerkosten zo gering mogelijk te laten zijn. Ter illustratie het volgende praktijk voorbeeld. Na de aanbesteding kwam Staatsbosbeheer met de eis dat de paden op hun terrein voorzien moesten worden van veeroosters. De opgegeven meerprijs door de aannemer was €4600,-. Over dat geld beschikten wij niet en we besloten dit in zelfwerkzaamheid uit te voeren. De uiteindelijke kosten waren €360,- voor aanschaf van het materiaal. Bij de oplevering van het project kwam de aannemer met een forse nota voor meerwerk in verband met onvoorziene werkzaamheden. Het meerwerk was echter niet van tevoren gemeld. Bovendien betrof het werk dat de aannemer bij de inschrijving had kunnen voorzien en in de aanneemprijs had moeten opnemen. Het ‘meerwerk’ is daarom niet betaald.
9
•
Begeleiding van de uitvoering / oplevering Gebleken is dat bij de uitvoering en de oplevering een onafhankelijke directie van belang is voor een goed eindresultaat. Om de kosten te drukken heeft de gemeente aangeboden de uitvoering te begeleiden. Daarnaast heeft StBB deskundigheid ingehuurd om de eerste nota van oplevering te verzorgen.
B9 Zelfwerkzaamheid Doordat de projectgroep deskundigheid in huis had op het gebied van aanbesteden, projectmatig werken, financiële verantwoording en technische uitvoering konden veel werkzaamheden zelf worden uitgevoerd. Voorbeelden van zelfwerkzaamheid waren: • Historisch onderzoek • Tekst schrijven van routeboekje • Aanbrengen van de bewegwijzering • Aanbrengen van veeroosters • Financiële verantwoording • Directievoering van planonderdelen Voordelen zelfwerkzaamheid: • Aanzienlijke kostenbesparing van ca 40%. • Grotere betrokkenheid en enthousiasme van de projectgroepleden. • Soepele manier van werken; planwijzigingen kunnen makkelijk worden doorgevoerd. Er is geen discussie met een aannemer over de hoogte van de kosten van het meerwerk of minderwerk. B10 Problematiek auteursrechten van folders, enz. StBB heeft in de opdracht voor het maken van de routebeschrijving niet als voorwaarde gesteld dat het product digitaal moest worden aangeleverd en eigendom werd van StBB. Toen wij daarom verzochten, wilde het bedrijf ons wel tegemoet komen, met als voorwaarde dat een eventuele herdruk van de folder alleen via het bedrijf gemaakt kon worden. Deze herdruk was extreem duur. Ook moesten wij bij herdruk toestemming vragen aan enkele personen die op de omslagfoto stonden. Formeel stond het bedrijf in haar recht. Wij hebben dan ook de auteursrechten afgekocht en aan de voorzijde van de folder de figuranten verwijderd. Door een goedkopere herdruk was StBB uiteindelijk nog voordeliger uit. Advies: • In de opdracht vermelden dat het product eigendom wordt van de opdrachtgever en digitaal moet worden aangeleverd. • Geen personen op foto's die problemen kunnen maken bij een herdruk. B11 Geen BTW op kosten voor fondsenwerving StBB is een stichting met een ideële doelstelling en daarom was het niet nodig BTW te betalen over de verkoopprijs van de folder. De opbrengst wordt fiscaal gezien als fondsenverwerving voor een stichting. B12 Beheer cultuurhistorisch fietspad StBB heeft met de gemeente de volgende afspraken gemaakt: • Groot onderhoud door de gemeente: - vernieuwen schelpenverharding - vervangen infopanelen • Klein onderhoud door de diverse dorpsbelangen: - snoeien - maaien - vervangen routebordjes - schoonhouden infopanelen en routebordjes
10
C. Aanleg van Hemmemastate Een multifunctioneel park waar “rode”, “groene” en “blauwe” belangen elkaar hebben gevonden en gezamenlijk een meerwaarde geven aan het woonwerkklimaat in Berlikum C1 Gerealiseerde doelen • Recreatiemogelijkheden op loopafstand van het dorp. • Een park van circa 6.5 ha aansluitend aan het dorp. • Een fietspad als onderdeel van de cultuurhistorische fietsroute met een lengte van 550 m. • De aanleg van circa 900 m semi-verhard wandelpad. • Een waterplas van circa 1.2 ha die ook geschikt is als ijsbaan. • De aanplant van 2,5 ha bos. • De aanplant en instandhouding van 0.8 ha hoogstamboomgaard met 12 soorten oude fruitrassen. • De veiligstelling van een oude windmolen. • Extra waterberging voor de Friese boezem met een oppervlakte van 1.2 ha. • Over een afstand van 850 m is de kade van dit deel van de Friese boezem op gewenste hoogte gebracht. C2 Doorwerking (sociale aspecten) • Als onderdeel van het park wordt een geïntegreerd stateterrein met 7 huizen gebouwd onder strikte randvoorwaarden van architect Auke de Vries en landschapsarchitect Teun Appelman. Een verrijking van het dorpsbeeld. • Verbetering van het woonklimaat van het gehele dorp. • Aanbrengen van groen vooruitlopend op eventuele nieuwbouw. • Op loopafstand worden 45 senioren woningen gebouwd. Het park heeft een positieve uitstraling op dit project. • De gemeenteraad heeft aan haar medewerking als voorwaarde gesteld, dat de verkoop van de zeven bouwkavels ook financiering moet opleveren voor de aanleg van een parkeerterrein, om daarmee de parkeerproblematiek ten gevolge van de twee nabijgelegen disco's op te heffen. Deze eis werd eerst door StBB als een bedreiging gezien voor de haalbaarheid van het plan. Uit de opbrengst van de bouwkavels is €136.000,= extra financiering gevonden t.b.v. een parkeerterrein. Hiermee is de financiële basis gelegd om op korte termijn de overlast van de disco's aanzienlijk te verminderen. • Door veel projectonderdelen in zelfwerkzaamheid uit te voeren, is het gemeenschapsgevoel in het dorp versterkt. • De mogelijkheid is gecreëerd om op termijn de huidige ijsbaan een andere bestemming te geven zonder hoge kosten voor de gemeente. • Dorpsbeheer is op de politieke agenda van de gemeente Menaldumadeel gekomen. C3 Structuurvisie Berlikum StBB heeft de Structuurvisie Berlikum in 1997 in eigen beheer geschreven. StBB heeft tweemaal een inspraakavond georganiseerd. Vervolgens is de visie aan de raad van de gemeente Menaldumadeel aangeboden. De gewenste ontwikkelingen zijn hierin voor de komende 12 jaar beschreven. De gemeente heeft positief op het initiatief en de inhoud gereageerd. De gemeente wilde het plan mee laten wegen bij de herziening van het bestemmingsplan bebouwde kom Berlikum. Tot nu toe is het bestemmingsplan nog niet in procedure gebracht. Dit heeft StBB er niet van weerhouden om planonderdelen te initiëren of in zelfwerkzaamheid uit te voeren. Hemmemastate was één van de gewenste ontwikkelingen die in deze visie zijn opgenomen. Deze structurele aanpak heeft positief gewerkt bij het onder de aandacht brengen van projecten bij gemeente en provincie. De structuurvisie heeft, bij het aanboren van andere financieringsbronnen, altijd een motiverende rol kunnen spelen.
11
C4 Organisatiestructuur van de projectgroep Hemmemastate • De projectgroep bestond uit vijf leden. Drie bestuursleden van StBB aangevuld met twee andere dorpsbewoners. • De projectgroep opereerde onder verantwoordelijkheid van StBB. De projectgroep kreeg grote bewegingsvrijheid, maar alle beslissingen op financieel gebied moesten via het dagelijks bestuur van StBB lopen. Maandelijks was er terugkoppeling over de voortgang in de bestuursvergadering van StBB. • Betalingen en inkomsten liepen via de penningmeester van StBB. Er was een speciale rekening voor dit project geopend; betalingsopdrachten moesten voorzien zijn van twee handtekeningen, één van de penningmeester en één van de bestuursleden c.q. projectgroepleden van StBB. • De projectgroep kan voor hand- en spandiensten een beroep doen op de werkgroep “Grien”, die door StBB in het leven is geroepen om het klein onderhoud aan de paden en beplantingen te verrichten. De werkgroep bestaat uit circa 10 personen, voornamelijk 50-plussers. C5 Samenwerking met overheden • Gemeente Het project heeft 5 jaar voorbereiding gekost. Deze lange periode is voornamelijk te wijten aan de wisselende belangstelling van het college van Burgemeester en Wethouders en van enkele fracties voor dit projectonderdeel. De eerste twee jaar is er een goede samenwerking met het college geweest. Nadat de projectonderdelen Baggeren Oost-Indische Opvaart en het Cultuurhistorisch Fietspad uitgevoerd waren, is de belangstelling voor het laatste projectonderdeel Hemmemastate gedaald. De volgende overwegingen hebben bij de gemeente een rol gespeeld: - Het is te duur. - Het is alleen een belang voor Berlikum en wat te doen als andere dorpen dit soort plannen ontwikkelen? - Op onze grond die wij aan StBB moeten verkopen, kunnen ook meerdere huizen gebouwd worden. - StBB zegt wel dat zij het park zelf zullen onderhouden, maar wat gebeurt er als dat niet lukt? Het College van B en W wilde daarom geen financiële bijdrage meer leveren. Desondanks heeft StBB het plan financieel rond gekregen en alle grond aangekocht.
•
•
Toen StBB om planologische medewerking vroeg, kwam er een vernietigend advies van het College aan de Raad. De meerderheid van de Raad heeft in een raadscommissie het plan verdedigd en terugverwezen voor nader overleg met het College van B en W. Het duale systeem heeft zijn vruchten afgeworpen. Een halfjaar voordat de subsidietermijn van de subsidie Stimulerings regeling vernieuwing landelijk Gebied zou verstrijken, kwam toestemming van de raad om het plan in procedure te brengen. Vanaf dat moment was de samenwerking met de gemeente en niet te vergeten haar ambtenaren, uitstekend. De RO-procedure en de uitvoering van het plan moesten binnen een halfjaar voor de deadline van LASER gereed zijn. Dit werd voor onmogelijk gehouden. Het schijnbaar onmogelijke is gelukt. Het is mogelijk gebleken door de grote inzet van gemeentelijke-, provinciale- en waterschapsambtenaren. Waterschap Het eerste contact tussen het Wetterskip de Waadkant en StBB verliep stroef. Het Wetterskip zag in 1998 een dorpsbelang niet als een partij waarmee overleg over de aanleg van een fietspad gevoerd kon worden. Men wilde alleen overleg met de gemeente Menaldumadeel. De weerstand lag voornamelijk op bestuurlijk en niet op ambtelijk niveau. Spoedig was er echter een zeer goede samenwerking. Provincie De contacten met de provincie verliepen veelal via de gemeente. Maar door tijdsdruk waren er ook rechtstreekse contacten over de RO-procedure. De medewerking was uitstekend.
12
C6 Samenwerking Doarp en Bedriuw Doarp en Bedriuw (dorp en bedrijf) is organisatorisch verbonden met de Ferieniging fan Lytse Doarpen (vereniging van kleine dorpen). Het is een stichting die zich inzet voor de leefbaarheid in kleine dorpen in de ruimste zin van het woord. De stichting wordt gesubsidieerd door de provincie; deels moeten zij inkomsten genereren uit de projecten die zij samen met dorpsbelangen opzetten. Bij het maken van de structuurvisie van Berlikum heeft Doarp en Bedriuw ons met waardevolle adviezen terzijde gestaan. Ook bij het proces van de voorbereiding van het onderhavige project is er intensief overleg geweest en zijn er enthousiasmerende adviezen gegeven. Er was een heldere structuur in de verhouding met StBB. De belangen liepen parallel en de samenwerking was probleemloos. Dat veranderde op het moment dat StBB op advies van Doarp en Bedriuw in zee ging met een projectgroep bestaande uit een cultuurtechnisch bureau c.q. projectontwikkelaar en een bouwondernemer. Doarp en Bedriuw leverde voor dit samenwerkingsverband regelmatig projecten aan. Vanaf dat moment heeft StBB ervaren dat Doarp en Bedriuw moeite had met de belangenbehartiging van StBB. Achteraf moet worden vastgesteld dat deze belangenverstrengeling geen goede basis is geweest voor een vruchtbare samenwerking tijdens de uitvoering van het project. Dit werkt alleen als een dorpsbelang de uitvoering volledig uit handen geeft en geen inzicht wil hebben in de technische en begrotingstechnische opzet. En dat was juist niet de instelling van StBB. C7 Samenwerking met projectontwikkelaars De realisering van het plan stond onder grote tijdsdruk. StBB zocht daarom een projectontwikkelaar c.q. bouwbedrijf met deskundigheid op divers gebied. Ook het financiële risico bij de verkoop van bouwkavels moest worden afgedekt. Voordelen van de samenwerking met een projectontwikkelaar: • Risico ligt bij een marktpartij die dit risico het best kan inschatten. • Voorfinanciering is mogelijk. • Kennis van zaken op velerlei gebied. • Snel en adequaat werken. • Grote ervaring met projectmatig werken. • Ontlasting van de werkgroep die recent een ander project intensief had begeleid. Nadelen van het werken met een projectontwikkelaar: • Projectontwikkelaars willen zo veel mogelijk werk zelf uit voeren. Zelfwerkzaamheid door een dorpsbelang is voor hen financieel niet aantrekkelijk. Vooral als de projectontwikkelaar uit het rode projectgedeelte (huizen) financiering moet leveren voor het groene projectgedeelte (park), zal deze dit in de vorm van uit te voeren werk willen leveren. Dit is een zwaar punt van discussie geweest met de projectgroep. Elke €100,- die vanwege zelfwerkzaamheid niet door de projectontwikkelaar besteed wordt, scheelt de projectontwikkelaar doorgaans €30,- aan winst en verrekenbare omzetbelasting. StBB moest echter een forse hoeveelheid werk in zelfwerkzaamheid verrichten, omdat op deze wijze de begroting sluitend was gemaakt. • Projectontwikkelaars dulden, als ze éénmaal in de arm genomen zijn, geen concurrentie van derden op straffe van opzegging van de samenwerking. Aanbesteding van het werk is dan niet mogelijk. Als de tijd dringt, is verandering van projectontwikkelaar doorgaans voor de opdrachtgever zo wie zo geen alternatief. Hoe groter de tijdsdruk, des te sterker is de positie van de projectontwikkelaar. Dit kan kostenverhogend werken. • Projectontwikkelaars zijn gebaat bij het opblazen van begrotingen om bij dreigende onhaalbaarheid van het project te kunnen afdingen op gestelde voorwaarden en/of bijdragen. • Een projectontwikkelaar is in het bieden van tegenspel doorgaans een maatje te groot voor een dorpsbelang.
13
Conclusies: • Maak afspraken over wat wel en wat niet in zelfwerkzaamheid wordt uitgevoerd, voordat tot samenwerking wordt besloten. Werkzaamheden waarvan niet zeker is hoe zij uitgevoerd moeten worden, lenen zich het beste voor uitvoering in zelfwerkzaamheid. Meerwerk is altijd te duur, terwijl minderwerk altijd weinig oplevert. • Probeer zo veel mogelijk grondwerk in eigen beheer uit te voeren met loonwerkers op uurbasis. Het is eenvoudig werk en aanpassingen kunnen sneller worden doorgevoerd zonder dat dit aanleiding geeft tot te hoge extra kosten. • Achteraf bekeken had de inrichting van de bouwkavels zonder al te veel risico goed in eigen beheer kunnen worden uitgevoerd. Ook bij de huidige teruglopende huizenmarkt was de opbrengst voor het dorpsbelang aanzienlijk meer geweest. C8 Fondsenwerving StBB heeft van de volgende subsidies en financieringsbronnen gebruik kunnen maken: • Subsidie Stimulerings regeling vernieuwing landelijk Gebied. • Bijdrage Stichting Donatie Dorpsgemeenschappen Berlikum-Wier. Een fonds dat in het leven is geroepen op het moment dat de Friesland bank de plaatselijke zelfstandige bank overnam. Het fonds is bedoeld om onder andere plaatselijke projecten, die de leefbaarheid ten goede komen, te stimuleren. • Rood betaalt groen. De 7 bouwkavels leveren een bijdrage van € 136.000,- aan de inrichting van het park. • Daarnaast leveren de bouwkavels een bijdrage van eveneens €136.000,- om een slepend probleem van de parkeerproblematiek bij de disco’s tot een oplossing te brengen. Dit project staat min of meer los van het project Hemmemastate en zal in een later stadium gerealiseerd worden. Het bedrag van € 136.000,- wordt geparkeerd bij de gemeente Menaldumadeel. • Schenking mevrouw T. Swart. (Zie ook C10). • Zelfwerkzaamheid door werkgroepen of andere dorpsbewoners. Naar schatting is in dit project €75.000,- van de begroting door zelfwerkzaamheid uitgevoerd. • Bijdrage van het Wetterskip De Waadkant in relatie tot de kadeverhoging van de Friese boezem. Voor beide partijen een financieel aantrekkelijk win-win project. • Bijdrage Wetterskip Fryslân. It Wetterskip Fryslân streeft naar vergroting van de boezem als één van de mogelijkheden om wateroverlast in de toekomst te voorkomen. Zij heeft daartoe een regeling in het leven geroepen om dit bij particuliere instellingen te stimuleren. • Bijdrage gemeente Menaldumadeel. De gemeenteraad heeft besloten dat er geen financiële bijdrage geleverd wordt aan het project. Wel neemt de gemeente de kosten van de ROprocedure en de ambtelijke ondersteuning voor haar rekening. C9 Grondverwerving • De grondverwerving heeft veel tijd gevraagd. Het was niet zo zeer de grondprijs die problemen gaf als wel de vraag naar compensatiegrond. Het overleg is in goede harmonie verlopen met een uiteindelijk bevredigend resultaat. Totaal is 6.5 ha verworven van 5 eigenaren tegen een éénheidsprijs op basis van agrarische waarde. • Het vasthouden van deze éénheidsprijs is essentieel voor het aankoopproces, ondanks grote verschillen in de eigendomssituatie en de grondkwaliteit. Eén aankoop kon niet doorgaan vanwege de hoge vraagprijs. • Het overleg en de aankopen zijn door één persoon van StBB gedaan. Een vertrouwensrelatie is hierbij van belang.
14
C10 Schenkingen en fiscus Mevrouw T. Swart wilde als laatste nazaat van een bekende familie uit Berlikum, het dorp een schenking doen, waarvan alle bewoners gebruik kunnen maken. Zij wilde een perceel grond van 2.5 ha schenken t.b.v. de realisering van Hemmemapark. Voordat de plannen voor Hemmemastate gereed waren, overleed mevrouw Swart zonder dat er iets van haar voornemen op papier stond. De verre erfgenamen hebben besloten om de wens van mevrouw Swart te eerbiedigen en hebben alsnog met z'n zessen besloten de grond te schenken aan StBB. Een dergelijke beslissing moet unaniem door alle erfgenamen worden genomen. Dat zij dit gedaan hebben, moet als bijzonder worden aangemerkt. Consequenties van een wilsbeschikking die niet zwart op wit staat: • De erfgenamen hoeven er geen gevolg aan te geven. Als één van de erfgenamen niet meedoet is zo’n wilsbeschikking niet uitvoerbaar. • Bij schenking bij leven of testamentair betaalt een Stichting 11% schenkingsrecht. De Stichting moet een ideële doelstelling hebben en moet als zodanig ingeschreven staan bij de Inspectie Registratie Successie te 's-Hertogenbosch. • In dit geval was de voorgenomen schenking niet beschreven en zou er sprake zijn van 42% successierechten en vervolgens vanwege schenking door de erfgenamen aan StBB nog weer eens 42 % schenkingsrechten. In plaats van 11% zou dan 76% aan de fiscus moeten worden afgedragen. Omdat StBB aannemelijk kon maken dat hier sprake was van een uitzonderlijke situatie en de houding c.q. beslissing van de erfgenamen dit onderschreef, heeft de fiscus ons het voordeel van de twijfel gegund en volstaan met inning van successierechten. StBB heeft de successierechten betaald aan de erfgenamen die dit vervolgens weer moesten afdragen aan de fiscus. Gezien de positieve opstelling van de familie wilde de fiscus ook niet achterblijven en heeft haar claim beperkt tot 41% Het nadeel voor de begunstigde, door het niet schriftelijk vastleggen van de wilsbeschikking door de schenkster, was uiteindelijk 31%. Ongeveer een jaar later werd StBB voor de overdrachtsbelasting aangeslagen (6% over de verpachte waarde). Deze overdrachtsbelasting wordt geïnd door een andere afdeling van de belastingdienst. StBB heeft met succes bezwaar gemaakt tegen deze aanslag door te wijzen op de bijzondere situatie waaronder de grondoverdracht had plaatsgevonden. Conclusie: • Het voornemen van een schenking zo spoedig mogelijk schriftelijk vastleggen, liefst via de notaris. C11 De fiscus en grondtransacties t.b.v. van woningbouw en groenvoorzieningen Toevallig heeft de gemeente het perceel in bezit waarop de 7 bouwkavels liggen. Hierdoor ontstaat in fiscaal opzicht een complexe situatie. Om juiste keuzes te maken, volgen in het onderstaande enkele overwegingen. Hiervoor is advies ingewonnen bij een notaris. • Beginsituatie: grond is eigendom van de gemeente die het verkoopt aan het bouwbedrijf. Tussensituatie: grond is eigendom van het bouwbedrijf die het gebied inricht (bouwrijp maakt). Het bouwbedrijf betaalt StBB €136.000,- t.b.v. de ontwikkeling van Hemmemapark. Het bouwbedrijf betaalt de gemeente de gangbare agrarische waarde voor de kavel. Bovendien betaalt het bouwbedrijf aan de gemeente €136.000,- t.b.v. de aanleg van een parkeerterrein om aan de wens van StBB tegemoet te komen om de parkeeroverlast van de twee disco’s te verminderen. Eindsituatie: Grond deels eigendom StBB(groen); deels eigendom gemeente(infrastructuur); deels eigendom bij 7 huiseigenaren (bouwkavels). • De kopers van een bouwkavel zijn geïnteresseerd in een transactie met 6% overdrachtsbelasting i.p.v 19% BTW, dit scheelt 13 % op de koopprijs van de kavel. Het is echter
15
• •
• •
•
moeilijk om de transactie in de sfeer van de overdrachtsbelasting te houden, er kan gauw iets mis gaan. Bedrijven met bijvoorbeeld kantoor aan huis zijn geïnteresseerd in de berekening van BTW over de kavelprijs, omdat bedrijven de BTW kunnen verrekenen. Zodra er handelingen zijn verricht t.b.v. inrichting als woonbestemming, dan geldt fiscaal het BTW tarief en vervalt de mogelijkheid van enkel overdrachtsbelasting. De reeds uitgevoerde ophoging van het terrein kan als zodanig opgevat worden, maar kan met evenveel recht als landbouwkundige verbetering aangemerkt worden. In dit soort transacties hoeft niet gevreesd te worden voor een aanslag van zowel overdrachtsbelasting als BTW. De eventuele BTW over de prijs voor de grond die weer in eigendom gaat naar de gemeente speelt geen rol, omdat de gemeente de BTW terug kan vorderen. Overigens zal deze grond voor niks naar de gemeente gaan en is er derhalve geen sprake van BTW verrekening. Voor de grond die naar StBB gaat, zijn genoeg motieven aan te voeren om de waarde fiscaal op €1.- te schatten. De grond kan niet verkocht worden; er zijn alleen maar kosten aan verbonden, in verband met onderhoud. Kortom de grond heeft geen economische waarde.
C12 Boerenleenbos-constructie Een door StBB bedachte naam voor een constructie waarbij de grondeigenaar bos aanlegt met gebruikmaking van de regeling Programma Beheer van het ministerie van LNV en het genot en het beheer in bruikleen geeft aan een dorpsbelang. Enige tijd heeft het er naar uitgezien dat deze constructie toepasbaar zou zijn, omdat de erven T.Swart 2,5 ha grond beschikbaar wilden stellen voor de aanleg van het park. De erven Swart hebben echter uiteindelijk gekozen voor een volledige schenking aan StBB. Het is een constructie die goed toepasbaar is wanneer een grondeigenaar uit ideële overwegingen bereid is, zijn bezit in te zetten ten behoeve van de woonkwaliteit van het dorp, zonder er zelf financieel al te veel op achteruit te gaan. StBB heeft onderzocht wat de voordelen zijn. • Het is een lichte vorm van schenking, waarbij de grondeigenaar minimaal 5 ha bos aanlegt. • Hij maakt gebruik van de regeling Programma Beheer van het ministerie van LNV. De grondeigenaar ontvangt een vergoeding voor de waardedaling van de grond. De vergoeding is ongeveer 80% van de agrarische waarde en is vrijgesteld van inkomstenbelasting. • Daarnaast is er een inrichtingssubsidie (bosaanleg) die met een beetje zelfwerkzaamheid volledig kostendekkend is. De subsidie is vrijgesteld van inkomstenbelasting. • De dorpsgemeenschap krijgt op een goedkope manier een bos/park en kan met eigen middelen het recreatief medegebruik vergroten. • De dorpsgemeenschap gaat het bos/park beheren en onderhouden en neemt de beheerskosten voor haar rekening. • Deze beheerskosten kunnen voor een deel worden gesubsidieerd uit de bovengenoemde regeling Programma Beheer. De grondeigenaar moet deze vervolgsubsidie aanvragen. • De grondeigenaar blijft dus eigenaar. Bij eventuele bestemmingswijzigingen kan hij de meerwaarde innen. De kans dat bestemmingswijziging plaatsvindt, is overigens niet groot omdat de boswet een compensatieverplichting kent. • De grondeigenaar kan, indien hij dit wenst, andere grond terugkopen, zij het dat de financiering voor circa 80% gedekt wordt door de bijdrage uit de regeling Programma Beheer voor de waardevermindering van de grond.
16
C13 De procedures Ruimtelijke Ordening Voor twee planonderdelen moesten drie verschillende bestemmingsplanwijzigingen worden doorgevoerd: 1. Aanleg van 2 km fietspad, inclusief kunstwerken als onderdeel van de Cultuurhistorische Fietsroute (reeds behandeld onder B6). 2. Aanleg van Hemmemapark (groen: inrichting van 6,5 ha park). 3. Aanleg van Hemmemastate (rood: inrichting van een stateterrein met 7 woningen). Ad1 Aanleg Cultuurhistorisch Fietspad • De bestemming landbouw moest worden gewijzigd in fiets/wandelpad met bijbehorende kunstwerken (drie bruggen). • Er is gekozen voor een verkorte Artikel19 procedure. • Dit kan alleen wanneer er vrij zeker geen bezwaren tegen de planwijziging worden ingebracht. • Zelfs reacties waarin om informatie gevraagd wordt, kunnen de procedure met tenminste enkele maanden verlengen. • StBB heeft van tevoren overleg gevoerd met alle mogelijke belanghebbenden. De positieve reacties waren voor de gemeente aanleiding om deze korte procedure te starten. • De procedure is probleemloos verlopen en heeft binnen drie maanden in een aanlegvergunning geresulteerd. Ad2 en 3 De aanleg van Hemmemapark en Hemmemastate • De bestemming landbouw moest worden gewijzigd in park, bos en water met recreatief gebruik en een gedeelte voor woondoeleinden. • De planonderdelen 2 en 3, Hemmemapark en Hemmemastate, zijn feitelijk één plan: een stateterrein met een aansluitend park. De beide planonderdelen zijn in eerste instantie dan ook als één plan in voorbereiding genomen. Gezien de aard van het plan moest er een normale procedure voor een bestemmingswijziging gevolgd worden. In eerste instantie waren de reacties van de omwonenden positief, in een later stadium gaven 5 bewoners te kennen dat zij bezwaar zouden gaan maken tegen de bouw van de 7 woningen. Beperking van het uitzicht was de voornaamste reden. Dat zou de procedure dermate verlengen, dat de subsidie Stimulerings regeling vernieuwing landelijk Gebied zou komen te vervallen en daarmee de financiële basis van het plan. Omdat op verzoek van StBB alleen bezwaar gemaakt werd tegen het woongedeelte, kon na goedkeuring door Provincie en Rijksoverheden, de vergunningverlening voor uitvoering gefaseerd worden verstrekt. De vergunning voor Hemmemapark kwam 6 maanden na de start van de voorbereidingsprocedure. Dit is extreem kort. Dit kon alleen door grote inzet en betrokkenheid van gemeentelijke- en provinciale ambtenaren, de welstandscommissie Hûs en Hiem, de architect en de landschapsarchitect. • Het maken van bezwaar tegen een plan van StBB hebben de onderlinge verhoudingen binnen het dorp niet verstoord. Een zakelijke opstelling en begrip voor elkaars belangen is hierbij een voorwaarde. 16 maanden na de start van de voorbereiding van de RO-procedure wordt de bouwvergunning verleend en kan met het bouwrijp maken van de bouwkavels worden begonnen. C14 Planschade Planschade heeft tot nu toe geen rol gespeeld bij de RO-procedures. Het hierna volgende is dan ook van algemene aard. De gemeente heeft zekerheid geëist. Direct betrokkenen kunnen planschade claimen bij een bestemmingsplanwijziging. Het betreft economische schade, doorgaans waardevermindering van de woning maar ook bedrijfsschade kan aan de orde zijn. Het is een fenomeen dat binnen een dorpsgemeenschap nauwelijks voorkwam, maar dat steeds meer opgang doet. De volgende kanttekeningen zijn te maken:
17
•
• •
• •
•
Bij kans op planschade eist de gemeente van de aanvragers van een bestemmingsplanwijziging een onderzoeksrapport naar de te verwachten planschade(kosten voor rekening van aanvragers). In dit geval hebben StBB en de projectontwikkelaar de kosten gedeeld. Planschade verhoogt de aanlegkosten van het park en/of de prijs van de woningen. Een verzoek om uitbetaling van planschade wordt pas behandeld nadat de RO-procedure is afgerond. Eerdere indiening heeft dan ook geen zin. Indienen van de aanvraag voor planschade tijdens de RO-procedure verhoogt niet de kans op toewijzing. Toch maakt men vaak bezwaar bij een ter visie legging. Hierdoor wordt de RO-procedure aanzienlijk verlengd. Tot nu toe is gangbaar dat de uitbetaling van planschade wordt doorberekend ten laste van het project. Recente jurisprudentie geeft echter aan, dat gemeenten planschadekosten moeten zien als kosten die een gevolg zijn van de uitvoering van het gemeentelijk ruimtelijk beleid en niet apriori verhaald kunnen worden op de initiatiefnemers. Hoewel het in Berlikum niet speelt, kan in het algemeen gesteld worden dat het toenemende aantal aanvragen om planschade de onderlinge verhoudingen in een dorp verstoren. Een instelling van niet geschoten is altijd mis, heeft tot gevolg dat de plannen duurder worden en een langere procedure kennen. Dit kunnen redenen zijn om de regelgeving voor het toekennen van planschade te herzien.
C15 Borging van kwalitatieve eisen aan de woningen en erven van Hemmemastate StBB heeft vanaf het begin van de planvorming aangestuurd op een bijzondere inrichting van het stateterrein en een bijzondere uitstraling van de woningen. De huizen, de kavels en het park moeten een samenhangend geheel worden. Het moet een parel worden bij de entree aan de westkant van het dorp. StBB wilde dat bereiken door voorwaarden te stellen aan de inrichting van het terrein en de architectuur van de woningen. StBB heeft daartoe op basis van no cure no pay een architect in de arm genomen die een sfeerbeeld van de woningen gemaakt heeft. Van de bouwondernemer, die later in beeld kwam, werd verwacht dat hij met de architect het plan op basis van het concept verder uitwerkte. Een landschapsarchitect heeft de bestaande ideeën van de kavelinrichting verder uitgewerkt. Onder anderen wordt het gebruik van beukenheggen op de erfscheidingen verplicht gesteld. De afspraken over de inrichting zijn in de overeenkomst tussen de bouwondernemer en StBB vastgelegd. Verder is een deel van de kwaliteit ook geborgd door de voorwaarden die de welstandscommissie (Hûs en Hiem) aan het plan stelde, en die de ideeën van StBB grotendeels heeft overgenomen. Ten slotte zijn in de aanvraag van de bouwvergunning de afspraken definitief vastgelegd. C16 Beheerscontracten slootonderhoud • Met de boeren die grenzen aan het park zijn schriftelijke contracten gesloten over het jaarlijks onderhoud van de sloten. Bij pachtgrond is het contract afgesloten met de verpachter en pachter. Met de pachter vindt de verrekening van kosten plaats. • De boeren onderhouden de sloot vanaf hun grondgebied en ontvangen en verwerken de specie. De kosten op basis van loonwerkertarief zijn voor rekening van Stichting Hemmemastate. Het voordeel is dat er geen schouwpaden langs de bossen aangelegd en onderhouden hoeven te worden. Ook de specieverwerking zou problemen opleveren. • Voor zover het een waterschapsleiding betreft, die in onderhoud is bij het Waterschap, is het contract gesloten met zowel het Waterschap als met de aangrenzende boer. De boer ontvangt elk jaar de specie. Stichting Hemmemastate betaalt de boer daarvoor elke twee jaar een bedrag dat overeenkomt met een bedrag dat een loonwerker zou berekenen voor éénmalig slootonderhoud.
18
C17 Financiering duurzaam beheer van het park • Er wordt door StBB een nieuwe beheersstichting, Stichting Hemmema, in het leven geroepen, die het beheer krijgt van het park. • De zeven bewoners van Hemmemastate krijgen per kettingbeding het recht om één persoon af te vaardigen in het bestuur. Het bestuur wordt aangevuld met vertegenwoordigers uit het dorp en StBB. • StBB betaalt jaarlijks een bedrag (€2.270,-) aan de nieuw op te richten Stichting Hemmemastate . Dit bedrag wordt geïndexeerd. Een deel van de jaarlijkse contributie van de 700 donateurs van StBB wordt hiervoor gebruikt. • Op de 7 bouwkavels komt via een kettingbeding de verplichting te rusten dat de eigenaren €550,- (geïndexeerd) per woning per jaar bijdragen aan het onderhoud van het park. Het slootonderhoud dat normaal voor rekening van de eigenaren van de huiskavels zou komen, is hierbij inbegrepen. • Met het aldus beschikbare bedrag (€6.120,-) kan op goede wijze het onderhoud en de vervanging van kunstwerken van het park van 6.5 ha en ca. 2 km fietspaden buiten het park plaatsvinden. Een begroting van de beheerskosten kan desgewenst bij St. Hemmema worden besteld. StBB Auteur M.T. van Hout Berlikum, 2003
19