PJA Project Maatschappelijke Stage (MaS) Evaluatie en Advies - Rapport
Sietske Voorn - Siets & the City In opdracht van: Protestants Jeugdwerk Amsterdam (PJA) Juni 2013
Inhoudsopgave
Hoofdstuk
Pagina
Inleiding Onderzoeksvraag en opzet
3
Introductie Maatschappelijke Stage (MaS)
4
Het Project MaS bij het Protestants Jeugdwerk Amsterdam (PJA)
5-6
Andere aanbieders van de Maatschappelijke Stage
7-8
Organisaties – stageplekken PJA
9-10
Scholen (samenwerkend met het PJA)
11-12
De scholieren die hun Maatschappelijke Stage lopen bij het PJA
13-15
De toekomst van de Maatschappelijke Stage: een overzicht van de stakeholders
16
SWOT Analyse
17
Conclusie / Aanbevelingen voor het voortzetten van het PJA Project Maatschappelijke Stage in de toekomst
18-19
Bijlages: Gesprekken stakeholders – uitgewerkt Scholen (samenwerkend met het PJA) Andere aanbieders van de Maatschappelijke Stage Organisaties – stageplekken PJA
21-34 35-52 53-63
Enquête resultaten
64-75
Bronnenlijst - Geraadpleegde literatuur / websites
76
2
Inleiding Onderzoeksvraag en opzet Geachte lezer, Voor u ligt het rapport met de analyse van het project Maatschappelijke Stages (project MaS) van het Protestants Jeugdwerk Amsterdam (PJA). Via dit project heeft het PJA in de afgelopen jaren honderden middelbare scholieren succesvol geholpen aan een stageplek in het maatschappelijk veld. In het regeerakkoord van kabinet Rutte II is opgenomen dat de wettelijke verplichte maatschappelijke stages per 2015 worden afgeschaft, en wordt vervangen door de mogelijkheid voor scholen om deze stage als facultatief programmaonderdeel aan te bieden. Met deze wetswijziging vervalt ook het overheidsbudget voor het faciliteren van de Maatschappelijke Stage. Dit regeringsbesluit heeft het Protestants Jeugdwerk Amsterdam doen besluiten een extern onderzoek te laten uitvoeren naar zowel de huidige opzet van het project als naar manieren om in de toekomst (na 2015) het project voortgang te geven. De belangrijkste onderzoeksvragen voor dit onderzoek luiden als volgt:
Hoe zijn de visies en ideeën van de diverse stakeholders met betrekking tot de voortzetting van de Maatschappelijke Stage voor middelbare scholieren? Aan welke voorwaarden moet het Project Maatschappelijke Stage van PJA voldoen voor een succesvolle voortzetting ná het vervallen van de overheidsverplichting van de Maatschappelijke Stage in het schooljaar 2015-2016?
Daarnaast is ook meegenomen in het onderzoek of het wenselijk is de christelijke identiteit van het Protestants Jeugdwerk Amsterdam een explicietere rol te laten spelen bij het Project Maatschappelijke Stage. Om deze onderzoeksvragen te beantwoorden en de huidige opzet van het project MaS te evalueren, is door de onderzoeker vooral ingezet op verkennende gesprekken bij de verschillende stakeholders of belanghebbenden in (de regio) Amsterdam; scholen, organisaties die een Maatschappelijke Stage aanbieden en organisaties waarmee het PJA samenwerkt in de plaatsing van scholieren. Middels het bezoeken van scholieren tijdens hun stage en het afnemen van een –online- enquête gekeken naar het perspectief van de scholieren. Daarnaast is contact gezocht met andere stakeholders zoals de nationale en de lokale politiek en fondsen die in de afgelopen jaren het project MaS van het PJA financieel hebben ondersteund. In de volgende hoofdstukken vindt u, na een algemene introductie van de Maatschappelijke Stage en het Project MaS van het PJA, een beknopte beschrijving van de onderzoeksresultaten ingedeeld per type stakeholder. Vervolgens spitst het rapport zich toe op een evaluatie van het huidige Project MaS van het PJA en aanbevelingen voor de toekomst (in de conclusie). In de bijlages zijn alle gespreksverslagen met scholen, organisaties die een Maatschappelijke Stage aanbieden en PJA stageplekken opgenomen. Ook vindt u hier alle resultaten van de enquête.
Sietske Voorn Siets & the City 3
Introductie Maatschappelijke Stage (MaS) In 2011 werd, na enkele jaren van pilots, besloten de Maatschappelijke Stage (MaS) tot een verplicht onderdeel te maken van het lesprogramma van elke scholier die in het schooljaar 2011-2012 startte met zijn of haar middelbare school. Dit houdt in dat elke scholier in het middelbaar onderwijs verplicht minimaal 30 uur besteedt aan vrijwilligerswerk. De Maatschappelijke Stage kan worden gelopen bij een organisatie, instelling of vereniging in de non-profitsector. De doelstelling voor deze Maatschappelijke Stage is helder; het gaat om het doen van en kennismaken met vrijwilligerswerk. Scholieren leveren een actieve bijdrage aan de samenleving, doen nieuwe ervaringen op in hun directe omgeving. In de wet werd bepaald dat de scholen verantwoordelijk zijn voor de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de Maatschappelijke Stage. Scholen zijn redelijk vrijgelaten de Maatschappelijke Stage vorm te geven naar hun wensen. Zo kunnen zij bijvoorbeeld zelf kiezen:
Of de te besteden uren aan Maatschappelijke Stage binnen of buiten schooltijd vallen; Of de Maatschappelijke Stage wordt verspreid over verschillende leerjaren, of in één specifieke periode in een leerjaar wordt behandeld; Of de Maatschappelijke Stage door de scholieren zelf wordt gekozen en gevonden; Of de Maatschappelijke Stage (deels) binnen projecten van en op de school valt, of wordt gelopen buiten de school bij externe organisaties in de non-profitsector.
De scholen ontvangen hiervoor vanuit de overheid (het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, OCW) een budget van €60 per leerling per teljaar (dit komt neer op een totaal van €240/leerling) met een minimum van €18.000 per jaar per school. Belangrijk te melden hierbij is dat het geld niet ‘geoormerkt’ is. Dat betekent dat het budget voor de Maatschappelijke Stage in de lumpsum bijdrage aan scholen valt, en dat hiervoor niet specifieke verantwoording is vereist. Ook de gemeenten van Nederland ontvangen een bijdrage voor het faciliteren van stagemakelaars voor de Maatschappelijke Stage in hun gemeente. Deze bijdrage gaat via het Gemeentefonds. In het regeerakkoord van Kabinet Rutte II is besloten om de wettelijke verplichting van de Maatschappelijke Stage af te schaffen vanaf het schooljaar 2015-20161. In het huidige wetsvoorstel wordt deze verplichting vervangen door de mogelijkheid voor middelbare scholen om de Maatschappelijke Stage als facultatief programmaonderdeel aan te blijven bieden. Mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan (het gaat om vrijwilligerswerk voor een periode van 30 uur, scholieren die niet in staat zijn om de MaS uit te voeren kunnen hiervan worden vrijgesteld) blijft de Maatschappelijke Stage (als de school ervoor kiest deze voort te zetten) een volwaardig erkend programmaonderdeel en kan deze vermeld worden op het diploma. Verwacht wordt dat dit wetsvoorstel (na het zomerreces van 2013) zal worden aangenomen door de Eerste en Tweede Kamer.
1
Dit zou betekenen dat de verplichte Maatschappelijke Stage alleen zou gelden voor scholieren in het VMBO, begonnen in schooljaar 2012-2013. Om ongelijkheid tussen scholieren op verschillende niveaus te voorkomen, vervalt de verplichting voor het VMBO een jaar eerder, reeds in schooljaar 2014-2015.
4
Het Project Maatschappelijke Stage bij het Protestants Jeugdwerk Amsterdam (PJA) Het Protestants Jeugdwerk Amsterdam (PJA), onderdeel van de Protestantse Kerk Amsterdam, is een aanbieder van Maatschappelijke Stages sinds 2009. Het PJA treedt hier op als zogenaamde ‘stagemakelaar’, en zorgt voor de plaatsing van scholieren bij verschillende projecten van de Protestantse Kerk en Diaconie, wijkgemeenten, projecten van Kerk & Buurt en andere kleinschalige (christelijke of diaconale) projecten waar van oudsher contacten mee zijn of voor het Project MaS mee zijn gelegd. Aantallen bemiddelde MaS-scholieren Sinds de verplichting van de Maatschappelijke Stage in schooljaar 2011-2012 is het aantal bemiddelde scholieren sterk gegroeid; in dit schooljaar was het aantal MaS-scholieren praktisch verdubbeld ten opzichte van de start van het project in 2009. Deze groei wordt grotendeels veroorzaakt door een toename van de instroom van MaS-scholieren uit het VMBO onderwijs en lagere niveaus (praktijkonderwijs.) Ook voor het schooljaar 2012-2013 wordt verwacht voor ongeveer hetzelfde aantal scholieren (tussen de 350 en 400) succesvol te kunnen bemiddelen bij het vinden van een stageplek (of meerdere stageplekken) via het PJA. Bij elkaar opgeteld heeft het PJA inmiddels bij ruim 1000 scholieren succesvol bemiddeld bij het lopen van hun Maatschappelijke Stage.
Figuur 1 – Aantallen bemiddelde scholieren per schooljaar (Bron: Verslag 3 jaar MaS – PJA)
Het bereik van het PJA als stagemakelaar De scholieren die hun Maatschappelijke Stage via het PJA lopen, vinden hun stage op verschillende manieren; via hun docent, via de stagebank op de website www.stagevoorjou.nl van de Vrijwilligerscentrale Amsterdam (VCA), via presentaties van het PJA op scholen en events (als stagemarkten) en via ouders of het eigen netwerk. Opvallend is dat, ondanks de insteek vanuit de overheid om scholieren vooral zélf hun stage te laten zoeken en regelen, het overgrote deel van de scholieren uiteindelijk via hun docent bij het PJA komt. Dit geldt voor ruim 70% van de VMBO scholieren en in iets mindere mate (rond de 60%) voor scholieren op het HAVO en VWO. 30 uur stage lopen? Een Maatschappelijke Stage bij het Protestants Jeugdwerk Amsterdam beslaat lang niet altijd de volledige 30 uur die verplicht is gesteld vanuit de overheid. Dit heeft ermee te maken dat het scholen vrij staat de MaS zelf in te richten, wat kan betekenen dat bijvoorbeeld slechts een deel van de stageuren aan een stage buiten de school wordt besteed, en de andere uren aan projecten binnen school. Met een aantal scholen zijn er specifieke afspraken gemaakt over het stage-aanbod van het PJA, zoals het organiseren van een stagecaroussel of actiedag. Van andere scholen wordt er meer op individuele basis met scholieren gewerkt. 5
Stagevormen Mede door de vrijheid in de invulling van de Maatschappelijke Stage voor de middelbare scholen, biedt het PJA verschillende vormen van stages aan. De belangrijkste vormen zijn hierin lintstages, een stageweek, een stagecaroussel en een ‘actiedag’. Deze stagevormen zijn er zowel voor individuele scholieren (of een kleine groep tot 4 scholieren) als voor grotere groepen (klassen of schooljaren).
Verschillende stagevormen: Lintstage: Een stage bij één stageplek met diverse stagemomenten gedurende een bepaalde periode. Stageweek (of blokstage): een aaneengesloten periode van stage lopen. Stagecaroussel: scholieren (individueel of in groepen) rouleren langs verschillende stageplekken. Actiedag: op één dag wordt (meestal met een groep) één specifieke klus geklaard
Bemiddelingskosten In navolging van de Vrijwilligerscentrale Amsterdam (VCA) en enkele grote organisaties die een Maatschappelijke Stage aanbieden, heeft het Protestants Jeugdwerk Amsterdam besloten om vanaf schooljaar 2012-2013 bemiddelingskosten te berekenen aan scholen voor het plaatsen van MaSscholieren. Hierbij zijn de volgende bedragen het uitgangspunt: Bij plaatsing van individuele scholieren (stageweek, lintstage, stageklus, etc.): €15,- voor een stage van minder dan 20 uur €30,- voor een stage van 20 uur of meer Bij plaatsing van 10 of meer individuele scholieren van dezelfde school: €10,- voor een stage van minder dan 20 uur €20,- voor een stage van 20 uur of meer Bij plaatsing van 20 of meer individuele scholieren van dezelfde school: €7,50 voor een stage van minder dan 20 uur €12,50 voor een stage van 20 uur of meer Uitzonderingen op deze bedragen worden gemaakt bij spoedplaatsing, vereiste speciale begeleiding of specifieke afspraken voor grotere activiteiten als een stagedag voor een klas of schooljaar. Tot nu toe heeft grootste deel van de scholen waar het Protestants Jeugdwerk Amsterdam mee samenwerkt aangegeven dit reëel te vinden. Enkele MaS-coördinatoren van andere scholen meldden echter dat de school hier geen budget beschikbaar voor heeft. De opzet van de Maatschappelijke Stage bij het PJA Hoewel er in het Project Maatschappelijke Stage van het PJA sprake is van scholieren van verschillende niveaus en leeftijden, verschillende stagevormen en een grote diversiteit aan stageplekken, wordt getracht in de opzet van elke Maatschappelijke Stage aan de volgende voorwaarden te voldoen:
Voorbereiding & Informatie: de scholier weet de ‘hoe, wat, waar, wie, waarom’ van de stageplek(ken) waar hij of zij gaat, en wat er daar wordt verwacht Kleinschaligheid & begeleiding: de stageplekken van het PJA zijn klein van opzet, hebben een duidelijke taak voor de MaS-scholier en geïnformeerde en betrokken begeleiding Evaluatie: Vanuit het PJA houdt coördinator Elianne Schultz als aanspreekpunt de algemene regie en evalueert de gelopen Maatschappelijke Stage met de scholier 6
Andere aanbieders van de Maatschappelijke Stage Er is in en rond Amsterdam een groot aantal verenigingen, organisaties en instellingen die scholieren de mogelijkheid biedt hun Maatschappelijke Stage bij hen te lopen. De stages zijn in te delen in verschillende thema’s zoals Zorg & Welzijn, Groen, Sport & Bewegen, Goede Doelen en Kunst & Cultuur. Met een aantal van deze stage-aanbieders is voor het onderzoek gesproken. Vragen die hierbij aan de orde kwamen betroffen de opzet van de Maatschappelijke Stage, de ervaringen met de scholieren en de MaS, de door de organisaties geziene (meer)waarde van de MaS en de visie en ideeën over voortgang na het vervallen van de verplichte Maatschappelijke Stage vanaf schooljaar 2015-2016.
Figuur 2 – Ondervraagde stageaanbieders
De Vrijwilligerscentrale Amsterdam De Vrijwilligerscentrale Amsterdam (VCA) zorgt voor de koppeling tussen vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. Voor de Gemeente Amsterdam fungeert de VCA als stagemakelaar voor de MaS. In deze functie worden gastlessen op scholen en stagemarkten georganiseerd, scholen en organisaties geadviseerd (en getraind) en bemiddelt de VCA tussen MaS-scholieren en stageplaatsen. Op de website www.stagevoorjou.nl kunnen organisaties hun stage-aanbod onder de aandacht brengen van scholieren. Het grootste gedeelte van deze diensten wordt gratis aangeboden. Vanaf het schooljaar 2012-2013 zijn scholen echter wel gaan betalen voor extra ondersteuning. De VCA betreurt het wegvallen van de verplichting van de Maatschappelijke Stage, en is volop bezig om te kijken naar zowel het draagvlak onder de betrokken partijen en mogelijkheden voor duurzame voortzetting van de Maatschappelijke Stage in een nieuwe vorm. Een pilot die volgend jaar van start gaat met twee middelbare scholen in Amsterdam, behelst het volgen van een cursus sociale en maatschappelijke vaardigheden, voordat de scholieren vervolgens hun Maatschappelijke Stage lopen. Daarnaast wordt – in samenspraak met de scholen- gekeken naar mogelijkheden om de MaS beter in het curriculum in te bedden, om te zorgen voor een betere verankering en meer draagvlak binnen scholen. 7
De ervaringen van andere stage-aanbiedende organisaties Ondanks de grote verschillen tussen stage-aanbiedende organisaties en de specifieke opzet van de Maatschappelijke Stage, is er een aantal algemene ontwikkelingen te benoemen. Allereerst is er in de afgelopen jaren overal gewerkt aan het verder verbeteren van de Maatschappelijke Stage. In de beginjaren was er niet altijd even veel draagvlak, begrip en enthousiasme onder begeleiders van stagiair(e)s, en was soms onduidelijk wie voor welke taken verantwoordelijk was. Dit gold met name voor onduidelijkheden tussen de stage-aanbiedende organisaties en de scholen. Nu de Maatschappelijke Stage in de laatste jaren (zeker vanaf de verplichting in schooljaar 20112012) meer gemeengoed is geworden, is de opzet van de stage meer vastomlijnd geworden en de uitvoering efficiënter. Ook heeft de toename in het aantal scholieren die hun Maatschappelijke Stage moeten lopen ervoor gezorgd dat de organisaties strenger zijn geworden in de selectie van scholieren, de begeleiding en de projecten waar de stagiair(e)s worden ingezet. Veelal is er sprake van een intake gesprek, waar met de MaS-scholier wordt gesproken over de motivatie om juist bij díe organisatie de Maatschappelijke Stage te lopen, de verwachtingen over de uit te voeren taken en de verwachtingen van de organisatie. Een aantal heeft, naast het stagecontract dat de scholier in de meeste gevallen vanuit de school meeneemt, ook zelf een overeenkomst of gedragsregels opgesteld, waaraan de scholieren worden geacht zich te houden. De ervaringen met de scholieren die hun Maatschappelijke Stage lopen, zijn –op enkele individuele negatieve ervaringen na- doorgaans positief. Jongeren in deze leeftijdscategorie zijn vaak wat timide en verlegen, maar worden over het algemeen wel wat losser naarmate de stage vordert. Daarnaast worden er verschillen ervaren tussen individuele jongeren, maar ook tussen de onderwijsniveaus en de voorbereiding vanuit de middelbare scholen. Sommige gesprekspartners gaven aan het lastig te vinden om voor een goede terugkoppeling en reflectie te zorgen, zowel door een gebrek aan tijd als door de vaak niet heel uitgesproken scholier. Praktisch alle stage-aanbieders zien het aanbieden van Maatschappelijke Stage in de eerste plaats vooral als een uiting van het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid en tonen van betrokkenheid. Daarnaast hebben verschillende organisaties ook een educatieve taak. Een kleiner deel van de organisaties ziet de Maatschappelijke Stage ook als een mogelijkheid om interesse te wekken voor (werken in) de branche en het doen van vrijwilligerswerk op een latere leeftijd. Het is niet zo dat door de inzet van MaS-scholieren, er heel erg veel extra werk wordt verzet door de organisaties, omdat het aanbieden van de stages ook voor extra werk zorgt in voorbereiding en begeleiding. Dit heeft er bij zorginstelling Cordaan toe geleid dat er nu kosten worden gerekend voor het vooraf trainen en plaatsen van scholieren. De meeste stage-aanbieders waar mee is gesproken zijn voornemens om hun projecten rondom de Maatschappelijke Stage door te zetten op het moment dat de verplichting voor middelbare scholen vervalt. Immers, met de ervaring van de afgelopen jaren staat de opzet en uitvoering nu redelijk en kost het relatief minder tijd de scholieren een plek te kunnen bieden. Wel geeft een aantal organisaties aan dat er, met het wegvallen van de verplichting, opnieuw zal moeten worden gekeken naar de beschikbare tijd voor de projecten en of er genoeg prioriteit is om de Maatschappelijke Stage binnen de organisatie te behouden. Dit heeft ook alles te maken met het draagvlak vanuit de verschillende middelbare scholen; geven zij aan dat zij graag hun Maatschappelijke Stage-projecten doorzetten, zal dat ook de houding van de stage-aanbieders (positief) beïnvloeden.
8
Organisaties – stageplekken PJA Zoals eerder gesteld treedt het Protestants Jeugdwerk Amsterdam (PJA) op als zogenaamde ‘stagemakelaar’, en verzorgt de plaatsing van scholieren bij verschillende projecten van de Protestantse Kerk en Diaconie, wijkgemeenten, projecten van Kerk & Buurt en andere kleinschalige (christelijke of diaconale) projecten waar van oudsher contacten mee zijn of voor het Project MaS mee zijn gelegd. Deze rol behelst verschillende taken:
De werving, selectie en matching van scholieren en stageplekken De algemene begeleiding, aansturing en evaluatie van en met de MaS-scholieren Het onderhouden van contacten met de stageplekken en het in overleg plaatsen van stagiair(e)s bij de verschillende stageplekken Coördinatie en aanspreekpunt voor de middelbare scholen, de scholieren en de organisaties (en hun medewerkers en vrijwilligers).
Op dit moment worden er op de website van het Protestants Jeugdwerk Amsterdam (www.blikveld.org) ruim 40 verschillende stageplekken aangeboden. Deze zijn onderverdeeld in buurtmaaltijd, kinderwerk, voedselbank, daklozen en ouderen. Overkoepelende gedachte hierbij is dat de maatschappelijke projecten (van de kerk) de mensen helpen die dat het hardst nodig hebben. Het wordt dan ook zeer belangrijk geacht dat de scholier graag een ander wil helpen. Ook wordt aangegeven dat –voor alle stageplekken- sociale vaardigheden (zoals omgaan met mensen) en de betrokkenheid van de scholieren erg belangrijk zijn in de stages bij het PJA. Voor het onderzoek is gesproken met enkele van de (kerkelijke) organisaties, stichtingen en diaconale projecten waar de scholieren die zich aanmelden voor hun Maatschappelijke Stage bij het PJA uiteindelijk (een deel van hun) stage lopen. Deze organisaties zijn verschillend in het soort stage, het type organisatie en hun locatie in de stad. Vragen die in deze gesprekken aan de orde kwamen betroffen de taken voor de MaS-scholier, de ervaringen met de scholieren en de MaS, de door de organisaties geziene (meer)waarde van de MaS en de visie en ideeën over voortgang na het vervallen van de verplichte Maatschappelijke Stage vanaf schooljaar 2015-2016.
Figuur 3 - Ondervraagde stageplekken van het PJA
9
Ook bij de stageplekken geldt dat er, ondanks de grote verschillen tussen de organisaties en hun projecten, een aantal algemene ontwikkelingen te benoemen is. De aanbieders van stageplekken hebben doorgaans weinig directe baat bij de inzet van de Maatschappelijke Stagiair(e)s, immers, zij lopen doorgaans mee met een medewerker of vrijwilliger op een reeds bestaande of geplande activiteit. De Voedselbank in Amsterdam Oost is daarop een uitzondering; hier wordt aangegeven dat de hulp van de scholieren (gemiddeld drie MaS-scholieren per week op de uitgiftedag) echt noodzakelijk is om al het werk wat gedaan moet worden te kunnen verzetten. Dit heeft ook te maken met de fysieke arbeid en de drukte op de uitgiftedag. Ook Stichting Present, die bemiddelt tussen vrijwilligers en sociale en praktische projecten vanuit aanbod, geeft aan dat met hulp van de scholieren er meer kan worden gedaan. Extra handjes leveren, zeker als het om afgebakende, simpele klussen gaat (zoals bijvoorbeeld het onderhouden van een tuintje van iemand die dat zelf niet meer kan), nu eenmaal extra verricht werk op. Bij de andere organisaties speelt vooral ook het maatschappelijke doel een belangrijke rol in de keuze om MaS-scholieren te plaatsen. ‘Mensen helpen’ is het overkoepelende doel bij allen, en dat geldt ook voor de scholieren die je op deze manier helpt aan een stageplek. De ervaringen met de scholieren die hun Maatschappelijke Stage lopen, is doorgaans positief. De negatieve ondervindingen hebben te maken met niet (of te laat) op komen dagen, onverschilligheid of extreme verlegenheid. Deze laatste eigenschap van adolescenten wordt ook vaak genoemd als het gaat om reflectie en evaluatie; de geïnterviewden gaven aan het soms lastig te vinden om hoogte te krijgen van de jongeren en door te vragen over hun ervaringen. Een andere reden hiervoor is dat de MaS-scholier vaak maar één keer op de stageplek meeloopt. “Het werken bij de Opvallend is dat klussen die fysieke inspanning vergen (zoals tuinieren of Voedselbank is vaak kratten vullen en stapelen bij de Voedselbank), vaak zorgen voor een echt een eye-opener uitgesprokener gevoel van voldoening, van ‘iets gedaan hebben’ bij de leerlingen, dan bij activiteiten als koffie schenken, praten met bezoekers voor scholieren” en helpen bij het koken. Gevraagd naar de meerwaarde van de Maatschappelijke Stage voor de scholieren zelf, zijn de reacties in te delen in de volgende categorieën; Leren buiten de schoolmuren, kennismaken met ‘het echte leven’ Het ontwikkelen van het besef dat er ook in de eigen stad mensen zijn die hulp nodig hebben, en het wegnemen van vooroordelen over deze (groepen) mensen Sociale vaardigheden als contact maken en omgaan met mensen, vriendelijk zijn, luisteren Algemene vaardigheden als initiatief nemen, durven en praktische zaken als koken voor een groep Het opdoen van een positieve eerste ervaring met vrijwilligerswerk, de mogelijkheid tot talentontdekking en –ontwikkeling (zowel voor eventueel later vrijwilligerswerk als beroepsmatig) De verschillende organisaties zijn doorgaans erg tevreden over de samenwerking met het PJA. Elianne Schultz, stagecoördinator van het PJA wordt geroemd voor haar directe, praktische aanpak en flexibiliteit. Ook de algehele coördinatie en betrokkenheid, en terugkoppeling als er zich (sporadisch) problemen voordoen, worden hierbij geprezen. De bezochte stageplekken van het Protestants Jeugdwerk Amsterdam zijn dan ook voornemens om door te gaan met het aanbieden van stageplekken voor de MaS na schooljaar 2014-2015. Voorwaarden hierbij zijn wel dat er voldoende draagvlak, betrokkenheid en enthousiasme wordt getoond door de middelbare scholen, en dat het PJA de coördinatie, contacten met afzonderlijke scholen en matching van het project Maatschappelijke Stage op zich blijft nemen. Een aantal partijen geeft aan in de toekomst scholieren middels een lintstage wat vaker op dezelfde activiteit te kunnen inzetten. Enerzijds zorgt dit voor meer routine en baat voor de organisatie, anderzijds verwacht men op die manier betere reflectiemogelijkheden voor de scholier zelf. 10
Scholen (samenwerkend met het PJA) Een belangrijke stakeholder in het Project Maatschappelijke Stage bij het Protestants Jeugdwerk Amsterdam wordt gevormd door de middelbare scholen in Amsterdam. Het is immers aan de scholen, na het vervallen van de verplichting om de Maatschappelijke Stage in het lesprogramma op te nemen, om te beslissen hier al dan niet mee door te gaan. Uit het bestand van scholen waar door het PJA in de afgelopen jaren mee is samengewerkt is contact gelegd met de verschillende MaScoördinatoren. Bij de selectie van scholen is gekeken naar de aangeboden schoolniveaus en locatie in de stad. Er is bij deze selectie rekening gehouden met de wens vanuit het PJA zich toe te spitsen op scholen die VMBO en lagere niveaus aanbieden. Naast de gesprekken met deze scholen zijn ook een veertigtal andere scholen per e-mail benaderd, met daarin de vraag of er op de school in kwestie al duidelijkheid bestaat over het al dan niet voortzetten van de MaS.
Figuur 4 – Ondervraagde scholen waar het PJA mee samenwerkt
De MaS-coördinatoren (dit zijn docenten die vaak ook de rol van mentor vervullen) op alle bezochte scholen zijn positief over de Maatschappelijke Stage en willen deze graag doorzetten in de toekomst. In de afgelopen jaren is de opzet en uitvoering verstevigd, contacten met stageplekken en makelaars gelegd, is gewerkt aan het draagvlak onder scholieren, hun ouders en andere docenten. De Maatschappelijke Stage blijkt een waardevol onderdeel te zijn van het gehele schoolprogramma. De MaS-coördinatoren zien een veelvoud van positieve kanten aan de Maatschappelijke Stage, hieronder genoemd in aflopende mate van belangrijkheid; Ervaringen opdoen buiten school en de eigen leefwereld, het verbreden van het blikveld van de scholieren en het versterken van maatschappelijke betrokkenheid; Het aanleren van algemene en sociale vaardigheden (zoals voorbereiden, organiseren, omgaan met verschillende mensen, gedragsnormen); (bij VMBO en lagere niveaus): voorbereiding op de beroepsstage en op toekomstig werken, beroepsoriëntatie (op tijd komen, beleefd zijn, luisteren naar begeleider); Kennismaken met vrijwilligerswerk, met mensen die iets doen voor een ander zonder daar meteen iets voor terug te krijgen; Het creëren van een succeservaring, het krijgen van waardering en daarmee het vergroten van het zelfvertrouwen (vooral bij VMBO en lagere niveaus). 11
In de gesprekken met de MaS-coördinatoren van de verschillende scholen valt een aantal zaken op. Ten eerste blijkt dat het budget dat vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) beschikbaar wordt gesteld voor het uitvoeren van de Maatschappelijke Stage, te weten €60 per leerling per teljaar, grotendeels niet aan de Maatschappelijke Stage wordt besteed. Coördinatoren krijgen gemiddeld tussen de 80 en 120 uur per schooljaar voor de uitvoering van de Maatschappelijke Stage. Daarnaast worden er enkele kosten gemaakt als er gebruik wordt gemaakt van de diensten van stagemakelaars, en onkosten zoals kaartjes voor het openbaar vervoer of printen van informatiemateriaal. De schatting is dat een totale Maatschappelijke Stage voor een leerling zo rond de €50 à €60 kost, veel minder dus dan het beschikbare budget. Ook werd aangegeven dat het vaak lastig is om budget vrij te krijgen (bij de schoolbesturen en -directies), vooral omdat het budget is opgenomen in de lumpsum die een school (of overkoepelende scholengemeenschap) ontvangt van de overheid. De school hoeft hierover geen verantwoording af te leggen, en is dus vrij om het budget voor de MaS aan andere zaken te besteden. Ten tweede blijkt dat er op veel scholen nog geen duidelijkheid is wat betreft het al dan niet voortzetten van de Maatschappelijke Stage na het vervallen van de verplichting vanaf schooljaar 2015-2016. Enkele schooldirecties geven aan te luisteren naar de opvattingen van de coördinatoren, maar de beslisbevoegdheid hierover ligt uiteindelijk bij hen. Het kan zijn dat het enthousiasme en de betrokkenheid van de docenten die werken met de Maatschappelijke Stage niet de doorslaggevende factor zal zijn in deze besluitvoering. Men kan dus stellen dat er een tweedeling is bínnen de middelbare scholen tussen de MaS-coördinatoren die de uitvoering begeleiden en de schoolbesturen en schooldirecties die in de komende periode zullen moeten beslissen over de voortgang van de MaS op hun school. Samenwerking met het PJA De ondervraagden zijn over het algemeen positief tot zeer positief over hun samenwerking met het Protestants Jeugdwerk Amsterdam. Bij enkele scholen gelden de aangeboden stageplekken als ‘reserveplekken’ voor leerlingen die om verschillende redenen moeite hebben met het zelf vinden van een stageplek. Vaak kan dit, door de flexibiliteit en inzet vanuit het PJA dan alsnog op korte termijn worden geregeld. Daarnaast wordt er veel waarde gehecht aan het contact met Elianne Schultz, dat volgens de coördinatoren wordt “Het is goed om mijn VMBO gekenmerkt door betrokkenheid, flexibiliteit, creativiteit, leerlingen niet teveel te laten geduld met de leerlingen en intensieve begeleiding zwemmen. Door de professionele wanneer nodig. Daarnaast wordt vaak opgemerkt dat begeleiding vanuit het PJA weten ze vanuit het PJA daadwerkelijk wordt gekeken naar wat een waar ze aan toe zijn.” MaS-scholier zelf graag wil doen tijdens de stage, en of er een match is tussen de scholier en de stageplek. Verder wordt gewaardeerd dat de communicatie vlot, helder en met korte lijnen gebeurd. Opmerkingen over de houding van scholen In dit onderzoek is gesproken met de MaS-coördinatoren van verschillende middelbare scholen waar het PJA mee heeft samengewerkt in de voorbije jaren. Daarnaast waren er enkele scholen die reageerden op de schriftelijk gestelde vragen. Hieruit komt dat er -op één school na- overal wordt gekeken naar mogelijkheden om de MaS voort te zetten. De kwalitatieve opzet van dit onderzoek maakt dat natuurlijk vooral de meest betrokken scholen en coördinatoren ingaan op verzoeken tot gesprekken of informatie. Daardoor raakt het beeld van de betrokkenheid van scholen wat vertrokken. Uit schattingen van de VCA, die een uitgebreider netwerk van scholen heeft, blijkt dat ongeveer 40% van de scholen de MaS graag behoudt, 20% hier nog over twijfelt, en 40% van de scholen in Amsterdam voornemens is te stoppen met de Maatschappelijke Stage. 12
De scholieren die hun Maatschappelijke Stage lopen bij het PJA Vanaf schooljaar 2009-2010 zijn er in totaal ruim duizend scholieren succesvol bemiddeld door het PJA bij het vinden van een stageplek of meerdere stageplekken voor hun Maatschappelijke Stage. In dit onderzoek is door middel van het bezoeken van scholieren op verschillende stageplekken, het bijwonen van intake en evaluatiegesprekken bij het PJA én het afnemen van een online enquête onder het aanwezige leerlingenbestand van het PJA getracht om de ervaringen met en mening over de Maatschappelijke Stage te peilen. Observaties Zoals eerder in dit rapport reeds genoemd, hebben de MaS-scholieren vaak een erg verlegen houding bij de start van hun Maatschappelijke Stage. Ze stellen zich afwachtend op en hebben letterlijk sturing nodig van de begeleiders. Het krijgen van een heldere, afgebakende taak is vaak de beste manier om de scholier tot actie te laten komen. Daarnaast valt de veerkracht of flexibiliteit van de scholieren op; eenmaal binnen op de stageplek voegen ze zich al snel naar de manier waarop de zaken lopen en beginnen aan wat van hen gevraagd wordt. Een treffend voorbeeld hiervan trof ik bij het bezoeken van enkele scholieren bij de Vluchtkerk. De situatie aldaar (een grote, kale kerk met veel vluchtelingen die grotendeels maar wat hangen) vraagt om nogal wat aanpassings- en incasseringsvermogen, maar binnen korte tijd leken de scholieren hier niet meer mee bezig te zijn en voerden verschillende taken uit. Vervolgens werd er ook contact gelegd met de vluchtelingen. Voorbereiding en informatie vooraf blijken hierin wel essentieel. Hoe duidelijker het is voor de scholier wáár hij of zij terecht komt, wat zij daar kunnen verwachten en wat er van hen wordt verwacht, hoe gemakkelijker dit de scholier vervolgens afgaat en hoe beter in staat om hierover door te vragen en te reflecteren. Ook het uitspreken van waardering vanuit de begeleiders blijkt een essentieel onderdeel voor het op waarde schatten van de Maatschappelijke Stage voor de scholieren zelf. Op het moment dat zij worden erkend en gewaardeerd vanuit de organisatie, zorgt dit er letterlijk voor dat de leerlingen opbloeien. Bij mijn bezoek aan het St. Jacobshuis, een verzorgingstehuis waar enkele scholieren hadden geholpen bij een beauty-ochtend voor de bewoonsters, legde de begeleidster vanuit het huis uit dat zij, zonder de hulp van de scholieren, niet alle dames evenveel aandacht had kunnen geven, en hoe belangrijk dat is voor de dementerende bewoonsters. Deze woorden zorgden voor een enorm gevoel van waardering en nuttig zijn bij de scholieren. Dit is een voorbeeld van een succes-ervaring die ook door veel docenten wordt genoemd als een belangrijke meerwaarde van de MaS. Evaluatie en reflectie van de MaS-scholieren, door verschillende stakeholders aangegeven als een lastig punt, blijken wel degelijk mogelijk. Hier spelen de eerder genoemde voorbereiding en waardering een belangrijke rol, maar ook het omgaan met de jongeren, de manier van vragen en (vooral) het doorvragen op specifieke aspecten. Scholieren blijken –na enig aandringen- in staat te zijn om aan te geven wat ze geleerd hebben gedurende hun Maatschappelijke Stage, zowel over mensen, organisaties, sociale vaardigheden en vrijwilligerswerk. Ook in de enquête noemen leerlingen deze leerpunten. De enquête Via de website Surveymonkey.com is een online enquête bestaande uit 10 vragen opgesteld, die met een e-mail (en een reminder) onder ruim 300 scholieren uit het bestand van het Protestants Jeugdwerk Amsterdam onder de aandacht is gebracht. Deze enquête is ingevuld door 60 (oud)scholieren.
13
Van deze respondenten: • • • • • • •
Is 30% jongen en 70% meisje; Is de gemiddelde leeftijd 16,4 jaar oud (meridiaan =16); Bestaat de helft van de respondenten uit VWO leerlingen. De respondenten vanuit de niveaus HAVO en VWO bij elkaar opgeteld maken zelfs 80 % van de respons; 70% van de respondenten liep hun Maatschappelijke Stage in schooljaar 2011-2012 of 20122013; Werden de meeste stages door de scholieren geschaard onder de thema’s: Zorg & Welzijn en Goede Doelen (waaronder ook de Voedselbank is gerekend); Liep meer dan de helft (55%) van de respondenten meer dan 20 uur MaS-stage bij het PJA; Geeft meer dan 80% aan de stage zelf te hebben gevonden.
De populatie van de enquête wijkt op een aantal punten sterk af van het algemene beeld van MaSscholieren bij het Protestants Jeugdwerk Amsterdam. Zo is de verdeling tussen scholieren afkomstig van het HAVO/VWO en VMBO (en lager) in de afgelopen jaren ongeveer gelijk, en is ook het verschil tussen jongens en meisjes in werkelijkheid minder groot. Opvallend is dat meer dan 80% van de respondenten aangeeft het PJA zelf als stageplek te hebben gevonden, terwijl uit de evaluaties tot nu toe blijkt dat het overgrote deel van de MaS-scholieren bij het PJA komt via hun docent. Het is mogelijk dat bijvoorbeeld leerlingen die het PJA kiezen vanuit een door de docent opgestelde lijst van mogelijkheden, dit zelf beschouwen als een eigen keuze. Een belangrijke vraag in de enquête was er één waarbij de scholieren verschillende stellingen kregen voorgelegd over hun ervaringen gedurende hun Maatschappelijke Stage.
Figuur 5 – antwoorden op de stellingen over de Maatschappelijke Stage
14
Figuur 6 – antwoord op de stellingen gesorteerd per antwoord
Uit de antwoorden op deze stellingen blijkt dat de MaS-scholieren erg positief oordelen over hun Maatschappelijke Stage. Ze vonden het leuk om een Maatschappelijke Stage te lopen, geven aan nieuwe dingen te hebben geleerd; dingen die de scholieren niet verwachten om binnen de schoolmuren te leren. Ook zijn de scholieren te spreken over het enthousiasme van hun docent, begrepen ze wat er van hen werd verwacht en was er sprake van enige vorm van reflectie op school middels een verslag of nagesprek. Over de uitleg op school wordt iets minder positief geoordeeld, en verder blijkt dat de scholieren de stageduur van 30 uur grotendeels niet te kort vinden. Op de vraag of de scholier later misschien vrijwilligerswerk gaat doen, wordt wisselend geantwoord, maar het merendeel (ruim 70%) staat hier niet negatief tegenover.2 In een open vraag over hetgene de scholieren tijdens hun Maatschappelijke Stage geleerd hebben, worden antwoorden gegeven die betrekking hebben op het opdoen van sociale vaardigheden (met mensen omgaan), een verbreding van het blikveld, het opdoen van algemene vaardigheden en kennismaken met vrijwilligerswerk.3 2
Ook hier geldt (evenals bij de scholen) dat aangezien de enquête vrijwillig is ingevuld, het te verwachten dat het enthousiasme van de respondenten (en die van hun docenten!) bovengemiddeld is. 3
Zie voor alle gegeven antwoorden de volledige enquête in de bijlage.
15
De toekomst van de Maatschappelijke Stage: een overzicht van de stakeholders Politieke besluitvorming In de huidige landelijke politiek is er geen meerderheid voor het behouden van de (verplichte) Maatschappelijke Stage in het schoolprogramma. Dit heeft enerzijds financiële redenen (bezuiniging), maar is ook deels debet aan een huidige tendens waarin politieke partijen benadrukken dat geld voor onderwijs aan de kerntaken moet worden besteed. Wel wordt door verschillende partijen aangegeven dat zij belang hechten aan het feit dat scholen werken aan (het vergroten van) maatschappelijke betrokkenheid bij hun leerlingen. Het CDA geeft aan om bij de gemeenteraadsverkiezingen (in 2014) te zullen pleiten voor ondersteuning vanuit de gemeente voor scholen die vrijwillig de Maatschappelijke Stage willen voortzetten. Scholen en hun beschikbare budget De MaS-coördinatoren van de bezochte scholen geven allemaal aan enthousiast te zijn over de Maatschappelijke Stage bij hen op school, en deze graag voort te zetten. Het wordt echter ook duidelijk dat de (soms overkoepelende) schooldirecties en –besturen hier de uiteindelijke beslissing over maken. De politiek laat de beslissing over de voortzetting, én over de financiering van de Maatschappelijke Stage nadrukkelijk bij scholen. Met het wegvallen van het (rijksoverheids)budget is het een belangrijke vraag of, en in hoeverre, scholen bereid zullen zijn om geld te besteden aan de Maatschappelijke Stage en aan stagemakelaars die bemiddelingskosten berekenen. Scholieren Scholieren, zowel tijdens de bezoeken gedurende het lopen van de Maatschappelijke Stage als in de enquête, oordelen positief over de Maatschappelijke Stage. Ook grotere onderzoeken, zoals bijvoorbeeld uitgevoerd door 1Vandaag in 2012, laten zien dat een ruime meerderheid van de scholieren hun MaS als een waardevolle ervaring beschouwen. De Vrijwilligerscentrale Amsterdam (VCA) De VCA betreurt het wegvallen van de verplichting van de Maatschappelijke Stage, en is volop bezig te kijken naar zowel het draagvlak onder de betrokken partijen als naar mogelijkheden voor duurzame voortzetting van de Maatschappelijke Stage in een nieuwe vorm. Naast het ontwikkelen van een pilotproject met de nadruk op sociale vaardigheden, advies bij inbedding van de MaS in het vaste curriculum van een school en het doen (en verspreiden) van onderzoek naar effecten van de MaS, zal de VCA zich ook in de lobby naar de gemeente hard maken voor voortzetting van de (facultatieve) Maatschappelijke Stage. Stage-aanbiedende organisaties Ook de organisaties in en rond Amsterdam die nu een Maatschappelijke Stage aanbieden, geven grotendeels aan dit te willen blijven doen na het vervallen van de verplichting van de MaS voor scholen. Een zeer belangrijke factor is hier het enthousiasme en draagvlak vanuit de verschillende middelbare scholen; geven de scholen aan dat zij graag hun Maatschappelijke Stage-projecten voortzetten, zal dat ook de houding van de stage-aanbieders (positief) beïnvloeden. Het Protestants Jeugdwerk Amsterdam (PJA) Het Protestants Jeugdwerk Amsterdam is enthousiast over hun Project Maatschappelijke Stages en wil deze graag voortzetten in de toekomst. De stageplekken waar het PJA de MaS-scholieren plaatst, geven aan hiermee door te willen gaan mits het PJA de coördinatie, de contacten met afzonderlijke scholen en matching van scholieren en plekken op zich blijft nemen. Op de volgende pagina worden de bevindingen van dit onderzoek overzichtelijk gepresenteerd in een zogenaamde SWOT-analyse.
16
SWOT Analyse Strengths (PJA Project MaS)
Divers aanbod stageplekken Diverse mogelijkheden voor invulling MaS (1-30 uur stage) Stageweek; met verschillende stageplekken voor elke dag van de week Directe contacten en goede samenwerking met MaS-coördinatoren op scholen en met (begeleiders op) stageplekken Persoonlijke begeleiding van de scholieren door coördinator Elianne Schultz Kleinschaligheid van de projecten en stageplekken Matching; bespreken en bepalen van geschiktheid van scholier voor specifieke stageplekken Het bieden van een ‘kop en staart’ voor de Maatschappelijke Stage (voorbereiding en evaluatie/reflectie) Flexibiliteit en creativiteit bij het plaatsen van scholieren en vinden van stageplekken
Opportunities (externe factoren)
Maatwerk voor scholen die de MaS willen voortzetten MaS in te zetten voor verschillende doeleinden; verbreden blikveld en vergroten maatschappelijke betrokkenheid, sociale en algemene vaardigheden, kennismaken vrijwilligerswerk en beroepstoeleiding en -oriëntatie 1040 uren norm en blijvende verplichting van invulling van de competentie burgerschap op middelbare scholen Tendens: meer verbindingen leggen tussen onderwijs & ‘buitenwereld’
Weaknesses (PJA Project MaS)
Persoonsgebonden netwerk (tussen PJA en scholen en stageplekken) Niet altijd zicht op begeleiding op stageplaatsen Ontbreken van certificaat voor MaSscholier of andere (tastbare) blijk van waardering Scholieren zijn vaak kort op één stageplek Onbekendheid als stagemakelaar bij scholen en scholieren Grotendeels afhankelijk van externe financiering (bemiddelingskosten van scholen, Diaconie, fondsen) Betalingsbereidheid scholen betalingsbereidheid externe partijen (fondsen, PKA, Diaconie)
Threats (externe factoren)
Wegvallen budget voor scholen en stagemakelaars vanuit de gemeenten in Nederland Nadruk (politiek en overheid) ligt op uitvoeren van kerntaken in onderwijs Persoonlijke motivatie en betrokkenheid (scholen en organisaties) Druk op docenten Persoonsgebonden netwerken en enthousiasme: weinig verankering in het reguliere lesprogramma (Over)belasting stage-uren op het VMBO
17
Conclusie / Aanbevelingen voor het voortzetten van het PJA Project Maatschappelijke Stage in de toekomst In dit afsluitende hoofdstuk wordt een antwoord geformuleerd op de onderzoeksvragen, en een aantal adviezen gegeven voor zowel de korte termijn (2013-2015) als de langere termijn. Hoe zijn de visies en ideeën van de diverse stakeholders met betrekking tot de voortzetting van de Maatschappelijke Stage voor middelbare scholieren? Uit de gesprekken met de verschillende stakeholders en de analyse, blijkt dat het overgrote deel enthousiast is over de Maatschappelijke Stage en de projecten graag wil doorzetten. Voor de scholen ligt hier een belangrijke rol; zonder hun draagvlak, enthousiasme voor, én keuze voor het voortzetten van de MaS, zal ook het draagvlak bij de andere betrokkenen verminderen. Aan welke voorwaarden moet het Project Maatschappelijke Stage van PJA voldoen voor een succesvolle voortzetting ná het vervallen van de overheidsverplichting van de Maatschappelijke Stage in het schooljaar 2015-2016? Zoals ook uit het antwoord op de vorige onderzoeksvraag blijkt, zal de succesvolle voortzetting van het Project Maatschappelijke Stage zeer afhankelijk zijn van beslissingen van andere betrokken partijen (voornamelijk de scholen). Echter, er zijn daarnaast wel enkele adviezen te geven voor het Project Maatschappelijke Stage bij het Protestants Jeugdwerk Amsterdam (2015), zowel op de korte als op de langere termijn:
Korte termijn: • Het vergroten van de bekendheid van het PJA als stagemakelaar bij middelbare scholen in (en eventueel rond) Amsterdam. Dit kan bijvoorbeeld door scholen actief te benaderen middels een korte, bondige brochure (met de aanpak van het PJA, het aanbod, de mogelijke stagevormen en de hieraan verbonden kosten) en een mogelijk vervolggesprek • Het vergroten van de bekendheid en zichtbaarheid bij scholieren van het Project Maatschappelijke Stage van het PJA. Een geïnteresseerde scholier moet nu naar de algemene website van het PJA (www.blikveld.org) en hier valt de MaS eigenlijk uit de toon bij de andere activiteiten. Een eigen Facebookpagina kan een uitkomst bieden om informatie te verstrekken, foto’s en updates te plaatsen en eventueel direct contact te laten leggen door scholieren. NB: het gaat hierbij dan niet zozeer om het vergaren van ‘likes’, maar om het laagdrempelige verstrekken van informatie • Het verder versterken en uitbouwen van de ‘kop en staart’ van de Maatschappelijke Stage bij het PJA; het blijkt dat goede informatie vooraf en evaluatie na de stage zorgt voor een meer waardevolle ervaring bij de MaS-scholier. Vooral bij de stageweek (waarbij scholieren verschillende stageplaatsen hebben) is dit van groot belang. • Het invoeren van certificaat/bedankje voor MaS-scholieren om prestatie en waardering van het PJA duidelijker te laten blijken. Dit draagt bij aan het creëren van een succeservaring. Wellicht ligt hier ook nog een extra mogelijkheid in het eenmalig briefen van begeleiders op stageplekken. • In samenspraak met docenten/MaS-coördinatoren opstellen van communicatie richting schooldirecties en schoolbesturen van middelbare scholen, om bij hen de meerwaarde en de mogelijkheden van de Maatschappelijke Stage extra onder de aandacht te brengen.
18
Lange termijn: • Blijvend inzetten op het fungeren als stagemakelaar voor scholen met VMBO en lagere niveaus; de huidige opzet van het Project Maatschappelijke Stage bij het PJA (gekenmerkt door de kleinschaligheid van de stageplekken, begeleiding vanuit het PJA en het bekijken van geschiktheid van scholieren voor specifieke stageplekken) is zeer geschikt voor leerlingen van lagere niveaus en wordt op waarde geschat door hun docenten en coördinatoren. • De christelijke achtergrond en identiteit van het Protestants Jeugdwerk Amsterdam en haar stageplekken niet explicieter naar voren brengen dan nu het geval is. Het wordt over het algemeen als een goede zaak beschouwd dat de leerlingen kennismaken met organisaties met een christelijke achtergrond (dit valt onder de verbreding van het blikveld van de scholier), maar een extra benadrukking ervan zou een negatieve invloed kunnen hebben. Wel kan het Project Maatschappelijke Stage van het PJA voor een praktische invulling zorgen van de visie van middelbare scholen die zelf een christelijke identiteit (willen) uitdragen. • Het leveren van maatwerk richting scholen door de nadruk in een Maatschappelijke Stage te kunnen leggen op de door de school geachte belangrijkste meerwaarde MaS vanuit scholen; verbreding van het blikveld, leren van sociale en algemene vaardigheden, voorbereiding op latere beroepsstages en/of een kennismaking met vrijwilligerswerk. • Het aanbieden van een aantal duidelijke stagevormen en producten: 1-30 uur: lintstage (individueel of in kleine groep) 20-30 uur: stageweek (individueel of in kleine groep) Actiedag of stagecaroussel (voor schoolklassen of grotere groepen) • Het opstellen van een heldere structuur voor het berekenen van de bemiddelingskosten. Deze is nu losjes gebaseerd op het beschikbare budget van scholen, wat per 2015-2016 wegvalt. Met het wegvallen van het budget is het onverstandig de bemiddelingskosten sterk te verhogen. Een relatief simpele mogelijkheid is het berekenen van een uurprijs per scholier. (bijvoorbeeld €1/scholier/uur). • Financiering: Het blijvend inzetten op een financiering die door drie (groepen) stakeholders wordt gedekt; de PKA, de Protestantse Diaconie Amsterdam en Evangelisch-Lutherse Diaconie Amsterdam, externe fondsen, en de scholen. Fondsen geven aan achter het Project Maatschappelijke Stage van het PJA te staan, ook als dit een facultatief onderdeel van het schoolprogramma wordt. Echter, voor hen is ook het draagvlak van de andere betrokken partijen van groot belang; een fonds ondersteunt, maar is geen trekker (of voornaamste financier) van dergelijke projecten. De Protestantse Diaconie en de Protestantste Kerk Amsterdam (waar het PJA onder valt) zullen gezamenlijk ideeën moeten ontwikkelen over hun financiële mogelijkheden en commitment aan het Project Maatschappelijke Stage. Door het wegvallen van het overheidsbudget voor de scholen, valt het niet te verwachten dat hun bijdrage in de toekomst sterk zal stijgen, zoals in de huidige begroting wel is ingeschat. Eventueel (ook afhankelijk van de gemeentelijke politieke context na 2014) kunnen de mogelijkheden tot financiering vanuit de gemeente worden verkend. Waar in het gemeentelijk apparaat hangt deels af van de insteek die voor de Maatschappelijke Stage wordt gekozen (bijvoorbeeld Economische Zaken bij nadruk op toeleiding naar werk, DMO voor sociale vaardigheden).
19