A
gemeente Eindhoven
Evaluatie plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren Tussenevaluatie periode januari 2009 - juni 2011 en vervolgaanpak
Juni 2011
cvk/QC11016904
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
Colofon
Uitgave Gemeente Eindhoven Mens & Maatschappij, Jeugd Datum Juni 2011
gemeente Eindhoven
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
3
Inleiding
4
1. Achtergrond plan van aanpak
5
2. Evaluatie
7
2.1 Opvoed- en opgroeiondersteuning 2.1.1 Informatie en advies en themabijeenkomsten 2.1.2 Ondersteuning alleenstaande moeders 2.1.3 Vergroting toegankelijkheid voorzieningen 2.1.4 Concluderend
7 7 9 10 11
2.2 Marokkaans-Nederlandse jongeren in onderwijs en arbeid 2.2.1 Vergroten deelname Marokkaans-Nederlandse peuters aan peuterwerk 2.2.2 Vergroten Marokkaanse ouderbetrokkenheid bij het onderwijs 2.2.3 Stageproblematiek en werkgelegenheid 2.2.4 Schoolverzuim 2.2.5 Concluderend
12 12 12 13 14 14
2.3 Toezicht, drang/dwang en zorg 2.3.1 Wijkgerichte aanpak overlastgevende jongeren 2.3.2 Inzet outreachend medewerkers 2.3.3 Inzet straatwachters 2.3.4 (Verplichte) gezinscoaches 2.3.5 Concluderend
15 15 16 17 17 18
2.4 Communicatie met de Marokkaanse gemeenschap 2.4.1 Marokkaans Platform (MPE) 2.4.2 Oudercomités 2.4.3 Concluderend
20 20 21 22
3. Het vervolg
23
3.1 Cultuursensitief beleid 3.2 Opvoedondersteuning en ouderbetrokkenheid 3.3 Onderwijs en Stagemogelijkheden 3.4 Wijkgerichte aanpak overlast 3.5 Marokkaanse betrokkenheid 3.6 Begroting
23 24 24 25 26 27
gemeente Eindhoven
3
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
Inleiding
Op 21 juli 2009 is de Raad akkoord gegaan met het plan van aanpak risico jongeren tot 23 jaar 2009 - 2010. In dit plan werd de problematiek rondom MarokkaansNederlandse jongeren beschreven. Een gedetailleerd uitvoeringsprogramma is hierin opgenomen, waar in 4 programmalijnen is beschreven welke maatregelen in Eindhoven genomen zouden worden. Deze maatregelen zijn opgezet om de maatschappelijke positie van Marokkaans-Nederlandse jongeren en gezinnen te versterken, maar worden ook ingezet voor jongeren en ouders uit andere bevolkingsgroepen. In deze nota wordt teruggegrepen op de gewenste effecten en cijfers uit de integratiemonitor 2007 om te bezien of de maatregelen effect hebben gehad. Daarnaast wordt per genomen maatregel bekeken welk resultaat behaald is. Aan de hand van deze resultaten en de effecten wordt beschreven welke van de maatregelen op welke wijze worden gecontinueerd en eventuele andere aandachtspunten benoemd. De evaluatie is tot stand gekomen door gesprekken tussen de projectleiders van de verschillende programmalijnen en een evaluatiegesprek tussen vertegenwoordigers van oudercomités, Marokkaans platform Eindhoven, betrokken instellingen, gemeentelijke afdelingen en raadsleden op 30 mei jl. Het voorstel/plan van aanpak is besproken en opgesteld in samenwerking met het Marokkaans Platform Eindhoven (=MPE). In Hoofdstuk 1 wordt kort teruggegrepen op de aanleiding en de belangrijkste onderdelen van het plan van aanpak dat in 2009 is opgesteld. Hoofdstuk 2 richt zich op de evaluatie van dit plan via de 4 programmalijnen. In Hoofdstuk 3 worden de aanbevelingen weergegeven en voorstel voor het vervolg gedaan. Voor de volgende periode wordt niet meer een apart plan van aanpak Marokkaanse risicojeugd opgesteld, maar is sprake van een breed beleid op zowel het terrein opvoeden/opgroeien, onderwijs/stage als wijkgerichte aanpak overlast. Waar nodig is binnen deze aanpak specifieke aandacht voor risicogroepen (van allochtone afkomst). Een cultuursensitief beleid in plaats van een cultuurspecifiek beleid.
4
gemeente Eindhoven
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
1
Achtergrond plan van aanpak 2009
In de periode 2007/2008 kwamen Marokkaans-Nederlandse jongeren regelmatig negatief in het nieuws. Ook in Eindhoven werd door de politie melding gedaan van een zorgelijke toename van criminaliteit binnen de Marokkaanse bevolkingsgroep. De aanwezigheid van veel risicofactoren is bepalend voor het ontstaan van problemen bij jongeren. Risicofactoren kunnen gelegen zijn in het kind, maar ook in het gezin en/of in de omgeving. Een deel van de Eindhovense MarokkaansNederlandse jongeren kent veel risicofactoren, waardoor zij relatief vaak problemen ondervinden bij het opgroeien. Deze problemen worden in de media vaak overbelicht en zijn niet exemplarisch voor de gehele groep Marokkaanse jongeren. Een NICIS rapport uit 2008 liet zien dat van de Marokkaans-Nederlandse jongeren 25% tot de sociaal-culturele bovenlaag van de samenleving behoort, 50% tot de middengroep en 25% tot de risicogroep. De maatregelen uit het plan van aanpak richtten zich op het positief beïnvloeden van de risicofactoren in een balans tussen preventie, zorg en handhaving. De genoemde gewenste effecten in het plan van aanpak waren: b dat Marokkaans-Nederlandse jongeren minder voorkomen in de politiestatistieken b er sprake is van toename van het gebruik van educatieve - en preventieve voorzieningen door Marokkaanse gezinnen/jongeren b Dat het gebruik toeneemt van peuterspeelzalen en vroeg- en voorschoolse educatievoorzieningen b dat de veiligheid en leefbaarheid in wijken is toegenomen b dat er sprake is van verhoging van het opleidingsniveau en beheersing van de Nederlandse taal Het plan van aanpak was geformuleerd langs 4 projectlijnen: 1. Opvoed- en opgroeiondersteuning 2. Marokkaans-Nederlandse jongeren in onderwijs en arbeid 3. Toezicht, drang/dwang en zorg 4. Communicatie met de Marokkaanse gemeenschap Het plan behelsde de periode 2009 en 2010. Daarna is middels een collegedossier deze periode met nog een half jaar verlengd tot 1 juli 2011. In dit dossier is een aantal maatregelen toegevoegd. Deze evaluatie richt zich op alle activiteiten uit het plan van aanpak èn op die activiteiten die in januari 2011 gestart zijn met tijdelijke financiering.
gemeente Eindhoven
5
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
De bekostiging van de activiteiten heeft plaatsgevonden met een combinatie van middelen: gemeentelijke middelen uit het raadsprogramma 2008-2011 Actieve Jeugd, projectmiddelen en rijksmiddelen (tot 1 januari 2011). Inzetten op een ombuiging van de neerwaartse spiraal van negatief gedrag van risicokinderen via een pakket van maatregelen variërend van opvoed- en opgroeiondersteuning tot en met repressie is een traject van lange adem. Het grijpt (diep) in de persoonlijke levenssfeer van jongeren en opvoeders. Het gaat om het aanleren van nieuwe vaardigheden, gedragsveranderingen en sociale attitudevorming. Deze evaluatie moet dan ook uitdrukkelijk als een tussenbalans worden gezien; wij geven inzicht in een aantal georganiseerde activiteiten en de gepleegde inzet. De maatschappelijke effecten van de activiteiten uit het plan zullen op langere termijn merkbaar zijn.
6
gemeente Eindhoven
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
2
Evaluatie
De evaluatie van het plan van aanpak is op verschillende manieren tot stand gekomen: 1. Aan de hand van een beperkt aantal beschikbare cijfers (van ondermeer de integratiemonitor van de gemeente Eindhoven) is bekeken of er verschuivingen zijn opgetreden 2. De projectleiders van de verschillende programmalijnen hebben de verschillende onderdelen per programmalijn samen met de uitvoerende instellingen geëvalueerd 3. Op 30 mei 2011 is in een evaluatiebijeenkomst met deelnemers (oudercomités, Marokkaans platform Eindhoven, betrokken instellingen en gemeentelijke afdelingen) en raadsleden de aanpak van de afgelopen jaren kritisch onder de loep genomen In dit hoofdstuk worden deze uitkomsten per programmalijn en daarin per onderdeel weergegeven.
2.1
Opvoed- en opgroeiondersteuning
Een toename van het gebruik van educatieve - en preventieve (opvoeden en opgroeien en welzijn-) voorzieningen door Marokkaans gezinnen en jongeren was de belangrijkste doelstelling. Ondermeer door preventief opvoedondersteuning aan te bieden aan Marokkaanse gezinnen, maar ook door het bereik van andere hulp (zoals inkomensondersteunende voorzieningen) onder Marokkaanse gezinnen te vergroten.
2.1.1
Informatie en advies en themabijeenkomsten
Naast de reguliere opvoedondersteuning, die plaatsvindt vanuit de SPILcentra, consultatiebureaus en een aantal scholen in het voortgezet onderwijs, is er flink geïnvesteerd in preventieve voorzieningen. Dit is vanuit het plan van aanpak op verschillende manieren gebeurd: 1.
2.
Een pedagogisch medewerker (1 fte) is over de periode november 2009 tot en met juni 2011 aangetrokken bij het Centrum Jeugd en Gezin. Deze medewerker ontwikkelde activiteiten gericht op vergroten deelname peuterwerk, vergroten ouderbetrokkenheid, en allerlei activiteiten op het terrein van opvoeden en opgroeien Deze medewerker heeft groep/themabijeenkomsten georganiseerd op ondermeer scholen en met vader- en moedercomités. Thema's die daarin besproken zijn zijn bijvoorbeeld echtscheiding en migranten en kinderen en sexualiteit. Meer dan 100 ouders hebben deelgenomen aan deze bijeenkomsten.
gemeente Eindhoven
7
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
3.
4.
5.
6.
Daarnaast werden huisbezoeken afgelegd bij Marokkaanse risicogezinnen met vragen op terrein van opvoeden, opgroeien, onderwijs en welzijnsvoorzieningen. Er vonden 50 huisbezoeken plaats, waarmee 23 gezinnen werden bereikt. Twintig cliënten zijn op een andere wijze geholpen. Op basisscholen Atalanta en Rapenland zijn activiteiten ontwikkeld, is informatie en advies gegeven aan ouders en zijn themabijeenkomsten georganiseerd op het terrein van opvoeden en opgroeien. In samenwerking met medewerkers van het CJG zijn groepscursussen positief opvoeden georganiseerd. Deze zogenoemde Triple P programma (positief pedagogisch programma) vond plaats op de basisscholen Cornelis Jetses (4 cursussen), basisschool Louis Buelens (1 cursus), Tarieq Ibnoe Ziyad (2 cursussen). In het totaal werden met deze 7 cursussen 49 ouders bereikt. Eind 2009 is het project Pedagogische Civil Society gestart in de wijk Vlokhoven (een wijk met veel Marokkaanse gezinnen). Eindhoven is hierin een van de 10 pilotgemeenten. Doel van dit project is het versterken van de informele sociale steun rondom gezinnen, via het Centrum Jeugd en Gezin. Het gaat om het verbeteren van het pedagogisch klimaat in de buurt, waarbij ouders met elkaar praten over opvoeding en elkaar adviseren en raad vragen als dit nodig of wenselijk is. Uit onderzoek van de universiteit van Utrecht blijkt dat er in Eindhoven bij ouders draagvlak bestaat voor het gezamenlijk bijwonen van themabijeenkomsten over opvoeden. Door deze behoefte aan zowel formele als informele opvoedsteun is er potentie om hier ouders en oudercomités een belangrijke rol in te laten vervullen. Met wijkbewoners vonden opvoeddebatten plaats, waaraan werd deelgenomen door circa 40 ouders, veelal van Marokkaanse afkomst.
Reacties evaluatiebijeenkomst Door de betrokkenen is op de evaluatiebijeenkomst zeer positief gereageerd op de verschillende initiatieven die er geweest zijn om opvoeden van kinderen meer en gemakkelijk bespreekbaar te maken en ouders op verschillende manieren te ondersteunen bij deze taak. Aangegeven werd dat: b ouders in de thuissituatie profijt ondervinden van de persoons- en gezinsgerichte aanpak in de wijk, en dat hierdoor ook het contact tussen zowel Marokkaanse ouders als tussen Nederlandse en Marokkaanse ouders op gang is gekomen. b Opvoeding van kinderen en het dilemma tussen je kind opvoeden naar zelfstandigheid, maar tegelijkertijd grenzen stellen, is iets waar elke ouder, ongeacht etnische afkomst en culturele verschillen, mee te maken heeft. Gesprekken hierover zijn juist verbindend. b Het van groot belang is om activiteiten op het terrein van opvoedondersteuning te continueren en dat ouders zeker een grote rol kunnen spelen in het geven van opvoedadvies en ondersteuning aan elkaar.
8
gemeente Eindhoven
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
b
b b
Het gewenst is om ondersteuning te richten op het uitpraten van conflicten; zowel richting ouders als naar kinderen: hoe doe je dit en waar houd je rekening mee? er een duidelijke behoefte is aan opvoedcursussen, omgaan met 12+ jeugd. De activiteiten op het terrein van opvoedondersteuning in de verschillende wijken kunnen voor een bredere doelgroep, dan alleen Marokkaanse gezinnen, toegankelijk gemaakt worden. Ook andere kwetsbare groepen kunnen profijt ondervinden van deelname aan deze activiteiten.
Effecten opvoedondersteuning tot nu Resultaat van opvoed- en opgroeiondersteuning zal pas op de langere termijn duidelijk worden. Nu, op de kortere termijn, is ondermeer gebleken, dat: b ouders gemakkelijker informatie en hulp vragen bij opvoedondersteuners b er een toename is van vrijwilligers, zowel bij oudercomités, als het vrijwilligerskader op scholen. Ook de ouderbetrokkenheid bij de school en haar activiteiten is vergroot b de scholen, waar groepsgerichte opvoedondersteuning is gegeven, geven aan dat het gedrag van de kinderen is verbeterd en dat dit in positieve zin merkbaar is in de schoolresultaten en de sfeer. b Er zijn meer contacten tussen ouders en de school. Hierdoor is de ouderbetrokkenheid vergroot (zie ook 2.2.2.) b de ouders die de Triple P trainingen gevolgd hebben, geven aan dat het contact en de relatie met hun kind(eren) verbeterd is.
2.1.2
Ondersteuning alleenstaande moeders
Moeders die alleen voor de taak staan hun kinderen op te voeden, met daarnaast de verantwoordelijkheid voor het huishouden en het inkomen, hebben meer dan gemiddeld behoefte aan ondersteuning hierbij. Een van de meest duidelijke risicofactoren waarbij kinderen meer kans lopen op ontwikkelingsachterstand en problemen, is een scheiding van de ouders. In een aantal culturen, waaronder de Marokkaanse, speelt hierbij dat moeders soms verstoten worden uit hun gemeenschap als er sprake is geweest van scheiding. Dit ongeacht de redenen hiervoor zoals bijvoorbeeld huiselijk geweld. Deze moeder kan dan onvoldoende terugvallen op een sociaal netwerk of familieverband. In het plan van aanpak is ervoor gekozen om binnen de bestaande werksoorten specifiek aandacht te geven aan de ondersteuning van alleenstaande moeders.. Er is dus geen nieuw project opgezet voor de Marokkaanse doelgroep. Binnen zowel de dienstverlening van het Algemeen Maatschappelijk Werk, het sociaal raadsliedenwerk, opvoedondersteuning (zie ook hierboven), maar ook de intensievere hulp van de gezinscoach, gespecialiseerde Thuisbegeleiding of Homestart/Doorstart (ondersteuning door vrijwilligers) vormen alleenstaande moeders een gemeente Eindhoven
9
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
belangrijk deel van de klantengroep. Veel alleenstaande ouders blijken deel te nemen aan de groepsgerichte opvoedingstrainingen. In Eindhoven is een tweetal projecten, dat zich richt op de begeleiding en ondersteuning van Jonge Moeders: JEM en Kids met een ondersteunings- en ontmoetingsfunctie en MAJ met opvang en begeleiding. Ook Marokaanse jonge moeders vinden hier ondersteuning en begeleiding. Het blijkt dat de problematiek van de Marokkaanse alleenstaande moeders hierin niet afwijkt van andere alleenstaande moeders en dat het bestaande reguliere aanbod hiervoor volstaat.
2.1.3
Vergroting toegankelijkheid voorzieningen
Geconstateerd is dat reguliere hulp soms onvoldoende de Marokkaanse jongeren en gezinnen bereikt. Dit is vooral het geval bij zorg aan de jongeren zelf (zoals schoolmaatschappelijk werk en geïndiceerde jeugdzorg) en inkomensondersteunende zorg aan Marokkaanse gezinnen (aangezien veel Marokkaanse ouders aangeven zich zorgen te maken over hun financiële situatie). Dit geldt niet voor preventieve hulp aan volwassenen, zoals het Algemeen Maatschappelijk werk en opvoedondersteuning. Een percentage van 8,8% Marokkaanse gezinnen binnen de klantenkring van opvoedondersteuning was in 2008 zelfs hoog te noemen. Een aantal initiatieven heeft plaatsgevonden om het bereik en de toegankelijkheid van de voorzieningen te vergroten: b er heeft een bijeenkomst plaatsgevonden over het vergroten van kennis en inzicht bij professionals werkzaam bij verschillende instellingen, die te maken hebben met Marokkaanse cliënten. Hieraan hebben 35 professionals deelgenomen b er heeft een bijeenkomst plaatsgevonden voor Marokkaanse professionals, waaraan 30 mensen hebben deelgenomen met als doel elkaar te leren kennen en de onderlinge samenwerking te vergroten. Als het gaat om preventieve hulp en zorg aan jongeren zien we in 2010 een lichte stijging in het bereik van Marokkaanse jongeren met het schoolmaatschappelijk werk. Mogelijk hebben de inspanningen van de Lumensgroep en bovengenoemde bijeenkomst hieraan bijgedragen. Uit de inwonersenquête, die BIO (bestuursinformatie en onderzoek) jaarlijks afneemt, blijkt hoeveel procent van de Eindhovenaren zich zorgen maakt over geld en over lening en schulden. Het percentage Marokkaanse Eindhovenaren dat zich zorgen maakt over geld is gedaald van 58,8% van 2007 naar 44,1% in 2009. Het percentage Marokkaanse Eindhovenaren dat zich zorgen maakt over een lening of schulden is nagenoeg hetzelfde gebleven (59,7% in 2009 en 60% in 2007). Het bereik van 10
gemeente Eindhoven
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
schuldhulpverlening en sociaal raadslieden werk onder de Marokkaanse doelgroep is in 2010 echter zowel absoluut als procentueel gedaald ten opzichte van 2008.
2.1.4
Concluderend
Er is veel waardering in de stad voor de genomen initiatieven op het terrein van opvoedondersteuning. Marokkaanse ouders, oudercomités en de scholen spelen hierin een belangrijke rol en hebben ervoor gezorgd dat thema's bespreekbaar zijn gemaakt. De communicatie tussen zowel Marokkaanse ouders onderling als tussen Marokkaanse en Nederlandse ouders is op gang gekomen. De persoons- en gezinsgerichte aanpak met wijkgerichte activiteiten op het terrein van opvoeden en opgroeien wordt door bewoners enouders zeer gewaardeerd. Er is draagvlak voor de continuering van deze initiatieven en voor een grote rol van Marokkaanse ouders, ook naar elkaar, om opvoeding van kinderen blijvend te bespreken en ervaringen te delen. Het is goed deze initiatieven breder te trekken en in te zetten voor andere kwetsbare groepen in de wijken. Positief is dat het bereik van Marokkaanse jongeren met schoolmaatschappelijk werk licht gestegen is. Opvallend is dat het bereik van inkomensondersteunende hulp aan Marokkaanse gezinnen, ondanks de vermeende behoefte, is gedaald.
gemeente Eindhoven
11
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
2.2
Marokkaans-Nederlands jongeren in onderwijs en arbeid
In deze programmalijn zijn de belangrijkste onderdelen: - Vergroting van de deelname van Marokkaanse peuters aan het peuterwerk, - Vergroten van de ouderbetrokkenheid bij het basis- en voortgezet onderwijs, - De aanpak van stageproblematiek, - De extra inspanningen om werkloze jongeren van Marokkaanse afkomst met een hoog risicoprofiel versneld aan het werk te helpen.
2.2.1
Vergroten deelname Marokkaans-Nederlandse peuters aan peuterwerk
In samenwerking met Peuterplaza zijn activiteiten opgezet, gericht op het vergroten van de deelname van Marokkaans-Nederlandse kinderen aan het peuterspeelzaalwerk . Dit is in gang gezet middels contacten met het peuterwerk, toeleiding vanuit het consultatiebureau naar het peuterwerk, een tweetalige folder die medio april 2010 verspreid is en persoonlijke benadering van ouders. Uit het onderzoek van de afdeling Bestuursinformatie en Onderzoek (oktober 2010) blijkt dat het beleid dat gevoerd is om meer Marokkaanse kinderen te bereiken met peuterspeelzaalwerk geslaagd is in de opzet. Het aandeel kinderen uit deze groep dat naar een peuterspeelzaal gaat is substantieel toegenomen: van 40% in 2004 naar 57% in 2010. Ook het bezoek aan kinderopvang is vanuit deze groep toegenomen van 8% naar 17%.
2.2.2
Vergroten Marokkaanse ouderbetrokkenheid bij het onderwijs
Vanuit het plan van aanpak zijn verschillende activiteiten ondernomen: b er hebben verschillende bijeenkomsten plaatsgevonden, vooral in Woensel met als doel de kennis (Cito-toetsen en schoolkeuze) over en betrokkenheid van ouders bij het onderwijs van hun kinderen te vergroten. Deze bijeenkomsten hebben plaatsgevonden op verschillende scholen: basisschool Rapenland, basisschool Atalanta, Islamitische basisschool en een aantal bijeenkomsten op basisschool Cornelis Jetses. In het totaal hebben 104 ouders deelgenomen aan deze bijeenkomsten. b In samenwerking met de Islamitische basisschool is een ouderkamer opgericht bij het speciaal basisonderwijs Jan van Nieuwenhuizen. Deze ouderkamer heeft ten doel de ouderbetrokkenheid te vergroten en het ondersteunen van ouders met informatie en advies. Tevens ontmoeten ouders elkaar via de ouderkamer. b 30 ouders van kinderen in groep 7 en groep 8 zijn geïnformeerd over keuzes ten aanzien van het vervolgonderwijs. 12
gemeente Eindhoven
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
Reacties evaluatiebijeenkomst Uit de evaluatiebijeenkomst is gebleken dat ouders en oudercomités enthousiast waren over deze bijeenkomsten en dat hun kennis over het onderwijs en zaken die hiermee samenhangen vergroot is. Deze activiteiten waren in de praktijk soms gekoppeld aan thema-avonden over opvoeding. De overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs en hoe ouders hun kind hierbij kunnen begeleiden is nog een thema dat ouders graag met elkaar willen bespreken. Ook de ondersteuning van kinderen bij het maken van huiswerk en het plannen is iets dat ouders belangrijk vinden en waarin ondersteuning wordt gezocht bij andere ouders en professionals. Ook bij deze bijeenkomsten geldt dat deze voor een bredere groep worden ingezet dan alleen Marokkaanse gezinnen.
2.2.3
Stageproblematiek en werkgelegenheid
Uit de evaluatiebijeenkomst is gebleken dat het vinden van een passende stage voor veel (Marokkaanse) jongeren nog steeds lastig is. Er zijn signalen dat Marokkaanse jongens uitvallen binnen het onderwijs, omdat ze geen (geschikte) stageplek hebben. Er zijn diverse ideeën besproken op de evaluatiebijeenkomst om met deze problematiek aan de slag te gaan. Vanuit het jongerenwerk worden er stageplekken aangeboden aan jongeren (waaronder Marokkaanse jongeren). Denk bijvoorbeeld aan het recent initiatief “de Eetbar”, een stage in de horeca in het jongerencentrum Dynamo. Het is goed om blijvend aandacht voor stageproblematiek te hebben. Hierin zal ook de samenwerking met het MBO onderwijs (ROC) worden gezocht. Marokkaanse jongeren stromen gemiddeld lager in in het voortgezet onderwijs, waarmee perspectief op arbeid verschilt van de gemiddelde Eindhovense jongere. Dit vormt een aandachtspunt voor komende jaren. De afgelopen jaren is er vanuit verschillende partijen extra inzet gepleegd om de stijgende werkloosheid onder jongeren aan te pakken. Bijvoorbeeld vanuit de Taskforce Jeugdwerkloosheid, het jongerenloket (als onderdeel van het Werkplein Mercado) en verschillende projecten in het kader van de Wet Investeren in Jongeren (Wet WIJ). Bij deze projecten wordt niet geregistreerd op basis van etniciteit, dus valt niet te achterhalen in welke mate Marokkaans-Nederlandse risicojongeren hiermee bereikt zijn. In het kader van de wijkgerichte aanpak overlast jongeren (zie paragraaf 2.3) zijn afspraken gemaakt over de begeleiding van jongeren richting werk. In samenwerking met de sector werk worden jongeren toegeleid naar werk, en krijgen zowel de jongere als de werkgever hierin een stuk begeleiding. De toeleiding gebeurt door de outreachend medewerker (zie ook paragraaf 2.3). Werkgevers zijn bijvoorbeeld Ballast Nedam/Bouwborg.
gemeente Eindhoven
13
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
2.2.4
Schoolverzuim
In het plan van aanpak is geconstateerd dat er, anders dan de beeldvorming doet vermoeden, geen sprake is van grote schooluitval en schoolverzuim onder Marokkaanse jongeren. De huidige inzet van leerplicht wordt als voldoende ervaren. Op dit moment ligt het percentage Marokkaanse jongeren (en ook Turkse jongeren) dat zowel schooluitval als schoolverzuim laat zien, wel iets boven het Eindhovense gemiddelde. De individuele aanpak die vanuit de afdeling Leerlingenzorg wordt uitgezet, zal voldoende maatwerk moeten leveren. Vanaf 1 juli 2011 start de afdeling leerlingenzorg met het project “VSV in beeld” (= voortijdig schoolverlaters in beeld), waarbij maandelijks alle uitvallers in beeld worden gebracht en op maat acties per jongere worden uitgezet. De Marokkaanse schooluitvallers komen dan ook individueel aan bod.
2.2.5 Concluderend
Binnen deze programmalijn zijn een aantal positieve resultaten behaald. Duidelijk is dat de deelname van Marokkaanse peuters aan peuterwerk aanzienlijk is gestegen. Daarnaast is de kennis van ouders over het onderwijs toegenomen en daarmee is ook de betrokkenheid van ouders vergroot. Dit blijkt uit deelname aan activiteiten binnen het onderwijs. Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in de aanpak van jeugdwerkloosheid. Het is niet duidelijk of Marokkaanse jongeren hier profijt van hebben gehad. Binnen de wijkgerichte aanpak zijn positieve resultaten geboekt met de begeleiding van jongeren richting stage en werk. De komende jaren worden de activiteiten, gericht op het vergroten van de ouderbetrokkenheid, gecontinueerd en gekoppeld aan activiteiten op het terrein van opvoedondersteuning. Daarnaast is er extra aandacht nodig voor de positie van Marokkaanse jongeren binnen het onderwijs en het verkrijgen van stageplekken.
14
gemeente Eindhoven
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
2.3
Toezicht, drang/dwang en zorg
In het plan van aanpak is geconstateerd dat onder de Marokkaanse jongeren van 12 tot en met 17 jaar het delictgedrag hoger is dan gemiddeld. Ook maken Marokkaanse jongeren vaker deel uit van straatgroepen, die in een aantal gevallen overlast veroorzaken of crimineel gedrag vertonen. Belangrijkste doelstellingen binnen deze programmalijn zijn het delictgedrag terugdringen, de overlast verminderen en de jongere begeleiden richting dagbesteding en/of hulpverlening. Dit wordt gedaan door een combinatie van contact leggen met jongere en gezin, grenzen stellen en corrigeren, maar zeker ook perspectief bieden. Hierbij wordt, wanneer dit nodig is, gebruik gemaakt van een drang- en dwangkader.
2.3.1
Wijkgerichte aanpak overlastgevende jongeren
Deze doelgroep kent een aantal kenmerken. Jongeren zijn soms moeilijk benaderbaar en mijden hulp. In de groepen voeren jongeren boven de 18 jaar vaak de boventoon en hebben gezag binnen de groep, waardoor het ook lastig is de jongere jeugd te benaderen. Bovendien is het vaak lastig om de jongeren te vervolgen, omdat bewijsvoering ontbreekt en lastig is rond te krijgen. Er is gestart met een wijkgerichte aanpak in een aantal geselecteerde gebieden met de meest overlastgevende jeugdgroepen, te weten Woensel-Zuid, Woensel-Noord, de Bennekel en Genderdal. Sinds november 2010 is deze werkwijze verder geïntensiveerd en vindt het ook daadwerkelijk in de wijk plaats met een combinatie van een individueel-/gezinsgericht traject, een groepsaanpak en een bewoners- en wijkgerichte aanpak. De jongeren worden besproken in een structureel casusoverleg, ondersteund door het Veiligheidshuis regio Eindhoven. Hierin participeren de sector gebiedsontwikkeling (voorzitter), de afdeling Veiligheid, het Centrum jeugd en Gezin, de politie, Bureau Jeugdzorg, Welzijn Eindhoven en enkele woningcorporaties. Gebleken is dat de invloed van de harde kern groot is en daarom is de samenwerking met het Openbaar ministerie en politie verstevigd en is er vanaf november, meer dan voorheen, ingezet op de meest criminele jongeren in de groep. Inmiddels zijn een aantal harde kernjongeren gedetineerd. Hierdoor ontstaat meer ruimte om met de andere groepsleden en gezinnen hulpverlening- en activeringstrajecten op te zetten. Binnen de wijkgerichte aanpak van de overlast is de beschikking over een tijdelijke casusregisseur en juridische inzet. Deze juridische ondersteuning zoekt gericht bij de individuele en gezinsgerichte benadering naar de mogelijkheden om dwang in te zetten. Voor het welslagen van de aanpak is deze juridische ondersteuning en het voortzetten van de functie van casusregisseur van groot belang. Uit de procesevaluatie van de intensieve aanpak sinds november 2010 is gebleken dat de overlast door jongeren in de wijken Vaartbroek/Eckart, ’t Hool en Genderdal gemeente Eindhoven
15
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
gedaald is en dat voor alle jongeren in de groepen in deze wijken een individueel of gezinsgericht traject is uitgezet. Tevens zijn er maatregelen genomen richting de groep en de wijk. Het is nog te vroeg om stevige conclusies te trekken, aangezien het zomerseizoen met eventuele overlast nog niet afgelopen is en effect van gezinsgerichte en individuele begeleiding op de iets langere termijn zichtbaar wordt. Daarom wordt na de zomer opnieuw een evaluatie gehouden. Wel is uit politiecijfers gebleken, dat het percentage Marokkaanse jongeren tot en met 17 jaar dat delictgedrag vertoont, in 2009 gedaald is. Waar in 2007 5,7% van de Marokkaanse jongeren in deze leeftijdsgroep als verdachte was aangemerkt voor een misdrijf, was dit in 2009 nog een percentage van 4%. Het is echter de vraag of dit toe te schrijven is aan inspanningen die gepleegd zijn binnen deze programmalijn, aangezien de politie aangeeft in 2009 overgestapt te zijn op een andere wijze van registreren, waardoor in heel Nederland percentages gedaald zijn.
2.3.2
Inzet outreachend medewerkers
Binnen deze wijkgerichte aanpak wordt gebruik gemaakt van 1 parttime outreachend medewerker, die met jongeren uit de sterk overlastgevende groepen aan de slag gaat. Deze medewerker is (sinds kort) aangehaakt bij het Centrum Jeugd en Gezin, zoekt de jongere en het gezin thuis op en begeleidt de jongere en het gezin richting werk/scholing, ondersteuning bij financiën en benodigde hulp. Deze medewerker gaat met alle jongeren uit de groep aan de slag, zowel de jongere die de harde kern vormen van de groep, maar ook de jongere jongens en meisjes die nog niet deze zware problematiek kennen, maar gevoelig zijn voor de groepsdruk en veel risico lopen op uitval en problemen. Daarnaast is er vanuit dit plan van aanpak, begin januari 2011, gestart met een tijdelijke outreachend medewerker binnen het Centrum Jeugd en Gezin. Deze werker is gekoppeld aan de wijkgerichte overleggen jeugdgroepen in beeld (JIB). Deze overleggen richten zich op jeugdgroepen in de stad, die (nog) niet zorgen voor sterke overlast. De outreachend medewerker zoekt actief contact met jongeren, die opvallen binnen de jeugdgroepen en die een groter risico lopen op uitval. Met deze jongere samen wordt bekeken welke vragen en problemen er zijn op het leefgebied dagbesteding (opleiding/werk), maar ook op het terrein van zorg. Ter ondersteuning worden preventieve en curatieve trajecten met de jongere uitgezet. De periode van januari tot juni is nog kort om conclusies te trekken. Gebleken is wel dat via huisbezoeken het goed mogelijk is jongeren te bereiken en dat bij nagenoeg alle bereikte jongeren er vragen en problemen leven op het terrein van onderwijs (huidige school of niet weten welke vervolgopleiding) en in sommige gevallen op het terrein van financiën. Ook is gebleken dat de wijkgerichte aanpak niet kan slagen zonder de inzet van outreachende medewerkers die jongeren en gezinnen actief opzoeken en motiveren en ‘verleiden’ tot een traject. Het wordt altijd zo veel mogelijk bij de jongere zelf gelegd. 16
gemeente Eindhoven
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
Het motto “erop af” is heel kenmerkend voor de werkwijze van de outreachend medewerkers. Afhankelijk van de behoefte en problematiek van de jongere en zijn gezinsleden worden huisbezoeken afgelegd en contact gelegd met de benodige instantie, hulpverleningsinstelling, school of werkgever. Het is wenselijk te beschikken over een team outreachend medewerkers, die vanuit verschillende instellingen werkzaam zijn, zodat bijvoorbeeld het kader van jeugdreclassering kan worden ingezet om jongeren te “dwingen” tot activering. Naast de outreachtend medewerker van het CJG, zou er een medewerker vanuit bijvoorbeeld jeugdreclassering en een medewerker vanuit de welzijnsinstelling ingezet moeten worden.
2.3.3
Inzet straatwachters
In 2009 is gestart met de inzet van straatwachters. Deze straatwachters hadden als belangrijkste taken: het houden van toezicht op jongeren, het contact leggen met jongeren uit de overlastgevende groepen, corrigeren op gedrag en grenzen stellen en perspectief bieden door het doorverwijzen naar benodigde hulp en ondersteuning. Gekozen is voor mensen met een flexibele inzet, van diverse etnische achtergrond en met een basis in de sportwereld. De straatwachters zijn bij aanvang gestart in 8 wijken en waren werkzaam van 15 uur tot 23 uur. Het blijkt lastig deze nieuwe functie goed vorm te geven. Jongeren hebben duidelijk behoefte aan begeleiding bij specifieke hulpvragen, maar de combinatie van enerzijds helpen en aan de andere kant corrigeren bleek in de praktijk erg lastig. De straatwachters zijn gedurende het traject teruggegaan naar de kerntaken gericht op het corrigeren van gedrag en houden van toezicht. De begeleiding werd beperkt tot het kundig doorverwijzen. Hiermee nam echter het vertrouwen van de jongeren in de straatwachters af. Daarnaast riep het uniform weerstand op en bleek ook het corrigeren zonder extra bevoegdheden onvoldoende mogelijk. Ook in andere steden blijkt de invulling van straatwachters wisselend te verlopen en is het lastig corrigerend op te treden in combinatie met een vertrouwenspositie en perspectief bieden. In de stuurgroep veiligheid is daarom besloten om het project met straatwachters in de huidige vorm in 2011 niet te continueren. Er zal in overleg met andere steden bekeken worden op welke wijze straatwachters worden ingezet en afhankelijk van deze ervaringen wordt mogelijk in het actieplan Jeugd en Veiligheid een vervolg gegeven aan het project. Dit dan vanuit de sector Vergunningen, Toezicht en Handhaving. Buurtbewoners, beheerders van wijkcentra en ondernemers geven aan de inzet van straatwachters positief te waarderen. Zij ervaren het als een meerwaarde dat er duidelijke aanspreekpunten waren in de wijk bij jeugdoverlast. Bij problemen met jongeren werden de straatwachters aangesproken waarna de straatwachters contact legden met de betreffende jongeren en hielden zij een oogje in het zeil. Het Marokkaans Platform geeft aan het erg belangrijk te vinden dat er mensen zijn die gemeente Eindhoven
17
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
outreachend contact kunnen leggen met jongeren en ook daadwerkelijk jongeren kunnen begeleiden. De vraag is echter of deze behoefte niet beter kan worden ingevuld door outreachend medewerkers, die gekoppeld zijn aan een beperkt aantal gebieden in Eindhoven (via interventieteams en jeugdgroepen in beeld) en ook voor wijkorganisaties zichtbaar aanwezig zijn in de wijk.
2.3.4
(Verplichte) gezinscoaches
In de jaren 2009 en 2010 is gestart met intensieve gezinsondersteuning in multiproblem huishoudens. Inzet vindt plaats via het Centrum Jeugd en Gezin als er flinke zorgen bestaan over het opgroeien en de ontwikkeling van kinderen en er binnen het gezin problemen bestaan op (vele) verschillende leefgebieden (financiën, werk/scholing, opvoeding, psychiatrie en/of licht verstandelijke beperking, wonen etc.). Dit kan zijn vrijwillige Gezinscoaching (Gezinscoaching Lumens of Praktische Gespecialiseerde Thuisbegeleiding door Zuidzorg) bij gezinnen die openstaan voor hulpverlening. Ook verplichte Gezinscoaching (VIG coaching door RADAR) is ingezet voor gezinnen die vaak al een (teleurstellende) geschiedenis hebben gehad met hulpverlening en daardoor niet openstaan voor ondersteuning/begeleiding. Verplichte inzet is een optie wanneer er grote zorgen bestaan over de ontwikkeling en toekomst van de kinderen in het gezin. In het totaal heeft er in 2009 en 2010 in 27 Marokkaanse gezinnen intensieve Gezinscoaching plaatsgevonden, waarvan in 5 Marokkaanse gezinnen met een dwangmaatregel binnengekomen is om hulp te kunnen verlenen. Alle trajecten zijn met goed resultaat afgesloten en in de meeste gevallen is een vervolgtraject in het gezin ingezet met reguliere en veel lichtere hulpverlening of hulp door bijvoorbeeld een vrijwilliger. Uit gesprekken met Bureau Jeugdzorg, afdeling Jeugdbescherming is gebleken dat ten gevolge van de inzet van Gezinscoaching in Eindhoven het aantal gedwongen uithuisplaatsingen door de kinderrechter flink is afgenomen. Een voortzetting van de inzet van Gezinscoaching wordt door alle betrokkenen als zeer wenselijk ervaren. Daarbij is de uitdrukkelijke kanttekening geplaatst dat inzet altijd vrijwillig plaatsvindt waar dit kan en dwangmaatregelen slechts worden ingezet als de zorgen over de kinderen groot zijn en het gezin niet wil meewerken.
2.3.5
Concluderend
De wijkgerichte aanpak ter beperking van de overlast begint duidelijk vruchten af te werpen. Een continuering van deze aanpak met daarin een combinatie van individuele en gezinsgerichte trajecten, een groepsaanpak en maatregelen in de buurt, is zeer wenselijk. Hiertoe is een continuering van de functie van ketenregisseur en de inzetbaarheid van outreachend medewerkers, die jongeren en gezinnen begeleiden naar arbeid of scholing, hulpverlening en ondersteuning bij financiën essentieel. 18
gemeente Eindhoven
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
De functie straatwachters wordt in 2011 niet op dezelfde wijze verlengd. Het blijkt te lastig deze functie goed vorm te geven in de balans tussen hulp, vertrouwen en corrigeren. In de tweede helft van 2011 wordt, afhankelijk van de ervaringen in andere steden, hier mogelijk nog een vervolg aan gegeven vanuit het Actieplan Jeugd en Veiligheid. De inzet van (verplichte) gezinscoaches in Eindhoven grijpt in bij complexe problematiek en voorkomt uithuisplaatsingen van kinderen.
gemeente Eindhoven
19
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
2.4
Communicatie met de Marokkaanse gemeenschap
Voor het welslagen van het project is het belang van betrokkenheid van de Marokkaanse gemeenschap om twee redenen expliciet benoemd: • om de problematiek te verhelderen en te adviseren over passende oplossingen/aanpak • om de aanpak onder de aandacht te brengen bij de doelgroep en achterban en het aanbod op die manier bereikbaar en toegankelijk te maken. Bij de opzet van een organisatiestructuur is in samenspraak gekozen voor een overkoepelend Stedelijk Platform, met daarnaast op wijkniveau comités, die de samenwerking zoeken met andere partijen in de wijk. Voor zowel de organisatie van het platform als de oudercomités was gedurende de projectperiode professionele ondersteuning beschikbaar, met als doel de ontwikkeling van een visie, kadervorming en deskundigheidsbevordering. Het organiseren van de Marokkaanse betrokkenheid is, zowel op stedelijk als wijkniveau, geen eenvoudige opgave gebleken. Belangrijkste oorzaken zijn de onervarenheid van de vrijwilligers om structuur aan te brengen en (het overbruggen van) de verschillen in inzicht en aanpak. Dit bemoeilijkte de onderlinge samenwerking en leidde tot gebrek aan vertrouwen. Hierdoor ontstond het gevoel dat men steeds opnieuw moet beginnen en dat er veel verwacht wordt qua verantwoording en papierwerk. Op activiteitenniveau is er echter veel georganiseerd, zowel voor de jongeren in de wijken als voor de betrokken ouders.
2.4.1
Marokkaans platform (MPE)
Halverwege de projectperiode heeft het Platform een doorstart gemaakt. Met een nieuw dagelijks bestuur is het doel en de taak van het MPE opnieuw vastgesteld. Er wordt gestreefd naar een zo breed mogelijke vertegenwoordiging van Eindhovense Marokkaanse zelforganisaties. Het MPE bestaat uit maximaal 15 leden. Deelnemers zitten er niet op persoonlijke titel, maar vertegenwoordigen oudercomités, moskeebesturen of andere stichtingen. Het reglement is aangescherpt en er is een duidelijke organisatiestructuur vormgegeven met een Algemeen bestuur (komt 1 maal per maand bijeen), een Dagelijks Bestuur (minimaal 1 maal per maand bij elkaar) en drie werkgroepen rond de thema’s Opvoeding, Onderwijs en Leefbaarheid. Elke werkgroep organiseert jaarlijks een bijeenkomst voor de achterban. Het MPE heeft een adviserende rol bij de uitvoering van het plan van aanpak Risicojeugd. Elk kwartaal wordt in de bestuursvergadering een uur ingeruimd om de voortgang te bespreken en bijzonderheden en ervaringen uit te wisselen met de gemeente en andere partners. Om de achterban te informeren en betrokken te houden heeft het MPE een website gemaakt. In juni is een werkbezoek naar Utrecht gepland om ervaringen uit te wisselen.
20
gemeente Eindhoven
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
Het MPE heeft een jong en enthousiast bestuur, dat na een lange aanloopperiode nu ook de vruchten kan plukken van de inspanningen. In de toekomst zal het MPE meer naar buiten treden en de adviserende taak uitbreiden.
2.4.2
Oudercomités
Naar Amsterdams voorbeeld hebben enige jaren geleden, in enkele wijken in de stad, vaders zich verenigd. Deze vaders organiseren als vrijwilliger, samen met jongerenwerk, extra activiteiten voor (overlastgevende) jeugd en spreken jongeren aan op hun gedrag indien nodig. Als vanzelfsprekend zijn deze ouders ook aanspreekpunt geworden voor andere partijen in de buurt die te maken hebben met jeugd en leefbaarheid. Binnen het plan van aanpak is gesteld dat in meerdere wijken vader- en moedercomités hun bijdrage kunnen leveren. Inmiddels zijn in Gestel, Woensel Noord en Woensel Zuid 10 oudercomités. Alle comités maken jaarlijks een activiteitenplan en voeren dat uit. De vaders zijn vooral actief in het organiseren van educatieve en andere activiteiten voor de jeugd. Hierin wordt afgestemd met jongerenwerk, politie en de gemeente. De samenwerking met andere buurtorganisaties is wisselend. De moeders richten zich meer op opvoedondersteuning en organiseren verschillende themabijeenkomsten. Daarbij wordt met regelmaat gebruik gemaakt van de expertise van het CJG en de SPILcentra in de wijk. Het is goed, dat deze comités bestaan, dat we als gemeente en als partner een ingang hebben bij de ouders en via hen bij gezinnen in de wijk. In een aantal acute situaties is er met succes een beroep gedaan op de georganiseerde vaders in de wijken. Zeer positief is, dat ouderbetrokkenheid vorm heeft gekregen en activiteiten voor jongeren en ouders in de wijk georganiseerd worden, zodat de sociale samenhang verbetert en thema’s als opvoeding, onderwijs en leefbaarheid bespreekbaar worden gemaakt, maar op twee punten blijkt dat de doelen te ambitieus gesteld zijn: • De zelfstandigheid en het (zelf)organiserend vermogen verschilt per comité. Het aanvankelijke doel om tot zelfstandige organisaties te komen is niet overal haalbaar of wenselijk en de vaste deelname van ouders is kwetsbaar. • De activiteiten hebben vooral een preventief karakter: leuke vrije tijdsactiviteiten voor jeugd tot ongeveer 15 jaar. De oudere en meer overlastgevende groepen zijn voor de comités ook moeilijk benaderbaar. Per oudercomité zal bekeken moeten worden of ze verzelfstandigd kunnen worden en met welk doel ze gecontinueerd worden. Drie moedercomités functioneren nagenoeg zelfstandig en hebben wat ondersteuning op het terrein van financiën en het opstellen van het programma. Eén moedercomité heeft onvoldoende zelforganiserend vermogen en kan verder als vrijwilligersgroep in de wijk die samen met Welzijn Eindhoven activiteiten uitvoert. Twee vadercomités kunnen zelfstandig functioneren, wanneer zij aangehaakt worden bij een buurtorganisatie of buurt-infowinkel. Twee vadercomités kunnen als vrijwilligersgroep (Kadergroep) met het jongerenwerk samenwerken. Een
gemeente Eindhoven
21
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
vadercomité is begin dit jaar gestopt. Vervolgens is in de wijk wel een nieuwe groep ontstaan, die eventueel in de toekomst als vrijwilligersgroep aanspreekbaar is.
2.4.3
Concluderend
Het Marokkaans Platform staat pas kort echt in de steigers, zodat het moeilijk te bepalen is, wat het MPE heeft bijgedragen aan de uitvoering van het plan van aanpak. De activiteiten van de oudercomités vormen een belangrijke bijdrage aan de uitvoering van activiteiten in de wijk, bespreekbaar maken van thema’s als onderwijs en opvoeding en vergroting van de sociale cohesie in de wijk. Het is mogelijk niet reëel te verwachten, dat de oudercomités voldoende in staat zijn overlastgevende jeugd aan te spreken op hun gedrag. Wel functioneren ze als aanspreekpunt en denken/werken mee aan oplossingen. Met aanhaking aan andere (bewoners)organisaties, kunnen de meeste oudercomités zelfstandig functioneren en is er een organisatiestructuur gerealiseerd, die past binnen de wijkgerichte integrale aanpak en geborgd moet worden voor de toekomst.
22
gemeente Eindhoven
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
3
Het vervolg
In het vorige hoofdstuk is aangegeven welke onderdelen van de aanpak MarokkaansNederlandse risicojeugd de afgelopen jaren zijn uitgevoerd en met welk resultaat. In dit hoofdstuk wordt stilgestaan bij het vervolg van deze aanpak. Er wordt ingegaan op de verschillende onderdelen die gecontinueerd worden of opgepakt dienen te worden in het kader van perspectief bieden aan de Marokkaanse doelgroep. Daarna wordt ingegaan op de vraag of nog een specifiek beleid voor deze doelgroep wenselijk is.
3.1
Cultuursensitief beleid
Er komt geen vervolg-plan van aanpak Marokkaanse risicojeugd. Zowel ten aanzien van opvoedondersteuning als ten aanzien van onderwijs en wijkgerichte aanpak van overlast, wordt geadviseerd een breder beleid te voeren voor risicojeugd en risicogezinnen. Ook jongeren en gezinnen van andere culturen zijn gebaat bij deze aanpak. Binnen dit bredere beleid is aandacht voor risicojongeren en – gezinnen vanuit verschillende doelgroepen en zullen Marokkaanse jongeren en gezinnen hier een belangrijk onderdeel van uitmaken. Er wordt in het komend half jaar een omslag gemaakt van cultuurspecifiek naar een cultuursensitief beleid. Op 31 juni jl. is het college akkoord gegaan met het beleidskader Jeugd en Veiligheid, waarin een kader is geschetst voor de aanpak van risicojongeren en –gezinnen, vooral uit de overlastgevende en criminele jongerengroepen. Dit beleidskader wordt door de afdeling Veiligheid en de sectoren GBO en M&M in de tweede helft van 2011 uitgewerkt in een actieplan. Hierin wordt in samenhang aandacht gegeven aan grenzen stellen, gewetensvorming en binding, risicoreductie, informatie en evaluatie, regie en mandaat en cultuursensitief beleid. Vanaf 1 januari 2012 zal de aanpak onderdeel uitmaken van een breder gemeentelijk beleid. Dat wil zeggen dat een aantal activiteiten op het terrein van opvoeden en ouderbetrokkenheid worden aangehaakt aan het Centrum Jeugd en Gezin en opgenomen in de nota CJG 2012 en verder. De overige activiteiten (op het terrein van wijkgerichte aanpak jongerenoverlast: outreachend medewerker en gezinscoaching) zullen onderdeel uitmaken van het actieplan jeugd en veiligheid Voor de tweede helft van 2011 wordt het plan van aanpak voor een laatste keer verlengd met een aantal activiteiten en maatregelen, zoals hier beschreven.
gemeente Eindhoven
23
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
3.2
Opvoedondersteuning en ouderbetrokkenheid
Uit de evaluatie blijkt dat er veel waardering bestaat bij Marokkaanse ouders over de initiatieven op het terrein van opvoedingsondersteuning, voorlichting en informatie op het terrein van onderwijs en ouderbetrokkenheid bij het onderwijs. Gebleken is dat door deze activiteiten het gesprek over opvoeding op gang is gekomen. Niet alleen tussen Marokkaanse ouders onderling, maar ook met de Nederlandse ouders uit de wijk. Het is wenselijk om een deel van de activiteiten te continueren. Hierbij wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de inzet van scholen en ouders uit de wijken. Zij informeren en adviseren elkaar over thema’s op het terrein van opvoeden, onderwijs en het betrekken van ouders en wijkbewoners. Deze activiteiten en inzet kan breder beschikbaar worden gesteld dan voor Marokkaanse ouders. Het aanbod is ook geschikt voor andere “kwetsbare” doelgroepen in de wijken. Het is hiertoe nodig om de wijkgerichte activiteiten van het CJG op het gebied van opvoedondersteuning, onderwijs en ouderbetrokkenheid, te continueren. Deze activiteiten zijn gericht op een brede doelgroep van risicogezinnen en er wordt gewerkt vanuit het gedachtegoed ‘Welzijn nieuwe stijl’. Ouders spelen een eigen rol in de buurt op het terrein van opvoedingsdiscussies en voeren hierover gesprekken met buurtgenoten. Daarnaast is er op jaarbasis een budget nodig om activiteiten op scholen te organiseren op het terrein van ouderbetrokkenheid en opvoedondersteuning. Deze activiteiten worden op verschillende scholen georganiseerd, in die wijk waar sprake is van een groter aantal risicogezinnen en – jongeren (zie hiertoe ook 3.1.3).
3.3
Onderwijs en Stagemogelijkheden
De afgelopen jaren is er te weinig geïnvesteerd op het vergroten van de kansen van Marokkaanse risicojeugd binnen het onderwijs en het vergroten van stagemogelijkheden. Dit bleek ook duidelijk uit de evaluatiegesprekken. In het najaar 2011 zal een Actieplan “Onderwijs/Stage voor allochtone risicojongeren” worden opgesteld. Hiertoe wordt de samenwerking gezocht met het onderwijs (voortgezet onderwijs en MBO), instellingen, allochtonenorganisaties (ondermeer MPE), jongerenloket en raadsleden. Dit wordt gekoppeld aan het Actieplan Voortijdig schoolverlaten. De wethouder heeft bij het bespreken van de kadernota de toezegging gedaan om de mogelijkheden van schooluitval terug te dringen. Dit vormt een van de onderdelen hiervan. Binnen dit actieplan moet ondermeer terugkomen welke initiatieven ontplooid gaan worden tot: • Vergroten instroom allochtone jongeren aan hoger niveau voortgezet onderwijs (Havo/VWO) • Keuze studie met perspectief op werk • Voldoende geschikte stageplekken voor risicojongeren • Vergroten kans succesvol doorlopen stage 24
gemeente Eindhoven
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
Outreachend medewerkers kunnen een rol spelen bij extra begeleiding jongeren voor het vinden van een juiste stageplek en het succesvol doorlopen van de stage. Het Marokkaans Platform Eindhoven heeft aangegeven, dit een heel belangrijk thema te vinden en hier samen mee aan de slag te willen gaan, door bijvoorbeeld voorlichting te geven op scholen en contact te leggen met het bedrijfsleven. Het is belangrijk, dat jongeren voorbereid worden op de stage; “Hoe schrijf je een sollicitatiebrief, hoe voer je een gesprek etc.”. In overleg met ROC zal bekeken worden in hoeverre dit op school aan bod komt. Ook bij bedrijven zal op verzoek begeleiding kunnen plaatsvinden. Voor de opzet van dit actieplan en de eerste maatregelen in 2011 is een bedrag gereserveerd. Het actieplan zal in de tweede helft 2011 aan het college worden aangeboden.
3.4
Wijkgerichte aanpak overlast
De wijkgerichte aanpak van overlast (een samenwerking tussen Veiligheidshuis, Sector Gebiedsontwikkeling, Sector Mens en Maatschappij), geïntensiveerd vanaf november 2010, lijkt zijn vruchten af te werpen. Deze aanpak is overigens gericht op alle risicojongeren en –gezinnen in de pilotwijken en niet alleen de MarokkaansNederlandse jongeren en gezinnen. Zie hiertoe ook de op 31 mei in het college besproken procesevaluatie pilot risicojeugd. Hieruit bleek dat partners de wijkgerichte aanpak van overlast willen continueren. Het consequent combineren van een groepsgerichte aanpak, individuele - en gezinsgerichte trajecten, betrekken van wijkbewoners en fysieke aanpassingen in de buurt, lijken effectief te zijn. Het college is 31 mei akkoord gegaan met een continuering en inbedding van deze aanpak in de stad. Dit wil zeggen dat de aanpak wordt uitgebreid (nu alleen in Genderdal, Vaartbroek/Eckart en ‘ Hool) naar meerdere wijken in Eindhoven, waar sprake is van overlastgevend gedrag van jongeren. De aanpak sluit aan op het stedelijk netwerk Jeugdgroepen in Beeld (JIB), waar alle jeugdgroepen in Eindhoven worden besproken. Op basis van de ervaringen binnen JIB wordt afgestemd welke groepen en gebieden voor deze intensieve wijkgerichte aanpak in aanmerking komen. In de stuurgroep veiligheid is besloten om het project straatwachters per 1 juli aanstaande niet op dezelfde wijze te continueren. Wel wordt bekeken of in 2012 er een aangepaste werkwijze zal zijn, op grond van ervaringen elders in het land. Daarnaast is aangegeven vanuit de wijk en vanuit jongeren, dat er een duidelijke behoefte bestaat aan outreachende medewerkers die zichtbaar zijn in de wijk en begeleiding en ondersteuning bieden aan jongeren. Om deze wijkgerichte aanpak te continueren en uit te breiden naar meerdere gebieden is gebiedsgerichte inzet nodig van:
gemeente Eindhoven
25
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
• een outreachend medewerker, die jongeren en hun gezinnen thuis opzoekt, samen met hen bekijkt welke ondersteuning wenselijk is om te zorgen dat de jongere zich zelfstandig redt en beschikt over een zinvolle dagbesteding (scholing en/of werk). Binnen de aanpak is er de beschikking over 0,5 fte ambulant medewerker vanuit het Centrum Jeugd en Gezin, en was hieraan tijdelijk 1 fte toegevoegd vanuit dit plan van aanpak Marokkaanse risicojeugd voor de eerste helft 2011. Het is wenselijk deze inzet uit te breiden en te continueren, maar beter nog om dit vanuit een team van verschillende instellingen te doen. Hiermee wordt de expertise op deze verschillende terreinen bij elkaar gebracht. Het voorstel is om de capaciteit van 36 uur bij de Lumensgroep/jeugdmaatschappelijk te continueren en eventueel in 2012 aan te vullen met formatie vanuit Jeugdreclassering. Het is van belang dat deze outreachend medewerkers ook regelmatig zichtbaar zijn in de wijk en aanspreekbaar voor jongerenwerkers en buurtbewoners. • Uitbreiding inzet (verplichte) gezinscoaches binnen deze wijkgerichte aanpak. De afgelopen jaren heeft de functie van gezinscoach (als nodig in een verplichtend kader) zich zelf bewezen. Intensieve ondersteuning in het gezin op alle leefgebieden met het doel om opvoedcompetenties van ouders dusdanig te verbeteren, zodat kinderen niet uit huis geplaatst hoeven te worden. Een uitbreiding van zowel de gezinscoach in het vrijwillig als in het verplichte kader is wenselijk om voldoende instrumenten te hebben binnen de wijkgerichte aanpak van risicojongeren en –gezinnen. Om in 2011 10 gezinnen intensieve gezinscoaching te bieden in de thuissituatie wordt de formatie van VIG coaching bij RADAR (verplichtend) uitgebreid. • Continuering casusregisseur, die verantwoordelijk is voor het opstellen plan van aanpak voor risicojongeren en –gezinnen, coördinatie casussen en organiseren wijkgerichte casusoverleggen. De hiertoe benodigde juridische ondersteuning wordt binnen het Actieplan Jeugd en Veiligheid opgenomen.
3.5
Marokkaanse betrokkenheid
Het voortbestaan van de oudercomités heeft een toegevoegde waarde voor de sociale cohesie in de wijk en, door de activiteiten, mogelijk een preventieve werking ten aanzien van overlast en problematiek van jongeren. Het is goed de oudercomités te continueren door deze aan te haken bij bewonersorganisaties, of vanuit de subsidieparagraaf vrijwillig jeugdbeleid een subsidie te verstrekken. Hiertoe is op termijn dus geen specifieke financiering vanuit het plan van aanpak Marokkaanse risicojeugd nodig. Ter overbrugging om de activiteiten van de oudercomités te borgen, is er tot januari 2012 financiering van de activiteiten nodig. Het Marokkaans Platform Eindhoven (MPE) heeft de afgelopen jaren onvoldoende input gehad bij de realisatie van dit plan van aanpak. Nu staat het MPE goed in de steigers en kan hierdoor een goed aanspreekpunt voor de gemeente zijn om specifieke problematiek en beleidsvragen op het terrein van Marokkaanse risicojeugd
26
gemeente Eindhoven
Juni 2011
Evaluatie en plan van aanpak (Marokkaans-Nederlandse) risicojongeren
te bespreken. Palet heeft afgelopen jaren ondersteund bij de opzet en het organiseren van het platform. Ondanks het feit dat er dadelijk geen sprake meer is van een specifiek plan voor Marokkaanse risicojeugd, zal de Marokkaanse doelgroep een belangrijk onderdeel uitmaken van een breder beleid op het terrein van jeugd en veiligheid. Om hierover met de Marokkaanse gemeenschap in gesprek te blijven is een voortzetting van het MPE met beperktere ondersteuning wenselijk. Het MPE zal zich vanaf 1 januari 2012 zonder de ondersteuning van Palet blijvend moeten kunnen organiseren. Het Marokkaans platform heeft aangegeven zich de komende tijd vooral te willen richten op stageproblematiek en het onderwijs en de wijkgerichte aanpak van de overlast. Ook is afgesproken dat er meer contactmomenten zullen zijn tussen de gemeente en het platform en dat het platform zich presenteert richting instellingen, maar ook bewonersorganisaties.
3.6
Begroting
Voorziene activiteit Inzet opvoedingsondersteuner Expertmeeting Project Islamitische Basisschool Project activiteit Allemaal Opvoeders Project stagemogelijkheden Outreachend medewerker LG – Jeugdgroepen in Beeld VIG coaches Casusregisseur wijkgerichte aanpak Oudercomitee activiteiten Ondersteuning oudercomites door LG Ondersteuning MPE door adviseur Palet Marokkaans platform
totaal
juli-dec. 2011 28.000 4.000 10.000 20.000 15.000 37.000 60.000 50.000 25.000 25.000 10.000 10.000 294.000
Dekking 2011 Rijk - WWI Actieve Jeugd Raadsmiddelen
162.000 190.000 600.000 952.000 371.000 581.000
begroot jan.-juli 2011 o.b.v. dossier 04.501 restant dekking juli-dec. 2011
gemeente Eindhoven
27