Europese Commissie
WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE inzake de uitleg van een aantal bepalingen over flexibiliteit in het hygiënepakket Veelgestelde vragen Richtsnoeren voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven
© Europese Unie, 2010 Overneming met bronvermelding toegestaan
EUROPESE COMMISSIE
Brussel,12.8.2010 SEC(2010) 985 definitief
WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE inzake de uitleg van een aantal bepalingen over flexibiliteit in het hygiënepakket Veelgestelde vragen Richtsnoeren voor exploitanten van levensmiddelenbedrijven
NL
NL
INHOUDSOPGAVE 1.
Inleiding ....................................................................................................................... 3
2.
Vragen en antwoorden ................................................................................................. 4
2.1.
Traditionele levensmiddelen ........................................................................................ 4
2.2.
Vlees en vleesproducten............................................................................................... 6
2.3.
Melk en zuivelproducten.............................................................................................. 8
2.4.
Honing........................................................................................................................ 10
2.5.
Groenten en fruit ........................................................................................................ 11
Disclaimer: dit werkdocument van de diensten van de Commissie geeft niet noodzakelijk het standpunt van de Commissie weer.
NL
2
NL
1.
INLEIDING
Dit document dient als achtergrond voor een beter begrip van een aantal bepalingen in de hygiëneverordeningen over flexibiliteit, alsmede voor een beter gebruik van deze bepalingen door de lidstaten. Wij wijzen erop dat de flexibiliteit in de hygiëneverordeningen niet beperkt is tot de in dit document genoemde punten. Bovendien heeft dit document alleen betrekking op de regels van de hygiëneverordeningen en niet op andere relevante wetgeving zoals veterinairrechtelijke voorschriften, controle op residuen en etikettering. Derhalve moet u voor een volledig begrip van de bepalingen die op uw activiteit op de verschillende gebieden van toepassing zijn, contact opnemen met de bevoegde autoriteiten. De flexibiliteitsbepalingen in de hygiëneverordeningen bieden de volgende mogelijkheden: –
–
het toestaan van: i)
uitzonderingen/vrijstellingen van bepaalde in hygiëneverordeningen vastgelegde voorschriften;
de
bijlagen
bij
de
ii)
aanpassingen van bepaalde in de bijlagen bij de hygiëneverordeningen vastgelegde voorschriften;
bepaalde activiteiten van het toepassingsgebied van de hygiëneverordeningen uitsluiten.
Wanneer lidstaten gebruikmaken van de flexibiliteitsbepalingen moeten zij doorgaans nationale maatregelen vaststellen. Subsidiariteit en transparantie zijn de leidende beginselen bij het toepassen van flexibiliteitsbepalingen. •
op grond van het transparantiebeginsel moeten de Commissie en de andere lidstaten in kennis worden gesteld van het ontwerp van dergelijke nationale maatregelen.
•
op grond van het subsidiariteitsbeginsel kunnen de lidstaten zelf het beste oplossingen voor plaatselijke situaties vinden.
Deze richtsnoeren zijn te gebruiken naast de leidraden voor de toepassing van de hygiëneverordeningen:
NL
•
Leidraad voor de toepassing van een aantal bepalingen van Verordening (EG) nr. 852/2004 (algemene hygiënevoorschriften);
•
Leidraad voor de toepassing van een aantal bepalingen van Verordening (EG) nr. 853/2004 (specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong);
•
Leidraad voor de toepassing van op de HACCP-beginselen gebaseerde procedures en ter vergemakkelijking van de toepassing van de HACCP-beginselen in bepaalde levensmiddelenbedrijven.
3
NL
In deze leidraden worden de terminologie en de regels voor de toepassing van de hygiënevoorschriften, waaronder de flexibiliteitsbepalingen, uitgelegd; de leidraden staan op de website van het directoraat-generaal Gezondheid en consumenten (DG SANCO): http://ec.europa.eu/food/food/biosafety/hygienelegislation/guide_en.htm Voorts wijzen wij u op het document "Uitleg van een aantal bepalingen over flexibiliteit in het hygiënepakket – Richtsnoeren voor bevoegde autoriteiten", dat tegelijk met dit document met veelgestelde vragen is opgesteld. In onderstaande tabel staan de voor dit document gebruikte specifieke technische termen. Technische term Hygiëneverordeningen
Uitleg Verordeningen (EG) nr. 852/2004, (EG) nr. 853/2004 en (EG) nr. 854/2004
Algemene hygiënevoorschriften
EU- Desbetreffende nr. 852/2004
voorschriften
in
Verordening
(EG)
Specifieke hygiënevoorschriften
EU- Desbetreffende nr. 853/2004
voorschriften
in
Verordening
(EG)
2.
VRAGEN EN ANTWOORDEN
2.1.
Traditionele levensmiddelen Vraag 1:
"In mijn land is kaasmaken een lange traditie. De grondstof daarvoor is schapenmelk en de kaas wordt op de boerderij in de bergen gemaakt. Door de traditionele productiemethode (in schapenhutten hoog in de bergen) is het moeilijk - bijna onmogelijk - om deze ruimten te laten voldoen aan de EU-regels. Ook is het lastig om geheel te voldoen aan de regels voor het transport van deze producten vanuit de bergen naar de plaatselijke winkels. Gaat de EU het vervaardigen van deze producten verbieden?" ANTWOORD: Nee, de EU erkent dat traditionele levensmiddelen een waardevol en onvervangbaar erfgoed van de lidstaten zijn en daarmee ook erfgoed van de Europese Unie. Daarom bieden de hygiëneverordeningen flexibiliteit, speciaal voor de vervaardiging van dit soort producten, op voorwaarde dat het product veilig is. Zie vraag 8 voor de regels voor het maken van kaas op de boerderij.
NL
4
NL
Vraag 2: "Wanneer kan ik het levensmiddel dat ik produceer beschouwen als een levensmiddel met traditionele kenmerken en welke uitzonderingen kunnen er voor een dergelijk levensmiddel worden toegestaan?" ANTWOORD: Levensmiddelen met traditionele kenmerken zijn levensmiddelen die in de lidstaten traditioneel vervaardigd worden en die: a)
historisch als traditionele producten worden erkend, of
b)
worden vervaardigd volgens geregistreerde technische referenties naar het traditionele proces of volgens traditionele productiemethoden, of
c)
door de nationale, regionale, levensmiddelen worden erkend.
lokale
of
EU1-wetgeving
als
traditionele
Voor dit soort levensmiddelen maakt de EU-wetgeving het de lidstaten mogelijk uitzonderingen toe te staan op: –
de algemene hygiënevoorschriften voor de ruimten waarin deze producten worden blootgesteld aan een omgeving die noodzakelijk is voor ontwikkeling van hun kenmerken (met name muren, plafonds en deuren die niet glad, ondoordringbaar, niet-absorberend of van corrosiebestendig materiaal zijn of muren, plafonds en vloeren die op natuurlijke wijze gevormd zijn);
–
de maatregelen voor het schoonmaken en ontsmetten van dergelijke ruimten en de frequentie waarmee dit gebeurt om rekening te houden met de specifieke omgevingsflora;
–
voorschriften wat betreft het soort materiaal waarvan de instrumenten en de uitrusting die specifiek voor het vervaardigen van deze producten en het aanbrengen van de onmiddellijke verpakking en de eindverpakking worden gebruikt, zijn gemaakt. De instrumenten en uitrusting moeten te allen tijde voldoende hygiënisch worden gehouden en regelmatig worden schoongemaakt en ontsmet.
Als uw product voldoet aan de hierboven genoemde vereisten en u wilt weten hoe de flexibiliteitsregels in uw land worden toegepast, kunt u contact opnemen met de bevoegde autoriteit.
1
NL
Ten aanzien van de levensmiddelen met traditionele kenmerken die door de EU-wetgeving worden beschermd, kunnen op grond van Verordening (EG) nr. 509/2006 geregistreerde, gegarandeerde traditionele specialiteiten (gts) en op grond van Verordening (EG) nr. 510/2006 op traditionele wijze vervaardigde producten met beschermde oorsprongsbenamingen (bob) en beschermde geografische aanduidingen (bga) voor de desbetreffende uitzonderingen in aanmerking komen.
5
NL
Vraag 3: "Is er nog meer flexibiliteit mogelijk als traditionele productiemethoden worden toegepast?" ANTWOORD: Ja. Indien levensmiddelen in de lidstaten op traditionele wijze worden vervaardigd en het noodzakelijk is om de voorschriften op andere wijze dan vermeld in het antwoord op vraag 2 aan te passen, staat de EU-wetgeving de lidstaten toe nationale maatregelen vast te stellen om de voorschriften van de hygiëneverordeningen aan te passen. Als uw productiemethode, verwerking of distributie van levensmiddelen traditioneel is en u wilt weten hoe de flexibiliteitsregels in uw land worden toegepast, kunt u contact opnemen met de bevoegde autoriteit. 2.2.
Vlees en vleesproducten Vraag 4:
"Ik heb een slagerij. Ik heb te horen gekregen dat mijn winkel moet worden goedgekeurd en voldoen aan alle EU-regels. Kunt u mij adviseren aan welke voorschriften ik me moet houden om aan deze wetgeving te voldoen? ANTWOORD: In de hygiëneverordeningen staat geen definitie van het begrip "slagerij". Welke EU-hygiëneregels van toepassing zijn, hangt af van de activiteiten die daadwerkelijk in de inrichting worden uitgevoerd. Ten eerste moet u nagaan of u wel een registratie of goedkeuring nodig heeft. (Registratie betekent dat u een mededeling over uw inrichting/activiteiten naar de bevoegde autoriteit moet sturen, goedkeuring betekent dat de bevoegde autoriteit u in vervolg op die mededeling moet bezoeken en goedkeuring moet verlenen voordat u met uw werkzaamheden kunt beginnen). Slagerijen, oftewel inrichtingen waar alleen vlees of vleesproducten direct aan de eindverbruiker worden geleverd (en waar geen slacht plaatsvindt), worden als detailhandelsinrichtingen beschouwd. Daarom hoeven ze alleen te worden geregistreerd. Voor zulke winkels vereist de EU-wetgeving geen goedkeuring. De lidstaten mogen echter op nationaal niveau goedkeuring overeenkomstig hun nationale maatregelen vereisen. Of dergelijke nationale maatregelen bestaan, moet u nagaan bij de bevoegde autoriteit. Ten tweede is er een aantal EU-voorschriften voor slagerijen. De algemene hygiënevoorschriften zijn van toepassing, waaronder de op de HACCP-beginselen gebaseerde procedures. Daarbij moet bedacht worden dat met name in kleine winkels de op de HACCP-beginselen gebaseerde procedures op flexibele wijze mogen worden toegepast. De Commissie heeft in samenwerking met alle lidstaten een leidraad ontwikkeld om richtsnoeren te geven over de flexibiliteit en de toepassing van de op de HACCP-beginselen gebaseerde procedures in levensmiddelenbedrijven, afhankelijk van de grootte en de activiteiten.
NL
6
NL
De leidraad staat op de website van het directoraat-generaal Gezondheid en consumenten: http://ec.europa.eu/food/food/biosafety/hygienelegislation/guidance_doc_haccp_en.pdf Bovendien heeft de levensmiddelensector in sommige lidstaten praktijkhandleidingen (hygiënecodes) opgesteld die door de bevoegde autoriteiten zijn beoordeeld. Deze handleidingen kunnen op vrijwillige basis worden gebruikt en zijn een goed en praktisch hulpmiddel bij de toepassing van de hygiënevoorschriften in levensmiddelenbedrijven. Alle nationale praktijkhandleidingen worden naar een register gezonden dat door de Commissie wordt beheerd. Het register is gepubliceerd op de website van het directoraat-generaal Gezondheid en consumenten op het volgende adres: http://ec.europa.eu/food/food/biosafety/hygienelegislation/register_national_guides_en.pdf Ten slotte mogen de lidstaten de flexibiliteitsbepalingen gebruiken en nationale maatregelen vaststellen om voor slagerijen de voorschriften inzake de bouw, de indeling en de uitrusting aan te passen. Vraag 5: "Ik heb een landbouwbedrijf met varkens en rundvee. Daarnaast zou ik graag dieren slachten voor de slagerij op mijn bedrijf, vlees en enkele traditionele vleesproducten vervaardigen en deze producten in mijn winkel rechtstreeks aan consumenten verkopen. De capaciteit van mijn bedrijf is heel klein en al mijn producten gaan enkel naar mijn winkel. Volgens mij hoeven mijn ruimten alleen te voldoen aan de voorschriften voor slagerijen. Klopt dit?" ANTWOORD: U moet voldoen aan de voorschriften voor slagerijen zoals uitgelegd in antwoord 4. Slechts voor primaire productie en detailhandelsactiviteiten zijn volgens de hygiëneverordeningen geen goedkeuring vereist. Het slachten van dieren is geen primaire productie en kan niet als detailhandel worden beschouwd. Het slachten op het landbouwbedrijf moet worden uitgevoerd overeenkomstig de desbetreffende algemene hygiënevoorschriften en de specifieke hygiënevoorschriften voor slachthuizen. De slachtvoorzieningen op het bedrijf moeten door de bevoegde autoriteit worden goedgekeurd. Op het bedrijf of elders, slachtvoorzieningen moeten altijd door de bevoegde autoriteit worden goedgekeurd en voldoen aan de voorschriften voor slachthuizen indien de slachtactiviteiten worden uitgevoerd door personen die een slagerij hebben. De lidstaten mogen echter de flexibiliteitsbepalingen gebruiken en nationale maatregelen vaststellen om voor deze inrichtingen de voorschriften inzake de bouw, de indeling en de uitrusting aan te passen. Of dergelijke nationale maatregelen bestaan, moet u nagaan bij de bevoegde autoriteit.
NL
7
NL
Vraag 6: "Ik heb een slachthuis met een kleine capaciteit met een uitsnijderij ernaast. Tot nu toe had de bevoegde autoriteit voor het slachthuis goedkeuring verleend volgens de nationale regels. De bevoegde autoriteit heeft mij laten weten dat het slachthuis vanaf 1 januari 2010 moet worden goedgekeurd volgens Verordening (EG) nr. 853/2004, anders zal ik mijn activiteiten moeten staken. Ik vind het overdreven om te eisen dat inrichtingen die alleen lokaal vlees leveren de strikte EU-regels naleven. Ik vind ook dat levensmiddelenbedrijven de tijd moeten krijgen om zich aan te passen aan de EU-voorschriften." ANTWOORD: In de EU-hygiënewetgeving staat geen definitie van kleine levensmiddelenbedrijven en er zijn geen specifieke voorschriften alleen op deze bedrijven toepasselijk. De lidstaten hebben in 2004 de volgende aanpak afgesproken: alle inrichtingen (waaronder kleine slachthuizen en uitsnijderijen) mogen levensmiddelen op de gemeenschappelijke markt brengen, op voorwaarde dat zij overeenkomstig de hygiëneverordeningen goedgekeurd zijn. Voor inrichtingen met een kleine capaciteit, die onder de vroegere regeling alleen voor de nationale markt goedkeuring hadden, was er een overgangsperiode van vier jaar om aan de EU-regels te voldoen. Deze overgangsperiode liep op 31 december 2009 af. Vanaf 1 januari 2010 moeten alle levensmiddelenbedrijven voldoen aan de in de hygiëneverordeningen opgenomen EU-regels, waaronder goedkeuring door de bevoegde autoriteit. De lidstaten mogen echter voor dit type inrichtingen de in de hygiëneverordeningen opgenomen flexibiliteit gebruiken en waar nodig de voorschriften van de bijlagen bij de hygiëneverordeningen aanpassen, bijvoorbeeld een aanpassing van de voorschriften inzake de bouw, de indeling en de uitrusting. Dit betekent dat, om in bedrijf te blijven, bepaalde aanpassingen van voorschriften kunnen worden ingevoerd, die als nationale maatregelen moeten worden opgesteld en waarvan door de bevoegde autoriteiten kennisgeving moet worden gedaan. Of dergelijke regels bestaan, moet u nagaan bij de bevoegde autoriteit. 2.3.
Melk en zuivelproducten Vraag 7:
"Ik heb een klein landbouwbedrijf (tien koeien) en ik wil graag (rauwe) melk op het bedrijf en aan de winkel in het dorp verkopen. Aan welke voorschriften moet ik voldoen?" ANTWOORD: Het melken en de opslag van melk op het landbouwbedrijf wordt beschouwd als primaire productie en rauwe melk wordt beschouwd als een primair product. Daarom is onder bepaalde voorwaarden een uitzondering op de EU-voorschriften mogelijk. De voorwaarden voor het uitsluiten van de EU-voorschriften in het geval van rechtstreekse levering van rauwe melk zijn: •
NL
de (niet-verwerkte) rauwe melk wordt door de landbouwer geleverd, of
8
NL
•
de rauwe melk wordt rechtstreeks aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel geleverd, en
•
de rauwe melk wordt in kleine hoeveelheden geleverd.
Indien de rauwe melk in kleine hoeveelheden rechtstreeks aan de eindverbruiker wordt geleverd of aan de plaatselijke detailhandelszaak die de melk rechtstreeks aan de eindverbruiker levert, is een dergelijke activiteit uitgesloten van de algemene en specifieke EU-hygiënevoorschriften. Er is geen goedkeuring vereist. Voor deze activiteiten moeten echter nationale maatregelen door de lidstaten worden vastgesteld. Als er geen nationale regels zijn vastgesteld of als uw activiteit niet in overeenstemming is met de regels die in uw land zijn bepaald, zijn de algemene en specifieke EU-hygiënevoorschriften van toepassing. Bovendien moet de rauwe melk zonder uitzondering afkomstig zijn van beslagen van runderen(inclusief buffelkoeien), schapen en geiten die overeenkomstig de EU-wetgeving officieel vrij zijn van runderbrucellose, schapen- of geitenbrucellose en rundertuberculose. Daarom moet u als landbouwer nagaan: •
of er in uw land nationale maatregelen voor de rechtstreekse levering van rauwe melk zijn vastgesteld;
•
wat in uw land als een kleine hoeveelheid wordt beschouwd en of u van deze mogelijkheid gebruik mag maken;
•
welke regels in uw land van toepassing zijn. Vraag 8:
"Ik heb een landbouwbedrijf met koeien en ik maak kaas op mijn boerderij. Ik wil mijn kaas graag op het bedrijf of aan de plaatselijke winkel verkopen. Aan welke EU-regels voor levensmiddelenhygiëne moet ik voldoen?" ANTWOORD: Kaas is in principe het resultaat van de verwerking van rauwe of warmtebehandelde melk. Kaas is dus geen primair product, ook al wordt deze op het bedrijf zelf gemaakt. Daarom moet het maken van kaas op het bedrijf in principe voldoen aan de desbetreffende algemene en specifieke EU-voorschriften inzake levensmiddelenhygiëne en is goedkeuring nodig. Als de kaas echter alleen wordt vervaardigd en verkocht op het bedrijf of op een plaatselijke markt (bv. de weekmarkt, de boerenmarkt enz.) rechtstreeks aan de eindverbruikers, dan valt deze activiteit onder het begrip detailhandel. Daarvoor gelden dan alleen de algemene hygiënevoorschriften en in dat geval is geen goedkeuring nodig. De lidstaten mogen bovendien de flexibiliteitsbepalingen gebruiken en nationale maatregelen vaststellen om voor deze inrichtingen de voorschriften inzake de bouw, de indeling en de uitrusting aan te passen. Of dergelijke nationale maatregelen bestaan, moet u nagaan bij de bevoegde autoriteit.
NL
9
NL
Rauwmelkse zuivelproducten moeten zonder uitzondering afkomstig zijn van beslagen van runderen(inclusief buffelkoeien), schapen en geiten die overeenkomstig de EU-wetgeving officieel vrij zijn van runderbrucellose, schapen- of geitenbrucellose en rundertuberculose. Aangezien er echter uitzonderingen zijn voor rauwmelkse kaas met een rijpingstijd van meer dan twee maanden, moet u contact opnemen met de bevoegde autoriteit. 2.4.
Honing Vraag 9:
"Ik ben bijenhouder en ik verkoop honing uit mijn eigen productie aan de eindverbruiker. Ik wil in de toekomst graag mijn honing leveren aan een onderneming waar de honing wordt verpakt en geleverd aan winkels in het hele land. Is er verschil in de voorschriften waaraan ik moet voldoen?" ANTWOORD: Bijen houden en produceren van honing wordt beschouwd als primaire productie en honing wordt gezien als een primair product. Daarom is een uitsluiting van de hygiëneverordeningen mogelijk op de volgende voorwaarden: Rechtstreekse levering van honing hygiëneverordeningen uitgesloten indien:
is
van
het
toepassingsgebied
van
de
•
de honing wordt geleverd door de producent, of
•
de honing rechtstreeks aan de eindverbruiker wordt geleverd of aan de plaatselijke detailhandel die rechtstreeks aan de eindverbruiker levert, en
•
de honing in kleine hoeveelheden wordt geleverd.
Dit betekent dat als de honing wordt vervaardigd en alleen op het bedrijf of de plaatselijke markt (bijvoorbeeld de weekmarkt, de boerenmarkt enz.) in kleine hoeveelheden rechtstreeks aan de eindverbruikers wordt verkocht, de algemene en specifieke EU-hygiënevoorschriften niet van toepassing zijn en er geen goedkeuring nodig is. Voor deze activiteiten moeten door de lidstaten nationale maatregelen worden vastgesteld. Als er geen nationale regels zijn vastgesteld of als uw activiteit niet in overeenstemming is met de regels die op nationaal niveau zijn bepaald, zijn de algemene EU-hygiënevoorschriften van toepassing. Daarom moet u nagaan: •
of er in uw land nationale maatregelen voor de rechtstreekse levering van honing zijn vastgesteld;
•
wat in uw land als een kleine hoeveelheid wordt beschouwd en of u van deze mogelijkheid gebruik mag maken;
•
welke regels op u van toepassing zijn.
Als u ook honing wilt leveren aan een bedrijf waar de honing wordt verpakt (of vermengd met andere honing en dan verpakt) en vervolgens wordt geleverd aan detailhandelszaken, wordt de situatie anders. Het verpakkingsbedrijf is geen
NL
10
NL
detailhandelszaak, dus de regels voor rechtstreekse levering van kleine hoeveelheden honing (zie hierboven) zijn niet van toepassing. Op uw activiteiten als leverancier van honing aan een dergelijk bedrijf zijn de algemene EUhygiënevoorschriften van toepassing. 2.5.
Groenten en fruit Vraag 10:
"Ik ga graag naar het bos om bosbessen en paddenstoelen te plukken. Ik wil ze graag verkopen aan consumenten op de lokale markt. Zijn hierop EU-hygiënevoorschriften van toepassing?" ANTWOORD: Het oogsten van bessen en paddenstoelen in het wild en het vervoer daarvan naar de lokale markt wordt beschouwd als primaire productie en bosbessen en paddenstoelen worden beschouwd als primaire producten. Daarom is onder bepaalde voorwaarden een uitzondering op de EU-voorschriften mogelijk. De rechtstreekse levering van bosbessen en paddenstoelen, alsmede van andere groenten en fruit, is van het toepassingsgebied van de hygiëneverordeningen uitgesloten indien: •
de (niet-verwerkte) bosbessen en paddenstoelen worden geleverd door de persoon die ze heeft geoogst, of
•
deze producten rechtstreeks aan de eindverbruiker of aan de plaatselijke detailhandel worden geleverd, en
•
deze producten in kleine hoeveelheden worden geleverd.
Indien primaire producten door de producent (in dit geval de persoon die ze in het wild heeft geoogst) in kleine hoeveelheden rechtstreeks aan de eindverbruiker worden geleverd of aan de plaatselijke detailhandelszaak die deze producten rechtstreeks aan de eindverbruiker levert, is een dergelijke activiteit uitgesloten van de algemene EU-hygiënevoorschriften. Voor deze activiteiten moeten door de lidstaten nationale maatregelen worden vastgesteld. Als er geen nationale regels zijn vastgesteld of als uw activiteit niet in overeenstemming is met de regels die op nationaal niveau zijn bepaald, zijn de algemene EU-hygiënevoorschriften van toepassing. Daarom moet u nagaan:
NL
•
of er in uw land nationale maatregelen voor de rechtstreekse levering van deze producten zijn vastgesteld;
•
wat in uw land als een kleine hoeveelheid wordt beschouwd en of u van deze mogelijkheid gebruik mag maken;
•
welke regels op u van toepassing zijn.
11
NL
Wij wijzen u erop dat in sommige lidstaten in aanvulling op de hygiënevoorschriften nationale regels kunnen zijn opgesteld voor de kwaliteit van deze producten en voor de verplichte opleiding van mensen die dergelijke producten oogsten en in de handel brengen. Vraag 11: "Ik ben een kleine landbouwer en ik produceer sap en jam van het fruit dat ik oogst. Ik wil dat graag verkopen aan winkels in mijn regio. Mag dat?" ANTWOORD: Indien (een deel van) de oogst (bv. appels of pruimen) wordt gebruikt om op het bedrijf vruchtensap voor de verkoop te produceren, valt dit bedrijf niet meer onder de primaire productie. De productie van vruchtensap wordt beschouwd als een activiteit die na de primaire productie komt, en valt dus onder de desbetreffende algemene EU-hygiënevoorschriften. De lidstaten mogen echter de flexibiliteitsbepalingen gebruiken en nationale maatregelen vaststellen om voor deze inrichtingen de voorschriften inzake de bouw, de indeling en de uitrusting aan te passen. Of dergelijke nationale maatregelen bestaan, moet u nagaan bij de bevoegde autoriteit.
NL
12
NL