PAV
[EUROPA]
INLEIDING Ga je op reis door Europa, dan rijd je zo van het ene land naar het andere. Je komt geen grenspost tegen en betaald (meestal) met dezelfde munt. Mensen spreken er misschien een andere taal, maar niets houdt je tegen om in een ander land van de Europese Unie werk te zoeken, er te gaan wonen of er naar school te gaan. Maar hoe goed kennen we Europa echt?
2
EUROPA? OF EUROPESE UNIE? De wereld is opgedeeld in zes werelddelen en Europa is daar eentje van. De andere werelddelen zijn Azië, Afrika, Oceanïe, Noord-Amerika en Zuid-Amerika. De landen die op het grondgebied van Europa liggen, zijn de Europese landen. De Europese Unie wordt ook vaak gewoon 'Europa' genoemd, maar eigenlijk is dat niet hetzelfde als Europa. Van de Europese Unie moet een land lid zijn. De leden moeten op het grondgebied van Europa liggen en zich aan de regels van de Unie houden. Dit wil zeggen dat ze bijvoorbeeld de mensenrechten moeten respecteren en zich aan de wetten moeten houden die het Europese parlement oplegt. In ruil mogen de landen die lid zijn vrije handel met elkaar drijven. Zo kun je dankzij de EU overal in Europa Belgische chocolade kopen, makkelijk de grens oversteken naar een ander EU-land, bijna overal met de euro betalen en studenten kunnen in een ander land van de Unie studeren. De EU telt op dit moment 28 landen. Duid op de onderstaande kaart de verschillende werelddelen aan die in de tekst staan.
Omschrijf in je eigen woorden het verschil tussen Europa en de Europese Unie. ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………...
3
DE GESCHIEDENIS VAN DE EUROPESE UNIE Bekijk het filmpje over de geschiedenis van Europa. Vul de ontbrekende woorden in de tekst. Aan het ………………………………………………………………………………………………… is Europa verwoest. De menselijke en materiële schade is immens. Groter dan de mensheid ooit heeft gekend. Het aantal slachtoffers loopt naar schatting op tot ruim 50 miljoen, minstens de helft van hen zijn burgers. Nooit eerder geziene vervolgingen en massale deportaties naar werk- en uitroeiingkampen lijkt de haat tussen de Europese volkeren enkel te hebben versterkt en verzoening lijkt verder dan ooit. Niets doet vermoeden dat deze vijanden op een dag, zij aan zij, in een gemeenschappelijke organisatie zullen bevinden. Europa, een totale ruïne, leeft van dag tot dag. De mensen hebben niets meer. Handelsbetrekkingen zijn verbroken en de fabrieken die na de massale vernieling nog recht staan, draaien op een laag pitje. Bovendien breekt de ………………………………………………….. uit. West-Europa zit gekneld tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Het wordt al snel duidelijk dat Europa enkel zal kunnen overleven door als een unie op te treden. Europa moet zo snel mogelijk weer stevig met beide voeten op de grond staan om verdere conflicten te vermijden en nooit meer zo’n bloedvergieten mee te maken. Winston Churchill, voormalig premier van Groot-Brittannië, pleit voor een verenigd Europa en lanceert het idee van de Verenigde Staten van Europa in september 1946. Hij spreekt van het opnieuw oprichten van de Europese familie en het opzetten van een structuur waar zij in vrede, veiligheid en vrijheid kan groeien. Op een groot congres in Den Haag ………………………………………. komen de voorstanders van zo’n verenigd Europa samen. 800 persoonlijkheden uit 17 verschillende landen praten er over het Europese project. Samen beraden ze zich over een Europese assembly verkozen bij algemeen kiesrecht, over een handvest met fundamentele grondrechten, een Europacollege, en zelfs al over een grondwet en een gemeenschappelijke munteenheid. Duitsland en Frankrijk, vijanden sinds lange tijd, krijgen een centrale plaats in deze plannen. Maar waar te beginnen? Jean Monnet, adviseur en Frans politicus, stelt voor om de economieën van beide landen te verbinden. En dus kondigt Robert Schumann, de Franse minister van Buitenlandse zaken, op 9 mei 1950 aan dat de productie van kolen en stalen in Duitsland en Frankrijk voortaan in een gemeenschappelijke Europese structuur wordt gegoten. Dit Schumann-plan sluit uit dat de landen nog op eigen houtje oorlogswapens produceren en dit zal een nieuwe Frans-Duitse oorlog onmogelijk maken. Het project wordt met enthousiasme onthaald door de Duitse kanselier Conrad Adenauer, en vervolgens ook door de regeringsleiders van Italië, Luxemburg, Nederland en België. Op ………………………………………… volgt dan ook de ondertekening van het verdrag tot oprichting van de ……………………………………………………………….……………………………………………………………. , de EGKS. We zijn dan amper vijf jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog. De voormalige aartsvijanden werken nu samen aan een welvarend Europa. De EGKS is een succes maar een volgende stap in deconstructie van het Europese project ligt niet voor de hand.
4
Na verschillende moeizame pogingen en vele mislukkingen, beslist de groep vastberaden politici uiteindelijk om op economisch vlak voor integratie te zorgen. Dit wil zeggen, om over te gaan tot de oprichting van een gemeenschappelijke markt. En zo wordt in 1957, met de ondertekening van het Verdrag van Rome, het plan opgevat om een…………………………………………………………………….. …………………………………………………………………..…………………………….., een EEG op te richten, zonder grenzen tussen de lidstaten. Tegelijkertijd breiden de oprichtende lidstaten de bevoegdheden van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal uit met atoomenergie. De ………………………………………………………………………………………….. of Euratom wordt gecreëerd. Deze eerste Europese stappen van integratie moeten vooral de welvaart en de heropbouw van Europa bevorderen. Als snel wordt ook een ambitieus gemeenschappelijk beleid ontwikkeld op het vlak van landbouw, transport en buitenlandse handel. Toch heeft dit project een politiek dimensie. Men wil namelijk komen tot een steeds hechtere vereniging tussen de volkeren van Europa. In het midden van de jaren ’60 wordt de Europese Economische gemeenschap getroffen door verschillende crisissen. Onder meer te wijten aan het Europese beleid van generaal Charles De Gaulle. De Franse president wil niet aanvaarden dat er een Europees gezag boven Frankrijk komt. Hij weigert tot tweemaal toe het Britse verzoek om toe te treden en voert in 1965 het beleid van de lege stoel. Franse vertegenwoordigers blokkeren de onderhandelingen door niet meer naar de vergaderingen te komen. Na verschillende onderhandelingen en compromissen en na de komst van een nieuwe Franse president, treden in 1973 de ………………………………………….. dan toch toe tot de Europese gemeenschap, samen met de …………………………………………… en de …………………………... De EG wordt snel een van de belangrijkste economische grootheden en vestigt zich als een vaste waarde in de wereld van internationale handelsbetrekkingen. Maar opeenvolgende crisissen tussen de twee grote vijanden uit die periode, de VS en de Sovjet-Unie, bedreigen Europa. Er bestaat een constant gevaar om in een wereldwijd nucleair conflict terecht te komen. Mede door het ontbreken van een gemeenschappelijk buitenlands beleid blijft de Europese Gemeenschap in het conflict tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten vaak niet meer dan een waarnemer. In de jaren ’80 verandert er vanalles in Europa. De dictators van de zuidelijke Europese landen zijn verdreven. ………………………………………., ………………………………………… en ………………………………. worden nu democratisch bestuurt en mogen daarom toetreden tot de Europese Gemeenschap. Zo zorgt de EG voor politieke stabiliteit en draagt ze bij tot de economische ontwikkeling van ZuidEuropa. In 1986 neemt het Europa van de twaalf de zogenaamde Europese akte aan. De spelregels worden grondig veranderd en er wordt beslist om niet alleen werk te maken van een ………………………………………………………………………………………………………….. Europa kan voortaan ook een milieupolitiek voeren en zelfs een beetje een sociaal beleid. Hiermee zijn we stilaan op weg naar een echte …………………………………………………………………………………………………………………... En deze ontstaat met het Verdrag van ……………………………………………………. dat op 7 februari 1992 ondertekend wordt. Voor het eerst wordt ook een gemeenschappelijk buitenlands beleid opgenomen in de Europese structuur. De ambitie is dus groot. Europa moet niet alleen een grote markt zijn zonder grenzen, maar zal bovendien ook een eigen munt krijgen. De Duitse mark, de Italiaanse lire en de Belgische frank zullen vervangen worden door de euro.
5
Tijdens de jaren ’90 gaat alles plots heel snel. Het is nu duidelijk dat Europa meer en meer te zeggen krijgt en daarom is het nodig om vlotter en vooral democratischer te kunnen beslissen. Het Europees Parlement, dat als sinds 1979 rechtstreeks verkozen werd, krijgt eindelijk ook echte macht. Het is voortaan niet meer een adviesorgaan, maar heeft het laatste woord bij de onderhandelingen over steeds meer Europese wetten. Op 1 januari ………………… treden ………………………………………………………………..….., ……………………………………………………………. en ……………………………………………………….. toe tot de Europese Unie, waardoor het aantal lidstaten stijgt van 12 naar 15. Noorwegen volgt niet omdat de bevolking nee zegt in een referendum. Het Verdrag van Amsterdam van 1997 bouwt verder op het vorige Verdrag van Maastricht. Het bevat institutionele hervormingen en benadrukt verder de bescherming van mensenrechten en het bevorderen van werkgelegenheid. In de jaren ’90 beginnen ook de toetredingsonderhandelingen met landen uit Centraal- en OostEuropa. Met de …………………………………………….……………………………………………..…………………. ………………………………………………………………………………………… in 1989, die het einde van de Koude Oorlog betekende, was immers ook het communisme in elkaar gestuikt. Landen als Polen of Hongarije hebben hun vrijheid herwonnen en voelen zich aangetrokken tot de welvaart die de Europese Unie biedt. Een grotere uitbreiding van de Unie wordt onvermijdelijk, maar dit brengt ook nieuwe uitdagingen met zich mee. De spelregels moeten opnieuw worden aangepast, want een unie met haast 30 lidstaten is moeilijker te besturen. In ……………………………. regelt het Verdrag van Nice de nodige institutionele hervormingen zodat de toetreding van de nieuwe landen mogelijk wordt. Toch blijft de vrees bestaan dat dit grote Europa de slagkracht zal missen om snel in te spelen op nieuwe uitdagingen. Een nog grotere hervorming van de Unie is nodig om efficiënter te werken en duidelijkere taal te spreken voor de Europese burgers. Op 15 december 2001 beslissen de Europese leiders op een top in Laken om een conventie over de toekomst van Europa te houden. Voorgezeten door de Fransman Valerie Giscard d’Estaing werkt die een ontwerp voor een constitutioneel verdrag, een soort grondwet voor Europa uit. In Frankrijk en Nederland zegt de bevolking in een referendum echter neen tegen deze grondwet. Een andere mijlpaal in de geschiedenis van de Europese Unie komt er als op 1 januari 2002 ………………….. in gebruik wordt genomen. 11 landen sluiten zich aan bij de munteenheid, andere lidstaten volgen later. Ondertussen treden er in ………………………….. maar liefst tien nieuwe lidstaten toe tot de Europese Unie en in 2007 volgen er nog twee namelijk ………………………………. en ………………………………….. Nog in 2007 onderhandelen de Europese leiders na de negatieve referenda in Frankrijk en Nederland in Lissabon over een nieuwe aangepast tekst, het ………………………………………………………………………………………………………..………………… Als alle lidstaten van de Unie deze tekst eenmaal uitdrukkelijk bevestigt of geratificeerd hebben zal het Verdrag van Lissabon een nieuw hoofdstuk in de Europese geschiedenis vormen.
6
Gebruik de woorden die je in de tekst hebt ingevuld om de tijdslijn aan te vullen.
Datum
Gebeurtenis
Kaart
1945
…………………………………………………………………………………………………………
1947
…………………………………………………………………………………………………………
…….....
Congres in Den Haag over een groot Europees project.
………..
Oprichting EGKS: ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………….. met de zes lidstaten België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland en Italië.
1957
Oprichting EEG: ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… Oprichting Euratom: …………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………
jaren ‘60
De EGKS, EEG en Euratom smelten samen tot de EG: ……………………………… …………………………………………………………………………………………………………
1973
Toetreding van de ………………………………………………………………………………, …………………………………..……….. en de …………………………………………………
jaren ‘80
Toetreding van ……………………………………………………………………………….…, ………………………………………..….. en ……………………………………………………..
1986
Akte ondertekend waarin men werk maakt van een ………………………………… …………………………………………………………………………………………………………
1992
Ondertekening van het Verdrag van …………………………………………………….: de EU (…………………………………………………………………………………………….) ontstaat. Vanaf dat moment wordt er samengewerkt op vlak van justitie, politie en buitenlands beleid.
………..
Toetreding van ……………………………………………………………………………..……, …………………………………..………… en ………………………….…………………………
1989
…………………………………………………………………………………………………………
………..
Ondertekening Verdrag van Nice dat zorgt voor de nodige hervormingen zodat de toetreding van nieuwe landen mogelijk wordt.
1 jan. 2002
…………………………………………………………………………………………………………
………..
Toetreding van Malta, Cyprus, Estland, Letland, Litouwen, Polen, Hongarije, Tsjechië, Slowakije en Slovenië.
7
2007
Toetreding van ……………………………………. en ……………………………………… Ondertekening ………………………………………………………………………………….. dat wordt gezien als een soort van grondwet.
2013
Kroatië treedt toe tot de Europese Unie.
Toekomst
De volgende landen hebben een procedure opgestart om te kunnen toe treden tot de EU: Turkije, Macedonië, Montenegro, Servië, Albanië, Bosnië Herzegovina, Kosovo.
Vul de nummers van de kaart in het juiste vakje in. Let op in één vakje moet je 2 nummers invullen. 1.
5.
2.
6.
3.
7.
4.
8.
Wat bedoelt men met ‘Koude Oorlog’? ………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………
8
Geef in chronologische volgorde de uitbreiding van de EU weer. Kleur daarna de landen op de kaart. Vul de legende aan. 1.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
2.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
3.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
4.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
5.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
6.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
7.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
8.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
9.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
10.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
11.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
12.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
13.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
14.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
15.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
16.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
17.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
18.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
19.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
20.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
21.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
22.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
23.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
24.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
25.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
9
26.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
27.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
28.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
LEGENDE Landen die in 1951 de EU oprichten Landen toegetreden in 1973 Landen toegetreden in 1981 Landen toegetreden in 1986 Landen toegetreden in 1995 Landen toegetreden in 2004 Landen toegetreden in 2007 Landen toegetreden in 2013 Landen die in de toekomst zullen toetreden
10
11
DOEL VAN DE EUROPESE UNIE VERZEKEREN VAN DE VREDE De Europese Unie vormt op zich geen militair bondgenootschap. Defensie gebeurt in samenwerking met de NAVO. Toch vormt de EU een belangrijke waarborg voor de vrede. De economische belangen van de staten zijn zo met elkaar verweven dat oorlog tussen hen onzinnig is geworden. DE ECONOMISCHE EENWORDING Eén van de belangrijkste doelstellingen van de EU is de realisatie van een gemeenschappelijke handelsmarkt. Vroeger kon men niet zomaar iets gaan kopen in een ander land. Aan de douane moest men aangifte doen van de aankopen en meestal een bepaald bedrag betalen. Per dag werden bovendien duizenden vrachtwagens gecontroleerd: allerlei heffingen en de wachttijden maakten de producten duurder. Die douanecontroles zijn nu afgeschaft: er is vrij verkeer van goederen, mensen en diensten. Iedereen kan nu goederen vrij kopen en verkopen in alle landen van de Unie. Voor de oprichting van de EU concurreerden de Europese landen met elkaar. Dat verzwakte hun concurrentiepositie ten opzichte van elkaar en andere economische grootmachten als de VS en Japan. Door als één blok op te treden zijn de EU-lidstaten sterker geworden tegenover de andere grootmachten. Waarom zou een oorlog tussen de Europese landen vanuit het standpunt van bedrijfsleiders werkelijk stompzinnig zijn? ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………………………
12
WERKING VAN DE EUROPESE UNIE Het beleid van de Europese Unie komt tot stand door besluiten van de drie belangrijkste instellingen van de Europese Unie: De Raad van de Europese Unie (die de lidstaten vertegenwoordigt) Het Europees Parlement (dat de burgers vertegenwoordigt) De Europese Commissie (een politiek onafhankelijk orgaan dat het collectief belang van de Unie behartigt) Deze ‘institutionele1 driehoek’ kan alleen functioneren als de drie instellingen nauw samenwerken en elkaar vertrouwen.
EUROPESE RAAD De Europese Raad is de vergadering van de eerste ministers of staatshoofden van de lidstaten en de voorzitter van de Commissie (José Manuel Barroso). De voorzitter van de Raad is de Belg Herman Van Rompuy. De Europese Raad is de ‘richtingaanwijzer’ van de Europese Unie. In de Europese Raad worden de grote beleidslijnen van de EU uitgestippeld. Zij beslissen wie er lid kan worden van de Europese Unie, of er een Europees leger komt, … Ieder half jaar wordt een ander land voorzitter van de Europese Unie. De Europese Raad komt twee keer per voorzitterschap samen in Brussel. Er zijn dus vier ‘Europese Topbijeenkomsten’ per jaar. Uitzonderlijk kan er een extra top georganiseerd worden , zoals na de aanslagen van 11 september 2001. De volgorde van het voorzitterschap ligt vast tot de eerste helft van 2018. 1
Institutioneel: …………………………………………………………………………………………………………………………………
13
EUROPESE COMMISSIE Als er een Europese wet gemaakt moet worden, start alles bij de Europese Commissie. Er zijn 28 commissarissen voor de hele EU. Elke lidstaat heeft er maar één, maar ze mogen niet aan het belang van hun eigen land denken. Ze moeten werken voor alle Europese lidstaten samen. Die commissarissen hebben elk een eigen domein waarvoor ze verantwoordelijk zijn. Als zij bijvoorbeeld vinden dat op elk pakje sigaretten een waarschuwing moet staan, dan maken zij daarover een wetsvoorstel. In dit geval moet de Commissaris voor Volksgezondheid dat doen. Ze komen dan samen in Brussel. De Commissie moet erop toezien dat de afspraken gerespecteerd worden. Haar drie belangrijkste taken zijn: voorstellen voorleggen aan het Europees Parlement en aan de Raad van Ministers de door het parlement en de Raad van Ministers goedgekeurde voorstellen uitvoeren de Europese begroting (het geld van de Europese Unie) beheren. EUROPEES PARLEMENT Het Europees Parlement bestaat momenteel uit 736 leden afkomstig uit de 28 lidstaten. Het aantal Europese parlementsleden dat de lidstaten krijgen toegewezen, is afhankelijk van het aantal inwoners. Zo beschikt Duitsland over 99 zetels en Malta slechts over 5 zetels. België telt 21 zetels. De leden van het Europees Parlement zijn niet ingedeeld naar nationaliteit maar volgens politieke gezindheid. Het Europees Parlement telt 7 politieke fracties. De leden worden om de vijf jaar gekozen door alle Europeanen. Op 25 mei van dit jaar (2014) worden de nieuwe leden verkozen. Het Europees Parlement komt samen in Straatsburg (Frankrijk) en Brussel. De belangrijkste taken van het Parlement zijn: advies geven aan de Raad van Ministers over de voorstellen van de Europese Commissie instemmen met de benoeming van de voorzitter en de commissarissen van de Europese Commissie zoals voorgedragen door de Raad van Ministers controleren van de Europese Commissie en van de Raad van Ministers (het Europees Parlement kan de Europese Commissie in haar geheel ontslaan, ze kan geen afzonderlijke commissieleden ontslaan) goedkeuren van de begroting als de commissie bepaalde wetgevende voorstellen heeft gedaan waarmee het parlement niet akkoord is, kan het parlement wijzigingen voorstellen.
14
EUROPESE MINISTERRAAD De Ministerraad heeft de wetgevende macht. Zij beslissen over de wetsvoorstellen van de Commissie. Voor bepaalde onderwerpen mag het Europees Parlement meebeslissen. Voor andere onderwerpen moet de Ministerraad enkel het advies inwinnen van het Parlement, maar ze is niet verplicht het advies te volgen. Als het Europees Parlement akkoord gaat met het wetsvoorstel, dan mag het voorstel naar de Europese Ministerraad. Dat zijn de ministers van alle landen van de EU die geregeld samenkomen. Natuurlijk komen ze niet altijd allemaal samen. Wordt er iets besproken over varkens en koeien dan vergaderen alleen de ministers van Landbouw. De Raad van Ministers aanvaardt of wijzigt de voorstellen van de Europese Commissie. De EU heeft twee soorten wetten: verordeningen: bindende wetten die direct in alle lidstaten moeten worden toegepast richtlijnen: legt de lidstaten de verplichting op een bepaald resultaat te halen. De landen mogen zelf bepalen op welke manier en met welke nationale rechtsregels ze dit resultaat bekomen. Als het wetsvoorstel is goedgekeurd dan moet de Commissie ervoor zorgen dat de wet in alle landen van de EU wordt toegepast. Vele richtlijnen worden goedgekeurd met een speciale meerderheid die het onmogelijk maakt dat grote staten beslissingen opdringen aan kleinere. Voor slechts een beperkt aantal beslissingen moet de goedkeuring unaniem zijn: als één land niet akkoord gaat, komt de richtlijn er niet. EUROPEES HOF VAN JUSTITIE Als er landen, bedrijven of EU-burgers zijn die de wet niet toepassen, dan kan de Commissie ze voor het Europees Hof van Justitie dagen in Luxemburg. De Europese rechters zullen dat land een zware boete opleggen.
EUROPESE REKENKAMER Dit is de boekhouding van de EU die instaat voor de controle op het financiële beheer. De Rekenkamer is opgericht in 1975 en is gevestigd in Luxemburg. De Rekenkamer heeft echter niet de bevoegdheid om rechtstreeks in te grijpen. De Rekenkamer bestaat uit 28 leden die om de zes jaar benoemd worden door de Europese Raad. Elke lidstaat benoemt één lid in de Rekenkamer.
15
16
Maak aan de hand van de informatie op de vorige pagina’s voor elke Europese instelling een identiteitskaart.
17
18
19
DE EURO EEN BEETJE GESCHIEDENIS Als je vroeger naar Spanje, Frankrijk of Italië reisde, had je andere bankbiljetten en munten nodig. Elk land had zijn eigen munteenheid wat je op reis heel wat kopzorgen gaf. Stel je voor: je zag daar een leuk T-shirt op de markt maar was het nu duur of net heel goedkoop? Je moest heel goed kunnen hoofdrekenen om dat te weten te komen. Er was nog een tweede nadeel, een toerist die zijn geld wisselde in vreemde munten en bij zijn terugkeer de overschot weer inwisselde, deed steeds verlies. De wisselkosten en de Bankcommissie waren vrij hoog. Ook voor bedrijven die leefden van import en export, liepen de wisselkosten hoog op. Enkele Europese landen droomden van een munteenheid die in elke lidstaat zou gelden. Maar dat kon natuurlijk nooit een bestaande munt zijn, want dat hadden de andere EU-landen nooit goedgekeurd. Daarom werd er een nieuwe munteenheid gecreëerd: de euro. Op 1 januari 1999 werd de euro ingevoerd in de Benelux, Duitsland, Finland, Frankrijk, Ierland, Italië, Oostenrijk, Portugal en Spanje. Langzaam werden de bestaande munten vervangen. Dit gebeurde in twee fasen. Eerst werd de euro als virtuele munt voor niet-contante betalingen en boekhoudkundig gebruik ingevoerd. Op 1 januari 2002 werden dan alle bestaande muntstukken en bankbiljetten vervangen door euromuntstukken en eurobankbiljetten. Ondertussen gebruiken 17 landen de euro. DE EURO VAN DICHTERBIJ BEKEKEN De euro kent 15 verschijningsvormen: 8 euromunten en 7 eurobankbiljetten. Naast neutrale Europese symbolen op de Europese zijde van het geld, heeft elk euroland de vrijheid om eigen symbolen of tekst te plaatsen op de nationale zijde van de euromunten. Maar alle varianten kan men in de deelnemende landen gebruiken. De nationale zijde diende om de overgang naar de euro voor de Europese burgers in emotioneel opzicht iets te vergemakkelijken. Elk land had toch een klein beetje zijn eigen geld. Nu zijn vooral de verschillende munten een verzamelobject. Het eurosymbool € is het symbool van de euromunt. Het is geïnspireerd op de Griekse letter epsilon en verwijst naar de eerste letter van het woord Europa. De twee evenwijdige lijnen symboliseren de stabiliteit van de euro.
20
Het symbool is door de Europese Commissie ontworpen in het kader van een voorlichtingscampagne voor de gemeenschappelijke munt. Het ontwerp moest aan drie eenvoudige voorwaarden voldoen: Het moest een zeer herkenbaar symbool voor Europa zijn. Het moest gemakkelijk met de hand te schrijven zijn. Het moest esthetisch aantrekkelijk zijn.
21
Net als boeken, schriften en andere artikelen die je kunt kopen, hebben muntsoorten een prijs. Die moet je weten als je een bedrag om wil rekenen van de ene muntsoort naar de andere. Die prijs heet de wisselkoers. Hieronder staan enkele wisselkoersen van muntsoorten. Wisselkoersen geldig op 15 april 2014
Valuta
U verkoopt
U koopt
Amerikaanse dollar USD
0,7245
1,3797
Britse pond GBP
1,2120
0,8250
Zwitserse frank CHF
0,8222
1,2159
Zweedse kroon SEK
0,1100
9,0902
Noorse kroon NOK
0,1215
8,2254
Deense kroon DKK
0,1339
7,4662
Canadese dollar CAD
0,6592
1;5183
Zuid-Afrikaanse rand ZAR Australische dollar AUD
0,0690
14,5108
0,6804
1,4697
Nieuw-Zeelandse dollar NZD Japanse yen JPY
0,6277
1,5977
0,0071
140,6350
Wisselkoersen blijven niet altijd hetzelfde. Integendeel, muntsoorten worden dan weer duurder, dan weer goedkoper. Anders gezegd: hun wisselkoers stijgt of daalt. Dat kun je dagelijks op internet, teletekst en in de kranten volgen.
22
1. Omzetting van euro’s naar vreemde munten Voorbeeld: Voor onze reis naar Amerika wisselen we € 1800. Hoeveel Amerikaanse dollar krijgen we voor dit bedrag? Werkwijze: U koopt wil zeggen dat je vreemd geld van de bank koopt. Kijk dus in de kolom van de aankoop (= het standpunt van de klant) en noteer de waarde van de vreemde munteenheid voor 1 euro. Daarna vermenigvuldig je de waarde met het aantal euro. Oplossing: €1 €1800
= =
USD 1,3797 USD 2 483,46 (1800 x 1,3797)
2. Omzetting van vreemde munten naar euro’s Voorbeeld: We vlogen met Delta Airlines van New York naar Orlando en betaalden USD 123. Hoeveel is de kostprijs van het ticket in euro? Werkwijze: Kijk naar de wisselkoersen in de kolom van de aankoop (u koopt) en noteer de waarde. €1 = USD 1,3797 USD 1,3797
→
€1
: 1,3797
USD 1
: 1,3797
→
€ 0,7247952453
x 123
USD 123
x123
→
€ 89,15
Voorbeeld: Bij onze terugkeer uit de Verenigde Staten rest me nog USD 75. Hoeveel euro krijg ik terug? Werkwijze: U verkoopt wilzeggen dat je vreemd geld inwisselt bij de bank; je verkoopt het vreemde geld dus aan de bank. Kijk naar de wisselkoer in de kolom van de verkoop (u verkoopt) en noteer de wisselkoers. €1 = USD 0,7245 USD 0,7245
→
: 0,7245
USD 1
: 0,7245
→
x 75
USD 75
€1 € 1,3802622498 x75
→
€ 103,52
Je moet de tabel dus als volgt lezen: U koopt Amerikaanse dollars en krijgt USD 1,3797 voor €1. U verkoopt Amerikaanse dollars en moet USD 0,7245 inleveren om €1 terug te krijgen.
23
Los de volgende opdrachten op. Maak gebruik van de wisselkoers op de vorige pagina. Je mag een rekenmachine gebruiken. De uitkomst rond je af tot 2 getallen na de komma. 1. Hoeveel Amerikaanse dollar krijg je voor 10 euro? ………………………………………………………………...
1.b. En hoeveel Zwitserse franken?......................................................................................................
1.c. En hoeveel Britse ponden? ……………………………………………………………………………………………..
2. John gaat op vakantie naar zijn familie in Australië. Voor zijn vertrekt wisselt hij € 15 000 in voor Australische dollars. Hoeveel Australische dollars krijgt hij? ………………………………………………………
2.b. Na zijn vakantie heeft hij nog 1 000 Australische dollars over die hij inwisselt voor euro’s? Hoeveel euro krijgt hij terug? ………………………………………………………………………………………………..
3. Een Belg maakt een rondreis door enkele Scandinavische landen. In Zweden koopt hij bij IKEA een paar kleine geschenkjes. Hij betaalt daarvoor 243 Zweedse kronen. In Denemarken tankt hij 60 liter diesel en betaalt 7,2 Deense kronen per liter. In Noorwegen koopt hij wat eten voor onderweg en betaalt 35 Noorse kronen. Hoeveel euro heeft hij in totaal uitgegeven?...............................................
24
GROTE EUROPESE GEBOUWEN-QUIZ In welk land staat dit gebouw?
……………………………………………………………..
……………………………………………………………..
……………………………………………………………..
25
……………………………………………………………..
……………………………………………………………..
……………………………………………………………..
……………………………………………………………..
26
……………………………………………………………..
……………………………………………………………..
……………………………………………………………..
……………………………………………………………..
27
VOORSTELLING VAN EEN EU-LAND J e kiest één land uit de Europese Unie (behalve België en Luxemburg) en je stelt dit land voor in een informatief werkje. Het moet de volgende informatie bevatten: Bladzijde 1: Voorpagina Naam Naam en vlag van je gekozen land Klas, school en jaar Vak, leerkracht en logo van de school Bladzijde 2: Inhoudstafel Titel en bladzijde Titels van de hoofdstukken en paragrafen moeten hetzelfde zijn als in de tekst. Bladzijde 3 & 4: Algemene informatie over het land Ligging in Europa (kaart) + buurlanden Kaart met gedetailleerde steden en rivieren Aantal inwoners, oppervlakte en bevolkingsdichtheid (tip: Wikipedia) Godsdienst(en) Klimaat Taal Munteenheid Bladzijde 5 & 6: Politiek en geschiedenis Welk soort staatsbestel? ( parlementaire democratie, republiek, communistisch regime, dictatuur) Wie is momenteel leider van het land? (president, eerste minister, koning) Overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen van de geschiedenis van het land. Bladzijde 7 & 8: Beroemde personen De voorstelling van 4 zeer beroemde personen: uit de politiek, kunst, muziek, cultuur, … Afbeelding is verplicht! Maximum een halve pagina per persoon. Bladzijde 9: Voorstelling van een nationaal gerecht Foto, het recept, …
28
Bladzijde 10: Bronvermelding Gebruik je info uit een boek: naam auteur, titel van het boek, uitgeverij en datum van uitgave. Vermelding van het volledig webadres.
Besteed aandacht aan de uiterlijke vormgeving van je werkstuk. Je werkstuk moet àf zijn! Dat wil zeggen: Netjes gebundeld (in een mooi mapje, ingebonden, …) Mooi afgeprint en geen vlekken, potlood of pen. Verzorgde lay-out Een gepast lettertype dat niet te groot is of te kleurrijk. Gepaste afbeeldingen.
29
EUROPA-WEETJES De EU telt ongeveer 495 miljoen inwoners. Roemenië wordt ook wel het Land van Dracula genoemd. Malta is de kleinste lidstaat, gevolgd door Luxemburg en Cyprus. Victor Hugo was de eerste die de uitdrukking Verenigde Staten in Europa gebruikte. De eerste postzegel in Belgische frank en in euro uit 1999 mag je vandaag nog op je omslag plakken: postzegels zijn immers onbeperkt geldig. Van 1961 tot 1989 liep er een muur van 45,3 km dwars door Berlijn. Met zo’n 850 km is de Donau een van de langste rivieren van Europa. In 18 landen van de 27 Europese lidstaten wordt er betaald met de euro. Europa heeft een volkslied zonder woorden: Ode aan de Vreugde. Het is een stuk uit de 9 de symfonie van Beethoven, gecomponeerd in 1823. De Dag van Europa wordt gevierd op 9 mei. De cirkel van sterren op de Europese vlag staat voor de verbondenheid en eenheid tussen de volkeren van Europa. Het aantal sterren heeft niets te maken met het aantal lidstaten. Er zijn 12 sterren omdat dit cijfer traditioneel een symbool is van perfectie, volledigheid en eenheid.
30
31