EUROPEES PARLEMENT 1999
««« « « « « « « « ««
2004
Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid
VOORLOPIGE VERSIE 2002/2276(INI) Par2 6 maart 2003
ONTWERPVERSLAG over het derde en vierde jaarverslag van de Europese Commissie over de Speciale Administratieve Regio Hongkong (COM(2001) 431 - COM(2002) 450 - C5-0620/2002 - 2002/2276(INI)) Deel 2: Toelichting Commissie buitenlandse zaken, mensenrechten, gemeenschappelijke veiligheid en defensiebeleid Rapporteur: John Walls Cushnahan
PR\491644NL.doc
NL
PE 320.249
NL
PE 320.249
NL
2/8
PR\491644NL.doc
INHOUD Blz. TOELICHTING.......................................................................................................................... 4 De ontwerpresolutie is afzonderlijk gepubliceerd.
PR\491644NL.doc
3/8
PE 320.249
NL
TOELICHTING Inleiding De Europese Commissie heeft in april 1997 een mededeling doen uitgaan onder de titel "The European Union and Hong Kong: Beyond 1997" over haar beleid ten aanzien van Hongkong. De Europese Commissie heeft sedertdien vier keer een jaarverslag uitgebracht over de ontwikkelingen in Hongkong. Het Europees Parlement heeft hierop gereageerd. Dit is het derde verslag van uw rapporteur over Hongkong. 1. Institutionele ontwikkelingen a. Verkiezing van de hoogste bewindvoerder Het kiescomité heeft de heer Tung Chee-hwa in maart 2002 opnieuw gekozen tot hoogste bewindvoerder. 706 van de 800 leden stemden vóór. Democratiegroepen in Hongkong hebben sterke kritiek op dit kiesstelsel. De heer Tung heeft in juli 2002 tijdens zijn tweede ambtsperiode belangrijke veranderingen aangebracht in het kabinetssysteem: er is een "ministerieel" soort regering gekomen waar de hoofdrolspelers slechts verantwoording verschuldigd zijn aan de hoogste bewindvoerder. De opzet van deze verandering was ervoor te zorgen dat zij meer verantwoording moeten afleggen voor hun besluiten. Men maakt zich echter zorgen dat deze "ministers" geen verantwoording verschuldigd zijn aan de wetgevende vergadering (Legco) en dat een dergelijk systeem het ambtenarenkorps kan politiseren en teveel macht kan leggen in de handen van de hoogste bewindvoerder. b. Verkiezingen voor de wetgevende raad De Wet (de minigrondwet van Hongkong) bevat bepalingen over het kiesstelsel voor de eerste drie Legco-verkiezingen. De derde verkiezing vindt in 2004 plaats wanneer het aantal direct gekozen zetels op basis van algemeen kiesrecht zal worden uitgebreid van 24 naar 30. De overige 30 zetels zullen worden toegewezen op basis van functionele kiesdistricten (zie eerdere verslagen). Er is kritiek geleverd op het feit dat Legco enigszins enigszins in de schaduw is gesteld. Verschillende wetgevers zijn bij de laatste verkiezingen afgetreden; hun argument was dat de regering zich niets gelegen liet liggen aan de Legco. De opkomst bij de laatste verkiezingen was een stuk lager: dit werd uitgelegd als een teken dat de kiezers de indruk hadden dat de Legco er steeds minder toe doet. Een grondwetsherziening is toegezegd voor het jaar 2007 om de institutionele ordening vast te stellen. Volgens de rapporteur dienen de verkiezingen van de hoogste bewindvoerder in 2007 en van Legco in 2008 plaats te vinden op basis van algemeen kiesrecht. 2. De rechtsstaat De Chinees-Britse gezamenlijke verklaring was de grondslag waarop het gezag over Hongkong is overdragen aan de Volksrepubliek China. In deze gezamenlijke verklaring (een internationale overeenkomst) werd de zelfstandigheid van Hongkong op alle terreinen behalve defensie en buitenlandse zaken gewaarborgd. De wetten en het burgerlijk rechtssysteem van Hongkong zouden overeind blijven en zouden de "fundamentele wet" van Hongkong vormen. De PE 320.249
NL
4/8
PR\491644NL.doc
rechtspraak en het recht van gerechtshoven om het laatste woord te hebben, waren gegarandeerd. De rechtsstaat is de hoeksteen van de autonomie van Hongkong en de afgelopen vijf jaar zijn er rond deze zaak problemen geweest. De meest recente heeft te maken met een in het kader van artikel 23 ingediend wetsvoorstel. Artikel 23 De HKSAR draagt uit hoofde van artikel 23 van de Wet de wettelijke verplichting om wetten na te leven die verraad, afscheiding, opstand, subversie tegen de Volksrepubliek China verbieden. Desondanks hebben de autoriteiten van de HKSAR helaas geen gehoor gegeven aan de in brede kring levende wens (ondersteund door de resolutie van het Europees Parlement van 19 december 2002) om een witboek te publiceren en een tweede ronde toe te staan waarin de publieke opinie kan worden geraadpleegd. Hoewel op 21 februari 2003 het blauwboek is gepubliceerd en dit een aanzienlijke verbetering betekent ten opzichte van het oorspronkelijke raadplegingsdocument van september 2002, is er alle aanleiding tot bezorgdheid. Het wetsvoorstel zou het mogelijk maken dat de secretaris voor veiligheidszaken groeperingen verbiedt die op het vasteland van China om redenen van nationale veiligheid verboden zijn. Sommige critica beweren dat dit verder gaat dan de oorspronkelijke opzet van de artikel 23wetgeving. De wetgeving van Hongkong maakt het de secretaris voor veiligheidszaken nu al mogelijk om organisaties te verbieden om redenen van nationale veiligheid. Een organisatie die om redenen van nationale veiligheid op het vasteland verboden is, kan zo nodig door de secretaris voor veiligheidszaken van Hongkong eveneens verboden worden. Hetzelfde geldt voor groepen die banden hebben met het vasteland. De secretaris voor veiligheidszaken hoeft in theorie dit verbod niet af te kondigen en hij kan ervoor kiezen de groep speelruimte te laten in Hongkong, maar men maakt zich ernstig zorgen dat de nieuwe bepalingen door Bejing kunnen worden aangewend om de HKSAR onder druk te zetten. De wet bevat bovendien de bepaling dat de secretaris voor veiligheidszaken de verboden organisatie niet de mogelijkheid hoeft te bieden gehoord te worden of schriftelijk protest aan te tekenen voordat het verbod van kracht wordt. De getroffene hoeft niet de volledige details te vernemen waarom zijn organisatie verboden wordt. De rechtbank kan vonnis vellen bij ontstentenis van de gedupeerde en een door hem aangewezen advocaat. De rechtbank mag een andere advocaat, dus niet de keuze van de aangeklaagde, aanwijzen om hem/haar te vertegenwoordigen. Dit beperkte appelmechanisme druist in tegen de geest van artikel 35 van de Wet die het recht van toegang tot de rechter garandeert en het recht om een advocaat te kiezen in verband met tijdige bescherming van rechten. Deze bepalingen kunnen zo worden uitgelegd dat zij een waarschuwing inhouden om op het vasteland van China verboden groeperingen ervan te weerhouden dat zij Hongkong als uitvalsbasis gebruiken. De Volksrepubliek China kan op die manier begrippen van nationale veiligheid doen gelden in Hongkong. PR\491644NL.doc
5/8
PE 320.249
NL
3. De mensenrechten en fundamentele vrijheden De volgende suggesties worden gedaan om de mensenrechten en vrijheden in Hongkong te versterken. a. Mensenrechtencommissie In het vorige verslag werd de oprichting bepleit van een statutaire mensenrechtencommissie. Dit is nu nog belangrijker geworden in het licht van de artikel 23-wetgeving. Er moet een evenwicht worden gevonden tussen veiligheidsoverwegingen en de fundamentele mensenrechten. b. Rassendiscriminatie en raciale betrekkingen In het vorige verslag werd rassendiscriminatiewetgeving bepleit. In de jaarlijkse beleidsvoornemens van de hoogste bewindvoerder wordt hiernaar verwezen, maar men moet in feite zich duidelijk verplichten om met wetgeving op dit terrein te komen. In 2002 is er een rassenbetrekkingenteam (RRU) opgericht bij het Bureau voor binnenlandse zaken, waar onderzoek kan worden ingesteld en klachten kunnen worden behandeld over rassendiscriminatie. Dit team beheert het gelijkekansengeld en treedt op als secretariaat voor de Commissie ter bevordering van interraciale harmonie. Het doet de RRU evenwel geen goed dat het geen bevoegdheden heeft om naleving van bepalingen af te dwingen. c. De implementatie van de inspectie van het VN-mensenrechtenverdrag Zes controlerende organen van het mensenrechtenverdrag van de Verenigde Naties hebben opgeroepen tot volledige implementatie van de zes mensenrechtenverdragen, o.a. de Internationale conventie over burgerlijke en politieke rechten, in de HKSAR. In het geval van de Internationale conventie voor economische, maatschappelijke en culturele rechten maakt men zich ernstig zorgen dat de HKSAR weliswaar de opmerkingen van de commissie ter harte heeft genomen, maar de aanbevelingen niet in de praktijk heeft gebracht en zelfs heeft overtreden. d. De Falun Gong Sedert 1999 is de Falun Gong in China verboden als een "cultus van het kwaad". In de HKSAR staat de Falun Gong evenwel officieel geregistreerd en mag zij praktiseren in het kader van de in de Wet gegarandeerde rechten. Recente opmerkingen van de hoogste bewindvoerder hebben evenwel een alarmbel doen rinkelen, vooral toen hij op 14 juni 2001 Falun Gong heeft omschreven als "onmiskenbaar een cultus van het kwaad". Het besluit van de regering van de HKSAR om een onderzoek in te stellen naar anticultuswetgeving van andere landen, is zorgwekkend. Verder maakt men zich zorgen dat de regering van de HKSAR door de Chinese autoriteiten onder druk kan worden gezet om de Falun Gong harder aan te pakken: in dit verband zou de voorgestelde artikel 23-wetgeving van pas kunnen komen. e. Het immigratiebeleid Er hebben zich enkele controverses voorgedaan waaruit blijkt dat de aanpak van de autoriteiten van Hongkong van het immigratievraagstuk inconsequenties vertoont. Het eerste geval betrof de heer Li Shaomin, een in Hongkong gevestigde Amerikaanse hoogleraar van Chinese afkomst, die in China is veroordeeld en uitgewezen op een beschuldiging van spionage voor Taiwan. Hij mocht terugkeren naar Hongkong; dit werd uitgeroepen tot het bewijs dat het "een land, twee systemen"-beleid nog steeds opgeld doet. N.B.: de heer Li is naderhand teruggekeerd naar de Verenigde Staten. Het andere geval is dat van de heer Harry Wu, een andere Chinese Amerikaan, die nadat hij de PE 320.249
NL
6/8
PR\491644NL.doc
uitbuiting van gevangenen in China aan de kaak had gesteld, veroordeeld is wegens spionage voor Taiwan in 1995 en is uitgewezen. Hij was al enkele keren in Hongkong geweest zowel voor als na de overdracht, maar in april 2002 mocht hij Hongkong opeens niet meer binnen en is hij uitgewezen naar de Verenigde Staten. Voordat de Chinese president in mei 2001 op bezoek kwam, is aan 100 Falun Gong-aanhangers de toegang tot Hongkong ontzegd door de douane, hoewel de geplande demonstratie officieel erkend was. 4. De economie a. De economie van Hongkong heeft moeilijke jaren achter de rug na de financiële crisis in Azië van 1997-1998, al zijn er tekenen die erop wijzen dat Hongkong het ergste achter de rug heeft. In een WTO-rapport van 18 december 2002 staat te lezen dat de open handel en het aantrekken van buitenlandse investeringen in Hongkong van essentieel belang zijn om externe schokken te kunnen opvangen zoals de financiële crisis in Azië en de vertraging van de wereldeconomie in 2001. Sedert 1998 kent Hongkong deflatie. De reële wisselkoers van de Hongkong dollar ligt bijna 20% onder het hoogtepunt van 1998. Dit is een pijnlijk aanpassingsproces geweest. Geraamd wordt dat er in Hongkong 130.000 huishoudens zijn die een negatieve hypotheekschuld hebben. De werkloosheid ligt bovendien op recordhoogte, namelijk tussen de 7 en 8%. Meer dan 10% van de bevolking trekt van de sociale dienst. In 2002 heeft de hoge bewindvoerder geprobeerd de aandelenmarkt te hervormen maar de aandelen zijn gekelderd: miljoenen dollars hebben de beursgenoteerde bedrijven in Hongkong aan waarde zien verdampen. Het begrotingstekort over 2002 zal naar alle waarschijnlijkheid 70 mrd Hongkong dollar bedragen. In de jaarlijkse toespraak over de beleidsvoornemens werd dit een heikel punt genoemd. Ook bestaat er de vrees dat Hongkong misschien gedwongen zal zijn zijn munt te devalueren. Financieel secretaris Anthony Leung heeft op 5 maart 2003 zijn begrotingsrede 2003-2004 gehouden. Hij bood een sobere diagnose van de uitdagingen waar Hongkong voor staat, en een nuttig recept om de fiscale discipline terug te krijgen. Dit kan alleen maar worden toegejuicht. Een ander recent aangekondigde maatregel, namelijk het plan om het buitenlandse huispersoneel in Hongkong te gaan belasten (om de plaatselijke arbeidskrachten om te scholen die anders in de bijstand terechtkomen) heeft heel wat woede losgemaakt bij een groot deel van de hulpen in de huishouding die voornamelijk uit de Filippijnen, Indonesië en Thailand komen. De regeringen van deze landen hebben geprotesteerd. b. Een positievere noot: de gehele handel van Hongkong is in december 2002 met bijna 17% gestegen ten opzichte van december 2001. Het luchtverkeer is in 2002 met 90,6% gestegen. 117 buitenlandse ondernemingen hebben hun operaties in Hongkong in 2002 uitgebreid, o.a. Philips. Sedert het vorige verslag is het werk gestart aan een Disneyland in Hongkong: dit moet in 2006 klaar zijn. Dit zorgt voor werkgelegenheid in de bouw en dienstensector. PR\491644NL.doc
7/8
PE 320.249
NL
In het bovengenoemde WTO-rapport staat te lezen dat Hongkong ingrijpende structurele aanpassingen te wachten staan in verband met de economische integratie met China. c. Pearl River-delta Wat de Pearl River-delta (PRD) betreft: de regering van Hongkong heeft in de beleidsvoornemenstoespraak van 2003 officieel de strategie ondersteund van economische integratie. Er zullen nieuwe initiatieven worden ontplooid op het terrein van coördinatie van regionale infrastructuurprojecten, ontwikkeling van logistieke diensten, ontwikkeling van het westelijk gedeelte van de PRD, samenwerking in de financiële sector, verbetering van de marktregulering en onderwijs. Uit een onderzoek van de universiteit van Hongkong blijkt dat ongeveer 11 miljoen werknemers in dienst zijn van bedrijven uit Hongkong in fabrieken in de PRD. De stromen van mensen en goederen over de grenzen zullen verder worden geliberaliseerd en vergemakkelijkt. Er wordt door de betreffende regeringen over een nieuwe brug die Hongkong, Macao en Zhuhai moet verbinden. De PRD stelt zich zeer flexibel op bij het inspelen op veranderende marktomstandigheden en kan daarmee uitgroeien tot een van de belangrijkste industriële bases ter wereld. d. Een nieuwe economische partnerschapsovereenkomst (CEPA) De met het vasteland van China voorgestelde CEPA zal drie terreinen bestrijken: handel in goederen, diensten en het aantrekken van investeringen. Er wordt gestreefd om de CEPA in juni 2003 rond te krijgen. 5. Het milieu De hoogste bewindvoerder heeft in 1999 controle aangekondigd op de verontreiniging, om van Hongkong het "groene model van Azië" te maken door vermindering van emissies en door de haven schoon te maken. Er is op dit terrein enige vooruitgang geboekt, vooral het omschakelen van de taxi's op LPG, maar er is nog heel wat werk aan de winkel. In een recent onderzoek van de Better Hong Kong Foundation staat te lezen dat tussen de 60 en 80% van degenen die hebben gereageerd, zeiden dat zij niet tevreden waren over de kwaliteit van lucht en water en over de geluidsoverlast. In de beleidsvoornemenstoespraak van 2003 werd toegezegd dat men het "de vervuiler betaalt"-beginsel wil gaan invoeren alsook een model emissie trading-programma met Guandong, verdere recyclage, natuurbeheer en watermanagementmaatregelen. Het mag natuurlijk niet slechts bij beleidsvoornemens blijven, maar deze moeten ook terstond in praktijk worden gebracht.
PE 320.249
NL
8/8
PR\491644NL.doc