EU-beleid: afvalbeheer
Europese Commissie Directoraat-generaal Milieu
Meer gegevens over de Europese Unie vindt u op Internet via de Europaserver (http://europa.eu.int). Bibliografische gegevens bevinden zich aan het einde van deze publicatie. Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen, 2000 ISBN 92-828-4828-0 © Europese Gemeenschappen, 2000 Overneming met bronvermelding toegestaan. Printed in Germany
3
Voorwoord
Het beleid van de Europese Unie inzake de bescherming van het milieu en de natuurlijke hulpbronnen is sedert de jaren tachtig steeds belangrijker geworden. Dit komt omdat de dreiging die van de beschadiging van het milieu en de uitputting van de natuurlijke hulpbronnen uitgaat, bij lange na nog niet onder controle is. Gelukkig is bij velen het bewustzijn gegroeid van de gevaren die op de loer liggen, en gaan er stemmen op om op nationaal en vooral op Europees niveau meer te doen voor de bescherming van het milieu. Een en ander heeft ertoe geleid dat het gamma van instrumenten waarover wij voor het voeren van milieubeleid beschikken — en dat gaat van wetgeving tot financieringsinstrumenten — enorm is toegenomen. Zo heeft het Verdrag van Amsterdam het beginsel van duurzame ontwikkeling en een hoog niveau van milieubescherming tot een van de topprioriteiten gemaakt (artikel 2). Ons beleid is ook meeromvattend en meer gediversifieerd geworden; het bestrijkt thans alle sectoren van de samenleving en omvat een breed scala van instrumenten. Enkele onderwerpen zijn voor vele Europese burgers van bijzonder belang. Een daarvan is de onrustbarende toename van de ontstane hoeveelheid afvalstoffen. In de Gemeenschap wordt namelijk elk jaar circa 2 miljard ton afval geproduceerd. Ruim 40 miljoen ton wordt als gevaarlijk aangemerkt. In de afgelopen zes jaar is de hoeveelheid afval met 10 % per jaar gestegen. Het is duidelijk dat wij deze trend moeten tegenhouden en omkeren, als wij tenminste op een kwade dag niet onder het vuil bedolven willen worden. De Europese Unie heeft daartoe een strategie opgesteld die ze ook uitvoert. In deze brochure gaat het over die strategie. De bedoeling is de lokale en regionale spelers, de NGO’s, de beleidsmakers op
4
alle niveaus, de sociale partners, de consumenten en de gewone burgers te informeren. Wij hopen tevens dat deze informatie u ideeën aanreikt over de vraag hoe u zelf een bijdrage aan de oplossing van milieuproblemen kunt leveren.
5
Afval in Europa — waar gaat het precies om?
Vraag: wat weegt een kilo, wordt elke dag door iedere Europeaan voortgebracht en veroorzaakt enorme milieuproblemen?
Antwoord: vast stedelijk afval!
Grafiek 1
Afvalproductie per sector in 1985, miljoen ton 1990 en 1995
energie
Wellicht lijkt een kilo per persoon per dag niet zo veel, maar over heel Europa genomen leidt dit tot een jaartotaal van circa 200 miljoen ton stedelijk afval dat — op de een of andere manier en op de een of andere plaats — op de juiste manier moet worden behandeld. En elk jaar opnieuw maken we weer meer afval. Erger nog, het stedelijk afval is niet eens de grootste toeleverancier van de Europese afvalberg. De huidige situatie is onhoudbaar. Afval is momenteel niet alleen een gevaar voor ons milieu, het wordt steeds meer een bedreiging voor de volksgezondheid en voor onze manier van leven.
stedelijk
productie
mijnbouw
landbouw
Bron: OESO.
De erkende stortplaatsen raken steeds voller. Zware metalen en toxinen sijpelen door in het grondwater en de bodem. Er ontstaan explosieve en giftige gassen. Nog verontrustender is het onbekende, maar zeker grote aantal illegale stortplaatsen waarvan de gevaren niet zijn te kwantificeren. De voornaamste andere methode van afvalverwijdering dan storten: verbranden, produceert toxinen en zware metalen. Om te voorkomen dat die vrijkomen, moeten er in de verbrandingsovens dure filters worden geïnstalleerd. Uiteindelijk moeten de gebruikte filters met een hoge concentratie aan schadelijke stoffen, samen met een kwart van het oorspronkelijke gewicht van het afval, ook ergens worden gestort.
6
Daarbij komt nog dat aanzienlijke hoeveelheden industrieel en huishoudelijk afval als gevaarlijk worden aangemerkt en bij behandeling speciale zorg vereisen. Het simpelweg transporteren van afval naar andere delen van de wereld met het oog op verwijdering is in vele gevallen illegaal en vormt bepaaldelijk geen oplossing voor de lange termijn. Eens zullen andere landen ons afval misschien weigeren — en wat dan? En het probleem van de afvalverwijdering is nog maar één kant van het verhaal. De hoeveelheid afval die wij voortbrengen is het resultaat van onze niet vol te houden levensstijl. Ons huidige productie- en consumptiepatroon moet veranderen om de druk op de (niet-duurzame) hulpbronnen van de aarde zo gering mogelijk te maken. Kortom, afvalproductie vormt een van de beste indicatoren van onze vorderingen op de weg naar duurzame ontwikkeling.
7
Kader 1
Beknopt overzicht van de Europese afvalsituatie
Grafiek 2
Stedelijke afvalproductie in de OESO Europa, 1980-1995 Totale afvalproductie miljoen ton
Productie per persoon Kg per persoon
Totale afvalproductie Productie per persoon
•∑ De totale omvang van de afvalberg die elk jaar in Europa ontstaat, bedraagt circa 2 miljard ton. Meer dan 40 miljoen daarvan wordt als gevaarlijk aangemerkt. •∑ Tussen 1990 en 1995 is de totale hoeveelheid afval in Europa, met inbegrip van Midden- en Oost-Europa, naar schatting met 10 % toegenomen. •∑ De grote bronnen van afval zijn de landbouw, de bouwnijverheid, de industrie, de mijnbouw en de stedelijke gebieden. De landbouw levert de grootste hoeveelheid afval op, maar wordt uit het oogpunt van milieueffecten voorbijgestoken door de industrie. •∑ Wat de afvalbronnen betreft, zijn er verschillen vast te stellen tussen de landen naar gelang van hun economische situatie. De landen in West-Europa produceren een groter aandeel industrieel en stedelijk afval dan die in Midden- en Oost-Europa, waar de mijnbouw de grootste hoeveelheid afval oplevert. •∑ Het stedelijk afval in de Europese OESO-landen nam tussen 1990 en 1995 met circa 11 % toe en is gekomen op een totaal van ongeveer 200 miljoen ton. Voor de toekomst worden verdere stijgingen verwacht. •∑ Papier en organisch afval hebben een groot aandeel in de Europese stedelijke afvalstromen, waarin het aandeel van plastics nog toeneemt. •∑ Het meeste stedelijk afval gaat naar stortplaatsen, die — ondanks de invoering van heffingen op stortplaatsen in sommige Europese landen — nog steeds de goedkoopste beschikbare optie vormen. •∑ Het besef groeit dat er werk moet worden gemaakt van het voorkomen — of in elk geval het zo veel mogelijk beperken van afval. In de landen met geavanceerde afvalbeheersystemen, neemt ook het recyclen van afval toe. Over het algemeen wordt te weinig gebruik gemaakt van compostering. •∑ De statistieken over productie, samenstelling, vervoer en behandeling van afval worden niet in alle landen van Europa op dezelfde wijze opgesteld en zijn ook niet overal even gedetailleerd. Daardoor is het moeilijk een algemeen beeld te verkrijgen van de Europese situatie op afvalgebied en daarin trends te onderkennen. Het gebrek aan gegevens over gevaarlijke afvalstoffen is zeer zorgwekkend. Bron: Het milieu in Europa: de tweede balans, EMA.
8
Beheersopties
Goed afvalbeheer begint bij afvalpreventie — per slot van rekening hoeft iets wat niet voortgebracht is, ook niet verwijderd te worden. Daarom moeten in elk plan voor afvalbeheer voorkoming en beperking tot het minimum topprioriteit hebben. Daar waar afvalmateriaal wordt geproduceerd, moeten planologen en beheerders steeds kiezen voor de optimale behandeling die de laagst mogelijke risico’s voor de volksgezondheid en het milieu inhoudt. Iedere behandelingsoptie brengt voor verschillende onderdelen van het milieu verschillende effecten mee. Volledig of gedeeltelijk hergebruik houdt in dat de hoeveelheid te verwijderen afval kan worden gereduceerd en het gebruik van grondstoffen kan worden vermeden. Organische stoffen kunnen bijvoorbeeld worden gecomposteerd om de hoeveelheid te verwijderen afval te reduceren. De productie van compost van goede kwaliteit levert een waardevol eindproduct op dat gebruikt kan worden als grondverbeteraar. In sommige gevallen kan het terugwinnen van energie uit afvalmateriaal, door dit als brandstof te gebruiken, ook een oplossing zijn. Voor het afval dat uiteindelijk toch moet worden verwijderd, zijn er twee keuzemogelijkheden: storten of verbranden. Geen van beide vormt een perfecte oplossing, daar beide potentieel schadelijk zijn voor het milieu en voor onze gezondheid. De beste oplossing is om simpelweg de totale hoeveelheid afval te verminderen.
9
Kader 2
Beknopt overzicht van de Europese afvalsituatie Storten
Composteren
Verbranden
Recycling
Vervoer
Lucht
Uitstoot van CH4, CO2; stankhinder
Uitstoot van CO2; stankhinder
Uitstoot van SO2, NOx, HCl, HF, NMVOC, CO, CO2, N2O, dioxinen, dibenzofuranen, zware metalen (Zn, Pb, Cu, As)
Uitstoot van stof
Uitstoot van stof, NOx, SO2, vrijkomen van gevaarlijke stoffen door lozing bij ongeval
Water
Weglekken van zouten, zware metalen, bioafbreekbare en persistente organische stoffen in het grondwater
Neerslag van gevaarlijke stoffen op het oppervlaktewater
Lozingen van afvalwater
Risico van verontreiniging oppervlaktewater en grondwater door lozing bij ongeval
Bodem
Accumulatie van gevaarlijke stoffen in de bodem
Storten van slakken, Storting van de vliegas en schroot uiteindelijke residuen
Risico van bodemverontreiniging door lozing bij ongeval
Landschap
Bodemgebruik en hierdoor beperking van andere gebruiksmogelijkheden
Visuele hinder en Visuele hinder hierdoor beperking van ander grondgebruik
Verkeer
Ecosystemen
Besmetting en accumulatie van toxische stoffen in de voedselketen
Besmetting en accumulatie van toxische stoffen in de voedselketen
Risico van verontreiniging door lozing bij ongeval
Stedelijke gebieden
Blootstelling aan gevaarlijke stoffen
Blootstelling aan gevaarlijke stoffen
Bodemgebruik en hierdoor beperking van andere gebruiksmogelijkheden
Geluidshinder
Risico van blootstelling aan gevaarlijke stoffen door lozing bij ongeval; verkeer
10
De Europese Unie en afvalbeheer
Afvalbeheer is een ingewikkeld onderwerp dat uit vele onderdelen bestaat. Gemakkelijk verliest men het overzicht over het geheel. Het Europese afvalbeheer vormt een bijzonder grote uitdaging: de bescherming van het milieu moet worden gerealiseerd zonder dat de Europese interne markt mag worden verstoord. Er is geen blauwdruk die voor elke situatie geldt, maar de EU heeft wel vier vaste beginselen waarop haar aanpak van het afvalbeheer stoelt. •∑ Het preventiebeginsel – het ontstaan van afvalstoffen moet tot een minimum worden beperkt en waar mogelijk worden vermeden. •∑ Het beginsel van de verantwoordelijkheid van de producent en het beginsel dat de vervuiler betaalt — wie afval produceert of het milieu verontreinigt, moet daar zelf de volledige kosten van betalen. •∑ Het voorzorgsbeginsel — wij moeten anticiperen op mogelijke problemen in de toekomst. •∑ Het nabijheidsbeginsel — het afval moet zo dicht mogelijk bij de plaats waar het ontstaat worden verwijderd. Deze beginselen zijn concreter uitgewerkt in de algemene afvalstrategie die de EU in 1996 uitstippelde. De afvalbeheersoperaties moeten in de eerste plaats, en in de aangegeven volgorde, georiënteerd zijn op: 1. voorkoming van afval, 2. recycling en hergebruik, 3. optimalisering van de uiteindelijke verwijdering en beter toezicht. In deze strategie wordt ook de noodzaak beklemtoond van: •∑ regelgeving voor én minder én beter afvaltransport;
11
•∑ nieuwe en betere afvalbeheersinstrumenten zoals: regelgevende en economische instrumenten, betrouwbare en vergelijkbare afvalstatistieken, afvalbeheersplannen, adequate handhaving van de wetgeving. Ook in het kader van haar algemene afvalbeheerstrategie heeft de Commissie verscheidene specifieke afvalstromen omschreven die met prioriteit aandacht behoeven, waarbij het de bedoeling is de algemene milieueffecten van elke afvalstroom te verminderen (zie kader 2). Voorstellen voor nieuwe wetgeving inzake afvalverwijdering worden momenteel bestudeerd (zie kader 3). Kader 3
Specifieke afvalstromen Verpakkingsafval Voor de vervaardiging van verpakking worden grondstoffen gebruikt, waaronder steeds meer niet-afbreekbare plastics. Bij verbranding ontstaan toxische emissies. Helaas worden de artikelen die wij kopen in alsmaar meer verpakking aangeboden. Geschat wordt dat verpakking thans de helft van de hoeveelheid stedelijk afval in West-Europa uitmaakt. Slechts 1015 % van het verpakkingsafval wordt teruggewonnen. De in 1994 vastgestelde Europese verpakkingsrichtlijn: •∑ moedigt de invoering van regelingen voor hergebruik aan;
•∑ stelt duidelijke doelen vast voor het hergebruik van verpakkingsmateriaal, die in het jaar 2001 gehaald moeten worden: terugwinning van 50 tot 65 gewichtsprocent van het verpakkingsafval; recycling van 25 tot 45 % van het totale verpakkingsafval; recycling van ten minste 15 % van elke soort verpakkingsmateriaal afzonderlijk. Er moeten grote inspanningen worden geleverd om die doelstellingen te bereiken; één daarvan is het in kaart brengen van markten voor tweedehandsmaterialen.
12
Afgedankte auto’s De Europese Commissie heeft een richtlijn aangenomen teneinde: •∑ het milieueffect van auto’s aan het einde van hun nuttige bestaan te verminderen; •∑ de werking van de Europese interne markt daarbij te respecteren; •∑ maatregelen ter voorkoming en vermindering van van auto’s afkomstig afval te nemen; •∑ afgedankte auto’s in te zamelen en op een passende manier te behandelen (met inbegrip van hergebruik/terugwinning). Batterijen en accu’s Batterijen en accu’s bevatten zware metalen zoals cadmium, kwik en lood die, als ze niet op een juiste manier worden ingezameld en verwijderd, schadelijk zijn voor de menselijke gezondheid en voor het milieu. Momenteel wordt de Europese wetgeving aan een herziening onderworpen teneinde: •∑ de bestaande wetgeving aan te passen en een bredere werkingssfeer te geven, zodat ze alle soorten batterijen en accu’s omvat; •∑ het gehalte aan zware metalen in batterijen te beperken;
•∑ het aandeel ingezamelde en gerecycleerde batterijen en accu’s te verhogen. Elektrisch en elektronisch afval De afvalstroom van afgedankte elektrische en elektronische apparaten zwelt zeer snel aan: hij verdubbelt om de twaalf jaar. In die apparatuur zitten grote hoeveelheden van alle soorten gevaarlijk afval, waaronder zware metalen en verschillende gehalogeneerde stoffen. Daarnaast zijn er voor de productie van nieuwe apparatuur veel grondstoffen nodig. De voorgestelde wetgeving inzake elektrisch en elektronisch afval beoogt het beheer van afvalstoffen te verbeteren, het beslag op de hulpbronnen te verminderen en werkgelegenheid te creëren (geschat wordt dat in deze sector 12 000 tot 15 000 banen kunnen worden geschapen). De hoofdlijnen van het voorstel zijn: •∑ maatregelen inzake ontwerp, met inbegrip van een vermindering van de zware metalen die in elektrische en elektronische apparaten worden gebruikt; •∑ invoering van regelingen voor inzameling, behandeling en vooral terugwinning; •∑ het betrekken van de producenten bij die maatregelen, teneinde ontwerpen met het oog op recycling aan te moedigen.
13
Gevaarlijk huishoudelijk afval Onder gevaarlijk huishoudelijk afval vallen batterijen, accu’s, oliën, verf en medicijnen waarvan de uiterste gebruikdatum is verstreken. Op dit gebied is optreden vereist, omdat: •∑ de uiteindelijke verwijdering plaatsvindt op stortplaatsen voor stedelijk afval, waar niet dezelfde normen als voor gevaarlijk industrieel afval gelden;
•∑ dit afval tevens problemen voor het recyclen meebrengt doordat het materiaal verontreinigt dat anders zou kunnen worden teruggewonnen. Momenteel wordt een studie gemaakt van andere specifieke afvalstromen zoals biologisch afbreekbare afvalstoffen en PVC’s. Ook houdt de Europese Commissie momenteel de richtlijnen inzake afvalolie en zuiveringsslib tegen het licht.
Kader 4
Opties voor behandeling van afvalstoffen Storten Ondanks de milieubezwaren tegen het storten van afval in opslagplaatsen, komt het grootste deel van het Europese stedelijk en gevaarlijk afval uiteindelijk terecht op al dan niet ingegraven stortplaatsen. En omdat stortplaatsen wel een optie voor de verwijdering van een deel van ons afval zullen blijven, is het erg belangrijk dat de verwijdering aan de hand van strenge normen gebeurt om de volksgezondheid en het milieu te beschermen. De Europese Commissie heeft in 1999 een nieuwe richtlijn inzake stortplaatsen aangenomen. De bedoeling van de richtlijn is: •∑ lidstaten te verplichten de hoeveelheid biologisch afbreekbare afvalstoffen die gestort worden te verminderen;
•∑ het verminderen van én de toxiciteit én de hoeveelheid van het te storten afval; •∑ het omschrijven van normen voor de aanleg en de werking van bestaande en nieuwe stortplaatsen; •∑ het aanmoedigen van voorbehandeling van afval vóór het storten; •∑ het voorkomen van potentieel schadelijke vermenging van afval door voor te schrijven dat bepaalde soorten afval alleen op welbepaalde locaties mogen worden gestort. Verbranden In oktober 1998 heeft de Europese Commissie een voorstel inzake afvalverbranding aangenomen dat
14
Vervoer
een actualisering en uitbreiding van de werkingssfeer vormt van eerdere wetgeving betreffende de verbranding van stedelijk afval. Het nieuwe voorstel:
•∑ stelt voor het eerst strenge emissiegrenswaarden vast voor furanen en dioxines (0,1 ng/m3), alsmede grenswaarden voor de lozing van afvalwater.
•∑ scherpt de emissienormen voor zowel nieuwe als bestaande installaties aan, en zal — heel belangrijk — ook van toepassing zijn op zogenaamde „medevuilverbranders” zoals cementovens en elektriciteitscentrales;
De beoogde richtlijn zal waarschijnlijk eind 1999 of begin 2000 door de Raad en het Europees Parlement worden vastgesteld.
Er wordt nog steeds te veel afval verplaatst. In sommige landen liggen de normen voor de behandeling of de verwijdering van afval lager. Het is derhalve goedkoper afval daar te behandelen of te verwijderen. Maar het overbrengen van afval van een land waar de milieunormen streng (en de kosten van behandeling hoog) zijn, naar een land waar de normen minder streng en de kosten lager zijn, is geen duurzame optie. In elk geval moet er zo weinig mogelijk afval worden getransporteerd teneinde het risico van ongevallen te verminderen en de hulpbronnen te sparen. In het EU-beleid is neergelegd dat binnen Europa afval zo dicht mogelijk bij de plaats waar het is ontstaan moet worden verwijderd (het nabijheidsbeginsel). De communautaire wetgeving verbiedt de overbrenging van: •∑ alle soorten afval bestemd voor verwijdering in niet-OESO-landen; •∑ gevaarlijk afval bestemd voor recycling in niet-OESO-landen.
15
De noodzaak om — samen — de handen aan de ploeg te slaan
Tot nu toe is het Europese optreden op afvalgebied voornamelijk — doch niet uitsluitend – geconcentreerd geweest op wetgeving. Andere maatregelen die door de EU worden ondersteund en gefinancierd om verbetering in de Europese afvalsituatie te brengen, omvatten: •∑ technisch onderzoek, •∑ recyclingbedrijven, •∑ opleiding, •∑ bewustmakingsacties, •∑ uitwisseling van goede praktijken. Ofschoon mede door deze acties is voorkomen dat de situatie nog erger is geworden dan zij vandaag de dag is, wordt er nog steeds te veel afval gegenereerd en neemt dit verschijnsel nog in hoog tempo toe. De situatie wordt kritisch. Jarenlang is er te weinig gedaan aan het Europese afvalprobleem en was de planning ontoereikend om tot adequate oplossingen te komen. Reeds in 1975 legde de communautaire wetgeving de lidstaten de verplichting op alomvattende afvalbehandelingsplannen op te stellen. Bijna 25 jaar later is er nog maar weinig gebeurd. De bevoegde autoriteiten moeten zich realiseren dat het hun verantwoordelijkheid is op te treden en anderen aan te moedigen actie te ondernemen voordat het te laat is. Op alle niveaus van de samenleving moet er thans – zowel in ons eigen belang als in dat van toekomstige generaties – onverwijld naar oplossingen worden gezocht. Per slot van rekening zijn wij — samen — verantwoordelijk voor ons milieu. Ieder van ons neemt beslissingen en doet dingen die de wereld om ons heen beïnvloeden. Het is ons aller taak het groeiende afvalprobleem aan te pakken, en dit is een probleem dat op plaatselijk niveau moet worden opgelost. De behoefte aan lokale oplossingen, tezamen met
16
meeromvattende beheersplannen overeenkomstig de afvalstrategie van de Gemeenschap, zal in de toekomst alleen maar groter worden. Cijfers over miljoenen tonnen afval en discussies over regelgevende instrumenten wekken misschien de indruk dat wij er toch niets aan kunnen doen. Maar dat is fout. Wij kunnen er allen elke dag iets aan doen door:
als consument 1. ervoor te zorgen zo weinig mogelijk afval te maken, onder meer door „groene” producten en producten met weinig verpakking te kopen; 2. waar mogelijk verpakkingen opnieuw te gebruiken; 3. afval te scheiden met het oog op recycling; 4. de mogelijkheden te bezien om organisch afval te composteren; 5. goed op te letten bij het wegdoen van gevaarlijk huishoudelijk afval; 6. bij het gemeentebestuur te informeren wat het doet om de plaatselijke afvalsituatie te verbeteren. Heeft het bijvoorbeeld een afvalbeheersplan zoals sedert 1975 is voorgeschreven?
als ondernemer 1. producten en productietechnieken te ontwikkelen waardoor zo weinig mogelijk afval wordt gegenereerd. U kent uw product beter dan wie dan ook. Met behulp van levenscyclusanalyses en milieubalansen kunt u uw product
17
zodanig ontwerpen dat het tijdens zijn levenscyclus een zo gering mogelijk milieueffect heeft. Door zo’n benadering, waarbij de verspilling van energie en materialen zo veel mogelijk wordt beperkt, kunt u ook uw bedrijf geld laten besparen; 2. de hoeveelheid verpakking van uw producten te beperken en afspraken met de plaatselijke autoriteiten te maken om die verpakking met het oog op hergebruik te recycleren; 3. leveranciers aan te moedigen om de hoeveelheid verpakking waarin zij hun producten afleveren, te verminderen;
als plaatselijk bestuurder 1. te zorgen voor een afvalbeheersplan en voor de nodige middelen om de uitvoering daarvan te garanderen; 2. het ontstaan van afval zo veel mogelijk te beperken door de procedures voor het plaatsen van opdrachten te „vergroenen”; 3. bedrijven en burgers aan te moedigen om zo weinig mogelijk afval te produceren; 4. recycling van afval en terugwinning te vergemakkelijken door verschillende bakken of zakken voor het ophalen van de verschillende soorten afval ter beschikking te stellen; 5. te zorgen voor aparte ophaling van gevaarlijk huishoudelijk afval; 6. partnerschappen te sluiten met het bedrijfsleven om manieren te vinden om het ontstaan van afval te verminderen.
18
Nadere informatie en bestelformulier Het directoraat-generaal Milieu is de afdeling van de Europese Commissie die bevoegd is voor milieuzaken, civiele bescherming en nucleaire veiligheid. DG Milieu brengt regelmatig verslagen en andere publicaties uit die het gehele spectrum van de milieuproblematiek bestrijken. Meer informatie over het milieubeleid kunt u vinden op de website van DG XI op de Europaserver: http://europa.eu.int/comm/dgs/environment. De site heeft ook een on-linelijst van publicaties; vele daarvan zijn gratis. U kunt de lijst van beschikbare publicaties van DG Milieu ook bestellen door het aangehechte bestelformulier in te vullen en op te sturen naar: Europese Commissie DG Milieu Documentatiecentrum Wetstraat 200 B-1049 Brussel Fax (32-2) 299 61 98 E-mail:
[email protected]
Een andere nuttige bron van informatie: Europees Milieuagentschap Kongens Nytorv 6 DK-1050 Kopenhagen K Fax (45) 33 36 71 99 E-mail:
[email protected] Website: http://www.eea.eu.int
Europese Commissie
EU-beleid: afvalbeheer Luxemburg: Bureau voor officiële publicaties der Europese Gemeenschappen 2000 — 18 blz. — 21 x 21 cm ISBN 92-828-4828-0
✃ Bestelformulier Gelieve mij de recentste EU-documentatie toe te zenden over:
❐
Luchtkwaliteit
❐
Water
❐
Afvalstoffen
❐
Groene banen
Gelieve uw twee voorkeurtalen aan te duiden. Wij zenden u de informatie toe in de talen die beschikbaar zijn.
Naam: Onderneming/organisatie: Adres: Stad/Gemeente:
Opsturen of faxen naar: Europese Commissie DG Milieu Documentatiecentrum TRMF 0/50 Wetstraat 200 B-1049 Brussel Fax (32-2) 299 61 98 E-mail:
[email protected]
Postcode:
Land: