Erasmushogeschool Brussel – Universitaire Associatie Brussel Departement Toegepaste Taalkunde
Juul Engelen
Vergelijkende studie van voetbalterminologie in Nederlandse en Vlaamse kranten Bachelorproef ingediend voor het behalen van de graad van Bachelor in de Toegepaste Taalkunde : Duits - Deens
Promotor : Femke Simonis
Academiejaar : 2008-2009
1
Erasmushogeschool Brussel – Universitaire Associatie Brussel Departement Toegepaste Taalkunde
Juul Engelen
Vergelijkende studie van voetbalterminologie in Nederlandse en Vlaamse kranten Bachelorproef ingediend voor het behalen van de graad van Bachelor in de Toegepaste Taalkunde : Duits - Deens
Promotor : Femke Simonis
Academiejaar : 2008-2009
2
Inhoudsopgave Abstract 1: Fußballterminologie in niederländischen und flämischen Zeitungen:
4
Ein vergleichendes Studium Abstract 2: Komparativt studium af fodboldterminologi i nederlandske og
5
flamske aviser Inleiding
6
1. Term vs. betekenis
8
1.1 Hetzelfde begrip, verschillende term
8
1.2 Dezelfde term, verschil in betekenis
9
2. Typisch Nederlands of typisch Vlaams
10
2.1 Typisch Nederlands
10
2.2 Typisch Vlaams?
13
3. Enkel bestaand in Nederland of Vlaanderen
16
4. Verrassende resultaten
17
5. Vergelijking met jaren ’70
17
6. Spelling
19
Algemeen besluit
21
Referentielijst
22
Bijlagen
23
3
Abstract 1 Fußballterminologie in niederländischen und flämischen Zeitungen: Ein vergleichendes Studium
Im Vergleich zu anderen Sportarten ist Fußball eine der beliebtesten Sportdisziplinen in den Niederlanden und Belgien. Fußball findet daher auch starke Beachtung in der Presse. Da es so viel Material gibt und weil ich selber auch Fußballfan bin, wollte ich mal untersuchen, ob es einen großen Unterschied gibt zwischen Fußballberichten aus den Niederlanden und aus Flandern. In beiden Gebieten spricht man ja dieselbe Sprache, aber verwendet man auch dieselbe Terminologie und dieselbe Wendungen?
Während eines Monats habe ich Termini und Wendungen aus der niederländischen Zeitung De Telegraaf und der flämischen Zeitung Het Nieuwsblad gesammelt und in einer Liste geordnet. Letztendlich waren die Unterschiede eher begrenzt. Selbstverständlich gibt es eine Menge Termini, die typisch niederländisch oder flämisch sind, aber doch kommt es mir vor, dass die Fußballberichte sich in den Niederlanden und Flandern ähnlich entwickeln. So entlehnt man z.B. immer weniger Termini aus dem Englischen. Außerdem gibt es jetzt auch verschiedene Termini, die einst nur von flämischen Journalisten geschrieben wurden, die man aber jetzt auch in niederländischen Zeitungen lesen kann und umgekehrt.
4
Abstract 2 Komparativt studium af fodboldterminologi i nederlandske og flamske aviser
Sammenlignet med andre sportsgrene er fodbold en af de mest populære sportsgrene in Nederland og Belgien. Fodbold får da også rigtigt meget medieopmærksomhed der. Da der er så meget materiale til rådighed og fordi jeg selv er en fodboldfan, syntes jeg, at det kunne være interessant, at undersøge om der er stor forskel mellem fodboldkommentar i Nederland og Flandern eller ej. I begge områder tales jo samme sprog, men anvendes også samme termer og udtryk?
I en måned har jeg samlet termer og udtryk fra den nederlandske avis De Telegraaf og den flamske avis Het Nieuwsblad, og jeg har ordnet dem i en liste. I sidste ende var forskellene ret begrænset. Der er naturligvis en masse termer, der er typisk nederlandsk eller flamsk, men alligevel forekommer det mig, at fodboldkommentaren i Nederland og Flandern udvikler sig på samme måde, så lånes f.eks. stadig færre ord fra engelsk. Desuden er der også mange termer, der tidligere kun blev skrevet af flamske journalister, men som i dag kan læses i nederlandske aviser og omvendt.
5
Inleiding Voetbal is in Nederland, net zoals in België, een zeer populaire, zo niet dé populairste sport. Zo is de kans dat je in sportjournaals als Studio Sport (NOS) en Sportweekend (VRT) of in de sportpagina’s van kranten als De Telegraaf en Het Nieuwsblad geen voetbalnieuws aantreft vrijwel onbestaande. Over elk competitieduel, elke bekermatch en elke interland krijg je een heel gamma aan voorbeschouwingen, reportages, analyses, interviews en nabeschouwingen te zien, te horen en te lezen, terwijl een “kleinere” sport als handbal in de Lage Landen enkel in de belangstelling komt als er een ploeg bijvoorbeeld landskampioen wordt (en dan nog zal dit maar terloops vermeld worden). Omdat er zo veel materiaal voorhanden is over voetbal en omdat ik zelf ook een voetballiefhebber ben, leek het mij interessant om na te gaan of er een groot verschil is tussen voetbalverslaggeving in Nederland en in Vlaanderen. We spreken immers dezelfde taal, maar gebruiken we ook dezelfde termen en uitdrukkingen? Dat is wat ik wou onderzoeken. Aangezien de omvang van een bachelorproef niet heel groot is, heb ik mij beperkt tot de voetbalterminologie in kranten. Een maand lang (februari 2009) heb ik termen en uitdrukkingen uit De Telegraaf (DT) en Het Nieuwsblad (HNB) verzameld en in een lijst gezet, met telkens ook de frequentie ervan in Nederland en Vlaanderen (zie Bijlage 1). Volgens Luts (1986) is het belangrijk om je zoveel mogelijk te richten op de basisterminologie en dus niet op additionele termen. Daarom heb ik enkel de voetbalverslagen zelf geselecteerd en dus geen voor- en nabeschouwingen. Om concreet te zijn, het gaat over verslagen van competitiematchen uit de hoogste nationale afdeling, bekerwedstrijden, interlands en Europees voetbal. Of er een groot verschil is qua taalgebruik in de geschreven pers, weet ik niet. Afgaande op het voetbalcommentaar op televisie zou je denken van wel, maar schrijven is nog iets heel anders dan spreken. Misschien hebben journalisten in Nederland andere benamingen hebben voor bepaalde begrippen? Je zou je ook kunnen afvragen of Nederlanders Vlaams1 voetbalcommentaar wel voor 100 % begrijpen en omgekeerd. Hoe zit het trouwens met het gebruik van Engelse termen in de Nederlandstalige voetbalverslaggeving? Aan de hand van de bijgevoegde terminologielijst zal ik een zo correct mogelijk antwoord op deze vragen proberen te geven.
1
Als ik het over Vlaams heb, bedoel ik eigenlijk Belgisch-Nederlands. Ik gebruik de term ‘Vlaams’ enkel uit puur praktische overwegingen.
6
Kort samengevat ziet het vervolg van deze bachelorproef er als volgt uit. In ‘Hetzelfde begrip, verschillende term’ ga ik na of er begrippen zijn die in beide gebieden een andere benaming hebben, wat het omgekeerde is van het punt dat daarop volgt, namelijk ‘Dezelfde term, verschil in betekenis’. Vervolgens geef ik een overzicht van typische termen en uitdrukkingen voor Nederland of Vlaanderen en van termen die enkel in Nederland of Vlaanderen betekenis hebben. Daarnaast vermeld ik enkele verrassende resultaten, maak ik een vergelijking met een gelijkaardige studie uit 1977 en tot slot zeg ik ook nog even iets over de spelling.
7
1. Term vs. betekenis
1.1 Hetzelfde begrip, verschillende term
In dit eerste puntje ben ik op zoek gegaan naar begrippen die veelvuldig voorkomen in voetbalcommentaar, maar waarvoor in Nederland een heel andere term gebruikt wordt dan in Vlaanderen. Je zou kunnen zeggen dat het hier om de meest absolute verschillen gaat. Ik heb er drie noemenswaardige gevonden:
-
Ter aanduiding van de bezoekende ploeg heeft men het in Nederland over de ‘gasten’ en in Vlaanderen over de ‘bezoekers’. Het is nu niet zo dat Vlaamse voetbaljournalisten nooit ‘gasten’ of Nederlandse journalisten nooit ‘bezoekers’ gebruiken, maar het is eerder sporadisch en bedoeld als afwisseling. In de bijgevoegde terminologielijst is de verhouding ‘gasten’-‘bezoekers’ in Nederland 16-1 en in Vlaanderen 1-17.
-
Een doelpunt in eigen doel noemt men in Nederland simpelweg een ‘eigen doelpunt’, wat de letterlijke vertaling is van het Engelse ‘owngoal’. In Vlaanderen wordt ervoor gekozen om ‘owngoal’ niet te vertalen en dus gewoon over te nemen.
-
De speler die in een wedstrijd of in een seizoen de meeste doelpunten maakt is in Nederland de ‘topscorer’ en in Vlaanderen de ‘topschutter’. Hier zie je het omgekeerde gebeuren: in Nederland wordt de Engelse term behouden, in Vlaanderen heeft men naar een vertaling gezocht. Ook hier is de verhouding ‘topscorer’‘topschutter’ vrij duidelijk: 5-1 in Nederland en 0-4 in Vlaanderen.
Afgaand op de laatste twee verschillen, zou je je kunnen afvragen waar de invloed van het Engels (of eventueel een andere taal) het grootst is. In de jaren ’70 werd volgens Dingenen (1977, p. 147) algemeen beweerd dat “de Nederlandse voetbaltaal meer Engels en de Vlaamse meer Frans getint” zou zijn. Dingenen weerlegde dit echter zelf met zijn studie en ook ik zie geen grote verschillen qua invloed van andere talen.
8
1.2 Dezelfde term, verschil in betekenis
Aan de andere kant zijn er ook enkele termen die zowel in DT als HNB voorkomen, maar die in beide kranten een andere betekenis hebben. Ook dit illustreer ik hier met drie voorbeelden:
-
Een ‘duel’ kan in het voetbal twee betekenissen hebben: 1. wedstrijd (tussen twee ploegen) 2. strijd om de bal (tussen twee spelers) In Nederland wordt het meermaals voor beide gebruikt (in totaal 46 keer), in Vlaanderen enkel in de tweede betekenis (2 keer). Op de Vlaamse televisie en radio hoor je wél vaak ‘duel’ in de eerste betekenis, maar in de geschreven pers lijkt het alsof men verwarring wil vermijden. Sportjournalisten gebruiken dan eerder termen zoals ‘match’ of ‘wedstrijd’. Nederlandse journalisten lossen dit vaak op door er in de tweede betekenis ‘persoonlijk’ voor te zetten.
-
‘Inzet’ kan in het voetbal drie betekenissen hebben: 1. belang 2. inspanning 3. schot of kopbal op doel In Nederland wordt het gebruikt in elke betekenis, maar in Vlaanderen enkel in de eerste twee. Wat de derde betekenis betreft, zal men in Vlaanderen altijd specificeren of het daadwerkelijk om een schot, kopbal, hakje… gaat. Volgens Dingenen (1977) heeft ‘inzet’ nog een vierde betekenis die sterk gelijkt op de derde, namelijk: 4. trap voor doel, voorzet Deze betekenis zou dan weer alleen in Vlaanderen bekend zijn. Zelf ben ik ze nergens tegengekomen met deze connotatie, die vermoedelijk verouderd is.
-
De ‘raad van commissarissen’ is in Nederland een orgaan dat onder andere een algemeen toezicht houdt op de raad van bestuur van bijvoorbeeld een voetbalclub. In België bestaat zoiets niet. Er bestaat wel een raad van commissarissen, maar dat is iets helemaal anders, namelijk een orgaan dat een onafhankelijke controle uitoefent op de boekhouding van een onderneming, een soort bedrijfsrevisor.
9
2. Typisch Nederlands of typisch Vlaams 2.1 Typisch Nederlands
In DT ben ik een heleboel termen, uitdrukkingen, woordcombinaties… tegengekomen die je in een Vlaamse krant vermoedelijk zelden of nooit zult lezen en die ik in HNB ook niet teruggevonden heb. Ter illustratie hiervan, heb ik een opsomming gemaakt waarbij ik telkens een context, een verklaring en (indien mogelijk) ook een Vlaams equivalent geef:
-
“Ook Heerenveen had het aluminium al een keer geraakt […]” (4 feb.) Met het ‘aluminium’ wordt de doelpaal of de doellat bedoeld. Aluminium is een verwijzing naar de stof waaruit die gemaakt zijn. In Vlaanderen heeft men het wel eens over het ‘doelhout’.
-
“Vorige week, tijdens de 2-2 remise tegen PSV […]” (1 feb.) ‘Remise’ betekent oorspronkelijk “het onbeslist eindigen van een wedstrijd, m.n. van een schaak- of dampartij” (Van Dale, 2006). In Nederland gebruikt men dit ook in een voetbalcontext als synoniem van gelijkspel.
-
“Het elftal van Bos voetbalde na rust minder dominant dan in het eerste bedrijf […]” (1 feb.) Hier wordt de eerste helft van een wedstrijd met een bedrijf van een toneelstuk vergeleken. Volgens Dingenen (1977) gebruikt Vlaamse journalisten vaak het Engelse leenwoord ‘time’ voor speelhelft. Ik ben dit echter niet tegengekomen.
-
“De heenzending van Toivonen komt […] PSV echter meer dan slecht uit.” (9 feb.) “De Amsterdammers incasseerden tegen SC Heerenveen de derde rode kaart op rij, de vijfde veldverwijdering van het seizoen […]” (1 feb.) ‘Heenzending’ en ‘veldverwijdering’ zijn synoniemen van een rode kaart.
-
“In de slotfase liet Vlemmings […] nog maar eens een jonkie debuteren.” (5 feb.) Een ‘jonkie’ is een jonge speler, een jongeling.
-
“[…] na afloop van de weinig enerverende lunchwedstrijd tegen FC Twente (0-0).” (2 feb.) Een ‘lunchwedstrijd’ is een wedstrijd die ’s middags gespeeld wordt. In Vlaanderen is daar geen term voor.
10
-
“[…] Rowin van Zaanen die een mispeer van Carlos Salcido afstrafte […]” (9 feb.) Een ‘mispeer’ is een “opvallende misser” (Van Dale).
-
“[…] NAC Breda kwam tegen de nummer laatst van de eredivisie niet verder dan een 1-1 gelijkspel.” (1 feb.) Het is duidelijk dat het hier om de ploeg gaat die op de laatste plaats in de rangschikking staat. De Nederlandse pers werkt opvallend veel met het woord ‘nummer’ om aan te geven op welke plaats een ploeg staat, in Vlaanderen komt dit ook voor, maar meestal zegt men gewoon ‘de laatste’ of ‘de vijfde’.
-
“Wanneer de oefenmeester ook in de voorhoede de juiste combinatie vindt […]” (1 feb.) De ‘oefenmeester’ is de trainer van een ploeg.
-
“Beide clubs wilden huren en een optie tot koop.” (4 feb.) In Vlaanderen zul je zelden horen spreken van ‘een optie tot koop’, eerder van ‘aankoopoptie’ of gewoonweg ‘optie’.
-
“[…] NAC Breda zakt af richting het rechterrijtje.” (8 feb.) Het ‘rechterrijtje’ is de rechterkolom van de rangschikking. In België en Nederland zijn dat de plaatsen 10 tot 18. Waarom men over een ‘rijtje’ spreekt is me een raadsel, want een rangschikking staat bijna altijd afgebeeld als een tabel met twee kolommen.
-
“[…] het gat tot de rode streep bedraagt nog maar twee punten.” (2 feb.) De ‘rode streep’ is de figuurlijke streep boven de degradatieplaatsen in de rangschikking.
-
“Het enige echte Ajax-gevaar voor rust kwam van […] rommelaar Luis Suarez.” (27 feb.) Het is niet meteen duidelijk wat er met een ‘rommelaar’ bedoeld wordt. De connotatie wordt ook bijna altijd aan dezelfde speler toegekend, m.n. Luis Suarez van Ajax. Afgeleid uit meerdere contexten kun je het vergelijken met een lastpost, zowel op sportief vlak als naast het veld.
-
“[…] was de spoeling achterin uiterst dun bij Feyenoord.” (2 feb.) Dit is het aantal mogelijkheden dat een trainer heeft om spelers op te stellen op een bepaalde positie. In deze zin wil dat zeggen dat er, waarschijnlijk door blessures en schorsingen, niet veel alternatieven zijn om de verdediging te vormen.
-
“[…] Toivonen vloerde Tim Bakens, de Volendammer die tot dat moment al meer taxatiefouten had gemaakt [dan] een gemiddelde oppositiepartij in de Tweede Kamer per week moties indient.” (9 feb.) 11
‘Taxatiefout’ betekent een “foutieve beoordeling” (Van Dale). Deze term komt echter uit de zakenwereld en wordt dus in Nederland blijkbaar ook in een voetbalcontext aangewend. -
“Danny Koevermans maakte beide treffers van PSV.” (15 feb.) Het meest frequente woord voor ‘doelpunt’ in Nederland is ‘treffer’. Vlaamse journalisten houden het meestal bij ‘goal’ of ‘doelpunt’, maar in samenstellingen komt ‘treffer’ wel regelmatig voor, bv. ‘aansluitingstreffer’.
-
[…] dat de platte kar voor de kampioensrit door de kaasstad uitgerust moet zijn met winterbanden […]” (8 feb.) Dit is een kar waarop een ploeg, na het behalen van de landstitel of de beker, een ritje door de eigen stad maakt. Dit blijkt een aloude gewoonte te zijn in Nederland. In België maakt men dan ook een ritje door de stad, maar meestal zitten de spelers dan op het dak van een bus.
-
“Jans zette Meerdink twee maanden geleden terug naar het tweede elftal […]” (16 feb.) Het ‘tweede elftal’ bestaat meestal uit spelers die net niet goed genoeg bevonden worden voor de A-kern, jongeren en spelers die terugkeren uit blessure. In Vlaanderen zal men het eerder hebben over de ‘reserven’ of ‘reserveploeg’.
-
“Daardoor bedraagt het verschil met koploper AZ nu liefst negen verliespunten.” (1 feb.) In Vlaanderen zul je gewoon ‘punten’ lezen, de betekenis is immers duidelijk.
-
“AZ profiteerde gisteren optimaal van de zeperds van Ajax en FC Twente […]” (2 feb.) Met ‘zeperd’ wordt hier een nederlaag bedoeld. Van Dale is niet zeker over de etymologie van het woord, maar vermoedt dat het van ‘inzepen’ komt. Een toepasselijk synoniem zou bv. ‘uitschuiver’ kunnen zijn.
-
“Wielaert, wiens komst naar Amsterdam niet clubbreed werd gedragen.” (20 feb.) Betekenis: iedereen binnen de club.
-
“[…] FC Twente, dat […] ook in de eredivisie als een tierelier draait.” (20 feb.) Dit wil zeggen dat het zeer goed gaat met een ploeg, dat er veel gewonnen wordt.
-
“De stand-in kreeg in de zestigste minuut een nieuwe kans op een plek in het zoeklicht, maar knalde wild over […]” (15 feb.) Betekenis: een nieuwe kans krijgen om in de spotlight te staan.
12
-
“[…] doordat Foeke Booy zijn middenveld omzette, creeerde [sic] Sparta na rust veel meer kansen […]” (16 feb.) Het ‘middenveld omzetten’ betekent wijzigingen aanbrengen op het middenveld, hetzij via de inbreng van andere spelers, hetzij via een andere tactiek.
-
“De uit Breda meegereisde fans […] hosten op de tribune alsof ze al in de kroegen van het Ginneken waren […]” (22 feb.) ‘Hossen’ is staan springen in een rij, terwijl je elkaar arm aan arm vasthoudt. In Vlaanderen zou men gewoon ‘(staan te) springen’ schrijven.
-
“Door de kaalslag […] werd Kelvin Leerdam (18) in het diepe gegooid op de linksbackpositie.” (2 feb.) De uitdrukking komt uit het zwemmen en betekent hier: als jeugdspeler opeens in de eerste ploeg komen te staan. Een synonieme uitdrukking is bv. ‘voor de leeuwen gegooid’.
-
“Maar gisteravond zat hij al niet dik meer in zijn keuzes.” (19 feb.) Dit wil zeggen dat er voor de trainer nog maar weinig spelers overbleven om op te stellen. De redenen hiervoor zijn bijna altijd blessures en schorsingen.
-
“[…] en vervolgens ook nog van Spurs thuis op zijn broek kreeg (0-1).” (19 feb.) Dit is een pejoratieve manier om te zeggen dat een ploeg verloren heeft.
-
“[…] temeer daar NEC besefte dat het uiteindelijk weinig in de melk te brokkelen had gehad tegen HSV.” (19 feb.) De Vlaamse variant hiervan zou zijn: ‘weinig in de pap te brokken had’. Beide uitdrukkingen zijn correct.
2.2 Typisch Vlaams?
Natuurlijk zijn er ook termen en woordcombinaties die typisch Vlaams zijn. Het is echter moeilijk, als Belg, om met grote zekerheid te weten of die termen al dan niet gebruikt worden in Nederland, simpelweg omdat ik zelf geen Nederlander ben. Toch kan ik van de onderstaande opsomming op z’n minst zeggen dat het gebruik in Vlaanderen hoger ligt dan in Nederland. Een eenvoudige steekproef met een zoekrobot als Google2 (2009) bevestigde immers vaak mijn vermoedens na het opstellen van bijgevoegde terminologielijst. 2
Voor elke term en uitdrukking ben ik in Google nagegaan of er daadwerkelijk een groot verschil is tussen Nederland en Vlaanderen. Als dit niet zo was, heb ik het ook niet opgenomen in deze bachelorproef.
13
-
“[…] maar Kums vuurde de afvallende bal in de winkelhaak.” (2 feb.) De ‘winkelhaak’ is de plaats waar de doelpaal en de deklat van het doel elkaar kruisen. De term wordt soms ook gebruikt in Nederland, maar in ieder geval niet zo veel als het synoniem ‘kruising’. In Vlaanderen krijgt ‘winkelhaak’ de voorkeur op ‘kruising’. Ook Dingenen (1977) vond ‘winkelhaak’ enkel terug in de Vlaamse kranten.
-
“Via Overmeire en Golan staken ze een paar keer voorzichtig de neus aan het venster.” (2 feb.) ‘De neus aan het venster steken’ wil zeggen dat een ploeg een of meerdere (meestal kleinere) kansen afdwingt, waarmee ze toont dat ze gevaarlijk kan zijn. Deze uitdrukking kwam drie keer voor in HNB, maar is eigenlijk geen correct Nederlands. Volgens VRTtaal.net (2009) is dit immers letterlijk vertaald uit het Frans. Nog opmerkelijker is dat er zelfs tweemaal ‘de neus aan de venster steken’ geschreven stond, wat ook nog eens grammaticaal onjuist is.
-
“[…] en de gelijkmaker tegen de netten kopte.” (2 feb.) In DT heb ik nergens ‘de netten’ gelezen als synoniem voor ‘het doel’, in HNB daarentegen zes keer. Wat wel vaak geschreven wordt in Nederland, is ‘tegen de touwen’, wat ook in Vlaanderen bekend is.
-
“Bergen ging door op het elan, maar pogingen van opnieuw Oris en vooral Gueye troffen geen doel.” (2 feb.) Dit betekent dat een ploeg blijft spelen zoals ze bezig was, nl. met evenveel enthousiasme en ijver. Dit gaat vaak gepaard met het creëren van kansen en het onder druk zetten van de tegenstander.
-
“Bossut moest na de koffie plat op een schot van Persoons […]” (2 feb.) Dit wil zeggen dat de doelman zich plat op de grond moet strekken om de bal uit zijn doel te houden. Dit is vaak het geval bij een laag, naar een hoek gericht, schot.
-
“[…] Serebrennikov stond het best opgesteld in het pak en stelde gelijk.” (18 feb.) Het ‘pak’ zijn de spelers die voor het doel staan en de term wordt alleen gebruikt als het om veel spelers gaat die nogal chaotisch door elkaar lopen. Het ‘pak’ blijkt niet bekend te zijn in Nederland, terwijl Vlaamse journalisten het toch courant gebruiken, o.a. in uitdrukkingen zoals ‘een bal in het pak gooien’.
-
“Club had het balbezit voor het grootste deel van de match in handen […] maar in de zone van de waarheid liep het mank […]” (16 feb.)
14
Met deze zone bedoelt men min of meer het strafschopgebied. De term wordt vooral gebruikt in een context waarbij een ploeg wel goed speelt, maar de spelers hun kansen niet kunnen afmaken. -
“Real viel continu aan […] maar in het slot kregen de Madrilenen de baksteen op de neus.” (26 feb.) Hier heeft men de uitdrukking ‘het deksel op de neus krijgen’ letterlijk en figuurlijk verzwaard. Misschien is het typisch Belgisch om hiervoor ‘baksteen’ te nemen. De Belg werd immers met een baksteen in de maag geboren…
-
“Standard wilde die nul wel van het bord vegen, maar slaagde daar niet in.” (19 feb.) Het is vrij duidelijk wat hiermee bedoeld wordt, nl. een doelpunt maken. De context waarin dit gebruikt wordt, is meestal die van een bekertoernooi. In een aantal rondes van zo’n toernooi moet een dubbele confrontatie beslissen over welke ploeg doorgaat en welke niet. Als je in de uitwedstrijd van die dubbele confrontatie weet te scoren, wordt dit beschouwd als een bonus, want als de stand gelijk zou zijn na beide wedstrijden, is het aantal uitdoelpunten doorslaggevend. Het is dus extra belangrijk om in dergelijke wedstrijden ‘de nul van het bord te vegen’.
-
“Om te winnen van de Buffalo’s zal paars-wit wel nog een tandje bij moeten steken.” (16 feb.) Komt uit de wielersport en betekent “schakelen naar een hogere versnelling” (Van Dale, 2006). De Vlaamse media gebruiken de uitdrukking tegenwoordig in alle sporten, dus ook in het voetbal.
-
“Invaller Alan besloot naast en Luis Aguiar trapte over.” (27 feb.) ‘Naast (het doel) besluiten’ hoor en lees je vaak in Vlaanderen en wordt algemeen gebruikt voor naast het doel schieten, koppen… Het is ook bekend in Nederland, maar in mindere mate.
-
“Zulte Waregem hield het leer dubbel zo veel in eigen rangen in de eerste periode, maar dat mondde niet uit in doelgevaar.” (16 feb.) “In Vlaanderen omschrijft men soms de term ploeg met de benaming de rangen, waarmee gelederen bedoeld wordt” (Dingenen, 1977, p. 52). Ook nu lees je nog vaak ‘rangen’ in Vlaanderen en het is er zeker gebruikelijker dan in Nederland. Zowel ‘rangen’ als ‘gelederen’ zijn van oorsprong militaire termen.
-
“Oudje Del Piero haalde van dichtbij uit, Cech werkte in corner.” (26 feb.) In Vlaanderen ‘werkt men een bal in corner’, in Nederland ‘werkt men een bal corner’. In Nederland wordt hiervoor dus geen voorzetsel gebruikt, wat ik toch heel bizar vind. 15
Dingenen had dit in de jaren ’70 ook al opgemerkt, maar toen was ‘in corner werken’ ook gangbaar in Nederland. Nu vind je het er maar zelden terug met voorzetsel. -
“Hij ontsnapte bij het uitkomen na handspel zelfs aan rood.” (12 feb.) Naast het Engelse ‘hands’ lees je in Vlaanderen ook ‘handspel’ voor het foutief raken van de bal met de hand of de arm. Nederlandse journalisten schrijven bijna uitsluitend ‘hands’, o.a. in samenstellingen als ‘handsbal’ en ‘handsfout’.
3. Enkel bestaand in Nederland of Vlaanderen Als Belg kun je in een Nederlandse krant soms termen tegenkomen die je helemaal niets zeggen. In sommige gevallen ken je het begrip wel, maar wist je niet dat daar in Nederland een ander woord voor gebruikt wordt (zie 1.1), maar soms kan het om begrippen gaan die in België helemaal niet bekend zijn. Een context helpt je vaak in de juiste richting, maar dat is niet altijd het geval. In DT van 2 februari las ik bijvoorbeeld de volgende zin: “Alleen bij mijn vorige club Elinkwijk ben ik bij de D’tjes ooit linksback geweest.” ‘De D’tjes’ heten officieel de Dpupillen en vormen een leeftijdscategorie van het Nederlandse jeugdvoetbal, met name de 11tot 13-jarigen (KNVB, 2009). Elke leeftijdscategorie krijgt een letter toegekend, waarbij de A-junioren het oudst en de F-pupillen het jongst zijn (de allerjongsten worden de minipupillen genoemd). In België worden de verschillende categorieën aangeduid met hun leeftijd, gaande van U19 tot U7, waarbij de U staat voor ‘Under’. Een ander voorbeeld is de ‘cursus coach betaald voetbal’, wat het hoogste trainersdiploma in Nederland is. Het Belgische equivalent is het ‘Getuigschrift A’ (KBVB, 2009).
Maar het omgekeerde gebeurt ook: als een Nederlander een Vlaamse krant leest, zal hij eveneens enkele dingen vreemd vinden. Zo zal een Nederlander de hoogste divisie in zijn land aanduiden met ‘Eredivisie’, wat de officiële benaming is van die hoogste competitie. In België zal men zelden het officiële ‘Jupiler Pro League’ gebruiken, maar wel gewoonweg ‘eerste klasse’. Voor de Nederlander klinkt dit waarschijnlijk heel raar, aangezien ‘eerste klasse’ iets helemaal anders betekent in het Nederlandse voetbal, namelijk de op een na hoogste klasse van het amateurvoetbal.
16
4. Verrassende resultaten Als je in de bijgevoegde terminologielijst enkel en alleen op de cijfers afgaat, zou je wel eens tot verrassende resultaten kunnen komen, die misschien zelfs een verkeerd beeld geven. Zo heb ik in HNB een maand lang nergens het woord ‘elftal’ gelezen en in DT 29 keer, terwijl dit toch een basisterm is binnen het voetbal. Wie ook maar iets van deze sport kent, weet dat ‘elftal’ in Vlaanderen regelmatig gebruikt wordt in de media. Of dit puur toeval is? Ja. Als je immers gaat zoeken naar ‘elftal’ in het archief van HNB, dan krijg je duizenden artikelen als resultaat. Hetzelfde geldt voor het aan het Engels ontleende ‘match’. Alleen is het in dit geval omgekeerd: het stond nergens te lezen in DT en 21 maal in HNB. Daarnaast zijn er nog twee elementen die me verrast hebben. Zo dacht ik dat ‘arbiter’ (afkomstig van het Franse ‘arbitre’) typisch Vlaams was en eigenlijk vooral in het dialect gebruikt werd. Niets is minder waar: in DT las ik ‘arbiter’ 6 keer, tegenover 3 keer in HNB, en het komt bijna even frequent voor als het meer gangbare ‘scheidsrechter’. Ik vond ook het gebruik van ‘goalie’ als synoniem voor ‘doelman’ vreemd, in Vlaanderen dan toch. Zelf hoor of lees ik dit nauwelijks en het leek me dus typisch Nederlands.
5. Vergelijking met jaren ‘70 Ik heb al een aantal keren verwezen naar het werk van Dingenen (1977): De Nederlandse voetbalterminologie – Poging tot onderzoek naar invloed op en verschil in voetbalterminologie in Nederlandse en Vlaamse kranten. In zijn onderzoek geeft hij een beeld van de voetbalterminologie die in die periode gebruikt werd en vermeldt hij onder andere de gelijkenissen en verschillen tussen Nederlandse en Vlaamse kranten. Nu leek het mij interessant om zijn bevindingen met die van mij te vergelijken en vervolgens na te gaan in hoeverre de ‘voetbaltaal’ geëvolueerd is. Er zit tenslotte een tijdspanne van meer dan 30 jaar tussen. Over een aantal termen zoals ‘inzet’ (zie 1.2) en ‘winkelhaak’ (zie 2.2) heb ik het al gehad, maar er zijn natuurlijk nog een aantal zaken het vermelden waard.
17
Er valt bijvoorbeeld iets te zeggen over de samenstellingen die men maakt. Zo zegt Dingenen dat journalisten in beide gebieden een grote voorkeur hebben voor samenstellingen met ‘cup’, zoals cupvoetbal, cupmatch… Zelf heb ik daar echter maar weinig van gemerkt: slechts een keer heb ik ‘cupmatch’ gelezen. Nu lijkt het alsof ‘beker’ de bovenhand heeft genomen: ‘bekerfinale’, ‘bekerwedstrijd’, bekerduel’… komen veelvuldig voor, zowel in DT als HNB. Andere samenstellingen hebben de tand des tijds dan weer wel doorstaan, zoals die met ‘spits’. Ze kwamen toen vooral in het Nederlandse corpus voor en dat is nog steeds zo: 5 keer in DT tegenover 0 keer in HNB. Dan is er ook nog de verhouding‘strafschop’-‘penalty’ in samenstellingen. In 1977 zag die verhouding er als volgt uit: 14-7 in Nederland en 3-6 in Vlaanderen. Dit is echter de huidige verhouding: 6-2 in Nederland en 8-1 in Vlaanderen. Dingenen vond het zelf heel gevaarlijk om hier algemene conclusies uit te trekken en ook ik ga mij er niet aan wagen, ook al lijkt ‘strafschop’ het tegenwoordig duidelijk te halen van ‘penalty’. Uit de evolutie van samenstellingen met ‘cup’ naar ‘beker’ en ‘penalty’ naar ‘strafschop’ zou je misschien kunnen concluderen dat er minder geopteerd wordt voor Engelse termen, en niet alleen in samenstellingen. Ook hele woorden zoals heading, shot, foul en time hoor je bijna niet meer, alsof er door de jaren heen een verschuiving is opgetreden. In 1.1 zei ik al dat de invloed van andere talen ongeveer even groot is in Nederlandse en Vlaamse kranten, maar die invloed wordt wel steeds kleiner.
Sommige zaken zijn wel nog steeds hetzelfde. Zo gebruiken Nederlandse journalisten nog heel vaak het prefix ‘in-‘ (in de betekenis ‘naar of in het doel’), zoals in ‘inschieten’, ‘inkoppen’, ‘intikken’… In Vlaanderen zal men veeleer het prefix ‘binnen-‘ gebruiken. Daarnaast is het adjectief ‘panklaar’ ook nog steeds typisch Nederlands, bijvoorbeeld in een zin als: “De pass van de Belg werd panklaar gekaatst door Ari […]” (22 feb.).
Er is vooral veel veranderd. Neem nu het werkwoord ‘pareren’. Deze term komt uit de schermsport en betekent het afwenden of keren van een aanval. In voetbalterminologie is het de doelman die een schot kan pareren, hij verwerkt dus een schot door de bal te keren. Dingenen schreef dat hij ‘pareren’ niet terugvond in de Nederlandse kranten, nu kom je dit wel regelmatig tegen. Het gebruik van het adjectief ‘lang’, zoals in ‘lange ballen’, om aan te duiden dat de bal een grote afstand aflegt, zou in de jaren ’70 ook typisch Nederlands geweest zijn. In Vlaanderen
18
opteerde men eerder voor ‘verre ballen’. Tegenwoordig worden beide varianten door elkaar gebruikt in Vlaanderen, terwijl Nederlandse journalisten blijven opteren voor de ‘lange bal’. Heel opmerkelijk vond ik ook de synoniemen die men in die tijd had voor de ‘rust’ of ‘pauze’ tussen twee helften. In Nederland zou alles gedraaid hebben rond thee (theepauze, theedrinken, de thee) en in België rond koffie (de koffie, koffietafel) en citrusvruchten (citroentjes, appelsientjes). Vooral dat van die citrusvruchten zegt mij helemaal niets en heb ik ook nergens gelezen. Blijkbaar werd (of wordt) dit soms gegeten tijdens de rust om weer op krachten te komen, hoewel de trage suikers van een banaan meer effect zouden hebben. ‘De koffie’ ben ik wel een keertje tegengekomen in HNB en ‘de thee’ zou volgens een steekproef in Google (2009) ook nog veelvuldig gebruikt worden in Nederlands kranten. In DT heb ik het echter niet gelezen.
6. Spelling Tot slot zou ik het ook nog even willen hebben over de spelling van woorden in DT en HNB. Het valt immers op hoeveel spelfouten er gemaakt worden, en vooral dan in DT. De fouten die ik heb gevonden, zijn misschien wel niet de allerergste, maar ze bewijzen toch weer dat men het in Nederland nog steeds niet zo nauw neemt met de spellingsregels. Dit las ik allemaal in DT (tussen haakjes staat de correcte schrijfwijze volgens het Groene Boekje (2005)): afstandschot (afstandsschot), man meersituatie en man-meer-situatie (manmeersituatie), one-man-show (onemanshow), vrije trappenspecialist (vrijetrappenspecialist), vrij trap (vrije trap), warmingup (warming-up), reserve-aanvoerder (reserveaanvoerder). Je ziet dat men het vooral moeilijk heeft met het al dan niet aan elkaar schrijven van woorden en de regels voor het gebruik van het koppelteken. Maar misschien volgt DT wel de regels van het Witte Boekje (2006), een alternatieve, nietofficiële spellinggids die vooral in Nederland populair is en die in feite als boycot geldt tegen de nieuwe spellingsregels van 2005. Ook dit blijkt niet te kloppen, want de spellingsregels voor de hierboven vermelde woorden staan eveneens in het Witte Boekje, en DT behoort trouwens niet tot de kranten die de witte spelling volgen (Genootschap Onze Taal, 2009). In HNB vond ik slechts twee noemenswaardige spelfouten: vrijtrap (vrije trap) en semikunstgrasveld (semikunstgrasveld).
19
Opmerkelijk is ook de schrijfwijze van ‘pass’. Dingenen (1977) schreef dat men in Nederland enkel de Engelse schrijfwijze gebruikt en dat Vlaamse journalisten eerder opteren voor ‘pas’, hoewel ‘pass’ ook voorkomt. Het is alsof ze niet goed weten welke schrijfwijze ze het best kunnen gebruiken. In mijn onderzoek heb ik echter vooral ‘pass’ gelezen. Slechts één keer zag in HNB ‘dieptepas’ staan.
20
Algemeen besluit Ondanks de grote verscheidenheid aan termen en uitdrukkingen in DT en HNB, zijn de verschillen eerder beperkt. Er zijn natuurlijk wel heel wat termen die typisch Nederlands of Vlaams zijn, maar toch lijkt de voetbalverslaggeving in Nederland en Vlaanderen op dezelfde manier te evolueren. Zo worden er bijvoorbeeld steeds minder Engelse termen overgenomen. Men groeit ook steeds meer naar elkaar toe in de Lage Landen: verschillende termen die vroeger alleen door Vlaamse journalisten geschreven werden, komen nu ook in Nederlandse kranten voor en omgekeerd. Enkel op het vlak van spelling is er een tamelijk groot verschil tussen Nederland en Vlaanderen: in het noorden nemen ze het immers niet zo nauw met de spellingsregels. Dat het voetbalcommentaar in Vlaamse kranten voor 100 % begrijpbaar is in Nederland en dat van Nederlandse kranten in Vlaanderen, zou ik niet durven stellen. Veel zal het echter niet schelen: voor 99 % is alles wat niet bekend is, af te leiden uit de context. Soms moet je wel oppassen voor termen die bekend zijn in beide landen, maar voor iets heel anders staan, zoals ‘eerste klasse’. Een huizenhoog verschil is er dus zeker niet. Daarom is het misschien interessant om eens na te gaan of die verschillen op televisie en radio ook vrij klein zijn, want zoals ik al zei in de inleiding: audiovisuele media zijn iets anders dan geschreven pers. Een andere mogelijkheid is bijvoorbeeld hetzelfde onderzoek te doen, maar dan met al de maandagkranten van een seizoen. Volgens Luts (1986) is dit beter omdat je dan een breder en vooral vollediger beeld zult krijgen van de gebruikte terminologie. Termen als ‘openingsmatch’ en ‘eindeseizoensmatch’ zul je dan wel tegenkomen, wat nu niet het geval was. Het is ook aan te raden om meerdere kranten te nemen, want vaak zijn er grote verschillen in stijlregisters tussen kranten onderling. Het onderzoek kan er alleen maar vollediger en objectiever van worden. Zelf wou ik dit ook wel doen, maar het is veeleer geschikt voor een werk van grotere omvang, bijvoorbeeld een masterproef.
21
Referentielijst De Telegraaf, feb. 2009. Dingenen, Ludo, De Nederlandse voetbalterminologie. Katholieke Universiteit Leuven, 1977. Genootschap Onze Taal. 25 apr. 2009. Genootschap Onze Taal. 25 apr. 2009.
Google. 15 apr. 2009. Google. 15 apr. 2009. Het Groene Boekje. Tielt / Den Haag, Lannoo Uitgeverij / Sdu Uitgevers, 2005. Het Nieuwsblad, feb. 2009. Het Witte Boekje. Houten, Het Spectrum, 2006. KNVB.nl. 12 feb. 2009. De Koninklijke Nederlandse Voetbalbond. 13 apr. 2009. Koninklijke Belgische Voetbalbond. 9 apr. 2009. Koninklijke Belgische Voetbalbond. 13 apr. 2009. Luts, Frank, Staat het Nederlands off-side of buitenspel?. Katholieke Universiteit Leuven, 1986. Van Dale Groot woordenboek van de Nederlands taal. Van Dale Lexicografie, Utrecht / Antwerpen, 2006. VRTtaal.net. 13 apr. 2009. Vlaamse Radio- en Televisieomroep. 13 apr. 2009.
22
Bijlagen Bijlage 1: Terminologielijst
23
24
Bijlage 1: Terminologielijst Termen term 1/16de finale aandeel aanhang aankoop aanloop aanpassing aansluiting aansluitingstreffer aanstaand landskampioen aanstellerij aanstelling aanval aanvallende wissel aanvaller aanvalskracht aanvalslust aanvalsmanoeuvre aanvalsspel aanvangsfase aanvoerder aanvoering aanwinst aartsrivaal absentie absolute top academie accent achilleshiel achterhoede achterlijn achterstand achtervolger achtste finale actie affiche affluiten afgang afgekeurde goal afloop aflopende verbintenis afronding afscheid afslachting afstand afstandschot afstandsschot aftrap afvallende bal afwerking afwezigheid afzwaaier algemeen directeur aluminium ambitie amusementswaarde angst anticlimax A-ploeg applaus arbiter arbitrage as A-selectie assist assistent averij avontuur baan back bal
Nederland
Vlaanderen 2 1 6 1 1 2 1 1 3 1 1 1 5 7 1 20 4 1 1 1 2 2 8 2 1 1 1 1 3 1 1 1 1 1 1 3 1 12 5 1 3 3 4 1 2 1 1 1 1 1 1 1 4 2 2 3 8 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 3 6 3 2 2 1 1 3 7 3 2 1 1 3 35 48
totaal 2 1 7 1 2 1 1 3 1 1 1 12 1 24 1 1 1 2 2 10 2 2 3 1 1 1 1 1 1 4 17 1 3 7 1 2 1 1 1 1 1 1 1 4 2 2 11 1 2 2 1 1 2 1 1 2 1 1 3 9 4 1 1 10 3 2 1 1 3 83 Bijlage 1 - p. 1
term balbezit balgoochelaar balverlies balwisseling bank bankzitter basis basisdebuut basiself basiselftal basisformatie basisopstelling basisplaats basisspeler bedwang beginfase beginopstelling begroting behoud beker bekerduel bekerfinale bekermatch bekerreturn bekertoernooi bekeruitschakeling bekerwedstrijd bekerwinnaar belofte beloning bereik beslissing bestuur betaald voetbal beterschap bevlieging bewaker beweging bezoek bezoekers bezoekers vak binnenduwer binnenkant blamereden blessure blessuregolf blessureleed blessurespook blessuretijd blikvanger blunder body boeking boete bokstraining bond bondscoach bonus boogbal bord bovenbeenkwetsuur brancard buit buitenkans buitenkant paal buitenkant rechts buitenkant voet buitenspel buitenspeler buitenspelgeur buitenspelpositie buitenspelval buitenwacht campagne captain
Nederland 3 1 5 5 8 1 3 1 1 1 4 5 1 2 1 1 3 1 1
Vlaanderen 3 3 1 11 1 2
2
2 9 2 1 1
2 1 2 1 1 3 1 4
1 1
1 1 2 1 1 9 1
17 1 1
1 4 1 2 1 6 2 1 1 1 1 1 1 4 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1
2
1 3 5
4 1 2 1
1 2 1
totaal 6 1 8 1 16 1 10 1 3 1 1 1 4 7 1 2 1 1 2 12 1 3 1 1 2 1 2 1 1 3 1 5 1 1 1 2 1 1 9 18 1 1 1 1 5 1 2 1 8 2 1 1 1 1 1 1 5 3 1 6 1 1 1 1 1 1 1 5 1 1 3 1 1 2 1 Bijlage 1 - p. 2
term carrière catacomben center centrale linkerkant centrale verdediger centrum Champions League Champions Leagueduel Champions Leaguetoernooi charge chef cijferlijst cijfers clash club clubleiding clubstatus clubtopscorer coach coachwerk collega collega-international combinatie commando commentaar commotie compartiment competitie competitiedebuut competitieduel competitieleider competitietreffer competitieverband competitiewedstrijd compliment concessie concurrent conditietraining confrontatie contact contract controle controlerende middenvelder controleur corner counter counterkoningen countermogelijkheid creativiteit crisis crisismanager crisissituatie cupmatch cursus coach betaald voetbal daden dadendrang debacle debutant debuut defensie defensieve rol degradatie degradatiegevaar degradatiekandidaat degradatiespook degradatievoetbal degradatiezone deklat delegatie derdeklasser dichtgetimmerde defensie diepe bal diepe spits diepgang diepte
Nederland
Vlaanderen 1 1 2 1 2 1 8 1 1 1
1 2 3
1 1
1 1 25 2 1 2 17 1 2 1 4
1 3
10
4 1
1
5 1 2 1 1 4 2 1 4 1
1 1 4 2 1 1 1
1 1 2 2 1 1 9 2
1 2 1 1
9 6 1 1 1
1 1 1 1 1 3 5 6 4 2 3 1 1 1
1 1 2 5 1
1
2 1 3 1 1 1 1 1
totaal 1 1 2 1 3 3 11 1 1 2 1 1 1 1 28 2 1 2 27 1 2 1 8 1 1 1 1 9 3 2 1 2 1 5 2 1 4 1 1 1 2 2 1 1 18 8 1 1 2 2 1 1 1 1 1 2 1 4 7 11 1 4 2 3 2 1 1 2 1 3 1 1 1 1 1 Bijlage 1 - p. 3
term dieptepas direct rood directe concurrent directe degradatie directe rode kaart diva doel doelgebied doelgerichtheid doelgevaar doelkader doelkans doellijn doelman doelmond doelpaal doelpoging doelpunt doelpuntenmaker doelpuntloos gelijkspel doelpuntloze remise doelsaldo doeltreffendheid dominantie domper donderpreek doodsteek doorgebroken speler doorkomen draai draaischot dreiging dreun dribbel driehoek driepunter droomkans druk D'tjes dubbele confrontatie dubbelpass duel dug-out duo duw- en trekwerk duwfout dynamiek editie eenrichtingsverkeer een-tegen-eensituatie een-twee één-twee eerste eerste achtervolger eerste bedrijf eerste concurrent eerste fluitsignaal eerste helft eerste klasse eerste periode eerste seizoenshelft efficiëntie eigen doel eigen doelpunt eigen helft eigen huis eigen kweek eigen speelhelft eigen strafschopgebied eiland eindresultaat eindstand eindstation eindzege elf
Nederland
Vlaanderen 1 1 1 2 1
19
2
32 1 1 2 17
2 30 1 2 1 1 3 4 26
1 13 1
1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 2 1 3 1 2 1 3 1
46
1 2
1 2 4 1 1 2 2
1 1 2 1 1 1 1
2 4 1 1 23
1 1 1 1
2 20 2 3
3 1 1 4 1 1 3
1 3 1 1
1 1 4 1 1 2
totaal 1 1 1 2 1 2 49 1 2 3 1 3 4 58 1 1 3 30 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 2 1 3 3 1 1 4 1 7 1 1 1 48 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 3 4 1 3 43 2 3 3 1 4 1 1 5 1 1 3 1 1 4 1 1 2 Bijlage 1 - p. 4
term elfmeter elfmetertrap elftal elf-tegen-tien situatie elleboog elleboogstoot emotie energie energietank entourage entree eretreffer ervaring Europees voetbal evenwicht examen ex-club excuus ex-international ex-speler extra speeltijd Fair Play Prijs fan fase fatale tegentreffer favoriet feestvreugde FIFA ranking finale flank flankaanvaller fluitconcert formaliteit formatie fout front frustratie fusie fusieperikelen fusilleerschot galapartij gasten gastheer gat geblesseerde geblunder gedrevenheid geel geharrewar gekruiste bovenhoek geldschieter gele kaart gelederen gelegenheidsaanvoerder gelegenheidsdefensie gelijkmaker gelijkspel generale repetitie geploeter geschop geschuif gesel gestalte gevaar gevarenzone goal goalie goede wil Gouden Schoen gouden wissel goudhaantje goudwaarde gras grasmat grensrechter
Nederland
Vlaanderen 4 1
29 1 2 1 1 1 1 1 2 1 1 5 1 1
1
1 8 3 1 1
2 1 1 2 7 7 1 3 1 1
3 1 1 2 1 2 5 1 1 1 1 5 1
9 2
1 1 16 1 2 1 1 3
5 1 1 12 13
1 2
1 3 1 1 1 4 1 1 14 3 1
1 1 1
10 12 10
1 1 5 1 18 4 2 1
1 1 1 1 3 1
totaal 4 1 29 1 2 1 1 1 1 1 2 1 1 5 1 1 3 1 2 2 1 1 10 8 1 2 1 1 3 6 1 1 2 7 16 1 5 1 1 1 1 17 3 2 1 1 1 6 1 1 1 9 2 1 1 26 16 1 1 1 1 1 1 15 1 30 14 2 1 1 1 1 1 3 1 Bijlage 1 - p. 5
term groep grote broer grote drie hakje halve finale hamstringblessure hands handsbal handsfout handspel heenmatch heenwedstrijd heenzending hekkensluiter held helft herneming hervatting hijs hobbelbal hoek hoekschop hoge bal hold-up honderd procentscore hoofdingang hoofdrol hoofdrolspeler hoofdstedelingen hoofdtrainer hoofdwond hoogste Europese podium hoogtepunt hoop houding huisstijl huurling huzarenstuk inbreng indruk ingreep inhaalmatch initiatief inlegger inspanning inspiratie intentie interceptie interim-trainer interland international intimidatiecampagne intrede invalbeurt invaller investering inzet jeugdinternational jeugdopleiding jeugdspeler jongeling jongens jonkie jubilaris jubileum jubileumwedstrijd kaalslag kampioen kampioenenbal kampioenschap kampioensdroom kampioensfeest kampioenskandidaat kampioensploeg kampioensrit
Nederland
Vlaanderen 1 1 1 1 1 2 1
1 2 4 1 1
2 6 2 1 4 1 1
1 1
4 1 1 2 3
3 9 1 1
1 1 4 1 1 3 1 1 1 1 1 2 6
2 3 2
1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 7 1 7 1 2 21 1 7 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 2 1 1
1 1 8 1
1 1 1 1 1
totaal 1 1 1 3 4 2 2 2 1 2 6 2 1 4 2 1 1 4 1 1 5 12 1 1 1 1 4 1 1 3 1 1 1 1 1 2 7 1 1 3 3 1 3 1 1 1 1 1 7 1 7 1 1 3 29 1 8 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 Bijlage 1 - p. 6
term kampioenswedstrijd kans kant kapbeweging kapstok keeper kentering keurkorps klasse klassement klassieker kleedkamer kleine club klepper klip klok kluts klutsbal knal knock-outfase koffie kooi kop kopbal kopbaldoelpunt kopduel koploper kopslag kopstoot korte hoek kracht krachtmeting kruin kruising krul kunstgras kunststukje kwalificatie kwaliteit kwaliteitsprobleem kwartfinale laagvlieger laatste zestien lanceerplatform landskampioen landskampioenschap landstitel lange bal lange pass lappenmand lat leeg doel leer lefgozer legioen leider leiding lengteas lesstof lijdensweg lijn lijnrechter linie linkerbovenhoek linkerflank linkerkant linkerspits links linksachter linksback linksbackplaats linksbackpositie linksbuiten linkspoot lob
Nederland
Vlaanderen
1 37 3 1 11 1 1 3 3 6 2
42 3 1 2
1 1 1 1 1 1
1 1 1
1 12 1 12 1 3 1 1
1 3 1 1 1 12 2 1 1 1 1 2 1 1 1
1 1 7 1 1 2 2 3 2 1 1 3
1
1 3
1 1 6 1
2 1 12
1 3 8 1 1 2 1 1 1 2 3 3 1 1 1 1 3
2 1
1 13 3 1 1 1
4 1 1
4
totaal 1 79 6 1 1 13 1 1 4 1 3 7 2 1 1 1 1 1 4 1 1 1 2 24 2 1 13 1 2 1 5 1 1 2 1 1 1 7 1 1 3 2 3 1 5 1 1 3 1 1 8 2 12 1 3 2 9 1 1 1 15 3 2 1 2 1 2 7 1 4 1 1 1 1 7 Bijlage 1 - p. 7
term loeier lof loftuitingen loopvermogen lunchwedstrijd luxeprobleem maatje maatregelen man man meersituatie manager mand man-meer-situatie man-tegen-mangevecht marge match matchwinnaar medespeler meerdere meevaller megastunt mensen mentaliteit mentaliteitsprobleem middencirkel middenlijn middenlinie middenmoot middenveld middenvelder miljoenenbal miljoenenelftal millimeterpass mirakel mispeer misser misverstand moeite mogelijkheid moment monsterscore muizenissen muur nabespreking nacompetitieplaats nederlaag negentig minuten net netten nieuweling nieuwkomer niveau nonchalance noodploeg nul numerieke minderheid nummer nummer laatst oefeninterland oefenmeester oefenwedstrijd offensief offensieve daden omhaal omknelling ommekeer omschakeling omschakelmoment onderhandeling onderste regionen one-man-show onheil onoverbrugbare achterstand onruststoker ontgoocheling
Nederland
Vlaanderen 1 1 1 1 1 1 1 8 2
1 4 1 1
1 1 6 21 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 9 5 1 1
1
8 1
1 2 1 3 2 1 2 1
1 2 3
1 3 1 1 23 1 1
5
6 1 1
3 4
1 1 1 14 1 1 3
1 4 1 2 1
1 1
1 1 2
1 1 1 1 1 1 3 1 1 1
totaal 1 1 1 1 1 1 1 1 12 2 1 1 1 1 6 21 2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 17 6 1 1 1 2 1 4 2 2 4 2 1 1 3 1 1 28 1 1 6 1 4 4 1 1 5 1 15 1 3 3 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 3 1 1 1 Bijlage 1 - p. 8
term ontmoeting ontslag ontsnapping onzekerheid opbouw opdoffer opdracht opening openingsfase openingsgoal openingskwartier openingstreffer opleving opmars oppepper opponent opportunist opsteker opstelling optie tot koop optreden opvolger opwinding organisatie oud-bondscoach oud-speler overgave overkant overtalsituatie overtreding overwicht overwinnaar overwinning overzicht overzijde owngoal paal pak paniek paria partij pass passeeractie passeerbeweging passiviteit pauze pech pegel penalty penaltyreeks penaltystip periode persconferentie persoonlijk duel persoonlijke actie persoonlijke fout perspectieven pijn pijnlijke nederlaag plaag plaats plaatsvervanger plankenkoorts platte kar play-offplaats play-offs plek ploeg ploeggenoot ploegmaat ploegmakker poging poot positie pot
Nederland
Vlaanderen 4 1 2 1 1
1 1 3 1
2 2 7 1 2 1 4
4 1 2
1 1
1 3 1
1 1 2 1 2 1 8 1 10 1 1 18 1 2 16
2 7 1 2 1 7 1
1
4 1
3 8 6 1
1 11 4 1 4 1 1 1 2 2 1 1 1
7 1 1 7 1 1
1 1 1 16 1 1 1 5 4 59 3
9 1 11 1
16 1
13 4 1 11
1
totaal 4 1 2 1 2 1 3 1 2 2 1 8 1 2 1 4 1 3 5 1 2 1 1 2 1 2 1 8 1 10 3 1 25 2 4 1 23 1 1 3 8 10 1 1 1 18 5 2 11 1 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 32 1 1 1 1 5 4 72 3 4 1 20 1 11 2 Bijlage 1 - p. 9
term poule powerplay predicaat presenteerblaadje pressie pressing prestatie prof professionaliteit programma progressie promotie protégé protest publiek punt puntendeling puntenverlies pupil puzzelwerk raad van commissarissen raket randje buitenspel rangen ranglijst rebound rechteraanvaller rechterflank rechterkant rechterrijtje rechterspits rechtervleugel rechts rechtsback rechtsbuiten record redding reeks ref reflex regie regionen reguliere speeltijd remise ren rendement rentree reserve-aanvoerder reservebank reservestatus resultaat return risico rode kaart rode lantaarn rode streep rol rol van betekenis rollertje rommelaar ronde rondreis rood rookgordijn roulatie rug ruimte ruit runner-up rust rustsignaal samensmelting samenspel save scenario
Nederland
Vlaanderen 1 1 1 1
3 1 1 3 1 1 1 1 5 46 1 5 1 1 1 1 9 4 1 2 2 2 1 1 2
1 6 2 1 1
1 1 3
1
2 12 1
1 1 1 2
2 1 1 3 3 2 1
1 2 2 2 4 1 3 1 9 5 2 11 1 2 1 1 1 1 1 7 1 1 2 1 1 46
1 1 1 1
4
1 4
36 1
1
1
1 3 2
totaal 1 1 1 1 1 1 6 1 1 3 1 2 1 1 7 58 2 5 1 1 1 1 2 1 9 6 1 2 2 2 1 1 4 1 1 1 9 2 3 3 1 1 1 2 2 2 4 1 3 1 10 5 3 12 1 1 2 1 1 1 1 1 11 1 1 1 6 1 1 82 1 1 1 3 3 Bijlage 1 - p. 10
term schaatspartij schade schaduwspits schakel schande scheenbeenwond scheidsrechter scherpte schlemiel schoen schoonheidsprijs schorsing schorsingsperiode schot schouderblessure schouwspel schrik schuiver schwalbe score scorebord scoreverloop scoringsmogelijkheid scout scrimmage seizoen seizoenstreffer selectie selectiespeler semi-kunstgrasveld serie sessie sfeer shirt situatie slippertje slof sloophamer slotfase slotkwartier slotminuut slotseconde sluipschutter sluiptocht sluitpost sluitstuk smaakmaker snelheid spandoek spanning speeldag speeltijd speelveld spektakel spel speler spelersgroep spelershotel spelhervatting spelkwaliteit spelleiding spelopvatting spelpeil spelsysteem spierblessure spionkop spits spitsentrainer spoeling sportmaaltijd sprint stadion stadionspeaker stadsderby staf
Nederland
Vlaanderen 1 2 1 1 1 1 6 2 1 4
7 1 1 1
5 16 1 2 1 1 9
1 26
1 2 4 1 1
1
33 1 7 1
1 1 13
1 7 1 1 2 1 2
9
2 1
1
1 1 4 4 3 2 1
2
1 2 1 1 1
12 27 1 1 1
1 1 1
2 2 4 4
1 1 1 1 1 1 21 1 1 1 1
1 10
3 1 2 1
totaal 1 2 1 1 1 1 13 3 1 5 1 5 1 42 1 2 1 2 2 13 1 1 1 1 1 46 1 7 1 1 7 1 1 3 1 2 1 1 13 4 3 4 1 1 2 1 1 2 2 1 1 1 2 2 16 31 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 31 1 1 1 1 3 1 2 1 Bijlage 1 - p. 11
term stand stand-in standje start statistieken status steekbal steekpass steun stip storm stormloop straf strafschop strafschopbeslissing strafschopdoelpunt strafschopgebied strafschoppenreeks strafschoppenserie strafschopstip streep strijd strijdlust strijdwijze studieronde subtop subtopper succes successtory superredding supersub supporter suprematie surprise systeem taak tackle tactiek talent taxatiefout team teamprestatie technicus technische staf tegendoelpunt tegengoal tegenprik tegenslag tegenstand tegenstander tegenstoot tegentreffer tegenvaller teleurstelling tempo terrein terugkeer terugmatch terugspeelverbod terugval thuisaanhang thuisclub thuisdefensie thuisdoelman thuisduel thuisfan thuisgoalie thuisnederlaag thuisploeg thuispubliek thuisverdediging thuisvoordeel thuiswedstrijd ticket tiental
Nederland
Vlaanderen 3 1 2 2 1 1 2 1 1
1 12
2 1 1 2 9 3 1
1 2
4 2 3 17 1 1 5
1 2 2
1 1 1 2 1 1 1 4 1
3 1
4 2 1 2 1 1 3 1 1 2 2 2 4 1 12 2 1 3
1
6
1 3 1 1 2 2 1 1 2 2
2 1 1 1 1 8 1 1 2 1 1 4 28 1
30 1
1 4 1 1
1
totaal 3 1 1 4 2 1 1 2 1 4 3 3 1 29 1 1 7 1 1 3 2 11 3 1 1 1 1 2 1 1 1 7 1 1 4 2 1 3 1 1 9 1 1 2 3 5 1 5 1 14 2 3 1 1 5 2 2 1 1 1 1 8 1 1 2 1 1 4 58 1 1 1 4 2 1 Bijlage 1 - p. 12
term tij tik titel titelfavoriet titelverdediger titularis toegevoegde tijd toernooi toeschouwer topaffiche topclub topdrieclub topper topprestatie topschutter topschutterslijst topscorer toptalent touwen trainer trainerskamer trainerswissel training trainingsmethode trainingsveld transfer transfermarkt transfersom trap trapkans treffen treffer tribune triomftocht troonopvolgers truc tussentijdse transfer tweede bal tweede bedrijf tweede club tweede elftal tweede geel tweede gele kaart tweede helft tweede keuze tweede klasse tweede paal tweedeklasser tweespitsensysteem tweestrijd twijfel UEFA UEFA Cup UEFA Cupduel UEFA Cupticket UEFA Cuptoernooi UEFA Cupvoetbal UEFA ranking uitblinker uitbraak uitdaging uitdoelpunt uitduel uitgangspositie uitgespeelde kans uitglijder uithaal uitmatch uitschakeling uitslag uitsluiting uitval uitwedstrijd uitworp uitzege
Nederland
Vlaanderen 1 2 4 1 1 2 1 2 2 1 1 1 1 1 1 3 1 1 4 1 5 1 2 3 41 9 1 1 1 1 2 3 1 1 1 1 2 1 3 23 6 4 3 1 1 1 1 2 1 1 1 2 4 2 18 18 1 1 3 1 1 1 1 1 7 2 1 1 4 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 2 1 1 1 1 7 1 2 1
totaal 1 2 5 1 2 1 2 2 2 1 2 1 3 1 5 1 5 1 5 50 1 1 1 1 2 4 1 1 3 1 3 29 7 1 1 1 1 2 1 1 1 2 6 36 1 1 3 1 1 1 1 1 9 1 1 4 1 1 2 1 1 1 1 4 1 1 1 1 3 1 1 1 7 1 3 Bijlage 1 - p. 13
term uitzicht underdog vechtvoetbal veerkracht veld veldbezetting veldoverwicht veldspel veldverwijdering verdedigende middenvelder verdediger verdediging verhaal verkeerde hoek verkoop verlegenheid verlenging verlichting verlies verliespunt verliezend finalist verlossing vermogen vernuft verre hoek verre uittrap verschil versnelling verste paal vertrouwen vervanger vervanging verwarring verzorger veteraan viceleider vijandelijk strafschopgebied virtueel leider vizier vleugelaanvaller vleugelspeler vleugelspits vlotte combinatie voetbal voetbaldwerg voetbalgeschiedenis voetballer voetbalmiddag voetbalpubliek voetbaltrots voetbalveld volley voorbeeldfunctie voorbereiding voordeel voorhoede voorhoedespeler voorkant voorkeur voorronde voorsprong voorval voorzet voorzitter vormcrisis vormcurve vormprobleem vrij trap vrije bal vrije doortocht vrije schietpositie vrije trap vrije trappenspecialist vrijheid vrijschop
Nederland
Vlaanderen
1 1 1 1 25 1 1 1 1 2 20
1 1 1 1 1 2
8
10 2 1 1
5 2 1 1 1
1 2 1 2
4 5 1 1 1 1
1 2 1 2
1 1 1 4 1 2 1 13
1 5 1
1 1 1 1
4 1 1 4 4 1 1 2 2 29 1 9 2 1
1 1 1
1
1 14 18
1 1 1 1 2 23 1 1
1 15
3
totaal 1 1 1 1 33 1 1 1 1 2 30 2 1 1 1 1 6 1 3 2 1 1 1 1 2 1 2 1 2 5 5 3 1 1 1 1 1 1 4 1 2 1 1 18 1 1 1 1 1 1 1 5 1 1 5 4 1 1 2 3 43 1 27 2 1 1 1 1 1 2 1 38 1 1 3 Bijlage 1 - p. 14
term vrijtrap vuist waarschuwing wanorde wapen wapenfeit warmingup warming-up wederopstanding wedstrijd wedstrijddag wedstrijdritme weerszijden werk werklust wijziging winkelhaak winnaar winnende doelpunt winnende treffer winner winninggoal winst winstpartij winterpauze winterslaap winterstop wintersurprise wintertransfer wissel wisselbeleid wisseling wisseltruc WK WK-duel WK-groep WK-kwalificatiewedstrijd woede wonder wurggreep zaak zege zegetocht zekerheid zelfvertrouwen zenuwen zeperd zestien zestienmetergebied zet ziekenboeg zijde zijlijn zijnet zone van de waarheid zuinigheid zuiverheid Zwitserse precisie
Nederland
Vlaanderen 2 1 4 1 1 1 1 2 1 1 2 49 29 1 1 1 1 1 1 2 3 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 13 2 1 1 5 3 1 1 1 1 1 1 1 1 3 1 1 25 11 1 1 2 1 1 2 4 1 2 1 1 1 3 1 1 1 1
totaal 2 5 1 1 1 3 1 1 2 78 1 1 1 1 1 3 3 2 1 1 1 1 2 1 1 1 15 1 1 8 1 1 1 1 1 1 1 1 3 1 1 36 1 3 1 1 2 4 1 2 1 1 1 3 1 1 1 1
Bijlage 1 - p. 15
Clusters, uitdrukkingen e.d. clusters, uitdrukkingen e.d. (aan de wedstrijd) beginnen (bovenin) meedraaien (niet) in de wedstrijd zitten aan de aftrap aan de bak komen aan de bak moeten aan de basis liggen van aan de basis staan van aan de betere hand zijn aan de grond genageld staan aan de haal met aan de leiding staan aan de slag mogen aan de verkeerde kant van de paal mikken aan het kortste eind trekken aan het langste eind trekken aan het roer staan van aan het wankelen brengen aan kop staan aan zijn shirt trekken aandringen aangeslagen aanleggen aanlopen tegen aanmodderen aansluiting vinden aanspraak maken op de overwinning aantikken aantreden in de huisstijl aantreden tegen aanvallen aanvallende accenten aanbrengen aanwezig zijn aarzelen achter de bal achter een ploeg aanlopen achter een speler aanstiefelen achteraan bijspringen achterin iets weggeven achteruit lopen achteruit trekken achteruitleggen acteren als afblokken afgeschreven zijn afhaken afkoersen op afreizen naar afrekenen met afronden afspelen afstand nemen van afstormen op afstraffen afwerken afwijken (op) afzakken richting het rechterrijtje afzien al het kruit leek verschoten alle remmen los gooien alleen afgaan op alleen afstormen op de doelman alleen door mogen alleen opdagen voor alleen staan alles in de aanval gooien alles of niets spelen alles op alles zetten alles uit de kast halen alles uit zijn lenden halen als een buffel als een stervende zwaan tegen het gras gaan als lanceerplatform dienen
Nederland 1 2 2 2 1
Vlaanderen 2 1 5 1 2
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 3 1 1 1 2 1 2 3 1
1 1 2 1
1
3 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 3 2 3 2 3
1
1 1 1 1 1 1 2
1 1 1 1 1
1 2 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1
totaal 3 2 3 7 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 4 1 1 1 3 1 2 6 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 3 2 4 1 3 1 4 1 2 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Bijlage 1 - p. 16
clusters, uitdrukkingen e.d. als overwinnaar uit de strijd komen als slappe vodden apetrots terugkijken op appelleren attent zijn averij oplopen baas blijven baggeren balverlies lijden bedanken bedreigen beginnen fluiten behoed worden voor behoeden voor beloond worden beschikken over besluiten op de doelman bestaffen met een rode kaart beter zijn betrokken zijn bij beuken bij de keel grijpen bij de laatste vier zitten bij de pinken zijn binnenduwen binnenknallen binnenknikken binnenkoppen binnenschieten binnenschuiven binnentikken binnenvolleyen binnenwerken blij zijn met een punt blijven aandringen bloed, zweet en tranen blunderen bouwen breed houden buitenhobbelen buitenspel staan capituleren centraal spelen combinaties bij mekaar schilderen combineren compact spelen compenseren concessies doen consolideren counteren de aanhang tevreden stellen de aanval zoeken de aanvalskracht opvoeren de achterstand zien groeien tot de baksteen op de neus krijgen de bal achter de doelman koppen de bal achter de doelman smashen de bal achter de keeper tikken de bal breedleggen op de bal een hijs naar voren geven de bal hebben de bal in eigen rangen houden de bal kwijt zijn de bal laten lopen de bal laten rondgaan de bal meekrijgen de bal met de hand beroeren de bal met de hand meepakken de bal missen de bal op de (penalty)stip leggen de bal op de borst geschilderd krijgen de bal op de slof nemen de bal op een presenteerblaadje krijgen de bal op het hoofd leggen de bal op zijn elleboog krijgen
Nederland
Vlaanderen 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 2 1
1 2
1 1
1 1 1 1 1
1 1 1 5 3
2 1 1 1 1 5 1 1 4 1
2 1 1 2 1 1
1 1 1 2
2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
3
1 1 1 1 1 1 3 1 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1
totaal 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 3 1 1 1 3 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 2 2 6 6 1 7 1 2 1 1 2 1 1 2 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 4 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 3 1 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1 Bijlage 1 - p. 17
clusters, uitdrukkingen e.d. de bal opzij tikken de bal over de achterlijn duwen de bal rondschuiven de bal spelen de bal tegen de netten tikken de bal uitschieten de bal voor het doel brengen de bal voor het intikken hebben de balans doen overhellen naar de ban breken de bank niet halen de basis staat de beker wegkapen de beker winnen de beslissende man zijn de beslissing valt de betere zijn de boel aan de praat krijgen de boot ingaan de bovenhand hebben de buit leek binnen de combinatie zoeken de defensie doen beven de diepte insturen de doelman / doelpaal dankbaar zijn de doelman het nakijken geven de doelman kloppen de doelman neerdwingen de doelman omspelen de doelman tegen de grond dwingen de doelman testen de doelman tot een save dwingen de doelman verontrusten de doelman verrassen de doelman verschalken de doodsteek geven de drie punten binnenhalen de drie punten verdienen de druk verhogen de dupe zijn van de eer redden de eindstand bepalen op de energietank was leeg de fakkel overnemen de feestvreugde was van korte duur de flank afrazen de frustratie loopt hoog op de gelederen gesloten houden de gelijkmaker verdienen de geschiedenis herhaalde zich de grenzen van het toelaatbare aftasten de grip kwijt raken de hand uitsteken naar de overwinning de handen gaan op elkaar de handen vol hebben aan de handen vol hebben met de hemel kleurde rood de hete adem in de nek voelen de hoek verkleinen de jacht openen op de juiste man op de juiste plaats de keeper kansloos laten de kleedkamer opzoeken de kluts kwijt zijn de lakens uitdelen de lange bal hanteren de lat raken de leiding nemen de lucht wordt zwarter en zwarter boven de marge verdubbelen de marge verhogen tot de meerdere zijn de mindere zijn de netten doen trillen de neus aan de venster steken
Nederland
Vlaanderen 1 1 1 1 1 1 1 1 2
1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1
1 1 1 1 2 1 1 5 1 1 1 1
1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2
totaal 1 1 1 1 1 1 1 1 1 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 1 5 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 Bijlage 1 - p. 18
clusters, uitdrukkingen e.d. de neus aan het venster steken de nul (vast)houden de nul van het bord vegen de ogen sluiten de opgaande lijn juist te pakken hebben de opmars voortzetten de opstelling prijsgeven de opstelling wijzigen de organisatie staat als een huis de overwinning bezorgen de paal raken de paal treffen de play-offs ontlopen de promotie afdwingen de punten (ver)delen de richting inslaan naar de risico's cash betalen de rol moeten lossen de rol overnemen van de ruimte klein houden de rust ingaan de schaapjes op het droge de schade beperken de score milderen de score openen de score opvoeren de score uitbreiden de score verdubbelen de sloophamer bovenhalen de sluiptocht verder zetten de stand gelijktrekken de storm ging liggen de tanden stukbijten op de tegenstander alarmeren de tijd tikt weg de topschutterslijst aanvoeren de trainer opzadelen met een luxeprobleem de treffer op de schoen hebben de trekker overhalen de veer was gebroken de verdediging oprollen de vlam sloeg in de pan de voorhoede / defensie vormen met de voorkeur geven aan de voorkeur krijgen de vuisten van de doelman op zijn weg vinden de vuisten van de keeper testen de wedstrijd in handen hebben de wedstrijd in handen krijgen de wedstrijd keert de wedstrijd leek gespeeld de wet dicteren de winst binnenhalen de Xe plaats aan een andere ploeg laten de zege bezorgen de zege zit in de zak de zegetocht verderzetten de zestien intrekken debuteren degraderen deviëren dicht bij de overwinning zijn dicht bij een doelpunt komen dicht bij een doelpunt zijn dicht bij succes zijn dichtbij zijn diep gaan diep staan disciplinair verwijderd worden dodelijk zijn doel treffen doelgerichtheid brengen doelgevaar creëren domineren door blessures geplaagd
Nederland
Vlaanderen 1 2 3 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 6 1 1 2 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 3 2 1 1 1 2 1 3 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 3 1 5 1 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 3 1
totaal 1 5 1 1 1 1 1 1 1 2 1 3 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 7 1 2 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 3 2 1 1 1 2 1 3 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 3 1 5 1 2 4 1 1 1 1 1 1 1 1 1 4 1 Bijlage 1 - p. 19
clusters, uitdrukkingen e.d. door de mand vallen door de vijandelijke linies sturen door de vingers zien door de vingers zien glippen door de wissels heen zijn door het ijs zakken door het lint gaan door het oog van de naald door het programma denderen door zijn enkel gaan doordringen tot de knock-outfase doordrukken doorduwen doorgaan op het elan doorkoppen doorschuiven draaien draaien als een tierelier dreigen dromen van de eindzege druk creëren druk naar voren zetten druk ontwikkelen druk zetten drukken duels verliezen duels winnen duwen een (deel van de) wedstrijd volmaken een aandeel hebben in een aanval uit het boekje een aanval uitvoeren een aardige pot bij elkaar voetballen een achterstand in de kiem smoren een achterstand ombuigen een achterstand verkleinen een actie afronden een actie afwerken een aflopende verbintenis verlengen een bal binnenschieten een bal controleren een bal duiken een bal in de kruising schieten een bal in de mand leggen een bal in de voeten leggen van een bal in de voeten schuiven een bal in doel deponeren een bal in doel draaien een bal in doel duwen een bal in het strafschopgebied droppen een bal in zijn buurt zien komen een bal meenemen een bal naast schuiven een bal onder de lat weghalen een bal op de kruising zien belanden een bal over de lijn werken een bal pareren een bal slecht verwerken een bal tegen de lat werken een bal uit de voeten halen een bal van de voeten pikken een bal verkeerd inschatten een bal voor doel leggen een bal voorbij de doelman jagen een bal voorbij de doelman plaatsen een bal vuren een bal wegkoppen een basisplaats afdwingen een basisplaats geven aan een beladen wedstrijd een beroep doen op een bonus kwijt zijn een bonus vasthouden een club in het zadel helpen een corner tegenkrijgen
Nederland
Vlaanderen 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 2 1
1 4 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
totaal 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 4 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Bijlage 1 - p. 20
clusters, uitdrukkingen e.d. een corner uit de lucht pakken een corner verlengen een corner weggeven een doelpoging keren voor de doellijn een doelpunt aantekenen een doelpunt afkeuren een doelpunt bijschrijven een doelpunt forceren een doelpunt in de weg staan een doelpunt incasseren een doelpunt komt tot stand een doelpunt maken een doelpunt met de ploeggenoten delen een doelpunt netten een doelpunt op zijn schoen hebben een doelpunt opleveren een doelpunt produceren een doelpunt scoren een doelpunt slikken een doelpunt tegenkrijgen een doelpunt valt een doelpunt verdienen een doelpunt verijdelen een doelpunt voorbereiden een domper op een dot van een kans een dramatische avond kennen een dreun krijgen een dreun uitdelen een driepunter bezorgen een driepunter scoren een dubbeltje op zijn kant een één-twee opzetten een einde maken aan een serie een elleboog krijgen een feestje vieren een fout beoordelen een fout bestraffen met een fout maken een gele kaart op zak hebben een gele kaart opleveren een gelijkspel uit het vuur slepen een goal goedkeuren een goal ongedaan maken een goal scoren een goed resultaat boeken een goede prestatie leveren een goede uitgangspositie verwerven een goede voorzet hebben een grote stap richting titel zetten een halve meter tekort komen een hobbelbal spelen een hoekschop aansnijden een hoekschop afdwingen een hold-up plegen een hoofdrol opeisen een kaart incasseren een kaart ontvangen een kaart valt een kans afdwingen een kans benutten een kans creëren een kans hebben een kans krijgen een kans krijgen op een plek in het zoeklicht een kans laten liggen een kans missen een kans naast leggen een kans noteren een kans om zeep helpen een kans onbenut laten een kans valt een kans verprutsen een kans verzilveren een kans weggeven
Nederland
Vlaanderen 1 1 1 1 4 1 1 1 1 1 2 4 1
3
2 1
3 2 1 2 1 1 1
2 9 1 3 1
2 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1
1 1 1
1 1 3 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 3 1 2 1 1 3 6 1 13 1 1 1
3 9 1 6 1 1
1 1 1 1 1 1
totaal 1 1 1 1 4 4 1 1 1 1 2 6 1 1 3 4 1 11 1 1 4 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 3 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 3 1 2 1 1 3 9 1 22 1 2 7 1 1 1 1 1 1 1 1 Bijlage 1 - p. 21
clusters, uitdrukkingen e.d. een klip nemen een knie in iemands rug planten een kopbal keren een kopduel winnen een koude douche een lek dichten een les in efficiëntie geven een linie doorschuiven een loodzware avond krijgen een maatje te klein zijn een matige indruk nalaten een medespeler vinden een mentale oppepper bezorgen een minuut bijtellen een muur metselen een nederlaag bezorgen een nederlaag incasseren een nederlaag lijden een nederlaag moeten slikken een nederlaag van zich af spelen een overtreding maken op een overwinning behalen een overwinning boeken een overwinning pakken een paar klassen beter zijn een plaats afstaan een plaats bezetten een plaats consolideren een plaats in het vizier hebben een plaats inruimen voor een plaats veroveren een plek in de wachtkamer bezorgen een ploeg aan de leiding brengen / helpen een ploeg bevrijden een ploeg de das omdoen een ploeg de deur wijzen een ploeg duperen een ploeg een buitenkans schenken een ploeg in een wurggreep nemen een ploeg in verlegenheid brengen een ploeg kloppen een ploeg laten kraken een ploeg lelijk opbreken een ploeg loten een ploeg ontvangen een ploeg op een nederlaag trakteren een ploeg passeren een ploeg scherp houden een ploeg steunen een ploeg tot leven wekken een ploeg uit een toernooi knikkeren een ploeg verslaan een ploeg wijzigen een poging keren een poging onschadelijk maken een poging redden een poging stoppen een punt pakken een punt sprokkelen een redding verrichten een reeks beëindigen een reeks voortzetten een reflex in huis hebben een rentree maken een rol van betekenis spelen een rookgordijn optrekken een rustige start nemen een save uit zijn vingers halen een schot keren een schot loslaten een schot lossen een schot noteren een schot richten een schot zeilt over een score uitwissen
Nederland
Vlaanderen 1 1 1 1 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 3
2
1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 2 3 1 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 3 1 1 1 1 3
1
1 1 1
4
1 1 1 1
1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 1 1
totaal 1 1 1 1 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 3 1 1 3 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 2 3 1 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 3 1 1 1 1 3 1 1 1 1 1 5 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 Bijlage 1 - p. 22
clusters, uitdrukkingen e.d. een serie neerzetten een situatie verkeerd beoordelen een slippertje maken een speelveld afkeuren een speler aan de kant houden een speler aanspelen een speler afdekken een speler afhouden een speler aflossen een speler afschrijven een speler aftroeven een speler afvlaggen een speler alleen op de doelman afsturen een speler alleen voor doel zetten een speler bedienen een speler belonen een speler bereiken een speler bewaken een speler brengen voor een andere een speler dekken een speler doorsturen een speler dribbelen een speler een doelpunt laten maken een speler een niet te missen kans bieden een speler elimineren een speler haken een speler halen een speler het bos insturen een speler inbrengen een speler inwisselen voor een speler laten debuteren een speler laten lopen een speler laten staan een speler laten terugzakken een speler met banbliksems overladen een speler met een tweede gele kaart wegsturen een speler missen een speler naar beneden trekken een speler naar de grond trekken een speler naar de kant halen een speler naar de kleedkamer sturen een speler niets te verwijten hebben een speler op maat bedienen een speler oplappen een speler opstellen een speler overnemen een speler posteren een speler richting de keeper afsturen een speler staat op een speler te vlug af zijn een speler terugfluiten voor buitenspel een speler torpederen een speler uitspelen een speler van de bank brengen een speler van een doelpunt houden een speler van scoren afhouden een speler vasthouden een speler vellen een speler verbannen van de velden een speler verkiezen boven een andere een speler vervangen een speler vinden een speler voorbij glijden een speler vrij laten een speler wegplukken een speler wegzenden een speler wisselen een speler zien scoren een speler zoeken een stempel op de wedstrijd drukken een strafschop benutten een strafschop claimen een strafschop fluiten een strafschop geven een strafschop krijgen
Nederland
Vlaanderen 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 3 1
2 2
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 3 1 1 1 1 1
1 1 1
2
1 1 2
4 1 1 1 1 4 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 3
1 1 1 3
1 6 1 1 2
1 1 1
2 2 3 4 1 5
totaal 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 5 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 5 1 1 1 1 1 1 1 3 1 1 4 1 1 1 1 4 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 9 1 1 3 1 1 4 1 1 2 2 3 4 1 5 Bijlage 1 - p. 23
clusters, uitdrukkingen e.d. een strafschop maken een strafschop missen een strafschop omzetten een strafschop stoppen een strafschop trappen een strafschop verdienen een strafschop veroorzaken een streep door de rekening een streep trekken een superredding nodig hebben een tandje bijsteken een te laag tempo hanteren een te laag tempo ontwikkelen een tegenslag te verwerken krijgen een tegentreffer incasseren een ticket voor het grijpen hebben een tik uitdelen een toernooi verlaten een transfer blokkeren een transfersom opnemen een tweestrijd van elf meter een uitstekende zaak doen een uppercut uitdelen een veilige positie verspelen een versnelling hoger schakelen een vogel voor de kat een voorschot nemen op een voorsprong behouden een voorsprong koesteren een voorsprong ongedaan maken een voorsprong op zak een voorsprong vasthouden een voorsprong verdedigen een voorsprong verspelen een voorsprong wegpoetsen een voorzet aanpakken een voorzet binnenkoppen een voorzet inlopen een vrije trap naast het doel plaatsen een vrije trap voor de voeten stompen van een vrijschop nemen een vuist maken een waarschuwing afgeven een wedstrijd afgelasten een wedstrijd beslechten een wedstrijd beslissen een wedstrijd controleren een wedstrijd doorkomen een wedstrijd in het / op slot gooien een wedstrijd ingaan een wedstrijd kapotfluiten een wedstrijd ondergaan een wedstrijd openbreken een wedstrijd spelen een wedstrijd uitstellen een wijziging doorvoeren een zege bezorgen een zege boeken een zege versieren één-op-één spelen eenrichtingsverkeer geldt effectief zijn efficiënt zijn egoïstisch eindigen in eindigen op elkaar waard zijn enkele centimeters te kort komen er als een biljartlaken bijliggen er beroerd uitzien er collectief het hoofd voor leggen er dicht bij zijn er het beste van maken er het maximale uithalen er hing een buitenspelgeur aan
Nederland
Vlaanderen 1 1 1 5 1 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 3 2 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 6 1 1 3 1 1 1 2 2 5 2 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
totaal 1 2 5 2 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 3 2 1 1 1 1 1 1 1 4 1 1 1 6 1 1 3 1 1 1 4 7 1 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Bijlage 1 - p. 24
clusters, uitdrukkingen e.d. er iemand aflopen er is geen plaats voor er kwam niet veel van in huis er niet aan te pas komen er niet goed uitzien er niet in willen er niet voorbij geraken er tegenaan gaan er uitraken er voor spek en bonen bijlopen er was geen doorkomen aan er was geen houden meer aan er zat meer in er zin in hebben erdoor komen ergens een vrije trap in zien erin geloven erop of eronder ertussen zitten eruit komen Europees overwinteren excelleren falen flankeren fluiten foutief afstoppen gaan liggen gaan rusten geel krijgen geel pakken geen antwoord hebben op een bal geen krimp geven geen poot aan de grond krijgen geen verhaal hebben gelijk worden gelijke tred houden met gelijkkomen gelijkmaken gelijkopgaand gelijkspelen gelijkstellen gelouterd zijn in de absolute top geluk afdwingen gemakkelijk gegeven gemist worden genoegen (moeten) nemen met georganiseerd spelen gepikeerd geschorst zijn geslachtofferd worden gestalte geven gestuit worden door gevaar opleveren gevaar stichten gevaarlijk zijn gewaarschuwd zijn voor gewillig neergaan glijden door goed bezig zijn goed in de match zitten goed omgaan met de man meersituatie goed op de been blijven goed opgesteld staan goed spelen goed starten goed uit de voeten komen goed uit de voeten kunnen goed uitpakken goed volgen goed voor de dag komen goed wegkomen goed zitten goede zaken doen goochelen met de opstelling gretig
Nederland
Vlaanderen 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 2 1
1 2 1 1 1 2 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 2
1 1
1 2 1 1 1 1 2 1
1 1
1 1 2 1 1 3 2 1
3 1 1
1 1 2 1 1
1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
totaal 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 1 1 2 1 1 1 2 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 3 1 1 2 1 1 1 1 3 1 1 1 1 2 1 1 3 5 1 1 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Bijlage 1 - p. 25
clusters, uitdrukkingen e.d. hard aankomen hart van de defensie heersen herstellen van een blessure herstellen van een opdoffer het aluminium raken / treffen het antwoord schuldig blijven het beste van het spel hebben het betere van het spel hebben het commando overnemen het de doelman lastig maken het deksel op de neus krijgen het doel bestoken het doel schoon houden het doelpunt kwam uit het niets het doelsaldo opvijzelen het droog houden het een ploeg lastig maken het een ploeg lastig maken het een speler moeilijk maken het gaat moeizaam het gat verkleinen het geschenk aannemen het gevaar was niet geweken het goed / uitstekend doen het goedmaken het heeft niet mogen zijn het heft in handen nemen het hoofd vinden van het initiatief laten aan het kind van de rekening zijn het kwaad was geschied het laken naar zich toe trekken het leer wegduwen het mes nog wat dieper in de wonde duwen het met een man minder doen het middenveld omzetten het middenveld weggeven het moeilijk hebben het moeten doen zonder het overzicht behouden het publiek behagen het publiek op zijn nek krijgen het resultaat heilig verklaren het schip tot zinken brengen het slim doen het slot van de grendel krijgen het sluiten van de transfermarkt het spannend houden het spoor bijster zijn het staat X-X het stadion in vuur en vlam zetten het stokt het strafschopgebied niet vinden het tij keert het vanop afstand proberen het veld inlopen het veld verlaten onder luid applaus het verhaal is ten einde het verschil maken het vertrouwen groeit het vertrouwen krijgen het vizier op scherp staan hebben het vizier richten op het warm krijgen van het was bingo het werd warm voor de goal het wilde niet lukken het zijnet treffen het zit er niet in hoog over trappen hossen op de tribune huizenhoog overschieten hun helden danken iedereen wegduwen
Nederland
Vlaanderen 1 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 3 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 4 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
totaal 1 2 1 3 1 2 1 1 1 1 1 1 1 3 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 4 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Bijlage 1 - p. 26
clusters, uitdrukkingen e.d. iemand de voet dwars zetten iemand een kaart aansmeren iemand een peer stoven iemand in het diepe gooien iemand in staat stellen te scoren iemand in zijn hemd zetten iemand losweken iemand neerhalen iemand op de knieën krijgen iemand op zijn weg vinden iemand parten spelen iemand passeren iemand pootje lichten iemand tot matchwinnaar kronen iemand uitspuwen als een rotte appel iemand van zijn stuk brengen iemand vinden iemand voorspelen iemand vrijspelen iets cadeau geven iets extra's brengen iets in petto hebben iets laten zien iets rechtzetten iets terugdoen iets uitrichten iets voor de boeg hebben imponeren in / tegen de touwen belanden in actie komen in actie moeten op in bedwang houden in corner duwen in corner koppen in corner werken in de (halve) finale staan in de aanloop naar in de aanval trekken in de baan van het schot liggen in de basis staan in de basis starten in de buitenspelval trappen in de fout gaan in de gaten houden in de handen koppen in de handen trappen in de kleedkamer blijven in de kluts in de lucht hangen in de match zitten in de omknelling zitten in de plaats komen van in de ploeg brengen in de ploeg komen in de ploeg zetten in de pocket in de problemen brengen in de problemen komen in de race blijven in de race houden in de race zijn voor in de rug springen in de rug van in de selectie opnemen in de verre hoek koppen in de voeten belanden van in de voeten gaan van in de voeten spelen in de wedstrijd komen in de weg liggen in dienst van in doel besluiten in doel gaan in doel knallen in doel knikken
Nederland
Vlaanderen 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1
2 1
5 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1
1 1
2 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1
2 1 1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1
1 1 1 2 1 1 1
1
1 1 1 1 1 1 2 1 1 1
1
1 1 1 1
totaal 1 1 1 1 1 1 1 2 1 3 1 5 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 3 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 2 Bijlage 1 - p. 27
clusters, uitdrukkingen e.d. in doel koppen in doel trappen in doel verwerken in doel zeilen in een kansloze positie terechtkomen in een strijd tegen de degradatie verwikkeld zijn in een te laag tempo spelen in een tijd trappen in een vrije val in een zetel in eigen doel (ver)werken in eigen huis in elkaar storten in extremis in gevaar komen in het doel belanden in het doel staan in het midden van het doel trappen in het net liggen in het spel betrekken in het spel voorkomen in het stuk voorkomen in het veld komen in het voordeel uitvallen van in het zijnet knallen in hoekschop duwen in hoekschop tikken in koers houden in onderhandeling zijn in problemen komen in verloren positie lijken in vliegen in volle sprint in vorm in zijn hemd staan inboeten aan indruk maken ingehaald worden door ingrijpen inhouden initiatief nemen inkoppen inlopen inschieten intikken invallen joelen om kaatsen kans op kans stapelen kansen opleveren kansloos zijn kappen keepen klop krijgen knokken knokken voor de bal koel blijven koelbloedig zijn komen opzetten koppen koppen tot bij korte metten maken met koud gepakt kracht missen kraken krampachtig kwetsbaar zijn lanceren langszij komen last hebben van plankenkoorts laten doorspelen laten scoren uit een hoekschop lijn in het spel krijgen link worden loeren op de counter
Nederland
Vlaanderen 2 2 1 1 1 1 1 1 2 2 4
2 1
2 2 1 1 1 2 1 1
1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 3
2 1
1 3 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 2
1
4 1 2 1 1 1
1 1 1 2 1 1
2 1 1
1 1 1 1
totaal 2 2 1 1 1 1 1 1 2 4 2 5 1 1 4 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 5 1 1 3 1 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 2 4 1 2 2 1 1 1 1 1 4 2 1 1 1 1 1 1 Bijlage 1 - p. 28
clusters, uitdrukkingen e.d. loeren op kansen makkelijk meedoen makkelijk spelen mank lopen massaal achter een ploeg gaan staan mee oprukken meedoen meeglijden meekomen meevoetballen meezitten met angst en beven met de bal over de achterlijn lopen met de gebakken peren zitten met de rug tegen de muur staan met de volle buit van het veld stappen met de zege gaan lopen met een man meer / minder met een voorsprong gaan rusten met een voorsprong naar de kleedkamer gaan met kunst- en vliegwerk met lange ballen spelen met lege handen staan met man en macht met opgeheven hoofd met rood inrukken met rood uit het veld sturen met succes afronden met tegenslag kampen met tien verder moeten met twee benen vooruit met X-X vertrekken uit met zijn vuist op tafel slaan met z'n tienen mikken mild zijn voor misgaan missen mistasten moeite hebben met moeten passen naar achteren drukken naar beneden kijken naar de kant moeten naar de rechterflank gaan naar de slachtbank laten leiden naar de tribune verwijzen naar de verkeerde hoek sturen naar de Xe plaats stijgen naar de Xe plaats zakken naar de zege leiden naar de zege schieten naar een transfer solliciteren naar voren stormen naar zich toetrekken naar zijn hamstrings grijpen naast belanden naast besluiten naast dwarrelen naast een bal grijpen naast een speler grijpen naast gaan naast knallen naast koppen naast mikken naast plaatsen naast rollen naast schieten naast suizen naast trappen naast verdwijnen naast vuren naderen tot op X punt(en) nauwelijks de tijd krijgen om neergaan
Nederland
Vlaanderen 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1
1 1 1 1 1 1 1 2 1 1
1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 5 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 2 1 1 4 1 1 1 3 2
6
2 1 1 1
4 1 5 5 1 1 1 1 3
1 2
totaal 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 5 1 2 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 2 1 1 4 1 1 1 7 1 7 5 1 1 7 1 3 2 1 2 1 2 Bijlage 1 - p. 29
clusters, uitdrukkingen e.d. neerhalen nergens zijn net naast de paal mikken niet aan voetballen toekomen niet bij een bal kunnen niet bij machte zijn om niet dik zitten in keuzes niet door de defensie raken niet in de plannen vorkomen niet lekker in z'n vel zitten niet meezitten niet scherp zijn/beginnen niet speelgerechtigd niet uit de omknelling geraken niet veel geven voor de kansen van een ploeg niet veel laten zien niet verder komen / geraken dan niet voorbij de doelman (ge)raken niet vrijuit gaan niet weten waar ze het moeten zoeken niets kunnen klaarmaken niets te verliezen hebben niets te vrezen hebben niets voor elkaar krijgen niveau halen omhoog kijken onder controle hebben onder de druk uitkomen onder de indruk onder de voet lopen onder druk komen onder druk zetten onder leiding van onder stoom komen onderdoen voor onderuit trekken onderuithalen ongedekt staan ongelukkig spelen ongeslagen zijn / blijven onheil voorkomen ontaarden in een levendig schouwspel ontbreken onterecht afgevlagd worden ontploffen ontsnappen (aan) ontwijken onverbiddelijk zijn onzeker zijn onzichtbaar zijn oog in oog met de doelman op aangeven van op achterstand brengen op achterstand geraken op achterstand komen op adem komen op alle fronten beter zijn op bezoek bij op de bank beginnen op de bank laten op de bank starten op de bank terechtkomen op de bank zitten op de been blijven op de been houden op de deur beuken op de doelman afgaan op de doelman knallen op de doelman koppen op de doelman stranden op de doelman stuiten op de doelman trappen op de eigen helft duwen op de goede plaats staan op de juiste plaats staan
Nederland
Vlaanderen 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1
1 2 1
1 2
1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 1 1 4 2 1 1
4
1 2 4 1
1 1 1 1 6
1 1 1 1 1
2 2 1 1 1
1 1 1 2 1 2
4
1 1
2 1 1 1 1 1 1 1 2 1
totaal 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 2 4 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 1 1 4 2 1 1 1 2 8 1 1 1 1 3 8 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 4 2 2 1 1 1 1 1 5 2 1 1 1 Bijlage 1 - p. 30
clusters, uitdrukkingen e.d. op de lat uiteenspatten op de paal eindigen op de paal koppen op de paal schieten op de pijnbank liggen op de rol staan op de tribune zitten op de vuisten belanden van op doel besluiten op doel schieten op een achterstand zetten op een anticlimax uitdraaien op een diefje op een doelpunt jagen op een gelijkspel blijven steken op een verlenging uitdraaien op een Xe plaats staan op gelijke hoogte schieten op het (score)bord zetten op het bord blijven op het bord staan op het doel richten op het hoofd belanden op het hoofd borstelen op het hoofd schilderen op het veld brengen op het veld staan op het verkeerde been staan op hun honger blijven op hun laatste benen lopen op jacht gaan naar op krachten komen op links komen te staan op links spelen op papier op rechts komen te spelen op rozen op slag van rust op slag van tijd op tijd hersteld zijn op voorsprong brengen op voorsprong klimmen op voorsprong komen op voorsprong staan op voorsprong trappen op voorsprong zetten op wandel trekken op weg naar de titel op X punten brengen van op X punten van de Xe plek staan op zijn broek krijgen op zijn niveau spelen op z'n hoede zijn op zoek gaan naar opdraven opduiken voor de doelman opereren in opjagen opleven oppermachtig zijn oppikken opruimen opveren opzitten out zijn over (doel) koppen over besluiten over de bal trappen over de muur krullen over een ploeg heen denderen over en uit over en weer gaan over gaan over het been gaan van over knallen
Nederland
Vlaanderen 1 1 1 3 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1
2 1 2
1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1
1 1
1 2 1 1
2 1 1 1 3 1 2
2 1 2 1 1 1
1 1 1 1 2 1 2
4 1
1 1 1 1 2
1 1 1
1
1
1 1 2 1 1 1
1 1 1 1 1
1 1 1 1
totaal 1 1 1 3 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 3 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 2 2 1 1 2 1 1 3 1 5 1 1 3 1 1 1 1 1 2 1 6 1 1 1 1 1 3 1 1 1 1 1 3 1 1 1 1 1 1 2 2 2 Bijlage 1 - p. 31
clusters, uitdrukkingen e.d. over koppen over mikken over schieten over tikken over trappen over zweven overeind blijven overeind houden overhoeks binnenschieten overkeilen overklassen overleven in eerste klasse overrompelen overspeeld worden pakken in twee tijden paniek veroorzaken panklaar paraat staan op pareren perspectieven bieden plaats maken voor plaatsen plaatsnemen in de basiself plat moeten ploeteren pressie ontwikkelen pressing zetten presteren proberen profiteren progressie boeken provoceren punt van de aanval punten laten liggen punten morsen punten pakken punten verliezen punten verzamelen puzzelwerk te verrichten hebben raak koppen raak schieten raak treffen raak zijn rakelings over de deklat trappen reageren op recht geven op redden redden met de vuisten redden op de lijn redden op een inzet redden op een schot redding brengen reden tot klagen hebben rekenen op richting doelman sturen richting doelman trekken rijkelijk beloond worden risico nemen rood / geel geven rood / geel krijgen ruimte krijgen scherp beginnen scherp voor de dag komen scherpte missen schieten op schuiven scoren scoren in buitenspelpositie slalommen slap uit de kleedkamer komen slap verdedigen slecht richten slecht verdedigen slordig snel op de bal
Nederland
Vlaanderen 2 1 1 1 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 5 1
2 2 1
1 1 2 1 2 1 1 2 3 1
1 1
1 2 1
1 3 1 2 4 1 1
2 1 1
1 1 1 2 2 1
2 2 1
1
8 1
1 1 1 11 1
1 1 1 1 2 1
totaal 2 1 1 1 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 7 1 1 1 1 2 1 2 1 1 2 3 1 4 1 2 1 5 1 1 1 2 3 1 1 1 1 1 2 2 3 2 1 1 1 1 1 19 1 1 1 1 1 1 2 1 Bijlage 1 - p. 32
clusters, uitdrukkingen e.d. speeltijd krijgen spelen spelen in het shirt van spoken staan springen op zijn eiland stand houden statisch zijn sterven op stilstaan storen strijden strijdlust tonen stroef lopen strooien met assists struikelen op weg naar de eindstreep stuivertje wisselen stunten succes oogsten sukkelen met een blessure te boven komen te laat ingrijpen te laat uitstappen te lang talmen te licht bevonden worden te overhaast acteren te slap zijn te snel instappen tegen de arm gaan tegen de degradatie strijden tegen de lamp lopen tegen de netten gaan tegen de netten knallen tegen de netten koppen tegen de paal belanden tegen de paal koppen tegen de paal schieten tegen de touwen besluiten tegen de touwen lopen tegen de touwen trappen tegen de vlakte gaan tegen een achterstand aankijken tegen geen kruit gewassen zijn tegen het doelkader mikken tegen iemand opschieten tegenaanvallen tegenhouden tegenover een ploeg staan tegenprikken tegenvoets pakken tekenen voor een doelpunt tekenen voor een ongelooflijk scenario teleurstellen ten koste van ten strijde trekken terug in de match brengen terugkeren in de basis terugkeren naar de rechtervleugel tijd winnen toeslaan tot een goed einde brengen tot grootste daden komen tot kansen komen tot scoren komen traag op gang komen trainen op trappen (op) trefzeker tussen de palen mikken tussenbeide komen uit de draai uit de roulatie zijn uit doel zien verdwijnen uit evenwicht brengen uit het bekertoernooi kegelen uit het boekje
Nederland
Vlaanderen 1 2 1
2 1
1 1 1 1 2
1 1 2 2 1
1
1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 5 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
1 2
1 1 1 1 1 1 1 1 1
totaal 1 3 1 1 1 3 1 2 1 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 5 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Bijlage 1 - p. 33
clusters, uitdrukkingen e.d. uit verband tikken uit zijn winterslaap komen uit z'n dak gaan uitbreken uitdoven uitgebekerd zijn uitgeteld uithalen uitkappen uitlopen uitpakken met uitschakelen uitstekend spelen uitstel van executie uitvallen uitvoetballen uitzicht hebben op van club wisselen van de lijn halen / redden / vegen / keren van de ruimte profiteren van een roze wolk afdonderen van een toefje slagroom voorzien van geluk mogen spreken van grote waarde zijn van het veld gaan / stappen van het veld moeten van het veld sturen van onschatbare waarde zijn van slag van zich afspelen van zich doen / laten spreken vasthouden aan veel energie verbruiken veel ruimte geven veiligstellen ver komen ver terugvallen ver uit zijn doel moeten verdedigen verder komen verdoofd zijn verflauwen verhuizen naar de linkerflank verlengen verliezen vertrekken vertrekken op het randje van buitenspel vertrouwen hebben in vertrouwen krijgen vertrouwen schenken vertrouwen uitstralen vervangen worden verwateren verzilveren verzuimen vieren virtueel geplaatst zijn vissen vloeren voeling houden met voetbal laten zien voetbal spelen voetballend niets laten zien vol gas geven voor (doel) brengen voor de beslissing zorgen voor de boeg hebben voor de leeuwen gooien voor de lijn wegkoppen voor de verlossing zorgen voor de zege zorgen voor doel brengen voor doel slingeren voor doel verschijnen voor dreiging zorgen
Nederland
Vlaanderen 1 1 1 1 1 1 1 2 1 3 1 1 1 1 2 1
1 2
1 1 1 1 5
1 1 1 1 1 2 1 1 1
1
1 1 2 1 1 1 1 1
1 1 1 1
1 2 1 1 1 1 1 10 2 1 2 1 1 1
1 3
1 2 1 5 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1
2 1 1 1
2
1 1 1 1 1 1 1 1
totaal 1 1 1 1 1 1 1 2 1 4 2 1 1 2 2 1 3 1 5 1 1 1 1 1 3 1 1 1 1 1 3 2 1 1 2 1 1 1 2 1 1 1 1 2 13 2 1 2 1 1 1 1 2 1 5 1 2 2 3 1 1 1 1 1 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Bijlage 1 - p. 34
clusters, uitdrukkingen e.d. voor een afstraffing behoeden voor een doelpunt zorgen voor een nederlaag behoeden voor een opsteker zorgen voor een stunt zorgen voor een zware taak staan voor gevaar zorgen voor schut zetten voor spektakel zorgen voor verwarring zorgen voor zekerheid stellen voor zekerheid zorgen voor zijn rekening nemen voorbij de doelman knallen voorbij de keeper koppen voorbij een speler dribbelen voorbrengen voordeel geven voorgeven voorlangs gaan voortijdig douchen voortijdig van het veld verdwijnen voorzetten vrij opduiken voor vrije doortocht verlenen vrijstaand scoren vuren op wakker worden wakker zijn wankelen weer adem krijgen wegdrukken weggestuurd worden weggrabbelen wegkruipen uit de gevarenzone wegwerken wegzakken weigeren om te sterven weinig effect sorteren weinig in de melk te brokkelen hebben weinig klaar krijgen weinig kunnen uitrichten weinig werk hoeven te verrichten werk krijgen wervelen over het veld winnen (van) wippen over wisselen woorden in daden omzetten X punt(en) overhouden aan X punten achterstand hebben op X punten voorsprong tellen op Xe staan zich aanpassen zich beperken tot verdedigen zich bewijzen zich bij de laatste zestien scharen zich blesseren zich de bal laten ontfutselen zich doorzetten zich een doelpunt aanrekenen zich een kaart laten aansmeren zich een uitstekende uitgangspositie verschaffen zich etaleren zich gewonnen geven zich herpakken zich herstellen zich in de luren laten leggen zich in degradatiegevaar bevinden zich in zijn sas voelen zich ingraven zich laten opjagen zich laten opmerken zich laten verrassen zich mengen om de Xe plaats
Nederland
Vlaanderen 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1
1 1 1
1 1 1 1 2 1 1 2
2 1
1 1 1 2
1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1
1 1 1 1 1 1 1 7
7 1 1
1 2 1 1 2 1 1 1 1
1
1 1 1 1 1 1 1 3 1 1 1 1 2 1 1 1 2 1
totaal 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 2 1 1 4 1 1 1 2 1 2 2 1 1 1 1 1 2 3 1 1 1 1 1 1 1 1 14 1 1 1 2 1 1 2 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 3 1 1 1 1 2 1 1 1 2 1 Bijlage 1 - p. 35
clusters, uitdrukkingen e.d. zich neerleggen bij zich niet van de wijs laten brengen zich onsterfelijk maken zich ontpoppen tot de held van de avond zich op de been houden zich op de eigen speelhelft bevinden zich oprichten zich reppen zich staande houden zich strekken zich te pletter werken zich terugtrekken zich tot matchwinnaar kronen zich van het behoud verzekeren zich verdedigend redden zich verkijken (op) zich verslikken zich verzoenen met zich vrijdraaien zich vrijkappen zichzelf op gang brengen zichzelf tekort doen zijn club een goede dienst bewijzen zijn debuut maken zijn draai vinden zijn goudwaarde bewijzen zijn gram halen zijn hoofd tegen de bal planten zijn klasse tonen zijn koffers pakken zijn komst wordt niet clubbreed gedragen zijn kopslag missen zijn man voorbijgaan zijn meerdere erkennen in zijn schoen tegen een bal zetten zijn schot kraken zijn schot missen zijn schulden aflossen zijn verantwoordelijkheid nemen zijn vrije trap geschampt zien zijn vuisten gebruiken zijn Waterloo kennen zijn wil opdringen zonder gele kaart wegkomen zorgen voor een doelpunt zwaar aangepakt worden zwaar teleurgesteld zijn
Nederland
Vlaanderen 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 2 2
1 1 1 1
1 1 1 4 1 2 1
1 1 1 1
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
totaal 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 3 2 1 1 1 1 1 1 5 1 1 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
Bijlage 1 - p. 36