Verslag van de openbare vergadering van de Statencommissie Welzijn, Cultuur en Sociaal beleid, gehouden op woensdag 9 juni 2010 van 09.00 uur tot 14.25 uur in de Blauwe Zaal van het Provinciehuis te Groningen. Aanwezig: mw. L. Veenstra (voorzitter, SP) mw. L.K. Broekhuizen-Smit (PvdA), mw. S.J.F. van der Graaf (ChristenUnie), dhr. S.J. Krajenbrink (CDA), mw. F. Mete (PvdA), dhr. R. Sangers (SP), mw. K.R. Schraagen (VVD), mw. J. Siersema-Venema (GroenLinks), mw. G. van der Sluis-Huisman (ChristenUnie), dhr. H.J.B. Spoeltman (PvdA), mw. F. Stavast (GroenLinks), dhr. J. Zwinderman (burgercommissielidD66). Niet aanwezig: dhr. H.J. Flokstra (SP), mw. O.G. Hartman-Togtema (VVD), mw. A.A.H. Hazekamp (PvdD), mw. A.C.M. de Winter-Wijffels (CDA), dhr. P.G. de Vey Mestdagh (D66), dhr. T.J. Zanen (Partij voor het Noorden). Voorts aanwezig: dhr. P.M. de Bruijne (gedeputeerde), dhr. J.C. Gerritsen (gedeputeerde), mw. A.L Meeske (secretaris), mw. H. Baartman (Verslagbureau Groningen). 1. Opening en mededelingen De voorzitter heeft een bericht van verhindering ontvangen van mw. De Winter, dhr. Flokstra, dhr. Zanen en mw. Hartman. Dhr. Spoeltman zal de vergadering eerder verlaten. Bij de secretaris ligt ter inzage: - Jaarbeeld 2009 van het CMO. 2. Regeling van werkzaamheden Er zijn geen voorstellen vreemd aan de orde van de dag. - vaststellen van de agenda De voorzitter stelt voor om aan agendapunt 4 toe te voegen: de brief van de KunstRaad, de brief van 2 juni van GS reactie op advies KunstRaad voorjaarsnota 2010, beantwoording van het College van technische vragen en de brief van 6 mei van het COS over voorgenomen bezuinigingen.
1
Mw. Broekhuizen (PvdA) geeft aan dat er gisteren nog een schrijven van het COS is binnengekomen. De voorzitter stelt deze nog niet te hebben gezien. Mw. Stavast (GroenLinks) ondersteunt het voorstel om de laatste brief van het COS er wel bij te betrekken. De voorzitter geeft aan dat dit niet kan. Zelf heeft ze het stuk ook niet. Ze zal er kond van doen. Via de e-mail is er een brief binnengekomen van G7. Deze kan bij het agendapunt worden meegenomen. Bij agendapunt 7 wordt betrokken: de brief van 1 juni van GS over de toekomst van ziekenhuiszorg van Noord-Oost Groningen. De brief van GS naar aanleiding van functioneren van BJZ, toe te voegen aan een extra agendapunt, na agendapunt 5. Daarbij te betrekken de brief van 31 mei van dhr. Cock over het cancelen van de voorgestelde cursus van BJZ. - activiteiten commissie WCS: Uitnodiging werkbezoek Biblionet. Lunchbezoek van deze commissie zelf. Benoeming nieuw plaatsvervangend voorzitter. Er staat, hoewel met het nog niet helemaal officiële vertrek van mw. De Winter, een vacature open tot plaatsvervangend voorzitter. Vanuit het CDA is dhr. Krajenbrink hiertoe naar voren geschoven. De voorzitter constateert dat ieder van de commissie het hiermee eens is. Dhr. Sangers (SP) vraagt of de commissie zelf over de benoeming van de vicevoorzitter gaat. De voorzitter zal dit nagaan en zal de benoeming van dhr. Krajenbrink officieel afhandelen. 3.
Gelegenheid tot spreken voor niet-Statenleden (m.b.t. geagendeerde onderwerpen)
De voorzitter geeft aan dat er drie insprekers zijn: dhr. Jakobs en mw. Broekhuis zullen inspreken bij agendapunt 4. Mw. Cock zal inspreken bij functioneren gezinsvoogd BJZ, toegevoegd agendapunt. Dhr. Jakobs (Sensoor Groningen / Drenthe): Geachte commissieleden. Mijn naam is Jaap Jakobs, directeur van Sensoor Groningen Drenthe. Aan de orde is de voordracht van Gedeputeerde Staten van 8 december 2009 bezien in het licht van de uiteindelijke besluitvorming over de aanstaande voorjaarsnota. De voorzitter van het bestuur van Sensoor Groningen Drenthe heeft in deze Statencommissie op 17 februari ijl al duidelijk gemaakt wie Sensoor is en wat zij doet. Ik ga ervan uit dat dit voldoende duidelijk is en dat u ons werk en organisatie een warm hart toedraagt. Bij Sensoor heerst er grote ongerustheid en verontwaardiging over de hoogte van de aangekondigde bezuiniging van maar liefst 25%. Ik begrijp dat als er verder niets gebeurt dat deze korting in de Statenvergadering van 30 juni een feit gaat zijn. Een korting van € 35.000,- in combinatie met de ook al aangekondigde bezuiniging van de Provincie Drenthe van 10 %, dus samen € 45.000,- op een totale begroting van bijna € 250.000,-. Dit is funest voor Sensoor. De huidige ongekorte begroting 2010 kent al tekort van bijna € 5000,-, maar dat lossen we zelf op. Geachte dames en heren, het huidig kortingsvoorstel betekent het einde van bijna 50 jaar Sensoor. Een vrijwilligersorganisatie waar zo’n 60 mensen, gedurende totaal bijna 14.000 uur op jaarbasis, vrijwilligerswerk geven aan de maatschappij. De vrijwilligers draaien zelfs nachtdiensten en Sensoor is daarmee uniek in Nederland. Meer dan 11.000 telefoongesprekken, dat zijn 145.000 belminuten, met mensen uit de Provincie, die het
2
moeilijk hebben. Sinds begin dit jaar is er ook de chatline geopend, vooral voor jongeren en ook heeft Sensoor een onderscheiding gekregen van de Nederlandse Organisatie van Vrijwilligerswerk. Ja, Sensoor heeft haar zaakjes goed voor elkaar. Ik kan me niet voorstellen dat het afbreken van Sensoor uw wens is, sterker nog, met de Voordracht van GS van 8 december 2009 heeft u aangegeven dat u dit zelf ook niet wilt. Daarom citeer ik even uit deze Voordracht: Een consequente doorvertaling van het Bestuursakkoord op het gebied van Zorg zou onaanvaardbare gevolgen hebben, want bij Zorg zijn onderdelen aan de orde die niet gerekend kunnen worden tot het gemeentelijk domein maar eerder tot dat van Rijk en Zorgverzekeraars. Wij vinden het niet acceptabel als hier belangrijke maatschappelijke taken onmogelijk worden gemaakt door het volledig wegvallen van provinciale financiering m.b.t. de rijksbezuinigingen op de uitkeringen van het Provinciefonds. Sensoor mag daarom ook de komende jaren op provinciale ondersteuning blijven rekenen al moet hier wel een bezuiniging worden gerealiseerd. Grote woorden als onaanvaardbaar en onacceptabel moeten nu worden waargemaakt en dat lukt niet met de aangekondigde korting. Vanuit Sensoor wordt begrip getoond voor het feit dat er in financieel zware tijden pijnlijke keuzes gemaakt moeten worden. Onze voorzitter heeft al aangegeven desnoods een bezuiniging van 10% te willen dragen. De Sensoor organisatie zal dan moeten bezuinigen aan de kostenkant. Gelijktijdig zal er veel en continu inspanning gedaan moeten worden om de inkomstenkant te vergroten. Te denken valt aan het verkrijgen van meer en/of hogere giften, sponsoring, projecten en dergelijke. Niet achteroverleunen maar proactief nieuwe bronnen aanboren. We zullen ons tot het uiterste inspannen om de gevolgen ervan niet te laten doorwerken op onze bellers en chatters. Maar met een bezuiniging van maximaal 10 % zijn we echter aan de grens gekomen van wat Sensoor als vrijwilligersorganisatie aan kan en wil. 25 % korting gaat de draagkracht ver te boven en ontmoedigt vrijwilligers drastisch om zich nog in te spannen voor de maatschappij. Sensoor Groningen Drenthe wil onder de motto’s - dragen, niet klagen en verzin een list en voer hem uit – met volle energie de toekomst vervolgen naar haar 50 jarig bestaan in 2012. Met een korting van slechts 10 % geef ik u ook geen garantie dat dit lukt maar bij een korting van 25 % geef ik u de volle zekerheid dat dit niet het geval zal zijn. Ik wil u graag hartelijk bedanken voor uw aandacht en wens u veel wijsheid bij moeilijke keuzes. Als u hierbij emotionele ondersteuning wilt, bel dan met 0900 0767, dag en nacht bereikbaar, nu nog wel. Dhr. Sangers (SP) vraagt of een korting van 25% betekent dat Sensoor tussen nu en 2012 failliet gaat. Dhr. Jakobs (Sensoor) geeft aan dat het heel moeilijk zal worden om minder geld uit te geven dan dat zij nu krijgen. Aan de inkomsten kant zal er dan hard gewerkt moeten worden waardoor Sensoor een ander soort organisatie wordt. Dat zullen alleen nooit structurele gelden worden. Met daarbij de korting door provincie Drenthe van 10% zal Sensoor het waarschijnlijk niet overleven. Dhr. Krajenbrink (CDA) vraagt naar de € 15.000 waarin gesneden zal worden. Wat zal hiervan de consequentie zijn? Waar gaat de kwaliteit naar beneden? Dhr. Jakobs (Sensoor) stelt dat het op peil houden van het aantal vrijwilligers een dure taak is. Er gaat geld naar bekendheid verwerven onder het publiek en in de media. Ook krijgen de vrijwilligers begeleiding en trainingen om extra aandacht te geven aan mensen die het moeilijk hebben. Hiervoor staat 2,9 fte. Dit wordt teruggebracht naar 0,1 fte. Daar ligt de teruggang in kwaliteit.
3
Mw. Broekhuizen (PvdA) geeft aan dat Sensoor vertelt dat zij de enige organisatie is die dag en nacht open is. Is het een idee om onderzoek te doen naar piek- en dalbelasting om te kijken of zij op sommige momenten dicht kan en daarmee dus kosten te besparen? Dhr. Jakobs (Sensoor) antwoordt dat Sensoor Groningen-Drenthe deel uitmaakt van Sensoor Nederland. Op het moment dat Groningen de telefoonstroom niet aankan, zijn er collega’s in het land die de telefoon overnemen. Op dit moment is het moeilijk om voor de nachten en de late avonden vrijwilligers te krijgen. Zo is de landelijke opvang ook erg nodig. Met het voorstel van mw. Broekhuizen kan hij niet zoveel. Mw. Broekhuizen (PvdA) vraagt of Sensoor Nederland of Sensoor Drenthe 24 uur per dag open is. Vangt Sensoor Groningen-Drenthe ook andere provincies op en financiert de provincie Groningen dit dan? Dhr. Jakobs (Sensoor) stelt vast dat het misschien vijf keer gebeurd is dat de post onbezet was. Mw. Broekhuizen (PvdA) vraagt of het zo is dat Sensoor Groningen-Drenthe de enige is die 24 uur per dag open is. Dhr. Jakobs (Sensoor) geeft aan dat alle Sensoorstichtingen 24 uur per dag open zijn. Mw. Siersema (GroenLinks) vraagt of er overleg is met de andere Sensoorafdelingen in het land. Hebben die dezelfde problemen als Sensoor Groningen-Drenthe. Dhr. Jakobs (Sensoor) kan nu niet elk probleem noemen waar Sensoor Nederland mee te maken heeft. Elke afdeling heeft zo zijn problemen. Inspreker 2. Mw. Broekhuis (Museumhuis Groningen): Hartelijk dank voor de ruimte om in te spreken. Wij willen inspreken, omdat u aan het begin staat van een moeilijk, maar mooi proces, namelijk: hoe kunnen we de culturele infrastructuur voor de komende jaren vormgeven. U heeft daar twee jaar geleden als Staten aan het begin van dat proces gestaan door en motie aan te nemen van: we willen graag een transparant raamwerk, voorzie in een procedure. Op dit moment ligt deze op hoofdlijnen voor en zal deze verder vorm krijgen. Met de bedoeling dat de KunstRaad begin 2011 met een advies zal komen. Dat mooie proces wordt doorkruist door de bezuinigingen waar deze provincie niet veel aan kan doen, maar waar wel aan mee moet worden gedaan. Dat snappen wij als cultuursector ook dat als er zwaar bezuinig moet worden, dat cultuur daar niet vrij van kan zijn. beide processen hebben tot gevolg dat er nu een raamwerk ligt waar straks de eerste discussie over wordt gevoerd, dat er een advies ligt dat begin 2011 door de KunstRaad gegeven zal worden, maar waarbij nu al een bezuinigingsslag op tafel ligt. Dat betekent dat u in feite een keuze moet gaan maken om minder geld te gaan besteden, maar dat het advies nog moet komen, zodat de consequenties van de keuzes pas over negen à tien maanden bekend zijn. ik zie dat zelf als een heel moeilijk proces. Ik voel mezelf ingewijde en deskundige op het gebied van cultuur en kan voor mezelf de consequenties van deze stappen nog niet indenken. Ik kan mij voorstellen dat dat voor u ook zo is. We moeten wachten op wat de KunstRaad naar voren brengt, met welke plannen de instellingen komen en ook hoe dat straks zal uitpakken met het budget dat beschikbaar is. Daarom hebben we gemeend, het platform directeuren van de musea, een aantal punten bij u onder de aandacht te brengen. Die punten zijn, dat als straks het advies van de KunstRaad er ligt, kan het zijn dat er onverantwoorde gaten vallen in de culturele infrastructuur. Die gaten moet je niet willen laten vallen. Daarvoor moet je kijken hoe dat op te lossen. Het zou goed zijn om in een
4
vroegtijdig stadium een goede afstemming tussen gemeenten en provincie te hebben, maar ook nadat de adviezen bekend zijn tijd inruimen om die goede afstemming te maken. Een leefbare samenleving is iets waar we allemaal voor staan. Dan kom je bij het tweede punt dat ik naar voren wil brengen: de cultuursector bestaat uit een sector met heel veel vrijwilligers. Dit is een intensief ding, waarbij één organisatie een schakel is in een keten. Haal je zo’n schakel weg, dan verstoor je ook de keten en bezuinig je misschien meer dan je aanvankelijk voor mogelijk had gehouden. Het derde punt: als er gaten vallen, is dit van invloed op de regio en de leefbaarheid daarvan. Er was in oktober een interessant symposium over bevolkingskrimp bij museum Het Hoogeland in Warffum waar één van de sprekers onderzoek heeft gedaan naar de leegloop van gemeenten in de jaren zeventig/tachtig. Zijn conclusie is: wil je een leefbare samenleving houden, dan zul je moten zorgen voor een bevolkingspopulatie met perspectief, maar ook met een goed netwerk en goede achtergronden. Een culturele infrastructuur is daar een levensvoorwaarde voor. Het vierde punt: de cultuursector werkt met weinig budget, veel vrijwilligers. Dat heeft als voordeel dat je voor weinig geld veel kunt bereiken. Het nadeel is dat je voor relatief weinig bezuinigingen veel kunt verstoren. Dit is allemaal nog niet precies bekend, maar ik wil toch een pleidooi houden opdat de Statenleden in het achterhoofd houden, dat zij niet al te strikt aan de bezuinigingsopdracht vasthouden en om na te denken wat andere opties zijn, zodat de culturele structuur behouden blijft. Ook als het advies van de KunstRaad er is, de mogelijkheid te houden om ruimte te creëren om dan te overwegen of de baten door de bezuinigingen in balans zijn met de kosten van wat er afgebroken wordt. Twee belangrijke zaken zijn: de leefbaarheid van de regio en de bevolkingskrimp. Dhr. Spoeltman (PvdA) vraagt of mw. Broekhuis iets preciezer kan zijn over de betekenis van het wegsnijden van bepaalde delen van cultuur. Mw. Broekhuis (Museumhuis Groningen) antwoordt dat ze het heeft over de hele culturele infrastructuur, dus alle organisaties op het gebied van cultuur. Gekeken naar de regio, het gebied buiten de stad Groningen, is daar een heel dunne infrastructuur waar veel vrijwilligers belang bij hebben. De grote groepen vrijwilligers krijgen steun van een grotere instelling. Als de steun aan een dergelijke instelling wegvalt, valt niet alleen de activiteit van die instelling weg, maar ook de ontwikkeling van culturele processen waarin mensen met elkaar werken. Wat er precies zal gebeuren, is nog niet te voorspellen, omdat het nog niet precies bekend is wat de adviezen en keuzes zullen zijn. Dhr. Krajenbrink (CDA) stelt vast dat de achterban van mw. Broekhuis vooral in programmaonderdeel 2 zit. In het kader staat een bezuiniging per programmaonderdeel genoteerd. Hoe ziet mw. Broekhuis dit? Mw. Broekhuis (Museumhuis Groningen) geeft aan in het stuk te spreken over cultureel erfgoed, dat is niet alleen programmapunt 2, maar het geheel. Programmapunt 2 grijpt wel het diepst in de regio in. Daar zitten de kleinere organisaties en daar zal relatief veel gesnoeid moeten worden om het bedrag aan bezuinigingen te halen Dhr. Krajenbrink (CDA) stelt dat er bij programmapunt 2 vooraf een opgave ter bezuiniging staat. Wat vindt mw. Broekhuis hiervan? Mw. Broekhuis (Museumhuis Groningen) geeft aan dat de subsidiescheidingen zijn opgeheven. Toch komt programma 2 er wel heel slecht van af. Dhr.Sangers (SP) vraagt of er een bepaalde prioriteit zou moeten zijn in de programmaonderdelen?
5
Mw. Broekhuis (Museumhuis Groningen) ontkent dit. Zij is er voorstander van de scheiding tussen de programmaonderdelen weg te halen, omdat er straks al zo weinig budget is. De tegenstelling stadregio moet men ook niet willen forceren. De stad heeft ook zijn infrastructuur en aanzuigende werking nodig waar de regio weer van kan profiteren. Dhr.Sangers (SP) vraagt of programma 3 de stad is. Mw. Broekhuis (Museumhuis Groningen) bevestigt dit. Niet per se, maar daar zitten wel de meeste organisaties. Bespreekpunten 4. Voordracht van GS van 18 mei 2010, nr. 2010-30305, FC, betreffende Voorjaarsnota 2010 (nummer 13/2010) Hierbij is betrokken: - De brief van 6 mei van het COS betreffende voorgenomen bezuinigingen subsidie COS (zaaknummer 253311) - Het advies van de Kunstraad - De brief van GS van 2 juni 2010, nr. 2010-32.730/22/A.14, CW betreffende GS reactie op advies van de Kunstraad Voorjaarsnota 2010 - Beantwoording door het college van de technische vragen over de Voorjaarsnota - Reactie van de G7 op het Kader Cultuurbeleid 2013-2016 Provincie Gronningen (zaaknummer 258704) Mw. Broekhuizen (PvdA) stelt vast dat deze nota behoorlijk beleidsarm is. Er komt een leefbaarheidsfonds waar een extra 1 miljoen voor moet komen om de extra dingen te realiseren. Er zal ongeveer € 624.000 vrijvallen uit algemene middelen, omdat er projecten niet uitgevoerd zijn. Hierbij ging het met name om bouwprojecten die door de crisis niet door konden gaan. Wat betekent dit voor die fondsen? Die € 624.000 was immers voor goede welzijnszaken bestemd. Hoe kijkt het College hiernaar? Bezuinigingen in de welzijnssector hakken erin. Er moet gekeken worden hoe dit uitpakt. Zoals stichting Sensoor aangeeft dat zij failliet gaan bij een bezuiniging van 25%. Een dergelijk stelling is lastig, omdat je dan bijna niet meer met elkaar in gesprek kan gaan. Hoe gaat het College hiermee om. Zorgbelang krijgt dezelfde 25% bezuiniging. Wordt hier nog inzichtelijk gemaakt wat er voor taken niet meer uitgevoerd zullen worden? Of wordt er op alle taken een beetje gekort? Overleg COS. In de brief gisteren gaven zij aan vóór 23 juni met een plan te zullen komen om te kijken hoe zij een actieve rol kunnen spelen in de bezuinigingstaak. Hoe verloopt het gesprek? CMO en 50% bezuinigen en optreden als cultureel planbureau. Moet daar dan ook het sociaal-economische aspect inzitten? Dat hoort daar toch wel bij. Een zin als ‘ruimte voor uitvoering van een aantal provinciale trajecten’ is bedoeld als binnen de bezuinigingsslag? RTV Noord. Hoe staat het er voor? Dhr. Spoeltman (PvdA) geeft aan dat er € 1,4 miljoen bezuinigd zal worden in het culturele veld. Er is Statenbreed een motie aangenomen om dit transparanter te maken. Dhr. Spoeltman heeft moeite met de procedure. Tijdpad. Maart 2011 moet alles rond zijn. De KunstRaad en G7 zeggen dat ze nog maar net een jaar bezig zijn met de cultuurnota. Nu moet er direct na de zomer al een plan liggen waar de KunstRaad en de Staten nog naar moeten kijken. Wat nu als maart 2011 niet lukt? De meeste instellingen krijgen geld vanuit andere plekken. Ook daar zal er afstemming moeten komen over het tijdpad. Mw. Stavast (GroenLinks) vraagt dhr. Spoeltman waarom hij niet pleit voor een heel ander tijdpad?
6
Dhr. Spoeltman (PvdA) stelt dat hij alleen vraagt of er rek in de voorgestelde procedure zit. De KunstRaad en G7 vinden dat het College te snel wil. Hierop wil dhr. Spoeltman het antwoord afwachten, van waarom het schema zo strak is. Dhr. Krajenbrink (CDA) stelt vast dat dhr. Spoeltman twee dingen zegt: instellingen zouden kunnen verdwijnen en het tempo moet hoog blijven zodat men kan anticiperen op wat er te verwachten valt. Enerzijds is dhr. Spoeltman het eens met het feit dat instellingen kunnen verdwijnen, anderzijds mag het tijdpad langer zijn. Hoe kan een instelling daar dan op anticiperen? Dhr. Spoeltman (PvdA) geeft aan dat alle instellingen hun geld blijven houden tot 2012. Of ze de beslissing nu in maart of in mei/juni horen, dan nog hebben ze anderhalf jaar de tijd om te anticiperen. Die rek zou er moeten kunnen zijn. Dhr. Sangers (SP) vraagt of dhr. Spoeltman het nu niet eens is met het College of wil hij zelf dat er een ruimere planning komt. Dhr. Spoeltman (PvdA) wil het antwoord van het College afwachten over de mogelijkheid tot rek. Dhr. Sangers (SP) begrijpt dat dhr. Spoeltman dan niet tevreden is met de reactie van het College op het advies van de KunstRaad. Dhr. Spoeltman (PvdA) geeft aan het antwoord van het College af te willen wachten. Advies KunstRaad op verschillende uitgangspunten. Dhr. Spoeltman vindt dat er naast het advies ook opgenomen moet worden wat nu de resultaten zijn. Waarom per programmaonderdeel bepaalde bedragen noemen? Dhr. Spoeltman zou van het bedrag van de cultuurnota uit willen gaan. Wat is de motivatie voor de keuze die het College hierin gemaakt heeft? Pagina 124, stelposten. Hoe zit dit precies? Mw. Schraagen (VVD) stelt dat zij de nota vooral in de Statenvergadering zal behandelen en volstaat nu met een enkele opmerking. Dhr. Sangers (SP) vraagt of een beleidsarme nota voor de VVD duidelijker is. Mw. Schraagen (VVD) antwoordt dat zij dat niet zo kan stellen. De VVD is het ermee eens dat een heel aantal welzijnstaken naar de gemeenten gaan. Verder sluit zij zich aan bij wat vragen van de PvdA, zoals: hoe zit het met de ontschotting en de verdeling van budgetten. Pagina 17, Hoofdstad van de smaak. Is er in deze tijden van bezuiniging nog budget voor? Mw. Siersema (GroenLinks) is blij met het feit dat steeds meer gemeenten zich aansluiten bij de verwijsindex. Over jeugdzorg zal zij bij een ander agendapunt spreken. Zorg. Er zijn gesprekken met Sensoor en Zorgbelang over de aankomende bezuinigingen. Het lijkt met de inspraak van dhr. Jakobs van Sensoor zo te zijn, dat er óf geen opening is in het gesprek, óf dat er helemaal geen gesprek is. Hier graag wat uitleg over. Onderwijs. Is het zo dat het Rijk het liefst de zeer zwakke scholen zou willen sluiten? Mw. Stavast (GroenLinks) Cultuur. Het is allemaal onhelder wat er nu zal gebeuren. Er wordt een kader omschreven met een uitgebreid en mooi advies van de KunstRaad, daar weer een reactie op van GS. Maar wat ligt er nu voor ter besluitvorming? Dit graag helder maken. Dhr. Spoeltman (PvdA) vindt dat de commissie daar voor een gedeelte schuldig aan is door een motie over te nemen over meer transparantie.
7
Mw. Stavast (GroenLinks) geeft aan het daar niet mee eens te zijn. De motie is van december 2008 en geeft de tijd om er rustig naar te kijken. Tijdpad. Hoe denkt het College te kunnen voorkomen dat instellingen vermalen worden tussen verschillende subsidiegevers? Het advies van de KunstRaad geeft een aantal argumenten waarom meer tijd nuttig zou zijn. Stelposten is volgens het College een interne zaak. Maar de Staten hebben na de uitslag van de verkiezingen vandaag recht op te weten wat er zal veranderen aan de post cultuur om het één en ander te heroverwegen. Steuninstellingen. Er komen nog wat onderzoeken. Er is één zin in de richting van de KunstRaad. GroenLinks vindt dat het van belang is om de steuninstellingen op orde te hebben en om daar rustig over na te denken. Zij neigt naar een verzoek om een notitie over criteria en over wat er overgenomen zal worden. Het is nu te onhelder. Ook denkt ze aan een notitie steuninstellingen of aan een voordracht die het geheel van cultuurbeleid opnieuw overweegt. GroenLinks vindt: niet per se alles afwerken vóór de verkiezingen. Laat er enige ruimte zijn om te kijken of deze bezuinigingen echt hard nodig zijn om die dan ook bij de verkiezingen aan de orde te stellen. Ontschotting tussen de verschillende programma’s is uiterst nuttig. Actieve informatieplicht van het College bij veranderingen. Mw. Van der Sluis (ChristenUnie) Basisonderwijs. Is het mogelijk om het aantal zwakke en zeer zwakke scholen nog verder naar beneden kan worden gebracht? COS. Is de bezuiniging van 100% nog te veranderen? Zij wacht het rapport verder af. Mw. Stavast (GroenLinks) reageert op de bevraging van de forse bezuinigingen op het COS. Betekent dit dat als GroenLinks met een amendement zou komen de ChristenUnie mee zal stemmen? Mw. Van der Sluis (ChristenUnie) geeft aan dat ze het gesprek dat nog gevoerd zal worden, eerst wil afwachten. Mw. Van der Graaf (ChristenUnie) Sensoor. Tijdens de vorige vergadering kreeg de ChristenUnie het idee dat het College deze stichting toch echt in de benen wilde houden. Nu komt deze reactie van de inspreker. Wat is nu de visie van het College? Cultuur. Instemming met bestuurlijke en inhoudelijke uitgangspunten. De inspraakreactie van mw. Broekhuis raakt aan het punt van de afstemming met gemeenten en het Rijk. Dit legt de ChristenUnie hier nog eens neer. Want hoe zit het met de autonome taken die de drie overheden hebben? Conferentie over krimp met vooral de gevolgen voor zorg en onderwijs. De ChristenUnie overweegt om een motie in te dienen om een uitspraak te krijgen om Noord-Oost Groningen als experimenteerregio voor innovaties in de zorg aan te wijzen. Dhr. Sangers (SP) stelt dat dit een beleidsarme voorjaarsnota is waar in de Staten nog op terug zal worden gekomen. De tweede beleidsarme nota. Hier zal de SP op terugkomen in de Statenvergadering. Uitwerking bezuinigingstaak. Er is nog overleg over de consequenties. Wat is het doel van dit overleg? Kan dit leiden tot een heroverweging? Media. Er is nog overleg over de waarborg. Met wie wordt het overleg gevoerd en kan dit leiden tot een heroverweging? Jeugdzorg. Er wordt uitgegaan van de position paper IPO bij de provinciale rol van de jeugdzorg, de regierol. Wanneer is wat geschreven? Er is immers nogal wat gebeurd ondertussen. Waarom wordt er zo aan de position paper vastgehouden?
8
Kader nieuwe cultuurnota. Dhr. Sangers sluit zich aan bij de woorden van mw. Stavast en bij de vragen over het tijdpad. Er zal een heldere taakverdeling moeten komen voor Rijk, provincie en gemeenten. Het Rijk is verantwoordelijk voor de instandhouding van de landelijke basisinfrastructuur, de provincie voor een evenwichtige spreiding en de gemeenten voor de infrastructuur gebouwen en afname. Dit moet ook het uitgangspunt zijn voor de nieuwe cultuurnota. Het moet beperkt worden dat instellingen van alle drie de overheden subsidie krijgen. Er moet daarmee ook duidelijke afstemming zijn tussen die drie, met name met de gemeenten. De opdeling van de drie programmaonderdelen moet dan nadrukkelijk tussen haakjes geplaatst worden. Daarnaast moet er bij de subsidiëring uitgegaan worden van het maatschappelijk belang van een activiteit en niet primair de artistieke waarde. Dhr. Zwinderman (D66) Pagina 10, sociale agenda. Het handhaven van een leefbare basisonderwijs is iets waar D66 erg blij mee is. Onderwijs. Hier heeft D66 schriftelijke vragen over gesteld. De ambitie die hier gesteld wordt is niet ambitieus genoeg. Jeugdzorg. De gemeenten moeten versterkt worden volgens GS. Dat zou kunnen betekenen dat men naar sterkere gemeenten moet gaan en dat men meer moet inzetten op een gemeentelijke herindeling. Bijlage pagina 23 e.v. Er worden ook uitspraken gedaan over 2013-2016. Er moeten eerst uitspraken gedaan worden over de huidige periode. D66 vindt het niet wenselijk om over de volgende periode uitspraken te doen. Creatieve netwerken. Stelling over steuninstellingen. D66 begrijpt niet of die steuninstellingen er nu tussen moeten of eruit. Dhr. Krajenbrink (CDA) Pagina 82, Jeugdzorg. Bezuiniging apparaatskosten worden beperkt door misgelopen besparingen. Dit wordt opgevangen door vrijvallende middelen. Waarom is deze besparing niet gerealiseerd? RTV Noord. Besparing van 5 %. Voorzieningenniveau 2004 wordt gewaarborgd. Is het steeds opnemen van deze bezuiniging haalbaar, gezien het juridische karakter dat eraan ten grondslag ligt? Cultuur. Per programmaonderdeel een bezuinigingsopgave. Dit is veel te voorbarig. Dit moet afhangen van de toetsing en de nader op te stellen criteria. De kaders van GS worden door het CDA onderschreven. Maar in de kaders zijn nog geen specifieke criteria opgenomen. Uitwerking van deze criteria zal door de KunstRaad plaatsvinden. Er wordt nu door de KunstRaad ingezoomd op het artistieke gedeelte en de inhoudelijke toetsing. Dit wil zij via commissies regelen. Prima. Het CDA vindt de criteria nu onvoldoende. Ze moeten objectief beoordeeld kunnen worden. GS moeten komen met een apart document, voordat er in de Staten gesproken kan worden over al dan niet instemming met de voorgestelde procedure. Waar rekening mee moet worden gehouden, is: of de criteria vergelijkbaarheid tussen instellingen beter mogelijk maakt, criteria moeten inzicht geven in de hoogte van het subsidiebedrag en de mate van noodzaak waarbij gekeken moet worden naar de andere subsidiënten, de criteria moeten een prikkel geven om te presteren en de criteria moeten inzicht geven in de mate waarin er een bijdrage geleverd wordt in de provinciale cultuurdoelstellingen zoals cultuurbereik, aantal bezoekers, subsidiebedrag per bezoeker, kostenpercentages, overhead, aantal scholieren dat gebruik maakt van cultuureducatie, etc. Naast de inhoudelijke toetsing moet er gekeken worden naar de prestaties van de instellingen over de afgelopen jaren. Vervolgens wil het CDA geïnformeerd worden over de kosten van de opdracht aan de KunstRaad. Dhr. Sangers (SP) vraagt of dhr. Krajenbrink deze informatie nodig heeft vóór de Statenvergadering of dat hij tegen deze nota zal stemmen. Dhr. Krajenbrink (CDA) kan niet instemmen met de procedure van de voorjaarsnota als er geen helderheid is over de criteria voor de instellingen vóór de Statenvergadering.
9
Hoe kan er een opdracht gegeven worden aan de KunstRaad als nog niet duidelijk is wat het offertebedrag is? Ook hier geldt weer dat dit bekend moet zijn vóór de Statenvergadering. Dhr. Spoeltman (PvdA) vraagt of het zo is, dat dhr. Krajenbrink het wel eens is over de inhoudelijke en bestuurlijke uitgangspunten, maar het niet eens is met de procedure? Dhr. Krajenbrink (CDA) verheldert dat de tekst zoals die er nu staat niet voldoende is en dat de criteria moeten worden uitgebreid. Mw. Van der Graaf (ChristenUnie) begrijpt dat dhr. Krajenbrink eigenlijk om een aanvullende voordracht vraagt. Dhr. Krajenbrink (CDA) verduidelijkt dat hij de criteria aangevuld wil zien en wacht daarop het verhaal van de gedeputeerde af. Hij wil een gedegen verhaal kunnen geven als de instellingen die geen subsidie meer krijgen aan komen zetten. Daarmee moeten de criteria duidelijk zijn op basis waarvan een dergelijk oordeel wordt geveld. In principe is dhr. Krajenbrink het eens met het tijdpad, maar het moet niet omwille van dit tijdpad zomaar even afgehamerd worden. Dhr. Spoeltman (PvdA) stelt dat dhr. Krajenbrink verwacht dat er duidelijker criteria moeten zijn binnen twee weken. Niet van de KunstRaad, maar van het College? Dhr. Krajenbrink (CDA) beaamt dit. Er moet een totaalpakket liggen aan criteria. Het is niet per se zo dat de KunstRaad deze criteria moet opstellen of toetsen? Mw. Stavast (GroenLinks) vraagt dhr. Krajenbrink naar de relatie met andere subsidiegevers. Hoe denkt hij dit uit te kunnen werken? Dhr. Krajenbrink (CDA) geeft aan dat het van belang is dat helder wordt van welke andere subsidiegever ook nog geld komt. Wat het totale subsidiebedrag is. Mw. Stavast (GroenLinks) vraagt wanneer er dan een beslissing kan worden genomen. Dhr. Krajenbrink (CDA) antwoordt dat de beslissing begin 2011 genomen moet zijn. Dan moet er wel een totaalplaatje zijn aan de hand van de set criteria. Mw. Stavast (GroenLinks) vraagt of dhr. Krajenbrink dan denkt dat er begin 2011 een overzicht zou kunnen zijn van de andere subsidiegevers. Dhr. Krajenbrink (CDA) stelt dit wel graag te willen zien over de afgelopen jaren. Dhr. Zwinderman (D66) ondersteunt het pleidooi van het CDA. Dhr. Sangers (SP) vraagt aan de ChristenUnie of zij de consequenties van het niet voldoende beantwoorden van de vragen van het CDA ook onderschrijft. Mw. Van der Graaf (ChristenUnie) stelt dat zij het pleidooi voor duidelijker criteria onderschrijft. Instemming met de voorjaarsnota hangt hier niet van af. Haar voorstel aan het College is om met een nieuwe voordracht te komen voor de criteria. Dhr. Sangers (SP) geeft aan dat de criteria van de KunstRaad hooguit een advies is. Dhr. Krajenbrink (CDA) reageert hierop door te benadrukken dat hij daarom vindt dat het College moet komen met een totaalpakket. Verder vindt hij dat de ChristenUnie met het genoemde
10
voorstel afwijkt van de procedure zoals die in de nota gesteld wordt. Daarmee gaat het over het tijdpad en kan dus de ChristenUnie niet instemmen met de nota. Mw. Van der Graaf (ChristenUnie) formuleert het dan zo neer: wat zijn de mogelijkheden voor het College om binnen het tijdpad te blijven en toch aan een zorgvuldige procedure te hechten en het voorstel van de ChristenUnie mee te nemen. De voorzitter geeft aan dat er één termijn staat voor de behandeling. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) Hoofdstad van de smaak. Dit is een mooi plan, maar ligt meer bij gedeputeerde Hollenga. Het zou daar voorgelegd moeten worden. RTV Noord. Als het niet volgens de wet kan, kan de bezuiniging niet doorgaan. Cultuur. Het College neemt verantwoordelijkheid voor een meerjarenperspectief, ook 2013 en verder. Dhr. Sangers (SP) vraagt of als de bezuiniging bij de media niet door kan gaan het bedrag dat in mindering komt bij de totale bezuiniging komt of dat het binnen het betreffende programma alsnog gevonden worden. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) antwoordt dat de bezuinigingen die niet doorgaan in het betreffende programma worden opgelost, maar de gedeputeerde heeft ook aan GS aangegeven dat hij verdere bezuinigingen onverantwoord vindt. Dhr. Sangers (SP) vraagt of dit een breekpunt is. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) geeft aan een duidelijke uitspraak te hebben gedaan aan het College. Tijdpad. Er is al een beslissing is genomen over het bedrag, maar nog niet over de specifieke toedeling naar de instellingen. Er wordt meer tijd genomen om hierover zorgvuldig te beslissen. In maart/april. Dit zal verder besloten worden na de nieuwe verkiezingen op basis van adviezen die er dan al liggen. Wettelijk is het zo, dat er een half jaar van tevoren bekend gemaakt wordt wie wanneer te lijden heeft. Dhr. Gerritsen vindt dit te kort van tevoren. De procedure is hiermee al behoorlijk opgerekt. Wat nu in de cultuurnota staat, is van hoge waarde. Stappen terugzetten, leidt onvermijdelijk tot verlies. Er ligt ook een bestuurlijke dimensie. Er moet goed gekeken worden naar de rol van gemeente, provincie, Rijk. Dit overleg vindt plaats. De provincie zal niet zomaar meesubsidiëren aan de basisinfrastructuur; dat is de verantwoordelijkheid van het Rijk. Er kan wel geld gegeven worden, maar niet regulier, tenzij er een heel duidelijk apart provinciaal belang te benoemen is. Advies KunstRaad. Een stap is het formeren van advies- en toetsingscommissies. Waar dhr. Krajenbrink op wees, was: kan men afrekenen op mooie voornemens. Er zal ook naar ervaringsgegevens met betreffende instellingen moeten worden gekeken. Het is wel belangrijk dat instellingen aangeven hoe zij denken in te zullen spelen op de gestelde doelstellingen. De procedure staat ook open voor nieuwe instellingen. Ervaringsgegevens. Dit zullen feitelijke gegevens moeten zijn, maar wel alleen in het kader van provinciale doelstellingen. Niet om te weten of en wat een andere overheid doet, want dat is een zelfstandige beslissing van de provincie binnen de doelstellingen. Mw. Stavast (GroenLinks) reageert dat voor haar dezelfde redenering in een andere argumentatie plaatsvindt. Zij wil graag weten hoe de gedeputeerde denkt te kunnen voorkomen dat instellingen worden vermalen. Dhr. Krajenbrink (CDA) geeft aan dat de Staten niet alleen beslissen óf een instelling subsidie krijgt, maar ook hoe groot deze zal zijn, afhankelijk van andere subsidiegevers.
11
Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) Zegt toe dat er een brief zal komen met verdere toelichting. Afstemming met gemeenten en Rijk kan om de hoogte van het bedrag te beredeneren. Het maatschappelijk belang voorop. Dit vindt de gedeputeerde wat te heftig. De artistieke waarde is altijd een voorwaarde. Dhr. Sangers (SP) vindt dat het maatschappelijk belang in de keuzes het zwaarst moet wegen. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) beaamt dat het maatschappelijk belang belangrijk is, maar ook de artistieke waarde. Vergelijken van cijfers. Dit is toch lastig, omdat instellingen zo verschillend zijn. Toezegging: lijst van artistiek-inhoudelijke criteria en het maatschappelijk belang, de ervaringsgegevens, hoogte bedrag. Een waarschuwing is op zijn plaats: voorzichtig zijn met onderzoeken, benchmarks,etc. Er moeten politieke beslissingen genomen worden. Afstemming met gemeenten en Rijk. Ieders rol moet duidelijk zijn. Er komt echter geen gecoördineerd beleidsplan. Stelposten, pagina 124. Het staatje bij langs: de eerste vier stelposten worden in de vierjarenraming meegenomen, dit moet nog bekrachtigd worden, maar is voorzien op de lange termijn. Het ‘amendement PS’, als er niet opnieuw een reservering komt voor 2013 vervalt deze. Dit geldt ook voor ‘Substituties andere budgetten’. Indien de Staten het hier niet mee eens zijn, moeten ze dit laten weten en actie ondernemen. Budgetten CIG; hier zal in de nieuwe cultuurnota iets voor uit de ESFIreserves gehaald moeten worden of niet. Als dat niet gebeurd, vervalt het verhaal. Het FCP; het is de vraag wat het Rijk in de volgende periode zal gaan doen. Een nieuw kabinet kan dat anders aanpakken. Dat zou een forse aderlating betekenen. Steuninstellingen. Hierover zal de gedeputeerde wat opmerkingen maken in de brief die naar de commissie zal komen. Opdracht KunstRaad en voorliggende offerte, € 66.000. Dit zal bij de integrale bijstelling definitief geregeld moeten worden. Dhr. Sangers (SP) vraagt of dhr. De Bruijne dezelfde fermheid naar voren heeft gebracht als dhr. Gerritsen voor wat betreft het niet kunnen realiseren van bepaalde bezuinigingen, omdat de consequenties onaanvaardbaar zijn. Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) stelt dat noch hij, noch dhr. Gerritsen dit zo gesteld hebben. Dhr. Krajenbrink (CDA) programmaonderdelen.
wijst
op
zijn
vraag
over
de
bezuinigingsbedragen
bij
de
Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) legt uit dat GS deze bedragen zien als indicatief, in het licht van de beschrijvingen en verscherpingen van de doelstellingen. Daar wordt niet rigide mee omgegaan. Mw. Stavast (GroenLinks) wijst op de vraag van dhr. Spoeltman over de rek in het tijdpad. Zij heeft de gedeputeerde eigenlijk ‘nee’ horen zeggen. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) beaamt dat er inderdaad maar beperkte rek in zit. Het is niet zo dat alles per se voor de volgende verkiezingen afgerond moet zijn, maar wel dat er richtlijnen zijn. Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) stelt vast dat de rode draad van de commissie is: hoe gaat het College om met de besluiten die de Staten op 31 maart hebben genomen ten aanzien van de bezuinigingstaakstelling. Doel van de gesprekken met de instellingen. Op 31 maart zijn er bezuinigingstaakstellingen vastgelegd. Het effectueren van de bezuinigingen echter vindt niet eerder plaats dan 2013. De
12
bedragen van 2009 worden voor 2011 en 2012 gecontinueerd. Er is met de instellingen een soort planning gemaakt van wat deze bezuinigingen betekenen. Sensoor heeft zelf tot nog toe het overleg niet opgezocht. Er is nog tijd voor de veranderingen in 2013. Er zal in het najaar een overzicht komen van welke projecten er de komende twee jaar aan de orde zijn en welke niet meer. Alle projecten staan in de rapportage. Dit najaar zal de voortgang van de activiteiten met de gemeenten besproken worden. VVD wil graag de welzijnstaken naar de gemeenten. De gedeputeerde moet erbij zeggen, dat veel welzijnstaken helemaal niet meer door zullen gaan als de provinciale cofinanciering eindigt. In de Sociale Agenda zitten overigens projecten die ook geen langere looptijd kennen dan twee, drie of maximaal vier jaar. Dhr. Sangers (SP) vraagt of de gesprekken kunnen leiden tot een heroverweging. Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) ontkent dit. De gesprekken zijn bedoeld om naar de consequenties te kijken, in het verlengde van de beslissingen van PS. De gedeputeerde zal geen verwachtingen scheppen. De beslissingen zijn genomen, tenzij de Staten anders beslissen, maar dan zal ook het financiële plaatsje bijgesteld moeten worden. Dhr. Sangers (SP) vraagt wat de gedeputeerde doet met het inzicht in die consequenties? Komt hij daarmee naar de Staten voor heroverweging? Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) geeft aan dat er bij 100% bezuiniging niets meer mogelijk is, maar bij 25% of 50% bezuiniging natuurlijk wel. Dan kan er bekeken worden wat er doorgaat, welke prioriteiten gesteld worden; er wordt gekeken naar substitutie van overheadkosten naar programmakosten. Samen probeert men tot een overeenstemming te komen over de prestaties na 2013, dat het ook spoort met de doelstellingen van GS. Vrijval € 624.000 uit fondsen. Er blijft wel genoeg over. De fondsen zijn verschillend opgebouwd, de vrijval heeft verschillende oorzaken en verschillende looptijden. Bijvoorbeeld de regeling cofinanciering zorginfrastructuur; dit is een oude regeling die met ingang van deze Collegeperiode is afgeschaft, waar nog wel een € 100.000 overbleef. Dit gaat naar de algemene middelen. Het investeringsfonds Wonen Welzijn Zorg daar is € 700.000 aan ILG en LEADER en € 300.000 apart. Daar is een onderbesteding geweest, daar is voor dit jaar nog € 236.000. In het stimuleringsfonds Zorg was € 350.000 per 1 januari, daar zit nu nog € 130.000 in. De vraag of er genoeg overblijft, is altijd moeilijk te beantwoorden, want wat is genoeg. Aanvragen kunnen dit jaar nog gehonoreerd worden. Taakstelling CMO. Daarover is de gedeputeerde nog in gesprek. Ook over de taakstelling van de functie Cultureel Planbureau. De vraag sociaal-economisch onderzoek kan de gedeputeerde nog niet beantwoorden. Daar wordt wel naar gekeken. De overige taken zijn de steunfunctietaken die bij het CMO plaatsvinden. Die van mantelzorg wordt in de lucht gehouden, die van vrijwilligers is nog de vraag, die van asielzoekers moet ook nog blijven. Na bezuiniging blijft er een bedrag over van € 824.000. Nu gaat het erom goed te kijken naar welke taken er in het Sociaal-cultureel Planbureau moeten komen. Het is nu zo, dat een aantal provinciale taken nader bekeken moeten worden, daar zal de gedeputeerde op terug komen. Zeer zwakke scholen sluiten. Dat heeft de gedeputeerde niet zo begrepen. Dit is wel de ultieme maatregel die het Rijk kan nemen, dat is altijd al zo geweest. Percentage zeer zwakke scholen omlaag. Er liggen schriftelijke vragen hierover van D66. Die zal de gedeputeerde eerst beantwoorden. Experiment Noord Groningen. Daarvan zal de gedeputeerde de commissie op de hoogte houden. Eind deze maand is er overleg met de werkgroep die daarvoor fungeert, daarvan maken de schoolbesturen ook deel uit, er zal geprobeerd worden te komen tot start van de uitvoering na de zomervakantie. COS. Moet dit 100% zijn? Ja, want dit is met elkaar besloten.
13
Sensoor in de been houden? Ja. Maar er zal discussie moeten komen over faillissement bij 25%. De komende twee jaar zal de subsidie gewoon doorgaan. Conferentie Zorg bij de ChristenUnie is een goed initiatief. Zelf maakt de gedeputeerde deel uit van de Stuurgroep Toekomst Noord-Oost Groningen. Er is deze middag een vergadering met deze stuurgroep. Er zijn contacten met het ministerie over dat deze regio als proefregio moet fungeren. Alle steun op dat punt is zeer welkom. IPO en recente rapporten over de jeugdzorg. Het IPO is geen dwalende, geen roepende in de woestijn en houdt ook niet krampachtig vast aan zijn position paper. Die paper is van vóór deze nota’s. alle partijen in het veld hebben verteld wat zij ervan vinden. Uit die verschillende zienswijzen heeft dhr. Rouvoet een standpunt bepaald. Daar heeft GS kennis van genomen, daar vinden zij ook nog niet zo heel veel van. De reactie van IPO is tamelijk onderkoeld, omdat er afgewacht moet worden wat een nieuw kabinet hiermee gaat doen. Dhr. Sangers (SP) reageert op het feit dat de gedeputeerde zegt: ‘iedereen kan wel wat roepen’, maar dat er Kamerbreed een uitspraak kwam met een toekomstvisie voor de jeugdzorg. Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) stelt dat hij met ‘iedereen’ dhr. Sangers bedoelde. Men zal nu eerst het nieuwe kabinet moeten afwachten. De gedeputeerde stelt wel dat Groningen er als één van de weinige provincies klaar voor is. Er is een stelsel waarin er samen met de gemeenten en de GGD een bestuurlijke praktijk is opgebouwd waarin men betrekkelijk naadloos uit de voeten kan. Misgelopen besparingen. Er was in de meerjarenbegroting rekening gehouden met een versterking van de formatie bij de provincie ten behoeve van de jeugdzorg. Dat stamt nog uit de periode dat er nogal wat capaciteitstekort was. Maar dat was tijdelijk. Dat zou eindigen in 2012. Daarvan heeft het College nu gezegd: dat kan niet. Het is zeer waarschijnlijk dat er de komende periode fullspeed en met de volledige bezetting gewerkt zal moeten worden. Daarmee slaan de misgelopen besparingen op het niet effectueren van besparingen op de personeelsformatie. Dhr. Zwinderman (D66) herinnert de gedeputeerde aan de reactie op de vraag van D66. Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) stelt dat het versterken van de gemeenten en de gemeentelijke herindeling iets is voor gedeputeerde Slager. De voorzitter geeft de insprekers nog spreektijd. Dhr. Jakobs (Sensoor) stelt dat er gezien de bezuinigingsplannen voor 2013 en het jubileum van 2012 dan een feestje en een uitvaart tegelijk zal plaatshebben. Verder neemt hij de uitnodiging van de gedeputeerde om over de bezuiniging en de consequenties te spreken graag aan. Dhr. Jakobs heeft pas zeer recent te horen gekregen hoe de bezuiniging er precies uit zal gaan zien. Hij pleit voor een korting van maximaal 10% om de zaak overeind te houden. Mw. Broekhuis (Museumhuis) wijst op de term subsidie. Bij het aanleggen van een weg heet het geld geven en bij cultuur heet het subsidie. Naast het uitvoeren van de provinciale taak, voert een instelling natuurlijk nog veel meer uit. Daar wil zij toch ook nog op wijzen. De voorzitter concludeert dat dit stuk als A-stuk naar de Staten zal gaan. 5. Voordracht van GS van 27 april 2010, nr. 2010-21.061, CW betreffende de herbestemming van het batig saldo van de geliquideerde Groninger Borgenstichting. (nummer 12/2010) De voorzitter concludeert dat dit als B-stuk naar de Staten zal gaan.
14
6.
De brief van GS van 1 juni 2010, nr. 2010-33.167/22/A.19, CW betreffende Uitzending SBS6 functioneren gezinsvoogden Bureau Jeudgzorg. Hierbij is betrokken het emailbericht van 31 mei 2010 van de heer Cock betreffende cancellen van de voorgestelde cursus BJZ (zaaknr: 257223)
De voorzitter geeft het woord aan mw. Cock, inspreker 3. Inspreker 3: Mw. Cock (moeder): 6 maart vorig jaar is jeugdzorg bij mij gekomen en heeft mijn zoontje weggehaald, op basis van vermoedens. Dat is natuurlijk al niet correct geweest, want een uithuisplaatsing hoort ten alle tijde een laatste oplossing te zijn en geen voorzorgsmaatregel. Daar gaan jullie niet over; dat snappen wij. Toch willen we hier het één en ander toelichten. We hebben Alberto Stegeman erbij gevraagd om ons te helpen. Dat heeft hij gelukkig ook gedaan. Er zijn zoveel fouten gemaakt in het afgelopen jaar. Mijn zoon is tot drie keer toe op de wachtlijst gezet voor een psychologisch onderzoek; hij is er tot drie keer toe ook weer vanaf gehaald. Mijn zoon wordt gedragsgestoord genoemd; zijn gedrag is zo zorgelijk dat hij absoluut niet thuis kan wonen. Toch komt er geen onderzoek naar zijn gedrag. De rechter heeft uitspraak gedaan dat het onderzoek er wel moet komen, jeugdzorg zet mijn zoon op de wachtlijst en een maand later wordt hij er weer afgehaald. Jeugdzorg houdt stellig vast aan de door hen gestelde punten. Als zij eenmaal zeggen: ‘het is zo’, dan is het zo. Mijn zoon is nu één keer onderzocht door Accare. Daar is direct uitgekomen dat mijn zoon geen autisme heeft. Toch houdt jeugdzorg hier nog altijd aan vast. Jeugdzorg heeft zo veel zorgen; ze noemen mijn zoon, nu na ruim 14 maanden, nog steeds gedragsgestoord. Echter het onderzoek dat naar mijn zoon is ingesteld, is stopgezet. Letterlijk, volgens de beschikking, omdat ik contact heb gezocht met SBS6. Dat is de enige reden dat de hulpverlening naar mijn zoon niet op gang is gekomen. Mijn zoon heeft geen enkele vorm van hulpverlening gekregen. Ook ik heb geen enkele vorm van hulp gekregen. Ik heb zelf op zoek moeten gaan naar hulpverleners, naar Accare, communitysupport, onafhankelijke psychologen. Ik heb zelf onderzoeken naar mezelf moeten aanvragen. Alle initiatieven die ik heb geopperd, heeft jeugdzorg afgewezen. Communitysupport is niet goedgekeurd. Een Eigen Kracht Conferentie waar jeugdzorg zelf reclame voor maakt, is afgewezen, een netwerkplaatsing bij mijn ouders is afgewezen, terwijl zij wel goedgekeurd zijn als pleegouders; alles wat ik aanvraag wordt afgewezen door jeugdzorg. Toch stellen zij dat hij nog steeds gedragsgestoord is. Mijn zoon heeft nog altijd geen hulp. Hij is geplaatst bij een pleegmoeder waar al ruim tien jaar klachten over binnenkomen. Mijn zoon kreeg straffen als in de sneeuw staan, dat hij buiten moest blijven, omdat de pleegmoeder hem zat was. Dat vertelt zij zelf in het bijzijn van de voogd en jeugdzorg doet hier niets aan. Ze houden zich niet aan de termijnen van zes week plan van aanpak. De wettelijke termijnen voor het indicatiebesluit houden zij zich niet aan, de klachtenprocedures houden zij zich niet aan. Als moeder heb ik geen andere opties meer. Mw. Broekhuizen (PvdA) geeft aan dat mw. Cock vertelt over hoe het proces is verlopen. Gekeken naar de brief van het College staat daar dat er, nadat er geïntervenieerd is naar aanleiding van een klacht van mw. Cock, zij de klacht bevredigend hebben kunnen afhandelen. Hoe zit dit dan nu? Mw. Cock (moeder) stelt dat de geopperde oplossing bestond uit twee nieuwe gezinsvoogden. Maar die zijn nu ook weer van de zaak af. We zitten nu bij nummer negen. Iedere keer bij een nieuwe klacht komen ze met de optie: nieuwe gezinsvoogd. De klacht zelf blijft liggen. En nu zitten we weer bij een nieuwe voogd die eerst het hele dossier moet doornemen, alle fouten moeten er weer uitgevist worden; alles begint dan weer opnieuw.
15
Mw. Schraagen (VVD) vraagt waarom haar zoon steeds van de wachtlijst wordt gehaald. Mw. Cock (moeder) geeft aan dit niet te weten. Ze vindt in de papieren terug dat haar zoon aangemeld was, maar waarom hij er niet meer op staat, wordt niet verteld. Dat zijn fouten gemaakt door vorige voogden. Daar mag mw. Cock geen vragen meer over stellen. Inmiddels heeft haar zoon vier keer op een wachtlijst gestaan en is een gepland onderzoek gecanceld. Alleen van de laatste keer weet mw. Cock waarom; dat staat namelijk in de beschikking: omdat er contact is opgenomen met SBS6. Mw. Siersema (GroenLinks) heeft een e-mailuitwisseling gehad met de vader van mw. Cock. Eén ding viel daarin op: mw. Cock heeft een advocaat die haar bijstaat. Kan hij ergens tussenkomen? Heeft mw. Cock daar steun aan? Mw. Cock (moeder) stelt dat hij er niet tussen komt. Dhr. Sangers (SP) vraagt wat de aanleiding was tot de zitting bij de kinderrechter met uitkomst in de beschikking van 26 mei jongstleden. Is het zo, dat de kinderrechter zegt dat het cancelen van de cursus terecht is? Mw. Cock (moeder) geeft aan dat de machtiging tot uithuisplaatsing was afgelopen en dat deze vanuit BJZ verlengd moest worden. de machtiging is verlengd met een half jaar. De voorzitter bedankt mw. Cock en geeft de commissie het woord. Mw. Broekhuizen (PvdA) geeft aan dat vooral de stapeling opvalt van dingen die hier mis zijn gegaan. Er was een uitzending, er was een e-mailuitwisseling met dhr. Cock. Vanwege dit laatste is de commissie tijdens een werkbezoek nog uitgebreid ingegaan op de klachtenprocedures aldaar. In de brief van het College leek het alsof het allemaal goed afgerond was. Mw. Broekhuizen is blij dat het College het oppakt en met BJZ zal gaan praten. Ook om te kijken of dit nu een incident is of niet. Een doorlooptijd van 14 maanden is onacceptabel. Dat zegt het College ook. Gaat het College ook spreken met CWZW? Daar waren immers ook al zaken misgelopen bleek in de uitzending. De vraag blijft: hoe kan er gemonitord worden op kwaliteit? Daar is uitgebreid over gesproken tijdens de rondetafelgesprekken. Daar zou naar gekeken moeten worden. Mw. Schraagen (VVD) deelt de zorg van mw. Broekhuizen. In de uitzending lijkt er weinig professionaliteit te zijn bij BJZ. Het lijkt erop dat er meer zorg is voor de bureaucratie en voor de interne problemen van BJZ dan voor onderzoek voor het kind. Hoe komt men er nu achter of de kwaliteit wel goed is? Is er al een gesprek geweest tussen BJZ en de gedeputeerde? Is er al een idee over hoe het contact met BJZ verder zal gaan? Mw. Siersema (GroenLinks) geeft aan al eerder klachten te hebben gehoord over jeugdvoogden. Die zijn tot nog toe tot tevredenheid door de provincie opgelost. Nu lijkt het erop dat er 8 ambtenaren zijn die zich hier mee bezig houden. Mw. Broekhuizen (PvdA) vraagt of ze het goed gehoord heeft, dat er 8 ambtenaren fulltime bezig zijn die de steken die BJZ heeft laten vallen ophalen. Mw. Siersema bedoelt niet gewoon het cluster van 8 ambtenaren die zich met jeugdzorg bezighoudt? Mw. Siersema (GroenLinks) weet dit niet zeker en vraagt dit zelf ook aan de gedeputeerde. Wanneer zijn de gesprekken en wat zijn de oplossingen? Is er een vorm van controle mogelijk?
16
Verder staat natuurlijk het belang van het kind voorop en mag er geen verdere vertraging ontstaan. Mw. Van der Graaf (ChristenUnie) Er moet gekeken worden naar het gedeelte waarop de provincie kan sturen. Het verschil tussen in termijn van 6 weken en 14 maanden is nogal wat. Daar maakt de ChristenUnie zich ernstig zorgen over. Overdracht naar een andere voogd zou geen vertraging mogen opleveren. Wanneer is het overleg? Kan er meer gedaan worden om vooraf te sturen in plaats van achteraf? Wanneer komen de resultaten van het overleg? Dhr. Sangers (SP) geeft aan ten aanzien van de familie Cock niet op de stoel van de professionals/ hulpverlening te kunnen gaan zitten, hoezeer hij ook is geschrokken van dit verhaal. Er zal hier vooral politiek naar gekeken moeten worden. Wat betekent het beamen door het College van het onacceptabel zijn van een doorlooptijd van 14 maanden? Wat zijn de sancties die hieruit kunnen volgen? Was er niet eerder al sprake van in moeten grijpen, richting Raad van Toezicht? Niet alleen in dit concrete geval, maar om het hele functioneren. Dhr. Sangers wil er zeker van zijn dat dit dossier niet eerder wordt gesloten dan dat dit kind goed is geholpen. Dhr. Zwinderman (D66) stelt te willen voorkomen dat er een incidentenmanagement gevoerd wordt. In dit opzicht wacht hij de resultaten van de gesprekken af. Dhr. Krajenbrink (CDA) vraagt wat de reactie was van BJZ naar de provincie. Was het een incident? Hoe verloopt de registratie bij opnieuw op een wachtlijst geplaatst worden? Gaat de teller dan weer op nul en lijken de wachtlijsten dan weggewerkt, terwijl ze dat in feite niet zijn? Verloop in gezinsvoogden. Is deze voortdurende wisseling een incidenteel geval of is het structureel? Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) stelt vast dat de inhoudelijke beslissing niet iets voor deze commissie is. Incident of niet. Dat de doorlooptijd soms wordt overschreden, is bekend; de beschikbare cijfers zijn gemiddelden. De gedeputeerde zal terugkomen op het feit dat er soms een doorlooptijd is van langer dan een jaar om te vertellen wat hij daar mee doet. Er is een brief gestuurd naar PS door de familie Cock. Dit werd beschouwd als een klachtenbrief die behandeld wordt door de ambtenaren. Er zijn geen 8 personen die zich fulltime bezig houden met klachten of niet goed functioneren van BJZ. Eén van de medewerkers neemt een dergelijke brief op en handelt dit af met BJZ volgens de procedure van het protocol. Er wordt hiermee ingezet op een oplossing tussen BJZ en de klager, waarbij de tevredenheid van de klager voorop staat. BJZ wordt erop aangedrongen de klacht goed op te lossen. Gesprek op 2 april leek goed afgerond. De afwikkeling van deze zaak kan vertrouwelijk aan de commissie verspreid worden. Na 2 april kwam er geen reactie van de klager waarop de provincie op 22 april een afsluitend briefje heeft gestuurd. Dhr. Sangers (SP) gaat ervan uit dat er volgens protocol is gehandeld. Maar nu, na de uitzending, wordt de zaak bestuurlijk opgepakt. Heeft de klacht van februari er al toe geleid dat er breder bij BJZ is gekeken of dit een incident was? Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) geeft aan dat het in februari primair van belang was dat beide partijen tot elkaar zouden komen. Er werd ook gesignaleerd dat de doorlooptijd erg lang was. Daar zou dan in
17
een volgend bestuurlijk overleg op gewezen worden. Nu, na de uitzending, is er ook aanleiding om bij BJZ aan de bel te trekken over onder andere professioneel handelen. Er is dan ook een brief gestuurd naar BJZ met een heel aantal vragen. Voor morgen staat er een gesprek met BJZ gepland waarin juist de vragen zoals de commissie ze stelt ook door de gedeputeerde gesteld worden. Een vraag is ook: hoelang duurt het voordat het bij de directie bekend is wat er op de werkvloer gebeurt. Deze casus moet uitdrukkelijk gebruikt worden om bij BJZ te kijken. De gedeputeerde zal adviseren deze casus als voorbeeld gebruiken en daarbij om extern te laten kijken hoe er intern een verandering moet plaatsvinden om te voorkomen dat dit soort zaken niet vaker zullen voorkomen. De gedeputeerde wil ook de Raad van Toezicht vragen om kwalitatief toezicht te houden op BJZ. Met daarna de vraag: hoe vult u dat toezicht in. De wet kent een aantal sanctiemogelijkheden waar de gedeputeerde nog niet aan toe is. Hij heeft overleg met de directie van BJZ waarbij twee punten: deze casus heeft prioriteit en wat zijn hiervan de dwingende leerpunten. Kwaliteitstoetsing. Het is natuurlijk niet aan de provincie om op de stoel van de hulpverlener te gaan zitten. Daar is wel inspectie voor. BJZ heeft deze casus daar op eigen initiatief gemeld. Dhr. Sangers (SP) vraagt of het klachtenprotocol nu toch weer in werking zal worden gezet na afsluiting in april, zodat er ambtelijk toezicht is op de afronding. Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) stelt dat dit niet zal gebeuren. Dat past niet bij deze zaak. Wel zal BJZ moeten aangeven wat het tijdpad is voor het plan van aanpak. Er moet op korte termijn duidelijk worden wat er met dit kind gebeurd. De wachtlijst van Accare telt niet mee in de doorlooptijden. Mw. Cock (moeder): ik wil er heel graag op wijzen, ondanks het feit dat ik het erg waardeer dat veel mensen zich inzetten voor deze zaak hoe naïef sommige mensen zijn. Er wordt gesproken over wettelijke sancties; die vindt u niet nodig. Wanneer is dit wel nodig? Mijn zoon heeft een jaar bij een zeer gevaarlijke vrouw gewoond, dat is bekend. Dan mag BJZ binnen zes weken een plan van aanpak hebben – wat ze niet zal lukken, dat hebben ze al gezegd. Ze nemen er vier maand voor. Maar als een dossier vol met leugens staat, schiet niemand er wat mee op. Klachtencommissies? Wij kunnen klachten indienen, maar het advies is niet bindend. Wij schieten hier niets mee op. Die wettelijke termijnen halen ze niet. Mw. Berendsen heeft zelf gezegd dat zij er vier maanden voor nemen. Ze geven zelf ook toe dat het dossier vol met fouten staat. Het is wel degelijk tijd voor sancties. Ik wil niet wachten tot mijn zoon helemaal kapot is. Het gaat om kinderen! In tweede termijn Mw. Broekhuizen (PvdA) vraagt nog naar het onderhoud tussen de gedeputeerde en CWZW. Kunnen de rapportages van de inspectie betrokken worden bij de voortgangsrapportage? Voor het volledige beeld. Informatie over de reactie van BJZ na het gesprek morgen. Mw. Schraagen (VVD) wil graag een reactie van de gedeputeerde op de noodkreet van moeder en wil weten hoe het gesprek met BJZ afloopt. Dhr. Sprokkereef, directeur BJZ, heeft zelf ook in de uitzending aangegeven dat er veel fouten zijn gemaakt. Mw. Siersema (GroenLinks) Aan mw. Cock laat mw. Siersema weten dat de commissie verder niet veel meer kan doen dan wat zij nu gedaan heeft. Mw. Van der Graaf (ChristenUnie) wacht de uitkomsten van het gesprek af.
18
Dhr. Sangers (SP) geeft aan dat hij de wanhoopskreet beleidsmatig op tafel wil leggen. Hij wil dat de gedeputeerde niet adviseert, maar eist. Wanneer wordt er actie ondernomen in de vorm van sancties? Het lijkt nu alsof het College er niet bovenop zit. Dhr. Zwinderman (D66) vraagt of de gedeputeerde misschien nog meer van dit soort casussen kent? Dhr. Krajenbrink (CDA) vindt dat er goed gekeken moet worden naar de processen en de structuur. Ook dit soort andere situaties moeten zo snel mogelijk op tafel komen. Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) stelt dat de wettelijke sancties ertoe zullen leiden dat er nog veel meer vertraging opgelopen wordt in deze casus. Dit dossier is in de ogen van de gedeputeerde een incident en niet een structureel probleem. Daarmee is een verregaande sanctie niet wenselijk. Hij wil bovendien ook de andere kant kennen: waarom moet het nu bijvoorbeeld nog vier maanden duren. Wat is het verhaal van BJZ? De sanctie waarop mw. Cock wijst, is niet één in het kader van de wet. Er moet zeker voortvarend tot een oplossing moeten worden gekomen. Het mag niet zo zijn, dat doorlooptijden structureel niet worden gehaald, hoewel ook hier geldt: er zijn situaties waarbij het minder urgent is als een doorlooptijd niet wordt gehaald. 14 maanden is nooit acceptabel. De provincie moet zich houden aan de wettelijke taak en heeft geen meedenk-rol. Wat wel zal gebeuren, is het monitoren, toegevoegd aan de halfjaarsrapportage: hoeveel klachten, hoelang is die doorlooptijd, etc. CWZW. De provincie beoordeelt primair BJZ, BJZ dient de zorgaanbieder aan te spreken. Indirect kan de gedeputeerde hier een opmerking over maken naar BJZ. Wachtlijst van 313 dagen eind 2009 naar in de eerste kwartaalrapportage 2010 143 dagen. Er wordt zeker wel gewerkt aan het verkorten van de doorlooptijd, ook al is het nog niet wat het wezen moet. De voorzitter concludeert dat de commissie er behoefte aan heeft om geïnformeerd te worden over de uitkomsten van het gesprek met Bureau Jeugdzorg en dat de gedeputeerde dit toezegt. Het stuk gaat als C-stuk naar de Staten gaat. 7. Ziekenhuiszorg Hierbij wordt betrokken: de brief van GS van 28 april 2010, nr. 201025.958/17/A.8, CW betreffende beantwoording schriftelijke vragen over het Refaja Ziekenhuis te Stadskanaal, de brief van GS van 28 april 2010, nr. 2010-26.099/17/A.7, CW betreffende beantwoording schriftelijke vragen met betrekking tot ziekenhuizen in Oost-Groningen en de brief van GS van 1 juni 2010, nr. 2010-32.038/22/A.8, CW betreffende toekomst ziekenhuiszorg in Noord- en Oost-Groningen
Dhr. Krajenbrink (CDA) geeft aan dat de volgende punten van belang zijn: - Bereikbaarheid zorg voor de Groninger bevolking waarbij Rijk en provincie een rol spelen. - Kwaliteit van zorg. Hier spelen Rijk, ziekenhuis, inspecties, vereninging van specialisten een rol in. - De betaalbaarheid van zorg. Hier een rol voor de zorgverzekeraars. - Ziekenhuis in de regio; rol voor de provincie. Er zijn dus diverse partijen betrokken, waarvan een marginale rol voor de provincie. Hier vooral het publieke belang waarborgen. Dit is niet meer een wettelijke taak en er zijn ook geen middelen om invloed uit te oefenen. Wel neemt de provincie deel aan het ROAZ-overleg. De laatste tijd ontbreekt er integraliteit. Als dit te lang duurt, zal niemands belang hierbij gediend zijn en komt de zorg voor de Groninger bevolking in het geding. Er is geen gezamenlijke partij met gemeenschappelijke integrale visie. De visie van de gedeputeerde om het publieke belang te dienen, wordt door het CDA gesteund. Samenbindende rol provincie; hoeft niet van het CDA, mag wel.
19
Rol van provincie om initiatief te nemen om te komen tot integrale visie en aanpak wordt door het CDA gesteund. Rol UMCG. Kan er een uitwisseling van taken plaatsvinden? Sommige zorgtaken van het UMCG vallen soms duurder uit dan die in streekziekenhuizen. In hoeverre kan er een verschuiving plaatsvinden van zorg UMCG naar de streekziekenhuizen en vice versa? In hoeverre kan er in Noord Groningen een proeftijd van experiment gelet op de krimpsituatie en innovatie plaatsvinden? Verder is er het belang van draagvlak bij partijen om te komen tot een integrale aanpak die ook het publieke taak dient. Dhr. Zwinderman (D66) In hoeverre wordt de hele provincie hierbij betrokken? Ook de aansluiting met de provincie Drenthe? De problematiek houdt niet op bij de grens van Groningen, dus breder kijken. Is er voor de gedeputeerde de mogelijkheid van een integrale benadering? Stuurgroep. Wat is het uitgangspunt? Spreiding of fusie? Wat is daarin de onder- en wat de bovengrens? Dhr. Sangers (SP) Uitkomsten onderzoek RIVM half mei verwacht. Zijn die er? Wat is dan de samenbindende partij? Men moet af van de marktwerking in de zorg om toe te komen aan de kwaliteit en goede spreiding. Dhr. Krajenbrink (CDA) geeft aan dat de zorgpremie daarmee behoorlijk hoger zou komen te liggen. Dhr. Sangers (SP) stelt dat dit een erg simplistische benadering is over hokjes. Er zijn ook heel andere financieringsmogelijkheden. Mw. Van der Sluis (ChristenUnie) Is het ‘de vinger aan de pols houden’ genoeg bij de gesprekken met de betrokken ziekenhuizen? Kan er vanuit de zorgverzekering ineens een dwingend besluit komen waardoor het College voor een voldongen feit wordt geplaatst? Spoedeisende hulp. Is deze tijd nog dekkend? Wijkt het af van de wettelijke tijd? Deelname gedeputeerde bij besprekingen. Staat de gedeputeerde als voorzitter buiten de discussie of mag hij meediscussiëren? Kan het gebeuren dat er geen grip meer is op de zorgverzekeraar? Algemene vraag zorg, hulp en verzekeraars. In Stadskanaal stelde een vrouw dat er in één straat vier verzekeraars aanwezig zouden kunnen zijn. Zouden die dan niet met elkaar moeten kijken hoe dit ingevuld zou kunnen worden binnen een bepaald dorp of streek? Dit zou veel minder kosten geven. Mw. Siersema (GroenLinks) vraagt aan mw. Van der Sluis over welk soort zorg dit gaat: streekziekenhuizen, thuiszorg. Mw. Van der Sluis (ChristenUnie) geeft aan dat het over thuiszorg gaat. De vraag is gelieerd aan zorg. Dit gebeurt in de provincie en ligt bij de verzekeraars. Daarmee kan de gedeputeerde er rechtstreeks niet veel aan doen, maar hij kan het misschien wel noemen. Mw. Siersema (GroenLinks) vraagt wat dit inhoudt? Een wijkverpleegkundige? Mw. Van der Sluis (ChristenUnie) stelt geen invulling te kunnen geven aan hoe het veranderd zou moeten worden. Er gaat nu veel reis- en zorgtijd verloren.
20
Mw. Siersema (GroenLinks) Streekziekenhuizen. Dit is in heel het land een probleem. De provincie kan er niet veel aan doen. Kan men, als duidelijker is wat het wordt, de Tweede Kamerleden hierheen halen om met elkaar in gesprek om te gaan bespreken wat precies de pijnpunten zijn en het partijenbreed onder de aandacht te brengen? Mw. Mete (PvdA) stelt aan mw. Siersema dat de landelijke politiek beleid en wetgeving bepaalt en op de grond hiervan ontstaan maatschappen, regelgeving en ontwikkeling binnen de eerste- en tweedelijnsgezondheidszorg. De landelijke politiek is hiermee erg bepalend voor de komende jaren. Mw. Siersema (GroenLinks) geeft aan dat dit gedeeltelijk zo is. Op dit moment zijn er bepaalde onderwerpen, zoals specialisten in ziekenhuizen die gecontroleerd worden door inspectie gezondheid. Die bepalingen worden niet door de politiek vastgelegd, maar door wetenschappelijke verenigingen. Dat heeft niets met politiek te maken. Het zou wel leuk zijn als dit zou veranderen. Mw. Mete (PvdA) Voorstel van PvdA tot het instellen van een commissie van wijzen die de knelpunten van de gezondheidszorg in deze provincie in beeld zou moeten brengen. Het College komt nu gelukkig zelf met een opdracht aan een onderzoeksbureau. Vragen over deze stap: Het initiatief wordt in gezamenlijkheid genomen met de beide streekziekenhuizen, Refaja en OZG. Is het de bedoeling dat de uitkomst van dit onderzoek voor de hele provincie geldt, ook voor de stadsziekenhuizen? Bijeenkomst PvdA over eerste- en tweedelijnsgezondheidszorg. De onderzoeksopdracht beperkt zich in eerste instantie tot de tweedelijnszorg, dus alleen de ziekenhuizen. Hierbij graag de argumenten? Wordt er wellicht in een later stadium de eerstelijnszorg er alsnog bij betrokken? De provincie heeft hier geen wettelijke taak. De PvdA is erg blij met de genomen stappen van de provincie hierin. Graag wil de PvdA geïnformeerd worden over de voortgang van de verschillende werkgroepen. Welk bureau neemt deze omvangrijke klus op zich? Wanneer komt er meer duidelijkheid? Mw. Schraagen (VVD) vraagt of de gegevens van het RIVM-onderzoek al bekend zijn. Op basis daarvan kan de discussie gevoerd worden over de toekomst van de ziekenhuizen in deze provincie. Initiatief andere onderzoek is belangrijk om te kijken naar de echte feiten. Daarvan zullen de resultaten terugkomen in de commissie? Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) Er zijn in de Kamer vragen gesteld naar aanleiding van de interventie van Menzis bij voorgenomen investeringen van het Refaja. Het antwoord van de minister was erg duidelijk. Er worden nu vragen gesteld als: kan het zo zijn dat de zorgverzekeraar bepaalt welke investeringen er in de ziekenhuiszorg waar genomen worden. Het antwoord van de minister was kort samengevat: ‘ja’. In de zin van dat de verzekeraars verantwoordelijk zijn voor de zorginkoop. Het ligt dan op hun weg om te kijken wat de meest doelmatige inkoop is. Maar wat is dan nog de rol van het departement? Het antwoord daarop was dat het dan ging om de spoedeisende hulp, de basisvoorzieningen. Daarom is het rapport van de RIVM van belang. Het ministerie is aanspreekbaar op knelpunten op dat punt. Het rapport is er, het ligt nu bij de minister, maar die wil het nog niet openbaar maken. De gedeputeerde vindt dat de provincie één belangrijk belang heeft in het publieke belang: de spreiding en kwaliteit van de ziekenhuiszorg in Groningen moet gelijk liggen met wat landelijk gebruikelijk is. De kwetsbare regio’s zijn het meest in discussie, omdat het daar vooral gaat om knelpunten op toenemende eisen van de beroepsverenigingen aan het aantal verrichtingen dat een specialist moet doen wil hij zijn licentie houden. Dit komt vooral in de periferie voor. De gedeputeerde moet als voorzitter niet voorop lopen om te zeggen hoe het moet, maar wel in de zin van waarborgen.
21
Er moet ingeboet worden op spreiding of op kwaliteit. Er moet meer samenwerking komen, meer afstemming tussen stad- en streekziekenhuizen. Hoe die taakafbakening moet zijn, is niet aan de provincie. De provincie moet helpen met meekijken naar de knelpunten en naar oplossingen daarvan. De opdracht zal in de volgende vergadering van de stuurgroep worden afgekaart, in de eerste week van juli. Dit gaat om het in kaart brengen van de toekomstige zorgvraag op het terrein van de ziekenhuiszorg, en van daaruit de knelpunten die zich uit die zorgvraag zullen voordoen. Dan kan men niet om de eerstelijnszorg heen, want als het efficiënter moet, moet er gekeken worden waar dat dan kan. De opdracht is een korte, de resultaten zouden er in oktober moeten zijn. In de volgende ronde zullen er allerlei varianten van samenwerking en afstemming bekeken worden. Verder is er een intentieovereenkomst gesloten tussen het UMCG en de OZG. Hierin ligt ook voor het Refaja de mogelijkheid om zich aan te sluiten. De neuzen staan nu nog niet genoeg dezelfde kant op. Het is een kwetsbaar proces van eigen posities bewaren. De gedeputeerde kan geen garantie geven dat het goed komt, maar er is bereikt wat bereikt moest worden: op basis van feiten met elkaar doorpraten. Zorgverzekeraar, kan deze doorzetten? Dat kan hij voor een groot deel, maar de zorgverzekeraar heeft ook klanten; die kunnen zich ook gaan weren. Daar is de zorgverzekeraar wel gevoelig voor. In de marktwerking moet de zorgverzekeraar zijn klanten goed bedienen. Dhr. Sangers (SP) vraagt of het zo is dat men dan afhankelijk is van de welwillendheid van de verzekeraar, of is er een voorschrift naar de zorgverzekeraar. Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) geeft aan dat een verzekeraar niet rechtstreeks investeert in een ziekenhuis. Deze sluit langjarige contracten van zorginkoop. Op basis van die contracten kan het ziekenhuis naar bank om financiering te krijgen op zijn investering. Dhr. Sangers (SP) vraagt of het aan de gevoeligheid van de zorgverzekeraar is om een discussie te voeren over het totaalplaatje of is dit voorgeschreven aan de verzekeraar om zo te handelen. Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) stelt dat dit een erg technisch verhaal is. De bereikbare spoedeisende hulp ligt bij de overheid, daar hoort een OK bij. De niet-spoedeisende zorg gaat via marktwerking zorg inkopen. Binnen dit spanningsveld opereren de verzekeraars. Menzis heeft in de provincie Groningen zijn verantwoordelijkheid genomen en op een correcte manier gehandeld. Mw. Van der Sluis (ChristenUnie) vraagt of er ook een doorslaande bevoegdheid kan ontstaan, zodat er alleen vanuit een zorgverzekeraar gedicteerd wordt van hoe en wat. Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) geeft aan dat er buiten de spoedeisende hulp een behoorlijk overwicht is voor de verzekeraar. De spreiding van waar, welke hulp, etc. De wet schrijft wel voor welke behandelingen dat zijn. het hele pakket moet aangeboden worden. Tweede Kamer uitnodigen. Dat kan elke partij zelf erg goed doen, landelijke partijleden uitnodigen. Provinciegrenzen. Hier moet eerst in Groningen gekeken worden; misschien dat er in een volgende fase verder gekeken kan worden. In tweede termijn Mw. Van der Sluis (ChristenUnie) vraagt of de gedeputeerde als voorzitter ook deelneemt aan de discussie. Mw. Siersema (GroenLinks) geeft aan dat zij het van belang vindt om na het onderzoek te kijken of alle partijen bij elkaar kunnen komen. Dhr. Krajenbrink (CDA)
22
RIVM-onderzoek en de beschikbaarheidstoeslag. Er is een richtlijn naar de minister gegaan met de uitkomst dat een deel van de beschikbaarheidstoeslag niet meer nodig was. Daar was van de ziekenhuisgroep commentaar op: want wat was er zo verbeterd aan infrastructuur waardoor aanrijtijden wel gehaald werden. Gaat het onderzoek hier ook nog over? Dhr. Zwinderman (D66) Hoe treedt de gedeputeerde nu op? Wat zijn de uitgangspunten, waar wordt voor gestreden? Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) Als voorzitter heeft de gedeputeerde geen beslissingsbevoegdheid. Zijn inzet is het publieke belang van bereikbaarheid en spreiding van ziekenhuiszorg, komen tot optimalisering. Hij heeft geen vooropgezette opvatting van hoe het in de toekomst moet. De opdracht is van de ziekenhuizen en Menzis, niet alleen van de provincie. Men is nu nog niet verder dan de onderzoeksfase en daarbij moet gezegd dat er onderling nog erg veel kwetsbare plekken liggen. RIVM-rapport. De gedeputeerde kent de inhoud niet. Het ROAZ-rapport over bereikbaarheid moest van de minister gevalideerd worden. Het eerdere advies loog er niet om. De voorzitter concludeert dat dit stuk als C-stuk naar de Staten kan. 8. Brief van GS van 26 mei 2010, nr. 2010-29.949/21/A.21, CW betreffende mogelijkheden tot beperking apparaatskosten Studiefonds. Mw. Broekhuizen (PvdA) vraagt naar de definitie van de derde opleiding. En is de verhandeling wel helemaal rechtvaardig? Mw. Siersema (GroenLinks) sluit zich aan bij de opmerking van mw. Broekhuizen. Verder vindt GroenLinks dat niet alles naar de gemeente moet, maar dat er ook zaken bij de provincie moeten blijven. Mw. Van der Sluis (ChristenUnie) vraagt ook naar de derde opleiding. Wat als de verwachting van lagere kosten voor 2010 tegenvalt? Wordt het verloop getoetst? Dhr. Sangers (SP) De zin: ‘de reële verwachting dat de kosten substantieel lager zullen zijn’. Zit het hem in: de cijfers gaan uit van een hogere bezetting dan het geval is, of dat de toerekening plaatsvindt van de overhead van 100% van de loonsom. Is dit een standaardformule? Dan een derde: er wordt hard gewerkt aan de efficiency. Conclusie: mogelijke inconsistentie en oncontroleerbaarheid. Maar ook: het zou de solidariteitsgedachte teniet kunnen doen. Deze redenering kan dhr. Sangers niet volgen. Dhr. Zwinderman (D66) Wat is de stand in juni? Er is € 100.000 minder nodig voor de apparaatskosten. Gaat er dan nominaal meer geld naar het onderwijs en wat gaat er met dat geld gebeuren? Dhr. Krajenbrink (CDA) Totale apparaatskosten in werkelijkheid: € 150.000 in plaats van € 258.000. Zonder overhead zou het € 82.000 zijn. Dit betekent een opslag van 180%. Hoe kan dit? Kosten van € 148.000, en de totale aanvraag van 249 is € 594 aan toekenning per persoon. € 700 gaat naar de scholier waarvan € 600 aan kosten. Dit is bijna 1 op 1. Dat is nogal fors. Hoe zal het College die onevenredigheid terugdringen?
23
Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) stelt voor dit bij BF onder te brengen. De hele discussie is ontstaan uit verkeerde cijfers. Er is een forse overhead, waarvan de gedeputeerde niet weet hoe het komt. Er is sprake van een standaardtoerekening. Het studiefonds streeft naar een vermindering in de loonkosten. Besparing zou kunnen door efficiënter te werken. Daarmee gaat de overhead omlaag. € 136.000 personeelskosten. Doorgerekend naar elke gehonoreerde aanvraag. Daar moet bij worden gesteld dat er ook veel aanvragen niet gehonoreerd worden, daar gaat ook tijd inzitten. Dit is niet op te lossen door het naar de gemeente te schuiven. De solidariteitsgedachte. Het kost wat aanmaningen om het bedrag per inwoner bij de gemeente te incasseren. Het bij de gemeenten loslaten, levert de vraag op of gemeenten één en dezelfde regel gaan toepassen. Daarmee kan de solidariteitsgedachte onder druk komen te staan. Het studiefonds is een open eind fonds. Meer aanvragen leidt tot: er meer geld bij doen, uit de algemene middelen. In tweede termijn Dhr. Krajenbrink (CDA) gaat ervan uit dat de gedeputeerde wel een mening heeft over de kosten van € 1 voor € 1. Wat zullen de acties zijn voor betere proportionering? Mw. Broekhuizen (PvdA) herinnert de gedeputeerde aan haar vraag over de derde opleiding. Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) zal het antwoord op de vraag over de derde opleiding van mw. Broekhuizen bij het verslag leveren. Hoge overhead. Het is zoals het is. Dat is de reactie van de gedeputeerde, los van het feit dat dhr. Krajenbrink de euro in zijn voordeel uitlegt. Dhr. Krajenbrink (CDA) vraagt of het dan niet goedkoper is om een extern bedrijf hiervoor in te zetten. Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) voegt toe dat hij de vraag van dhr. Krajenbrink geheel gerechtvaardigd vindt, maar dat het nog maar de vraag is of het dan goedkoper wordt. Een uitzendbureau heeft ook een overhead van 180%. Dhr. Krajenbrink (CDA) wil de zaak overleggen in zijn fractie. Mw. Broekhuizen (PvdA) stelt aan dhr. Krajenbrink dat het advies van het College was dit te bespreken in BF. Dhr. Krajenbrink (CDA) stelt dat het ook gaat om de verhouding kosten-opbrengst bevolking. Is dit wel reëel? Moet het anders georganiseerd? Het is een principieel punt voor het CDA dat nog besproken moet worden. De voorzitter stelt voor het voorbehoud van het CDA te laten duren tot uiterlijk vrijdag 18 juni. 9.
Ingekomen stukken (ter kennisneming)
a. Brief van GS van 27 april 2010, nr. 2010-24.835/17/A.14, CW betreffende Zorginnovatie b. Brief van het IPO van 22 april 2010, nr. BV 03385/2010 betreffende Voortgangsverslag vereniging IPO periode 1 januari - 1 mei 2010 Mw. Siersema (GroenLinks) over brief 9a: de sluitingsdatum is voor de aanvraag via de gemeenten is 15 juli. Loopt dit een beetje of moeten er mensen gemobiliseerd worden? Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) geeft aan het antwoord hierop schuldig te blijven.
24
Mw. Siersema (GroenLinks) stelt daar best raadsleden op te willen attenderen. De voorzitter neemt bij deze de brieven ter kennisgeving aan. 10.
Mededelingen (van de gedeputeerden)
Er zijn geen mededelingen van de gedeputeerden 11.
Toezeggingenlijst (bijgevoegd)
Toezegging 1 blijft staan. Toezegging 2 wordt van de lijst geschrapt. Toezegging 3 blijft staan. Toezegging 4 blijft staan. Dhr. Gerritsen (gedeputeerde) geeft aan dat hier vóór de zomer meer duidelijkheid over zal zijn. Toezegging 5 blijft staan. Toezegging 6 wordt van de lijst geschrapt. 12. 2010
Vaststelling verslag Statencommissie Welzijn, Cultuur en Sociaal beleid van 12 mei
Mw. Van der Sluis (ChristenUnie) vraagt over pagina 22: daar staat een toezegging van dhr. De Bruijne om met de LWI’s te spreken. Is dit al gebeurd? Dhr. De Bruijne (gedeputeerde) geeft aan dat dit gebeurd is. Het antwoord zal bij het verslag van deze vergadering geleverd worden. De voorzitter stelt dat het verslag met de toezegging rondom LWI’s wordt vastgesteld. 13.
Rondvraag
Er is geen rondvraag voor de rondvraag. 14.
Sluiting – 14.25 uur
De voorzitter geeft aan dat navraag oplevert dat het aannemen van een plaatsvervangend voorzitter een bevoegdheid is van de commissie.
25
Toezeggingenlijst Commissie Welzijn, Cultuur en Sociaal beleid (bijgewerkt t/m de vergadering van 12 mei 2010) Datum toezegging
Onderwerp
Deadline
Portefeuillehouder
1.
13/01/2010
Voordracht betreffende Kwaliteitsakkoord en krediet kwaliteitsfonds basisonderwijs De commissie ontvangt na een jaar een overzicht van de resultaten
januari 2011
De Bruijne
2.
31/3/2010
Reactie op het advies van de Commissie Aanpak huiselijk geweld De commissie wordt schriftelijk geïnformeerd over de voortgang
september/oktober 2010
De Bruijne
3.
31/3/2010
Inzet investeringssubsidie Culturele Infratstructuur Groningen voor matching Rijksbijdrage restauratiemonumenten De commissie ontvangt een brief over hoe het allemaal verder zal gaan
4.
12/05/2010
5.
09/09/2010
6.
09/09/2010
7.
09/09/2010
Voordracht betreffende de nieuwe sportnotitie Gedeputeerde De Bruijne zegt toe dat een nadere uitwerking van de notitie voor de verkiezingen volgend jaar komt. Begin 2011 wordt een plan van aanpak, met inzet van middelen aan de Staten aangeboden Voorjaarsnota/ Cultuurnota Gedeputeerde Gerritsen zegt een brief toe met een toelichting op de artistiek-inhoudelijke criteria, het politiek-maatschappelijk belang, de ervaringsgegevens en hoe wordt gekomen tot de hoogte van het bedrag. Dit hoort bij het kader. Ook zal worden ingegaan op steuninstellingen en de kosten van de opdracht aan de Kunstraad. Uitzending SBS6 functioneren gezinsvoogden BJZ Gedeputeerde De Bruijne zegt toe dat in de volgende voortgangsrapportage jeugdzorg informatie wordt opgenomen over het aantal ingediende en afgehandelde klachten BJZ en de afhandeltermijn van klachten. Uitzending SBS6 functioneren gezinsvoogden BJZ Gedeputeerde De Bruijne zegt toe dat de commissie wordt geïnformeerd over de uitkomsten van het gesprek met BJZ
Gerritsen
Begin 2011
De Bruijne
Op korte termijn
Gerritsen
De Bruijne
De Bruijne
26
Bijlage bij het verslag
Vraag De fractie van de PvdA vraagt hoe het zit met de afwijzingsgrond derde opleiding. Leidt dit niet tot onrechtvaardige situaties? Overwegingen Op dit moment geldt de norm dat een aanvrager voor maximaal twee verschillende opleidingen bijdragen kan ontvangen van het Studiefonds. Een aanvrager kan op die manier voor de hele schoolloopbaan een bijdrage van het Studiefonds ontvangen vanaf de start in het voortgezet onderwijs tot en met het behalen van een diploma in het beroepsonderwijs c.q. totdat het recht op studiefinanciering ontstaat. Het Studiefonds handelt hierin als volgt: •
wanneer een aanvrager in het voortgezet onderwijs overstapt van bijvoorbeeld vmbo naar havo beschouwt het Studiefonds dit als één opleiding; • wanneer in het mbo een aanvrager start in het mbo op niveau 1,2 of 3 en later doorstroomt in dezelfde richting naar een hoger niveau beschouwt het Studiefonds dit eveneens als één opleiding. Het is dus mogelijk om een goede startkwalificatie te halen met ondersteuning van het Studiefonds. Aanvragen voor een derde opleiding komen maximaal één à twee maal per schooljaar voor. In de meeste schooljaren ontvangt het Studiefonds geen aanvragen voor een derde opleiding. Antwoord Het bestuur is van mening dat - mede gezien de frequentie van dergelijke aanvragen - de invoering van de mogelijkheid voor aanvragers om in aanmerking te komen voor een derde opleiding de beoordeling onnodig gecompliceerd maakt. Het bestuur van het Studiefonds heeft daarom besloten de normen op dit punt ongewijzigd te laten.
Vraag LWI's In de vergadering van de commissie Welzijn, Cultuur, Sociaal Beleid heeft de Christen Unie een tweetal vragen gesteld over de inzet van LWI's waarop het antwoord van de gedeputeerde als volgt luidt. Bureau Jeugdzorg heeft in overleg met de Groninger zorgaanbieders maatregelen getroffen waardoor aan de betreffende jongeren die wachten op de start van zorg bij de Hoenderloogroep in de tussentijd een vorm van jeugdzorg wordt geboden. De algemene afspraak met Bureau Jeugdzorg is, dat wanneer een cliënt niet meteen de geïndiceerde zorg kan krijgen, Bureau Jeugdzorg naar een tijdelijke tussenoplossing zoekt. Wat betreft het betrekken van de LWI's bij het provinciale overleg jeugdzorgaanbieders voert de gedeputeerde op 24 juni 2010 een overleg met de kerngroep jeugdzorg waarin wordt gesproken over de toekomstige functie van de kerngroep en het betrekken van andere provinciale jeugdzorgaanbieders bij dit overleg. De resultaten van dit overleg zal de gedeputeerde in de volgende commissievergadering melden.
27
28