99e jaargang 24 september 2009 nr. 18
Pro-vies-ie Pensioencrisisdebat: Open brief aan SER Themakatern Pensioen
Jan Nijssen (partner Montae en fellow Netspar):
‘Er wordt te weinig vooruit geredeneerd’ 001_VB18_CVR 201
22-09-2009 11:39:32
In de maten S, M en L: Onze vernieuwde Doorlopende Reis- en Annuleringsverzekering past bij elke klant. Iedereen reist anders. Met meer of minder bagage. Andere risico’s. Verschillende bestemmingen en vervoersmiddelen. Wat het reisgedrag van uw klant ook is, met onze Doorlopende Reis- en Annuleringsverzekering geeft u altijd een optimaal advies. Met keuze uit drie varianten: Budget, Comfort en Premium. Daaraan kunnen nog verschillende dekkingen en unieke services worden toegevoegd. Resultaat: altijd maatwerk in dekking en premie voor uw klant.
002-040_VB18_ADV 2
21-09-2009 10:47:30
Anne, Bart en Fleur Specialisten en levensgenieters
een vrij beroep een zeker bestaan Speciaal voor Anne, Bart en Fleur: Movir verzekert uitsluitend (para)medici en zakelijke professionals tegen arbeidsongeschiktheid. Zo zijn ze bij Movir verzekerd van een persoonlijke aanpak. Zowel de uitgebreide preventie activiteiten als de mogelijke re-integratie worden op een betrokken wijze specifiek afgestemd op hun situatie. Daarnaast heeft Movir een zwak voor starters. Die bieden we de nodige begeleiding en een aantrekkelijke korting. Kijk op www.movir.nl of vraag ernaar bij uw adviseur.
002-040_VB18_ADV 4
een vrij beroep een zeker bestaan
21-09-2009 10:47:31
In h o u d
cover
Er wordt te weinig vooruit geredeneerd Tijdens het Pensioencrisisdebat vroeg Jan Nijssen, partner van Montae en fellow van Netspar, aandacht voor het AOW-alternatief van GroenLinks, doch vergeefs. “Toch komt dit plan – de tijd die je hebt gewerkt als basis voor de AOW – het dichtst in de buurt van een werkbaar alternatief voor de verhoging van de AOW-leeftijd.” Los van de inhoud van dit alternatief is Nijssen ervan gecharmeerd omdat het een voorbeeld is van innovatief denken. Dat gebeurt volgens hem nu onvoldoende: “Er wordt te weinig vooruit geredeneerd.”
12 6 9 18 28
Tophypotheek: strijd nog niet gestreden
Om consumenten te beschermen tegen overkreditering bij de financiering van hun woning, wil de AFM de bestaande inkomensnorm in de Gedragscode Hypothecaire Financieringen (GHF) aanpassen. Haar voorstellen zijn opgenomen in een consultatiedocument en belangstellenden hebben tot half oktober om te reageren. De meeste partijen hadden echter aan een paar uur al voldoende om een uitgebreide mening te geven op de plannen die het eerder door de AFM voorgestelde totaal verbod op tophypotheken enigszins versoepelen.
Pro-vies-ie
Een nieuwe terugval in imago ondervindt de financiële dienstverlener op dit moment van de wijze waarop hij in de regel betaald wordt. Media, consumentenorganisaties, de AFM en het Verbond hebben de provisie ‘res non grata’ verklaard. ‘Provisie’ is in een tijdsbestek van hooguit enkele jaren een vies woord geworden en een synoniem voor perverse prikkel. Het witwassen van zwart geld klinkt nog cleaner dan het ontvangen van provisie. Hoe de demonisering van een woord bijdraagt aan de uiteindelijke ban op het achterliggende systeem.
Hoofdredactioneel
5
Nieuws
6
Onder meer: ‐‐ Klantcontact? Registreren! ‐‐ Deltaplan Fraude werkt
9
Intermediair Onder meer: ‐‐ FIDIN claimt winst ‐‐ Intermediairs met visie gezocht
PFP
15
Onder meer: ‐‐ Meer online voor hypotheken ‐‐ APK voor huizen
Fiscaal Juridisch
16
Egon Borghuis en Ingrid Sandford ‐‐ Prinsjesdag en verzekeringsland
Column
20
Pieter Wind ‐‐ Juist argumenteren graag
Aansprakelijkheid
21
Carl van Lieshout ‐‐ Met het mkb grenzen overschrijden
De Wandeling
22
‐‐ Ingrid de Graaf
Intermediair, geloof in eigen kracht
Zorg & Inkomen
Monuta is groot geworden dankzij het intermediair, daarmee is niets teveel gezegd. Dat vindt ook Cors Hage, die deze week met pensioen is gegaan als directievoorzitter. De hechte band van Monuta met het intermediair zal ook na zijn vertrek niet worden doorbroken, meent hij, omdat uitvaart een advies product pur sang is en blijft: “Natuurlijk zullen er de komende jaren veranderingen plaatsvinden, maar ik geloof er niets van dat het intermediair daardoor zou verdwijnen. Blijf geloven in eigen kracht, dan is er absoluut bestaansrecht.”
Onder meer: ‐‐ Crisis krijgt geen vat op De Goudse ‐‐ NN laakt stijging WGA-premie
Themakatern Pensioen
Er zijn wel degelijk alternatieven te bedenken voor de verhoging van de AOW-leeftijd. En daarbij is het de vraag of die alternatieven moeten leiden tot een besparing van vier mld euro in 2040, want het staat lang niet vast dat de kosten van de AOW zo hoog zullen oplopen als het CPB heeft berekend. Dit zijn enkele van de gevolgtrekkingen uit het onlangs door Het Verzekeringsblad en PensioenAdvies gehouden Pensioencrisis debat. Dit Themakatern Pensioen gaat nader in op de verschillende onderwerpen die tijdens het Debat aan bod zijn gekomen.
24
Verzekerend Buitenland
25
Nieuws
26
THEMAKATERN PENSIOEN ‐‐ Bezuiniging mag geen reden zijn
28
‐‐ Open brief aan de SER
30
‐‐ Eerder beginnen met pensioenopleiding
31
‐‐ Van toezicht tot advies
32
‐‐ Eerst participatiegraad verhogen
33
‐‐ Alle pensioengaten compenseren
34
‐‐ Volledige herverzekering uitkeringen 35 ‐‐ Handhaven of meebewegen?
Barbier
nummer 18 - 24 september 2009
003_VB18_INH 3
8
Generali VB Innovatieprijs ‐‐ Genomineerden 2009
36
38
3
22-09-2009 11:39:48
Hoofdredac ion eel
COL OFON Het Verzekeringsblad onafhankelijk verzekeringsmagazine sinds 1910 ■■ hoofdredactie
Michiel Huisman ■■ redactie
Alex Klein (adjunct-hoofdred.), Yvonne Neppelenbroek (eind red.), Erwin Loer (redacteur), Rick de Ruiter (web) ■■ secretariaat Elly Gravendeel (red.ass.) tel. 0570-647730 fax 0570-647815 Postbus 23, 7400 GA Deventer e-mail vbredactie@kluwer internet www.vbnet.nl ■■ vragen van abonnees worden gratis beantwoord ■■ uitgave van Kluwer Postbus 23, 7400 GA Deventer tel. 0570-647111 ■■ uitgever Stephanie Keij ■■ marketing Joris Krabbenborg ■■ abonnementen en verzending Kluwer Afdeling Klantcontacten, Postbus 878, 7400 AW Deventer tel. 0570-673444, fax 0570-691555 e-mail
[email protected] ■■ abonnementsprijs 2009 € 108,00 incl. btw. Collectieve abonnementen meer dan 20 exemplaren: 10% reductie. Annulering abonnement is mogelijk tot 3 maanden voor het begin nieuwe abonnementsperiode. ■■ losse nummers € 7,50 excl. btw VB Gidsen: € 12,25 excl. btw ■■ advertenties Kluwer, Postbus 23 7400 GA Deventer Advertentie acquisitie: Emilie Kars-van der Goes tel. 0570-648 912 fax 0570-619 179 e-mail
[email protected] Media order: Toos Schurink tel. 0570-648912 fax 0570-649819 e-mail
[email protected] Sluitingsdatum: Dinsdag 9 dagen voor het verschijnen. Zet- en litho kosten worden doorberekend. ■■ ontwerp H2R Vormgeving, Deventer ■■ vormgeving Colorscan bv Amsterdam - Voorhout ■■ druk Thieme Almere BV ■ ISSN 0165-7909
Houdbaarheid Als het Pensioencrisisdebat van 8 september jongstleden iets duidelijk heeft gemaakt, is het wel dat er voor de kabinetsplannen tot verhoging van de AOW-leeftijd een keur aan alternatieven voorhanden is. Dat deze niet in aanmerking komen voor serieuze planvorming en wetgeving, is uitsluitend toe te schrijven aan politieke onwil. Mocht er een reden zijn om de AOW-leeftijd aan te pakken, dan komt die voort uit demografische overwegingen. Maar ook dan zijn er alternatieve voorhanden. Opmerkelijk vond ik dat er tijdens het overigens goede en bij tijd en wijle zelfs levendige debat, niemand twijfelde aan de kwaliteit van het pensioenstelsel in de tweede pijler. Robuust, adequaat en van een goed niveau en hooguit op details voor verbetering vatbaar. Dat bleek de communis opinio. Ik had dat anders verwacht. Het stelsel knarst en kraakt namelijk in zijn voegen. Niet omdat het financieel allemaal niet zou kloppen. De meeste huishoudboekjes van pensioenfondsen zijn nog wel op orde te krijgen en bij de pensioenverzekeraars klopt het allemaal wel qua solvabiliteit. Wél, omdat het van het basisprincipes uitgaat waarvan de toekomstige houdbaarheid volgens mij verre van zeker is. Onder solidariteit verstaat de komende generatie iets anders dan de solidariteit tussen jongeren en ouderen waarvan het tweedepijlersysteem uitgaat. En ook iets anders dan solidariteit tussen ‘arm’ en ‘rijk’ (denk aan waardeoverdrachten). Daarnaast is het hoogst onwaarschijnlijk dat werkgevers de risico’s die bij hen worden neergelegd, nog van deze tijd blijven vinden. De financiering van het langlevenrisico (na pensionering) en de premies die daarover betaald moeten worden, liggen in veel gevallen eenzijdig bij de werkgever. Tegen die impliciete risico-overdracht van werknemer naar werkgever gaat verzet komen. Temeer omdat de financiering ervan een forse aanslag op de loonsom en dus de concurrentiepositie van de onderneming is. Tenslotte werkt het pensioenstelsel in zijn algemeenheid gesproken niet mee aan een flexibele arbeidsmarkt. Daarnaast moet mij van het hart dat een in essentie prachtig vehikel als de levensloopregeling zo weinig ingang vindt en in het stelsel wordt geïntegreerd. Niet in het minst omdat er noch van de overheid, noch van de zijde van de sociale partners op in wordt gespeeld. Anders dan de thans heersende opvatting dat er ‘iets aan de AOW’ moet worden gedaan, ben ik van mening dat het pensioenstelsel van de tweede pijler aan een grondige revisie toe is. Daarbij geldt dat burgers, du moment ze merken er daadwerkelijk iets over te zeggen hebben, ook de verantwoordelijkheid daarvoor (graag) gaan nemen. Daar ligt de opening.
Kluwer BV legt uw gegevens vast voor de uitvoering van de (abonnements-) overeenkomst. De gegevens kunnen door Kluwer, of zorgvuldig geselecteerde derden, worden gebruikt om u te informeren over relevante producten en diensten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u contact met ons opnemen.
Michiel Huisman
[email protected]
nummer 18 - 24 september 2009
005_VB18_HRD-COL 5
5
22-09-2009 11:40:07
N i eu ws
Tophypotheek: strijd nog niet gestreden Om consumenten te beschermen tegen overkreditering bij de financiering van hun woning, wil de AFM de be staande inkomensnorm in de Gedragscode Hypothecaire Financieringen (GHF) op een aantal onderdelen aanpas sen. De voorstellen zijn opgenomen in het consultatie document ‘Toetskader hypothecaire kredietverlening’. Belanghebbenden hebben tot half oktober de tijd om in houdelijk te reageren. De meeste partijen hadden echter aan een paar uur voldoende om een uitgebreide mening te geven op de plannen die het eerder door de AFM voor gestelde totaalverbod op tophypotheken enigszins ver soepelen. De AFM houdt vast aan de grens van honderd procent financiering van de aankoopwaarde van een woning. Daarvan kan worden afgeweken als er bijvoorbeeld sprake is van vermogen of verbouwingen die leiden tot een hogere waarde van de woning, of een hypotheek die gezien de inkomensnorm laag is. Ook een hypotheek met Nationale Hypotheek Garantie kan hierdoor meer dan honderd procent bedragen. Om de woningmarkt niet in één keer op slot te zetten, stelt de AFM nu een overgangsmaatregel voor op het verbod voor tophypotheken. Indien meer dan honderd procent van de aankoopwaarde wordt gefinancierd, moet deze top binnen vijf tot zeven jaar wordt afgelost. Deze maatregel wordt na twee jaar geëvalueerd. Bij het toekennen van consumptief krediet moet voortaan de hypotheeklast meegewogen worden, als ware het een annuïtaire hypotheek en niet langer de werkelijke woonlast. Hiermee wil de AFM het risico inperken dat kredieten in combinatie met een hypotheek tot te hoge schulden kunnen leiden. In een eerste reactie noemde minister Bos van Financiën het nieuwe, afgezwakte voorstel van de AFM voor de tophypotheken “beter dan het was”, maar echt overtuigd klonk hij (nog) niet.
Tophypotheek monitoren André Wolfs, directeur GeldXpert Nederland, is er in tegenstelling tot de AFM van overtuigd dat het verbod op tophypotheken een nieuw slot betekent op de woningmarkt. “Het verbod is niet eens zo’n slechte gedachte, echter vooral starters hebben geen eigen geld om de kosten koper (doorgaans tien procent van de koopsom) zelf te financieren. Daarnaast zijn ook doorstromers veelal niet in het bezit van dit kapitaal.” Wolfs ziet dan ook meer in het monito-
6
006-007_VB18_NWSH 6
ren van een tophypotheek: eens per vijf jaar de ‘top’ vaststellen waarbij uiterlijk binnen tien jaar na aankoop de top ingehaald moet zijn, door een waardestijging van de woning of door aflossing.
VEH zet vraagtekens De Vereniging Eigen Huis (VEH) zet enkele vraagtekens bij het aangepaste voorstel van de AFM om de tophypotheek aan banden te leggen. Volgens de belangenvereniging zet de AFM in sommige gevallen te zware middelen in. De AFM wil dat huizenkopers vanaf 2011 op enkele uitzonderingen na niet meer kunnen lenen dan 100 procent van de woningwaarde. Als ze dat toch doen, moeten ze de ‘top’ in vijf tot zeven jaar terugbetalen. “Bij een huis van 200.000 euro komt dat neer op 240 euro netto per maand, voor starters heel veel geld. Wij vinden dit instrument te zwaar voor het probleem. Eigenlijk kan maar een kleine groep mensen met een tophypotheek in problemen komen. Want de meeste hebben Nationale Hypotheek Garantie”, aldus een woordvoerder van de VEH. Voorzitter Ger Hukker van de NVM zou prima kunnen leven met het voorstel van de AFM. Hij vindt het vooral belangrijk dat de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) buiten schot blijft: “Dat betekent dat starters die een hypotheek met NHG nemen, nog steeds hun kosten koper kunnen meefinancieren. Op dit moment kiest ongeveer tachtig procent van de starters toch al voor een NHG-hypotheek.”
Consumentenbond: geen aanscherping De Consumentenbond is tegen aanscherping van de hypotheeknorm omdat maar 1,5 procent van de huizenbezitters in betalingsproblemen zit en te hoge hypotheek lasten aangeeft als belangrijkste oorzaak. De Consumentenbond heeft een onderzoek gedaan naar de relatie tussen een te hoge hypotheek (meer dan gemiddeld 4,5 keer het bruto jaarsalaris, de norm uit de Gedragscode Hypothecaire Financieringen de zogenoemde GHF-norm) en betalingsproblemen. Uit dat onderzoek blijkt dat onvoorziene omstandigheden als plotselinge arbeidsongeschiktheid, werkloosheid of onverwachte medische kosten belangrijkere oorzaken zijn waardoor consumenten in financiële problemen komen, naast uitgaven voor de kinderen. “Aanscherping van de hypotheeknorm zoals de AFM wil, gaat uit van een probleem dat niet is aangetoond. Zo’n maatregel heeft bovendien potentieel grote nadelige gevolgen voor grote groepen in de maatschappij en voor de huizenmarkt,” aldus de consumentenorganisatie. ■ Alex Klein
nummer 18 - 24 september 2009
22-09-2009 11:32:43
N ieu ws
‘Delta Plan Fraude werkt’
‘Klantcontact? Registreren!’
In twee jaar tijd heeft het Delta Plan Aanpak Verzekerings fraude ertoe geleid dat bij driekwart van de verzekeraars de inspanningen om fraude tegen te gaan op een hoger plan is gekomen en dat, gemeten naar premie-inkomen, veertig pro cent daarin zelfs het hoogte niveau heeft bereikt. Dat meldde mr. Lex Westerman van het Verbond van Verzekeraars on langs op een themamiddag Fraude van de Stichting Salvage, voor een gehoor van zowel salvagecoördinatoren als verze keraarsrepresentanten.
DSI wil dat binnen afzienbare tijd iedereen op een integriteitsgevoelige functie in de financiële dienstverlening is ge registreerd. “Daardoor komt de persoonlijke verant woordelijkheid van medewerkers met klantcontact bij verze keraars, banken, inter mediairs en pensioen fondsen beter tot uitdrukking”, aldus DSI.
Met verzekeringsfraude is volgens hem alleen al op het ge bied van schadeverzekeringen een bedrag gemoeid van circa één miljard euro. Het komende jaar wordt ook gestart met de aanpak van fraude bij levens-, arbeidsongeschiktheids- en zorgverzekeringen.
Verstrekking gegevens Westerman stond daarnaast stil bij het belang van een pu bliekprivate samenwerking. Op dat terrein is door een recen te wetswijziging meer mogelijk geworden, met name op het terrein van (tijdige) verstrekking van gegevens tussen politie en verzekeraars. In een pilot die nu loopt in Limburg, wordt tussen verzeke raars, politie (korps Limburg Noord en Zuid) en het Openbaar Ministerie informatie uitgewisseld over onder meer de oor zaak van een brand. Daarbij worden ook de bevindingen van de technische recherche, brandweercommandanten, het NFI (Nederlands Forensisch Instituut), salvagecoördinatoren en experts meegenomen, alsook verklaringen van getuigen en verdachten. De pilot loopt tot eind januari komend jaar, en eind dit jaar vindt een evaluatie plaats, gefinancierd door het ministerie van Financiën en het Verbond van Verzekeraars. Als iedereen tevreden is over de samenwerking, zal de pu bliekprivate samenwerking landelijk worden uitgerold. ■
NN-AOV voor detailhandel Nationale-Nederlanden heeft een arbeidsongeschiktheids verzekering toegevoegd aan haar vorig jaar geïntroduceerde ZekerheidsCombinatie Detailhandel. De AOV Detailhandel verzekert de ondernemer tegen inkomensverlies als gevolg van (tijdelijke) arbeidsongeschiktheid. Kenmerken van de nieuwe verzekering zijn onder meer een flexibele verzekerde som, een uitkering vanaf 25 procent arbeidsongeschiktheid, een leeftijdsafhankelijk tarief en een optie om de verzekerde som eens per drie jaar met maximaal 15 procent te verhogen.
In het bedoelde persoonsregister krijgen medewerkers met klantcontact een ‘rugnummer’, waardoor consumenten op internet kunnen controleren of hun financieel deskundige betrouwbaar is. DSI heeft haar beeld van het persoonregister uitgewerkt in haar onlangs gepubliceerde toekomstvisie ‘Samen met DSI werken aan integriteit in de financiële dienst verlening’. Als de aanpak van DSI wordt gerealiseerd, zal het aantal geregistreerde financieel medewerkers op integriteits gevoelige functies binnen enkele jaren toenemen van 7000 (nu) tot 75.000 personen.
Wiel niet opnieuw uitvinden Volgens DSI heeft zij als integriteitsinstituut in de effecten industrie al veel ervaring in het stimuleren van integer han delen. En DSI heeft een systeem ontwikkeld dat bestaat uit persoonsscreening, training, onderschrijven gedragscode en handhaving door tuchtrecht, permanente educatie en opna me in een openbaar register. DSI: “Waarom zou het wiel dus opnieuw moeten worden uitgevonden? Onze ervaring kan nu ook in andere ‘takken van sport’ in de financiële dienstver lening slagvaardig worden uitgerold.” Ook wat de AFM be treft zou DSI een actievere rol moeten krijgen in de verbeter programma’s voor het herstel van vertrouwen in de gehele financiële sector. ■ (ingezonden mededeling)
Ervaring in binnen- en/of buitendienst? Stuur je CV naar
[email protected]
Tot eind 2009 geldt een instapactie voor iedere ondernemer die een AOV afsluit in de ZekerheidsCombinatie Detailhan del: 30 procent premiekorting in het eerste jaar, 15 procent in het tweede en 7 procent in het derde jaar. ■
Telefoon 0183 – 681166 www.aqurance.nl
nummer 18 - 24 september 2009
006-007_VB18_NWSH 7
7
22-09-2009 11:32:43
G en er a l i VB Innovatie pr ijs
Genomineerden 2009
De genomineerden voor de Generali VB Innovatie- en Aanmoedigingsprijs 2009 zijn bekend. Het is nu aan de onafhankelijke vakjury om te bepalen welke innovaties op donderdag 19 november, tijdens de VB Branchedag in de Americahal in Apeldoorn, de prijzen van respectievelijk € 7500 of € 2500 in ontvangst mogen nemen.
Innovatieprijs 2009 Heinenoord Assuradeuren/BeneVia Groep Innovatie: De digitale ordner Een webapplicatie die naast de gebruikelijke zaken zoals webmuteren, afsluiten, premievergelijk etc. een complete workflow voor het intermediair biedt. Op een nieuwe manier is e-mail hieraan toegevoegd. Door een koppeling met Outlook worden e-mails direct achter klant- en polisdossiers opgeslagen, zodat aan dossiervorming kan worden voldaan.
Univé Stad en Land Innovatie: Financieel warenhuis Het winkelconcept bestaat uit een keten van onafhankelijke aanbieders die hun diensten aanbieden op één winkelvloer. Naast de verzekeringen door Univé Stad en Land als intermediair zijn de bedrijven op de winkelvloer: Stichting SUR, ARAG, Monuta, APS, Univé Schade-afwikkelaar, De Huismakelaar, Boon accountants, De Amersfoortse en Univé Verzekeringen, Blankhart & Bronkhorst notarissen en ABN AMRO.
& Voogd en Marketingplaats. Voogd & Voogd levert de Klik & Sluit webmodules en de backofficediensten, Marketingplaats levert complete websites voor assurantiekantoren.
Aanmoedigingsprijs 2009 Bestriskadvice Innovatie: Esurance-auction.com De ondernemer bepaalt samen met zijn adviseur wat hij wil verzekeren en onder welke condities. De adviseur zet vervolgens een compleet pakket risicoinformatie op Esurance-auction.com. De verzekeraar die interesse heeft in het risico kan op de site anoniem kenbaar maken tegen welke premie hij het risico wil accepteren. Andere verzekeraars kunnen beoordelen of zij het risico tegen een lagere premie willen accepteren. De verzekeraar die interesse heeft in dit risico hoeft zelf geen onderzoek meer te doen naar het risico. Dit blijkt immers uit de risicoinformatie op de veilingsite.
PensioenVizier
Innovatie: Pensioen Centraal Pensioen Centraal is een adviesconcept waarmee pensioendeelnemers binnen een collectiviteit individueel worden geïnformeerd middels een persoonlijk pensioenrapport, zonder productverkoop doel. Door dit concept heeft Van Luin zijn dienstverlening kunnen verbreden naar bedrijven die onder een pensioenfonds vallen en hierdoor in feite een nieuwe markt voor het intermediair bereikbaar gemaakt.
Innovatie: OptimalisatOR Vaak weten ondernemers en accountants dat er aanspraak gemaakt kan worden op de oudedagsreserve (OR) en dat er een fiscale claim ontstaat. OptimalistOR is een softwaretool die het budget van de ondernemer als uitgangspunt neemt. De tool toont de optimale verdeling tussen OR en lijfrente, opdat per saldo een en ander budgetneutraal kan worden gerealiseerd. Voor de berekening van het optimale bedrag (o.b.v. het budget) dat omgezet kan worden van OR naar lijfrente, heeft de tool slechts enkele seconden nodig.
VerzekerVoordelig.nl
PlannersDesk
Innovatie: VerzekerVoordelig.nl Op de site kunnen klanten berekenen, vergelijken, afsluiten, polissen inzien en schade melden, waarbij alles is gekoppeld aan de eigen polisadministratie en de financiële administratie. VerzekerVoordelig.nl is sinds 2000 actief op internet en heeft zonder grote investeringen het systeem volledig weten te automatiseren, van front- tot backoffice. Het aantal klanten dat nu met dezelfe mensen bediend kan worden, is het tienvoudige ten opzichte van de start in 2000. Inmiddels heeft VerzekerVoordelig.nl een goede positie in de zoekmachines.
Innovatie: Portals-Vergelijken.nl Via Portals-Vergelijken.nl worden de aangesloten adviseurs vindbaar op internet. De vergelijkingssites per productvorm zorgen voor de techniek en vindbaarheid op het web, de adviseur geeft opvolging aan de leads en aanvragen in zijn toegewezen rayon. De consument komt via een andere weg weer bij een intermediair terecht!
Van Luin Assurantie Groep
Voogd & Voogd/Marketingplaats Innovatie: Klik & Sluit Webtotaal Klik & Sluit Webtotaal is een totaalconcept waarbij centrale backofficediensten zijn samengesmeed met lokale marketingacties tot een betaalbare en krachtige formule gericht op het verbeteren van de positie van de bemiddelaar op zijn thuismarkt en op internet. Het concept is ontwikkeld door Voogd
8
008_VB18_GEN 8
Veldpape Financieel advies Innovatie: hypotheek-bv.nl Hypotheek-bv.nl is een tool om professionele en objectieve hypotheekinformatie op de site van de intermediair te tonen in de eigen ‘look and feel’. Op een zodanige wijze dat de bezoeker rechtstreeks bij de tussenpersoon binnen vier muiskliks informatie of een offerte kan aanvragen. De module toont alle hypotheekrentestanden met de producteigenschappen. De nieuwste technieken zijn toegepast om een hoge Google-ranking te krijgen. ■
nummer 18 - 24 september 2009
22-09-2009 11:40:25
INT ER M ED IA IR
Pro-vies-ie ‘Tussenpersoon’ is al vele jaren een besmet woord. Wie zich nog tussenpersoon durft te noemen, plakt zich daarmee eigenhandig een label op dat in aanzien dat van een verkoper van tweedehands auto’s nauwelijks overstijgt. Een t ussenpersoon verkóópt, eigenlijk om het even wat en aan wie, en ontvangt daar dan onbehoorlijk veel geld voor, waar onder meer een auto met verkwistend gebruik van benzine, een tweede huis in Frankrijk en een derde vakantie per jaar van betaald kunnen worden. M et crimineel gemak. De beroepsgroeporganisaties NVA en NBVA gebruiken de term zelf allang niet meer. Formeel omdat het woord de lading niet meer dekt (verzekeringsadviseur is al beter, onafhankelijke financiële dienstverlener helemaal correct) maar de al in de vorige eeuw ingezette demonisering van het woord tussenpersoon is natuurlijk de ware reden om het los te laten. Iedere keer dat je het gebruikt, heb je namelijk wat uit te leggen en jezelf te verdedigen. Reden uiteraard dat de gezworen tegenstanders-in-de-media van de beroepsgroep, De Telegraaf en TROS Radar, nog steeds volharden in het gebruik ervan. Heel apart in dit verband is overigens dat de term tussenpersoon wel weer is teruggekeerd in de op de branche gerichte wet- en regelgeving. Door zich van het woord te distantiëren – en natuurlijk ook door goed gedrag en enige wet- en regelgeving, een toezichthouder, leidraden en zelfregulering – probeert de financiële dienstverlener nu, ook alweer jarenlang, zijn geschade blazoen op te poetsen. Met veel vallen en weer opkrabbelen slaagt hij daar stukje bij beetje in, al evolueren menige diersoorten beduidend sneller.
Res non grata Een nieuwe terugval in imago ondervindt de financiële dienstverlener op dit moment van de wijze waarop hij in de regel betaald wordt. Niet alleen de genoemde mediavijanden en consumentenorganisaties maar ook de toezichthouder en de vertegenwoordiging van de provisieverstrekkers, het Verbond van Verzekeraars, hebben de provisie ‘res non grata’ verklaard. ‘Provisie’ is in een tijdsbestek van hooguit enkele jaren een vies woord geworden en een synoniem voor perverse prikkel. Het witwassen van zwart geld klinkt nog cleaner dan het ontvangen van provisie. NVA-voorzitter Bob Veldhuis voorzag dat overigens al in 2006, toen hij voorstelde het woord provisie ten grave te dragen en te vervangen door advies- en zorgbeloning.
‘Niet ideaal’ Dat het zo snel zo ver is gekomen met de term provisie, is op zijn minst opmerkelijk. Het is immers nog niet eens zo lang geleden dat provisie de enig toegestane beloningswijze voor verzekeringsbemiddeling en -advies was. Het provisiesysteem
heeft lang in belangrijke mate de verhoudingen tussen intermediair en aanbieders bepaald en heeft ervoor gezorgd dat de gedachte dat financieel advies gratis was, diep is geworteld in het denken van de Nederlandse consument. Nu stelt de AFM dat de financiële dienstverlener in een ideale situatie helemaal geen provisies van derden meer ontvangt, maar zijn kosten direct bij de klant in rekening brengt. Volgens bestuurslid mr. Theodor Kockelkoren van de toezichthouder is er dan zeker geen prikkel meer om niet in het belang van de klant te handelen en wordt de klant veel meer op zijn eigen verantwoordelijkheid gewezen: “Hij zal veel intensiever gaan nadenken of hij vindt dat de dienst waarvoor hij geld betaalt, dat waard is.” Kockelkoren zegt niet tegen provisie te zijn en evenmin te vinden dat mensen “die zich op basis van provisie laten belonen, per definitie slechte adviezen geven”, maar ideaal is provisie dus hoe dan ook niet. Het Verbond ‘herkent zich’ in dit standpunt van de AFM. Voor de verzekeraarsvertegenwoordiging is het provisiesysteem een onhandig, administratief belastend vehikel dat bovendien de rol van de verzekeraar als ‘voogd’ van het intermediair in stand houdt. Zij ijvert al langer voor een ontvlechting van taken en verantwoordelijkheden van intermediair en verzekeraars. Daarvoor is overigens ook vanuit het perspectief van de financiële dienstverlener wat te zeggen, maar daar heb ik het nu niet over.
Nog een jaar of vijf Met de verzekeraars, consumentenvertegenwoordigers, politiek Den Haag en de toezichthouder als min of meer tegenstanders, met in hun handen het consumentenbelang als nietsontziend wapen, lijken de dagen van provisie als beloningssysteem geteld, de solidariteitsgrondslag ervan ten spijt. De gecreëerde smet op het woord ‘provisie’ zal het politieke proces dat tot het verbod gaat leiden, ongetwijfeld nog versnellen. Ik schat dat provisie daarmee nog een jaar of vijf heeft. Een jaar of drie, vier om tot een politiek besluit te komen, en één of twee jaar respijt voor marktpartijen om zich aan de nieuwe regels aan te passen. Het kan ook minder zijn.
Post-provisietijdperk Heel veel intermediairs zijn op dit moment, als gevolg van de nieuwe transparantie- en inducementregels, bezig alternatieve beloningsvormen en combinaties daarvan te verkennen. Het lijkt daarbij raadzaam nu alvast rekening te houden met een totaalverbod op provisie op termijn. Dat betekent niet dat je provisie per direct maar de rug moet toekeren, maar overweeg in ieder geval eens grondig waar voor jouw bedrijf de kansen en bedreigingen in een post-provisietijdperk liggen. Voorkom daarmee dat je het werk dat je nu doet, over een paar jaar weer helemaal opnieuw moet doen. Neem dus nu alvast mee welke aanpassingen je zou doen als je stopt met provisie, vrijwillig of gedwongen door de wet. ■ Erwin Loer
nummer 18 - 24 september 2009
009-011_VB18_RUB01 9
9
21-09-2009 14:14:15
I N T ER MEDIA IR
FIDIN claimt winst in David & Goliath-spel De verzekeraar wordt weer intermediairvriendelijker. Tot deze waarneming komt althans FIDIN. De belangrijkste aanleiding voor deze gevolgtrekking is de bekendmaking van Reaal om de directe online verkoop van Zwitserlevenlevenpolissen alleen nog maar via het kanaal van de SNS Bank te laten verlopen. De individuele levenportefeuille van Zwitserleven is onlangs overgegaan naar Reaal. FIDIN heeft zich “zeer opgetogen” verklaard over de keuze van Reaal. De NBVA en NVA hebben zich de laatste jaren herhaaldelijk geïrriteerd uitgesproken over de keuze van Zwitserleven om levenpolissen direct en onder de naam Zwitserleven aan de man te brengen. Zwitserleven is groot geworden dankzij het intermediair, en volgens de brancheorganisaties kon het intermediaire kanaal daarom rechten doen gelden op het label. FIDIN ziet nog andere signalen dat het weer de betere kant op gaat in de inmiddels al jarenlange moeizame relatie tussen verzekeraars en het intermediair. Eén daarvan is de huidige ASR-strategie. In het verleden liet Fortis zich volgens de federatie “via de reclamecampagne van Ditzo buitengewoon laatdunkend uit over het traditionele distributiekanaal” maar is de toon veranderd. Fortis Verzekeringen is nu ASR en die heeft het intermediair in woord en daad weer in de armen gesloten, aldus FIDIN. Zij stelt dat de huidige ASR-reclamecampagne op dat punt boekdelen spreekt: ‘Daarom werken wij samen met uw eigen, onafhankelijke verzekeringsadviseur. Die kent uw situatie en zoekt daar de juiste verzekeraar bij. En misschien zijn wij dat wel.’
FIDIN rekent zich toe dat haar actieve inzet voor het intermediaire distributiekanaal zeker heeft bijgedragen aan genoemde ontwikkelingen. Het is zeer de vraag of dat terecht is. Keren verzekeraars nog op hun schreden terug waar het dit soort ondernemingsvraagstukken betreft als de brancheorganisaties een kritisch geluid laten horen? Verzekeraars pamperen meer en meer de intermediairs waarmee zij zaken willen (blijven) doen en laten zich allang niet meer zoveel gelegen liggen aan wat ‘het intermediair’ als branche ervan vindt. ‘De intermediair’ in individueel contact is voor verzekeraars belangrijker geworden dan ‘het intermediair’ als beroepsgroep, uitzonderingen daargelaten. De NVA was eerder vooral een roepende in de woestijn waar het het labelvraagstuk betrof. In 2005 vond, georganiseerd door de Haagse Assurantieclub, een discussie plaats tussen NVA-directeur Niels Mourits en Zwitserleven-topman Marco Keim, waarbij Mourits betoogde dat Zwitserleven het recht niet had als direct writer Zwitserleven-polissen onder die naam te verkopen. Je hoorde en zag het aanwezige intermediaire publiek op dat moment denken: ‘Waar maakt die man zich in vredesnaam druk om?’, de argumenten van de NVAdirecteur ten spijt. Keim kreeg veel minder weerstand vanuit de zaal toen hij betoogde dat dit een bedrijfskeuze van de verzekeraar Zwitserleven was en niet anders. Het probleem loste zich vanzelf op toen de levenverzekeraar onderdeel werd van SNS Reaal, dat duidelijk meer winstkansen en kostenbesparingen ziet in helder gepositioneerde merken. In de kantlijn van dit besluit zal vast de naam FIDIN gekrabbeld hebben gestaan, maar heus niet meer dan dat. ■
Online offerte Expiratiedesk
Kostprijs diensten op cd-rom
Expiratiedesk had op haar marktplaats al de mogelijkheid om online een vergelijking te maken voor direct ingaande gegarandeerde lijfrentes en heeft daar nu een volledig geautomatiseerd offerteaanvraagtraject aan toegevoegd.
Bureau D & O heeft een cd-rom ontwikkeld voor het berekenen van de kostprijs van de dienstverlening aan particuliere schadeklanten. De cd-rom bevat, naast een voorbeeldberekening gebaseerd op een gemiddeld assurantiekantoor met een gemiddelde portefeuille en gemiddelde klanten, een rekenmodule waar de specifieke gegevens van een individueel kantoor, portefeuille en klanten kunnen worden ingevoerd. Met behulp van deze berekening krijgt een kantoor inzicht in de kostprijs per handeling en de gemiddelde k ostprijs per klant en per verzekering. ■
Het met Expiratiedesk werkende intermediair kan daardoor nu ook online maatwerkoplossingen aanvragen. Op Expiratiedesk.nl vindt u (rechtsonder op de homepage) een demo van het offerteaanvraagtraject. ■
LNI heeft GoedIdee De 350 bij serviceprovider LNI aangesloten intermediairs kunnen de GoedIdee Nabestaandenverzekering van Dazure nu aan hun klanten adviseren. Bij deze overlijdensrisicoverzekering kan ook de bestaande klant profiteren van toekomstige tussentijdse premieverlagingen. Eventueel te veel betaalde premie wordt gestort in een premiedepot en uitgekeerd bij vroegtijdig beëindigen van de polis of het einde van de looptijd. ■
10
009-011_VB18_RUB01 10
CDFD: ‘Check deeldiploma’s’ Het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (het CDFD) roept financiële dienstverleners op de geldigheid van hun Wft-deeldiploma in de gaten te houden. Wie nu in het bezit van een deeldiploma is, moet zich permanent blijven bijscholen om een volledig Wft-diploma te kunnen ontvangen. Het huidige PE-programma loopt nog tot 27 december. Daarna gaat het programma 2010/2011 in. ■
nummer 18 - 24 september 2009
21-09-2009 14:14:16
INT ER M ED IA IR
Generale voor Dragon’s Den
Intermediairs met visie gezocht
Proef de Kwaliteit is een inmiddels beproefd (want vorig jaar succesvol gestart) concept van Avéro Achmea, waarbinnen deelnemende intermediairs nader gestalte proberen te geven aan hun vernieuwingsconcepten. Dat gebeurt in spelvorm, waarbij de intermediairs in zekere zin de concurrentie met elkaar aangaan en extra gerichte ondersteuning van experts. De bijeenkomsten worden omkleed met verschillende culinaire activiteiten, hetgeen deels de naam van het vernieuwende Avéroconcept verklaart.
Legal & General is een onderzoek gestart onder ruim 8000 financieel dienstverleners. Via een digitale enquête worden adviseurs en bemiddelaars in verzekeringen en hypotheken gevraagd om aan te geven hoe zij op een aantal onderdelen de Wft en daaraan verbonden wet- en regelgeving in de praktijk ervaren. Een dergelijk onderzoek heeft de verzekeringsmaatschappij eerder in 2006 gehouden, voorafgaand aan de invoering van de Wfd. Uit dat eerdere onderzoek kwam naar voren dat er op dat moment binnen het intermediair een groot draagvlak bestond voor de hoofdlijnen van de nieuwe wet. Met het nieuwe onderzoek wil drs. Arno Dolders, algemeen directeur van L&G een beeld krijgen in hoeverre de hoofddoelstellingen door het intermediair nog worden onderschreven en op welke onderdelen aanpassingen van beleid en regelgeving noodzakelijk lijken om voldoende draagvlak te houden voor een effectieve handhaving van de Wft. In de volgende editie van Het VB zal Dolders de resultaten van het onderzoek toelichten. ■
Ondernemingsdeskundigen Deze tweede editie van Proef de Kwaliteit vindt op 4 november haar apotheose in de Dragon’s Den, de spectaculaire vierde en laatste bijeenkomst. Dan moeten de deelnemers in de zogenoemde pitch (er zijn ook intermediairs die aan Proef de Kwaliteit deelnemen en geen deel willen uitmaken van de pitch) tegenover een jury van vier kritische ondernemingsdeskundigen betogen waarom deze in hun – soms al deels doorgevoerde – vernieuwingsconcepten moeten beleggen. Het oordeel van de jury vertaalt zich vervolgens in een beloning in aveuro’s (symbolisch geld), die de deelnemers kunnen gebruiken om nadere ondersteuning in te kopen.
Gelegenheidsjury Onlangs vond de derde bijeenkomst plaats in De Glazen Ruimte in Maarssen. Tijdens deze bijeenkomst was een ‘marktplaats’ ingericht, waar de deelnemers bij specialisten op verschillende terreinen van intermediaire bedrijfsvoering in sessies informatie konden ophalen. Daarnaast ondergingen de overgebleven pitchers (na de tweede bijeenkomst waren er acht intermediairs voor de pitch, maar kort voor de derde bijeenkomst waren er daar nog vijf van over) een generale repetitie voor de Dragon’s Den. Voor een publiek van intermediairs, enkele Avéro-medewerkers en ondernemingsspecialisten mochten zij hun plannen en vorderingen uiteenzetten. Een door de pitchers zelf uit het publiek geselecteerde gelegenheidsjury van vier man velde daar vervolgens een oordeel over. De presentaties lieten overigens zonder uitzondering zien dat nog wat oefenen voor gelegenheidspubliek en spiegel vóór de finale op 4 november geen overbodige luxe is, maar ook dat is een onderdeel van het leerproces. De vijf pitchers die straks in de echte Dragon’s Den gaan optreden (tenzij natuurlijk alsnog de plankenkoorts toeslaat) zijn: –– Roy Gunther – Gunther Financieel Advies, Andelst –– Wim Polling – Polling Assurantiën, Doetinchem –– Lucie Croonen – Bekx Assurantiën, Mierlo –– Wilma Hartog – WH Assurantiën, Amstelveen –– Robert Otto – PR4 Financiële Diensten, Moerkappelle. ■
ASR-intermediairbank ASR Nederland neemt Fortis ASR Bank over om onder eigen vlag bankproducten te kunnen aanbieden. De naam van de bank zal dan ook ASR Bank zijn. Eind juni is bij DNB al een verklaring van geen bezwaar aangevraagd. Fortis ASR Bank behoorde ooit tot ASR, maar ging over naar Fortis Bank toen ASR onder het Fortis-concern kwam te vallen. “De intermediairs die ASR-producten verkopen, willen ook bankproducten als spaarrekeningen en beleggingsproducten kunnen verkopen”, motiveerde ASR onlangs tegenover Het Financieele Dagblad haar strategie. Volgens een woordvoerder van ASR is het niet de bedoeling om via ASR Bank de hypotheekmarkt te gaan bewerken. Daarvoor is begin september een nieuwe geldschieter gevonden: de Franse bank BNP Paribas. ■
Echtscheiding in AfinPro Softwareontwikkelaar Infa heeft een echtscheidingsmodule geïmplementeerd in AfinPro. Daarmee is het nu mogelijk om de inkomens- en vermogenscomponenten in AfinPro te verdelen en op basis van deze verdeling een advies voor twee aparte alleenstaande klanten aan te maken, zonder dubbele invoer. “Voor de meeste consumenten lijkt de financiële situatie een puzzel van spelregels en producten”, meent Infa, “en juist daarom biedt echtscheidingsadvisering de professionele financieel adviseur goede kansen in de huidige markt.” In de nieuwe versie van AfinPro zijn nu ook een indicatief risicoprofiel voor beleggingen, een vergelijkingstool Vermogen in BV of Privé en een volledige koppeling met AdvisaOnline, AeQuoteOnline en OPAL van Finx beschikbaar. ■
nummer 18 - 24 september 2009
009-011_VB18_RUB01 11
11
21-09-2009 14:14:17
I n t er v i e w
Fotografie: Wilco van Dijen
“Ik ben groot voorstander van krachtig toezicht op pensioenfondsen. Maar de toezichthouder zit wel in het tweede rijtuig. Door de internetcrisis aan het begin van deze eeuw is er veel aandacht voor de bestuurskwaliteit van de pensioenfondsen en is het interne toezicht versterkt. Maar voorop moet blijven staan dat ‘governance’ primair blijft en toezicht is secundair.”
Drs. Jan A. Nijssen (56 jaar, getrouwd, een dochter van 26 die afgestudeerd is als apotheker en een zoon van 23 die in Delft toegepaste wiskunde studeert) was ruim 27 jaar in dienst bij Nationale-Nederlanden en ING Groep, waar hij als Global Head Pensions en CEO Insurance Central Europe bijdroeg aan het vinden van duurzame oplossingen voor pensioenen in ontwikkelde en opkomende markten. Op dit moment is hij partner en directeur van Montae, een bedrijf dat ondernemingen, verzekeraars, pensioenfondsen en vakbonden adviseert over collectieve pensioenvraagstukken. Hij is Fellow van Netspar en onlangs benoemde minister Donner hem tot lid van een commissie die onderzoek zal doen naar het beleggingsbeleid en risicobeheer van pensioenfondsen. Daarnaast is hij moderator van DOB Foundation, lid Stuurgroep Pensioen & Development Network van WorldGranny en voorzitter bestuur Expertise centrum LEEFtijd.
Jan Nijssen (partner bij Montae en fellow Netspar):
‘Er wordt te weinig vooruit geredeneerd’ 12
012-014_VB18_INT 12
nummer 18 - 24 september 2009
21-09-2009 14:15:00
in t erview
Een gesprek met Jan Nijssen laat zich moeilijk beperken tot detailkwesties op lokaal niveau. Daarvoor heeft hij teveel van de wereld gezien. In tal van landen – die als dag en nacht van elkaar verschillen – heeft hij gewerkt en zijn kennis, ook op pensioengebied, gedeeld met de plaatselijke bevolking. Met gedrevenheid kan hij vertellen over zijn bezoek aan het ministerie van Sociale Zaken en het Planbureau in Zuid-Korea. “Juist in dat soort landen wordt mijn expertise zwaar op de proef gesteld. De mensen bereiden zich bijzonder gestructureerd voor en onthalen me met een spervuur aan vragen, waarvan de ene vraag nog dieper gaat dan de andere.”
mand had daar een inhoudelijke opmerking voor over. “Dat is me ook opgevallen. Toch komt wat mij betreft dit plan het dichtst in de buurt van een werkbaar alternatief voor de verhoging van de AOW-leeftijd. De basis voor de AOW is in die gedachte niet meer het aantal jaren dat je in Nederland hebt gewoond, maar de tijd die je hebt gewerkt en waarin je minstens 70 procent van het minimumloon hebt verdiend. Zodra je veertig jaar hebt volgemaakt, mag je met pensioen en krijg je de volledige AOW. Ik heb wel sympathie voor dit idee, omdat het appelleert aan het oogmerk dat het pensioenstelsel sociaal, rechtvaardig en betaalbaar moet zijn.”
Over de grens kijken
De vraag is natuurlijk ook of dit alternatief voldoet aan de bezuinigingsvraag. “Het CPB heeft het plan doorgerekend. In 2040 is de bezuinigingsdoelstelling vrijwel gehaald, maar daarna zijn de besparingen zelfs hoger dan de regeringseis. Ook maatschappelijk gezien springt het initiatief van GroenLinks er positief uit. Onderzoeken hebben immers duidelijk gemaakt dat lager opgeleide mensen niet alleen op jongere leeftijd beginnen met werken, maar ook een lagere, gezonde levensverwachting hebben. Zij kunnen in deze opzet eerder met pensioen. Het levert ook een substantiële bijdrage aan de arbeidsparticipatie, omdat het vrouwen zal stimuleren om te gaan werken. En wat mij ook aanspreekt”, gaat Nijssen verder, “is dat we in deze systematiek onszelf een spiegel gaan voorhouden. We willen graag vrijgelaten worden in onze keuze of we wel of niet willen werken en hoe lang we werkzaam willen zijn. Ook ik ben van mening dat elk individu het recht heeft dat voor zichzelf in te vullen. Maar bij die lust hoort ook een last, of om het anders te zeggen: die vrijheid heeft wel een prijs. En die gedachte zie ik in dit alternatief terug. Wat niet betekent”, voegt hij daaraan toe, “dat je het niet kunt amenderen. Zo zou ik me kunnen voorstellen dat je de jaren meetelt die een verzorgende ouder tot een bepaalde leeftijd besteedt aan de verzorging van haar of zijn kind.”
Krijg je dan niet de neiging om anders aan te kijken tegen zaken waar we ons in Nederland druk om maken? “Een beetje wel”, antwoordt hij, “maar het is bepaald niet zo dat ik de drang heb om de problemen die bij ons spelen, weg te relativeren, integendeel. Wel ben ik er mede door mijn internationale ervaring van overtuigd dat we de zaken in breder verband moeten zien. Ik meen het oprecht als ik zeg dat we apetrots mogen zijn op ons pensioenstelsel. Maar dat wil niet zeggen dat je de ogen moet sluiten voor wat in het buitenland gebeurt. Ook daar zijn waardevolle initiatieven genomen, waar we van kunnen leren. We hebben weleens de neiging om ons pensioensysteem af te zetten tegen dat in andere landen, alsof sprake is van een competitie. Ik kijk liever op een andere manier om me heen en niet vanuit de optiek dat het elders beter is, of hier briljant. Er zijn veel landen die met hetzelfde probleem worstelen. We leven niet alleen hier langer en ook wat betreft vergrijzingsprobleem zijn we niet uniek. Een groot aantal landen om ons heen heeft de pensioenleeftijd al verhoogd. En ook wij ontkomen er niet aan om de balans tussen het werkzame en niet-werkzame gedeelte van ons leven te herzien. We beginnen niet meer vanaf ons vijftiende jaar met werken. Veel jongeren zijn al ruim in de twintig als ze de arbeidsmarkt betreden. We leven langer en we vergrijzen meer dan we vergroenen. De discussie hierover zou een andere dimensie krijgen als we deze problematiek in een internationale context bekijken.” Was dat ook een reden om in het Pensioencrisisdebat, waarvan Nijssen dagvoorzitter was, nadrukkelijk het Australische model te presenteren (meer hierover in het themakatern Pensioen in dit VB)? “Ik heb daar de verschillende plannen en alternatieven op een rij gezet. De oplossing die Australië heeft gekozen, vond ik inderdaad interessant genoeg om in het debat in te brengen, ja. Dat laat zien hoe een overheid in de vorm van fiscale maatregelen het pensioensparen met succes kan stimuleren. Dat wat wij ‘bijsparen’ noemen, gebeurt hier nog maar mondjesmaat, maar is in Australië gemeengoed. Ik heb daarmee geprobeerd het gezichtsveld wat te verbreden. In de huidige discussie wordt heel sterk gefocust op enkele onderdelen van het pensioengebouw, zoals het oprekken van de AOW-leeftijd met een paar jaar. We blijven daardoor steken in de details, waardoor we niet toekomen aan de belangrijke vraag hoe we het pensioenstelsel als geheel duurzaam en betaalbaar kunnen houden.”
Alternatief GroenLinks Nijssen vroeg tijdens het debat ook aandacht voor het alternatief van GroenLinks. Maar dat bleek vergeefs: vrijwel nie-
Innovatief denken Los van de inhoud van dit alternatief is Jan Nijssen ervan gecharmeerd omdat het een voorbeeld is van innovatief denken. Dat blijkt uit zijn verzuchting dat er in zijn algemeenheid “te weinig vooruit wordt geredeneerd. En dat zal toch echt moeten”, is zijn stellige overtuiging. “Over zeg drie tot vijf jaar ziet ons pensioenstelsel er behoorlijk anders uit. Dat gevoel kom ik nu nog te weinig tegen. Toen de pensioencrisis op zijn dieptepunt was, was de roep om verandering duidelijk hoorbaar. Nu de dekkingsgraden weer aardig oplopen, verstomt die weer in snel tempo. Kennelijk raakt naar de achtergrond dat de crisis de aanleiding, maar niet de reden was om het stelsel tegen het licht te houden. De argumenten om naar de duurzaamheid te kijken, waren van een heel andere orde. De fondsen beheren gezamenlijk zo’n 600 miljard aan kapitaal”, rekent hij voor. “Stel de inflatie op twee procent en dan heb je het al over 12 miljard extra benodigde premie bij een loonsom van 200 miljard euro. Naarmate de pensioenfondsen groeien, wordt dat bedrag nog astronomischer en in onze open economie kunnen we ons geen premiepercentages van 35 of 45 procent veroorloven. Daar komt bij dat de wereld niet statisch is. Ons pensioengebouw is vlak na de oorlog door een paar zeer wijze mannen ontworpen. Er is sindsdien wel het nodige gebeurd. We zien bedrijfstakken
nummer 18 - 24 september 2009
012-014_VB18_INT 13
13
21-09-2009 14:15:01
I n t er v i e w
geleidelijk verdwijnen of stagneren, en aan de andere kant komen er nieuwe bij. Dat vertaalt zich door in de bestaande fondsen. Sommige zien het aantal actieve deelnemers in sneltreinvaart afnemen, terwijl andere bij wijze van spreken nauwelijks bedragen hoeven uit te keren. Als je dus de pensioenfondsen individueel bekijkt, is er sprake van scheefgroei. Als je daar niets aan doet, kun je in zijn totaliteit gezien de solidariteitsgedachte niet in stand houden.”
Hoeveel maal de AOW? Als je het hele pensioenstelsel wilt doorlichten, dan ga je je al snel de ezel voelen die omringd wordt door ontelbare hooibalen en verhongert omdat hij niet kan kiezen. Nijssen: “Zo dramatisch hoeft het niet te zijn, want de pijlers waarop het stelsel rust, hoeven niet te worden aangetast. De AOW – of die ingaat op 65 of 67 jaar is eigenlijk een detail – verzekert iedere gepensioneerde van een sober, maar menswaardig bestaan. Vervolgens kijken we naar de tweede pijler. Daar zullen sociale partners de vraag moeten beantwoorden welk natuurlijk ambitieniveau houdbaar kan zijn. Nog één keer de AOW, anderhalf, of twee keer? Hoe verder men wil gaan, hoe duurder het stelsel uiteraard wordt. Maar zo’n herijking is wel noodzakelijk en ik heb er alle vertrouwen in dat werknemers en werkgevers daar wel uit komen. Zij zijn het immers met elkaar eens dat pensioen de belangrijkste secundaire arbeidsvoorwaarde is en dat je die moet koesteren. Ook weet iedereen dat het bieden van zekerheid vanaf je vijfentwintigste tot aan je dood extreem duur is. Zekerheid vooraf en te allen tijde kan niets anders opleveren dan een karig pensioen.” Hoe zou de praktische invulling eruit kunnen zien? “De basis van het aanvullend pensioen zoveel mogelijk stellen via een DB-regeling en daarboven een (collectief) DC- en/of een aangepaste levensloopregeling.”
ve projecten of bedrijven met als doel een structurele en duurzame sociale verandering op gang te brengen. Voorwaarde voor kapitaalverstrekking is een behoorlijke return on investment, zowel sociaal als financieel.” Nijssen zelf is nauw betrokken bij het maken van een bedrijfsplan voor een Nederlandse ondernemer die een aantal vindingen heeft gedaan waarmee de CO2-uitstoot van tuktuk’s in India sterk kan worden beperkt en de tuktuk-bestuurders een menswaardiger bestaan krijgen. “Daarnaast ben ik bestuurslid van het Pension & Development Network van WorldGranny dat zich wereldwijd inzet voor ouderen. “We werken samen met de lokale DHAN Foundation eraan om zo’n 25.000 mensen in India van een micropensioen te kunnen voorzien. Dat is de vierde fase in een project dat startte met het inleggen van zeer bescheiden spaargelden en daarna met het verstrekken van microkrediet in dezelfde informele setting. In de derde fase heeft men verzekeringsoplossingen, met name de entree tot zorg en bescherming van de schaarse bezittingen, ontwikkeld. Het micropensioenproject is geweldig werk voor mensen”, vertelt hij enthousiast, “die vaak niet eens weten dat ze op een paar euro staatspensioen recht hebben. We bestuderen nu de karakteristieken van die mensen om het voor hun geschikte pensioenmodel vorm te kunnen geven. Binnenkort starten we met de eerste pilots en ik verheug me daar enorm op.” ■ Jan Aikens
Micro Het is opvallend op hoeveel pensioencongressen Jan Nijssen als spreker optreedt en bij hoeveel projecten en commissies hij betrokken is. Toch is zijn leven niet gevuld met ‘pensioen’ alleen. “Integendeel”, zegt hij, “van 1978 tot 2005 heb ik eerst gewerkt bij Nationale-Nederlanden en na de fusie bij ING. Ik heb die periode ervaren als één grote ontdekkingsreis, letterlijk en figuurlijk. Mijn functies brachten mij over de hele wereld en in Nederland heb ik de privatisering van de sociale zekerheid meegemaakt. Maar het gevolg van die ontdekkings reis was wel dat ik erg veel van huis was en dan ga je je op een gegeven moment toch afvragen, waar je mee bezig bent. Uiteindelijk leidde dat tot mijn besluit om ING te verlaten. De mensen in de branche konden nauwelijks geloven dat ik toen nog geen vastomlijnde toekomstplannen had. Dat ligt ook niet in mijn aard. Ik vind dat je eerst de zaken waarmee je bezig bent, netjes moet afmaken en dat je daarna pas verder moet kijken. Ik vond het een goede balans om een derde van mijn tijd te gaan besteden aan mijn privéleven, een derde aan mijn vak en de resterende een derde te gebruiken voor sociale activiteiten.” Heeft Nijssen dan ook iets van een geitenwollensokkentype? “Ik hoor zeker niet tot dat gilde”, lacht hij. “De projecten zijn heel concreet. Ik ben bijvoorbeeld moderator DOB Foundation (vroeger bekend als De Oude Beuk). Die stichting ondersteunt creatieve ondernemers bij het opzetten van innovatie-
14
012-014_VB18_INT 14
Jan Nijssen: ‘Over zeg drie tot vijf jaar ziet ons pensioenstelsel er behoorlijk anders uit. Dat gevoel kom ik nu nog te weinig tegen’
nummer 18 - 24 september 2009
21-09-2009 14:15:02
P FP
‘Meer online voor hypotheek’
Symposium Wet VPS
Consumenten willen meer hypothecaire zaken via internet kunnen regelen dan momenteel door de hypotheekverstrekkers wordt aangeboden. Dit blijkt uit onderzoek van Deloitte onder 750 Nederlandse consumenten. Het onderzoek laat zien dat de consument in alle stappen in de aankoop van een nieuwe hypotheek excellente en geïntegreerde online dienstverlening verwacht.
De Universiteiten van Tilburg en Maastricht houden op donderdag 15 oktober 2009 een minisymposium over de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding (Wet VPS). In deze wet zijn de afgelopen jaren knelpunten gesignaleerd en daarop zijn door SEO en de UvT aanbevelingen voor de wetgever en de uitvoeringspraktijk gedaan. Mede op grond hiervan stelt het kabinet nu enkele wetsaanpassingen voor en heeft het tevens een aantal andere maatregelen aangekondigd.
Zo vindt maar liefst tachtig procent van de ondervraagde klanten het in de adviesfase essentieel dat de consequenties van de hypotheekkeuze online kunnen worden doorgerekend. In de offertefase kan internet een doorbraak leveren voor bestaande barrières rond flexibiliteit en rond snelheid. De helft van de respondenten wil de offerteaanvragen op ieder gewenst tijdstip kunnen invullen en 39 procent van hen geeft aan het liefst direct een offerte te ontvangen tegen het meest gunstige tarief. Ook wanneer de hypotheek eenmaal is afgesloten, is er volgens de respondenten voor internet een significante rol weggelegd. Volgens Deloitte bevestigen de onderzoeksresultaten het beeld dat internet voor hypotheken een noodzakelijke aanvulling is op de t raditionele (fysieke) distributiekanalen. Overigens is het o nline sluiten van een hypotheek volgens intermediair Independer op dit moment niet haalbaar. “Hypotheken zijn voor ons altijd een zorgenkindje gebleken”, aldus directeur Ruud Martens. De vergelijkingssite gaat nu rapportcijfers toekennen aan hypotheekkantoren. ■
Lening tot tien jaar Bij intermediairs die samenwerken met DEFAM of Credivance (onderdeel van Alfam-Fortis Bank) kunnen consumenten nu een persoonlijke lening afsluiten met een lange looptijd van tien jaar. Hierdoor kunnen de maandlasten relatief laag worden gehouden. De lening kan worden afgesloten vanaf 5000 tot 50.000 euro. Tijdens de looptijd staat de rente vast en aan het einde van de looptijd is de volledige lening afgelost. Het is ook mogelijk, onder voorwaarden, om de lening eerder geheel of gedeeltelijk af te lossen. ■
Aegon Hypotheken in de lift Aegon Hypotheken ziet zijn marktaandeel groeien. In 2008 was het marktaandeel 3,3 procent, het gemiddelde marktaandeel over 2009 is nu 5,8 procent. De afgelopen maanden zijn er zo’n 230 ‘nieuwe’ intermediairs bijgekomen die Aegonhypotheekproducten adviseren. Ruim 70 procent van hen heeft ook daadwerkelijk een of meerdere hypotheken bij Aegon ondergebracht. Vorige week werd bekend dat het intermediaire label Obvion het marktaandeel hypotheken in het afgelopen half jaar zag teruglopen tot 3,3 procent (2008: 6,0%). Bij de lokale Rabobanken nam dit aandeel met 3,2 procent toe tot 26,8 procent. ■
Het symposium geeft advocaten, notarissen, financieel planners en pensioenadviseurs inzicht in de actuele stand van zaken. Aanmelden kan via Uvt.nl/ccp/symposium/registratie. Deelname is gratis. ■
APK voor huizen Algemeen directeur Richard Weurding van het Verbond van Verzekeraars ziet absoluut heil in een APK voor woonhuizen, waarbij “je huis eens in de drie tot vijf jaar in elk geval wordt gecheckt op veiligheid en dus op het voldoen aan (minimale) eisen voor brand- en inbraakpreventie. We worden regelmatig medisch gekeurd, we hebben een APK voor de auto en de horeca moet aan regels voldoen om ‘brandveilig’ te zijn, maar voor bestaande huizen is weinig of niks geregeld.” Weurding schreef dit eerder deze maand in Verzekerd, de tweewekelijkse uitgave van het Verbond, naar aanleiding van de brand in Kampen onlangs, waarbij vier kinderen uit één gezin om het leven kwamen. ■
65-plus werkt Minister Donner van SZW heeft de website 65pluswerkt. info in gebruik gesteld, een initiatief van Expertisecentrum LEEFtijd. Deze site informeert werkgevers en werknemers over doorwerken na 65 jaar. De motivatie van LEEFtijd: “Er zijn geen wettelijke belemmeringen om als 65-plusser te werken, maar er zijn wel haken en ogen, zoals wettelijke veranderingen die optreden als iemand 65 jaar wordt. De website reikt mogelijkheden aan om daarmee om te gaan, zodat werkgevers en werknemers weloverwogen kunnen beslissen hoe ze met elkaar zullen blijven werken.” De lancering van de site sluit aan bij de Algemene Beschouwingen vorige week, waar de verhoging van de AOW-leeftijd naar 67 jaar al vrijwel geen tegenstanders meer kende. ■
Lancering Portefeuille Platform Obvion heeft het Portefeuille Platform gelanceerd. Deze service ondersteunt intermediairs bij een verandering in de lopende hypotheek van een klant. Het platform signaleert bijvoorbeeld het eindigen van een rentevastperiode. Doel hiervan is dat intermediairs klanten proactief kunnen ‘ontzorgen’, ook na het afsluiten van een hypotheek. ■
nummer 18 - 24 september 2009
015_VB18_RUB02 15
15
21-09-2009 10:28:39
F i sc a a l Jur id is ch
Wat zijn de gevolgen voor verzekeringsland vanaf 2010? Op dinsdag 15 september heeft de Koningin
Tijdelijke verhuur en hypotheekrenteaftrek
de Troonrede voor de dertigste keer op rij
Vanwege de huidige economische situatie is het voor huiseigenaren soms moeilijker hun woning te verkopen en is verhuur een mogelijkheid. Als zij hun oude eigen woning verhuren en de verhuurperiode is voorbij, dan herleeft de hypotheekrenteaftrek voor deze woning. De hypotheekrente kan dan nog worden afgetrokken tot maximaal twee jaar na het kalenderjaar waarin de woning is verlaten. De maatregel geldt voor 2010 en 2011. De maatregel geldt ook als de woning in 2008 of 2009 is verhuurd.
uitgesproken. Daarna heeft minister Bos de Miljoenennota gepresenteerd met de nieuwe Belastingplannen voor 2010. Wij hebben wij de belangrijkste wijzigingen voor de verzekeringsbranche voor u op een rijtje gezet. Ten aanzien van de eigen woning is een aantal wijzigingen voorgesteld voor 2010.
Vereenvoudigingen lijfrenten
Vereenvoudiging bijleenregeling De bijleenregeling wordt op drie punten vereenvoudigd. 1. De financiering van de kosten van een geldlening wordt ook voor doorstromers aftrekbaar. De invoering van de bijleenregeling had een splitsing teweeggebracht tussen enerzijds starters (financiering kosten blijft aftrekbaar) en anderzijds de belastingplichtigen die onder de bijleenregeling vielen (de doorstromers). Deze wijziging gaat in per 1 januari 2010. 2. De goedkoperwonenregeling is (volgens het ministerie) een complexe uitzondering op de bijleenregeling en verdwijnt om die reden. Bij verhuizen geldt als hoofdregel dat voor het nieuwe huis geen renteaftrek mogelijk is tot het bedrag van de overwaarde die is behaald bij de verkoop van het oude huis. Die regel gold niet bij verhuizing naar een goedkoper huis. In de uitvoering is de regeling nu zo ingewikkeld geworden, dat is besloten om voortaan ook bij verhuizing naar een goedkopere woning de hoofdregel te volgen. Door deze wijziging is de regeling iets eenduidiger geworden. Dit gaat ten koste van stukje verlies van renteaftrek. 3. De eigenwoningreserve ontstaat uit de overwaarde als de (oude) woning wordt verkocht en de verkoopopbrengst meer is dan de eigenwoningschuld van die (oude) woning. Deze reserve verviel na vijf jaar. Zowel de burger als de Belastingdienst moesten hiermee vijf jaar rekening houden. Deze termijn wordt nu drie jaar.
Met betrekking tot de lijfrenten wordt er de komende jaren een aantal vereenvoudigingen doorgevoerd.
Redelijke termijn en lijfrentetermijnen Op grond van de huidige wetgeving moet aan het einde van de opbouwfase een aanspraak op lijfrenten worden omgezet in termijnen. Hiervoor geldt een ‘redelijke termijn’. Deze termijn is gesteld op een minimum van 6 maanden bij leven en 12 maanden bij overlijden. Bij bijzondere omstandigheden is een langere termijn aan te merken als redelijk. Gevolg van het niet voldoen aan de redelijke termijn is dat inkomstenbelasting wordt verschuldigd over de totale waarde van de lijfrenteaanspraak. Als heffingstijdstip geldt bij overschrijding van de redelijke termijn de expiratiedatum en niet de datum waarop deze termijn wordt overschreden.
Het kabinet introduceert een bankspaarvariant
Gelet op het voorgaande is een tweetal wijzigingen voorgesteld per 1 januari 2010. De eerste wijziging betreft de invoering van een wettelijke termijn voor de bepaling van de omvang van de lijfrentetermijnen. Deze termijn is ruimer dan de termijn die op dit moment in de beleidssfeer geldt. Deze termijn eindigt bij het einde van het kalenderjaar volgend op het jaar van expiratie bij leven en het einde van het tweede kalenderjaar volgend op het jaar van expiratie bij overlijden. Wel zal een uitzondering mogelijk blijven voor de situatie dat redelijkerwijs niet kan worden voldaan aan de wettelijke termijn. Daarnaast wordt het heffingstijdstip bij overschrijding van deze periode verlegd naar het tijdstip van overschrijden van die termijn.
voor stamrechten – voor ontslagvergoedingen –
Splitsingsproblematiek box 1/box 3
Door: Egon Borghuis en Ingrid Sandford, beide fiscaal beleidsadviseur, ASR Verzekeringen, Adviesbureau Fiscale en Juridische Zaken
en voor uitvaartproducten per 2010 16
016-017_VB18_FJR 16
Met ingang van 2009 is de vormgeving van een polis bepalend of een premie als lijfrentepremie
nummer 18 - 24 september 2009
21-09-2009 10:29:08
F iscaal J u rid isc h
aftrekbaar is. Als een polis voldoet aan de eisen die de Wet IB 2001 stelt aan een lijfrente ter compensatie van een pensioentekort, is de premie in beginsel aftrekbaar en valt de lijfrente per definitie volledig in box 1. De wetgever was dit echter vergeten voor de (ongewijzigde en nog premiebetalende) pré-Brede-herwaarderingslijfrenten. Dit zijn contracten die afgesloten zijn vóór 16 oktober 1990. Voor deze polissen zijn de administratieve problemen bij de splitsing box 1/box 3 nog blijven bestaan. Daarom zit voor deze lijfrenten in 2009 het deel van de premie dat niet is afgetrokken en meer bedraagt dan € 2269, nog in box 3. Met ingang van 2010 wordt de fout hersteld en zal ook voor deze oud-regimelijfrenten een einde komen aan de boxsplitsing. Dat betekent wel dat voor die lijfrenten vanaf 2010 het deel van de premie dat niet is afgetrokken en meer bedraagt dan € 2269, belast wordt in box 1. Om deze heffing te voorkomen, zal dit gedeelte echt in een afgesplitste box 3-polis moeten worden ondergebracht. Deze aanpassing maakt de belastingheffing overzichtelijker maar leidt aan de andere kant tot een inspanningsverplichting bij verzekeraars en adviseurs om te voorkomen dat verzekeringnemers hier schade van gaan ondervinden. De uitdaging is dan uiteraard om uit te sluiten dat verzekeringnemers op enig moment nog een premie boven € 2269 betalen voor een ongesplitst contract.
Afschaffing terugwentelingstermijn Naast de aftrek in het jaar van betaling, bestaat er ook de mogelijkheid om een premie in aftrek te brengen in het voorafgaande jaar. Als de premie is betaald vóór 1 april van een jaar, kan de premie nog in het voorgaande jaar in aftrek worden gebracht. Dit wordt ook wel de terugwentelingstermijn genoemd. Het kabinet stelt voor om deze algemene terugwentelingsmogelijkheid met ingang van 2011 te laten vervallen. Daarvoor worden de volgende redenen aangegeven. Nu bij de jaarruimte sinds 2004 wordt uitgegaan van de inkomensgegevens en pensioengegevens van het voorafgaande jaar, is deze informatie altijd beschikbaar bij het doen van de aangifte in april. Het streven om de aftrekbare, betaalde premies in de nabije toekomst te gaan voorinvullen, gaat niet samen met de terugwentelingstermijn. Bij het voorinvullen (van de gerenseigneerde, in het kalenderjaar betaalde premies) en ook bij het renseigneren is immers niet bekend of een premie wordt teruggewenteld. Het vervallen van de mogelijkheid tot terugwenteling is uiteraard een zaak die de praktijk van verzekeraars en verzekeringsadviseurs raakt. Verzekeringnemers die tot op heden gebruik maakten van deze mogelijkheid (bijvoorbeeld met een premievervaldatum vóór 1 april of via een extra storting) zullen tijdig geïnformeerd moeten worden dat dit met ingang van 2011 niet meer kan.
–– Een vereenvoudiging in de techniek bij het verdelen van box 3-vermogen tussen partners per 1 januari 2010. –– Het toepassen van de WOZ-waarde van woningen in box 3 per 1 januari 2010. –– De invoering van een vrijstelling voor contant geld en vergelijkbare vermogensrechten per 1 januari 2010. –– De invoering van één peildatum voor box 3 (vermogen 1 januari) voor het eerst voor het jaar 2011. Ter dekking van de vereenvoudigingen wordt voorgesteld dat per 1 januari 2010 geen indexatie plaatsvindt van het heffingsvrije vermogen en de overige vrijstellingen in box 3. In samenhang daarmee zal de schuldendrempel ook niet worden geïndexeerd.
Gouden handdruk nu ook bij de bank Sinds 1 januari 2008 kunnen banken lijfrentespaarrekeningen aanbieden. Per diezelfde datum is het ook mogelijk voor banken de spaarrekening eigen woning (SEW) aan te bieden. Het kabinet introduceert nu met ingang van 2010 een bankspaarvariant voor stamrechten – voor ontslagvergoedingen – en voor uitvaartproducten.
Afsluiting Centraal punt bij de belastingplannen van dit jaar is vereenvoudiging. Daar zijn we als branche natuurlijk altijd blij mee. Al deze wijzigingen moeten echter ook geïmplementeerd worden. Dat betekent dat in deze drukke tijden nog veel werk verzet moet worden. ■
SLUITER AANSPRAKELIJKHEID Willis B.V. maakt deel uit van de Willis Group; een leidende wereldwijde verzekeringsmakelaar, die zich richt op ontwikkeling en dienstverlening op het gebied van professionele verzekering, herverzekering, risk management en consultancy voor bedrijven en (semi-)overheden. WERKZAAMHEDEN:
Levert een actieve bijdrage aan het onderhouden en uitbreiden van de bestaande cliëntenportefeuille en aan het acquireren van nieuwe relaties. Dit alles op het terrein van Aansprakelijkheid in de brede zin van het woord, waarbij het accent ligt op algemene Aansprakelijkheid en Financial Lines. PROFIEL KANDIDAAT:
• Minimaal een afgeronde (bedrijfseconomische of juridische) opleiding op HBO- of academisch niveau; • In het bezit van het diploma Assurantie A/WFT Schade of bereidheid hiervoor te studeren; • Ervaring met het sluiten van aansprakelijkheidsverzekeringen; • Zelfstandig, analytisch, conceptueel denkend en proactief; • Goede kennis van de Engelse taal in woord en geschrift; • 2 tot 5 jaar relevante werkervaring. WILLIS BIEDT:
Onze bedrijfscultuur wordt gekenmerkt door no-nonsense, gedrevenheid, resultaatgerichtheid, betrokkenheid, integriteit en professionaliteit. Onze omgangsvormen zijn collegiaal, informeel en open. U kunt uw reactie met CV sturen naar Femke Govaart
[email protected], tel. 020-531 2576. Informatie over de Willis Group treft u aan op: www.willis.com
De terugwentelingstermijn van zes maanden voor lijfrentepremies bij staking van een onderneming en/of de omzetting van de fiscale oudedagsreserve blijft gehandhaafd.
Vereenvoudigingen in box 3 Het kabinet vereenvoudigt box 3 op verschillende punten. Het betreft de volgende wijzigingen.
Acquisitie op basis van deze advertentie wordt niet op prijs gesteld.
nummer 18 - 24 september 2009
016-017_VB18_FJR 17
17
21-09-2009 10:29:09
int ervie w
Cors Hage (Monuta) met pensioen:
‘Intermediair, geloof in eigen kracht’ ‘Bij afscheid nemen, hoort cake.’ Cors Hage (62) zwaait na bijna vijftien jaar af als directievoorzitter van Monuta
sen ook in gesprek over hun uitvaart, de zorgkant, dan wordt het toch een ander verhaal.”
en gaat met pensioen. Reden om zijn afscheidsinterview
Nichestrategie
met een goed plak ambachtelijke cake te beginnen. Een terug- en vooruitblik met de man die van een bescheiden, goeddeels regionaal opererende loondienst organisatie een landelijke, pure intermediairverzekeraar heeft gemaakt. Een van de grootsten. Bij zijn aantreden als directievoorzitter van Monuta kreeg Hage van de raad van commissarissen de opdracht mee een substantiële groei te realiseren, zowel in uitvaartverzekeringen als in uitvaartzorg. Geen geringe opgave, legt hij uit: “Monuta was op dat moment een loondienstorganisatie en die bood niet de groeimogelijkheden in verzekeringen die de RvC en ik voor ogen hadden. Enkele jaren voor mijn aantreden had Monuta EBO uit Emmen overgenomen, een kleine verzekeraar en uitvaartverzorger die met intermediairs werkte. Die constructie bood wél het gewenste groeiperspectief. Daar hebben we vervolgens volledig onze focus op gericht en dat heeft ons geen windeieren gelegd. EBO had in 1995 zo’n 750 intermediairs in de boeken en een omzet in verzekerd kapitaal van grofweg 100 mln gulden. Nu werken we met drieduizend intermediairs en tussen de 600 en 700 mln euro omzet in verzekerd kapitaal.” Wat zeker ook hielp, was dat veel intermediairs halverwege de jaren negentig nog maar weinig in uitvaartverzekeringen deden en tegelijkertijd meer met verzekeringspakketten gingen werken. Hage: “De uitvaartverzekering is een adviesproduct dat meegenomen behoort te worden in het gesprek met de klant over zijn gehele verzekeringspakket. Voor Monuta was het dus vooral zaak het intermediair daarvan te overtuigen. Daar zijn we in geslaagd en dat vooral verklaart – tezamen met het gegeven dat overlijden en uitvaart sindsdien steeds bespreekbaarder zijn geworden in Nederland – waarom wij in relatief korte tijd een explosieve groei hebben kunnen doormaken.”
Onderscheidende combinatie Aan de verzorgingskant heeft Monuta sinds het aantreden van Hage heel veel gekocht, waardoor er landelijke dekking kwam. En die formule van verzekeren aan de ene kant en verzorgen aan de andere kant is een onderscheidende, sterke combinatie gebleken, beschouwt Hage: “Als we vergelijken met verzekeraars die alleen polissen verkopen, is ons zorg bedrijf een wezenlijk toegevoegde waarde naar het inter mediair gebleken. Niet voor niets doen we voor het inter mediair ook veel lezingen, presentaties en open dagen in de uitvaartcentra en geven we veel trainingen. De verzekering is natuurlijk een relatief simpel product, maar raak je met men-
18
018-019_VB18_ART02 18
Toen Hage bij Monuta kwam, deed het bedrijf ook aan levensverzekeringen, wilde het in pensioen doen en een allrounder worden. “Die trend is bij mijn komst doorbroken”, blikt hij terug. “Wij hebben er bewust voor gekozen met een nichestrategie in de verzekeringsbranche te werken. Uitvaartverzekeringen en -zorg gecombineerd, klaar. Ik ben achteraf heel blij met die keuze. Het is anno 2009 voor iedereen, en vooral ook het intermediair, heel duidelijk waar Monuta voor staat. Door vol voor onze keuze te gaan, konden we bovendien flink investeren in marketingondersteuning en ketenintegratie. Bijna 90 procent van onze productie komt digitaal binnen. Binnen een uur heeft de intermediair de polis. Dankzij ons automatiseringssysteem MonaLisa is de verwerking razendsnel en dat wordt gewaardeerd in de branche.”
Architect van toezicht De betrokkenheid van Hage bij het uitvaartverzekeringswezen heeft zich niet tot Monuta beperkt. Hij is een van de architecten van het toezicht op uitvaartverzekeraars geweest. Al sinds hij bij de NVG werkte, was hij bestuurslid van de zelfstandige Vereniging van Natura-uitvaartverzekeraars (VNaV) en diens opvolger, het PNU (Platform Natura-Uitvaart), als onderdeel van de sector Leven van het Verbond. Van het PNU was hij de laatste jaren ook voorzitter. De VNaV/PNU heeft zich altijd sterk gemaakt voor (vrijwillig) toezicht en dat is er uiteindelijk ook gekomen. Toch is het werk op dit gebied nog niet klaar, vindt Hage. “Veel van de kleinere verenigingen staan nog niet onder toezicht. DNB is vorig jaar, met onze medewerking, begonnen met een groot programma (‘Op weg naar een bestendige branche’) om de kwaliteit van de uitvaartverzekeringsbranche te verbeteren. Dat ze daardoor nu aan allerlei aanvullende eisen en regelgeving moeten voldoen, is natuurlijk belastend voor al die kleine verenigingen. Toch is het goed dat het wordt doorgevoerd, voor de klant én voor het imago van de branche. Ik vind het mooi dat dat, met onze medewerking, tot stand is gekomen.”
Vertrouwensrelatie met klant Monuta is groot geworden dankzij het intermediair, daarmee is niets teveel gezegd, vindt ook Hage. Hoe ziet de scheidend directievoorzitter de toekomst van die relatie, en die van het intermediair in het algemeen? “De uitvaartverzekering is en blijft een adviesgevoelig product”, aldus Hage. “Verkoop via internet neemt wel toe maar voor de omzetvolumes die wij nu hebben en willen houden, hebben we het intermediair keihard nodig. Andersom beredeneerd zal het uitvaartproduct altijd in de tas van de intermediair blijven zitten. Ga maar na: je bouwt een vertrouwensrelatie
nummer 18 - 24 september 2009
21-09-2009 10:29:34
in t e rvie w
met je klant op als je met hem over uitvaart de diepte ingaat. Dat maakt het een heel mooi adviesproduct. Natuurlijk zullen er de komende jaren veranderingen plaatsvinden, maar ik geloof er niets van dat het intermediair daardoor zou verdwijnen. Blijf geloven in eigen kracht, dan is er absoluut bestaansrecht.”
Nieuwe uitdagingen Hage laat een mooi bedrijf achter. Dat doe je niet zonder ideeën over hoe het verder moet. Welke opdracht zou hij daarom willen meegeven aan zijn opvolgster, Jeanine Helthuis? “Aan de uitvaartverzorgingskant willen we het marktaandeel handhaven en liefst licht laten groeien. Dat is alvast een stevige opdracht omdat de concurrentie hevig is. Ook willen we onze dienstverlening rondom de thematiek van uitvaart verder uitbouwen. Denk daarbij aan het gebruik van nieuwe media, maar ook aan voor- en nazorg. Op verzekeringsgebied staan we aan de vooravond van fundamentele wijzigingen in de provisiestructuur. Wat voor gevolgen heeft dat voor het intermediaire kanaal en hoe bereiden we ons daarop voor als bedrijf? Daar zitten nog heel wat onzekerheden in en daarin je eigen keuzes in maken, is een hele uitdaging.”
Hage gaat het zelf allemaal vanaf de zijlijn bezien: “Ik treed terug als directievoorzitter en kom niet in adviesraden of de raad van commissarissen. Ik heb het bedrijf van A naar B gebracht en nu moet iemand anders het van B naar C brengen. Ik wil mijn opvolgster niet voor de voeten lopen, maar alle ruimte bieden om haar eigen plan te trekken. Na bijna vijftien jaar is het ook goed dat iemand anders aan het roer komt. Ik geloof in verversing, verfrissing en andere accenten op zijn tijd.”
Apies kijken Is hij niet bang om na vijftien jaar Monuta in ‘het grote, zwarte gat’ van de pensionering te vallen? “Dat hebben al veel mensen mij gevraagd”, repliceert hij met een glimlach, “maar eerlijk gezegd, wil ik eerst wel eens ervaren hoe dat gat, als het al bestaat, precies aanvoelt. Verder heb ik wat bestuurlijke activiteiten. Zo ben ik voorzitter van de raad van toezicht van de Apenheul. Een prachtig bedrijf, dat nu bijvoorbeeld met het Wereldnatuurhuis bezig is, een centrum voor allerlei zaken omtrent duurzaamheid. Ook heb ik drie kleinkinderen, van respectievelijk twee jaar, negen maanden en enkele weken. Ik kan niet wachten om met ze naar de Apenheul te gaan. De oudste kan binnenkort een oproep van opa verwachten!” ■ Erwin Loer
nummer 18 - 24 september 2009
018-019_VB18_ART02 19
19
21-09-2009 10:29:36
C o l u mn
Juist argumenteren graag Nu de economie er langzaam maar zeker bovenop begint te kruipen, kan tijd worden vrijgemaakt om te zwarte pieten, lessen te trekken en zaken anders te organiseren. De zwarte Piet is gelegd bij de bankiers en toezichthouders. Volop wordt gedebatteerd over hoe we de bonuscultuur bij banken het best de nek kunnen omdraaien en of Wellink nog wel president van De Nederlandsche Bank kan blijven. Maar daar ga ik het niet over hebben. Belangrijker zijn de geleerde lessen op basis waarvan het financiële bestel zou kunnen worden verbeterd. De crisis heeft volgens mij twee belangrijke mankementen blootgelegd. Niet de hebberigheid of graaicultuur zo u wilt, is het kernprobleem, maar meer het gegeven dat dit foute gedrag nauwelijks bestraft of gecorrigeerd kan worden. Banken zijn zo groot gegroeid dat de overheid ze niet failliet kon laten gaan en dus moest bijspringen nadat ze te veel risico namen. Een en ander met desastreuze gevolgen voor de overheidsbegroting, waarvan we nog jaren ellende moeten verwachten. Zo’n ‘too big to fail’-bank zou eigenlijk niet mogen voorkomen. Dus of ze mogen niet failliet gaan (hoge kapitaaldekkingseisen) of ze mogen niet zo groot zijn (afstoten van of opsplitsen in kleinere delen). Beide mogelijkheden worden nu in praktijk gebracht. De inrichting van het bankenlandschap ondergaat terecht aanpassing.
Door: Pieter Wind, directeur Beleggingsinformatie en Analyse, ING Investment Management
20
020_VB18_CLM01 20
dexeren of soms zelfs verlagen van de pen sioenaanspraak is ontnuchterend en raakt bepaalde leeftijdsgroepen (jaja mijn cohort) onevenredig hard. Deze ‘wake up call’ doet de discussie over het pensioenstelsel en de kwaliteit ervan oplaaien. Zo was er recent al een pensioencrisisdebat, mede georganiseerd door de redactie van dit blad. Maar het zou in mijn ogen een fout zijn indien ook hier aanpassingen van de inrichting van het stelsel wordt beoogd. De pensioenen zijn onder druk komen te staan van dalende aandelenkoersen en dalende rente. De grafiek laat zien hoe extreem de koersdaling op de (Amerikaanse) aandelenmarkt is geweest. De ergste in de ruim 180 jaar van deze markt. En ondanks deze zeer uitzonderlijke gebeurtenis en dito dalende rente, konden pen sioenfondsen op het dieptepunt nog meer dan tachtig procent van de toekomstige verplichting dekken! Menig 401k-deelnemer in de Verenigde Staten zou jaloers zijn (‘401k’ is het defined contribution standaardprogramma in de Verenigde Staten). Die extreme koersdaling is bovendien een gevolg en geen oorzaak van het ontstaan van de crisis in het financiële bestel. Het lijkt me daarom niet te rechtvaardigen op basis van staart risico (= gebeurtenis met een hele kleine kans) te concluderen dat het niet goed zit met de inrichting van het pensioenstelsel en de besturing ervan. De crisis kan hiertoe niet worden aangewend. Andere argumenten graag! ■
Als tweede mankement is pijnlijk duidelijk geworden dat ons kapitaaldekkingstelsel geen garantie is voor een zeker pen sioen. Ook al is de notie van zekerheid altijd perceptie geweest, het niet in-
nummer 18 - 24 september 2009
21-09-2009 10:29:58
aansprak el ij kh eid
Met het mkb grenzen overschrijden Steeds meer mkb-bedrijven vestigen zich in het buitenland of hebben vergevorderde plannen daarvoor. Ook in deze economisch onzekere tijd. Grenzen overgaan kan leiden tot hele mooie dingen, er opent zich een nieuwe wereld met nieuwe kansen. Maar er zijn ook nieuwe uitdagingen, bijvoorbeeld op verzekeringsgebied. Ook zonder internationale kennis kunt u mkb’ers met plannen voor een stap naar het buitenland ondersteunen. Overheden in Nederland en in Europa stimuleren de gang van mkb-bedrijven naar de internationale markt. Zo kunnen mkb’ers die de internationale markt willen betreden, sinds maart dit jaar gebruikmaken van de prepare2start-regeling. Deze regeling is een initiatief van de EVD, een agentschap van het ministerie van Economische Zaken, en volgt het Programma Starters op Buitenlandse markten (PSB) op. De kern van de PSB-regeling blijft gehandhaafd, maar er zijn meer standaardbepalingen en de toelatingseis is naar beneden bijgesteld van maximaal 30 procent omzet uit export naar maximaal 25 procent. Überhaupt maken de ministeries van Economische Zaken en VROM meer geld vrij voor ondernemers.
Financiële crisis Net als in Nederland, wil een ondernemer natuurlijk ook in het buitenland grip hebben op zijn bedrijfsbelangen. Bijvoorbeeld door de bedrijfsrisico’s zoveel mogelijk te beperken en zich goed te verzekeren. Er zijn de gebruikelijke bedrijfsrisico’s, maar de huidige financiële crisis brengt ook extra risico’s met zich mee. Stel je voor dat er één of meerdere klanten van een mkb’er ‘omvalt’ en zijn rekeningen niet meer kan betalen. Of hoe zit het als een mkb’er producten heeft besteld bij een toeleverancier en deze toeleverancier gaat failliet als gevolg van bijvoorbeeld een werkstaking? Dit soort problemen kunnen zich ook over de landsgrenzen voordoen en misschien wel eerder dan in Nederland – afhankelijk van de markten waarin de mkb’er opereert.
Nul op rekest Adequate verzekeringen inkopen valt echter nog niet mee voor een mkb’er die in het buitenland actief wordt, blijkt uit de praktijk. Zo hebben veel grote verzekeraars multinationale verzekeringsprogramma’s, maar kunnen mkb-bedrijven hier vaak geen gebruik van maken. In de ogen van de verzekeraar genereren mkb-klanten te weinig premie of lopen ze te veel risico. Een mkb’er is dus minder interessant voor een grote verzekeraar, en krijgt daarom nul op rekest. Ook het verkrijgen van een goede, in het buitenland afgegeven polis is een obstakel. En dat terwijl het juist zo belangrijk is dat de polis niet alleen de dekking biedt die de mkb’er wil hebben, maar ook voldoet aan lokale wet- en regelgeving en gebruiken. Een lokale polis bevordert bovendien de afwikkeling van een eventuele schade. Als een mkb’er geen goede polis heeft, is er bijvoorbeeld het risico dat er niet voldaan wordt
Door: Carl van Lieshout, Fire Manager Benelux, ACE Europe
aan lokale regelgeving of afdracht van assurantiebelastingen. En dat kan een bedrijf in een lastig parket brengen. Om nog maar niet te spreken over de eventuele financiële gevolgen…
Inspelen op kansen Er zijn behoorlijk wat mkb’ers die de stap naar het buitenland maken. Vooral snelle groeiers zijn internationaal actief. Bijna 70 procent van deze bedrijven ontplooit activiteiten op buitenlandse markten. De helft hiervan voert zelfs producten uit naar meer dan tien landen, zo blijkt uit een onderzoek in opdracht van het ministerie van Economische Zaken en de Stichting Management Studies. Als intermediair kunt u hierop inspelen. Om een goede dienstverlening te kunnen bieden, moet u voldoen aan een aantal voorwaarden, namelijk: contacten met kantoren in het buitenland, bekendheid met lokale gebruiken en wet- en regelgeving (o.a. belastingen), en – last but not least – talenkennis.
Internationaal netwerk Beschikt u hier niet (allemaal) over, dan is er ook een andere optie om klanten met internationale ambities optimaal te bedienen. Hoe? ACE Europe stelt niet alleen haar eigen internationale netwerk voor u ter beschikking, maar kan u ook in contact brengen met lokale tussenpersonen. Op die manier heeft u toegang tot wereldwijde kennis, producten en deskundigheid van zowel de lokale tussenpersonen als de verzekeraar. U blijft het aanspreekpunt voor uw klant, maar het lokale intermediair regelt de verzekering. De polis wordt dan lokaal afgegeven, conform de lokale wetgeving en gebruiken. Zo kunt u uw klant ook internationaal van dienst zijn en niet kwijtraken aan de assurantiebeurs. Sterker nog, u bouwt uw relatie uit en intensiveert deze. Een mkb-vestiging openen over de grens is al een hele onderneming op zich. Door gebruik te maken van een internationaal netwerk kunt u de verzekeringskopzorgen voor uw internationaal ondernemende mkb-klanten wegnemen. ■
nummer 18 - 24 september 2009
021_VB18_ART01 21
21
21-09-2009 10:30:21
D e wa n d eling
Een wandeling met Ingrid de Graaf, directievoorzitter ABN AMRO Verzekeringen We spreken af bij de Geitenboerderij in het Amsterdamse Bos, waar Ingrid de Graaf regelmatig met haar gezin de natuur opzoekt. Terwijl de zomer al weken aanhoudt, begint het op het moment dat we de wandeling aanvangen te regenen. Het weerhoudt ons geenszins van het voeren van een boeiend gesprek over visie, keuzes, en de nieuwe rol van Ingrid. Bekend terrein voor jou? “Ja, absoluut… het is hier erg leuk en met onze twee kindjes komen we ontzettend vaak en graag hier in het Amsterdamse Bos. We wonen in Duivendrecht dus het is ook heel dichtbij. Ik ben sowieso altijd graag buiten. Toen ik nog bij Delta Lloyd in Amsterdam werkte, fietste ik ook met enige regelmaat naar mijn werk. Dat schiet er nu ik twee tot drie dagen per week in Zwolle ben wel bij in. Ik ben opgegroeid in Kaatsheuvel en was als kind veel buiten. Vervolgens ga je werken en schiet het er wel vaak bij in om uitgebreid te genieten van de buitenlucht en de natuur. In 2001 hebben mijn man Frank en ik een sabbatical year genomen en zijn we de wereld rondgereisd. Thailand, Australië, de Himalaya... een jaar lang trekken in de open lucht en genieten van uitzichten, van bergvolken en andere culturen. Dat was een geweldige ervaring waarin we flink wat buitenlucht en natuur hebben kunnen ‘snuiven’.”
Offer you can’t refuse Ingrid de Graaf was nog maar net benoemd in haar rol als Directeur Operations bij Delta Lloyd Leven, toen zij een afspraak met RvB-lid Paul Medendorp in haar agenda zag verschijnen. Hij bleek haar dé geschikte kandidaat te vinden voor de functie als CEO bij ABN AMRO Verzekeringen in Zwolle, de joint venture tussen Delta Lloyd en ABN AMRO. “Ik reageerde natuurlijk echt als een vrouw… Denken jullie dat ik daar wel aan toe ben? En hoe moet het dan met mijn opvolging hier…?” Gelukkig was daar door de Directie Leven en de raad van bestuur al over nagedacht, zodat Ingrid volmondig ja zei tegen deze uitdagende positie. “Het was in 2008 lang onduidelijk wat er met de joint venture zou gebeuren. Inmiddels hebben zowel Delta Lloyd als ABN AMRO opnieuw volledig commitment gegeven. ABN AMRO Verzekeringen heeft het exclusieve recht op verkoop aan ABN AMRO Bank via haar merken ABN AMRO, Florius en MoneYou. Beide aandeelhouders willen graag groei zien van de premie en aantallen verzekeringen via de bankdistributie van ABN AMRO Bank. Ik landde dus in ‘vruchtbare grond’.” Hoe is er op haar komst gereageerd door de medewerkers? “Eigenlijk erg goed. Ik ben direct op alle etages gaan kennis-
22
022-023_VB18_WND 22
De Wandeling is een rubriek waarin Monique de Vos in de buitenlucht een verfrissende ontmoeting heeft met smaakmakers uit de financiële dienstverlening, om zo meer te weten te komen over ‘de vent achter de tent’. Monique de Vos is directeur van Chasse Executive Search in Den Haag. maken en heb ook duidelijk gemaakt dat ik van plan ben om het bedrijf naar een volgende fase te brengen. Het was onvermijdelijk dat er in de achterliggende periode minder aandacht werd besteed aan toekomstplannen en aan ontwikkeling van medewerkers. Dat zijn we nu aan het oppakken.” Hoe is het om nu voor zowel een verzekeraar als voor een bank te werken? Lachend: “Dat is leuk én uitdagend. Het aardige is dat ik natuurlijk kom uit een omgeving waarin gedacht wordt in premieomzet. Terwijl mijn gesprekspartners bij de bank met totaal andere variabelen meten, zij denken meer in baten. Wat wel erg prettig is, is dat beide aandeelhouders echt meedenken hoe we ABN AMRO Verzekeringen nog creatiever kunnen inzetten in alle distributiekanalen.”
Verandering Ervaart ze haar huidige rol wezenlijk anders dan haar eerdere functies? “Ja, er is een groot verschil. Deze functie is meer bestuurlijk. Ik ben een doener, deed in mijn vorige functies ook veel zelf, terwijl ik nu meer moet loslaten. Het besturen en het continu afwegen van allerlei verschillende belangen, dat blijft uitdagend en wordt complexer naarmate je grotere verantwoordelijkheden krijgt. Maar ik geniet er erg van.” Wat merkt haar gezin van haar nieuwe functie? “Ook thuis is er echt wel veel veranderd. Voorheen was ik er altijd bij het opstaan en aankleden van de kinderen. Nu ben ik toch vaak voor half acht onderweg naar Zwolle. Frank, mijn man is zelfstandig journalist. Hij heeft het heel druk, maar kan op dit moment iets flexibeler met zijn tijd omgaan dan ik. En Frank vangt dus veel op. De taakverdeling is totaal geen issue tussen ons, anders had het ook niet gekund. Onlangs ben ik overigens wel met de kinderen naar ABN AMRO Verzekeringen in Zwolle gegaan. Zwolle zegt hen natuurlijk niets, maar als ik bel vlak voordat zij naar bed gaan en zeg dat ik “nog bij Gerda – mijn secretaresse die zij hebben ontmoet en die snoep en koekjes had – ben, dàn begrijpen zij het.” Net zoals Michiel Denkers van de AFM (De Wandeling in Het VB 2009, nr. 14) tracht Ingrid toch een dag per week ‘vrij’ te zijn. “Op woensdag ben ik vrij om leuke dingen met de kinderen te doen, en met vriendinnen koffie te drinken en bij te kletsen. Dat lukt best redelijk. Ik heb veel vriendinnen met wie ik wandel, eet of naar de sauna ga. En elke woensdagavond hebben we een oppas en gaan Frank en ik samen sporten en uit eten. De andere avonden proberen we beiden om 22.00 uur te stoppen met werken en samen een glas wijn te drinken.”
nummer 18 - 24 september 2009
21-09-2009 10:30:42
De wa n d el in g
Ingrid studeerde Nederlands nadat zij was uitgeloot voor HBO Communicatie en Communicatiekunde. Uiteindelijk studeerde zij af op Renaissanceliteratuur. Ze wist wel meteen dat zij niet het onderwijs in wilde. Ze startte vervolgens – er moest brood op de plank komen en 1993 was niet echt een goed jaar om op de arbeidsmarkt te komen – als secretaresse. “Al snel stuurde ik het secretariaat aan en vervolgens rolde ik in een rol als voorlichter. En natuurlijk heb ik nog steeds veel baat bij mijn studie Nederlands. Alles is uiteindelijk communicatie…” Hoe staat het nu met de ‘literaire voeding’? “Ik houd nog steeds van lezen. Niettemin is het ook wel heerlijk om op vrijdagavond, als je doodmoe bent en de kinderen op bed liggen, naar een of ander suf tv-programma te kijken. Geef me een half uur en daarna ben ik weer fit!! Zonder gekheid, ik heb tijdens onze zomervakantie best veel gelezen, de nieuwe A.F.Th. van der Heijden, het boek ‘ Bankroet’ en momenteel ben ik bezig in een lekkere ongecompliceerde Grisham. Maar het gaat iets langzamer dan tijdens de vakantie, haha...”
Trots Het klinkt wel als een ‘druk bestaan’ in balans. Lachend: “Ja, daar ben ik wel constant naar op zoek, en volgens mij leer ik wel om die balans te bewaken. Mijn sabbatical leave in 2001 heeft daar wel aan bijgedragen. Maar ook het feit dat ik twee jaar geleden door ziekte even was uitgeschakeld. Je constateert dan dat het bedrijf gewoon nog blijft bestaan als jijzelf even niet meedoet… Heel relativerend!” Welk voorbeeld kreeg zij thuis van haar ouders? “Mijn vader werkte zich op van monteur naar hoofd Verkoop, hij ver-
Ingrid de Graaf (1969) studeerde Nederlands in Utrecht. Zij werkte bij diverse organisaties, onder andere in de communicatieadvieswereld alvorens in 1999 bij Delta Lloyd in dienst te treden. Zij vervulde er diverse lijn- en staffuncties en was onder andere verantwoordelijk voor het zogenoemde Group Sharing Programma binnen de Delta Lloyd Groep. Sinds dit voorjaar is zij verantwoordelijk voor ABN AMRO Verzekeringen. Ingrid de Graaf is getrouwd en heeft twee kinderen: een dochter van vier en een zoon van drie jaar oud. Zij woont in Duivendrecht.
kocht grote grondverzetmachines. Mijn moeder ging later ook weer werken. Wij zijn opgevoed met een sterk arbeidsethos. Maar ook heb ik ervaren hoe in bepaalde periodes van het jaar de stress met betrekking tot de verkoopresultaten van mijn vader het hele gezin ‘bedrukte’. Dat stressgevoel, dat vond ik als kind heel vervelend en beklemmend.” Zijn haar ouders trots op haar? “Ja, en ook mijn schoonouders zijn wel trots. De ouders springen bij waar ze kunnen en ondersteunen – soms met enige zorg – onze keuzes. Een mooi moment was in mei jongstleden toen ik werd geïnterviewd over AAV en op de financiële pagina van De Telegraaf stond. Mijn trotse vader verzuchtte toen wel dat het toch jammer was dat ik mijn meisjesnaam niet had aangehouden…” Het weer is inmiddels opgeklaard. Niettemin is het tijd voor een afsluitend kopje thee en de stellige afspraak dat we – op een van de ‘vrije’ woensdagen – op een ander moment de wandeling zeker voortzetten. ■
nummer 18 - 24 september 2009
022-023_VB18_WND 23
23
21-09-2009 10:30:44
Z o r g & i nko me n
Crisis krijgt geen vat op De Goudse Ruim 450 intermediaire relaties werden op 8 september door De Goudse ontvangen in De Fabrique te Utrecht, voor alweer het vijfde Nationale Verzuim Congres. Het thema luidde ‘Uw impuls voor succes’. Nieuw dit jaar was het ‘Broodje gezond’. Relaties kregen de mogelijkheid om voorafgaand aan het congres te lunchen met een bestuurslid of manager van De Goudse. Ongeveer tachtig adviseurs maakten hiervan gebruik en gingen een-op-een in debat over de ontwikkelingen in de markt en de rol van de adviseur daarin. Dagvoorzitter Jort Kelder opende het congres met een gesprek met bestuursvoorzitter Michel Lamie. De vraag of de kredietcrises voor De Goudse en haar adviseurs het hoogste punt heeft bereikt, werd slechts door een handjevol adviseurs in de zaal positief beantwoord. De meerderheid verwacht pas in 2010 een verbetering. Volgens Lamie is De Goudse in financieel opzicht minder door de crisis geraakt, omdat de maatschappij bij het uitbreken ervan niet zwaar in de aandelen zat. “2008 heeft De Goudse positief afgesloten en ook in 2009 zitten we nog boven de prognoses. Leven is en blijft zwaar, terwijl bij pensioen een lichte verbetering zichtbaar is. Op schade, zorg en inkomen blijven we goed presteren. Vooral de inkomensmarkt biedt kansen voor zowel adviseurs als ondernemers”, aldus Lamie.
Beloning Het beloningsvraagstuk is voor De Goudse een lastig vraagstuk, stelt Lamie. De maatschappij is voornemens de verschillende vormen te hanteren waarbij zij ervan uitgaat dat het merendeel van het intermediair zal kiezen voor een mixvorm. Ook hierin zal De Goudse haar relaties tegemoet komen.
Een ander project waaraan de laatste hand wordt gelegd, betreft het digitaliseren van het schadebedrijf. Deze week is bij een geselecteerde groep adviseurs een pilot gestart, waarin het digitaal werken in de praktijk wordt getest. De particuliere markt wordt als eerste ontsloten. De zakelijke schademarkt volgt in een tweede fase. Inkomen digitaal zal op de langere termijn ook toegevoegd gaan worden.
Bestuursvoorzitter Michel Lamie
Verschillende inzichten Na afloop van de zes parallelsessies bleek maar weer dat er anno 2009 veel op de adviseur afkomt en dat lang niet iedereen over alles hetzelfde denkt. Tijdens een sessie van Janthony Wielink (Enkwest Opleiding en Advies) gaf bijvoorbeeld de helft van de aanwezigen aan het een goed idee te vinden als de Wft-eisen op het gebied van permanente educatie aangescherpt worden voor inkomensverzekeringen. De andere helft was hier echter tegen.
Warm pleidooi Ook een duidelijk verschil van mening was er over de overstap naar een verdienmodel op basis van urendeclaratie, waarvoor Ron Bavelaar (De Hypotheekshop) en Ben Scholten (Scholten Pensioen Adviesbureau) een warm pleidooi hadden gehouden. ■ Alex Klein
NN laakt stijging WGA-premie In de Staatscourant werden onlangs de nieuwe gedifferentieerde premies WGA-premies voor 2010 gepubliceerd. De Werkhervattingskaspremie (Whk) stijgt volgend jaar voor de meeste werkgevers. Deze premiestijging wordt volgens het UWV enerzijds veroorzaakt door de toename van het aantal uitkeringen en anderzijds door een te laag gehanteerd premieniveau in 2009. De stijging van de minimumpremie voor kleine werkgevers is volgend jaar het hoogst. De minimumpremie voor deze groep stijgt van 0,27 naar 0,59 procent. Dit betekent volgens het UWV voor het merendeel van de kleine werkgevers (maximaal 25 werknemers) dat zij per werknemer ongeveer 90 euro per werknemer meer betalen in vergelijking met 2009. Nationale-Nederlanden ziet deze inschatting van de kosten minder rooskleurig dan het UWV en stelt dat de premieaan-
24
024_VB18_RUB03 24
passing voor kleine werkgevers alleen al in 2010 een lastenverzwaring voor het bedrijfsleven betekent die kan oplopen tot (tien)duizenden euro’s. “Bijna tachtig procent van alle bedrijven in Nederland betaalt deze WGA-minimumpremie voor kleine bedrijven. Naast de premieverhoging krijgen deze bedrijven ook te maken met een verdubbeling van boetes en een strenger boetebeleid”, aldus NN in een reactie. In het najaar ontvangen werkgevers van de Belastingdienst een beslissing met de berekening van hun nieuwe premie. Veel te laat vindt NN: “Als gevolg van de late aankondiging door het UWV hebben werkgevers die nu het publieke bestel willen verlaten, hiervoor nauwelijks de tijd. De overstap naar ‘eigenrisicodragerschap’ moet vóór 1 oktober bij de Belastingdienst zijn aangemeld.” ■
nummer 18 - 24 september 2009
21-09-2009 10:31:13
verzek erend b uit en l a n d
Duitsland
Koopsom veruit favoriet Duitse levensverzekeraars zagen het eerste half jaar een stevige toename van hun premie-inkomen. Dit vooral vanwege een forse groei van koopsommen. Vergeleken met de eerste zes maanden van vorig jaar nam het premie-inkomen toe met 6,6 procent. Volgens het Gesamtverband der Deutschen Versicherungswirtschaft (GDV) bereikte de koopsomproductie een recordhoogte. Dankzij het feit dat consumenten hun spaargeld voor later veilig wilden stellen, ontvingen levensverzekeraars 8,5 miljard euro aan koopsommen (+44%). In het segment verzekeringen tegen premiebetaling was sprake van een lichte daling (-1%). (Versicherungswirtschaft)
Verenigd KoninkrijK
Supermarkt doet ’t met Fortis
Fortis UK en Tesco Personal Finance hebben hun in juni aangekondigde samenwerkingsplannen rond. Zij investeren elk ongeveer 100 miljoen Britse pond in een nieuwe entiteit: Tesco Insurance. Hiervan krijgt Fortis met 50,1 procent de meerderheid in handen. Tesco zal verantwoordelijk zijn voor productontwikkeling, marketing en verkoop. Fortis brengt zijn deskundigheid in op het gebied van acceptatie en schadebehandeling. Naar verwachting zal het samenwerkingsverband 1500 nieuwe banen opleveren. (Post Magazine)
Sparen of uitstel pensionering Verzekeraar Standard Life onderzocht op welke leeftijd Britten zonder spaargeld met pensioen kunnen gaan. Volgens deze verzekeraar moeten mensen die hun financiële planning hebben verwaarloosd, blijven werken tot zij 74 tot 86 jaar oud zijn. Daarbij is rekening gehouden met het regeringsplan om de pensioenleeftijd op te trekken naar 68 jaar. Volgens Standard Life zullen degenen die het uitsluitend moeten doen met een overheidspensioen slechts 21 procent krijgen van wat zij voor hun pensionering aan loon ontvingen. Een voorbeeld: een 27-jarige man met een gemiddeld salaris van 25.800 Britse pond, zonder spaargeld, en met een pensioenleeftijd van 68 jaar ontvangt een pensioen van 34 procent van zijn
inkomen. Als hij zijn pensioen uitstelt tot hij 79 is, ontvangt hij 66 procent van zijn inkomen. (Insurance Daily)
frankrijk
Allianz blijkt onbekend Als het plan de campagne goed is verlopen, is AGF volkomen verdwenen uit het Franse straatbeeld. Deze grote verzekeringsmaatschappij kwam in 2007 volledig in handen van Allianz en deze zomer werd zij omgedoopt. In juni van dit jaar ging een grote publiekscampagne van start om de Fransen vertrouwd te maken met de naam Allianz. De kantoren van de 2700 generaal agenten van AGF kregen een Allianz-uiterlijk. Alleen al door de mediacampagne behoort Allianz dit jaar tot de grootste adverteerders. Het succes is discutabel: de spontane merkbekendheid is nog geen twee procent. (L’Argus de l’assurance)
Oostenrijk
Volop groeikansen
In Oostenrijk is onderzoek gedaan naar de economische betekenis van makelaars. Verzekeringsmakelaars spelen een belangrijke rol waar het gaat om industriële verzekeringen. Hun marktaandeel in dit segment is 90 procent. In het bedrijvensegment nemen zij 65 procent voor hun rekening. Daar staat tegenover dat makelaars in het particuliere segment een ondergeschikte rol spelen: in 2007 was hun marktaandeel 27 procent. Uit het onderzoek blijkt dat makelaars ertoe bijdragen dat imperfecties in de verzekeringsmarkt, in het bijzonder de asymmetrisch verdeelde informatie, worden verminderd. Geen wonder dat de verzekeraars in Oostenrijk denken dat voor makelaars een belangrijke rol is weggelegd. (Versicherungsrundschau)
Spanje
Crisis maakt creatief In Spanje is het aantal werklozen in anderhalf jaar tijd van 8 procent gestegen naar 18 procent. Tegen het einde van dit jaar zal volgens schattingen één op de vijf Spanjaarden zonder werk zitten. Verzekeraars spelen daarop in, zo proberen zij opzeggingen te voorkomen. Sinds juni geeft ziektekostenverzekeraar Sanitas zijn werkloos geworden verzekerden een premievakantie van
maximaal zes maanden. Dat geldt nu ook bij tijdelijke arbeidsongeschiktheid. AXA heeft een soortgelijke aanbieding, maar gaat nog verder. AXA-klanten kunnen telefonisch gratis een psycholoog consulteren. Mapfre, die eerder dekkingsuitbreidingen introduceerde, doet nu het tegendeel. Deze marktleider brengt nu een inboedelverzekering op de markt, die alleen het hoognodige dekt. Daardoor is de premie zo’n 30 procent lager dan voorheen. En wie een autoverzekering bij Allianz verlengt, krijgt een gratis betalingsbescherming. Wordt hij werkloos of tijdelijk arbeidsongeschikt, dan is hij het volgende jaar gratis verzekerd. (Versicherungswirtschaft)
Verenigde Staten
Transparantieregels herzien Toezichthouders hebben een herziene versie van de transparantieregeling voorgelegd aan de gouverneur van de staat New York. De voorgestelde regeling verplicht verzekeringstussenpersonen om klanten erop te wijzen dat deze op verzoek informatie kunnen krijgen over hun beloning. Volgens de nieuwe versie zijn zij verplicht om mondelinge informatie over een beloning schriftelijk te bevestigen. Wat niet is veranderd, is dat klanten niet automatisch worden geïnformeerd over de beloning van hun tussenpersoon, zij moeten hem ernaar vragen. De transparantieverplichting is een gevolg van het ‘contingent commission’ schandaal in 2004. (Business Insurance)
Meer verdachte claims Schadeverzekeraars in de Verenigde Staten zagen het aantal claims waarbij vermoedelijk sprake was van fraude, in het eerste half jaar met 13 procent stijgen. Volgens het National Insurance Crime Bureau nam het aantal verdachte autobranden toe met 20 procent, het aantal verdachte meldingen van schade aan autoruiten steeg 76 procent. Een stijging met 90 procent was weggelegd voor productaansprakelijkheidsclaims, waarbij vraagtekens konden worden geplaatst. Absolute koploper was het dubbel claimen van uitkeringen onder werknemersverzekeringen. Hier was sprake van een verdubbeling ten opzichte van de eerste zes maanden van vorig jaar. (Insurance Journal)
nummer 18 - 24 september 2009
025_VB18_VBU 25
25
21-09-2009 10:31:35
N i eu ws
De Boer krijgt complianceboek
GeldXpert Drechtsteden
Leo de Boer, directeur van het Verbond van Verzekeraars, heeft het eerste exemplaar van het boek Compliance & Management in ontvangst genomen, uit handen van schrijver/redacteur Peter van den Broeke. In deze Kluwer-uitgave bieden de schrijvers de financiële sector inzichten om compliance en integriteit te versterken en tot herstel van vertrouwen te komen. De uitreiking vond plaats na afloop van een compliancebijeenkomst over de Gedragscode Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen. Bestellen kan via Kluwershop.nl, ISBN 978-90-13-06783-5. ■ GeldXpert heeft een nieuw kantoor geopend in Dordrecht. Onder de naam GeldXpert Drechtsteden richt dat zich vooral op de markt in Dordrecht en Zwijndrecht. Eigenaren van de nieuwste GeldXpert-vestiging zijn Jordy Beekers (foto links) en Gregory Stuurman. ■
Ajax Eigen stijl Sparen
Sterretje gezocht! Met een knipoog naar de tv-talentenjacht van deze naam organiseerde GlasGarage deze zomer de actie ‘Sterretje gezocht!’. Bestuurders die nog reden in een auto met ruitschade, veelal opgelopen in de winter, kwamen bij GlasGarage binnen met de huis-aan-huisfolder ‘Sterretje gezocht!’ en maakten daarmee kans op een waardecheque voor 1500 euro extra vakantiegeld. De familie Matser uit Hardinxveld was de eerste winnaar. ■
‘Premie piratenpolis zal stijgen’ Verzekeringsmakelaar en risicoadviseur Aon verwacht dat de verzekeringspremies tegen risico’s van ontvoering en afpersing de komende tijd zullen stijgen, als gevolg van de verwachte toename van het aantal aanvallen van piraten in de Golf van Aden. Door de moessonregens nam daar de zeeroverij af, maar volgens Aon zullen de piraten zich weer in een groter gebied wagen nu het moessonseizoen in het zuidwesten ten einde loopt. Aon adviseert scheepseigenaren nu premies op te vragen en vast te zetten, voordat een toename van het aantal aanvallen ervoor kan zorgen dat de premies weer fors stijgen. ■
26
026-000_VB18_NWSZ 26
We dachten al, waar bleef-ie? Aegon heeft (eindelijk, het is toch een soort van traditie onder banken die eredivisieclubs sponsoren) een spaarrekening speciaal voor Ajax-fans in het leven geroepen: Ajax Eigen stijl Sparen. Bij het openen van deze spaarrekening ontvangt de fan, als hij 25 euro stort en zich aanmeldt als Ajax-Aegon fan, een Ajax-Aegon bal met de handtekeningen van alle Ajax-spelers. Ook maakt hij kans op andere Ajax-prijzen, een VIP-plaats bij een wedstrijd of een meet & greet met Ajax-spelers. Aegon geeft bovendien voor elke nieuw geopende rekening van ten minste 25 euro, vijf euro aan de jeugdopleiding ‘De Toekomst’ van Ajax. ■
AHT huldigt scheidsrechter Onlangs vond op de velden van Klein Zwitserland in Den Haag de 34e jaarlijkse editie van het Assurantie Hockey Toernooi plaats. Tijdens de uitreiking is oud-(inter)nationaal hockeyscheidsrechter Henk Nefkens (ex-Hudig Langeveld, foto) benoemd tot lid van verdienste van het evenement, vanwege zijn sportieve bijdrage aan het toernooi sinds 1970. ■
Reaal-volmacht voor Independer Reaal Verzekeringen heeft een volmachtovereenkomst gesloten met Independer.nl. Reaal is daarmee de vierde verzekeraar met wie Independer.nl een samenwerking aangaat. Aegon, Arag en Delta Lloyd gingen Reaal voor. ■
nummer 18 - 24 september 2009
21-09-2009 10:32:38
AHC BV is een Registermakelaar in Assurantiën met vestigingen in Amsterdam en Londen. AHC werkt voor bedrijven vanaf het MKB segment tot internationaal opererende concerns. Door de eigenzinnige bedrijfscultuur en de strategische keuzes is AHC een constant groeiend bedrijf, ook tijdens de crisis! De werksfeer binnen AHC is informeel, doelgericht en zeer professioneel.
Voor de vestiging in het Olympisch Stadion Amsterdam zijn wij op zoek naar een:
S PECIALIST I NKOMENS- EN ZORGVERZEKERINGEN de Functie:
onze Wensen:
Als specialist inkomens- en zorgverzekeringen (Human Capital) adviseer je op proactieve wijze de klanten en beheer je een deel van de contracten. Je fungeert als aanspreekpunt voor de werkgever en werknemer en informeert over de diverse regelingen waarbij je tevens optreed als aanspreekpunt voor de verzekeraar. Je maakt vergelijkingen van nieuwe en bestaande collectieve regelingen. Je controleert de afgegeven polissen en coördineert dit eventueel met verzekeraars. Kortom, het volledige traject van offerte tot en met beheer valt onder deze functie.
• Tenminste 3 jaar relevante ervaring • In het bezit van markt- en praktische kennis op het terrein van inkomens- en zorgverzekeringen • In het bezit van relevante assurantiediploma’s • Je bent een enthousiaste en proactieve collega • Geen 9 tot 5 mentaliteit • Zowel zelfstandig als in teamverband kunnen werken
de Verantwoordelijkheden: • Beheer en onderhoud van (collectieve) werknemersverzekeringen • Zelfstandig opstellen en uitwerken van offertes • Aanspreekpunt voor werkgevers en werknemers • Draagt de verantwoordelijkheid voor de administratieve verwerking van mutaties • Bezoek van relaties • Plannen en uitvoering geven aan commerciële acties
Uw reactie per brief of e-mail (
[email protected]) kunt u richten aan de directie van AHC BV, Olympisch Stadion 12, 1076 DE Amsterdam. Voor vragen kunt u terecht bij Janet Widmer, manager Human Capital telefoonnummer: 020-305 83 49
Onze organisatie Het Verbond van Verzekeraars staat als belangenbehartiger van de verzekeringsbranche midden in de actualiteit. Als geen ander weten we dat alles wat met verzekeringen te maken heeft, het dagelijks leven heel sterk beïnvloedt. Beroepsziekten, verkeersveiligheid, levensloop, pensioenen en criminaliteitsbeheersing zijn zo maar een paar van de vele actuele terreinen die raakvlakken hebben met verzekeringen. Door politici, overheden en maatschappelijke organisaties, vakbonden en werkgevers wordt het Verbond van Verzekeraars gezien als een deskundige gesprekspartner. Een partner die extern zijn invloed doet gelden, teneinde de belangen van zijn leden te behartigen vanuit een nog steeds toenemende maatschappelijke betrokkenheid. Maar ook een partner die zijn medewerkers een meer dan uitdagend klimaat te bieden heeft met een grote mate van zelfstandigheid. De branche kent een dynamiek die je niet snel elders treft. Met een omvang van ruim 100 medewerkers zijn we groot genoeg om onze rol te spelen en klein genoeg om in een collegiale sfeer samen te werken.
Het Verbond heeft een vacature voor de functie van:
senior beleidsadviseur Pensioenstructuur Jouw team
Als beleidsadviseur Pensioenstructuur maak je deel uit van de sector Leven/Zorg bij het Verbond, Binnen deze sector houdt een team van 3 beleidsadviseurs zich bezig met pensioenen.
Het werken als beleidsadviseur bij het Verbond is een unieke combinatie van externe contacten op hoog niveau én de nodige inhoudelijk diepgang.
Jouw functie
• De senior beleidsadviseur heeft een academisch werk- en denkniveau, bij voorkeur economische/bestuurskundige opleiding en (ruime) beleidsmatige ervaring op het terrein van pensioenen; • heeft overzicht op dit complexe dossier en schuwt de techniek niet als dat nodig is; • heeft belangstelling en gevoel voor politieke/bestuurlijke verhoudingen; • bezit overtuigingskracht, een proactieve instelling en een kritische geest.
Als beleidsadviseur signaleer je relevante ontwikkelingen op je vakgebied en ontwikkel je standpunten en strategieën. Er is op dit moment volop discussie over de vormgeving van de tweede pijler. Denk aan onderwerpen als taakafbakening, de introductie van de ‘ppi’ en multi opf-en de vormgeving van de ‘api’. Allemaal onderwerpen die van groot strategisch belang zijn voor alle pensioenuitvoerders. Aan jou de uitdaging om dit krachtenveld zodanig te beïnvloeden dat verzekeraars ook in de toekomst hun klanten zo goed mogelijk kunnen blijven bedienen. Je bent het visitekaartje van het Verbond richting onze leden, de verzekeraars, en externe partijen zoals pensioenfondsen, ministeries en toezichthouders. Je bent verantwoordelijk voor het onderhoud en de uitbreiding van het bestaande relevante netwerk. Verder draag je in samenwerking met onze afdeling PA/PR zorg voor het voeren van een effectieve lobby en denk je proactief mee over een effectieve benadering van media.
002-040_VB18_ADV 27
Jouw kenmerken
Sollicitaties
Voldoe je aan dit profiel en durf je de uitdaging aan dan zien wij je sollicitatie graag tegemoet. Je kunt je brief met CV per e-mail sturen naar
[email protected]. Voor nadere inlichtingen over de functie kun je terecht bij Ton de Bruin, secretaris Leven/Zorg, telefoon 070-3338601.
21-09-2009 09:31:45
T h ema Kate r n 2 0 0 9
Pensioencrisisdebat komt met alternatieven voor verhoging AOW-leeftijd
Bezuiniging mag geen reden zijn Er zijn wel degelijk alternatieven te bedenken voor de verhoging van de AOW-leeftijd. En daarbij is het de vraag of die alternatieven moeten leiden tot een besparing van vier miljard euro in 2040, want het staat lang niet vast dat de kosten van de AOW zo hoog zullen oplopen als het Centraal Plan Bureau heeft berekend. Dit zijn enkele conclusies aan het einde van het Pensioencrisisdebat dat Het Verzekeringsblad samen met PensioenAdvies en Kluwer organiseerde in Cinemec te Ede. Meer dan honderd pensioenprofessionals waren naar Ede gekomen om mee te praten over een duurzaam pensioenstelsel dat ook in de toekomst betaalbaar zal zijn. Alle segmenten uit de pensioenwereld waren vertegenwoordigd, zoals werkgeveren werknemersorganisaties, toezichthouders, pensioenfondskoepels, pensioenfondsbestuurders, verzekeraars, adviseurs en wetenschappers. De belangrijkste doelstelling was om concrete aanbevelingen te formuleren voor de SER, die de regering uiterlijk op 1 oktober a.s. moet adviseren over een mogelijke verhoging van de AOW-leeftijd. Dat de deelnemers daarin geslaagd zijn, blijkt uit de open brief die de redacties van Het Verzekeringsblad en PensioenAdvies aan de SER hebben gezonden en die in dit blad is afgedrukt op pagina 30.
Twee horizonnen Uiteraard staat een mogelijke verhoging van de AOW-leeftijd niet op zichzelf. Die heeft grote consequenties voor het tweedepijlerpensioen. In elk geval wanneer sociale partners besluiten om het ouderdomspensioen op hetzelfde moment te
laten ingaan als de AOW. Dat bleek tijdens het debat niet voor alle deelnemers vanzelfsprekend. Wel was het vanzelfsprekend en ook noodzakelijk om alle pijlers van het pensioengebouw onder de loep te nemen. Hetgeen dagvoorzitter Jan Nijssen (partner van Montae Pensioen en Fellow Netspar) de opmerking ontlokte dat “in Ede twee horizonnen door elkaar lopen. De eerste is een voor onze wereld wel enorm korte, omdat de SER tot 1 oktober de kans krijgt om alternatieven aan te dragen. De langere horizon is het zoeken naar elementen die moeten leiden tot een evenwichtige pensioenpolitiek op middellange termijn.” Het kabinet stuurt aan op een verhoging van de AOW-leeftijd tot 67 jaar. “Belangrijk argument daarvoor”, bracht Nijssen in herinnering, “is het feit dat de financiële crisis heeft geleid tot een fors hogere staatsschuld en dat maakt ingrijpende maatregelen nodig. Verder stijgen door de vergrijzing de kosten van zorg en AOW beide met vier procent van het bruto binnenland product. Om deze kosten in de hand te houden, wil de regering de leeftijd in 24 stappen van een maand verhogen, hetgeen een besparing oplevert van vier miljard euro, zijnde 0,7 procent van het bruto binnenlands product.” Nijssen bracht hiermee twee elementen in de discussie, die beide konden rekenen op forse kritiek van een grote meerderheid van de aanwezigen.
Bezuiniging mag geen reden zijn De meningen over de leeftijdverhoging waren tijdens het Pen sioencrisisdebat verdeeld, maar over één ding waren de deelnemers het eens: die verhoging mag niet voortkomen uit budgettaire overwegingen. Het wekte geen verwondering dat FNV vicevoorzitter Peter Gortzak het bezuinigingsargument afdeed als “de grootst mogelijke flauwekul”. Maar misschien wel dat hij een groot deel van de zaal meekreeg met zijn opmerking, dat het Centraal Plan Bureau niet met de juiste cijfers naar buiten treedt. “CPB-directeur Teulings verstrekt, bewust of onbewust, gewoon verkeerde cijfers. Hij overschat aantoonbaar de AOWkosten naar de toekomst toe door de verdiende lonen als uitgangspunt te nemen. Terwijl iedereen weet dat de AOW gekoppeld is aan de contractlonen en daar zit één procent tussen.” Zijn analyse leidde later op de dag tot de eerste aanbeveling van de deelnemers aan de SER: “Ga, voordat u alternatieven formuleert, eerst nog eens na of de CPB-cijfers misschien bijstelling behoeven. Maak zelf opnieuw een berekening en actualiseer aan de hand daarvan de huidige uitkomsten.”
Dagvoorzitter Jan Nijssen
28
028-029_VB18_THE04 28
Voorstanders van de verhoging van de AOW-leeftijd vonden die cijfers overigens niet eens zo erg interessant. Het feit dat we nu in een economische crisis verzeild zijn geraakt, mag geen reden zijn voor verhoging van de AOW-leeftijd, was een veel gehoorde opmerking. Het gaat om de demografische ontwikkeling in ons land. De vergrijzing leidt ertoe dat de arbeidsparticipatie (nog) verder terugloopt en dat is slecht voor de samenleving en voor
nummer 18 - 24 september 2009
21-09-2009 10:33:06
P en sio en
de economie. Wanneer dit het uitgangspunt van de regering zou zijn, kon zij op meer draagvlak rekenen, dan nu. Dat stemt volkomen overeen met de uitkomsten van de Montae-Barometer onder pensioenspecialisten, zei Jan Nijssen. “In totaal deden 160 bestuurders van pensioenfondsen en pen sioenspecialisten van verzekeraars, werkgeversorganisaties, vakbonden en adviesbureaus mee aan de Pensioenbarometer, waarmee Montae geregeld de mening peilt over belangrijke pensioenonderwerpen. Van de respondenten is 70 procent van mening dat verhoging van de AOW-leeftijd noodzakelijk is. Van hen vindt maar liefst 98 procent dat dit moet vanwege de vergrijzing. Slechts 2 procent voert de financiële crisis als reden aan.”
Deelnemers aan het debat namens werkgevers en vakbonden Ap Fraterman (VNO-NCW) en Peter Gortzak (FNV)
Geen kleine stapjes Vooral de pensioenuitvoerders onder de aanwezigen gruwden bij de gedachte, dat de AOW-leeftijd in 24 stapjes wordt opgetrokken. Dat geldt zowel voor de voor- als tegenstanders van het ‘meebewegen’ van de tweede pijler. Bij het werknemerspensioen wordt immers rekening gehouden met de franchise en het is onuitvoerbaar om die gedurende twee jaar maandelijks aan te passen. Een extra argument is, dat per 2011 het Nationaal Pensioenregister in de lucht moet zijn. De belangrijkste bedoeling van dit register is, dat iedereen als het ware in één oogopslag kan zien op welke bedragen vanaf de pensioenleeftijd aanspraak gemaakt kan worden. “Dat wordt op die manier in ieder geval een onmogelijke opgave.” Conclusie: als de leeftijd omhoog moet, dan bijvoorbeeld in twee stappen van één jaar in 2015 en 2025.
Eigen verantwoordelijkheid De discussie beperkte zich niet tot het al dan niet verhogen van wat algemeen de ‘harde pensioenleeftijd’ werd genoemd. De deelnemers zien meer in flexibilisering dan het noemen van een vaste leeftijd. Hiervoor kreeg de SER twee opties aangedragen: ofwel een ingangsdatum naar keuze van de deelnemer met een minimale richtleeftijd, ofwel de AOW-richtleeftijd op 65 jaar handhaven met een uitstelmogelijkheid tot 70 jaar. Iemand die later met pensioen gaat, ontvangt dan een hogere uitkering. Op die manier wordt de verantwoordelijkheid voor een deel bij de werknemers en werkgevers zelf gelegd. In dat verband wees dagvoorzitter Nijssen op het Australische model. “Daar heeft de regering maatregelen genomen om het pensioensparen te stimuleren. De zogenoemde ‘superannuation’-uitkering is vanaf 60-jarige leeftijd belastingvrij en bij de opbouw geldt het gunstige belastingtarief van 15 procent voor pensioenpremies tot AUD 50.000 per jaar (1 Australische dollar is bijna 60 eurocent). Ook heeft Australië gedacht aan de zelfstandigen. Die komen voor een volledige belasting aftrek in aanmerking en krijgen voor pensioensparen zelfs een bijdrage van de overheid. Om de arbeidsparticipatie te stimuleren, is de mogelijkheid voor pensioensparen met belastingaftrek verlengd tot 75-jarige leeftijd. Ook het deeltijdpensioen is vormgegeven: het is mogelijk om de ‘super
annuation’-uitkering te gebruiken om minder uren te gaan werken en toch te blijven doorsparen voor het pensioen.”
Tweede pijler De SER adviseert over de AOW op het moment dat ook de tweede pijler in het brandpunt van de belangstelling staat. Doordat de ‘bankcrisis’ ook tot een ‘pensioencrisis’ leidde, nam het pensioenbewustzijn dat altijd op een laag pitje stond, sterk toe. Een belangrijke vraag die tijdens het debat beantwoord moest worden, is wat gedaan moet worden met de aanvullende pensioenen. In dat verband was het erg interessant dat zowel de werkgevers als de vakbonden met hun SER-leden waren vertegenwoordigd. Peter Gortzak (FNV) is van mening dat aan de tweedepijlerpensioenen niet getornd mag worden. Ap Fraterman (VNO-NCW) daarentegen vindt dat daar in ieder geval kritisch naar gekeken moet worden. “Ook als er geen AOW-discussie zou zijn. De perceptie van veel deelnemers dat pensioen een in gemetseld beton gegoten arbeidsvoorwaarde is die gebaseerd is op louter zekerheden, is niet juist en dat is ook recent gebleken. Het gaat om een arbeidsvoorwaarde met risico-elementen en het kan niet zo zijn dat de risico’s eenzijdig gedragen worden door de werkgevers. Men mag van hen niet verwachten dat zij met het afgeven van een blanco cheque de continuïteit van hun onderneming in gevaar brengen.” Meer reacties op de invloed die de AOW-verhoging op de tweede pijler zal hebben, leest u op pagina 36 in dit katern. Daar ook een bloemlezing van de argumenten pro en contra de leeftijdverhoging. De initiatiefnemer van dit debat, VB-hoofdredacteur Michiel Huisman, had voor zichzelf tot doel gesteld een debat te organiseren waarin interactiviteit voorop moest staan. Zeker bij een hoge opkomst staat het succes van zo’n opzet vooraf niet vast. Het was dan ook goed te constateren dat vrijwel de hele zaal zich in de verschillende discussies heeft gemengd. De aanwezigen lieten er geen twijfel over bestaan dat ons pensioenstelsel het waard is om daarover serieus met elkaar van gedachten te wisselen. Natuurlijk is een middag te kort om alle argumenten goed te wegen. Daarom gaat de discussie door op VBnet.nl/pensioencrisisdebat. ■ Jan Aikens
nummer 18 - 24 september 2009
028-029_VB18_THE04 29
29
21-09-2009 10:33:08
o p en br ie f
OP
Aan de leden van de Sociaal Economische Raad Postbus 90405 2509 LK Den Haag
Deventer, 15 september 2009
EN
Betreft: AOW/Pensioencrisisdebat
Geachte raadsleden,
BR
IE
Op 8 september jongstleden heeft het Pensioencrisisdebat plaatsgevonden. Dit initiatief van Het Verzekeringsblad en PensioenAdvies (Kluwer) trok meer dan honderd pensioenprofessionals die met elkaar debatteerden over de voorgenomen leeftijdsverhoging van de AOW en de consequenties van zo’n maatregel voor werknemerspensioenen. Het was goed om te constateren dat alle ‘bloedgroepen’ aan dit debat deelnamen: sociale partners (Vakcentrale FNV, VNO-NCW); adviseurs (o.a. Montae Pensioen, Pensioendesk en Akkermans & Partners); pensioenfondsen (Peter Borgdorff, Pensioenfonds Zorg & Welzijn); Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (Gerard Riemen); Verbond van Verzekeraars (Richard Weurding) en pensioenverzekeraars (o.a. Nationale-Nederlanden en ASR); vertegenwoordigers van deelnemersraden enzovoorts. Ook goed was het om te kunnen constateren dat het debat daadwerkelijk input voor uw beraadslagingen omtrent het AOW-dossier heeft opgeleverd.
F
Hoofdlijnen De hoofdlijnen van het debat geven we graag hieronder puntsgewijs weer. –– –– –– –– –– –– –– –– ––
Leeftijdsverhoging van de AOW ondervond veel support. Daarbij de kanttekening dat demografische overwegingen (en dus niet budgettaire) hierin een doorslaggevende rol spelen. Aan de SER (en de politiek) de oproep om vooral ook oog te hebben voor een flexibele ingangsdatum van de AOW en mede in verband daarmee aanvullende pensioenen. Daarbij zijn er minstens twee opties: een flexibele pensioendatum naar keuze van de werknemer en een AOW-richtleeftijd van 65 met uitstel tot 70 jaar. Nadrukkelijk wordt gevraagd aandacht te hebben voor alternatieven van leeftijdsverhoging van de AOW. Alternatieven die er volgens de deelnemers aan bovengenoemd debat wel degelijk zijn, zijn de volgende. Een koppeling met gezonde levensverwachting. Een tijdelijke beperking van de hoogte van de AOW. Fiscaliseren. Deeltijd-AOW. AOW-korting afhankelijk van inkomen en vermogen op AOW-gerechtigde leeftijd. Het inmiddels bekende alternatief van GroenLinks kreeg tijdens het debat weinig bijval. Maar ook geen zwaarwegende kritiek. Ook dit alternatief brengen wij dus graag onder uw aandacht.
De deelnemers vonden voorts dat de kosten van de AOW in de diverse scenario’s worden overschat. Daarnaast wordt onderschat dat werknemers niet bereid zouden zijn door te werken na 65 jaar. Hoewel een meerderheid voor meebewegen van de aanvullende pensioenen met de AOW is, gingen er ook stemmen op die een koppeling tussen die twee niet noodzakelijk vinden. Duidelijk is dat het publieke en politieke debat ook juist moet gaan over het verhogen van de arbeidsparticipatie. In dat verband mag de lat best hoog gelegd worden. Waarom bijvoorbeeld niet eerst inspanningen verrichten om de arbeidsparticipatie op 90% te krijgen bij de leeftijd van 65 om pas daarna aan AOW-leeftijdsverhoging te gaan denken? Ook onder vrouwen is nog veel arbeidspotentieel te winnen. Aanbevelingen Over de navolgende aanbevelingen, die we met genoegen aan u voorleggen, waren de deelnemers het unaniem eens. –– Reken de CPB-aannames, op basis waarvan het kabinet voornemens is de AOW-leeftijd te verhogen, opnieuw door en actualiseer deze waar dat nodig is. –– Flexibiliseer de AOW. –– Indien tot verhoging van de AOW-leeftijd wordt overgegaan, dan bij voorkeur niet in 24 kleine stappen maar in een paar grote stappen. Dit met het oog op de praktische uitvoerbaarheid. Overwegingen Omdat de AOW-leeftijdsverhoging onvermijdelijk consequenties heeft voor het werknemers-pensioen, geven wij u graag ook de volgende overwegingen mee. –– Investeer in het vergroten van de arbeidsparticipatie van werknemers tot 65. –– Blaas de levensloopregeling nieuw leven in: van zieltogend instrument tot effectief middel in een bestendig pensioenstelsel. –– Onderzoek en benut de mogelijkheden voor deeltijdpensioen. Aanbevelingen pensioenbewustzijn Het is van groot belang dat het pensioenbewustzijn van de Nederlander groter wordt. Daarom hechten de deelnemers eraan dat de SER ook een uitspraak doet over de volgende aanbevelingen. –– Investeer in pensioeneducatie op scholen om het pensioenbewustzijn onder jonge(ren) (werknemers) te bevorderen. –– Pensioeninformatie moet meer tweerichtingsverkeer worden. De individuele werknemer kan nadrukkelijker bij zijn pensioen betrokken worden. –– Zorg voor goed risicobewustzijn, eerlijke verdeling van risico’s en goed risicobeheer. De initiatiefnemers van en de deelnemers aan het Pensioencrisisdebat wensen u succes met uw beraadslagingen en volgen met professionele belangstelling uw resultaten (en successen?) daarin. Meer weten: VBnet.nl/pensioencrisisdebat. Met vriendelijke groet, Michiel Huisman Hoofdredacteur Het Verzekeringsblad
30
030_VB18_ART03 30
Jan Aikens Hoofdredacteur PensioenAdvies
nummer 18 - 24 september 2009
21-09-2009 14:15:58
p en sio en
Eerder beginnen met pensioenopleiding Tijdens het Pensioencrisisdebat werden verschillende deeldebatten gehouden. Voor elk debat nam een ander panel plaats achter de tafel. Op deze en de volgende pagina’s een impressie van de opmerkingen die vanaf het podium en vanuit de zaal kwamen. Uitkomst van het eerste debat: “Het is een gigantische uitdaging om de pensioendeelnemers met goede informatie te bereiken, maar dat zal toch echt moeten.” ‘Werknemers kunnen wel degelijk (aanzienlijk meer) eigen verantwoordelijkheid aan, als het gaat om keuzes ten aanzien van pensioen, mits ze maar goed geïnformeerd en begeleid worden’, luidde de stelling waarop de deelnemers konden reageren. “We verstrekken al heel veel informatie en het is de vraag of die wel landt”, nam Mike Rijff het voortouw. Dat hij daarmee de spijker op de kop sloeg, bleek uit de reactie van een verze keraar, die bekende dat de startbrief is uitgegroeid tot een 38 pagina’s tellend werk. “We noemen die gekscherend het ‘Pensioenboek’.” Leo van der Helm sprak van een “gigantische uitdaging. Termen die voor ons de gewoonste zaak van de wereld lijken, worden al niet begrepen. ‘Wat betekent partnerpensioen?’ ‘Krijgt mijn partner dat als ik met pensioen ga?’ Zo’n vraag geeft al aan dat onze informatie vanaf de grond moet worden opgebouwd.”
Voorzitter deeldebat Theo Gommer
Deeldebat 1: Pensioenuitvoering en communicatie Voorzitter: Theo Gommer (Akkermans en Partners) Debaters: Erno Kalmar (Visitatiecommissie Pensioen fondsen), Leo van der Helm (Avéro Achmea) en Mike Rijff (Nationale-Nederlanden)
“De informatie die wij verstrekken, is ook teveel een een heidsworst”, haakte Erno Kalmar daarop in. “Mensen van 35 moet je anders aanspreken dan die van 55. Het gaat om meer maatwerk.”
staan doordat de mensen beseften dat zekerheid kennelijk niet bestaat.”
Vrijwel iedereen was het erover eens dat de gemiddelde Ne derlander niets snapt van de pensioensystematiek. Allerlei onderzoeken geven nog steeds aan dat iedereen denkt straks 70 procent van het laatst verdiende salaris te ontvangen.
Veel pensioendeskundigen bleken er moeite mee te hebben dat met premieovereenkomsten een risico wordt neergelegd bij mensen die dat niet goed begrijpen. In verband met de zorgplicht zijn deze regelingen beter te adviseren aan hoger opgeleiden en het wordt moeilijker als het gaat om lager op geleiden.”
Als middel- en eindloon al zo moeilijk is te bevatten door de bevolking, is het dan wel mogelijk om premieovereenkom sten goed uit te voeren gezien de zorgplicht en de noodzake lijke communicatie? “Communicatie over DC is makkelijker dan over DB”, antwoordt Rijff, “omdat je met een zekere mate van waarschijnlijkheid kunt aangeven wat de uitkering zal zijn. Lastiger wordt het als je moet gaan vertellen dat een deelnemer op de pensioendatum een kapitaal van drie ton ontvangt. Dat zegt hem natuurlijk niets.” De valkuil is inderdaad de onzekerheid welk pensioen met een kapitaal kan worden aangekocht. “Risico’s zijn inderdaad lastig te communiceren”, haakt Joost de Winter hierop in. “Maar een DB-regeling biedt ook slechts schijnzekerheid zoals het recente verleden heeft bewezen. De pensioencrisis is ont
Theo Gommer zag wel een lichtpunt: “We hebben in elk geval de mogelijkheid van een pensioenknip en voor veel mensen beslaat de AOW nog tachtig procent van het hele pensioen. Al wordt dat percentage steeds minder en wordt het aanvul lend pensioen dus steeds belangrijker. Het is duidelijk”, vatte hij dit deeldebat samen, “dat er eerder begonnen moet wor den om mensen in pensioen op te leiden. Dat leidt ook tot een sociaal-maatschappelijk bewustzijn en op zijn beurt be vordert dat de solidariteit.” Zo’n opleiding zou zich hoeven te beperken tot pensioen, ge zien de suggestie om een verplicht schoolvak in het leven te roepen, waarin de zes belangrijkste financiële beslismomen ten in het leven worden behandeld. ■
nummer 18 - 24 september 2009
031_VB18_THE01 31
31
21-09-2009 14:16:22
T h ema Kate r n 2 0 0 9
Crisis mag niet tot meer regels leiden Hebben pensioentoezichthouders wel genoeg verstand van zaken? Of is het verstandig dat zij drie maanden stage gaan lopen bij een pensioenuitvoerder? Deze prikkelende vragen kwamen in het tweede deeldebat aan de orde. Pikant detail: aan deze discussie nam ook Harman Korte van de AFM deel. “Het is goed dat er toezicht is en ik vind dat DNB en AFM redelijk goed op de hoogte zijn”, begon Leo Dooper op milde toon, die veranderde toen hij daaraan toevoegde: “Maar ik heb weinig begrip voor de wijze waarop zij het toezicht uitoefenen en helemaal niet voor de manier waarop zij communiceren.” Kort gezegd vindt hij dat het toezicht is doorgeschoten. “Er is sprake van veel bureaucratie en een enorme toename van regelgeving.” Hij pleitte voor “iets meer voeten in de klei en meer begrip over en weer.” Peter Harts was het roerend met hem eens: “De regelgeving rond het toezicht is wel heel erg uitgebreid geworden.” Eenzelfde geluid kwam uit de zaal van de kant van de pensioenfondsen. Dat kan ook niet anders, volgens Harman Korte: “Gezien de vele open normen ben je als toezichthouder verplicht concrete grenzen aan te geven en die te bewaken.” Minder goed kon hij plaatsen dat pensioenuitvoerders deze problemen naar voren brengen. “De regels in de Pensioenwet zijn redelijk gesloten en vragen doorgaans niet om nadere uitleg. Er zijn dus maar twee mogelijkheden: of er is een regel en dan wordt die gehandhaafd, of er is geen regel. Er is nauwelijks of geen sprake van een grijs gebied.” Hij maakte ook meteen duidelijk dat daarover met de AFM niet valt te marchanderen. “Het gaat er niet om of we al dan niet vriendelijk met elkaar omgaan. De regelgeving geldt voor iedereen.” “Die strakke regelgeving en het strikte toezicht daarop leidt er wel toe dat pensioenuitvoerders zich erg gaan indekken”, reageerde Corey Dekkers. “Compliance wordt dan zo belangrijk, dat daardoor het belang van de deelnemers wordt vergeten. Dat is ook een belangrijke reden waarom het vertrouwen van de deelnemers in fondsen en verzekeraars afneemt.” Korte verdedigde dat strikte toezicht met de opmerking dat de bedrijfstak wat communicatie betreft “van heel ver komt”. Maar daar kwam hij niet helemaal mee weg. Met name Fieke van der Lecq vroeg zich hardop af “of we de kwaliteit van het toezicht en de feedback daarop wel goed genoeg geregeld hebben.”
32
032_VB18_THE02 32
Voorzitter deeldebat: Henri den Boer
Deeldebat 2: Rollen en verantwoordelijkheden: van toezicht tot advies Voorzitter: Henri den Boer (Nationale-Nederlanden) Debaters: Harman Korte (AFM), Fieke van der Lecq (Erasmus Universiteit Rotterdam), Leo Dooper (Pensioen Coöperatie), Peter Harts (Avéro Achmea) en Corey Dekkers (Pensioendesk).
Hoewel de crisis daarvoor een mooie aanleiding lijkt te zijn, vindt Henri den Boer niet dat die moet worden aangegrepen om nog meer regels te gaan scheppen. “Bij iedereen is wel het besef doorgebroken dat de uitvoerders de focus meer op de klant, de deelnemer, moeten leggen. Verzekeraars maken wat dat betreft op dit moment een ware cultuuromslag door.”
GroenLinks alternatief Voordat het panel aan deze discussie begon, werd vanuit de zaal het pensioenplan van GroenLinks ter sprake gebracht. Deze partij pleit voor een volledig nieuw AOW-systeem, niet gebaseerd op de tijd dat men in Nederland woont, maar op de arbeidsparticipatie. Wie veertig jaar werkt en in die jaren zeventig procent van het minimumloon verdient, mag met pensioen en maakt aanspraak op de volledige AOW. Interessant was de reactie van Fieke van der Lecq, die erop wees dat we ervoor moeten waken om volksverzekeringen (AOW) te verwarren met werknemersverzekeringen (diensttijd). ■
nummer 18 - 24 september 2009
21-09-2009 14:17:00
P en sio en
Eerst participatiegraad verhogen, dan kijken naar verhoging pensioenleeftijd Het is voorbarig om te praten over de verhoging van de pensioenleeftijd. Laten we er eerst eens voor zorgen dat de mensen tot 65 jaar doorwerken. Deze opvatting liep als een rode draad in het debat over de financierbaarheid van het pensioen. “Het CPB gaat in de berekeningen uit van een participatiegraad van twintig procent tot 65 jaar. Zorg dat negentig procent van de mensen doorwerkt en dan krijgen we een heel ander debat”, stelde Gerard Riemen. “Hoe kun je volhouden dat er een demografische noodzaak bestaat om de pensioenleeftijd te verhogen als tachtig procent van de mensen vóór die datum stopt met werken?” Waarom maakt de regering niet eerst echt werk om de mensen aan de slag te houden?”, vroeg hij zich af. Hij kreeg bijval van Joost de Winter: “Eerst zorgen dat mensen niet eerder stoppen en pas daarna kijken of er aan de pensioenleeftijd gesleuteld moet worden.” Ap Fraterman kon zich minder vinden in die volgorde. “Het is niet of-of, maar en-en.” Dat zo weinig mensen al werkend de pensioenleeftijd halen, is een achterhaalde stelling, zei hij. “Na invoering van de Wet VPL gaat de participatie razendsnel omhoog. Maar dat neemt niet weg dat de vergrijzing sporen achterlaat. En die noodzaken tot maatregelen om het pen sioenstelsel betaalbaar te houden.” Hij voelt sympathie voor de gedachte om de pensioenleeftijd flexibel te maken, “maar dat mag geen dekentje zijn om het stoppen op jonge leeftijd te bedekken. Het vaststellen van een spilleeftijd is en blijft belangrijk.” Joost de Winter: “We kijken nu op een geïsoleerde wijze naar de financierbaarheid van het pensioen. Beter zou het zijn wanneer de politici de drie grote geldstromen in ogenschouw nemen en daar een geïntegreerd beleid over voeren.” Hij doelde op de zorg (60 miljard per jaar), de AOW en het aanvullend pensioen, waar in beide gevallen 25 miljard per jaar in omgaat. “Op deze drie voorzieningen is de vergrijzing in min of meer gelijke mate van invloed.” Het verschilt heel sterk per bedrijfstak tot welke hoogte het pensioen betaalbaar is en dat ontlokte Rosemarie van der Velden de uitspraak “om een soort natuurlijk maximum van pensioenbestedingen te formuleren, die per bedrijfstak mogelijk zijn.” Pensioenfondsbestuurders waren minder gecharmeerd van deze gedachte, omdat die leidt tot onevenwichtigheid. Het ene pensioenfonds heeft nu eenmaal meer vet op de botten dan het andere en daar komt bij dat werknemers in sommige bedrijfstakken meer verdienen en dus een hogere premie kunnen betalen dan in andere. Daardoor wordt te veel afstand genomen van de solidariteitsgedachte.
Voorzitter deeldebat Joost de Winter
Deeldebat 3: De financierbaarheid van pensioen Voorzitter: Joost de Winter (Sprenkels & Verschuren) Debaters: Rosemarie van der Velden (A&P Groep), Ap Fraterman (VNO-NCW) en Gerard Riemen (Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen)
“De financierbaarheid van het tweedepijlerpensioen kan alleen gegarandeerd worden als er een herverdeling van de risico’s plaatsvindt. Het pensioen blijft in elk geval niet betaalbaar wanneer de risico’s vrijwel alleen bij de werkgevers worden neergelegd. En”, zo hield Fraterman de zaal voor, “de werknemers kunnen iets meer risico wel dragen, want met elkaar bouwen zij in feite nu veel te veel pensioen op. Met de Wet VPL kwam immers een einde aan de fiscale facilitering van prepensioen. De meeste pensioenregelingen hadden toen nog fiscale ruimte in het ouderdomspensioen en hebben het prepensioen actuarieel neutraal daarnaar overgeheveld. Je zult zien dat als we zo doorgaan, straks grote groepen mensen tachtig tot honderd procent van hun salaris en soms zelfs meer dan dat aan pensioen gaan ontvangen. Onderzoeken tonen aan dat over twee jaar het inkomen van gepensioneerde 65-plusser gemiddeld hoger ligt dan dat van de werkende 65-minners.” ■
nummer 18 - 24 september 2009
033_VB18_THE05 33
33
22-09-2009 11:40:51
T h ema Kate r n 2 0 0 9
‘Alle pensioengaten moeten worden gecompenseerd’ “Ik wil natuurlijk best meediscussiëren over de hoogte van de pensioenaanspraken, maar waar het mij uiteindelijk om gaat is de vraag welk bedrag een werknemer na pensionering maandelijks op zijn bankrekening krijgt bijgeschreven. Als de AOW-leeftijd omhoog gaat en de werkgevers dat aangrijpen om aan de tweede pijler te gaan sleutelen, dan wordt dat een stuk minder. Dat kan natuurlijk niet, dus zullen we al die maatregelen gecompenseerd willen zien. Datzelfde geldt ook voor de korting die door de fiscalisering van de AOW ontstaat.” Peter Gortzak liet er in ongezouten woorden geen twijfel over bestaan, dat zijn vakbond elke ruimte die vrijvalt in de arbeidsvoorwaarde pensioen, zal bevechten. Zijn boodschap was vooral gericht tegen Ap Fraterman. VNO-NCW wil immers dat de tweede pijler meebeweegt met de verhoging van de AOW-leeftijd. Dat leidt bij handhaving van de pensioenuitkering tot een versobering van bijna twintig procent. De werkgevers willen de versobering van de pensioenopbouw slechts voor een deel laten doorwerken in een verlaagde pensioenpremie om de financiering van het pensioen betaalbaar te maken en ook robuuster te houden. Als de sociale partners in de SER net zo duidelijk vasthouden aan hun standpunten als in Ede, dan lijkt het uitgesloten dat de regering vóór 1 oktober een unaniem advies tegemoet kan zien. Dit gevecht rond de hoogte van de pensioenaanspraak en de zekerheid daarvan zou in de ogen van Carry Goedhart helemaal niet gevoerd hoeven te worden “als meer aandacht besteed wordt aan het vergroten van de arbeidsparticipatie. Er is nog een enorm onbenut potentieel. Niet alleen bij ouderen, maar ook bij vrouwen. Daar is een grote slag te slaan.” Als er tijdens het debat een ‘out of the box denken’-prijs zou zijn uitgereikt, was die ongetwijfeld naar Hans de Bruijn gegaan. “De AOW is een basisvoorziening, maar er zijn veel mensen die die basis helemaal niet nodig hebben. Waarom korten we de AOW niet voor de mensen die vermogend zijn?” Hij vulde ook meteen in hoe deze bezuiniging aangewend moet worden: “De AOW-leeftijd hoeft niet verhoogd te worden. Wel vind ik het goed om die te flexibiliseren naar 70 jaar en het pensioen kan op 65 blijven staan. Dat is trouwens”, vervolgde hij, “geen kwestie waar de politiek over gaat, maar een beslissing van sociale partners. Daar komt nog eens bij dat pensioen niet meer is dan uitgesteld loon en je kunt gemaakte loonafspraken niet zomaar open breken. Dat geldt eens temeer voor verzekerde regelingen.” Flexibilisering vormde ook de kern van het betoog van Henny van den Hurk. Wel heeft hij een afwijkende mening over de arbeidsparticipatie: “Het al dan niet flexibel maken van de
34
034_VB18_THE06 34
Deeldebat onder voorzitterschap van Robbert van Woerden
Deeldebat 4: De hoogte, vorm en inhoud van de pensioenaanspraak Voorzitter: Robbert van Woerden (Pensioendesk) Debaters: Peter Gortzak (Vakcentrale FNV), Cees Michielse (CMHF), Henny van den Hurk (Gommer Advocaten), Hans de Bruijn (NVA/FIDIN) en Carry Goedhart (Expertisecentrum LEEFtijd).
pensioenleeftijd hoeft voor mij niet afhankelijk te zijn van de participatiegraad. Belangrijk vind ik het, dat een beleid wordt ontwikkeld waarin de werknemers meer hun eigen verantwoordelijkheid voor de oudedag moeten nemen.” Cees Michielse daarentegen vond “dat pensioenverhoging en ook het al of niet flexibilseren daarvan nog geen issue hoeft te zijn, zolang er niet gewerkt is aan het generatiebeleid. Als dat goed wordt aangepakt, zal blijken dat een leeftijdverhoging niet nodig is.” Robbert van Woerden schonk aandacht aan de vorm van de pensioenaanspraak. “Het wordt tijd dat er een echte oplossing komt om de verzekerde middelloonregeling aantrekkelijker te maken voor het mkb. Bijvoorbeeld door het berekenen van het standaardtarief met een vaste rekenrente; een introductie van een Uniform Waardeoverdracht Overzicht en het beperken van het recht op waardeoverdracht.” ■
nummer 18 - 24 september 2009
22-09-2009 11:41:09
p en sio en
Hadden ingegane uitkeringen niet volledig herverzekerd moeten worden? In het laatste debat stond de kwaliteit van management en vermogensbeheerders centraal. Worden de pensioen regelingen wel goed bestuurd? Waarbij natuurlijk de hamvraag gesteld werd of de daling van de dekkingsgra den niet ook het gevolg was van verkeerd management en te veel risicovolle beleggingen. Maar al snel waren de deelnemers het erover eens, dat daar de pijn niet zit. “Het is niet de structuur van onze meeste pensioenregelingen die de huidige crisis hebben veroorzaakt”, zei Iwan van den Berg, “maar het falen van de financiële sector. Het zijn niet de landen en systemen die sparen voor hun toekomst, maar de landen en systemen die onverantwoorde schuldenlasten op zich nemen die de bron van alle ellende zijn. Het is dan op zijn minst onlogisch de oplossing voor de crisis te zoeken in onze pensioensystemen terwijl bijvoorbeeld de boekhoud regels en daarmee ook het Financieel Toetsingskader (FTK), die mede zijn gebaseerd op te gunstige cijfermatige presenta ties van overgecrediteerde ondernemingen, onverkort op pensioenfondsen van toepassing blijven. Je moet die effec ten, die gebaseerd zijn op de kortetermijnbenadering van de actuele marktwaarde voor lange termijn georiënteerde instellingen als pensioenfondsen bestrijden.” Peter Borgdorff nam het niet alleen op voor zijn eigen pen sioenfonds (Zorg en Welzijn), maar verdedigde ook het ABPbestuur dat in de publiciteit zwaar onder vuur heeft gelegen. “Elk pensioenfonds heeft zijn eigen verleden. Sommige spon sors hebben de pensioenkas meer gevuld dan andere. Ook dat vind je terug in het verschil van dekkingsgraden. Even belangrijk is natuurlijk de vraag hoeveel premie je in een bepaalde bedrijfstak of van een bepaalde onderneming kunt vragen.” Hij gaf als voorbeeld het Rabo Pensioenfonds dat een rekening van 32 procent kan presenteren. “In mijn be roepsgroep zitten we daar tien procent onder en is er echt geen ruimte voor meer.” Laurens Roodbol, directeur Milliman Nederland en bestuurs lid van het Actuarieel Genootschap liet in zijn interruptie een kritischer geluid horen: “Er bestaat wel degelijk verschil in kwaliteit tussen het management. Sommige fondsen, zoals Delta Lloyd, doen het erg goed, waar andere wel erg ver on der de vereiste dekkingsgraad doken. Het is dus wel degelijk ook een kwestie van goed bestuur.” Nu leeft het sentiment ‘dit nooit meer’. “Maar”, waarschuwt Richard Weurding, “als we onze pensioenaanspraken écht bestand willen maken tegen vergelijkbare crises in de toe komst, dan hangt daaraan een fors prijskaartje. De premies zullen dan flink omhoog moeten. Het alternatief is dat meer nog dan nu het risico bij de pensioendeelnemer wordt neer
Voorzitter deeldebat: Erik Lutjens
Deeldebat 5 Pensioen, veilig belegd en verzekerd Voorzitter: Erik Lutjens Debaters: Iwan van den Berg (ASR), Jan Aikens (Pensioen Advies), Peter Borgdorff (Pensioenfonds Zorg en Welzijn), Pieter Wind (ING Investment Management) en Richard Weurding (Verbond van Verzekeraars)
gelegd. Maar dan is de prijs van een geheel andere orde. De kans bestaat dan dat het pensioen niet oplevert wat de deel nemer ervan verwacht. Je krijgt opnieuw een verwachtings kloof die alleen met ijzersterke communicatie is te dichten.” “Wel blijft het een terechte vraag”, merkte Lutjens op, “of de beleggingen door pensioenuitvoerders wel voldoende pru dent zijn geweest. De invulling van prudent is volgens de pensioenfondsenrichtlijn gebaseerd op een mix van zeker heid en optimalisering van rendement. Had niet meer veilig heid bij de beleggingen ingebouwd moeten worden, of had den risico’s niet beter afgedekt moeten worden? En hadden met name ingegane uitkeringen niet volledig herverzekerd moeten worden zodat de continuïteit van de ingegane pen sioenen gewaarborgd was? Zo zijn er veel vragen te beant woorden waarnaar nader onderzoek gedaan moet worden.” Lutjens uitte kritiek op de regelgeving: “Het zijn strakke en op de korte termijn gerichte regels waarbij de vraag kan worden gesteld of deze voldoende recht doen aan het karakter van een pensioenfonds dat immers de focus heeft op de lange(re) termijn wat betreft de nakoming van pensioenverplichtingen. Een pensioenfonds is geen bank.” ■
nummer 18 - 24 september 2009
035_VB18_THE08 35
35
22-09-2009 11:41:25
T h ema Kate rn 2 0 0 9
Pensioenleeftijd in de tweede pijler:
Handhaven of meebewegen? Een mogelijke verhoging van de AOW-leeftijd heeft direct consequenties voor de tweede pijler, ook al zou daarin de huidige eindleeftijd worden gehandhaafd. Geen wonder dat veel aandacht tijdens het Pensioencrisisdebat ook naar het ‘aanvullend pensioen’ uitging. Daarbij komt door onder meer de vergrijzing, de vraag naar meer zekerheden en een omslag in het solidariteitsdenken. Ernstig nagedacht moet worden of het huidige pensioenstelsel op middellange termijn houdbaar en betaalbaar zal zijn. Crisis of niet; AOW-leeftijdverhoging of niet.
Meebewegen Leo van der Helm (Avéro Achmea): “Ik ben zelf werknemer en in die hoedanigheid ben ik tegen verhoging. Als pensioenspecialist moet ik echter toegeven dat daaraan niet valt te ontkomen. Datzelfde geldt voor het gegeven dat de tweede pijler, en ook de derde trouwens, zal moeten meebewegen.” Corey Dekkers (Pensioendesk): “Verhoog de AOW in één keer naar 67 en doe datzelfde in de tweede pijler. Het is dan wel van belang om meteen ook alle sociale wetten (zoals de WW) aan te passen.”
V.l.n.r. Iwan van den Berg, Pieter Wind, Richard Weurding, Peter Borgdorff, Jan Aikens
De dagvoorzitter van het debat, Jan Nijssen, legde als uitgangspunt voor de discussie over de tweede pijler de scenario’s voor van het Actuarieel Genootschap. De actuarissen onderzochten het effect van de verhoging van de AOW-leeftijd op de aanvullende pensioenen. Het scenario om de pensioenleeftijd in de regelingen op 65 jaar te handhaven en het AOW-gat te compenseren door de inkoop van tijdelijk pensioen, kreeg geen handen op elkaar. Bleef over de keuze om de pensioenleeftijd in de tweede pijler (zonder compensatie) te handhaven op 65 jaar, of ‘mee te bewegen’ met de AOW-leeftijd. De eerste mogelijkheid is kostenneutraal. Door ook de pensioenleeftijd te verhogen, kunnen de pensioenkosten dalen met tien tot twaalf procent. De meningen, die vaak onderbouwd werden met interessante argumenten, bleken verdeeld. Hieronder een bloemlezing.
36
036-037_VB18_THE07 36
Fieke van der Lecq (Erasmus Universiteit): “Leeftijdverhoging is domweg nodig door de demografische ontwikkeling. We kunnen ons niet de luxe permitteren om in alternatieven te denken. En omwille van de eenvoud en uitvoerbaarheid moeten de verhoging van de AOW-leeftijd en de pensioenleeftijd gelijk opgaan.” Ap Fraterman (VNO-NCW): “Juist omdat we het hebben over vergrijzing en arbeidsparticipatie, ligt het voor de hand de leeftijd zowel in de eerste als in de tweede pijler te verhogen.” Gerard Riemen (Ver. van Bedrijfstakpensioenfondsen): “De tweede pijler kan niet los gezien worden van de eerste, al is het alleen al omdat daarin de franchise is berekend.”
Tweede pijler los van AOW Erno Kalmar (Visitatiecommissie Pensioenfondsen): “Ik heb er geen moeite mee als de AOW-leeftijd naar boven wordt bijgesteld. Maar je moet de discussie over de tweede pijler daar los van zien. In de regelingen is al voldoende flexibiliteit ingebouwd.
nummer 18 - 24 september 2009
22-09-2009 11:41:46
p en sio en
V.l.n.r. Cees Michielse, Carry Goedhart, Peter Gortzak, Hans de Bruijn
Theo Gommer (Akkermans & Partners): “Ik ben voorstander van een leeftijdverhoging naar 67 jaar; wel in één keer en snel. Wat mij betreft hoeft de tweede pijler niet mee te bewegen. We zijn moe van alle nieuwe regelgeving rond pensioen.” Rosemarie van der Velden (A&P Groep): “Kijk je sec naar de hogere levensverwachting, dan is leeftijdverhoging logisch, maar er zijn ook alternatieven denkbaar. Het gaat om een politieke keuze en de politiek gaat niet over werknemerspensioenen.”
Flexibele leeftijd Mike Rijff (Nationale-Nederlanden): “Omdat er geen alternatieven zijn, zal de leeftijdverhoging wel onvermijdelijk zijn. Liever zag ik een flexibele leeftijd, waarbij de tweede pijler met een flexibele eindleeftijd zou aansluiten.”
Cees Michielse (CMHF): “Leeftijdverhoging is onnodig. Belangrijker is het om naar het generatiebeleid te kijken en de ingangsdatum te flexibiliseren.” Henny van den Hurk (Gommer Advocaten): “Waarom per se een hogere leeftijd. Die kan voor mij ook omlaag. Werknemers moeten meer hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen.” Hans de Bruijn (NVA/Fidin): “Flexibiliseer de AOW-leeftijd met 65 als ondergrens en 70 jaar als bovengrens en laat het pensioen staan op 65.” Richard Weurding (Verbond van Verzekeraars): “Zorg voor een robuuste vorm van financiering; kijk veel meer naar deeltijdpensioen en flexibiliseer AOW.” ■
Peter Harts (Avéro Achmea): “Flexibiliseer zoals in Noorwegen de AOW-leeftijd tussen 60 en 67 jaar. Laat de tweede pijler daarin meebewegen, maar met minder en simpeler regels.” Harman Korte (AFM) benadrukte dat de toezichthouder geen mening heeft over de wenselijkheid om de AOW-leeftijd op te trekken. Maar op persoonlijke titel wilde hij wel kwijt “dat de leeftijdverhoging niet meer is dan een inhaalslag. Ikzelf zou pleiten voor een meer structurele oplossing, bijvoorbeeld door een koppeling te leggen met een gezonde leeftijdsverwachting. Ik ben een voorstander van flexibiliteit.
nummer 18 - 24 september 2009
036-037_VB18_THE07 37
37
22-09-2009 11:41:49
Sat ire
Mijn Alpengevoel Wie mocht denken dat je in je eentje de wereld niet kunt veranderen, dat je als kleine ondernemer een multinational niet op de knieën kunt krijgen, dat je als eenvoudig vakman de geleerde heren de loef niet kunt afsteken, moet maar eens plaatsnemen in mijn stoel. Dan heb ik een inspirerend verhaal in voorraad die de strijdende eenling tegen onrecht voedt met kilo’s energie. Het is weliswaar dik vier jaar geleden, maar mijn vaste klanten herinneren zich nog als de dag van gisteren hoe ik in hun bijzijn van woede een kam doormidden brak recht in het gezicht van de baas van mijn haarwaterfabrikant. Van de Nederlandse baas van het internationale Alpengevoel wel te verstaan. Hij had het in zijn hoofd gehaald een automaat naast mijn winkel te hangen. De mensen konden uit die automaat precies dezelfde flessen met dezelfde etiketten trekken die ik, voorzien van deugdelijk advies, in mijn winkel verkocht. Regelrechte broodroof natuurlijk. Ik hoef niet te vertellen hoeveel mensen even voor een gratis adviesje bij me binnen kwamen en na een kort bedankje de zaak met lege handen verlieten om het geadviseerde flesje uit de automaat te halen. Als ondernemer in hart en nieren kon ik het daar natuurlijk niet bij laten zitten. Ik schreef ingezonden stukken in de vakbladen en liet deze grove aanslag op mijn omzet keer op keer op de agenda zetten van mijn belangenvereniging, waar we er collectief schande van spraken. Zelfs organiseerde ik een protestbijeenkomst, waarbij – geloof het of niet – de haarwaterbaas zelf kwam opdagen. Hij dreef de zaak zo op de spits dat ik mijn wintersportvakantie in de Alpen opofferde om het internationale hoofdkantoor te kunnen bezoeken. Mijn boodschap was duidelijk: ‘Of hij eruit, of ik eruit’.
wen zo was gedeukt, dat Het Alpengevoel mijn etalage niet meer zou halen. Nou, dat was niet tegen dovemansoren gezegd. Ze wisten niet hoe snel ze de Nederlandse zaak aan een collega moesten verkopen. Dat was mijn eerste succes en het tweede volgde daarna in rap tempo. Kijk, je kunt je kantoor wel van de hand doen, maar als dezelfde mensen blijven zitten en hetzelfde merk op de gevel blijft prijken, dan is dat niet meer dan een halve maatregel. Mijn kruistocht moest ik dus voortzetten. ‘Niet te ongeduldig, barbier, alles op zijn tijd’, kreeg ik te horen toen ik opnieuw dreigde een kam te splijten. En ja hoor, ze hielden woord. Niet veel later verkaste de automatenbouwer. Maar de automaat zelf schond nog steeds het straatbeeld. Gelukkig hoefde ik niet meer naar de sneeuw af te reizen om mijn actie af te ronden. Een binnenlands retourtje met de trein was genoeg. Mijn naam en reputatie waren me al vooruit gesneld, want in de bestuurskamer hoefde ik niets te zeggen. ‘We weten waarvoor je komt, barbier, en we hebben onze maatregelen al genomen. Die automaat verdwijnt voorgoed en de flesjes die we daarin stopten, leggen we in het vervolg bij de drogisterijketens neer.’ Het gevoel van trots waarmee ik de kantoorkolos verliet, is onbeschrijflijk nu ik alles bereikt had waarvoor ik vier jaar heb gevochten. Iedereen zal dat begrijpen, behalve mijn vrouw dan (maar die is blond). Toen ik haar het verhaal vertelde, begreep ze er duidelijk niets van en om dat te verdoezelen, veranderde ze maar snel van onderwerp. ‘Ken je die mop van de olifant en de muis?’, vroeg ze. ■
Het moet gezegd: ze stelden de klant centraal. ‘Hij eruit’, antwoordden ze zo snel, dat ik de tijd rijp vond om nog een stapje verder te gaan. Want met het vertrek van één persoon heb je de cultuur van een heel kantoor nog niet omgegooid. Dus zei ik dat wat mij betreft het vertrou-
BARBIER 38
038_VB18_BAR 38
nummer 18 - 24 september 2009
22-09-2009 11:42:06
C55_Adv gouden handdruk 185x134.qxd
25-08-2009
13:45
Pagina 1
Een gouden handdruk verdient de beste oplossing � � � �
Flexibele stamrechtverzekering. Zekerheid door hoge garanties. Kosteloos onttrekken. Hoge allocatie (minimaal 96%).
Ontslagen worden is erg vervelend. Een gouden handdruk kan het leed dan enigszins verzachten. Directe uitkering van de gouden handdruk is financieel niet altijd gunstig en vaak is de nabije toekomst nog onzeker. Het Gouden Handdrukplan is dan de oplossing om het maximale uit de gouden handdruk te halen. Twee varianten: beleggen of rentebijschrijvingen Het Gouden Handdrukplan kent twee varianten. Bij de kapitaalvariant wordt kapitaal opgebouwd door middel van rentebijschrijvingen. Bij de beleggingsvariant wordt kapitaal opgebouwd door middel van beleggingen. Hoog gegarandeerd eindkapitaal Beide varianten zorgen voor zekerheid en kennen een hoge garantie van 3,5% bij in leven zijn van de verzekerde op de einddatum van de verzekering. Kosteloos onttrekken Een ander kenmerk van Het Gouden Handdrukplan is de mogelijkheid tot het tussentijds onttrekken van kapitaal tot maximaal 25% van de gouden handdruk per jaar. Meer informatie Wilt u er ook van overtuigd worden dat Het Gouden Handdrukplan de beste oplossing is? Kijk dan voor meer informatie op www.conservatrix.nl of bel (035) 548 08 72 voor een afspraak met onze accountmanager bij u in de buurt. Sinds
1872
Conservatrix
l e v e n s v e r z e k e r i n g e n
002-040_VB18_ADV 39
22-09-2009 13:19:02
NIEUW
Collectieve pensioenen met een personal touch.
Als kleine verzekeraar kunnen we bij Generali groots zijn in een persoonlijke benadering. Zo bent u bij ons verzekerd van uw eigen accountmanager en relatiebeheerder. En omdat u een vast aanspreekpunt heeft, kunt u werkgevers snel een passende en flexibele pensioenoplossing bieden voor hun werknemers. Wilt u ook zaken doen met een verzekeraar zonder ruis op de lijn? Bel (020) 660 17 93.
Generali. Wij beloven niet. Wij verzekeren. 002-040_VB18_ADV 40
De pensioen- en inkomensverzekeraar
www.generali.nl 22-09-2009 13:19:12