g 7-8 ep ro
Vandaag wordt er rechtgesproken Eemnes
kunst- en cultuurmenu: Cultuurprogramma domein: Gebouwde omgeving discipline: Drama
2013-2014
Colofon Dit is een uitgave van: Kunst Centraal Postbus 160 3980 CD Bunnik tel: 030 - 659 55 20 fax: 030 - 659 05 10 e-mail:
[email protected] internet: www.kunstcentraal.nl Ontwikkeling: Hans Boekel november 2006 Herzien: mei 2008 Redactie: Elvira van der Kooij Eindredactie: Josee Flaton Vormgeving: BMD, Bunnik Lay-out: Rianne van Es Copyright: Dit materiaal is bedoeld voor gebruik binnen uw school en mag niet vermenigvuldigd of openbaar gemaakt worden voor gebruik daarbuiten zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Kunst Centraal. Laatst gewijzigd: 17-04-2014
Colofon
Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................................................ 4 Inleiding ................................................................................................................................................ 5 Les 1 Rechtspraak in de geschiedenis .................................................................................................... 6 Les 2 De voorbereiding ......................................................................................................................... 8 Les 3 De rechtszaak ............................................................................................................................... 11 Les 4 In de krant ................................................................................................................................... 13
Algemene bijlagen: 1. Achtergrondinformatie 2. De meespelende rollen 3. De strafmaat 4. Stappen tijdens de zitting
Specifieke bijlage: 5. Noodzakelijke informatie met betrekking tot de rechtszaak in uw gemeente
Inhoudsopgave
Voorwoord Dit project is onderdeel van het Kunst- en Cultuurmenu (ook wel bekend als Kunstmenu en Cultuur programma) van Kunst Centraal. Bij het Kunstmenu staan professionele kunstenaars of gezelschappen centraal. Bij het Cultuurprogramma maken de leerlingen kennis met hun eigen culturele omgeving. Voor dit programma werkt Kunst C entraal samen met talloze culturele partners uit de eigen gemeente. De projecten van het Cultuurprogramma laten zich indelen in een aantal domeinen: ‘professionele culturele instellingen’, ‘amateur- en vrijwilligersorganisaties’, ‘gebouwde omgeving’ en ‘landschap & natuur’.
Doelgroep Kinderen van groep 7-8 hebben vele technieken en vaardigheden opgedaan in hun schoolloopbaan. Nieuw is dat zij op deze leeftijd kunnen denken, kijken en luisteren vanuit diverse perspectieven. Bij spel of beweging kunnen kinderen zich verplaatsen in een ander personage of een andere tijd. Ze leren dat vormgeving geplaatst kan worden in een historische, culturele of maatschappelijke context en dat kunst betekenis krijgt vanuit deze context. Juist de toneelverenigingen, dansscholen, theatersportverenigingen, acteurs en vertellers samen met de historische verenigingen kunnen deze context zichtbaar maken, zodat kinderen zich in dans en drama kunnen uitdrukken.
Doelstelling De leerlingen ervaren welke afwegingen en dilemma’s bij het rechtspreken aan de orde kunnen komen. Ze leren zich in te leven in allerlei personages en hun achtergronden om de rollen te kunnen spelen. Ze maken kennis met plekken waar vroeger rechtgesproken werd of die daarmee te maken hadden.
Inhoud
4
Het project bestaat uit vier lessen. Les 1, 2 en 4 worden in de klas gegeven, les 3 (de rechtszaak) is op locatie. De lessen zijn beschreven aan de hand van een vaste structuur: inleiding-kern-afsluiting. In les 1 krijgen de leerlingen informatie over de rechtspraak in de geschiedenis. Vervolgens bereiden ze in les 2 aan de hand van een echte rechtszaak, van rond 1800, een rollenspel voor. Daarna worden ze in les 3 verwelkomd op een locatie die in het verleden met rechtspraak te maken had. Daar spelen zij begeleid door een rechter al improviserend, met op school voorbereide argumenten, de rechtszaak. Terug op school geven zij in les 4 hun mening over de uitspraak in de vorm van een krantenartikel over de rechtszaak. Tijdens dit project krijgt de leerkracht voor het rollenspel een echte ‘zaak’ uit de geschiedenis. Ook al is de zaak al vele jaren oud, er kunnen nog steeds parallellen naar het heden getrokken worden. Zie voor een voorbeeldfilmpje van dit project de website van Kunst Centraal: primair onderwijs / gemeenten / lesmaterialen / vandaag wordt er rechtgesproken / voorbeeld video rechtszaak met kinderen. U kunt de standaardkwaliteit bekijken of de HD-kwaliteit. Wacht bij de film in HD-kwaliteit eerst tot deze helemaal gedownload is en speel hem dan pas af.
Voorwoord
Organisatie Bij dit project is de lokale culturele omgeving van uw gemeente betrokken. - De rechtszaak speelt zich af in boerderij Stadswijk. - De leerlingen worden verwelkomd door de heer Valkengoed, die iets over de locatie (in relatie tot de rechtspraak in de geschiedenis) vertelt. - De rechtszaak gaat over twee mannen die onder andere drie rode lappen uit een boerderij in Eemnes gestolen hebben. - De rechter wordt gespeeld door actrice Conny Wilhelmus. De deelnemende culturele instellingen worden door Kunst Centraal benaderd. Kunst Centraal zal ook zorg dragen voor de indeling van de scholen en voor passende roosters. In de bijlagen vindt u meer informatie over het project in uw gemeente.
Kwaliteit We vragen u nadrukkelijk na afloop van het project uw bevindingen met ons te delen via het waarderingsformulier. Uw reactie/uw beoordeling is voor ons stimulerend en richtinggevend bij de kwaliteitsverbetering van onze diensten.
Namens alle betrokken medewerkers wensen we u veel plezier bij de uitvoering van dit project.
5
Voorwoord
Les 1
Rechtspraak in de geschiedenis
Inhoud van de les in het kort De leerlingen krijgen en/of zoeken informatie over hoe het recht vanaf ongeveer 1800 in de omgeving gehandhaafd werd.
De leerlingen hebben kennis van de ontwikkeling van de rechtspraak in de geschiedenis. 45 minuten op school - computers met toegang tot internet - bijlage 1
Doel:
Duur: Locatie: Nodig:
Voorbereiding Bekijk het voorbeeldfilmpje van Vandaag wordt er rechtgesproken op de website van Kunst Centraal. www.kunstcentraal.nl: primair onderwijs / gemeenteprogramma’s / lesmaterialen / vandaag wordt er rechtgesproken. Zoek van tevoren op internet naar informatie over rechtspraak en straffen door de eeuwen heen, om de leerlingen bij hun zoektocht tips te kunnen geven. - http://nl.wikipedia.org/wiki/Brandstapel - http://nl.wikipedia.org/wiki/Galg - http://nl.wikipedia.org/wiki/Galgje - http://nl.wikipedia.org/wiki/Schandpaal - http://nl.wikipedia.org/wiki/Mensenrechten - http://geneaknowhow.net/faq/recht/rechtspraak.htm - http://nl.wikipedia.org/wiki/Doodstraf#Vroeger_gebruikte_methoden - http://nl.wikipedia.org/wiki/Verdrag_inzake_de_Rechten_van_het_Kind - http://www.literatuurgeschiedenis.nl/inhoud.asp?rubriek=spreekwoorden
Inleiding 1 - Wie heeft het gedaan? 6
Vertel de leerlingen dat ze in de komende weken met rechtspraak aan het werk gaan en dat ze uiteindelijk een rechtszaak in een rollenspel met een rechter op een markante plek in de gemeente gaan spelen. Confronteer hen met een startscène, om hen allemaal in één keer te betrekken bij het onderwerp van het project. Stap als strenge leerkracht opnieuw het lokaal in, trek de deur met kracht dicht zodat u de aandacht van de leerlingen krijgt, doe hem pantomimisch op slot, ga stevig voor de groep staan en kijk de leerlingen streng aan. Zeg de volgende woorden met rustige, weloverwogen, duidelijke stem: ‘Er gaat vandaag niemand de deur uit voordat ik weet wie het gedaan heeft.’ Kijk de leerlingen één voor één indringend aan. Stap vervolgens uit de rol van strenge leerkracht en vraag met gewone stem aan de leerlingen: - Wie speelde ik? - Wat zou er aan de hand kunnen zijn? - Wie zijn jullie dan? - Wat is er gebeurd?
Les 1 Rechtspraak in de geschiedenis
Het kan over chantage gaan of over een achtervolging, of iets wat iemand gedaan heeft of ……. Vertel de leerlingen dat het project van de komende weken over rechtspraak rond 1800 gaat. In die tijd is onze rechtspraak zoals we die nu kennen, vastgelegd.
Kern 2 - Achtergrondinformatie over rechtspraak en straffen Ga met de leerlingen op internet kijken naar het voorbeeldfilmpje van Vandaag wordt er rechtgesproken op de site van Kunst Centraal. Maak een keuze uit een van de onderstaande manieren van aanpak: - Laat de leerlingen, individueel of in groepjes, op internet of in de bibliotheek zo veel mogelijk informatie over die tijd en het onderwerp verzamelen. - Vertel hun in eigen woorden iets over de rechtspraak in de geschiedenis (bijlage 1).
Afsluiting 3 - Presentatie Laat iedere leerling, al dan niet in groepjes, de vergaarde informatie presenteren aan de groep. Orden de informatie op een achterwand in de klas of op een getekende tijdlijn op het bord, zodat de ontwikkelingen overzichtelijk worden voor de leerlingen. Vertel hun dat ze in de volgende les een rollenspel over rechtspraak in het verleden gaan voorbereiden.
7
Les 1 Rechtspraak in de geschiedenis
Les 2
De voorbereiding
Inhoud van de les in het kort De leerlingen krijgen informatie over de rechtszaak en bereiden het rollenspel voor.
De leerlingen hebben ervaren welke afwegingen en dilemma’s bij het rechtspreken aan de orde kunnen komen. 45 minuten op school bijlage 2, 3, 4 en 5
Doel:
Duur: Locatie: Nodig:
Voorbereiding Kopieer de bijlagen 2 en 3 voor de leerlingen. Surf vantevoren naar de twee onderstaande linken voor filmpjes over rechtspraak. De filmpjes kunnen ook met de kinderen in de les bekeken worden. - http://www.hetklokhuis.nl/onderwerp/rechtspraak
Inleiding 1 - Ik zie wat ik denk te zien
8
Vertel de leerlingen dat u een korte scène gaat laten zien. De scène begint bij het opendoen van een denkbeeldige deur en eindigt bij het dichtdoen van die deur. Geef hun de opdracht om goed te kijken, zodat ze aan het einde kunnen vertellen wat ze gezien hebben. Leg in het midden van het lokaal een mapje op de stoel. Uit te voeren handelingen: - open de denkbeeldige deur - kijk om u heen en achter u - loop langzaam naar de stoel - kijk nogmaals om u heen - pak voorzichtig het mapje op - blader erin - bekijk een bladzijde aandachtig - kijk even starend voor u uit - zucht een keer diep - leg het mapje zorgvuldig terug op de stoel - verlaat haastig het lokaal - sluit de deur Vraag aan de leerlingen: Wat heb je gezien? Zeer waarschijnlijk vertellen de leerlingen niet alleen wat ze gezien hebben (observatie), maar vooral wat ze denken gezien te hebben (interpretatie). Vertel hun dat voor het maken van films en voorstellingen het heel belangrijk is dat het publiek juist veel moet interpreteren bij de handelingen en dat men bij het rechtspreken zo veel mogelijk moet uitgaan van de feiten. Wat heb je gezien? En wat kan dat betekenen?
2 - Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet Vraag de leerlingen om zich een bank voor de geest te halen. Vraag enkele om hem te beschrijven en concludeer dat de banken in de gedachten van de leerlingen er allemaal anders uitzagen. We praten met z’n allen in woorden, maar eigenlijk heeft ieder bij elk woord een eigen inkleuring, vandaar dat er gemakkelijk misverstanden, ruzies, conflicten en oorlogen ontstaan. Het is een wonder dat er ook nog zo veel goed gaat!!!
Kern
Les 2 De voorbereiding
3 - Rechtspreken Vertel de leerlingen een van de grondbeginselen van het huidige Nederlandse recht: ‘iedereen heeft gelijke rechten’. Dus voor mannen en vrouwen, ongeacht afkomst of geloof. Vertel de leerlingen dat ze op een markante plaats in de gemeente (vertel hun waar precies) een rechtszaak gaan spelen. Een echte zaak uit de geschiedenis. Dit gaat gebeuren in de vorm van een rollenspel, volgens het rechtssysteem van na 1811. Dat is zoals het nu ook nog gaat. Opdracht Bekijk met de leerlingen de filmpjes over rechtspraak op het internet. Vraag aan de leerlingen wat ze van de Nederlandse rechtspraak in de rechtbank weten; vermoedelijk komen ze met de volgende personen als onderdeel van een rechtszaak: - de verdachte(n) (een of meerdere personen) - de aanklager (officier van justitie) - de verdediger (advocaat) - een onafhankelijk persoon die rechtspreekt (rechter) - iemand die het gezien heeft (getuige) - iemand die onafhankelijke informatie kan geven (getuige-deskundige) Het is noodzakelijk dat alle partijen goed geïnformeerd zijn over de acties die ze tijdens de rechtszaak kunnen ondernemen. - Op de gekozen markante plaats zit de rechter achter een tafel. (Zie voor specifieke opstelling in uw gemeente bijlage 5) - Daarnaast zit de leerkracht in de rol van griffier, ordebewaker, bode of adviseur van de rechter. Hij is in ieder geval de verbindende schakel tussen de rechter van ‘buiten’ en de leerlingen. - De leerlingen zitten verdeeld in groepjes in een halve cirkel. Elk groepje vertegenwoordigt een rol: het groepje van de advocaat, het groepje van de aanklager enzovoort. Van de groepjes die de aanklager, verdachte en verdediger vertegenwoordigen is er telkens maar één leerling die in de rol het woord voert tegen de rechter. De personages in de groepjes van getuigenen getuigendeskundigen kunnen door iedereen ondervraagd worden (zij mogen alleen hun bevindingen en feiten vertellen). De andere leerlingen zitten er bij om tijdens de ingelaste onderbrekingen met de woordvoerder te overleggen wat voor hun rol de beste manier van aanpak in deze zaak is.
4 - De rechtszaak De zaak die we in dit project gebruiken, is er een die in de omgeving heeft plaatsgevonden. Om de rechtszaak goed te kunnen spelen, moeten de leerlingen van tevoren te horen krijgen wat er is gebeurd en wat er van hen wordt verwacht. Lees de zaak voor en geef hun een kopie om de feiten tijdens de bespreking nog eens door te nemen (zie bijlage 5 Rechtszaak; zie voor voorbeelden van oude strafmaten bijlage 3) Bespreek de tekst en de betekenis ervan: - Wat zou er werkelijk aan de hand zijn? - Waarom zou iemand dit doen?
Les 2 De voorbereiding
9
5 - De rollen Verdeel de rollen en kies voor elke rol een groepje leerlingen, behalve voor de rol van rechter (deze wordt gespeeld door iemand van de plaatselijke (historische) toneelvereniging). Deel de kopieën over de meespelende rollen en de stappen tijdens de zitting uit, zodat ze weten wat ze mogen zeggen en doen (zie bijlage 2 en 4). - Laat hen vervolgens in groepjes vanuit de rol argumenten en informatie bedenken en verzamelen. - Bespreek met de groepjes wat ze bedacht en verzameld hebben. Wissel dit niet uit met de andere groepen (dit gebeurt juist improviserenderwijs in de rechtszaal, wat de rechtszaak levendiger en echter maakt). - Verzamel alle informatie en argumenten van de groepjes voor het eigen overzicht. - Geef deze informatie eventueel ter plekke door aan degene die de rol van rechter speelt.
6 - Vragen stellen Oefen met de leerlingen het vragen stellen. Zet één leerling in het midden van de kring. Vuur een vraag op hem af, het kind moet de vraag kunnen plaatsen in een van de onderstaande rubrieken. Verdeel de groep daarna in kleinere groepjes en laat deze op dezelfde manier vragen rubriceren. - - - - -
open/gesloten vraag (gesloten vraag begint altijd met een werkwoord: ‘heb je…’ en levert ja of nee op) feitenvragen (wie, wat, waar, wanneer, hoe...) meningsvragen (waarom, wat vind je van...) hypothesevragen (wat als, stel je voor dat...) gevoelsvragen (hoe heb je dat ervaren, wat voelde je...)
Slot 7 - Afspraken Vertel de leerlingen dat ze alle spullen op de dag van het bezoek bij zich moeten hebben en sluit de les af.
10
Les 2 De voorbereiding
Les 3
De rechtszaak
Inhoud van de les in het kort De leerlingen bezoeken een markante plek in de gemeente en spelen daar het rollenspel dat ze op school voorbereid hebben. De les eindigt met een bezoek aan eventuele andere plaatsen in de gemeente, of overblijfselen daarvan.
Doel:
Duur: Locatie: Nodig:
De leerlingen hebben kennisgemaakt met plekken waar vroeger rechtgesproken werd of die ermee te maken hadden. ongeveer 80 minuten een markante plek in de gemeente waar vroeger rechtgesproken werd - kostuums - fototoestel - bijlage 5
Voorbereiding Organiseer ter plekke samen met de beheerder en de rechter de opstelling van tafels en stoelen in de ruimte (zie blz. 9 of bijlage 5). In de ‘rechtszaal’ moet, afhankelijk van de beschikbare ruimte, voor elk groepje een tafeltje met stoelen zijn. Regel een ouder die een paar mooie foto’s kan maken en tevens kan helpen bij de aankleding. Organiseer voor de rol van uzelf een zwarte mantel met witte bef of andere officieel aandoende kleding. Het zou sfeerverhogend werken als ook de leerlingen kleding uit die tijd dragen (zie voorbeelden op schoolplaten van toen of op internet; de burgerij zag er gewoontjes uit): - http://www.cultuurwijs.nl/nwc.rijksmuseumamsterdam/cultuurwijs.nl/i000701.html - http://www.verreverwanten.nl/themas/kleding_en_mode/het_elegante_ongemak/1825.html Maak eventueel tussen de lessen door het wapen van de gemeente of de plaats waar gespeeld wordt op een groot stuk karton. Verzin met de leerlingen een passende tekst.
Inleiding 1 - Aankomst en inrichting - Ga naar de locatie (zie bijlage 5). - De eigenaar van de locatie verwelkomt de leerlingen en kan eventueel zelf iets vertellen over de status van de plek in relatie tot de rechtspraak in de geschiedenis. - Laat vervolgens iedereen zich omkleden (u kunt er ook voor kiezen om dit op school te doen). - Richt met de leerlingen de ruimte zo in dat de rechtszaak kan beginnen. - Bespreek met de rechter de laatste details door. - Vertel de leerlingen dat ze de rechter met ‘edelachtbare’ moeten aanspreken. - Vertel hun ook dat het belangrijk is voor de geloofwaardigheid dat ze serieus spelen.
Les 3 De rechtszaak
11
Kern 2 - De zaak begint! - - - - - - - -
- - - -
Als iedereen zit, kondigt u in uw rol de rechter aan. Iedereen gaat staan. De rechter neemt het woord en vertelt wat de reden van deze bijeenkomst is. Vervolgens geeft hij het woord aan de aanklager. Het kind in de rol van aanklager neemt het woord en zet uiteen waarom hij vindt dat de verdachte schuldig is. Daarna neemt het kind dat de rol van verdediger speelt het woord en komt met argumenten ter verdediging. In de acties daarna kunnen getuigen, getuige-deskundige en de verdachte opgeroepen en door beide partijen ondervraagd worden. Zo worden over en weer argumenten, bewijzen en feiten uitgewisseld. Vat de argumenten van de leerlingen af en toe samen. Las tussendoor time-outs in om aanvullende informatie of tijd te geven, zodat de leerlingen die een rol spelen met hun groepjes kunnen overleggen over de voortgang. Indien nodig kan in een time-out een orderegel besproken worden. Als alle argumenten, feiten en bewijzen uitgewisseld zijn, geeft de rechter beide partijen de gelegenheid om een slotbetoog te voeren. De rechter neemt vervolgens een besluit, bepaalt het vonnis en deelt dat mede. De strafmaat wordt door de rechter ter plekke bepaald op basis van de argumenten van de leerlingen. (Zie ook bijlage 3) Alle aanwezigen gaan weer staan, de rechter gaat weg. Daarna kan iedereen weer kort na praten over hun ervaringen.
Afsluiting 3 - Afronding U bespreekt in het kort na hoe iedereen het ervaren heeft en wat ze van de uitspraak vinden.
4 - Extra Wandel of fiets langs enkele belangrijke historische gebouwen waar belangrijke personen woonden, locaties waar het recht werd voltrokken of andere belangrijke zaken (zie bijlage 5).
12
Les 3 De rechtszaak
Les 4
In de krant
Inhoud van de les in het kort De leerlingen verwoorden in een artikel hun mening over de rechtszaak zoals hij gespeeld is. De kinderen reflecteren op hun belevenissen en vormen een eigen mening. Duur: 60 minuten Nodig: schijfgerei Afbeeldingen: de door een ouder gemaakte foto’s van de rechtszaak Doel:
Voorbereiding Hang de gemaakte foto’s aan een lege wand in de klas op. Verzamel een paar voorbeeldartikelen. Deze les is gebaseerd op het schrijven van een artikel over de berechting dat als publicatie in de klas of school kan worden ophangen. Het is echter ook mogelijk om: - een aankondiging te schrijven dat als ‘besluit’ op het schoolplein, in kostuum, kan worden voorgelezen; - een artikel te schrijven dat aangeboden wordt aan de plaatselijke krant; - een ‘courant’ van het jaar 1812 te maken, compleet met artikelen, publicaties, reclame, berichten en dergelijke.
Inleiding 1 - Introductie Vertel de leerlingen dat ze als redacteur uit het jaar 1812 een artikel over de berechting gaan schrijven (of dat ze een van de andere mogelijkheden gaan uitwerken).
Kern 2 - Het artikel Geef de leerlingen in tweetallen de opdracht en vertel dat er voor het schrijven van een artikel een paar regels zijn. Het artikel heeft: - een pakkende titel; - een paar inleidende zinnen; - de feiten van de gebeurtenis; - een verslag over wat er tijdens de berechting gebeurde; - een mening daarover; - een slotconclusie. Geef aan dat ze het artikel in hedendaags Nederlands mogen schrijven.
Afsluiting 3 - Presentatie Laat de leerlingen de artikelen in groepjes aan elkaar voorlezen en hang ze op. Geef hun de ruimte om te vertellen hoe ze de projectperiode en de activiteiten ervaren hebben en sluit het project af.
Les 4 In de krant
13
Bijlage 1
Achtergrondinformatie
Schout en schepenen Tot ongeveer 1800 werd er rechtgesproken door de schout en schepenen, de mannen die de middeleeuwse stad bestuurden. Ze hielden zich ook met de rechtspraak bezig. Ze vaardigden zogenaamde ‘keuren’ uit. Wij zouden zeggen: wetten waaraan de burgers in de stad zich moesten houden. Steden in het Vlaamse deel van België kennen nog steeds de schepen als bestuurder. In Nederland heet zo iemand een wethouder. Als een stad groeide qua inwonertal, kwam er te veel werk voor de schout en schepenen. Zij konden dan geholpen worden door een aantal burgers uit de stad. Deze burgers noemde men wel ‘meesters’, burgemeesters. Schout en schepenen bemoeiden zich op den duur alleen met de rechtspraak en de burgemeesters bestuurden de stad.
Straffen Schout en schepenen werden dus met de rechtspraak in de stad belast. Welke straffen konden zij opleggen aan burgers die een overtreding of een misdaad begingen? De rechters van nu kunnen gevangenisstraffen opleggen. De schout en schepenen deden dat anders. Iemand kon bijvoorbeeld veroordeeld worden tot levering van een aantal stenen voor de bouw of reparatie van de stadsmuur. Hij droeg dan ‘zijn steentje bij’. In vroeger eeuwen gingen velen op reis om een bedevaart te maken. Dat hield in dat ze een heilige plaats, bijvoorbeeld het graf van Christus in Jeruzalem, gingen bezoeken. Zo’n bedevaartganger noemde men ook wel een pelgrim. Vaak was het een lange en gevaarlijke reis. Men liep de kans onderweg beroofd en zelfs gedood te worden. In de middeleeuwen kon de rechterlijke beslissing, het vonnis, inhouden dat men voor straf een bedevaart maakte, bijvoorbeeld naar Jeruzalem of Rome. Bij terugkeer moest zo iemand bewijzen dat hij zijn pelgrimstocht had volbracht. In veel steden mochten rijke mensen een strafbedevaart afkopen: ze betaalden een flink bedrag aan de stad en hoefden dan niet op reis.
Verbanning en schandpaal Iemand kon ook verbannen worden. Dat betekende dat hij de stad moest verlaten en niet meer mocht terugkeren. Men kon veroordeeld worden tot de schandpaal, ook wel ‘kaak’ genoemd. Dat betekende dat men in het openbaar, bijvoorbeeld voor het stadhuis, werd vastgemaakt aan een paal. Men deed dit meestal op een marktdag als het erg druk was op straat. Zo stond de gestrafte dan te kijk voor het publiek, en iedereen wist waarom hij ‘aan de kaak werd gesteld’. Er zijn overigens vele spreekwoorden die uit die tijd stammen, zoals ook ‘De galg beschijten’. Zie website: http://www.literatuurgeschiedenis.nl/inhoud.asp?rubriek=spreekwoorden 14
Lijfstraffen Dan waren er de vele afschuwelijke lijfstraffen. Het haar van een vrouw kon worden afgeschoren, wat een grote schande betekende. Een veroordeelde kon worden gegeseld: hij werd dan langdurig met een stok of zweep geslagen. Ook geselde men in de middeleeuwen wel verdachten om hen tot een bekentenis te dwingen. Wie een diefstal pleegde, liep het risico dat men zijn hand afhakte. Maar ook deze straf kon worden afgekocht.
Heksen en ketters Als zwaarste straf kende men de doodstraf, door onthoofding aan de galg. Heksen en ketters werden verbrand. Heksen waren vrouwen die ervan beschuldigd werden dat ze contact hadden met de duivel. Daarom zouden ze beschikken over duivelse krachten waarmee ze mens en dier konden betoveren of schade toebrengen. Op hen paste men vaak de zogenaamde ‘waterproef’ toe. De ongelukkige vrouw werd met de linkerduim aan het rechterbeen gebonden en zo in het water gegooid. Bleef ze drijven, dan werd ze schuldig bevonden en ter dood veroordeeld. Men noemde dit een godsoordeel; God zou aanwijzen wie schuldig en wie onschuldig was. Ketters waren mannen of vrouwen van wie men beweerde dat ze niet het ‘echte’ geloof van de katholieke kerk aanhingen, maar een verkeerd geloof. Zij werden eerst gemarteld en dan ter dood gebracht.
Rechtspraak vanaf 1811 1811 is een belangrijk jaar in de geschiedenis van de rechtspraak. In dat jaar werd het oude systeem van lekenrechters (schepenen of buren) omgezet in een systeem met beroepsrechters. Tevens werd er nu overal in het land hetzelfde recht gesproken en was de procedure ook overal hetzelfde. Vanaf 1811 is de rechtspraak ook veel overzichtelijker. De procedures en de straffen verschillen niet meer per plaats, de rechters heten overal hetzelfde, de beroepsmogelijkheden zijn gelijk, enzovoort. Dat wil echter niet zeggen dat het systeem vanaf 1811 hetzelfde is gebleven. De doodstraf werd pas in 1870 afgeschaft.
15
Bijlage 2
De meespelende rollen
De leerkracht in de rol van verbindende schakel (ordebewaker of griffier/adviseur van de rechter of…)
Een onafhankelijk persoon die rechtspreekt (de rechter): de rechter moet aan het eind van de rechtszaak een oordeel vellen en een strafmaat bepalen. Verder is hij belast met een goede gang van zaken tijdens het proces. Hij mag de verdachte(n) en de getuigen vragen stellen. Ook moet hij er zeer alert op zijn dat getuigen objectieve feiten melden. Meningen of ideeën zijn niet van belang om te bewijzen of iemand iets gedaan heeft. Hij bepaalt aan het eind van de rechtszaak de uitspraak. De verdachte(n) zullen veelal stil moeten zijn tijdens de rechtszaak. Als de aanklager, de verdediger of de rechter hen oproept tijdens het proces voor een verhoor, dan verschijnen zij een voor een voor de rechter. De aanklager (officier van justitie): hij is degene die de verdachte(n) beschuldigt. Volgens de processenverbaal van de politie is de verdachte duidelijk de dader. De aanklager kan getuigen oproepen, maar ook de verdachte(n) zelf, om hem te ondervragen. Hij vraagt naar de feiten, dus hij stelt duidelijke, gerichte vragen. De verdediger (advocaat): hij moet de verdachte verdedigen. Hij moet proberen om de uitspraak van de rechter voor de verdachte zo gunstig mogelijk te laten zijn. Hij probeert de feiten op een rijtje te krijgen en zorgt dat meningen en vooroordelen van een getuige niet worden genoteerd als een feit.
Iemand die het gezien heeft (getuige): op grond van de uitlatingen die hij tegen de politie heeft gedaan is hij opgeroepen om voor of tegen de verdachte te getuigen. Hierbij kan hij alles vertellen wat hij weet, maar hij moet wel de waarheid vertellen. Als hij bewust iets zegt wat niet waar is, dan is dat meineed. Op meineed staat gevangenisstraf. Iemand die onafhankelijke informatie kan geven (de getuige-deskundige): een specialist die als onderzoeker (politiedeskundige, arts) belangrijke informatie kan geven, waardoor er helderheid in een rechtszaak kan komen.
16
Bijlage 3
De strafmaat
Het is de bedoeling dat de leerlingen zoveel mogelijk echte argumenten over en weer in het rollenspel noemen. De uitkomst van het rollenspel is elke keer anders, omdat de argumenten van de leerlingen verschillen. Dit betekent dat de rechter zijn oordeel velt op basis van wat er ter plekke gespeeld wordt. De strafmaat wordt door de rechter dus op maat bepaald en staat van tevoren niet vast! Voorbeelden van strafmaten van rond 1850 in de provincie Utrecht: Zakkenrollerij:
minimaal 1 jaar in het huis van correctie
Landloperij (rondzwerven):
8 dagen in het huis van correctie
Stelen van beddenlakens:
2 maanden in het huis van correctie
Er werden voor kinderen onder de 16 jaar lagere straffen gegeven dan voor volwassenen. Voor zakkenrollerij bijvoorbeeld kreeg iemand van onder de 16 jaar 1 maand in het huis van correctie. NB: Het huis van correctie is het hedendaagse huis van bewaring (de gevangenis).
17
Bijlage 4
Stappen tijdens de zitting
Neem met de leerlingen deze stappen door, zodat ze weten hoe het gaat. De door Kunst Centraal geregelde rechter hanteert deze stappen soepel en naar eigen inzicht.
1. Opening door de rechter Bijvoorbeeld: ‘De zitting van de rechtbank is geopend. Aan de orde is de rechtszaak van de Staat der Nederlanden, vertegenwoordigd door de officier van justitie als aanklager tegen verdachte xxxxxx, geboren op xxxxxx te xxxxxxxx.’
2. Wie is wie Rechter vraagt de verdachte of de persoonsgegevens uit het proces-verbaal kloppen. Na bevestiging vraagt rechter aan verdachte om goed op te letten en hij zegt dat verdachte niet verplicht is om vragen te beantwoorden. Wat zijn de andere rollen? - aanklager - verdediging - getuigen - getuigen-deskundigen
3. Korte uitleg doel rechtszitting In twee gedeelten: Eerst onderzoeken of het ten laste gelegde feit kan worden bewezen. Zo niet, dan moet vrijspraak volgen; indien wel, dan worden de omstandigheden onderzocht die verdachte tot zijn/haar daad hebben gebracht om een juiste strafmaat te kunnen bepalen. (Rechter zegt dat de zitting geschorst kan worden voor overleg wanneer de rechter dat nodig vindt of wanneer p artijen daarom vragen.)
4. Woord aan aanklager Voor het voorlezen van de dagvaarding of om te vertellen waarom verdachte voor de rechter wordt gebracht.
5. Woord aan de verdediging 18
6. Getuigenverhoor Getuigen moeten de waarheid spreken. Daarom moeten ze de eed of de belofte afleggen en zweren of beloven dat ze ‘de waarheid zullen zeggen en niets dan de waarheid’. Gelovigen in God leggen de eed af met de woorden: ‘Zo waarlijk helpe mij God almachtig.’ Niet-gelovigen zeggen: ‘Dat beloof ik.’ Getuigen Wat hebben ze precies gezien of gehoord met betrekking tot het feit waarvan verdachte wordt verdacht? Zowel de rechter als de aanklager en de verdediging mogen de getuigen vragen stellen. Getuigen-deskundigen Bijvoorbeeld politieman (over onderzoek, technisch bewijs e.d.), arts, psycholoog of andere deskundigen die iets over verdachte kunnen vertellen in relatie tot het vermeende misdrijf of meer in het algemeen (verzachtende omstandigheden).
7. Verdachte vragen wat hij van een en ander vindt tot zover; gerichte vragen (hij hoeft niet te antwoorden).
8. Eis/requisitoir Als de rechter voldoende weet over de zaak, geeft hij het woord aan de officier van justitie. Deze zal nu op zijn beurt zeggen wat hij van de zaak vindt: het requisitoir. Ten slotte zegt hij welke beslissinger volgens hem zou moeten worden genomen. Dat is de eis. De eis is een voorstel van de officier van justitie, de rechter kan anders beslissen.
9. Pleidooi Nadat de officier van justitie zijn eis heeft voorgelezen, krijgt verdachte of de advocaat het woord. Zij kunnen dan alles naar voren brengen wat voor de verdediging van belang zou kunnen zijn. Dit heet het pleidooi.
10. De officier mag daar weer op reageren. 11. Vervolgens krijgt verdachte of zijn advocaat nogmaals het woord. 12. In ieder geval heeft verdachte ten slotte het laatste woord, maar deze hoeft daar geen gebruik van te maken.
13. Vonnis Het proces eindigt uiteindelijk met een vonnis van de rechter. Dit kan zijn: vrijspraak, ontslag van rechtsvervolging of een veroordeling. De rechter kan verdachte veroordelen tot een geldboete, gevangenisstraf, taakstraf - al dan niet voorwaardelijk. - Is het feit op wettige wijze en overtuigend bewezen? - Is het feit strafbaar? - Is de verdachte strafbaar?
19
Bijlage 5
Noodzakelijke informatie met betrekking tot de rechtszaak in uw gemeente
De volgorde van de activiteiten - - - -
Verzamelen in boerderij Stadswijk Korte introductie over de boerderij en haar relatie tot rechtspraak Uitvoering van het rollenspel ‘de rechtszaak’ Terug naar school
Met dank aan... De heer Jan Out, lid van de Historische Kring Eemnes voor het aanleveren van de rechtszaak. De heer Valkengoed, eigenaar van boerderij Stadswijk
Detail uit een origineel proces-verbaal uit 1845
20
De rechtszaak Een zaak uit 1827 Jan Kuiper, varensgezel, en Jacobus Blom, wolkammer, zijn aangehouden wegens diefstal van drie rode doeken uit de voorkamer in de boerderij in december 1826 te Eemnes-Buiten. Het is de bedoeling dat de leerlingen hun eigen rol in de zaak op school voorbereiden. Ter plekke spelen ze de rechtszaak, al improviserend met argumenten. De uitspraak van de rechter hangt af van de redeneerkracht van de leerlingen. Tijdens de voorbereiding op school bespreekt u met de leerlingen afzonderlijk de argumenten ‘voor en tegen’ die ze voor hun rol erbij verzonnen hebben. Ze mogen deze niet van elkaar weten. Naast de al eerder aangegeven rollen is het aan te raden om een of meer leerlingen in de rol van rechtbanktekenaar de verdachte te laten tekenen.
Achtergronden In juli 1810 werd het Koninkrijk Holland bij Frankrijk ingelijfd en werd de Franse rechterlijke organisatie ingevoerd. De huidige provincie Utrecht vormde samen met Noord-Holland het Departement van de Zuiderzee, met Amsterdam als hoofdplaats. Daar hield op gezette tijden het Hof van Assisen zitting. Tegenwoordig zouden we ‘het gerechtshof’ zeggen. Dit bleef na de verzelfstandiging van Nederland in 1813 gewoon bestaan en werd pas in 1838 omgevormd tot het huidige rechtsstelsel. De uitvoering van vonnissen vond plaats in Amsterdam, waar de galg stond opgesteld. Dat was niet meer op de Dam, want sinds koning Lodewijk Napoleon het stadhuis als paleis in gebruik had genomen, vonden de terechtstellingen bij de Waag op de Nieuwmarkt plaats. Daar vond dus de ter pronk stelling (met de strop om de hals vastgemaakt aan de galg), de geseling en het brandmerken plaats. Dit werd uitgevoerd door de beul, in het openbaar, zodat het voor iedereen duidelijk was dat misdaden zwaar werden gestraft.
21
Veroordeelden in het Rasphuis te Amsterdam
Een terechtstelling bij de Waag op de Nieuwmarkt te Amsterdam
Lit.: Maandblad Oud-Utrecht, augustus 2008, blz. 106-109
De diefstal in Eemnes In december 1826 vond er in Eemnes-Buiten in een boerderij als deze een diefstal plaats. In het gemeentearchief van Eemnes bevindt zich de volgende aantekening: Hof van Assisen, 14 mei 1827 Aanhouding en veroordeling van Jan Kuiper, varensgezel, en Jacobus Blom, wolkammer, wegens diefstal door meer dan 1 persoon gepleegd in december 1826 te Eemnes-Buiten. De misdadigers van de diefstal in Eemnes zaten in Utrecht gevangen, maar werden voor de rechtspraak naar Amsterdam vervoerd. Daar was ook de executie van het (zware) vonnis. Dat eis en vonnis zo zwaar waren kwam door het feit dat beiden recidivist waren en al eerder één of meer veroordelingen hadden gehad. Jan Kuiper bijvoorbeeld was in juli 1815 bij ‘herhaling van misdaad’ veroordeeld. Hij werd in juli 1826 uit het rasp- en tuchthuis ontslagen. Hij ging dus snel weer in de fout! Dit keer door diefstal te plegen in de stad Utrecht (drie inbraken) en in Eemnes.
De verdachten Jan Kuiper, varensgezel, en Jacobus Blom, wolkammer. Jacobus kwam Jan in een herberg in Laren tegen. Die had daar een nacht geslapen en vroeg aan hem of hij meeging naar Baarn en Soesdijk. Het is niet de eerste keer dat ze voor de rechter staan en ze vermoeden dat de straffen niet ‘mals’ zullen zijn! Ze bedenken redenen om hun straf te verzachten.
Getuigeverklaring
22
Mevrouw Roodhart: ‘Edelachtbare, ik wil u nog even vertellen hoe ze me beroofd hebben, terwijl ik zo goed van vertrouwen was! Ze kwamen aan mijn deur met de vraag of ik nog chocolade wilde kopen. Nou, edelachtbare, u mag gerust weten dat ik een snoeper ben! Ik bestelde dus een half pond chocola. Toen ik geld ging halen, liep de kleinste met mij mee. Die lange bleef in het voorhuis wachten. Daar had ik juist drie rode doeken opgevouwen, die ik gewassen en gestreken had. Ze lagen op een tafeltje. Ik betaalde de chocola en liet de twee mannen uit. Meteen eigenlijk, zag ik dat mijn doeken weg waren. Ik rende de mannen achterna en schreeuwde dat ze mijn doeken terug moesten geven. Anders zou ik de diender erbij halen. Toen lichtte die lange zijn hoed op en haalde er de doeken onder vandaan. “Bedoelt u deze soms, dame? Nou, die heb ik net voor twee schelling van een matteman (= stoelenmatter) gekocht.” Daarna is die er snel vandoor gegaan. Kijk, zo! En toen renden beide mannen hard weg. En ze waren nog zo brutaal om verderop weer gewoon te wandelen, alsof er niets gebeurd was! Ja, en edelachtbare, ik wil ook nog even de vraag toevoegen of ik mijn spullen weer terugkrijg!’
De officier van justitie De officier van justitie leest de aanklacht voor. Hij heeft het over misdaden, bepaald in de artikelen 56, 384 en 386 van het Wetboek van Strafrecht. De officier van justitie wil de samenleving verlossen van misdadigers als deze en eist een zware bestraffing.
Enkele vragen aan de verdachten Hoe kwamen jullie in Eemnes? Hadden jullie een rooftocht gepland?
Argumenten voor de verdediging Ze hebben een slechte jeugd gehad, armoede, honger en een vader die drinkt!
Andere getuigen die een goed woordje willen doen Mensen uit de herberg die ze gesproken hebben.
Getuigen-deskundigen De pastoor of een oude werkgever die een goed woordje wil doen.
Getuigen De mannen uit Utrecht, waar ook ingebroken is, vertellen hun verhaal. Dit kunnen de leerlingen zelf van tevoren op school verzinnen. Deze informatie moet wel gedeeld worden met degenen die de verdachten spelen, zodat zij zich hierop kunnen voorbereiden.
De bestraffing van toen Vertel deze informatie over de bestraffing pas aan het einde van het project. Jan Kuiper, varensgezel en koopman, en Jacobus Blom, wolkammer en wever, werden in die tijd vanwege diefstal door meer dan een persoon gepleegd in Utrecht en in Eemnes-Buiten zwaar gestraft, mede in verband met de herhaling van dit feit. De rechter kwam tot de volgende straffen: Eerstgenoemde persoon tot geseling en brandmerk op de rechterschouder met de letters TP op een schavot met de strop om de hals, aan de galg vastgemaakt, en tot 10 jaar vastzetting in een rasp- of tuchthuis. De tweede persoon tot ter pronk stelling voor ¼ uur op een schavot en 6 jaar vastzetting in een rasp- of tuchthuis. Bovendien zullen beiden de gestolen goederen moeten teruggeven of vergoeden. Dit vonnis zal worden aangeplakt in Utrecht en Eemnes.
Kaart van de te bezoeken locatie Het rollenspel vindt plaats in boerderij Stadswijk te Eemnes.
Boerderij Stadswijk Wakkerendijk 52 3755 DD Eemnes 23
Deelnemende rechter De rechter wordt gespeeld door Conny Wilhelmus. Conny Wilhelmus is een actrice/zangeres/songwriter. Zij heeft zich pas op latere leeftijd gericht op haar carrière. In 2000 is ze begonnen aan de vooropleiding bij de TRAP. (Men wordt hier opgeleid om toch, zij het wat later, het acteervak in te kunnen.) Op de TRAP heeft ze les gehad van onder anderen Ellen Röhrman, Ronald Beer, Feline van de Koolwijk, Arjen Hosper, Julien Antonetti en Josja Haman. Na een workshop scènestudie door niemand minder dan Dora van der Groen heeft ze auditie gedaan en is aangenomen bij de Nieuwe Theater Groep, een spelersbank voor theaterdocenten in opleiding aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. Ook volgden er nog masterclasses van Titus Muiselaar en Frederik de Groot. Inmiddels is zij te zien geweest in diverse commercials, gastrollen, films, de minimusical Paraat en Morgen weer een dag van Theatergroep Traject. Ook verleent ze haar medewerking als actrice en zangeres bij diverse evenementen. En werkt ze als Theaterdocent op diverse basisscholen.
Historische Kring Eemnes (afgekort HKE) Website: www.historischekringeemnes.nl e-mail:
[email protected]
Jan Out Jan Out was jarenlang werkzaam in het basisonderwijs in Eemnes. Hij is medeoprichter van de Historische Kring Eemnes. Hij heeft diverse publicaties op zijn naam, waaronder het boekje voor de jeugd Eemnes waar ik woon.
Doel van de vereniging Bevordering van de kennis van en de belangstelling voor de geschiedenis van Eemnes, met aansluitend gebied. Dit doel wordt in de eerste plaats verwezenlijkt door middel van: - een kwartaalblad met publicaties naar aanleiding van onderzoek of interviews met betrekking tot de historie van Eemnes; het wordt toegezonden aan de leden en enkele andere relaties; - de Oudheidkamer, als plaats voor het verstrekken en uitwisselen van informatie, afstemming van activiteiten en voor het bewaren van documenten, boeken en voorwerpen in verband met de historie van Eemnes. De activiteiten van de vereniging worden geheel uitgevoerd met de inzet van vrijwilligers.
Meer over de Oudheidkamer
24
De Oudheidkamer is voornamelijk een centrum voor documentatie en contacten met betrekking tot de geschiedenis van Eemnes. Het is ook een ruimte met wisselende tentoonstellingen over bepaalde aspecten van het dorp en de inwoners. Als u de Oudheidkamer op een zaterdagmiddag bezoekt, wordt u ontvangen door een gastvrouw of gastheer, die een deel van uw vragen meteen zal kunnen beantwoorden. Met hun hulp kunt u er ook neuzen in mappen en ander archiefmateriaal met feiten en verhalen die inmiddels zijn verzameld. Een deel van de resultaten van het onderzoek door de Historische Kring is er te koop in boekvorm. Voor meer specialistische onderwerpen moet dikwijls een beroep worden gedaan op een ander lid van de Historische Kring Eemnes, die dan meestal later de gewenste informatie aan u kan geven. Als u met een dergelijk speciaal doel naar de Oudheidkamer wilt gaan, raden wij u aan om uw bezoek van tevoren telefonisch of per e-mail af te stemmen via het secretariaat. Wij kunnen dan zorgen dat er zo veel mogelijk deskundigheid aanwezig is. Dit geldt ook voor bezoeken aan bijvoorbeeld onze werkgroepen. Helaas een beperking: wij lenen geen documenten en boeken uit. Wel kunnen op beperkte schaal kopieën worden gemaakt.