De lokale ouderenadviesraad van Oudenaarde zet sterk in op mobiliteit: de adviesraad richtte een aparte werkgroep op en schreef een reeks adviezen uit. Hun wondermiddel voor een constructieve werking? Investeren in het netwerk. Hoe is alles begonnen? De Oudenaardse seniorenraad heeft in 2012 een bevraging over eenzaamheid gedaan bij alle alleenstaande 80+‘ers in de plattelandsgemeenten. Voor Oudenaarde omvatte het leadergebied 6 deelgemeenten. Oudenaarde telt namelijk 13 deelgemeenten, waarvan de centrumgemeenten toch meer verstedelijkt zijn. De bedoeling was ervaringen uit te wisselen om nadien met de seniorenraad een project uit te werken voor deze doelgroep vanuit de bevindingen van de enquêteurs. Er werden van de 104 in aanmerking komende alleenstaanden 83 enquêtes afgenomen. De vragenlijst werd gecoördineerd vanuit de Stad (Petra De Smet) en omvatte 5 grote thema's, namelijk: 1. Personalia. - Samenstelling van de familie zoals ze nu is. 2. Familiaal en sociaal netwerk. - Vooral contacten met kinderen, kleinkinderen, andere familie, buren en kennissen. En de vraag naar eenzaamheid. 3. De kennis van hulp- en dienstverlening. - Vragen over de kennis van thuishulp, instellingen die hulp verlenen en vooral het dienstencentrum 'De vesting en het sociaal restaurant'. 4. Verenigingsleven. 5. Tijdsbesteding. - Zowel huishoudelijk - als vrijetijdsbesteding. De enquête was een initiatief vanuit het samenwerkingsprogramma eerstelijnsdiensten (SEL) Vlaamse Ardennen. Hier zijn enkele resultaten van de enquête : - De mensen in de buitengemeenten blijken meestal goed omringd door familie, vrienden, kennissen en buren. - Het gevoel van eenzaamheid is beperkter dan verwacht. - Men is vrij goed op de hoogte van de bestaande diensten en thuishulpdiensten in de stad. - Er is weinig interesse voor het lokaal dienstencentrum, waar dagelijks in de namiddag activiteiten georganiseerd worden voor senioren, maar dat richt zich niet hoofdzakelijk naar 80-plussers. - Maar het voornaamste probleem is: MOBILITEIT. Ongeveer 70 % van de ondervraagden haalden aan dat ze problemen hadden om zich nog ver te kunnen verplaatsen naar vrienden, familie of naar seniorenverenigingen. 1
Algemene conclusies volgens de seniorenraad Oudenaarde na de enquête: -
Gebrek aan mobiliteit is een voorname bron van vervreemding en vereenzaming. Het isoleert mensen en maakt ze sterk afhankelijk. In het perspectief van een verouderde samenleving krijgt het mobiliteitsvraagstuk een eigen uitzicht.
-
Het uitbreiden, toegankelijker en klantvriendelijker maken van het openbaar vervoer is voor alle generaties en voor iedereen een essentiële stap in de goede richting.
-
Daarnaast moet er, vooral in landelijke gebieden en voor mensen met bijzondere problemen, werk worden gemaakt van algemeen toegankelijk vervoer op oproep.
-
Voorts moet alles in het werk worden gesteld omdat alle weggebruikers zich veilig voor zichzelf en voor anderen op de weg te kunnen begeven.
-
Tevens moeten er bijzondere inspanningen worden gedaan opdat meer levensnoodzakelijke diensten naar de minder mobiele mensen toe zouden worden gebracht. In dit verband moeten onder meer de mogelijkheden van de nieuwe informatie- en communicatietechnologie optimaal kunnen worden benut.
Via de seniorenraad werd een oproep gedaan naar vrijwilligers die interesse hadden om mee te werken aan het samenstellen van een werkgroep. We hadden met een klein aantal mensen reeds informatie opgezocht op internet en die werden dan ook naar voor gebracht op de eerste vergadering van 24 januari 2013 waar 5 mensen aanwezig waren. De eerste vergadering was een kennismakingsvergadering. (24 januari 2013) Daar werden de problemen van de enquête en onze doelstellingen naar voor gebracht. Er werd een voorzitter aangeduid en iemand om steeds een verslag op te maken. Omdat er in de werkgroep iemand aanwezig was van de Vlaamse ouderenraad en tevens iemand van de PAO (provinciale adviesraad ouderen) hadden we op voorhand de documentatie van zowel de Vlaamse ouderenraad als van de provinciale raad in verband met mobiliteit goed doorgenomen en zoveel mogelijk aandachtspunten meegenomen naar de eerste vergadering. Het is misschien interessant om deze eens naar voor te brengen.
MOBILITEIT EN TOEGANKELIJKHEID
Mobiliteit staat meer dan ooit in de schijnwerpers. Goede mobiliteitsvoorzieningen zijn essentieel, ook voor ouderen, die daardoor meer kansen krijgen om zelfstandig te kunnen blijven deelnemen aan het maatschappelijk leven, wat een mogelijke garantie om niet geïsoleerd te raken inhoudt. 1. Het openbaar vervoer speelt een cruciale rol omdat vele ouderen hoofdzakelijk hierop aangewezen zijn. Daarom is het nodig dat we blijven ijveren voor een optimale organisatie van het openbaar vervoer zowel in de steden als op het platteland. 2
2. Zowel de landelijke als voorstedelijke gebieden dienen te beschikken over een goed netwerk van openbaar vervoer, waarbij een aangepaste frequentie een ‘must’ is! 3. Het bus-, trein- en tramvervoer dienen zo perfect mogelijk op mekaar afgestemd te zijn. 4. Het zou goed zijn om de uurregelingen af te stemmen op het vrijetijds- en cultureel leven, zodat ook in de daluren, ’s avonds en ’s nachts gebruik kan worden gemaakt van het openbaar vervoer. 5. Leeftijdsneutrale en betaalbare autoverzekeringen dienen gewaarborgd te blijven. Oudere leeftijd mag geen criterium zijn om al dan niet voertuigen te mogen besturen. De criteria moeten voor alle leeftijden gelden. 6. In het kader van de verkeersveiligheid is het belangrijk dat bestuurders een goede, humane en mensvriendelijke attitude aanleren. Opfrissen en aanleren van nieuwe verkeersregels kan een goed rijgedrag alleen maar ten goede komen, evenals defensief rijden, gebruik van de autogordel en enkel handenvrij gebruik van de GSM door de autobestuurder in de wagen. Toegankelijkheid 1. Tussen ouderen en buurtvoorzieningen (buurtwinkels, postkantoor enzovoort) bestaat een wederzijdse afhankelijkheid. Voor heel wat ouderen zijn deze nabije voorzieningen bepalend voor hun autonomie, hun onafhankelijkheid en hun sociale contacten. De federale overheid moet initiatieven nemen om de leefbaarheid en de toegankelijkheid van buurtvoorzieningen te vergroten. Zo kan er geïnvesteerd worden in een parkeerbeleid, in de bereikbaarheid van het openbaar vervoer, in de coördinatie bij wegenwerken … Dit geldt zowel voor stedelijke als landelijke gebieden. 2. Extra aandacht dient te gaan naar de toegankelijkheid en de bereikbaarheid van de stations en de treinen. Het op- en afstappen mag geen hinderpaal zijn voor oudere personen. De treinen dienen aangepast te worden aan de verschillende hoogtes van de perrons en de ruimte tussen het perron en de opstap van de trein. De bereikbaarheid en het verlaten van de perrons kan verbeterd worden door het veralgemenen van het gebruik van de lift en door dalende roltrappen te voorzien. 3. Omdat vele ouderen een visuele of auditieve beperking hebben, dienen alle mededelingen in stations en op het openbaar vervoer zowel auditief als visueel duidelijk gecommuniceerd te worden.
Probleemstelling. Via deze basistekst werden vanuit de werkgroep de problemen in Oudenaarde op papier gezet, namelijk: - Iedereen heeft recht op basismobiliteit of basisbereikbaarheid. - De belangrijkste domeinen waarrond onze seniorenraad acties kan opzetten zijn: de beschikbaarheid en de bereikbaarheid van het openbaar vervoer; de toegang en het comfort, zowel in de bus, tram en trein als aan haltes en stations; informatie en extra aandacht voor personen met mobiliteitsproblemen. - Het probleem van bereikbaarheid van het centrum van de stad voor mensen uit de plattelandsgemeenten . - De mobiliteit in het centrum van de stad om deel te kunnen nemen aan sociale activiteiten, winkelen, ziekenhuisbezoek, het dienstencentrum, familiebezoek enz. was beperkt door de huidige mobiliteitsmogelijkheden. 3
-
-
De afstand tussen station, bushaltes, markt, ziekenhuis en dienstencentrum is voor veel ouderen een probleem van bereikbaarheid. Deze afstand is ongeveer 3 km, maar moet meestal te voet gebeuren en ook de wachttijden op een belbus aan het dienstencentrum lopen momenteel tijdens de spitsmomenten op tot 2 uur, omdat de belbus voorrang geeft aan de studenten. De tekortkomingen aan het station van Oudenaarde wegwerken. Hoge in- en uitstap, slechte verlichting en onduidelijke communicatie. Ouderen uitnodigen om deel te nemen aan een mogelijk in te richten mobiliteitsdag, waarop alles over mobiliteit eens duidelijk wordt opgefrist.
Doelstellingen. Onze doelstellingen waren zeer kort. Doe iets aan de problemen en zoek naar voorstellen om advies te kunnen geven naar de stad toe. Besluit van de eerste vergadering : Iedereen van de werkgroep ging akkoord met de probleemstelling. Als opdracht voor de volgende vergadering werd gevraagd om mogelijke voorstellen naar voor te brengen om deze doelstellingen te helpen realiseren. We spraken onmiddellijk af om maandelijks samen te komen en ook om de groep uit te breiden. Dus we waren toch goed gestart. Onze tweede vergadering (7 februari 2013) begon met een verdubbeling van het aantal deelnemers aan de werkgroep. Er werd na de eerste vergadering contact opgenomen met een ambtenaar van de stad (seniorenbeleid), de mobiliteitsambtenaar, een ambtenaar van het dienstencentrum en de schepen van mobiliteit. We konden tevens drie mensen overtuigen van de plattelandsgemeenten om deel te nemen aan de werkgroep zodanig dat we ook medewerking hadden van mensen van buiten de centrumgemeenten. Via veel voorafgaand opzoekwerk (vooral internet) werden er onmiddellijk tal van suggesties gedaan die toch om verdere aandacht vroegen. Zo hadden we al op voorhand een lijst met mogelijke informatiebronnen doorgenomen, namelijk: - meermobiel - minder mobiel vervoer dat al bestaat in Oudenaarde. - de Lijn. - doe meer met verkeer. - andere steden (bv. Kortrijk in verband met taxiabonnement voor senioren) - het systeem van de gemeente Destelbergen. Het dienstencentrum beschikt over een eigen wagenpark (eigendom van het OCMW) van 8 wagens, waaronder 5 busjes met lift. Deze wagens worden bestuurd door 2 vaste chauffeurs en 15 vrijwilligers. Daarbovenop rijden nog eens 5 vrijwilligers met hun eigen wagen en zijn er 1,5 administratieve krachten in dienst om de vervoerdienst vlot te laten verlopen. Er wordt een kleine vergoeding gevraagd en de vrijwilligers worden ook bezoldigd aan 7 euro per uur, begrensd tot het wettelijk jaarlijks maximumbedrag. - Het OCMW in verband met hun eigen wagenpark die ten dienste kan staan voor senioren. bv. Shuttlebusdienst van het ziekenhuis die al bestaat verder uitbreiden.. - sociale kruidenier (al of niet mobiel) Al deze aangehaalde diensten zijn steeds onze belangrijkste netwerken geweest, die we constant raadpleegden indien nodig.
4
Tijdens de derde vergadering (7 maart 2013) bespraken we alle mogelijke informatie, er is dan ook besloten dat we moesten overgaan tot meer praktijkgericht werken. De vergadering was voor mij persoonlijk een kleine ontgoocheling omdat we niet veel opgeschoten waren. Agendapunten die meermaals op de agenda terugkeren zonder daadwerkelijk er iets aan te doen, zijn meestal een signaal dat er niet in de juiste richting gewerkt wordt. Op het einde van de vergadering kwamen we dan ook allemaal overeen dat we als doelstelling hadden dat we tegen het verlof reeds wat adviezen moesten hebben uitgewerkt. Dus, we hadden al ups en downs meegemaakt. Het bezinningsmoment en de evaluatie na de derde vergadering was het keerpunt in de werkgroep. We gingen vanaf dan veel efficiënter te werk.
Tussen de vergaderingen in werd zeer veel opzoekingswerk in de praktijk omgezet. - We gingen met vier mensen naar Destelbergen om te bespreken hoe hun systeem daadwerkelijk in elkaar steekt. - Er werden contacten gelegd met het taxibedrijf in Kortrijk, hoe daar alles georganiseerd was. - De Lijn die volgens velen niet bereikbaar was, beloofde om op de volgende werkvergadering aanwezig te zijn. - Er was contact opgenomen met de voorzitter van het OCMW om het gebruik van de shuttlebus toe te lichten en of het haalbaar zou zijn om een mogelijke uitbreiding van de route te kunnen uitwerken. De vierde vergadering (24 april 2013) begonnen we met een goed gevoel. De Lijn had een vertegenwoordiger gestuurd naar de werkgroep. Die persoon heeft ons in een tijdspanne van 40 minuten zeer veel uitgelegd over de werking van de Lijn en ons toch veel goede dingen bijgebracht. De Schepen van mobiliteit was ook aanwezig en de contacten met De Lijn in verband met de werking van de belbus werden druk besproken. We deden ook een voorstel naar De Lijn toe in verband met een beperkte uitbreiding van de vaste busdiensten. Onderzoek werd ons beloofd via politieke weg vanwege de Schepen die alles zou bespreken met de verantwoordelijke van De Lijn. De uitbreiding van de shuttledienst bleek moeilijk te zijn omdat dit vanuit het OCMW gefinancierd wordt, de uitbreidingskosten zouden door de stad moeten worden gedragen. Het systeem van Destelbergen leek ons niet haalbaar (te duur). Doch het taxiabonnement van de Stad Kortrijk werd positief onthaald. We kregen van de Schepen van mobiliteit een goede tip. De taxibedrijven die instappen in het project zouden ook verplicht zijn om met een shuttlebus in het centrum van Oudenaarde rond te rijden. Dit zou een vast uitgestippelde route zijn die alle belangrijke op- en afstapplaatsen van bus en trein zouden aandoen, alsook de langparkeerplaatsen met een maximum rondetijd van 15 min. Dit alles zou in een contract met de stad vastgelegd worden.
5
Tegen de volgende vergadering realiseerden we onze afspraken: -
De drie taxibedrijven in Oudenaarde werden bezocht en gepolst naar hun eventuele interesse. Hier waren we aangenaam verrast dat ze dit een enorm goed initiatief vonden. Twee van de drie wilden zelfs direct in dit project stappen.
-
We reden met drie mensen uit de werkgroep een paar trajecten die de Shuttlebus zou moeten rijden. Het lukte ons dan ook om een verantwoorde route te rijden met een duurtijd van 15 minuten.
-
Een kostprijssimulatie maakte duidelijk welk financieel voordeel iemand doet die zijn wagen vervangt door een taxiabonnement omwille van gezondheidsreden, ouderdom of welke reden ook.
-
We brachten een bezoek aan de Lijnwinkel die wekelijks op de marktdag aanwezig is. We kregen andermaal van de verantwoordelijke een paar goede ideeën mee die we zeker gingen bespreken op de volgende vergadering met de schepen van mobiliteit.
-
We kregen een uitnodiging van de Lijn voor een Stakeholdersforum in Brussel op 4 juni 2013. We zijn dan ook met twee mensen van de werkgroep naar de 'denk mee'-dag geweest. Het thema was 'Een nieuw verhaal voor De Lijn'. Daar hebben we toch zeer bruikbare informatie opgedaan in de verschillende workshops die daar plaatsvonden. Die dag zal mij vooral de enorme openheid van De Lijn bijblijven en één alinea wil ik zeker aanhalen die zelf seniorenraden moet stimuleren om aan het werk te gaan rond het thema mobiliteit.
De Lijn wil luisteren en opent een debat: wat verwacht Vlaanderen van De Lijn op korte en lange termijn? Welke goede zaken moet de organisatie versterken, welke vernieuwen? Nu de jaren van groei achter de rug liggen, dringen keuzes zich op. Een wervelende visie mee gedragen door de stakeholders moet een antwoord geven op de uitdagingen die ons te wachten staan. Op de vijfde bijeenkomst van onze werkgroep is er dan na het bespreken van het in tussentijd gedane werk, besloten om een paar adviezen uit te werken tegen de volgende vergadering van het dagelijks bestuur van de seniorenraad. Deze werden toen allemaal genoteerd en iemand zou ze op tekst uitwerken.
Uiteindelijk op 16 juli 2013 hebben we 4 adviezen op een ludieke manier (paard en kar) op de markt voor het stadhuis aan de voltallige gemeenteraad overhandigd. De seniorenraad diende vier adviezen in, kort samengevat namelijk: 1. De seniorenraad vraagt aan het stadsbestuur om de haalbaarheid van een bijkomende dienstverlening door taxivervoer en shuttlebus te bestuderen en zo mogelijk te realiseren. 2. De seniorenraad vraagt aan het stadsbestuur om samen met De Lijn een beperkte uitbreiding van de dienstverlening te onderzoeken. 3. De seniorenraad vraagt aan het stadsbestuur om in het najaar, in samenwerking met de seniorenraad, een mobiliteitsdag te organiseren en daarvoor de nodige budgetten vrij te maken. Dit is ondertussen gebeurd op 17/9. Dit was een zeer groot succes met een goede opkomst en met tal van onderwerpen die de senioren zeker wisten te waarderen. De Lijn, de politie, de NMBS enz. waren aanwezig. Dit alles werd gekoppeld aan enkele praktische oefeningen in verband met het verkeersreglement, de communicatie- en informatiemogelijkheden van De Lijn en de NMBS en enkele behendigheidsproeven met de fiets. 6
4. De seniorenraad vraagt aan het stadsbestuur om bij de NMBS aan te dringen opdat ten spoedigste acties zouden ondernomen worden om te verhelpen aan enkele tekortkomingen in het station van Oudenaarde.
Om de duurzaamheid van het project te verzekeren zijn we na het verlof (12 september) opnieuw verder gaan werken met de werkgroep mobiliteit. De bedoeling is dat we onze adviezen constant blijven opvolgen. In de nabije toekomst willen we nu verder gaan werken aan de problematiek van fietsvriendelijke gemeente voor senioren. Ondertussen is al contact genomen met de fietsersbond om de bestaande problemen gezamenlijk te bespreken. Samenvatting van de voorbije maanden : Mobiliteit beïnvloedt in sterke mate het functioneren van het sociale netwerk voor senioren. Uit ons vele onderzoekswerk naar de factoren die het verplaatsingsgedrag van ouderen beïnvloeden, stellen we vast dat naast mobiliteit, ook de gezondheid en het inkomen een belangrijke rol spelen. Omdat er daarnaast ook andere contextgebonden factoren meespelen, die te maken hebben met de woning en de woonomgeving (aangepaste woning, de leefomgeving, fysieke problemen enz.) heeft de werkgroep besloten om via het dagelijks bestuur van de seniorenraad een werkgroep op te richten met als naam 'zorgzaam wonen voor ouderen'. Ondertussen zijn we daar al aan begonnen.
Wat willen we nog meegeven? -
-
-
-
Doe zeker beroep op experts voor om het even welk onderwerp. Dit hebben we ondertussen vele malen kunnen ervaren omdat je anders zelf iets opnieuw opzoekt dat door anderen al is gebeurd. Dit vraagt veel energie en tijd en werkt soms demotiverend. Tracht zeker de ganse groep op sleeptouw te nemen. Er zijn altijd werkers in de groep, maar de anderen hebben ook hun inbreng en verdienste en de betrokkenheid is een taak van de voorzitter van de werkgroep. Maak na iedere vergadering een verslag op. Stuur dit door naar alle leden van de seniorenraad en de leden van de werkgroep en informeer zeker of er nog nieuwe aandachtspunten zijn. Maak uw project kenbaar naar buiten uit. Wij hebben de pers en regionale TV uitgenodigd bij de overhandiging van de adviezen. Zo kom je naar buiten als adviesraad.
Besluit. Het was zeker niet mijn bedoeling om hier vandaag te komen vertellen hoe jullie moeten werken, maar uitwisseling van methodes, middelen en mensen kan zeker aanleiding geven om ook binnen jullie seniorenwerking aan de slag te kunnen gaan om ons, de senioren een betere toekomst te helpen realiseren door regelmatig advies uit te brengen naar de gemeente- of stadsbesturen. Alvast dank voor jullie aandacht.
7