Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas NIjverheidsstraat 26-38 1040 Brussel Tel: 02/289.76.11 Fax 02/289.76.09
LEVERINGSVOORWAARDEN AARDGAS VOOR DE NIET IN AANMERKING KOMENDE KLANTEN Geactualiseerd overeenkomstig het ministerieel besluit van 13 mei 2004 (Belgisch Staatsblad van 9 juni 2004) en het koninklijk besluit van 10 augustus 2004 (Belgisch Staatsblad van 30 augustus 2004)
31 augustus 2004
INLEIDING Deze leveringsvoorwaarden vervangen het document C.C.(g) 2002/3 van mei 2002. Ze zijn van toepassing op de niet in aanmerking komende afnemers.
Onder niet in aanmerking komende afnemers wordt verstaan: alle klanten die niet in aanmerking komen.
Categorieën in aanmerking komende klanten (op 1 juni 2004): • In Vlaanderen komen alle klanten van de Openbare Distributie (OD) in aanmerking en deze leveringsvoorwaarden zijn dus niet toepasbaar in dit gewest. • In Wallonië komen in aanmerking :
1°
de eindafnemers die elektriciteit produceren ;
2°
de eindafnemers die zich bevoorraden bij een leverancier van aardgas uit
hernieuwbare bron voor het geleverde volume; 3°
de eindafnemers met een jaarverbruik groter dan 12 GWh gas per site.
Zullen in aanmerking komen vanaf 1 juli 2004 : • De eindafnemers met een jaarverbruik groter dan 0,12 GWh • De eindafnemers die uitdrukkelijk erom verzoeken : 12 GWh = 1.031.814 m³ aardgas met 11,63 kWh/m³ 0,12 GWh = 10.318 m³ aardgas met 11,63 kWh/m³ • In het Brussels Gewest zullen de klanten met een exclusief professioneel verbruik in aanmerking komen vanaf juli 2004.
Ondertussen moet men zich refereren op de federale wetgeving die bepaalt dat volgende klanten in aanmerking komen : - de elektriciteitsproducenten , - de ondernemingen die elektriciteit produceren via warmtekrachtkoppeling - de ondernemingen die elektriciteit voornamelijk voor hun eigen gebruik produceren voor de aankoop van aardgas bestemd voor de elektriciteitsproductie, ongeacht hun verbruiksniveau.
2/22
Alle eindafnemers die aangesloten zijn op een aardgasvervoersnet komen sinds 1 juli 2004 op het hele Belgische grondgebied eveneens in aanmerking.
Ter herinnering, er bestaan in België twee soorten aardgas, L-gas en H-gas. L-gas : gas met een nominaal calorisch vermogen bovenwaarde (CVB) van 9,7692 kWh/m³ en met schommelingen tussen 9,5278 kWh/Nm³ en 10,7461 kWh/Nm³. H-gas : gas met een nominaal calorisch vermogen bovenwaarde (CVB) van 11,63 kWh/m³ en met schommelingen tussen 9,6064 kWh/Nm³ en 12,7931 kWh/Nm³.
De huidige leveringsvoorwaarden houden rekening met het ministerieel besluit van 13 mei 2004 (Belgisch Staatsblad van 9 juni 2004) tot wijziging van het ministerieel besluit van 12 december 2001 (Belgisch Staatsblad van 15 december 2001) houdende vaststelling van de maximumprijzen voor de levering van aardgas en het ministerieel besluit van 23 december 2003 (Belgisch Staatsblad van 31 december 2003) houdende vaststelling van sociale maximumprijzen voor de levering van aardgas aan de beschermde residentiële klanten met een laag inkomen of in een kwetsbare situatie.
Ze houden eveneens rekening met het koninklijk besluit van 10 augustus 2004 (Belgisch Staatsblad van 30 augustus 2004) tot in aanmerking komen van eindafnemers die zijn aangesloten op een aardgasvervoersnet.
NB: De hiernavolgende tarieven zijn excl. BTW en houden geen rekening met de diverse belastingen en toeslagen die van toepassing zijn.
Aanvullende inlichtingen m.b.t. deze brochure kunnen worden bekomen bij de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, Nijverheidstraat 26-38, 1040 Brussel (Tel. 02-289.76.11 - Fax. 02-289.76.09 - E-mail :
[email protected]).
3/22
INHOUD
Blz.
I. Leveringen aan de industrie
5
II. Leveringen aan huishoudelijke en niet-huishoudelijke afnemers
9
II.A
Tarieven voor huishoudelijke aanwendingen
10
II.B
Tarieven voor niet-huishoudelijke aanwendingen
14
II.C
Tarieven voor openbare besturen vennoten
17
II.D
Facturatie
18
III. Prijsherzieningen
20
aaaa
4/22
I. LEVERINGEN AAN DE INDUSTRIE Deze voorwaarden worden, vanaf 1 januari 2001, toegepast op de vaste en besnoeibare leveringen van meer dan 9.305.556 kWh/jaar1 aan de niet in aanmerking komende klanten.
Voor de onderbreekbare leveringen bestaat er geen barema-aanpassing.
1. Tariefformule (waarden exclusief BTW)
- Vaste term
(1 - Rh) x 390,08 x RDZ-industrie x Sn x K
(EUR/maand)
Het vastrecht is verschuldigd gedurende de ganse looptijd van het contract, ongeacht de door de verbruiker opgenomen hoeveelheden.
- Proportionele term
1,02 (G - 5,47498) + (6,80557 + 0,53545 x RDZ-industrie x Cne) x P x K
(EUR/MWh)
Hierna volgt de definitie van de verschillende parameters van de formule :
Sn : som van de vaste SnF en besnoeibare SnE onderschrijvingen, uitgedrukt in MWh/u. Rh : factor van uurregelmaat, berekend op basis van het jaarverbruik van de afnemer gedurende het lopende kalenderjaar (Qa) en de som van de onderschrijvingen (Sn). Rh = Qa / (8760 x Sn) Deze factor kan gedurende de ganse looptijd van het contract worden herzien als de werkelijke uurregelmaat wezenlijk verschilt van de berekende uurregelmaat.
1
Vaste leveringen: leveringen die door de leverancier niet mogen onderbroken worden, behalve in de gevallen gestipuleerd in de algemene voorwaarden van het typecontract (hoofdzakelijk in geval van overmacht en in uitzonderlijke omstandigheden). Besnoeibare leveringen : leveringen van dezelfde aard als de vaste leveringen behalve dat ze tijdens de winterperiode van 15 november tot 15 maart op initiatief van de leverancier mogen verminderd of onderbroken worden. Het maximum aantal dagen per winterperiode, gedurende dewelke de levering mag verminderd of onderbroken worden, moet worden gepreciseerd in de bijzondere voorwaarden van het leveringscontract.
5/22
RDZ :
indexeringsparameter, beschreven in het hiernavolgende punt III.
G:
prijs aan de grens van alle gassoorten voor de maand m van het contractjaar n, gedefinieerd en berekend zoals aangegeven in het hiernavolgende punt III.
K : Deze factor, die voorkomt in de vaste term en een deel van de proportionele term, wordt voor de diverse maandelijkse afnameschijven als volgt bepaald:
- voor de 1ste schijf van 11.630 MWh
K = 1 (*)
- voor de 2de schijf van 11.630 MWh
K = 0,99 (*)
- voor de 3de schijf van 11.630 MWh
K = 0,98 (*)
- voor de 4de schijf van 11.630 MWh
K = 0,97
- voor de 5de schijf van 11.630 MWh
K = 0,96
- voor afnamen van meer dan 58.150 MWh
K = 0,95
Cne :
coëfficiënt van niet-besnoeiing; de waarde ervan ligt tussen 0 en 1 naargelang van de besnoeiingsgraad van de leveringen.
Cne = SnF /Sn P
:
aanpassingscoëfficiënt van de proportionele term van de prijs waarvan de waarde varieert volgens de aanwending van het gas.
a) THERMISCHE AANWENDINGEN
1. Voor leveringen bestemd voor "specifieke" toepassingen van het gas wordt voor de proportionele term van de prijs een coëfficiënt P = 1,1 toegepast. Deze leveringen kunnen niet worden vervangen door residuele fuels en gebeuren onder meer voor :
- droogtechnieken, thermische behandeling, affineren;
- directe verwarming van lokalen en reactoren;
- verbrandingsinstallaties, gasmotoren, gasturbines, generatoren, enz., met uitzondering van deze gebruikt in de kwaliteitswarmtekrachtkoppelingen bepaald in punt 3;
6/22
- stoomketels die, om welke reden ook, niet permanent kunnen of zouden kunnen werken op residuele fuel;
- iedere andere toepassing (smelten, opnieuw verhitten, koken enz.) die aan het hierboven vermeld criterium beantwoordt.
Voor een volledig besnoeibare levering wordt de waarde van P met 0,1 verkleind.
2. Voor de leveringen bestemd voor "niet-specifieke" toepassingen van het gas wordt coëfficiënt P = 0,9 toegepast op de proportionele term van de prijs. Deze leveringen kunnen gemakkelijk worden vervangen door residuele fuels. Voor vaste leveringen wordt coëfficiënt P met 0,1 verhoogd.
b) AANWENDING ALS GRONDSTOF
De leveringen van gas die als grondstof worden aangewend worden gefactureerd aan P = 1,0 bij vaste leveringen en gelijk aan 0,9 bij besnoeibare leveringen.
- Maandelijkse aansluitingsvergoeding
De maandelijkse aansluitingsvergoeding (R) wordt berekend volgens de formule : R = r x L x RDZ-industrie
(EUR)
voor L ≤ 300 m Hierin is :
r : maandelijkse basisvergoeding per lopende meter.
7/22
L :
Som van de onderschrijvingen
Maandelijkse
(Sn)
basisvergoeding
MWh/h
EUR/m
tot 14
0,2851
meer dan 14 tot 37
0,3099
meer dan 37 tot 65
0,3347
meer dan 65 tot 149
0,4958
meer dan 149 tot 261
0,6569
meer dan 261
0,8057
lengte (in meter) van de aansluitingsleiding tussen de niet geïndividualiseerde transportleiding van de Leverancier en de terreingrens van de verbruiker. Onder "niet-geïndividualiseerde" transportleiding dient men te verstaan een leiding voor het gastransport naar de Openbare Distributie en de Industrie.
RDZ-industrie : prijsherzieningsparameter, beschreven in punt III.
Voor een lengte (L) van meer dan 300 m wordt het bedrag van de vergoeding vastgesteld in een bijzondere overeenkomst tussen de leverancier en de verbruiker.
8/22
II. LEVERINGEN AAN DE HUISHOUDELIJKE EN NIETHUISHOUDELIJKE AFNEMERS VOORAFGAANDELIJKE BEMERKING De tariferingen voor de eindafnemers van de Distributie zijn vanaf 1 april 1979 ontdubbeld. Zodoende wordt in hun proportionele term de aankoopprijs van het ingevoerde gas aan de grens afgezonderd, zoals deze voorkomt in de verkoopformule van Distrigas voor de Openbare Distributie.
De parameters Iga en Igd waarvoor toen was gekozen, werden eind 1985 herzien. Daardoor werden vanaf juni 1986 nieuwe tariferingsformules goedgekeurd en toegepast. De hiernavolgende voorwaarden worden vanaf 1 januari 20042 toegepast op de leveringen aan de die niet in aanmerking komende huishoudelijke en niet huishoudelijke afnemers.
OPMERKINGEN - Vanaf 1 juni 1986 varieert de indexeringsformule Igd maandelijks zoals dit reeds voor Iga het geval was.
- Het tellen van de gasvolumes geschiedt in principe onder een druk van 25 millibar. Mocht dit niet het geval zijn, dan moet het gemeten volume op gepaste wijze gecorrigeerd worden.
- De bedragen die in de tarifering voorkomen (vastrechten, proportionele termen) zijn exclusief BTW. De BTW bedraagt momenteel 21 %.
- De vastrechten dekken het abonnementsgeld in alle tarieven, behalve in het tarief voor niet-huishoudelijk verbruik van meer dan 976.944 kWh/jaar (tarief NH3) en de tarieven voor statutaire vennoten.
2
De toepassing van deze tarieven vanaf 1 januari 2004 doet geen afbreuk aan de tarieven toegepast op jaarbasis en waarvan de jaarlijkse regularisatie plaats heeft in de loop van 2004 . Deze tarieven zullen een gedeelte omvatten dat gebaseerd is op het jaar 2003 (zie document C.C.(g) 2002/3 van mei 2002) en een ander gedeelte dat gebaseerd is op het jaar 2004.
9/22
- De distributie-ondernemingen moeten aan de afnemers het gunstigste tarief aanrekenen, rekening houdend met de toepassingsvoorwaarden ervan.
- De
facturatie
mag
gebeuren
op
basis
van
maandelijkse,
tweemaandelijkse,
driemaandelijkse of jaarlijkse meteraflezingen volgens de modaliteiten van het punt II. D (bladzijde 18).
II.A. TARIEVEN VOOR HUISHOUDELIJKE AANWENDINGEN
1. Tarief A
- Vastrecht
11,4497 x Igd (EUR/jaar)
- Proportionele term
1ste schijf van 4.298 kWh/jaar
2,130002 x Iga + 2,259625 x Igd (c/kWh)
2de schijf (saldo)
2,130002 x Iga + 1,607884 x Igd (c/kWh)
De wetgeving bepaalt niet expliciet het gebruik van dit tarief A. Dit vormt in feite het tarief dat van toepassing is als de klant niet kan aantonen dat hij de voorwaarden vervult voor het verkrijgen van een ander huishoudelijk tarief. In de praktijk wordt dit tarief van toepassing voor de afnemers die aardgas uitsluitend voor de keuken en/of warm water gebruiken.
2. Tarief B
- Vastrecht
67,35 x Igd (EUR/jaar)
- Proportionele term
2,130002 x Iga + 0,716047 x Igd (c/kWh)
Dit tarief is van toepassing voor de afnemers waarvan de veralgemeende verwarming van de lokalen op aardgas gebeurt, hoe groot het globale verbruik ook is. Iedere afnemer met een jaarverbruik van meer dan 19.444 kWh wordt met deze categorie gelijkgesteld en krijgt tarief B. Het geldt niet alleen voor eengezinswoningen, maar eveneens voor de bewoners van appartementsgebouwen die over een individuele installatie beschikken. 3. Tarief C
10/22
- Vastrecht
3,77 x Igd (EUR/maand/appartement)
- Proportionele term
2,130002 x Iga + 0,433758 x Igd (c/kWh)
Dit tarief wordt toegepast :
- voor
gebouwen
met
minstens
10
appartementen
en
met
een
collectieve
verwarmingsinstallatie;
- op het globaal verbruik van het gebouw (keuken, warm water, centrale verwarming) geregistreerd door één enkele gasmeter voor het ganse gebouw. Indien er evenwel in de appartementen geen aansluitingen bestaan voor het koken op gas of als de waterverwarmingsinstallatie niet op gas werkt, zal bij het tarief een correctieterm bijgevoegd worden voor onvoldoende regelmaat;
Men noteert eveneens het volgende:
- het tarief C mag toegekend worden aan een geheel van aaneengrenzende of alleenstaande woningen door ze te beschouwen als een gebouw met meerdere appartementen - op voorwaarde dat de verwarming verzekerd wordt door een collectieve installatie voor minstens 10 woningen - voor wat het collectief verbruik betreft (collectieve verwarming en eventueel warm water); het individueel verbruik (keuken, ...) wordt geregistreerd op een afzonderlijke meter per woning en wordt door de distributiedienst individueel volgens tarief A aangerekend; de correctie op het tarief C, alleen voorzien voor het geval van de verwarming, zal uiteraard niet toegepast worden;
- voor een gebouw met minder dan tien appartementen en met een collectieve verwarming zal het tarief B toegepast worden. Het verbruik "keuken" en/of "warm water" van de appartementen wordt dan opgetekend op een afzonderlijke meter en individueel aangerekend volgens het tarief A; - het vastrecht van 3,77 x Igd (EUR/maand) per appartement is ook verschuldigd voor de niet bewoonde appartementen van het gebouw dat tarief C heeft.
4. Sociale maximumprijzen
11/22
Algemene bepalingen (ministerieel besluit van 23 december 2003)
A. De verdeler past op aanvraag van de abonnee een specifiek sociaal tarief toe voor iedere eindafnemer die kan bewijzen dat hijzelf of iedere persoon die onder hetzelfde dak leeft, geniet van een beslissing tot toekenning van :
1. het leefloon toegekend door het OCMW van zijn gemeente krachtens de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie;
2. het gewaarborgd inkomen voor bejaarden, krachtens de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden en de inkomensgarantie voor ouderen (IGO) krachtens de wet van 22 maart 2001;
3. - een
tegemoetkoming
aan
gehandicapten
ingevolge
een
blijvende
arbeidsongeschiktheid of een invaliditeit van tenminste 65 %, krachtens de wet van 27 juni 1969 betreffende het toekennen van tegemoetkomingen aan gehandicapten;
- een inkomensvervangende tegemoetkoming aan gehandicapten, krachtens de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten;
- een integratietegemoetkoming aan gehandicapten behorend tot de categorieën II, III of IV, krachtens de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten;
4. een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, krachtens artikels 127 en volgende van de wet van 22 december 1989;
5. een tegemoetkoming voor hulp van derden krachtens de wet van 27 juni1969.
6. een financiële steun verstrekt door een OCMW aan een persoon die is ingeschreven in het vreemdelingenregister met een machtiging tot verblijf voor onbeperkte tijd en die omwille van zijn nationaliteit niet kan worden beschouwd als een gerechtigde op maatschappelijke integratie.
Het specifiek sociaal tarief is niet van toepassing op de verbruiken :
12/22
- van tweede verblijfplaatsen; - van gemeenschappelijke delen van appartementsgebouwen; - van professionele abonnees; - van tijdelijke abonnees.
4.1. Specifiek sociaal tarief A
- Proportionele term
- tot 556 kWh/jaar :
0
(c/kWh)
- boven 556 kWh/jaar : 2,130002 x Iga + 0,716047 x Igd - 0,04337 cEUR/kWh (c/kWh)
De wetgeving bepaalt niet expliciet het gebruik van dit tarief A. Dit kan in feite enkel toegewezen worden aan een beschermde eindafnemer als die klant niet de voorwaarden vervult voor het verkrijgen van een ander huishoudelijk tarief. In de praktijk wordt dit tarief van toepassing voor de afnemers die aardgas uitsluitend voor de keuken/en of warm water gebruiken.
4.2. Specifiek sociaal tarief B
- Proportionele term
2,130002 x Iga + {0,716047 + [(6735 - (4600/Igd)] * n/(12 x Q)}x Igd - 0,04337
(c/kWh)
waarbij Q staat voor het verbruik in kWh en n voor het aantal maanden sinds het vorige overzicht.
Dit tarief is van toepassing op beschermde eindafnemers waarvan de veralgemeende verwarming van de lokalen gebeurt door middel van aardgas. Het geldt niet alleen voor eengezinswoningen maar ook voor de bewoners van appartementsgebouwen die over een individuele installatie beschikken. Voor zover die voorwaarden vervuld worden, is het automatisch van toepassing op residentiële beschermde eindafnemers die genieten van een sociaal tarief elektriciteit .
4.3. Specifiek sociaal tarief C
13/22
- Vastrecht
3,77 x Igd – (26,2/12)
(EUR/maand/appt)
- Proportionele term
2,130002 x Iga + 0,433758 x Igd - 0,04337 (c/kWh)
Dit tarief is van toepassing op appartementsgebouwen waarvan de verwarming met aardgas plaatsvindt door middel van een collectieve installatie en waarvoor tarief C wordt toegepast, wanneer de woningen in huur zijn gegeven voor sociale doeleinden en zij beheerd worden door huisvestingsmaatschappijen.
II.B
TARIEVEN VOOR NIET-HUISHOUDELIJKE AANWENDINGEN
1. Tarief NH1 : Verbruik van 9.722 tot 146.389 kWh/jaar
- Vastrecht
142,22 x Igd (EUR/jaar)
- Proportionele term
2,130002 x Iga + 0,645448 x Igd
(c/kWh)
2. Tarief NH2 : Verbruik van 146.389 tot 976.944 kWh/jaar
- Vastrecht
364,95 x Igd (EUR/jaar)
- Proportionele term
2,130002 x Iga + 0,493291 x Igd
(c/kWh)
3. Tarief NH3 : Verbruik vanaf 976.944 kWh/jaar
- Vastrecht :
.
per jaar
1.257,61 x Igd (EUR/jaar)
.
voor maximum dagelijkse afname van het jaar ofwel
0,39061 x Igd
ofwel
39,061 x Igd/Uj
(EUR/kWh dag max.,jaar) (c/kWh)
met Uj uitgedrukt in dagen/jaar = jaarlijkse hoeveelheid in kWh/jaar gedeeld door kWh dag max.,jaar - Proportionele term
14/22
- 1ste schijf van 2.930.556 kWh/jaar 2,130002 x Iga + 0,100833 x Igd - 2de schijf (saldo)
(c/kWh)
2,130002 x Iga + 0,100833 x Igd - 0,07139 (c/kWh)
Het tarief NH3 heeft nog een abonnementsvergoeding die verschilt van voornoemde vastrechten. Deze abonnementsvergoeding werd als volgt vastgesteld in functie van het vermogen van de geïnstalleerde meter :
- vermogen kleiner dan of gelijk aan 350 m³/u
0,09 x capaciteit x Igd (EUR/maand)
- vermogen groter dan 350 m³/u
[31,51 + 0,0293 x (vermogen - 350 m³/u)] x Igd (EUR/maand)
Voor Igd = 1 vindt men de hiernavolgende bedragen :
Vermogen van de meter m³/u
Bedrag van het vastrecht EUR/maand
28 en minder
2,52
42
3,78
70
6,30
100
9,00
150
13,50
200
18,00
300
27,00
350
31,50
400
32,98
500
35,91
600
38,84
700
41,77
800
44,70
900
47,63
1.000
50,56
15/22
1.500
65,21
1.600
68,14
2.000
79,86
3.000
109,16
3.200
115,02
4. - Opmerkingen
- De huishoudelijke tarieven mogen toegepast worden voor andere verbruikers dan de eigenlijke huishoudelijke afnemers, voor zover deze verbruikers het gas voor dezelfde doeleinden en in gelijkaardige gebruiksomstandigheden aanwenden (bijvoorbeeld de kloostergemeenschappen,
de
pensionaten,
de
klinieken,
de
hospitalen,
de
familiepensions). In dat geval wordt het enige vastrecht van tarief C van 3,77 x Igd (EUR/maand) per appartement vervangen door een vastrecht van 3,77 x Igd (EUR/maand) per volledige schijf van 17 geïnstalleerde kW. Het spreekt vanzelf dat deze bepalingen slechts gelden voor zover de toepassing van de huishoudelijke tarieven voor de afnemer voordeliger uitvalt dan deze van de tarieven voor niet-huishoudelijke aanwendingen.
- Bij gemengd verbruik (huishoudelijk en niet-huishoudelijk) worden de huishoudelijke tarieven toegepast voor zover het verbruik voor unifamiliale huishoudelijke doeleinden overwegend blijft in het totaal verbruik van de afnemer.
II.C
TARIEVEN VOOR OPENBARE BESTUREN VENNOTEN
1. - Geïnstalleerd calorisch vermogen kleiner dan 174 kW of verbruik kleiner dan 244.167 kWh/jaar
Proportionele term .
1ste schijf (24.444 kWh/jaar)
2,130002 x Iga + 0,932388 x Igd (c/kWh)
.
2de schijf (saldo)
2,130002 x Iga + 0,476684 x Igd (c/kWh)
2. - Geïnstalleerd calorisch vermogen hoger dan 174 kW of verbruik van meer dan 244.167 kWh/jaar
Proportionele term
2,130002 x Iga + 0,33073 x Igd
(c/kWh)
16/22
3. - Abonnementsvergoeding
Boven het eigenlijke tarief wordt de hiernavolgende abonnementsvergoeding aangerekend:
- Verbruik kleiner dan of gelijk aan 244.167 kWh/jaar
11,4497 x Igd (EUR/jaar)
- Verbruik groter dan 244.167 kWh/jaar
Zelfde abonnementsvergoeding als voor het eerder vermelde tarief NH3.
4. - Bemerkingen
Het bedoelde verbruik is dat van alle gebouwen die de gemeenten bezitten of huren, waarin een gemeentelijke dienst is ondergebracht en waarvan het gasverbruik door de gemeente wordt ten laste genomen.
Mits akkoord van de betrokken intercommunale, kunnen gebouwen zoals deze van de OCMW en de kerkfabrieken gelijkgesteld worden met gemeentelijke gebouwen. Deze gelijkstelling kan worden beperkt tot de bedoelde gebouwen met een jaarverbruik kleiner dan 244.167 kWh/jaar of waarvan het geïnstalleerd vermogen minder bedraagt dan 174 kW.
De gemeentelijke diensten van industriële of commerciële aard mogen daarentegen, voor wat de tarieven betreft, niet als gemeentelijke gebouwen worden beschouwd.
De provincies die vennoot zijn van intercommunales en tussenkomen in de investeringen kunnen, op het grondgebied van deze intercommunales, dezelfde voordelen inzake tarieven bekomen als de gemeenten.
II.D
FACTURATIE
Voor het ter beschikking stellen en het leveren van gas worden definitieve maandelijkse, tweemaandelijkse, driemaandelijkse of jaarlijkse facturen opgesteld; in het laatste geval
17/22
worden tussentijdse forfaitaire bedragen gefactureerd of worden tussentijdse stortingen gevraagd.
In
geval
van
definitieve
jaarlijkse
facturatie
zijn
de
in
aanmerking
genomen
indexeringsparameters het gemiddelde van de parameters van de 12 maanden waarop de facturatie betrekking heeft: rekenkundig gemiddelde voor Igd, gewogen gemiddelde in functie van de "graaddagen 16,5 °C" voor Iga. Die maandelijkse graaddagen, berekend op basis van door het KMI voor Ukkel gepubliceerde dagelijkse gemiddelde temperaturen, laten toe zich een idee te vormen over de weersomstandigheden die tijdens de beschouwde maand hebben geheerst en geven dan ook een beeld van de relatieve belangrijkheid van het maandelijks verbruik (verwarming).
Bij de berekening van de bedragen der tussentijdse afrekeningen voor het volgende jaar, wordt rekening gehouden met de voorspelbare verbruiksvariaties op grond van de weersomstandigheden van het voorbije jaar (som van de maandelijkse graaddagen) in vergelijking met het daarop volgende jaar dat, wat de weersomstandigheden betreft, als gemiddelde wordt ondersteld (normaal jaar). Deze berekening bevat eveneens de prijsvariaties op basis van de vooruitzichten omtrent de waarden Iga en Igd voor de 12 komende maanden.
De facturaties slaan niet op het geleverde gasvolume maar op de geleverde energie die wordt uitgedrukt in kWh of MWh (1 MWh = 1.000 kWh). Om deze hoeveelheid door gasverstoking bekomen warmte te factureren vermenigvuldigt men het op de teller afgelezen verbruikte volume met de gemiddelde waarde van het calorisch vermogen bovenwaarde (zie inleiding) van het tijdens de facturatieperiode geleverde gas : deze waarde vindt men in de kolom "coëfficiënt" van de facturen van de verbruiker. Aldus zal een afnemer, die in een met L-gas bedeelde zone voor een zelfde aanwending meer kubieke meters gas verbruikt dan een afnemer die met H-gas wordt bevoorraad, voor dezelfde energie dezelfde prijs betalen als laatstgenoemde afnemer.
18/22
III. PRIJSHERZIENINGEN
De tarieven worden maandelijks geïndexeerd op basis van verscheidene parameters die de kostenevolutie weergeven.
1. PRIJS AAN DE GRENS "ALLE GASSEN" : G
Definitie
De parameter Gnm (of G) is de prijs aan de grens "alle gassen" voor de maand m van het jaar n.
Die komt overeen met het gewogen gemiddelde van de prijzen (in EUR/MWh) aan de grens van de ingevoerde hoeveelheden aardgas tijdens een bepaalde maand om de bevoorrading van de Belgische niet in aanmerking komende markt op lange termijn te garanderen .
2. PARAMETER RDZ-INDUSTRIE
Deze parameter weerspiegelt, in de tarifering voor de industrie, de evolutie van de kosten, behalve de kosten in verband met de aankoop van het gas. De formule is :
RDZ-industrie = 0,38 + 0,16 x S/So + 0,46 x Mx/Mxo Waarbij:
S =
rekenkundig gemiddelde, berekend over een periode3 van drie opeenvolgende maanden, van het referentiemaandloon in de private gas- en elektriciteitsnijverheid. Deze periode gaat de maand van de leveringen met één maand vooraf.
So =
3
basiswaarde van S, hetzij 1.535,48 EUR (waarde van december 1975).
Deze periode gaat de maand waarvoor RDZ-industrie berekend wordt met één maand vooraf .
19/22
rekenkundig gemiddelde, berekend over een periode4 van drie opeenvolgende
Mx =
maanden, van de twee waarden die enerzijds de kosten vertegenwoordigen van de niet energetische minerale producten en de afgeleide producten, producten uit de chemische industrie en chemische vezels en anderzijds de kosten van de metalen werken, de producten uit de mechanische, elektrische of precieze bouw en de vervoermateriaal (afdeling 2 en 3 van de index van de industriële productie, basis 1980 = 100). Mxo = Basiswaarde van Mx, hetzij 95,534 (waarde van december 1975 aangepast in januari 1989).
3. PARAMETER IGA (Indexcijfer gasaankoop)
Deze parameter, die de evolutie weergeeft van de aankoopprijs van het gas door de openbare Distributie, wordt bepaald door volgende formule sinds oktober 1998 :
Iga =
Gnm :
G nm + FD nm + δ nm G nmo + δ nmo
prijs aan de grens "alle gassen" voor de maand m van het jaar n, zoals gedefinieerd op bladzijde 15, maar uitgedrukt in c/kWh
FDnm :
vaste
kosten
eigen
aan
de
openbare
Distributie
verbonden
aan
onregelmatigheidskosten van aardgasinvoer voor de maand m van het jaar n, uitgedrukt in c/kWh Gnmo :1,884614 c/kWh δnm :
betreft de tussenkomst van de openbare Distributie in de lasten van de leveranciers, andere lasten dan de aankoopkost van het gas aan de grenzen, voor de maand m van het jaar n, hier uitgedrukt in c/kWh
δnmo :
0,236865 c/kWh
De Iga-waarde varieert maandelijks en wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
4
Deze periode gaat de maand waarvoor RDZ-industrie berekend wordt met één maand vooraf.
20/22
4. PARAMETER IGD (Indexcijfer gas distributie)
Deze parameter geeft de evolutie weer van de kosten van de distributie, andere kosten dan deze in verband met de aankoop van het gas, en wordt bepaald door de volgende formule :
Igd = 0,44 + 0,31 x
s =
nationaal
s Mx + 0,25 x so Mx o
rekenkundig
gemiddelde
berekend
over
een
periode5
van
drie
opeenvolgende maanden van de referentie-uurloonkost bij AGORIA, uitgedrukt in EUR/uur.
so =
7,25659 EUR
Mx =
rekenkundig gemiddelde berekend over een periode6 van drie opeenvolgende maanden, van de twee waarden die enerzijds de kosten vertegenwoordigen van de niet energetische minerale producten en de afgeleide producten, producten uit de chemische industrie en chemische vezels en anderzijds de kosten van de metalen werken, de producten uit de mechanische, elektrische of precieze bouw en de vervoermateriaal (afdeling 2 en 3 van de index van de industriële productie, basis 1980 = 100).
Mxo = 131,323 De Igd-waarde varieert maandelijks en wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
5. AFRONDINGEN 5
Deze periode gaat de maand waarvoor Igd berekend wordt met twee maanden vooraf.
21/22
De afrondingen gebeuren met
2 decimalen voor de vastrechten uitgedrukt in EUR per maand of per jaar, voor S en voor de totale bedragen op de facturen ;
3 decimalen voor Mx ;
4 decimalen voor Iga,
s Mx , , Igd en de CVB uitgedrukt in en kWh/m³ ; s o Mx o
5 decimalen voor s , G uitgedrukt in EUR/MWh en de eenheidsprijzen voor de tarieven voor huishoudelijke aanwendingen, voor niet-huishoudelijke aanwendingen en voor openbare besturen vennoten ; 6 decimalen voor Gnm uitgedrukt in c/kWh, FDnm, δnm en de eenheidsprijzen voor de leveringen aan de industrie.
Er wordt afgerond op de meest nabije waarde. In geval van gelijkheid wordt naar boven afgerond.
aaaa
6
Idem.
22/22