Wie komen er voor het RVP in aanmerking? Vanaf 1 januari 2015 wordt het RVP niet meer via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten geregeld, en is dus geen verstrekking meer in het kader van de AWBZ. Met ingang van 2015 is het RVP op tijdelijke basis opgenomen in de Wet publieke gezondheid (Wpg). Een definitieve regeling is voorzien voor 1 januari 2018. De vaccinaties zijn kosteloos voor kinderen tot 19 jaar. Deelname is vrijwillig.
A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl T 030 274 91 11 F 030 274 29 71
[email protected]
Deze notitie is een hulp in de praktijk van de jeugdgezondheidszorg bij twijfel over wie er voor vaccinatie volgens het RVP in aanmerking komen. Allereerst komen de juridische en medische kaders aan bod. Deze worden vertaald naar een indeling die voor de praktijk bruikbaar is: 1. Nederlandse kinderen in het buitenland 2. Jonge buitenlandse kinderen in Nederland 3. Buitenlandse kinderen vanaf 4 jaar in Nederland. I.
Juridische kaders
Voor de uitvoering van het RVP en voor de bepaling wie er voor in aanmerking komt, zijn de volgende kaders van belang: 1. Het Rijksvaccinatieprogramma in Nederland is vanaf 2015 geregeld in de Wpg (artikel 4a). Hierin is bepaald: - Onze Minister draagt zorg voor de vaccinaties, opgenomen in een bij ministeriële regeling vast te stellen vaccinatieprogramma waarin wordt aangegeven welke doelgroepen voor vaccinatie in aanmerking komen alsmede hoe de uitvoering van het programma plaatsvindt; Het vaccinatieprogramma zelf is vastgelegd in de Regeling vaststelling rijksvaccinatieprogramma en onderzoek bij pasgeborenen naar ernstige zeldzame ziekten. Hierin wordt duidelijk op welke leeftijd welke vaccins worden aangeboden. 2. Jaarlijks worden door het RIVM Richtlijnen en Uitvoeringsregels uitgegeven voor het RVP. Vaccinaties zijn alleen mogelijk binnen het omschreven programma en onder de gegeven voorwaarden (o.a. leeftijdsgrens tot 19 jaar). Afwijkingen van de Richtlijn (bijv. het vaccinatieschema) en de Versie: mei 2015
Pagina 1 van 5
Uitvoeringsregels vereisen de goedkeuring van de medisch adviseur van het RIVM. 3. Bij de uitvoering van het RVP gebruikt het RIVM voor het uitnodigen van de kinderen de Basisregistratie Personen (BRP, vroeger GBA), het verzekerdenbestand van de Regeling Ziektekosten Asielzoekers en de Protocollaire Basisadministratie (kinderen van diplomaten en medewerkers van internationale organisaties enz.) 4. Asielzoekerskinderen zijn rechtmatig verblijvende vreemdelingen en hebben een andere regeling: regeling ziektekosten voor asielzoekers (RZA) waardoor aanspraak op het RVP gedaan kan worden bij de RZA. Samenvattend komen de volgende kinderen in aanmerking: − Kinderen die ingeschreven staan in de BRP tot de leeftijd van 19 jaar; − Kinderen die ingeschreven staan in de Protocollaire Basisadministratie tot de leeftijd van 19 jaar; − Asielzoekers tot 19 jaar in de COA-opvang; − Overige kinderen waar het medisch belang vaccinatie noodzakelijk maakt. II.
Medische kaders
Naast de juridische kaders zijn er ook medische kaders. Deze overlappen grotendeels maar niet volledig. Daar waar sprake is van ‘medisch noodzakelijke zorg’ of ‘voorkoming van inbreuken op de volksgezondheid’ gaat het medisch belang altijd boven de juridische regels. In deze notitie wordt dit uitgewerkt voor veel voorkomende situaties. Als vaccinaties gegeven worden aan kinderen die geen oproepkaart hebben ontvangen maar volgens deze notitie wel in aanmerking komen voor het RVP, is vooraf geen toestemming van de medisch adviseur van het RIVM noodzakelijk. Wel dient de gegeven vaccinatie administratief verantwoord te worden (door middel van de zogenaamde blauwerandkaart of op vergelijkbare elektronische wijze). Het vaccin en de toediening worden dan door het RIVM/DVP vergoed. In alle twijfelgevallen geldt de regel dat kinderen die in Nederland wonen, deel kunnen nemen aan het Rijksvaccinatieprogramma.
Pagina 2 van 5
III.
Nederlandse kinderen in het buitenland
1. Kinderen woonachtig over de grens in Duitsland of België Deze kinderen zijn niet woonachtig in Nederland en staan niet ingeschreven in de BRP. Deze kinderen komen niet in aanmerking voor het RVP, ook niet als ze in Nederland naar school gaan. Voor deze kinderen gelden de vaccinatieprogramma’s van Duitsland of België. De vaccinatieprogramma’s in deze landen zijn op hetzelfde kwalitatieve niveau als dat in Nederland. 2. Kinderen van Nederlandse diplomaten en militairen in het buitenland De diplomaten met hun kinderen komen periodiek naar Nederland, bijvoorbeeld jaarlijks, en worden dan gezien door de arbodienst die Buitenlandse Zaken inhuurt. Deze kinderen krijgen geen uitnodiging voor het RVP, maar komen wel voor vaccinatie in aanmerking. Op contactmomenten, met de arbodienst, de GGD/ JGZ-instelling of het CB kunnen op initiatief van de ouders, hier in Nederland de achterstallige vaccinaties worden toegediend. RIVM-DVP (Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s) kan voor deze kinderen vaccin leveren aan Buitenlandse Zaken (aflevering in Nederland). Buitenlandse Zaken heeft de verplichting zorg te dragen voor adequate uitvoeringsomstandigheden (bijv. cold chain) en het DVP mogelijk te maken de toegediende vaccinaties te registreren in het landelijke registratiesysteem. Voor kinderen van Nederlandse militairen geldt een vergelijkbare regeling. 3. Kinderen van Nederlandse expats in het buitenland Een expat is een Nederlander die voor relatief lange tijd in een ander land verblijft. Meestal betreft het de uitzending van werknemers door bedrijven. De in het buitenland verblijvende kinderen van expats staan normaliter niet ingeschreven in het BRP (wel in het Register Niet-Ingeschrevenen) en komen niet in aanmerking voor het RVP. Zij zullen de vaccinatie van hun kinderen zelf moeten regelen, ter plaatse of in Nederland via huisarts of vaccinatiebureau.
Pagina 3 van 5
IV.
Jonge buitenlandse kinderen in Nederland
De volgende drie groepen kinderen komen altijd in aanmerking voor het RVP: 1. Kinderen van illegalen In 2000 heeft de toenmalige minister van VWS aan de Kamer meegedeeld dat kinderen van onrechtmatig verblijvende vreemdelingen toegang hebben tot het rijksvaccinatieprogramma in het kader van ‘medisch noodzakelijke zorg’. Problematisch blijft dat kinderen van onrechtmatig verblijvende vreemdelingen niet opgenomen worden in de BRP en dus geen uitnodiging zullen ontvangen voor vaccinaties van het RVP. 2. (Uitgezette) Kinderen in detentiecentra Kinderen die in een justitiële inrichting verblijven (bijv. vreemdelingenbewaring of detentiecentra) worden gevaccineerd. Het feit dat deze kinderen waarschijnlijk binnenkort worden uitgezet, geeft zorginhoudelijk geen aanleiding tot een afwijkend beleid. Er kunnen bij deze kinderen praktische redenen zijn (bijvoorbeeld bewaking) om hen op een andere locatie te laten vaccineren. RIVM-DVP zorgt dat er RVP-vaccin beschikbaar is voor de vaccinatie. Dit kan door rechtstreeks vaccin te leveren aan de instelling of door de GGD van het betreffende werkgebied de vaccinaties te laten verzorgen binnen het detentiecentrum. 3. Adoptiekinderen Voor deze kinderen gelden dezelfde inhaalschema’s als voor ‘vestigers’ (zie Uitvoeringsregels RVP). Deze kinderen kunnen dus worden gevaccineerd. Bij de volgende groep kinderen moet een afweging gemaakt worden: 4. Kinderen, niet formeel woonachtig of geregistreerd in Nederland, die langere tijd in Nederland verblijven. Officieel hebben deze kinderen geen recht op vaccinaties conform het RVP, en dienen zij deze vaccinaties te ‘halen’ in het land van herkomst. Als deze situatie echter langere tijd gaat duren, komt het uitgangspunt van het niet-geven van vaccinaties in deze gevallen op gespannen voet te staan met het ‘medisch belang’. Dit medisch belang is ‘zoveel mogelijk kinderen in Nederland beschermd worden tegen een aantal ernstige infectieziekten’. Niet alleen is vaccinatie voor het Pagina 4 van 5
individu van groot belang, maar ook een hoge vaccinatiegraad is van belang voor het bereiken van de gewenste groepsimmuniteit. Dit geldt vooral voor de basisimmuniteit DKTP-Hib-HepB, Pneu, BMR en MenC. Dit betekent dat aan kinderen die langer dan 1 maand in Nederland verblijven, en die nog niet basisimmuun zijn, vaccinatie volgens het (inhaal)schema van het RVP kan worden aangeboden. Dit geldt ongeacht de reden of rechtmatigheid van het verblijf. Registratie moet plaatsvinden met een blauwerandkaart; het vaccin en de toediening worden dan vergoed. De termijn van 1 maand is willekeurig. Het gaat om het gegeven dat een kind niet in staat is om tijdig de vaccinatie te halen in het land van herkomst. Een bijzondere groep hierbinnen zijn de (premature) zuigelingen in Nederlands ziekenhuizen afkomstig uit het buitenland (meestal België of Duitsland). Deze kinderen kunnen vanwege neonatale problematiek soms langdurig zijn opgenomen in een Nederlands ziekenhuis in de grensstreek. In die periode kunnen zij de leeftijd hebben waarop zij normaliter worden gevaccineerd. Gezien het medisch belang wordt gevaccineerd met vaccins die door RIVM-DVP zijn geleverd aan deze ziekenhuizen. Ook voor deze kinderen dient een blauwerandkaart ingevuld te worden. In alle twijfelgevallen geldt de regel dat kinderen die in Nederland wonen, deel kunnen nemen aan het Rijksvaccinatieprogramma. V.
Buitenlandse kinderen in Nederland van 4 jaar en ouder
Als kinderen eenmaal basisimmuun zijn, is tijdigheid van de volgende vaccinaties minder urgent. Basisimmuun betekent dat ze de eerste revaccinatie voor DKTP-Hib-HepB en Pneu hebben ontvangen en de eerste vaccinatie tegen BMR en MenC. Voor de vaccinatie van 4-jarigen (DKTP), 9-jarigen (DTP en BMR) en 12/13-jarigen (HPV) zal altijd een individuele afweging gemaakt moeten worden. In veel gevallen zal het mogelijk zijn de vaccinatie te halen in het land van herkomst, tenzij het kind langere tijd in Nederland verblijft. In alle twijfelgevallen geldt de regel dat kinderen die in Nederland wonen, deel kunnen nemen aan het Rijksvaccinatieprogramma.
Pagina 5 van 5