In samenwerkingen met
datac e nte rwo r ks | m e i 2 0 1 0
netwerken
“Er komen vijf smaken cloud” gebouwtechniek
NPR 5313 heeft voorganger uit 1976 praktijk
Proserve slaat eerste paal dataplace
en verder v mforce maakt applicaties cloudonafhankelijk | tips energiebesparing bij ondertekening mja maatschappelijk verantwoord ondernemen door datacenters | bewezen uit schept ruimte op de datavloer
Groen in denken en doen.
Rittal Precisie-airconditioner Goed voor klimaat en portemonnee: met een Rittal Precisie-airconditioner haalt u de krachtigste, de stilste én de zuinigste airco in zijn soort in huis. U bespaart honderden euro’s per jaar op uw energiekosten. Hoe dat kan? Rittal plaatst de ventilatoren in de verhoogde vloer waardoor er minder luchtweerstand ontstaat en de behuizing ruimte biedt aan een grotere warmtewisselaar. Het resultaat: een groter koelvermogen én een lager energieverbruik.
Rittal Precisie-airconditioner: - Laagste energieverbruik in de markt - Leverbaar zowel in koudwater (CW) als directe expansie (DX) - Altijd exact het juiste koelvermogen - Energiezuinige EC-ventilatortechnologie - Multiple compressortechnologie (DX)
Rittal - Het Systeem
Rittal bv - Postbus 246 - 6900 AE Zevenaar - Tel. (0316) 59 16 40 - www.rimatrix5.nl
i n d it n um m e r
datac e nte rwo r ks
In dit nummer
Op de fiets
netwerken 04 “er komen vijf smaken cloud” 14 vmforce maakt applicaties
cloudonafhankelijk
energievoorziening 08 tips energiebesparing bij
ondertekening mja
gebouwtechniek 11 npr 5313 heeft voorganger uit 1976 management 18 bewezen uit schept ruimte op
De rush naar de cloud moet ook de aanbieders van commerciële datacenterdiensten zakelijke kansen bieden, zo zou je haast wel denken. Die IT-wolk moet toch ergens fysiek de grond raken? Toch zijn het vooralsnog de grote spelers als Amazon, Microsoft en Google die garen spinnen bij het fenomeen cloud computing. “Google en Microsoft investeren jaarlijks 2,6 miljard dollar in rekencentra. Daar kunnen en willen wij niet tegenop”, stelt Harold Nelissen van Getronics verderop in dit blad. “Daarvoor hebben systeemintegrators de middelen niet.” In dit opzicht is het niet verrassend dat het momenteel juist de commerciële datacenteraanbieders zijn die de cloudhype proberen te temperen. Niet alle applicaties zijn geschikt voor de cloud en de cloud is ook niet altijd de beste oplossing, zo wordt terecht aangedragen. In de praktijk gaan bedrijven verschillende vormen van hosting door elkaar gebruiken. Of om in de woorden van Nelissen te blijven: “Soms heb je een taxi nodig, maar soms volstaat het ook om op de fiets te gaan. Dat hangt allemaal af van het belang van de informatie en de wet- en regelgeving die daarmee samenhangen.” In de visie van Getronics ontstaan er vijf soorten clouds die door elkaar worden gebruikt en vooral variëren in de mate van beveiliging. De flexibiliteit om applicaties makkelijk te verplaatsen zal dan ook belangrijker worden. In dat opzicht kwamen VMware en Salesforce. com eind april met een belangrijke aankondiging genaamd VMforce.Volgens de twee bedenkers gaat het om ’s werelds eerste Enterprise Java-cloud. Ontwikkelaars krijgen hiermee de keuze hun Java-applicaties op VMforce te draaien – óf elders, hetzij in publieke hetzij in private clouds. “Een cloud lock-in zou hierbij dus niet aan de orde zijn”, concludeert DatacenterWorks-medewerker Paul Matthijsse. Welkom in Cloud 2.0! Ferry Waterkamp
[email protected]
de datavloer
ondernemen door datacenters
20 maatschappelijk verantwoord 32
beheer serverruimte in specialistische handen
praktijk 25 proserve slaat eerste paal dataplace koeling 28 cop=120, hybride droge koeling
37
maakt het mogelijk
de persgroep implementeert waterkoelingoplossing
en verder 39 it room infra 41 productnieuws 45 bicsi 46 column advertentie Download APC White Paper 4 “Essentiële vereisten voor de elektriciteitsvoorziening voor next generation datacenters” en maak kans om een Samsung Home Theatre te winnen! Kijk op onze website op www.apc.com/promo en gebruik toegangscode 74421t Tel 0800 020 3244 • Fax 0347 325225 ©2010 Schneider Electric, Alle rechten voorbehouden. Schneider Electric en APC zijn eigendom van Schneider Electric of hun dochtermaatschappijen in de Verenigde Staten en andere landen. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaren. 998-2601 APC Benelux - Postbus 219 - 4130 EE Vianen - Nederland
|3 Datacenterworks_NL_74421t.indd 1
2010-05-11 16:20:59
Netwerken
Het kan niet altijd de cloud zijn
Er komen vijf smaken cloud Teus Molenaar is freelance journalist
organisaties beschikken over talrijke soorten informatie. niet alles is geschikt om ergens in de cloud te zijn of te worden opgeslagen. daarom komen er volgens harold nelissen van getronics vijf lagen van deze vorm van it. want je hebt niet altijd een taxi nodig om van a naar b te komen, soms volstaat de bus die stukken voordeliger is.
De eerste afspraak met Harold Nelissen, manager portfolio development bij Getronics Datacenters, kon niet doorgaan, omdat uw verslaggever ‘opgesloten’ zat in Lissabon. Hij bezocht er de gebruikersconferentie van Outsystems, maar kon niet op de geplande tijd terugvliegen vanwege een vulkaanuitbarsting. Een busreis van dertig uur bracht hem weer in Nederland.Veel sneller dan het eerstvolgende vliegtuig dat had kunnen doen, maar toch later dan gepland. Bij de tweede afspraak vertelt Nelissen over een analist van Gartner die ongeveer op hetzelfde tijdstip in Athene vastzat. Meerdere taxi’s brachten hem ten slotte naar Londen. De prijskaartjes verschillen nogal. Het belang dat aan een snelle repatriëring werd gehecht eveneens. Ook was er geen bus beschikbaar die de reis van Griekenland naar Engeland wilde of kon maken. Van zijn oudste dochter hoorde uw verslaggever (toen hij nog in Lissabon zat) dat een popster voor vierduizend euro 4|
een taxi huurde om op tijd aanwezig te zijn voor een afgesproken optreden. De moraal van dit verhaal: afhankelijk van de dringende behoefte, de inhoud van de portemonnee en de beschikbaarheid van soorten vervoer is een keuze gemaakt om op een bepaalde manier ergens te komen. “Zo is het ook met cloud computing”, vertelt Nelissen. “Soms heb je een taxi nodig, maar soms volstaat het ook om op de fiets te gaan. Dat hangt allemaal af van het belang van de informatie en de wet- en regelgeving die daarmee samenhangen.”
vintage
Nelissen vertelt over de verschuivingen die Getronics op dit moment waarneemt. Zoals de verschuiving van op locatie, via het rekencentrum naar wellicht de cloud. Een andere verschuiving is die van maatwerkap-
datac e nte rwo r ks
Van sommige data wil je niet dat die het eigen rekencentrum verlaten, voor andere maakt het niet uit.
|5
Netwerken
Harold Nelissen, manager portfolio development bij Getronics Nederland.
“Er wordt wel eens geroepen dat alles naar de cloud gaat. Daar geloof ik niks van.” plicaties naar gestandaardiseerde toepassingen. Ook het punt van integratie (van applicaties, van middelen, van data) is aan het verschuiven. Voorheen gebeurde dat louter op de fysieke werkplek; nu gaat dat naar plekken die fysiek buiten de eigen organisatie liggen. “Er wordt wel eens geroepen dat alles naar de cloud gaat. Daar geloof ik niks van”, zegt hij. “Want er zijn geen green-fieldsituaties. Elke organisatie heeft al een infrastructuur, heeft al een plek waar haar data staan, heeft al applicaties die de kerngegevens van de onderneming bewerken en herbergen. Vaak wordt dat legacy genoemd – met een beetje negatieve lading – maar ik noem dat liever ‘vintage’: mooi ouderwets, zoals de term in de modebranche wordt gebruikt. Het is oud, maar het heeft nog steeds – of weer – een grote waarde voor de gebruiker.” Vintage gooit niemand weg. “In die zin”, benadrukt Nelissen, “is de cloud geen ‘hot spot’ die alles naar zich toe trekt en bestaande omgevingen verweesd achterlaat.” Hij wil dat met een voorbeeld duidelijk maken. “Tegenwoordig is een CEO hoofdelijk aansprakelijk voor het reilen en zeilen van de organisatie. Hij moet dus weten waar bedrijfskritische informatie staat. Dat weet hij niet op het moment dat zijn personeel de eigen applicaties ergens in de cloud gaat gebruiken, zonder dat de IT-afdeling dit heeft goedgekeurd. Maar internet helemaal afsluiten, is ook onmogelijk. Want dan weet je zeker dat je geen getalenteerd nieuw personeel binnenhaalt. Een duivels dilemma.”
extra stovepipe
De enige optie voor de CEO is dus te leveren waarom de eindgebruikers – zijn medewerkers – vragen. Maar dat kan niet altijd de cloud zijn. “Wij hebben berekend dat wanneer je altijd gebruikmaakt van bijvoorbeeld een serveromgeving in de publieke clouds, je een factor drie tot vier keer duurder uit bent dan wanneer je de boel bij ons zou draaien. Ik geef toe: soms kan het nodig zijn uit te wijken naar Amazon of welke andere aanbieder van de publieke cloud dan ook. Maar je moet dat wel steeds afwegen. Je hebt niet altijd een taxi nodig om je te verplaatsen. In de financiële sector is het duidelijk: de wet verbiedt vaak dat bedrijfsgegevens in het buitenland worden opgeslagen. Ook voor de overheid is het helder: die wil niet dat documenten of e-mails in Amerika staan om spionage te voorkomen”, legt Nelissen uit. Hij vertelt dat tal van organisaties bedrijfkritische applicaties op een mainframe hebben draaien. “Maar daarvan wil je geen eiland maken. Je wilt maatwerk bijvoorbeeld kunnen koppelen aan gmail. Daar staat bijvoorbeeld informatie in die zou moeten worden gekoppeld aan een 6|
klantrelatiesysteem of aan een verkoopsysteem. In die zin is de cloud alleen maar een stovepipe extra in de computerinfrastructuur. Hij komt niet in plaats van, maar voegt een dimensie eraan toe. Waar je denkt eenvoudiger uit te zijn, kom je uit op een structuur die complexer is.”
afrekenmodel
Hij geeft aan dat Getronics nu al verschillende vormen van hosting biedt, waarbij de systeemintegrator zorgt voor beschikbaarheid, beveiliging en dergelijke van de applicaties en data. “IT moet haar belofte aan de business waarmaken”, vindt Nelissen. Met een flexibele inzet van informatietechnologie is dat mogelijk. Ook het afrekenmodel volgt zoveel mogelijk de termen waarmee de klant werkt. “Bij een waterleidingbedrijf rekenen we af naar het aantal aansluitingen dat de onderneming heeft; niet naar het aantal softwarelicenties dat de onderneming in gebruik heeft. Die gegevens over de aansluitingen zijn het kapitaal van dat bedrijf. De applicatie draait veilig op een hostingplatform in een Nederlands rekencentrum. Toch kan ik me voorstellen dat een groep medewerkers Salesforce.com wil gebruiken. Je kunt tegenwoordig bij deze leverancier vrij eenvoudig een compleet ERP-pakket bij elkaar klikken. Weliswaar standaard, maar als je nagaat hoeveel goedkoper die oplossing is dan een standaardpakketoplossing, dan is de neiging groot bepaalde beperkingen voor lief te nemen.” Er zijn ook momenten dat een organisatie een beroep kan doen op het serverpark van Amazon, Google, Microsoft of Terremark. Stel dat een marketingcampagne gaat draaien. Dan is tijdelijk een forse uitbreiding van de rekencapaciteit nodig. Die huur je dan in bij een van die grote cloudaanbieders. “Dat is wel duur, maar uiteindelijk veel goedkoper dan zelf het eigen rekencentrum inrichten volgens die piekbelasting, die maar heel even wordt gebruikt.” Hij haalt ook het vermaarde voorbeeld aan van Animoto, de site waar je foto’s automatisch in filmpjes kunt opnemen en die de wereld tonen, én de aanbieder van Facebook, dat in drie dagen van 25.000 naar 250.000 gebruikers ging en van 50 naar 4.500 servers. Dat kon alleen door de rekencapaciteit van Amazon in te schakelen. Meer informatie over dit onderwerp is te vinden op http://blog.rightscale.com/2008/04/23/animoto-facebook-scale-up. Waarom Getronics niet zelf een publieke cloudoplossing aanbiedt binnen de Nederlandse grenzen? “Daarvoor hebben systeemintegrators de middelen niet. Google en Microsoft investeren jaarlijks 2,6 miljard dollar in rekencentra. Daar kunnen en willen wij niet tegenop”, stelt Nelissen.
datac e nte rwo r ks
meerdere clouds
Hij ziet de situatie ontstaan dat organisaties goed moeten nadenken over de waarde van hun applicaties en hun informatie. Daar kunnen systeemintegrators een belangrijke rol spelen, meent Nelissen. “Zij hakken immers al jaren met dat bijltje. Het gaat erom dat je in staat bent de publieke cloud op zo’n manier te integreren binnen het IT-landschap dat die zo goed mogelijk aansluit op de bedrijfsvoering.” Het paraplubegrip ‘cloud’ krijgt steeds meer invulling. “Tegenwoordig is de cloud vooral op consumenten gericht, maar je ziet dat er nu ook een aanbod komt voor het bedrijfsleven. Daarbij zullen er heel veel kleine clouds, verspreid over de continenten, komen, zoals Forrester voorziet.” Nelissen verwacht dat er vijf smaken cloud komen. Allereerst de publieke cloud met minder aandacht voor beveiliging. Deze cloud is vooral geschikt voor consumenten. Hieronder vallen bijvoorbeeld Amazon en Picasa (de fotobewerkingsdienst van Google). Op de tweede laag staat de shared cloud van Microsoft en Google. Hier is vaak sprake van voorspelbare rekenbehoefte, bijvoorbeeld voor de salarisadministratie aan het eind van elke maand. De applicaties zijn beschikbaar en dit platform wordt gedeeld met andere gebruikers. De derde laag wordt gevormd door het aanbod van de wereldwijd opererende sys
teemintegrators als IBM en HP. Zij bieden specifiek voor het bedrijfsleven een cloudoplossing. Op de vierde laag zit de private cloud. Dit platform is uiterst streng beveiligd en wordt onder meer gebruikt om bedrijfskritische applicaties te ontwikkelen, te testen en te verbeteren. Het is beschikbaar (en naar behoefte op te schalen of naar beneden bij te stellen) voor verschillende bedrijfsonderdelen. Ten slotte de dedicated cloud: een streng beveiligde omgeving waar data niet bereikbaar mogen zijn voor andere ondernemingen.
derde kwartaal
De keuze voor een specifieke laag van de cloud hangt samen met de waarde van de informatie. Daar moet elke onderneming een besluit over nemen.Van sommige data wil je niet dat die het eigen rekencentrum verlaten, van andere data maakt het niet veel uit waar die staan. En daar zit nog een hele grijsschakering tussen. “De moeilijkheid is al die platformen aan elkaar te koppelen zonder dat de eindgebruikers daar iets van merken.Wij hebben de contacten met de cloudleveranciers om dat mogelijk te maken. De organisatie heeft alleen met ons te maken. We hebben de oplossingen al uitvoerig getest en we zijn klaar om dit in het derde kwartaal van dit jaar op de markt te zetten”, zegt Nelissen.
advertentie
All IT Rooms is een computerruimte System Integrator. Wij ontwerpen en bouwen nieuwe computerruimtes maar ook de herinrichting, verbouwing of verhuizing van uw huidige computerruimte is bij ons in goede handen. Onze dienstverlening op een rij: Consultancy Ontwerp Project management Realisatie Service
www.allitrooms.com Lange Kleiweg 50B ● 2288 GK Rijswijk ● Tel 070 31 98 999 ●
[email protected]
E n e rg i evo o rz i e n i n g
Servers zijn ongevoelig voor vocht
Teus Molenaar is freelance journalist
Tips energiebesparing bij ondertekening MJA zet bevochtigingsmachines uit in het rekencentrum. servers zijn namelijk ongevoelig voor vocht; alleen engineers krijgen droge ogen en lippen. deze tip kregen belangstellenden mee bij de ondertekening van de meerjarenafspraak energie efficiëntie (mja) door negen nieuwe toetreders. volgens dirk harryvan van mansystems valt nog een wereld te winnen bij het nuttiger inzetten van apparatuur in een datacentrum. Bert de Vries, plaatsvervangend directeur-generaal Energie en Telecom van het ministerie van Economische Zaken, zei blij te zijn met het systeem van convenanten waarbij overheid en een groep bedrijven afspraken maken. In dit geval over terugdringing van het energiegebruik met 30 % in 2020 ten opzichte van 2005. Dat komt neer op een jaarlijkse energie-efficiëntieverbetering van 2 %. Sceptici van dit sturingsinstrument wees hij erop dat de ervaring heeft
negen nieuwe
Aan de MJA doen nu 32 bedrijven mee en daarmee is ongeveer 75 % van de markt ‘binnen’. De onlangs nieuw toegetreden ondernemingen zijn BT, Centric, Colt Technology Services, Datacenter Fryslân, Equinix Netherlands, Imtech ICT, Intel, InterXion Netherlands en R-IXS (Rotterdam Internet eXchange).
8|
geleerd dat bedrijven zich echt geroepen voelen de afspraken na te komen. “Het gaat hier wel om vrijwillige, maar zeker geen vrijblijvende afspraken”, zegt de hoge ambtenaar. Hoezeer hij ook de MJA voor ict-bedrijven toejuicht, nog prettiger zou hij het vinden als de ict-sector met ideeën komt om te helpen andere sectoren binnen de samenleving tot substantiële energiebesparing te brengen. “Mijn grootste uitdaging is de consument tot bewuster energiegedrag te bewegen. Daarbij is ook uw hulp gewenst.” Theo Rinsema (in het dagelijks leven directeur van Microsoft Nederland) is bestuurslid van ICT~Office en heeft MVO (maatschappelijk verantwoord ondernemen) in zijn portefeuille. Hij wees op de belangrijke ontwikkeling waarbij rekencentra gaan besparen op het energiegebruik, omdat klanten daarom vragen. Dat is – behalve kostenbesparing en MVO-bewustzijn – een gewichtige drijfveer. Bij de stellingen die de nieuwe deelnemers even later een voor
een poneerden, bracht Mechtild Kuijpers van Centric dit naar voren. “Wij doen hieraan mee om na te gaan hoe we zelf energie kunnen besparen, maar ook om software te ontwikkelen die klanten kunnen gebruiken om met minder energie toe te kunnen.” Rinsema vertelde dat ICT~Office de komende tijd veel energie gaat steken in het delen van kennis over dit onderwerp. Dit gebeurt onder meer met workshops, maar ook met factsheets, waarvan de eerste, MJA Factsheet 1: Greening the Datacenter, tijdens de bijeenkomst werd gelanceerd.
open dcme-model
Dirk Harryvan, senior datacenterconsultant bij Mansystems, ging in zijn toespraak in op Open DCME (Data Center Measure of Effinciency). Hij bracht het belang van meten naar voren, want zonder te weten waaraan de energie opgaat, is het niet mogelijk doelmatigheidsmaatregelen te treffen. Hij ziet de bestaande normen als PUE en DCiE wel als nuttig, maar
datac e nte rwo r ks
niet als doeltreffend. “Daarmee geef je immers alleen maar aan hoeveel elektriciteit de apparatuur binnen het rekencentrum gebruikt. Hoe dichter tegen de 1 of tegen de 100 %, hoe beter. Maar het zegt helemaal niks over de efficiëntie van het rekencentrum. Dat kan wel met het OpenDCME-model. Het mooie ervan is, dat het een open model is. Iedereen kan ertoe bijdragen om het te verbeteren.” Het model is ontwikkeld door Mansystems, gebaseerd op de EU Code of Conduct for Data Centers en de ervaring die het bedrijf met rekencentra heeft opgedaan. Het model vormt een soort best practice. De eerste versie ervan is onlangs gepresenteerd. Het model beoordeelt de efficiëntie van een rekencentrum op vier vlakken: facilitair, IT assets, beheer en proces. De prestaties (zestien in totaal) worden in een webdiagram weergegeven. Harryvan liet een diagram zien en wees op een bepaalde lijn die op veel terreinen onder de 20 % DCiE blijft steken. “Ik kan hier geen naam aan verbinden, maar dit is wel tekenend voor de meeste rekencentra. Het netto gebruik van de IT-middelen in een datacenter is over het algemeen heel erg laag. Daar valt nog heel veel te winnen. Wanneer neem je bijvoorbeeld afscheid van bepaalde apparatuur, en wat doe je er vervolgens mee. Welke criteria hanteer je daarvoor, hoe zet je een goed inkoopbeleid op? Dit soort vragen komen allemaal aan bod. In de praktijk blijkt evenwel dat het al erg moeilijk is precies na te gaan welke apparatuur er allemaal staat in een rekencentrum. Dat is niet met één knop boven water te krijgen.” Hij wees erop dat het model heel goed kan dienen als nulmeting voor bedrijven die een Energie-EfficiëntiePlan gaan uitvoeren. “Want als je 2 % wilt bezuinigen, moet je wel weten waarvan.”
lange weg
In zijn toespraak ging Frank Hartkamp van AgentschapNL (een uitvoeringsorgaan van
Groepsfoto na de ondertekening van de Meerjarenafspraak Energie Efficiëntie (MJA) door negen nieuwe toetreders, met van links naar rechts: Derk-Jan Hilberding (Imtech ICT), Peter Veenman (Colt Technology Services), Mechtild Kuijpers (Centric), Bix Jacobse (R-IX), Michiel Cuijpers (ICT~Office), Arnoud Annema (Datacenter Fryslân), Theo Rinsema (bestuurslid ICT~Office en algemeen directeur Microsoft), Frank van der Heijden (Equinix), Michel van den Assem (InterXion Nederland), Henk Heusdens (Intel), Edwin Hageman (BT) en Stijn Grove (Evoswitch).
EZ) in op ‘de lange weg die nog is te gaan op het gebied van berekenen en toedelen van energie’.Vooral als het gaat om de keten waarbinnen een organisatie deelneemt. Bij de aankoop van apparatuur voor een rekencentrum moet bijvoorbeeld rekening worden gehouden hoeveel energie het kost om een apparaat aan het eind van zijn levensduur te verwerken. Het agentschap heeft een gebruikersgroep ICT binnen universiteiten en hbo in het leven geroepen om de energieaspecten te onderzoeken. “Het belangrijkste”, vindt Hartkamp, “is dat de partijen van elkaar leren. Dit alles moet leiden tot een (uitbreiding van) maatregelenlijst voor verbetering van de energie-efficiëntie.” Er komen meerdere studies die in kaart gaan
brengen waar de energie nou wordt gebruikt. De eerste is die van ict-apparatuur in de kantooromgeving (pc’s, thin clients en laptops). Hij gaf aan dat er ook cases worden opgezet, zoals over e-factureren en de daarmee gepaard gaande energiebesparing. Zoiets gaat er ook komen over cloud computing.
nog meer tips
ICT~Office heeft een factsheet uitgebracht met tien best practices voor een groener rekencentrum. Deze geeft tips voor de onderwerpen ‘IT Load’, ‘Gebouwbeheersystemen’, ‘Koeling’, ‘Elektra’, ‘Airflow: pomp en ventilatoren’, ‘Vloer’, ‘Zaal’, ‘Racks en Corridor’, ‘Daken’ en ‘Toekomst’. Om dieper op het laatste in te gaan: de toekomst is modulair en oversized is nooit goed. En doe onderzoek naar nachtventilatie door de koude nachtlucht op te slaan. De toepassing van een goed informatiebeheersysteem is nuttig om bijvoorbeeld ontdubbeling van bestanden toe te passen. Ontdubbeling leidt namelijk tot minder inzet van apparatuur en dus tot efficiëntieverhoging. Over daken van rekencentra valt het volgende te lezen: grijs regenwater op het dak sproeien in de zomer koelt al aanzienlijk. Het dak wit verven helpt tegen zonlicht. Neem dan wel de schoonmaakkosten in de business case mee. En ten slotte: grind op het dak of beplanting (bijvoorbeeld het plantje Sedum) zijn ook opties om het dak structureel te koelen. De overige tips zijn te verkrijgen bij ICT~Office.
|9
AnzDataCenter_ZDT.qxd
15.08.2008
20:49 Uhr
Seite 1
Tyco Electronics Can Help Relieve Your Major Data Center Headaches* “Power Consumption”
“Cooling High Density”
LAN electronics devices equipped with our MPO and MRJ21 connectors consume less power.
Reduced cable quantities and optimized patch cord routing improve airflow under raised floors and within cabinets.
“Speed of Change” “Higher Densities/ Space Shortage”
Our Plug’n’Go factoryterminated cabling systems can be deployed rapidly, reducing time required for MAC’s.
Our small form factor connectors allow far higher port densities, providing more ports per m2. And our cable management systems ensure optimum high-density cable routing.
“Environmental Impacts” Our systems are RoHS compliant and engineered with the environment in mind. TE is also actively involved in the LEED® initiative of USGBC.
RoHS Ready
* In 2007 DatacenterDynamics conducted a survey in Western Europe and the USA asking for the Top 10 issues surrounding datacenter management. Major concerns were listed as: “power consumption”, “cooling high density”, “higher densities/space shortage”, “speed of change” and “environmental impacts”. AMP NETCONNECT infrastructure solutions from Tyco Electronics can help relieve your headaches associated with these issues. Tyco Electronics Nederland B.V. Network Solutions / Enterprise Networks AMP NETCONNECT Postbus 288, 5201 AG ’s-Hertogenbosch The Americas: Greensboro, NC, USA; Tel: +1-800-553-0938; www.ampnetconnect.com Telefoon: +31 (0) 73 6 246 211 EMEA & India: GERMANY; Tel: +49-6103-709-1547; www.ampnetconnect.eu Fax: +31 (0) 73Langen, 6 246 958 Asia/Pacific: Hongkong, CHINA; Tel: +852-2738-8731; www.ampnetconnect.com Email:
[email protected]
Tyco Electronics AMP NETCONNECT in:
AMP, AMP NETCONNECT, NETCONNECT, TE Logo and Tyco Electronics are trademarks.
G e b o uw te c h n i e k
datac e nte rwo r ks
de normcommissie 381888 werkt al geruime tijd aan een nieuwe nederlandse praktijk richtlijn voor computerruimten en datacenters, de npr 5313. binnen Bas van Asten, die namens Remtech zitting heeft in de NPR 5313-werkgroepen ‘bouwkunde’ en ‘beveiliging’.
verschillende werkgroepen die elk een aandachtsgebied behandelen, wordt hard gewerkt aan de eerste versie van deze npr die eind van dit jaar als ontwerp ‘live’ moet gaan.
Bouwkundige bescherming computerruimten
NPR 5313 heeft voorganger uit 1976
Bas van Asten is directeur van Remtech Nederland
De aanleiding voor deze nieuwe NPR is het kennisniveau in de markt en het Bouwbesluit waarin een passende omschrijving voor de computerruimte ontbreekt. De gevolgen van het eerste zijn duidelijk. Het ontbreken van een passende omschrijving in het Bouwbesluit leidt echter tot verwarring en ongewenste situaties. Veelal wordt de computerruimte geschaard onder ‘lichte industriefunctie’ of ‘technische ruimte’, waardoor onjuiste eisen aan deze ruimte worden gesteld. Het vergaren van informatie is een van de belangrijkste onderdelen van de werkzaamheden van de commissieleden. Je moet voorkomen nogmaals het wiel uit te vinden.
Een ‘gewone’ bouwkundige ruimte is niet in staat een IT-omgeving of serverpark te beschermen bij calamiteiten.
Naast veel internationale input komen daardoor ook hele verrassende documenten naar boven, gewoon uit de bestanden van NEN in Delft.Vanuit NEN is Ton van Bergeijk secretaris van deze normcommissie.Vanuit zijn organisatie heeft hij de vraag gekregen of een document uit 1976 niet aan revisie toe was. Deze vraag heeft de NPR 3900 ‘Brandbeveiliging van gebouwen, Computerafdelingen’ weer onder de aandacht gebracht. Zoals gezegd, deze NPR stamt uit 1976, uit de tijd van de ponskaarten! Verrassend is, dat een aantal onderwerpen van deze NPR nog actueel zijn, zeker op bouwkundig gebied. De vraag is nu hoe dit document zo grondig in de vergetelheid kan zijn geraakt? Heeft het te maken gehad met de opkomst van de midrangesystemen, zoals de AS400 en Digital’s VAX, die minder eisen stelden aan de omgeving? Of misschien ook door de pc aan het eind van de jaren zeventig? De pc die, in tegenstelling tot de grote mainframes, gewoon op een bureau werd gezet waardoor de speci-
fieke eisen die je hoort te stellen aan de bouwkundige omgeving aan de aandacht zijn ontsnapt?
niets veranderd
Terug naar de inhoud van de NPR 3900 1976. In de inleiding worden de redenen aangegeven die het schrijven van deze specifieke richtlijn rechtvaardigen: ‘Een groot aantal activiteiten is in toenemende mate afhankelijk van computers en van de daarmee verkregen gegevens’. Duidelijk een omschrijving uit de begintijd van de automatisering, tegenwoordig betreft het vrijwel zonder uitzondering bedrijfskritische processen. Wat in 1976 verder als reden wordt aangehaald, is het feit dat de bestaande normen inzake de brandbeveiliging van gebouwen vooral zijn opgesteld met het oog op de veiligheid van de in het gebouw aanwezige personen. Exact dezelfde reden waarom 34 jaar later NPR 5313 wordt geschreven! De eisen voortkomend uit de ITomgeving overstijgen in bouwkundig opzicht |11
G e b o uw te c h n i e k
Veelal wordt de computerruimte geschaard onder ‘lichte industriefunctie’ of ‘technische ruimte’ waardoor onjuiste eisen aan deze ruimte worden gesteld. twee delen
De normcommissie 381888 heeft voor de nieuwe Nederlandse Praktijk Richtlijn voor computerruimten en datacenters, NPR 5313, de aandachtsgebieden en de werkgroepen in twee delen ondergebracht. Deel 1 betreft: classificatie beschikbaarheid, beveiliging en energie-efficiëntie. In deel 2 zijn de overige werkgroepen ondergebracht met de volgende aandachtsgebieden: bouwkundige voorzieningen, energievoorziening, klimaatbeheersing, datacommunicatie, beveiliging en als laatste bedrijfsvoering en operationele informatie. Iedere deelnemer neemt plaats in een van de werkgroepen op basis van zijn en/of haar expertise. Uiteraard zijn ook eindgebruikers in de werkgroepen vertegenwoordigd. Remtech Nederland maakt deel uit van de werkgroepen ‘bouwkunde’ en ‘beveiliging’ vanwege een achtergrond op bouwkundig gebied in relatie tot kritieke omgevingen, zoals een computerruimte. Het onderwerp fysieke beveiliging sluit daarop aan.
12 |
de geldende regelgeving. Oftewel een ‘gewone’ bouwkundige ruimte is niet in staat een ITomgeving of serverpark te beschermen bij calamiteiten. Wat dat betreft is er de laatste decennia dus niets veranderd. Het beperken van schade, in het bijzonder de betekenis die een computerinstallatie kan hebben voor de maatschappelijke orde. Het gaat immers niet alleen om de schade die door brand aan de computerinstallatie kan worden aangebracht, maar vooral om de bedrijfsschade die dientengevolge kan worden toegebracht aan de computergebruikers. Ook deze laatste reden is anno 2010 nog steeds actueel. Verderop in de NPR 3900 wordt onder punt 2 opgemerkt dat de te nemen maatregelen in redelijke verhouding moeten staan tot de toelaatbaar geachte schade, dat wil zeggen de som van de directe en de gevolgschade.Vertalen we dit naar de hedendaagse situatie, dan zouden er ruime budgetten beschikbaar moeten zijn voor de brandbeveiliging van de computerruimte. Toch wordt er in de meeste projecten weinig aandacht aan besteed en wordt simpelweg de bestaande bouwregelgeving gevolgd.
gedateerd en achterhaald
Natuurlijk is de NPR 3900 op een aantal punten aardig gedateerd of zelfs volledig achterhaald. Zo wordt de voorkeur gegeven aan de trend om halogeenkoolwaterstoffen BCF (Halon 1211) of BTM ( Halon 1301) te gebruiken als blusmiddel. Van gaten in de ozonlaag hadden ze klaarblijkelijk nog nooit gehoord. Ook op het gebied van ventilatie en/of klimatisering is er inmiddels zo veel veranderd dat de richtlijnen uit 1976 op dit vlak terzijde kunnen worden geschoven als nostalgie. Echter, de focus ligt op de bouwkundige bescherming van de computerruimte en juist dat deel van deze NPR biedt verrassend veel informatie die tot op de dag van vandaag bruikbaar is. ‘De computerruimte moet bij voorkeur niet grenzen aan een buitenwand’ is daarvan een goed voorbeeld. Daarnaast wordt bij computerruimten die zijn ondergebracht in een gebouw dat voor meerdere doeleinden wordt gebruikt, uitgegaan van de vuurbelasting in de aangrenzende ruimte. De vuurbelasting wordt uitgedrukt in kg vurehout per m2. Is de vuurbelasting hoger, dan zal de bescherming tegen
datac e nte rwo r ks
brand moeten worden verbeterd. Dit is een interessant uitgangspunt omdat, zoals eerder vermeld, in de meeste gevallen wordt uitgegaan van de standaardbouwvoorschriften. Dit heeft tot gevolg dat bescherming van de ITapparatuur en data tegen brand in de praktijk weinig voorstelt. Hier wordt namelijk de link gelegd tussen brand en stralingswarmte die daarbij vrijkomt. Een brand tegenhouden met een eenvoudige bouwkundige wand lukt nog wel. Echter, door de stralingswarmte zal de temperatuur in de computerruimte snel tot een onaanvaardbaar niveau stijgen waardoor niet alleen de apparatuur, maar vooral ook de dataopslag binnen enkele ogenblikken verloren zal gaan. Ook dit gegeven wordt reeds in 1976 uitgebreid aan de orde gebracht.
modulariteit
De aanbevelingen in de NPR betreffende het gegevensarchief (lees storage) zijn helder: ‘De gevolgen van het verlies van gegevensverzamelingen kunnen voor het bedrijf vaak ernstiger
zijn dan schade aan de apparatuur’. ‘Gegevensdragers moeten beschermd zijn tegen: hitte, (maximale temperatuur 60 °C), rook-, verbrandingsgassen en water’. Dat gips- en metalstudwanden, metselwerk en systeemwanden de computerruimte onvoldoende bescherming bieden, is dus al vanaf de begindagen van de automatisering bekend. En toch zijn dit vandaag de dag de meest gebruikte materialen om computerruimten te bouwen. In de jaren zeventig was modulariteit nog niet zover doorgedrongen in de systemen. Alles in de computerruimte is tegenwoordig modulair, groei moet mogelijk zijn. Dit betekent dat er op het gebied van de bouwkundige bescherming een extra dimensie moet worden toegevoegd: schaalbaarheid. Iets waar de praktijkrichtlijn uit 1976 in het geheel niet over rept. Tegenwoordig is schaalbaarheid een voorwaarde. Een volledig geoutilleerde computerruimte bouwen die de eerste jaren slechts voor een deel bezet zal zijn, is een overblijfsel uit diezelfde jaren zeventig. Te meer omdat dergelijk
ruim opgezette IT-ruimten nooit meer volledig zullen worden benut, onder andere vanwege het afnemen van de omvang van de apparatuur, terwijl de rekenkracht toeneemt.
opnieuw in vergetelheid?
Terug naar de NPR 5313 voor computerruimten en datacenters 2010. Gaan we deze praktijkrichtlijn over 34 jaar terugvinden in een stoffig archief? Zeer zeker niet, de nieuwe NPR 5313 behandelt alle aspecten die aan de orde zijn bij het ontwerpen en realiseren van computerruimten. Daarnaast groeien de complexiteit en het belang van de hedendaagse automatisering met de dag en zijn deze onderdeel van de kritieke bedrijfsprocessen van elke organisatie. Het realiseren en onderhouden van een, in alle opzichten, betrouwbare ruimte voor deze apparatuur moet inmiddels vast onderdeel zijn van moderne bedrijfsvoering.
advertentie
EXAMINING HOW TECHNOLOGY ADVANCES AND ECONOMIC CONDITIONS ARE AFFECTING THE DESIGN, OPERATION AND MANAGEMENT OF MISSION-CRITICAL FACILITIES 3rd June 2010 - Sheraton Hotel - www.datacenterdynamics.com/brussels Some of our speakers at the event: In our first visit to Brussels, the DatacenterDynamics Conference and Expo series will address the challenges faced by owners and operators of legacy structures in need of upgrading and new builds required to meet the complex combination of exponential data growth, technology advances, energy efficiency, resilience and security. The conference programme will provide case studies from public and private sector organisations as well as international agencies.
Don Beaty
Alfons van Espen
Chair, ASHRAE TC 9.9 & President, DLB Associates
Program Manager, KBC
Jan Colpaert
Andy Dancer
Network Architect, FedICT
CTO, Encryption Group,Trend Micro
Dr. Paolo Bertoldi
Victor Smith
Principal Administrator, European Commission Directorate General JRS
The Green Grid & Enterprise Technologist, Dell
Lieven Van Acker IT Architecture Consultant, IT-Fits Freelance Services / University Gent
To book your place at this event please send an email to
[email protected] , call us on +32 2 808 1592 or book online at www.datacenterdynamics.com/brussels
BRUSSELS - 03 JUN 2010
Netwerken
VMforce maakt applicaties cloudonafhankelijk
Welkom in Cloud 2.0! vmware en crm-aanbieder salesforce.com hebben eind april vmforce gelanceerd, trots geafficheerd als ’s werelds eerste enterprise java-cloud. ontwikkelaars krijgen hiermee de keuze om hun java-applicaties op vmforce te draaien – óf elders, hetzij in publieke hetzij in private clouds. een cloud lock-in zou hierbij dus niet aan de orde zijn. een kijkje in de keuken van cloud 2.0. Paul Matthijsse is freelance journalist
Met VMforce willen VMware en Salesforce.com de ongeveer zes miljoen Enterprise Java-ontwikkelaars op deze planeet een platform bieden om cloudapplicaties te schrijven.Voordeel is dat ontwikkelaars zich niet meer hoeven te bekommeren om onderliggende hardware- en software-infrastructuren, inclusief middlewarelagen, maar zich volledig kunnen concentreren op de functionaliteit van hun eigen applicaties. Zo worden er meer vliegen in één klap geslagen. Organisaties met Java-expertise in huis kunnen hun applicaties nu geschikt maken voor
cloudgebruik zonder nieuwe en vaak steile leercurves te moeten doorlopen. Dit is zeker vooruitgang te noemen, want tot dusver moesten Java-programmeurs die de cloud ingaan, nog heel wat zaken tunen én onderhouden. En publiceren op de ene cloud betekent niet dat dit éénop-één ook op een andere kan. Een andere vlieg die wordt geslagen, is dat de applicaties ‘elastisch’ worden, dat wil zeggen automatisch schaalbaar. Omdat het VMforceplatform schaalbaarheid als een service aanbiedt, hoeven klanten zich dus niet druk te maken over de opwaardering van applicatieservers, databases of infrastructuur. Dankzij het onderliggende Force.com-platform van Salesforce zijn deze applicaties instant van het Web 2.0-type en kunnen daardoor ook vanaf smartphones, zoals de Blackberry, of de nieuwe iPad van Apple worden gebruikt – en dat alles in realtime. Tot slot profiteren organisaties van de (financiële) schaalgroottevoordelen die een cloudomgeving te bieden heeft. Kortom, op papier is dit zeker geen verkeerd initiatief!
eenvoud
Tijdens de persconferentie op 27 april jongstleden in San Francisco waar VMforce werd gepresenteerd, benadrukten de CEO’s van beide bedrijven – respectievelijk Marc Benioff van Salesforce.com en Paul Maritz van VMware – zowel de eenvoud als de noodzaak van deze oplossing. “Bedrijven hebben behoefte aan nieuwe manieren van applicatieontwikkeling, omdat er anders wordt gecommuniceerd en omdat 14 |
datac e nte rwo r ks
de IT-industrie een fundamentele verandering doormaakt. Cloud computing, realtime-samenwerking en de nieuwe generatie smartphones vragen om een andere ontwikkelaanpak. Met VMforce hebben we dit gerealiseerd en we heten alle Java-ontwikkelaars dan ook van harte welkom in Cloud 2.0!”, vertelt Benioff. Maritz was tot 2000 veertien jaar lang topman bij Microsoft – hij werd doorgaans beschouwd als de derde man, achter Bill Gates en Steve Ballmer. Hij was daar onder meer verantwoordelijk voor Windows 95 en NT en dus heeft hij verstand van software. Over VMforce zei Maritz het volgende: “Door een drastisch vereenvoudigde oplossing voor applicatieontwikkeling in de markt te zetten, bieden we onze klanten een manier hun bestaande interne investeringen in Java-expertise te combineren met de vele resources en de flexibiliteit van de cloud.Wij zien dit als een significante stap voorwaarts.” Dit laatste, dat vereenvoudigen, is inmiddels de officiële missie van VMware geworden. Het bedrijf wil via zijn virtualisatietechniek IT transparanter maken en alle ‘moeilijke’ zaken aan het oog van eindgebruikers onttrekken. Deze eindgebruikers, niet alleen de mensen in een bedrijf en hun directies, maar in dit verband ook programmeurs, moeten zich simpelweg op hun eigen werkzaamheden kunnen concentreren in plaats van op de onderliggende technologie. Ook Salesforce.com is deze mening toegedaan, reden waarom het logo van het bedrijf een stopbord is met ‘No software!’ erin. Geen software maar oplossingen!
brandpunt
Het VMforce-platform, dat technisch gesproken een PaaS (platformas-a-service) is, is opgebouwd uit de volgende componenten: Enterprise Java van Sun Microsystems (inmiddels Oracle), het Java-framework SpringSource en VMware vSphere en vCloud-techniek. Het geheel draait op Force.com, de cloud-infrastructuur van Salesforce.com. SpringSource is een open-sourceproject dat al sinds begin 2003 bestaat en dat in augustus vorig jaar door VMware is overgenomen voor een bedrag van ongeveer 400 miljoen dollar. Het bedrijf deed die overname om de middelen in huis te krijgen om met clouds aan de slag te gaan. Bij die gelegenheid zei Maritz dat zijn bedrijf nu in het brandpunt staat van de belangrijkste krachten in de software-industrie – virtualisatie, moderne frameworks voor applicatieontwikkeling en cloud computing.
Een en ander resulteert volgens beide bedrijven in de eerste trusted Enterprise Java-cloud, die zowel veilig, open, elastisch (schaalbaar) als compleet is.
| 15
Netwerken
Het framework wordt volgens Maritz door ongeveer twee miljoen Javaontwikkelaars gebruikt. VMforce is het eerste tastbare resultaat van de overname van SpringSource, dat tegenwoordig als zelfstandige divisie door het leven gaat.VMforce maakt ook gebruik van de SpringSource Tool Suite, een geïntegreerde, op Eclipse-gebaseerde test- en ontwikkelomgeving voor Java-applicaties. De applicaties zelf draaien op de tcserver, de enterprise-versie van Apache Tomcat.
verschillende diensten
De inbreng van Salesforce.com bestaat uit verschillende diensten die op de Force.com-cloud beschikbaar zijn. De dienst ‘Chatter services’ zorgt voor de genoemde Cloud 2.0-functionaliteit, inclusief zaken als profielen, status-updates, groepen, feeds en delen van bestanden. De dienst ‘Development platform and services’ biedt kant-en-klare businessservices die eenvoudig aan Java-applicaties kunnen worden toegevoegd. Het gaat hier om zoekfunctionaliteit, identiteitsbeheer, beveiliging, workflow, rapportages, analysemogelijkheden en webservices. Ook zorgt de ‘Chatter services’ ervoor dat Java-applicaties via mobiele apparatuur zijn te benaderen. Klanten van VMforce gebruiken de onderliggende relationele clouddatabase die automatisch schaalbaar en high-available is. Aan automatische back-up en restore is uiteraard ook gedacht. VMware zet zijn vCloud-techniek in om de softwarestack waarop de applicaties zijn gebouwd, automatisch te beheren. Ontwikkelaars hoeven zich hierdoor geen zorgen te maken over het vaak complexe beheer van software en hardware om hun applicaties in de Java-cloud te laten draaien. Deze techniek plaatst de applicatie in de cloud, verbindt deze aan de database en beheert het onderliggende virtualisatieplatform.
veilig
Een en ander zal volgens beide bedrijven resulteren in de eerste trusted Enterprise Java-cloud, die zowel veilig, open, elastisch (schaalbaar) als compleet is. Veilig, omdat de cloud op de wereldwijde infrastructuur van Salesforce.com draait. Deze infrastructuur heeft de hoogste beveili-
gingscertificaten toegekend gekregen, waaronder ISO 27001, SysTrust en SAS70 Type II. De twee bedrijven benadrukken het open karakter van hun Java-cloud. Dat moeten ze ook wel om de grote Spring-gemeenschap binnenboord te houden. Na de overname plaatsten Spring-ontwikkelaars uiteraard de nodige vraagtekens over de open toekomst van hun platform. Maar VMforce blijft via het Spring-framework alle open Java-standaarden ondersteunen, waaronder PoJo’s (plain old Java objects), JSP's (Java Server Pages) en Java Servlets. Ook voegt het raamwerk deze openheid toe aan het Force.com-platform, dat de eigen Apex-omgeving gebruikt om businessapplicaties te schrijven. Ontwikkelaars die Salesforce-applicaties willen maken, zijn verplicht deze omgeving te gebruiken. Met de komst van Java voor de cloud is deze beperking dus ook weer de wereld uit geholpen.
cloudportabiliteit
Steve Herrod, chief technology officer van VMware, onderstreept in een blog het belang hiervan. Door als eerste een open PaaS-platform aan te bieden, krijgen ontwikkelaars de keuze hun Java-applicaties op VMforce te draaien – óf elders, hetzij in publieke hetzij in private clouds. Herrod zegt dat dit mogelijk wordt gemaakt door het Spring-raamwerk, dat de applicatielogica (de Java-code dus) loskoppelt van de onderliggende hardware- en software-infrastructuren om die code te draaien. Door deze abstractielaag ontstaat cloudportabiliteit: ontwikkelaars schrijven hun code in een IDE en beslissen vervolgens in welke cloud ze hun programma willen draaien. Dit gaat gewoon via drag&drop, dus eenvoudiger kan het niet. Draait een applicatie eenmaal op VMforce, dan betekent dit dus niet dat dit altijd zo moet blijven, het programma inclusief bijbehorende data is eenvoudig naar andere clouds te migreren. Een cloud lock-in is dus niet aan de orde! Herrod in zijn blog: ‘Ja, dat zal u wel verbazen dat wij cloudportabiliteit aanbieden die niet op onze onderliggende vSphere-techniek is gebaseerd! Maar dit doen wij omdat we vinden dat dit de kern van openheid is. Deze openheid zal leiden tot een breder en competitiever ecosysteem van compatibele Spring-gebaseerde PaaS-oplossingen. Zodra ontwikkelaars dit in de gaten krijgen, zullen ze Spring-applicatieontwikkeling gaan omarmen om maximale flexibiliteit te bereiken’.
nog even wachten
VMforce is nog niet publiekelijk in de lucht. Medio dit jaar komt er een developer preview beschikbaar, eind dit jaar of begin volgend jaar moet het platform dan operationeel zijn. Prijzen voor het gebruik ervan zullen tegen die tijd bekend worden gemaakt.VMware en Salesforce.com beloven dat nog dit jaar nieuwe (en uiteraard ‘opwindende’) initiatieven op dit gebied zullen worden geannonceerd. Hoe dit project zich verder ontwikkelt, zal de tijd leren, maar het lijkt er wel op dat beide bedrijven een nieuwe stap hebben gezet naar een wereld waar IT gewoon uit de 16 |
datac e nte rwo r ks
zimbra
muur komt en geen hoofdbrekens meer hoeft op te leveren. Dat zou een kleine revolutie zijn...
Een half jaar na SpringSource heeft VMware nog een ander opensourceproject overgenomen: Zimbra. Zimbra, dat eigendom was van Yahoo!, biedt mail, kalenders en samenwerkmogelijkheden en is geschikt voor gebruik door zowel grote als kleine bedrijven. Yahoo! mail en Yahoo! calendar zijn nog steeds op Zimbra gebaseerd. Volgens VMware kent Zimbra wereldwijd 55 miljoen gebruikers. Met deze overname wil het bedrijf ook deze functionaliteit in de cloud onderbrengen, waardoor eindgebruikers zich alleen nog maar om hun postbus hoeven te bekommeren of samen hoeven te werken, in plaats van zich af te vragen hoe of met welke software ze samen moeten werken! Hiermee begeeft VMware zich dus op het SaaS-pad, waar de overname van SpringSource nog een stap richting PaaS was. Het eigen vSphere-systeem vormt de IaaS-laag (infrastructure-asa-service). Met deze drie lagen biedt het bedrijf dus cloudtechniek voor diverse doelgroepen, van telecom- en serviceproviders (IaaS) via Java-programmeurs (PaaS) tot aan eindgebruikers (SaaS).
advertentie
All IT Rooms bouwt computerruimtes en datacenters. Wij zijn een van de toonaangevende partijen op dit gebied op de Nederlandse markt. Wij zijn een dienstverlenende organisatie voor advisering, opstellen programma’s van eisen, het maken van rapportages, bouw van computerruimtes/datacenters tot en met service en beheer.
Ervaren Projectleider computerruimtes/datacenters In verband met een snelle groei van onze activiteiten zijn wij op zoek naar een ervaren Projectleider. De functie bevat een zeer grote verscheidenheid aan werkzaamheden van techniek en project leiding. Werkzaamheden Leiden en coördineren van projecten Aansturen partners/onderaannemers, overleg met klanten Technisch inhoudelijk en financieel verantwoordelijk voor projecten Mede opstellen offertes (technische aspecten)
Persoonlijk kenmerken
Zeer sterke communicatieve vaardigheden, klant vriendelijke houding
Brede technische interesse en vaardigheden No – nonsense aanpak en geen 9 tot 5 mentaliteit Positief, pro actief en een enthousiaste werkhouding Zelfstandig en ondernemend All IT Rooms biedt Wij bieden een dynamische en veelzijdige functie bij een sterk groeiend, jong en ambitieus bedrijf. Er is volop mogelijkheid om je zelf te ontplooien en door te groeien.
Functie vereisten
Opleiding HTS elektrotechniek/energietechniek Aantoonbare werkervaring van ca. 5 jaar (in de branche)
Kennis van alle facetten in computerruimtes/ datacenters
Reageren Stuur je CV en een brief met motivatie naar
[email protected]
www.allitrooms.com
Ma n ag e m e nt
Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
Sogeti helpt bij ontwarren ict-landschappen
Bewezen Uit schept ruimte op de datavloer de meeste datacentermanagers zullen zich niet actief bezighouden met de software die draait binnen de muren van het datacenter. toch zijn in datacenters aanzienlijke besparingen te realiseren door kritisch te kijken naar het complete applicatielandschap, zo stelt rolf craenen, manager enterprise engineering bij sogeti nederland. “door delen van systemen uit te zetten, neemt zowel de omvang als de complexiteit af.” We spreken Rolf Craenen, manager enterprise engineering, op het kantoor van dienstverlener Sogeti in Vianen.Tijdens het gesprek gaat de manager diep in op de softwarekant van IT-omgevingen en passeren termen als ‘batches’, ‘code’ en ‘Cobol’ de revue. Waarschijnlijk geen alledaagse kost voor wie zich binnen datacenters vooral met de fysieke infrastructuur bezighoudt. Toch raakt het verhaal van Craenen wel degelijk de fysieke wereld. “Door systemen kleiner te maken creëer je ruimte op je hardware. Op die manier kun je zonder de aanschaf van extra hardware toch verder groeien en dat heeft een positief effect op het energiegebruik en de CO2-uitstoot.”
bewezen uit
“Bij veel bedrijven leeft de wens om kosten te besparen op ict”, vervolgt hij.“Dat kan heel goed door alle systemen en applicaties tegen het licht te houden en vast te stellen wat er niet meer nodig is. Een besparing van 20 % is dan heel reëel.” Ict-landschappen lijken nogal eens op kluwens gekookte spaghetti. Complexe ict-structuren zijn vaak het gevolg van applicaties die onvoldoende ondersteuning bieden waardoor extra hulpmiddelen nodig zijn. Daarnaast komt het voor dat autonome bedrijfsonderdelen zelf pakketten aanschaffen, terwijl elders in het bedrijf voor dezelfde processen al andere toepassingen worden gebruikt. Ook fusies zorgen er vaak voor dat er een ict-landschap ontstaat met daarin onduidelijke afhankelijk18 |
heden, ongebruikte software en dubbele functionaliteiten. Sogeti Nederland introduceerde in 2009 de dienst ‘Bewezen Uit’ waarmee klanten worden geholpen bij het ontwarren van deze complexe ict-landschappen en het weghalen van de overbodige zaken. “Je kunt onze mensen vergelijken met elektriciens die de meterkast in een oud huis onder handen nemen”, legt Craenen uit. “Talloze loze leidingen en dubbele bedradingen worden gesloopt, maar de lampen blijven branden en na afloop heb je weer een betrouwbare bouwtekening."
applicatielandschap inzichtelijk
De eerste stap in de dienstverlening van Sogeti is een gratis quick scan die het complete applicatielandschap in kaart brengt. “We maken dan inzichtelijk wat je hebt draaien en wat de onderlinge afhankelijkheden zijn, wat wel en niet wordt gebruikt en wat je dubbel hebt. Daarbij scannen we ‘bottom up’ en gaan we uit van de code.Wat je dan in beeld krijgt, is echt de waarheid over hoe het systeem werkt. Vaak blijkt de documentatie van systemen achter te lopen en de kennis vooral in de hoofden te zitten, en dan ook nog eens in de hoofden van mensen die met pensioen gaan of al zijn”, zegt Craenen. “Aan de hand van de resultaten van de scan worden analyses gemaakt en komen we tot reductiescenario’s”, gaat hij door. “Zo’n scenario kan zijn het weghalen van dode code. Het komt voor dat code die dood is en niet wordt aangeroepen wel wordt meegenomen in aanpassingen.”
datac e nte rwo r ks
“Talloze loze leidingen en dubbele bedradingen worden gesloopt, maar de lampen blijven branden en na afloop heb je weer een betrouwbare bouwtekening.” Andere scenario’s zijn het samenvoegen of ontdubbelen van applicaties of het migreren van een applicatie naar een goedkoper platform. “Zo hebben we onlangs voor een klant een applicatie gemigreerd van een mainframe in een commercieel datacenter naar een ‘in house’ AS/400systeem. Dat leverde een waanzinnige kostenreductie op.” De scan is inmiddels bij meer dan twintig klanten uitgevoerd waaronder enkele (semi-)overheidsinstanties, grote financiële instellingen en een aantal datacenters. De klanten die het gehele ‘Bewezen Uit’ -traject hebben doorlopen, realiseerden volgens hem een kostenbesparing ver boven de 20 % die Sogeti garandeert. “Zo hebben we voor een klant de structuur van een ‘spaghettisysteem’ teruggebracht met als resultaat een systeem dat een stuk stabieler is en door minder dan 1 fte is te onderhouden.”
het pand uit
Rolf Craenen, manager enterprise engineering bij Sogeti Nederland.
Afgaande op de voorbeelden van Craenen komt het zelden voor dat tijdens een ‘Bewezen Uit’-project een systeem helemaal wordt uitgeschakeld. Vaak volstaat het een deel van een systeem uit te schakelen. Toch komt hij situaties tegen waarin complete systemen onnodig in de lucht worden gehouden. “Vaak zie je bij vervangingstrajecten dat een nieuw systeem succesvol in gebruik is genomen en de projectborrel al is geweest, maar dat het oude systeem om de een of andere reden toch nog draait. Er is altijd wel een reden te bedenken waarom het oude systeem niet uit kan. We hebben nu projecten lopen om ook die systemen écht uit te zetten. De stekker eruit halen en kijken wat er gebeurt is niet de meest professionele manier om dat te doen. Voordat wij een systeem uitzetten, brengen we de technische en functionele samenhang in kaart. Op die manier borgen we dat de functionaliteit die nodig is, beschikbaar blijft of gecontroleerd wordt beëindigd.” Door het applicatielandschap op te schonen kan aanzienlijk worden bespaard op hardware wat weer ruimte schept in het datacenter en het energiegebruik terugdringt. Toch komt het volgens Craenen in de praktijk nog niet voor dat Sogeti wordt ingeschakeld door datacenters die uit hun voegen dreigen te barsten. “Datacenters die tegen een fysieke limiet lopen, pakken dat toch vaak op een fysieke manier aan. Die gaan herbouwen of verhuizen of schaffen een nieuwe koeling aan die op minder vierkante meters de benodigde capaciteit levert. Maar door aan softwarematige kant zaken te herstructureren kunnen we er ook voor zorgen dat de boel blijft draaien. Dit zonder hardware aan te passen of een nieuw systeem aan te schaffen. We hebben foto’s van grote bakken die door Bewezen Uit overbodig zijn geworden en die in folie gewikkeld op een vorkheftruck het pand uit worden gereden. Een duidelijk fysiek moment.” ||19 19
Ma n ag e m e nt
Jaap Spee is zelfstandig adviseur duurzaamheid en maatschappelijk verantwoord ondernemen
ISO26000: geen norm maar internationale richtlijn
Maatschappelijk verantwoord ondernemen door datacenters
de ‘vergroening’ van datacenters is al jaren aan de gang. door een sterk verbeterde energieefficiëntie en het gebruik van groene stroom wordt de uitstoot van co2 teruggebracht. sommige bedrijven gaan bewust verder in hun bijdrage aan de oplossing van maatschappelijke vraagstukken. ze geven vorm aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo). bij alle bedrijfsbeslissingen wordt gestreefd naar een zorgvuldige balans tussen economische, sociale en milieuwaarden. er bestaan verschillende richtlijnen voor mvo. iso26000 is een nieuwe internationale standaard, die dit jaar definitief vorm krijgt. richtlijnen
Richtlijnen voor MVO waren er al via de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), de Verenigde Naties (VN) en de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO). Aan het internationaal MVO-kader kan dit jaar ISO26000 worden toegevoegd. De richtlijn is zo goed als af en is ontwikkeld ter ondersteuning van alle typen organisaties bij de operationalisering van MVO. Angst voor bureaucratisering en vastlegging van procedures is niet nodig. ISO26000 is geen norm voor een managementsysteem en is niet certificeerbaar. Organisaties kunnen er op een ondernemende manier mee aan de slag. Gestreefd moet worden naar een verantwoordelijke, ethische en transparante organisatie met respect voor de wet, gedragsnormen en mensenrechten. Het identificeren en betrekken van stakeholders zijn van groot belang en moeten in een vroeg stadium gebeuren. Pas dan kan optimaal invulling worden gegeven aan de MVO-kernonderwerpen. ISO26000 verdeelt elk kernonderwerp in verschillende MVOissues. Aan de hand van drie criteria moet worden bepaald welke
issues aandacht verdienen. Een eerste lijst met aandachtsgebieden wordt vastgesteld op basis van relevantie. Door de gebieden te selecteren die het belangrijkste zijn in termen van duurzaamheidsimpact (significantie) kan deze lijst worden teruggebracht. De mate waarin de organisatie hier invloed op kan uitoefenen, bepaald uiteindelijk welke punten overblijven. Deze MVO-prioriteiten zijn onderdeel van het MVO-profiel. Een dergelijk profiel geeft de specifieke betekenis van MVO voor de organisatie weer. Andere belangrijk elementen daarin zijn een duidelijke visie en ambitie. De strategische waarde, de bedrijfsspecifieke invulling en de samenhang van MVO-activiteiten completeren het profiel. ISO26000 geeft de ruimte voor een eigen interpretatie van MVO.
(bron: energiemonitor ict 2008, tebodin)
20 |
datac e nte rwo r ks
Door toepassing van ISO26000 kan een basis worden gelegd onder het te voeren MVO-beleid.
Onbewust geven veel organisaties al vorm aan maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Alleen beperken de inspanningen zich meestal tot bepaalde kernonderwerpen en ontbreekt de samenhang. Het aanbrengen van structuur in MVO-activiteiten is daarom een belangrijke reden voor bedrijven de ISO26000-standaard toe te passen. Verder wordt in hun ogen met de richtlijn de geloofwaardigheid van MVO-communicatie vergroot. Datacenters zijn vooral actief op het gebied van het milieu. Issues als vervuiling voorkomen, duurzaam gebruiken van hulpbronnen en klimaatverandering beperken krijgen de aandacht. Energie-efficiëntie, voornamelijk op het gebied van koeling, en het gebruik van groene stroom staan daarbij het meest
in de belangstelling. Noodgedwongen omdat overheden in toenemende mate eisen stellen aan het energiegebruik van nieuw te bouwen datacenters. Maar ook ingegeven door de markt: klanten willen steeds vaker ict-diensten ‘groen’ inkopen om aan eigen milieudoelstellingen te voldoen. Zo heeft de overheid eisen en criteria opgenomen in haar inkoopbeleid. Bedrijven stellen bij tenders eisen aan de energieprestaties van datacenters waar zij hun apparatuur plaatsen. De betreffende stakeholders zijn daarmee deels verantwoordelijk voor de ‘vergroening’ van datacenters.
interne motivatie
Centers die bewust kiezen voor MVO hebben een interne motivatie om de milieueffecten
te beperken. Behalve het streven naar energie-efficiëntie en het gebruiken van groene stroom wordt de resterende CO2-uitstoot gecompenseerd. Met het verzamelen en recyclen van de afgedankte hardware wordt actief bijgedragen aan het voorkomen van vervuiling door afval en aan het efficiënt gebruiken van materiaal. Verder wordt de impact van de kantoororganisatie op het milieu teruggebracht. Medewerkers krijgen een energiezuinige leaseauto met lage CO2-uitstoot of worden gestimuleerd met het openbaar vervoer te reizen. De administratie wordt duurzaam ingericht. Het gebruik van water wordt tot een minimum beperkt. Het tweede kernonderwerp van datacenters met MVO-beleid is maatschappelijke betrokkenheid. Medewerkers worden gestimuleerd deel te nemen aan vrijwilligerswerk en er wordt een rol vervuld bij de realisatie van een duurzame leef baarheid van de vestigingsplaats. De onderwerpen mensenrechten en arbeidsomstandigheden worden opgepakt door werknemers, voor hun carrière, om mogelijkheden te geven voor opleiding- en ontwikkeling. Bovendien kunnen ze hun werktijd (deels) flexibel indelen. Allochtonen, werkelozen, herintreders en gehandicapten krijgen een kans in het arbeidsproces van het datacenter. ‘Eerlijk zaken doen’ wordt vaak vertaald in alle aangegane verplichtingen nakomen. Daarmee wordt een basis gelegd voor langetermijnrelaties met medewerkers, klanten, partners en leveranciers. Maar ISO26000 spreekt in dit verband ook over het bevorderen van MVO binnen de invloedssfeer. Een middel daarvoor is het inkoopbeleid van het datacenter.
duurzaam inkopen
Een organisatie met MVO-beleid zal zich bezighouden met duurzaam inkopen. Daarmee wordt op indirecte wijze een bijdrage aan economie, mens en milieu geleverd. Met | 21
Ma n ag e m e nt
duurzaam inkopen wordt niet alleen eerlijk zaken doen gediend. Ook de onderwerpen milieu, mensenrechten en arbeidsomstandigheden spelen een rol. Het gebruik van hardware leidt tot problemen bij de grondstofwinning, de productie van onderdelen en de verwerking na afdanking. Winning van de benodigde metalen gaat meestal niet gepaard met een duurzame lokale ontwikkeling. De productie geschiedt vaak in landen waar de nationale arbeidswetgeving nauwelijks wordt nageleefd. Veel werknemers zijn kwetsbaar en bezitten geen juridische en sociale status. Recycling van hardware heeft in de praktijk beperkt plaats. Het afval komt in ontwikkelingslanden terecht. Bij de afvalverwerking daar wordt de arbeidswetgeving niet nageleefd. Datacenters met een MVO-intentie kiezen voor hardwareproducenten die deze problemen serieus nemen. Met het lidmaatschap van de Electronics Industry Code of Conduct (EICC) geven producenten aan oog te hebben voor de geschetste problematiek. In de code worden eisen gesteld aan leveranciers op het gebied van milieu, arbeidsomstandigheden, gezondheid en veiligheid. Door als producent zelf de verantwoordelijkheid te nemen voor de gehele levenscyclus van de hardware kunnen inzameling en recycling worden bevorderd.
verdergaande activiteiten
Sommige bedrijven kiezen voor verdergaande MVO-activiteiten. Zij kopen voor een bepaald deel in bij bedrijven die worden gerund door minderheden of bij bedrijven die zijn gevestigd in minder ontwikkelde gebieden met commerciële potentie. Naast de wijze waarop een producent zich opstelt in de keten, is van belang hoe zij als organisatie zelf
Door te kijken naar ketengedrag, MVObeleid van de producent en duurzaamheid van het product kan een datacenter invulling geven aan duurzaam inkopen. 22 |
MVO-kernonderwerp
criterium
cijfer
weging score
Eerlijke handel doen MVO-beleid leverancier doelstellingen CO2-uitstoot gerealiseerde reductie CO2-uitstoot transparantie CO2-emissie ….. deelscore Duurzaamheid product Milieu
geen PVC en BFR’s eisen Energy Star geen gevaarlijke chemicaliën % gebruik gerecycled plastic ….. deelscore Ketengedrag verantwoordelijkheid gehele levenscyclus
Mensenrechten Arbeidsomstandigheden
lidmaatschap EICC of eigen Code of Conduct
Maatschappelijke betrokkenheid
% inkoop bij bedrijven van minderheden % inkoop bij bedrijven in minder ontwikkelde gebieden ….. deelscore totaalscore
Voorbeeld scorekaart duurzaam inkopen van hardware.
vorm geven aan MVO. Gekeken wordt bijvoorbeeld naar de steun van een bedrijf voor de wereldwijde klimaatdoelstellingen. Heeft het zelf doelstellingen gedefinieerd voor een vergelijkbare reductie van de CO2-uitstoot binnen een aantal jaren? En welke afname van uitstoot is de afgelopen jaren al gerealiseerd? Is het bedrijf open over de emissies van CO2 door zijn eigen bedrijfsvoering en zijn productieketens? Duurzaam inkopen leidt ook tot eisen op productniveau. Door alle nieuwe producten te laten voldoen aan de laatste eisen van Energy Star, maakt de producent zichzelf aantrekkelijker. Datzelfde geldt voor de uitbanning van PVC en BFR’s (Brominated flame retardants). Het bedrijf komt beter voor de dag, als het afziet van het gebruik van chemicaliën als beryllium, antimoon en ftalaten. En ook het deels gebruiken van gerecycled plastic
is een positief punt. Door te kijken naar het ketengedrag, het MVO-beleid van de producent en de duurzaamheid van het product kan een datacenter invulling geven aan duurzaam inkopen. Duurzaamheid krijgt daarmee een prominente plek naast traditionele inkoopcriteria als prijs, kwaliteit, functionaliteit, beschikbaarheid, levertijd en service.
‘gewoon’ ondernemen
Het in de praktijk uitvoering geven aan duurzaam inkopen is niet eenvoudig. Informatie over de duurzaamheid van een producent is niet altijd compleet of soms zelfs tegenstrijdig. Dat maakt een vergelijking van alternatieven een lastige zaak. Sommige bedrijven ontwikkelen een scorekaart om hun leveranciers op duurzaamheid te beoordelen en een vergelijking mogelijk te maken. De samenstelling van de kaart zal afhankelijk zijn van het ge-
datac e nte rwo r ks
kozen MVO-profiel en de MVO-prioriteiten daarin. Voor datacenters wordt hiernaast een voorbeeld gegeven van een scorekaart voor het duurzaam inkopen van hardware. Aansluiting is gezocht met de kernonderwerpen van ISO26000. Afhankelijk van de MVOprioriteiten van het datacenter kunnen criteria worden toegevoegd of afgevoerd en kun-
nen wegingen worden toegekend. Zolang duurzaamheid onverminderd de aandacht heeft van de samenleving, zullen datacenters aan de slag gaan met MVO. Door toepassing van ISO26000 kan een basis worden gelegd onder het te voeren MVO-beleid. Hoewel het bedrijf daarin zijn eigen keuzes maakt en zelf zijn prioriteiten bepaalt, is af-
stemming met de verschillende stakeholders belangrijk. Vervolgens komt het aan op de invulling door het bedrijf zelf. Vorm geven aan MVO blijft daarmee ‘gewoon’ ondernemen, ISO26000 staat dat niet in de weg. Meer informatie: www.sooloo.nl Email:
[email protected]
advertentie
Brand is één van de meest desastreuze calamiteiten die een computerruimte kunnen treffen. Een goede brandbevei liging is dan ook een essentieel onder deel voor de beschikbaarheid van een computerruimte en daarmee vaak de continuïteit van het bedrijf. Hi-Safe Systems behandelt op deze plek de meest essentiële vragen die gesteld moeten worden om een goede brandbeveiliging te realiseren. 2 – Veiligheid van blusmiddelen Veiligheid is het bewust nemen van aanvaardbare risico’s. Dat is een algemene stelregel die ook bij brandblusinstallaties van toepassing is. Het gaat immers ook hier om afwegingen: brand is per definitie een gevaar, maar wat zijn de gevolgen voor mens en apparatuur als een brandblusinstallatie bedoeld of per ongeluk in werking komt? Sommige blusmiddelen blussen uitstekend, maar zijn minder veilig voor mensen of brengen grote schade toe aan gevoelige apparatuur. Ook met “veilige” of “schone” blusmiddelen kan bij verkeerde toepassing schade of gevaar ontstaan. De risico’s voor mensen zijn volgens SVI (Stichting Veiligheids Informatie) ingedeeld in 3 klassen; deze indeling is gebaseerd op de effecten van het blusmiddel/luchtmengsel op de mens en de daarChuck Hollis, vicepresident global marketing en CTO aan verbonden maximaal toelaatbare verblijftijd. van EMC.
Sprinkler en watermist Deze zijn voor mensen zeer veilig te noemen. Voor opgeslagen goederen en gevoelige appara-
Zeven vragen over brandbeveiliging tuur moet men zich afvragen wat de schade wordt als daar gedurende wellicht een half uur water op wordt gesproeid. Eén enkele sprinkler geeft minimaal 80 liter per minuut en één watermistsproeier toch ook altijd nog minstens 20 liter per minuut. Blusgassen Blusgassen worden in de normen aangeduid als “Clean Agent”, ofwel een schoon blusmiddel. Schade door vervuiling van goederen of apparatuur hoeft u dan ook niet te vrezen; wel moet rekening worden gehouden met de stuwkracht van de gaswolk vlakbij de blaasmonden. Door de lage blusgasconcentratie treedt bij chemische blusgassen FM-200 en Novec normaliter geen zuurstofgebrek op, maar deze blusgassen kunnen bij hogere concentraties hartritmestoornissen veroorzaken. Bij Pro Inert blusgas treedt door de hogere blusgasconcentratie wel zuurstofgebrek op en dit kan leiden tot verstikkingsgevaar. In de voor computerruimten gebruikelijke blusgasconcentraties vallen FM-200 en Novec normaliter in klasse 1: hierbij mag de installatie na een korte vertraging automatisch in werking komen, ook al zijn er mensen in de ruimte aanwezig. Pro Inert valt meestal in klasse 2; hierbij moeten de
veiligheidsvoorzieningen erop gericht zijn de verblijftijd na een blussing te beperken tot maximaal 1 minuut. Daarom wordt een startvertraging aanbevolen in combinatie met een noodstopknop. Omdat Hi-Safe Systems vindt dat veiligheid voor alles gaat, leveren wij zowel FM-200 en Novec als Pro Inert altijd met de veiligheidsvoorzieningen van een klasse 2-installatie. Aërosol Bij het afblazen van aërosolblussers ontstaat een gaswolk met microscopisch fijn bluspoeder. Deze wolk kan vlakbij de blusser een temperatuur bereiken tot 250 °C en zorgt in de hele ruimte voor een sterk verminderd zicht, wat de vluchtmogelijkheden beperkt. Deze installaties vallen daarom in SVI klasse 3 wat betekent dat ze niet geactiveerd mogen worden als zich personen in de ruimte bevinden. Dit moet door de juiste voorzieningen gewaarborgd worden. Aërosol laat een residu achter op en in de ICT-apparatuur, waardoor grote schade kan ontstaan. Mede daarom adviseert Hi-Safe Systems dit product niet voor computerruimten.
http:/www.hisafe.nl
P ra kti j k
datac e nte rwo r ks
in alblasserdam ging op 15 april de eerste paal de grond in voor een nieuw commercieel datacenter. dataplace wordt in fases opgebouwd en biedt uiteindelijk plaats aan 800 19”-racks oftewel 32.000 servers. “de markt Peter Batenburg en Gerben van der Veen slaan de eerste ‘paal’ voor dataplace.
schreeuwt om een regionaal datacenter”, zegt gerben van der veen, algemeen directeur van proserve.
Proserve slaat eerste paal dataplace
“We willen een datacenter bouwen, punt”
Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
Initiatiefnemer van dataplace is de zakelijke internetserviceprovider proserve uit Papendrecht. “We hebben al een aardige historie met datacenters”, vertelt Peter Batenburg, technisch directeur van proserve en dataplace. “In het tienjarige bestaan van proserve heb-
“We proberen er zo dicht mogelijk bovenop te zitten, want alleen dan krijgen we het pand dat we willen hebben.”
ben we al heel wat datacenters bezocht en door vervelende omstandigheden ook weer moeten verlaten.” Inmiddels is proserve zo’n vier jaar klant van euNetworks in Amsterdam waar de serviceprovider circa 4.500 servers heeft staan. Naar grote tevredenheid, benadrukt Batenburg. “De files tussen Papendrecht en Amsterdam maken het voor proserve wel lastig om de Service Level Agreements (SLA’s) te halen.” Daar komt bij dat de capaciteit in Amsterdam bijna volloopt. “Onze groei wordt nu geremd”, zegt algemeen directeur Gerben van der Veen. “Als we een aanvraag krijgen voor tien racks met een berg vermogen, moeten we nu nee verkopen. De markt schreeuwt bovendien om iets regionaals. We hebben veel klanten uit de Drechtsteden en het Rijnmondgebied die graag in een datacenter in de buurt staan, maar momenteel is er in deze regio helemaal niets.” Daarmee was het idee geboren een eigen datacenter te bouwen dat neutraal is en open-
staat voor iedereen, onder wie ook de concurrenten. De locatie is gevonden in Alblasserdam op slechts 400 m afstand van het hoofdkantoor van proserve.
geen loods
“We hebben we er bewust voor gekozen het nieuwe datacenter volledig vanaf de grond op te bouwen. We wilden niet een datacenter in een loods bouwen, maar een datacenter, punt”, verklaart Batenburg. “Hallen en kantoorpanden die tot datacenter worden omgebouwd zijn het vaak net niet.” Van der Veen vult aan: “Je komt nog te vaak tegen dat er wordt geroepen: ‘We hebben een kantoor, laten we er een datacenter van maken’. Maar in een kantoorpand is het niet gebruikelijk dat je een vloerbelasting van 2.000 kg/m2 neerzet.” “Toen we begonnen met de voorbereidingen van dataplace hebben we een lijstje opgesteld met punten waar we als huurder zelf al tien jaar lang tegenaan liepen”, gaat Van der Veen verder. “Het gaat dan om echt kleine dingen, | 25
P ra kti j k
zoals drempels bij de entree, waardoor je een karretje met servers niet makkelijk naar binnen kunt rijden”, verduidelijkt Batenburg. Ook moeten zaken als vergaderruimten en toiletten in dataplace ruimschoots voorhanden zijn, iets wat volgens Batenburg en Van der Veen in commerciële datacenters vaak niet het geval is. “Dataplace moet gewoon een prettig pand zijn om te verblijven”, stelt Van der Veen.
modulaire opbouw
Dataplace wordt modulair opgebouwd waardoor het datacenter stapsgewijs zal verrijzen. “We hebben een groot stuk grond gekocht en gaan nu direct voor het hele pand heien”, legt Van der Veen uit. “Het pand zelf gaan we in twee delen opbouwen met twee datazalen per deel.” In totaal komen er dus vier datazalen
dataplace in cijfers
Netto vloeroppervlakte DC fase 1+2: +/- 1.800 m² Vloerbelasting: 2.000 kg/m² W/m² beschikbaar: 2.000 KW per rack beschikbaar: min. 5 kW Stroom per rack: 32 A no-break + 32 A short-break Aansluitingen fase 1+2 compleet: 7.000 KVA Brandpreventie: Vesda + gasblussing (Argonite)
26 |
die plaats gaan bieden aan 800 racks om 32.000 servers te huisvesten. De datazalen worden gevestigd op de eerste en tweede verdieping waardoor de begane grond vrij blijft voor de technische installaties. De modulaire opbouw biedt proserve de mogelijkheid de kosten te spreiden over een langere periode en telkens weer voor de nieuwste technieken te kiezen. “De ontwikkelingen gaan erg hard”, vertelt Van der Veen. “Vorig jaar hebben we enkele presentaties gezien van adiabatische koeling, maar dat kom je nu nog nauwelijks tegen in datacenters. Daarom hebben we nu met Free Cooling van Stulz gekozen voor een bewezen techniek. Maar misschien kiezen we voor de volgende zaal wel voor adiabatische koeling als die techniek zich verder heeft ontwikkeld.”
Symmetra-reeks van APC dat eveneens modulair is opgebouwd. Voor de bekabeling werkt proserve samen met Hellerman-Tyton. In plaats van een traditionele bekabeling is gekozen voor een busbarsysteem om meer flexibiliteit en efficiëntie te creëren. Alteco zorgt voor een verhoogde vloer van 80 cm. De ruimte onder de vloer zal volledig vrij worden gehouden en alleen worden gebruikt voor de koeling. Sim Holland levert de SDMO-generatoren. In het gehele pand wordt gebruikgemaakt van Cold Corridors. Op het moment van schrijven was nog niet bekend wie de racks gaat leveren. De strijd gaat nog tussen Rittal en Minkels. Het complete pand en de installaties worden beheerd met Priva beheer- en regeltechniek. “Onze hoofdinstallateur Klaver zorgt ervoor dat alles in elkaar past”, zegt Van der Veen. “Verder proberen we er zelf zo dicht mogelijk bovenop te zitten, want alleen dan krijgen we het pand dat we willen hebben.” De bouw van dataplace is live te volgen op http:// bouwcam.dataplace.eu.
n+1
Dataplace moet in het eerste kwartaal van 2011 operationeel zijn en dat is ruim een half jaar later dan oorspronkelijk gepland. De bouw werd eerst drie maanden vertraagd door vergunningen die niet werden afgegeven. “Het eerste plan is afgewezen en dan moet je opnieuw gaan tekenen en zijn drie maanden weggegooid”, legt Van der Veen. “In januari konden we alsnog beginnen met de bouw, maar toen kwam er een winter waarmee niemand rekening had gehouden.” In dataplace zal alles N+1 worden uitgevoerd. Voor de ups-systemen is gekozen voor de
"Dataplace moet gewoon een prettig pand zijn om te verblijven."
D ATA C E N T E R FA C I L I T Y I N F R A S T R U C T U R E
Managed Services
Volledige Ontzorging Voor een continue beschikbaarheid van uw IT-omgeving is goed onderhoud, maar vooral professioneel beheer van uw datacenter essentieel. Maar dit is niet uw kerncompetitie. Dé oplossing: Managed Services. Welke wensen u op het gebied van datacentermanagement ook heeft, bij ons is uw serverruimte in veilige handen. Bij ICTroom krijgt u als klant echt wat u wilt: maximale uptime, 365/24/7 incidenten- en calamiteitenopvolging, efficiënt geregeld onderhoud, up-to-date documentatie en optimaal capaciteitsmanagement.
Managed Services
Projects
Consultancy
Products
ICTroom Company BV | Tokyostraat 27-29 | 1175 RB Lijnden | T +31 (0)20 820 3000 |
[email protected]
www.ictroom.nl
Ko e l i n g
‘cop’ = 120 Hybride ‘droge’ koeling maakt het mogelijk
Jack Quadflieg is verantwoordelijk voor Jäggi/Güntner in Nederland en België
bij de discussie over energie-efficiëntie moet speciale aandacht worden besteed aan de cop-
waarde (coëfficiënt of performance). deze waarde geeft aan hoe energie-efficiënt een chiller werkt. hoe hoger de waarde, hoe energie-efficiënter de prestatie. behalve de energie-efficiëntie moet ook het waterverbruik worden beoordeeld, omdat ook dat schadelijk is voor klimaat en milieu. dankzij de hybride koelingtechniek van jäggi wordt de hoogste energie-efficiëntie met een minimumverbruik aan water bereikt. In de planning en uitvoering van koeling en koudwatersystemen worden, afhankelijk van de gewenste temperatuurniveaus, verschillende methoden voor koeling van het gerecycled water toegepast. Met koelwatertemperaturen beneden 20 °C worden vaak koelmachines, beter bekend als chillers, gebruikt. Deze kunnen lucht- of watergekoeld zijn en bereiken
afhankelijk van het ontwerp en exploitatiepunt COP-waarden tussen 3 (voor 3 kW aan koelcapaciteit is een vereist elektrisch vermogen nodig van de compressor van 1 kW) en 10. Met koelwatertemperaturen boven de 20 °C is het voor de gebruiker niet zinvol energie-intensieve chillers in te zetten. Want een verdampingskoeler of droge koeler verbruikt voor overeenkomstige temperaturen veel minder stroom. Bij de planning van nieuwe installaties moeten adviseurs en exploitanten zich daarom altijd kritisch afvragen of er in het koelproces daadwerkelijk watertemperaturen onder de 20 °C nodig zijn of dat hogere temperaturen ook kunnen.
verdampingskoeling
Werkingsprincipe hybride droge koeler.
28 |
Bij droge koeling wordt de warmtewisselaar gekoeld met de omgevingslucht, de omgevingstemperatuur is dus de theoretische koellimiet. In de praktijk wordt meestal een uitgangspositie aangehouden van 32 °C omgevingstemperatuur. Hiermee bereik je
echter een minimale koelwatertemperatuur van ongeveer 37 °C. Door de opwarming van de aarde werken veel adviseurs nu vanaf 35 °C omgevingstemperatuur, zodat de minimaal haalbare koelwatertemperatuur stijgt tot ongeveer 40 °C. Economisch lagere watertemperaturen kunnen alleen worden bereikt met verdampingskoelers. Bij een droge koeler moet je behalve de hoge watertemperaturen de grote oppervlakte en het relatief hoge elektrisch vermogen, zelfs als dit lager uitkomt dan een koelmachine, aanvaarden. Verdampingskoelers zijn veel minder duur doordat ze gebruikmaken van het natuurlijke principe van verdamping. Ook leveren zij maximale energie-efficiëntie en hebben ze een aanzienlijk kleinere oppervlakte nodig. Het in de atmosfeer verdampte water onttrekt de overtollige warmte uit het proces. Voor verdampingskoeling is de natteboltemperatuur de theoretische koelgrens. Deze is in West-Europa voor het ontwerp van apparatuur op 20 – 22 °C bepaald. De praktisch
datac e nte rwo r ks
haalbare temperatuur van het water is afhankelijk van het type verdampingskoeler en ligt tussen de 2 – 5 °C boven de natteboltemperatuur. Verdampingskoelers zijn in grote vermogensklassen en in vele soorten verkrijgbaar, zoals open of gesloten koeltorens of verdampingcondensors. Deze systemen hebben echter een aantal nadelen. Afhankelijk van het besturingssysteem en ontwerp is er een pluimvormige uitstoot te zien, die vaak als hinderlijk wordt ervaren en die kan leiden tot gevaren, zoals mist, onzichtbaarheid of ijsvorming op aangrenzende straten. De systemen vereisen relatief grote hoeveelheden vers water ter compensatie van de verdamping en afvoer in het riool. Bovendien zijn de meeste koeltorens door de waterval relatief luid en lukt het slechts met grote inspanning een geluiddicht ontwerp te maken. In open koeltorens wordt zelfs het koelwater met stof, bladeren, insecten of pollen vervuild vanuit de omringende lucht, omdat de open koeltoren indirect als een luchtreiniger werkt. Droge koeler.
Hybride ‘droge’ koeler HTK 2.4/9.0 voor fabriekskoeling.
hybride ‘droge’ koelers
Als een modern en innovatief koelconcept is in 1992 door het Zwitserse bedrijf Jäggi de gepatenteerde hybride ‘droge’ koeler ontwikkeld. Deze hybride koeler combineert de voordelen van de conventionele droge en natte koeling zonder de nadelen over te nemen. Zo krijgen klanten een hoog rendement koeling met zeer weinig stroom- en waterverbruik. Daarnaast is de koeler extreem stil en werkt gegarandeerd zonder pluimvorming dankzij de HybriMatic-controller. Door een direct aan te sluiten blackbox-design kan deze gewoon in bestaande of nieuwe installaties worden opgenomen. De hybride koelers zijn per definitie geoptimaliseerd voor de meest waterbesparende werking. Tijdens de koelere uren overdag of ’s nachts of bij gedeeltelijke belasting zorgt de Jäggi HybriMatic-controller ervoor dat de koeler alleen droog koelt, dat wil zeggen via convectieve warmteoverdracht aan de omgevingslucht. Alleen wanneer de vereiste koudwatertemperatuur via droogkoelen niet meer wordt bereikt, wordt de bevochtigingspomp | 29
Ko e l i n g
3x4,8 kW voor de ventilatoren en 2x0,7 kW voor de bevochtigingspompen = 15,8 kW. De totale koelcapaciteit is 1.900 kW (230 m3/h water, warmwatertemperatuur van 35 °C, koud water van 28 °C, natte bol 21,5 °C). Dit resulteert in een zeer hoge energie-efficiënte ‘COP’-waarde (Coëfficiënt of Performance) van 1.900 kW / 15,8 kW = 120 (Let op: de COP-waarde is voor koelmachines en wordt hier gebruikt in figuurlijke zin). In deellast of bij een lagere natteboltemperatuur wordt de snelheid van de frequentiegestuurde ventilator verminderd door de HybriMatic-controller. Het stroomverbruik van de ventilatoren zal in verhouding tot het toerental met 23 (2 tot de macht 3) dalen en daarmee zal de ‘COP’-waarde exponentieel stijgen. In
automatisch ingeschakeld. Hierdoor werkt de hybride koeler op basis van het natuurlijke verdampingskoelingprincipe en daarmee volledig energie-efficiënt. In vergelijking met natte koeltorens bespaart de hybride koeler wel 70 – 90 % op het waterverbruik en de daarbij behorende kosten. In systemen met meerdere hybride koelers werkt de Hybri Matic-controller volgens het master-slaveprincipe
‘cop’ = 120
Aan de hand van een praktijkvoorbeeld wordt de energie-efficiëntie van de hybride ‘droge’ koeler duidelijk. De koeler, in dit geval de HTK 2.4/9.0, wordt ingezet als fabriekskoeling. De koeler heeft een stroomverbruik van
dit voorbeeld bereikt de koeler bij de helft van de ventilatorsnelheid dus een ‘COP’-waarde van 590e. Zodra het setpoint voor droge koeling is bereikt, schakelt de koeler automatisch over van natte op droge koeling en werkt dan zonder water. Het omschakelpunt voor droge koeling is afhankelijk van de situatie, maar ligt meestal tussen de 10 – 20 °C omgevingstemperatuur.
De hybride koeler combineert de voordelen van de conventionele droge en natte koeling zonder hun nadelen over te nemen.
operationele kenmerken
Een typische voorbeeld van een hybride ‘droge’ koeler wordt weergegeven in onderstaande tabel. De locatie is München. Het omschakelpunt voor droge koeling is in dit voorbeeld bij 18 °C. Het uitgangspunt is een constante belasting van 1.000 KW in een drieploegendienst.
omgevingstemperatuur
bedrijfs- ventilatortoestand snelheid van koeler
van
tot
Phi
droog
[°C]
[°C]
%
-29.0
-20.0
0
1
-20.0
-17.0
0
-17.0
-14.0
0
waterverbruik drinkafvoerwater water
nat
energieverbruik totaal
bedrijfsuren
koelcapaciteit
koelwater
[°C]
in
uit
(E = 3) %
[m³]
[m³]
[kWh]
h
[MW]
0
28
0
0
2
5
1.000
38.0
28.0
1
0
30
0
0
7
16
1.000
38.0
28.0
1
0
31
0
0
19
38
1.000
38.0
28.0
-14.0
-11.0
0
1
0
34
0
0
47
77
1.000
38.0
28.0
-11.0
-8.0
0
1
0
36
0
0
97
129
1.000
38.0
28.0
-8.0
-5.0
0
1
0
39
0
0
257
276
1.000
38.0
28.0
-5.0
-2.0
0
1
0
42
0
0
649
552
1.000
38.0
28.0
-2.0
1.0
0
1
0
45
0
0
1'911
1263
1.000
38.0
28.0
1.0
4.0
0
1
0
50
0
0
1'952
972
1.000
38.0
28.0
4.0
7.0
0
1
0
55
0
0
2'635
959
1.000
38.0
28.0
7.0
10.0
0
1
0
62
0
0
4'117
1038
1.000
38.0
28.0
10.0
13.0
0
1
0
72
0
0
6'894
1117
1.000
38.0
28.0
13.0
16.0
0
1
0
87
0
0
10'769
1005
1.000
38.0
28.0
16.0
18.0
0
1
0
100
0
0
7'289
446
1.000
38.0
28.0
18.0
19.0
66
1/2
1/2
77
187
63
1'430
175
1.000
38.0
28.0
19.0
22.0
60
1/2
1/2
89
456
153
4'518
374
1.000
38.0
28.0
22.0
24.1
56
1/2
1/2
99
223
74
2'768
165
1.000
38.0
28.0
24.1
25.0
55
0
1
53
100
33
201
53
1.000
38.0
28.0
25.0
28.0
48
0
1
56
176
59
357
84
1.000
38.0
28.0
28.0
31.0
41
0
1
59
59
20
123
26
1.000
38.0
28.0
31.0
33.0
36
0
1
61
9
3
18
4
1.000
38.0
28.0
datac e nte rwo r ks
waterbesparend en energiezuinig
De innovatieve hybride-technologie maakt het mogelijk een energie-efficiënte koelmethode, gebaseerd op het principe van de natuurlijke verdamping en waterbesparende droge koeling, te combineren in één apparaat. De waterbesparing ten opzichte van conven tionele natte koeltorens is aanzienlijk, omdat de hybride koelers gedurende vele uren per jaar alleen droog koelen en maar deels nat. In het voorbeeld in München (zie kader) met een koelcapaciteit van 1.000 KW en een watertemperatuur van 38 – 28 °C verbruikt de hybride ‘droge’ koeler in een jaar 1.210 m3 drinkwater (verdamping en spui op drievoudige verdikking) en 403 m3 waterafvoer. Daarentegen zou bij gebruik van een natte koeltoren deze 15.060 m3 drinkwater en 5.020 m3 afvoerwater verbruiken. Door de hybride koeling wordt in het voorbeeld in München het waterverbruik verlaagd met ongeveer 90 %. Dit bespaart niet alleen enorme kosten voor de exploitant, maar beschermt ook nog eens het milieu en de natuurlijke hulpbronnen, omdat ook water in de toekomst steeds nijpender zal worden
grotere besparingen door groter te kopen
Verdere besparingen zijn mogelijk door een bewuste overdimensionering van de hybride koeler.Vanuit het ontwerp zal de hybride koeler met een verminderde luchtstroom en ventilatorsnelheid opereren. Hierdoor zal het energiegebruik exponentieel verminderen, omdat het gevraagde vermogen van de ventilatoren in de derde macht valt ten opzichte van de snelheid. Bovendien wordt het omschakelpunt om droog te koelen verhoogd bij grotere koelers, wat resulteert in besparingen aan elektriciteit, maar ook verdere besparing aan de kosten van drinkwater. De hogere initiële investeringskosten voor de grotere koeler zal worden gecompenseerd door de veel lagere operationele kosten. Afhankelijk van de projectspecifieke elektriciteits- en waterkosten, is de terugverdientijd voor de extra kosten van de grotere koeler minder dan een jaar. In koudwatersystemen zijn aanzienlijke energiebesparingen met de ‘vrije koeling’ mogelijk. Een koudwatersysteem met een waterge-
koelde chiller wordt zo ontworpen, dat bij navenant lage omgevingstemperaturen, de energie-intensieve chiller wordt uitgeschakeld en daarmee de condensor (koeltoren, droge koeler of hybride koeler) het koelproces overneemt. Ook hier zal de extra investering voor de oversized koeler en speciaal ontworpen hybride ‘droge’ koeler in een mum van tijd worden terugverdiend.
en in het bijzonder de hybride ‘droge’ koeler, die zowel stroom en water besparen, leveren een effectieve en waardevolle bijdrage aan het behoud van natuurlijke hulpbronnen en de bescherming van het milieu.
conclusie
Vaak wordt door korte-termijnbusinessstrategieën alleen naar de investeringskosten gekeken en daardoor worden ‘goedkope systemen’ aangeschaft en geïnstalleerd, die hierdoor hoge operationele kosten en milieuschade veroorzaken vanwege een hoger gebruik van de primaire energie. Met zorgvuldig en goed geplande ontwerpen en moderne koelers kunnen ondernemingen veel energie en kosten besparen en tegelijk het milieu beschermen. Verdampingskoelers
Als een modern en innovatief koelconcept is in 1992 door het Zwitserse bedrijf Jäggi de gepatenteerde hybride ‘droge’ koeler ontwikkeld.
advertentie
Don’t look now, but I think your PDUs back there are trying to tell you
something.
Dominion PX
Hardware Product of the Year
Power IQ
Minister of Energy runner-up award
Your data center has a lot to say. Are you listening? Get powerful analytics from every PDU in your data center. Visit Raritan.eu/power or call +31 (0)10 284 4040. Reduce costs and improve efficiency, uptime and capacity planning
Ma n ag e m e nt
Managed services van ICTroom
Beheer serverruimte in specialistische handen Voor een ononderbroken bedrijfsvoering is het cruciaal dat de beschikbaarheid van de ITomgeving en dus van de serverruimte waarin de apparatuur is ondergebracht, is gegarandeerd. Een IT-omgeving begint vaak klein en overzichtelijk. Startende bedrijven kunnen bijvoorbeeld tijdelijk een paar computersystemen in een tot ‘serverhok’ omgetoverde magazijnruimte opstellen. Zodra deze bedrijven groeien en de behoefte aan IT-middelen toeneemt, zijn al snel meer en zwaardere servers nodig. Dan is het tijd de omgebouwde magazijnruimte te verruilen voor een echte, professionele computerruimte. Uiteindelijk ontkomen bedrijven er echter niet aan een professionele serverruimte in te richten.
professioneel beheer
Bedrijven realiseren zich vaak onvoldoende dat nadat ze een serverruimte hebben ingericht, deze ook professioneel beheer vraagt. Er
Uiteindelijk ontkomen bedrijven er echter niet aan een professionele serverruimte in te richten. 32 |
is veel specialisme nodig om een serverruimte draaiende te houden. Omdat het om een scala aan technische installaties gaat die permanent in werking zijn, krijgen ze het hele jaar door te maken met het plannen, aan sturen, coördineren en bewaken van de werkzaamheden van verschillende leveranciers. Dan blijkt dat er veel komt kijken bij het in topconditie houden van het rekencentrum. Professioneel beheer van de technische installaties van een computerruimte is voor de meeste bedrijven geen kerncompetentie, maar het is wel een voorwaarde de continue beschikbaarheid van de IT-omgeving te borgen. Alle technische apparatuur in het rekencentrum is in staat automatische meldingen te genereren bij onverhoopte storingen. Daarom is het nodig een beheerorganisatie in te richten die invulling geeft aan een 365/24/7-opvolging van incidenten en calamiteiten. Deze beheerorganisatie zet, ongeacht de dag en het tijdstip, meldingen door naar de juiste specialisten, zodat een snelle en correcte afhandeling is gewaarborgd.
specialisten
De beheerorganisatie moet het noodzakelijke preventieve en correctieve onderhoud van de installaties op een juiste manier inregelen. Daarnaast moet het onderhoud van alle delen van die installaties en de vele bezoeken van
onderhoudsmonteurs die ermee gepaard gaan, op de efficiëntste manier worden georganiseerd. Om te bepalen of een computerruimte zo energie-efficiënt mogelijk functioneert, moet de beheerorganisatie erbij stilstaan hoe dit het beste kan worden gemeten. Nog belangrijker is welke aanpassingen nodig zijn bij veranderende omstandigheden, zoals het bijplaatsen of weghalen van servers.Voor een efficiënt gebruik is het van belang een goed beeld te hebben van de balans in het stroomverbruik van de verschillende voedingspaden in de serverracks. Ondanks de regelmatige wijzigingen die elke serverruimte nu eenmaal kent, moet de beheerorganisatie ervoor zorgen dat er op elk moment actuele tekeningen van de installaties aanwezig zijn. Dit is slechts een aantal vraagstukken waarmee bedrijven met een serverruimte te maken krijgen en die aantonen dat het beheer van een datacenter werk is voor specialisten. Een IT-omgeving is cruciaal voor de bedrijfsvoering. Elk moment dat de computerruimte met daarin de IT-omgeving niet beschikbaar is, wordt de dienstverlening belemmerd en dat kost handenvol geld. Een webwinkel die niet bereikbaar is, gaat ten koste van omzet die vaak niet meer wordt ingehaald, want klanten wijken meteen uit naar de website van een concurrent die het wel doet.
datac e nte rwo r ks
Kees Krick is freelance journalist
er komt veel kijken bij het operationeel houden van een rekencentrum. in plaats van zelf specialistische kennis van een grote verscheidenheid aan technische installaties in huis te halen, kiezen steeds meer bedrijven er daarom voor het beheer van de serverruimte aan een datacenterspecialist uit te besteden.
Voor de meeste bedrijven is het geen haalbare kaart zelf een serverruimte, rekencentrum of datacentrum te beheren. Vaak hebben ze wel specialisten in dienst voor het beheer van de eigen server- en applicatieomgeving, maar een serverruimte met al zijn specifieke elektrotechnische en koelinstallaties vraagt om totaal andere, specialistische kennis.Veel organisaties hebben alleen een serverruimte vanwege de IT-omgeving die nodig is voor de eigen bedrijfsvoering. Het ‘runnen’ van een dergelijk rekencentrum behoort niet tot de competentie.
volledige ontzorging
Voor die bedrijven is het belangrijk te overwegen het beheer van het datacenter uit te besteden aan specialisten, zoals ICTroom.Voor bedrijven is zo’n specialist het centrale aanspreekpunt en zij hebben alleen met die specialist te maken. Het uitbesteden van beheerdiensten aan ICTroom, gebundeld onder de naam managed services, bestaat uit twee componenten.
Bij managed maintenance wordt het preventieve en correctieve onderhoud aan de installaties van de serverruimte verzorgd. Het onderhoud valt in vijf hoofdgroepen uiteen: elektrotechnische installaties, noodstroominstallaties, zoals ups en NSA (noodstroomaggregaat), koelinstallaties, beveiliginginstallaties (branddetectie en brandblussing) en tot slot schoonmaak en onderhoud van de locatie zelf. Per hoofdgroep zijn al snel meerdere servicebezoeken per jaar nodig en deze worden zorgvuldig afgestemd met de diverse leveranciers. Servicebezoeken worden zo veel mogelijk gecombineerd, zodat het aantal onderhoudsmomenten en geplande downtime tot een absoluut minimum beperkt blijft. Tijdens het onderhoud is ICTroom aanwezig, bewaakt de werkzaamheden en rapporteert aan de klant. De tweede component is managed rooms. De volledige facilitaire infrastructuur van het rekencentrum wordt beheerd door ICTroom. Via een op maat gesneden monitoringsysteem wordt de volledige omgeving rond de klok
bewaakt en desnoods kan tot op een server nauwkeurig worden gerapporteerd over bijvoorbeeld het stroomverbruik. De door de apparatuur automatisch gegenereerde storingsmeldingen worden direct door ICTroom opgevolgd. Daarnaast wordt proactief gemeten, worden rapportages over verbruik, efficiëntie en verstoringen gemaakt en net als bij managed maintenance wordt zowel preventief als correctief onderhoud uitgevoerd.
financieel gunstig
Managed rooms is in drie varianten beschikbaar en kan financieel erg gunstig uitpakken. Bij de on balance-variant blijft de klant eigenaar van zijn eigen serverruimte en wordt alleen het beheer overgenomen. Met de off balance-variant wordt het rekencentrum van de klant overgenomen door ICTroom. Men werkt vanuit de eigen locatie, met als verschil dat de activa van de balans verdwijnen en als hardwareleasing of sell&leaseback weer beschikbaar worden gesteld. Al naar gelang de klantsituatie wordt remote beheer toegepast | 33
Ma n ag e m e nt
Samen met de klant worden de servicelevels bepaald die het meest op de organisatie van toepassing zijn.
of is een externe beheerder ter plaatse aan wezig. De derde variant is tevens een off balance-oplossing. De IT-omgeving van het bedrijf wordt dan in een bestaand of nieuw te bouwen datacenter van ICTroom zelf ondergebracht. Deze ruimte staat volledig ter beschikking van de klant (dedicated, single tenant) en wordt niet met anderen gedeeld. De klant behoudt dus zijn eigen, besloten datacenter en is volledig vrij te handelen in zijn eigen IT-omgeving.
Elke wijziging in een datacenter, of er nu een server wordt bijplaatst of weggehaald, heeft altijd gevolgen voor de som der delen. 34 |
Hij kan en mag naar binnen wanneer hij wil en werkzaamheden plannen, zoals hem dat het beste uitkomt. ICTroom zorgt voor de beschikbaarheid van de facilitaire infrastructuur die nodig is om de servers te voeden en voor zaken, als de beveiliging van het pand. Belangrijk punt bij de twee laatste varianten is dat de klant geen eigenaar van de serverruimte meer is. Bedrijven kunnen hierdoor over een state-of-the-art-rekencentrum beschikken zonder dat daar een forse investering voor nodig is. Ze hebben alleen te maken met operationele kosten. De financiële last van de grote investeringen die nu eenmaal nodig zijn om een geavanceerd datacenter te bouwen, in te richten en technisch op peil te houden, dragen ze nu niet zelf. Deze oplossing is niet alleen bedoeld voor bedrijven met de behoefte aan een groot datacenter, maar is ook aantrekkelijk voor wie een kleiner rekencentrum of serverruimte nodig heeft.
meegroeien
Een serverruimte moet meegroeien met de ontwikkelingen binnen het bedrijf. Een ITomgeving groeit continu. Er komen regelmatig servers bij, het stroomverbruik gaat omhoog waardoor er meer warmte wordt geproduceerd en er extra koelcapaciteit moet worden ingezet. Dankzij managed services is ICTroom nauw betrokken bij de bedrijfsvoering van de klant en is zodoende snel op de hoogte van de toekomstplannen. Staat bijvoorbeeld een bedrijfsovername of uitbreiding van het aantal filialen op stapel, dan zijn al in een vroeg stadium de consequenties voor de IT-omgeving bekend en kan tijdig in samenspraak met klant de benodigde capaciteit van het rekencentrum hierop worden afgestemd. Tijdens het periodieke overleg worden dus niet alleen conclusies uit rapportages getrokken, maar wordt ook naar de toekomstverwachting gekeken om tijdig te kunnen aange-
datac e nte rwo r ks
ven wanneer een uitbreiding aan een technische installatie nodig is. Elke wijziging in een datacenter, of er nu een server wordt bijplaatst of weggehaald, heeft altijd gevolgen voor de som der delen. Kortom: koeling, stroomvoorziening, ups en NSA, alles hangt met elkaar samen.
monitoring
Datacenters, die in beheer zijn bij ICTroom, worden vanaf een centrale locatie nauwlettend in de gaten gehouden. In dit NOC (Network Operations Center) speelt het DCMS (datacenter-managementsysteem) een belangrijke rol. Monitoring kan plaatshebben aan de hand van een reeks kritische punten van met name het verbruik, de efficiëntie en op (voortekenen van) incidenten. Het DCMS is een systeem op maat en kent een grote mate van flexibiliteit. Het wordt altijd naar de behoefte van de klant geconfigureerd, zodat monitoring, signalering en rapportage plaatshebben tot op het niveau dat in een bepaalde situatie nodig is. Dat kan van heel eenvoudig (geconsolideerd) tot zeer complex (gedetailleerd). Het inregelen van het DCMS is al een specialisatie op zich. In een datacenter zitten servers van verschillende klanten vaak in een rack. Een hostingprovider die het beheer van zijn datacenter bij ICTroom onderbrengt, heeft de gegevens per individuele server nodig. Dankzij de flexibiliteit van DCMS kan bijvoorbeeld het stroomverbruik per server worden gemeten en kan de hostingprovider netjes aan de juiste klant factureren.Voor de meeste klanten van ICTroom is zulke gedetailleerde informatie niet nodig en kan worden volstaan met rapportage op een hoger niveau in de keten. Het DCMS laat elke toename of afname in verbruik zien. Zo is altijd in een vroeg stadium bekend wanneer een installatie van het datacenter tegen haar maximale capaciteit aanloopt en kan ruim op tijd actie worden ondernomen. Neemt het stroomverbruik af, omdat het aantal servers in de ruimte al dan niet tijdelijk afneemt, dan kan het koelvermogen daar meteen op worden afgestemd. Deze energie-efficiëntie levert een kostenbesparing op.
technische installaties nodig. De meeste bedrijven hebben niet de behoefte of de capaciteit deze specialisaties in huis te halen. Bovendien is voor de bedrijven het aansturen van de afzonderlijke leveranciers erg tijdrovend.Voor de bedrijfsvoering is echter de beschikbaarheid van de IT-omgeving cruciaal en daarmee een efficiënt en betrouwbaar rekencentrum. Uitbesteden aan een specialist is dan een uitkomst. Voor ICTroom is het ontwerpen, bouwen en beheren van datacenters core business en door gebruik te maken van deze kennis en ervaring bereiken bedrijven een hogere efficiëntie en besparen zij op kosten. Tussen de partners wordt een gegarandeerde uptime afgesproken en een SLA afgesloten. Via managed services kan het beheer van het rekencentrum worden uitbesteedt, maar ook kan het datacenter zelf door ICTroom worden overgenomen.
servicelevels
Capacity management Meten, analyseren en rapporteren van verbruikgegevens en efficiëntie, opstellen van planningen en van voorstellen voor capaciteitsaanpassingen. Availibility management Registratie van en rapportage over de beschikbaarheid van de facilitaire ITomgeving, rapporteren van voorvallen en onjuistheden, opstellen van verbeter voorstellen. Security management Opstellen van beveiligingseisen, beheer van beveiligingsinstallaties, rapporteren over incidenten, opstellen van verbetervoorstellen.
Geef u nu op voor een speciale kennissessie Managed services - de ultieme vorm van ‘out-zorgen’ en ‘ont-sourcing’, gewijd aan managed services en de mogelijkheden van monitoring. www.ictroom.nl/managedservices
Een efficiënt en betrouwbaar rekencentrum is cruciaal voor de beschikbaarheid van de IT-omgeving en dus van de bedrijfsvoering. Configuration management Up-to-date en beschikbaar houden van de benodigde documentatie van de installatie, opstellen producten- en standaardisatie beleid, bepalen impact RFC’s op configuratie, analyseren trends. Maintenance management Uitvoeren van preventief en correctief onderhoud, contractbeheer, planning en aansturing van technisch onderhoud, schoonmaak, testen en herstel- en reparatieacties. Change management Plannen, beoordelen, doorvoeren en evalueren van wijzigingen die een bedrijf of ICTroom in de dienstverlening wil aanbrengen.
samenvatting
Voor het beheer van een rekencentrum is specialistische kennis van een verscheidenheid aan | 35
Alles draait om jou!
Als voor jou alles om onze klanten draait
De Aegide Group in Veghel is actief op het gebied van IT-Infrastructuur in datacenters en elektronische systemen voor de
VA C AT U R E S
Industriële Elektronica markt.
Aegide telt zo’n 160 toegewijde en deskundige medewerkers en is actief vanuit 5 Europese vestigingen. Het bedrijf, met haar kenniscentrum in Veghel, onderscheidt zich door innovatie en flexibiliteit en koppelt daaraan een marktstrategie waarbij
PRODUCT MANAGERS
DATACENTER DESIGN ENGINEER
inspelen op de specifieke behoeften van de
Bruggenbouwers tussen de commercie
ontwerper en integratiespecialist
klant centraal staat.
PROJECT MANAGER
De activiteiten van Aegide zijn
Realisator van geïntegreerde technologieën
ondergebracht in vier commerciële
en de interne organisatie
ACCOUNT MANAGER (EINDGEBRUIKERSMARKT)
bedrijven, die zich ieder richten op
ACCOUNT MANAGER
specifieke vragen van de ICT- en hightech
Hunter naar nieuwe opdrachten
OEM-markt en een productiebedrijf.
Meer informatie? Solliciteren!
Meer informatie? Solliciteren!
De activiteiten lopen uiteen van advies
www.minkels.com
www.vaultex.eu
over en de realisatie van remote-controlled
Hunter naar nieuwe opdrachten
datacenters tot complexe microbehuizingen
De huidige technologische ontwikkelingen stellen
Vaultex bouwt computerruimtes, zowel renovatie
voor geavanceerde visionsystemen. De
steeds hogere eisen aan de behuizingsoplossingen
als nieuwbouw, inclusief advies en auditing, design
bedrijven werken nauw samen, wat leidt
van IT-infrastructuren. Minkels speelt een
en engineering, installatie- en projectmanagement,
tot synergie in innovatie.
toonaangevende rol op het gebied van behuizings-,
onderhoud en service. Met een focus op het turn
koel- en monitoringsoplossingen.
key inrichten van datacenters richt Vaultex zich
Aegide heeft wederom een succesvol
op kleine en middelgrootte ruimtes tussen 10 en
jaar achter de rug en is daarom op
Minkels staat al 60 jaar voor betrouwbare
300 m². Van ontwerp tot realisatie neemt Vaultex
zoek naar nieuwe medewerkers voor
oplossingen waar men op kan bouwen.
haar cliënten alle zorg uit handen.
dochterbedrijven Minkels en Vaultex.
AEGIDE COMPANIES
Ko e l i n g
datac e nte rwo r ks
Koen Stegeman is freelance journalist
De Persgroep implementeert waterkoelingoplossing
“Waterkoeling is de enige mogelijkheid” mede vanwege de overname van het nederlandse pcm uitgevers moest de persgroep uit belgië het datacenteroppervlak in brussel fiks uitbreiden. ibm werd gevraagd het project te leiden en minkels werd gekozen als preferred supplier om energie-efficiënte behuizingen en een waterkoelingoplossing te leveren.
|37
Ko e l i n g
over de persgroep
De Persgroep is een grote Belgische mediaonderneming met een jaaromzet van meer dan 600 miljoen euro en een paar duizend medewerkers. De portefeuille van De Persgroep, die zowel in België als Nederland actief is, omvat nationale en regionale kranten, allerlei tijdschriften en radio- en televisiezenders. Naast bekende titels als de Belgische kranten De Morgen, Het Laatste Nieuws en De Tijd is De Persgroep eigenaar van de tv- en radiozenders VTM en Q-music. Onlangs heeft De Persgroep het Nederlandse PCM Uitgevers overgenomen en daarmee de portefeuille uitgebreid met Nederlandse kranten als het AD, de Volkskrant en Trouw.
De Belgische uitgeverij De Persgroep had al een redundante datacenterinfrastructuur met twee computerruimten in Brussel, die allebei waren uitgerust met een dubbele rij Minkels Cold Corridors. Nog voordat het bedrijf PCM Uitgevers uit Nederland overnam werd de infrastructuurcapaciteit al maximaal benut. De overname luidde al snel een volledig nieuwe dimensie in waarbij de ict-infrastructuur van PCM Uitgevers naar Brussel moest worden overgebracht. Dit betekende dat de rackruimte in het Brusselse datacenter moest worden verdubbeld en er een high-densityhostingoplossing nodig was, waarvoor de bestaande low-densityracks moesten worden omgebouwd.
snel en op maat
“Vanuit kosten- en milieuoogpunt stelden wij de aanvullende eis dat er een oplossing zou worden geïmplementeerd met een zeer hoge energie-efficiëntie,” zegt Kurt Tiels, network manager van De Persgroep. “Op dit punt verscheen Minkels op het toneel. De engineers van het bedrijf zijn ons van meet af aan van dienst geweest met strategische adviezen, ontwerpvoorstellen en stroomefficiëntieberekeningen, wat er uiteindelijk toe heeft geleid dat we een waterkoelingoplossing op maat met een zeer hoge energie-efficiëntie hebben geïmplementeerd.” Tiels vervolgt zijn verhaal: “We zijn er vooral van gecharmeerd dat Minkels niet alleen zeer stabiele oplossingen met de nieuwste technieken levert, maar dat zijn engineers dit ook nog snel en flexibel doen. Ze hebben ons echt geholpen, mede met een kabelinfrastructuuroplossing op maat en een bewakingsoplossing, Varicontrol genaamd, die statistische gegevens over de racks in één database verzamelt en diverse opties biedt voor beheer- en analyserapporten.”
bladeservers, beperkte vloerhoogte
Aanvankelijk was Tiels niet echt bekend met waterkoeling in de datacenterruimte en had hij er zelfs zijn twijfels over. “Als je er in eerste instantie tegenaan kijkt, lijken water en computerapparatuur geen vanzelfsprekende combinatie te zijn. Maar in feite was waterkoeling de enige mogelijkheid, omdat 38 |
high-densityhostingopties voor ons absoluut vereist waren. We hebben een aantal HP BladeSystem c7000-enclosuremachines staan, waarop potentieel honderden virtuele VMware-servers tegelijk kunnen draaien. Koppel dat aan de beperkte ruimte onder de vloer van het datacenter en de enige uitkomst is: waterkoeling. Na het nodige onderzoek kwamen wij echter tot de conclusie dat dit een zeer veilige optie is.” Meer informatie: www.minkels.com.
varicondition-h2o waterkoeling
De toenemende vraag naar high-densitycomputertoepassingen deed Minkels besluiten de eigen R&D-afdeling een waterkoelingproduct te laten ontwikkelen voor datacenters, in aanvulling op Varicondition-HD (luchtkoeling) en Varicondition Cold Corridor (waarbij warme en koude luchtstromen van elkaar worden gescheiden). Varicondition-H2O, waarin luchtkoeling van het datacenter wordt aangevuld met waterkoeling, is een betrouwbare en veilige koeloptie die een maximale vermogenscapaciteit oplevert van 24 – 48 kW, zonder dat het nodig is een verhoogde vloer aan te brengen. De oplossingen die Minkels aanbiedt, worden altijd aan de specifieke behoeften van klanten aangepast.
“Als je er in eerste instantie tegenaan kijkt, lijken water en computerapparatuur geen vanzelfsprekende combinatie te zijn.”
IT Ro om I n f ra
datac e nte rwo r ks datac e nte rwo r ks
Raymond van den Tempel, namens IT Room Infra
Handhaving Wet milieubeheer (deel 2) tijdens het it room infra event 2009 werd door strukton worksphere de handhaving rond de wet milieubeheer aangehaald. in de speciale editie van datacenterworks (oktober 2009) werd daarop ook ingehaakt. voor de toehoorders van de presentatie van strukton worksphere was het na afloop duidelijk dat de (overheids)cirkel vrijwel rond is. de voorspelling van structurele verandering werd dan ook gemaakt. hoe staan we er nu voor? Wat we op dit moment in de markt zien, is dat veel maatregelen betrekking hebben op de fysieke infrastructuur. Het gedrag blijft nog achter, alhoewel dat snel kan gaan wijzigen. Een duidelijke trend is, dat we de energievraag in gebouwen en computerruimten moeten terugdringen. Dat gaat op vier deelgebieden gebeuren: 1) Hardwarematig opdrachtgever en/of gebruiker 2) Softwarematig opdrachtgever en/of gebruiker 3) Installatietechnisch integrator en/of installateur 4) Bedrijfsvoering alle partijen in de keten
Prestatieladder
Sinds eind 2009 mag de CO2-prestatieladder van ProRail aan dit lijstje worden toegevoegd. ProRail beloont sinds die periode bedrijven die klimaatbewust produceren aan de hand van de CO2-ladder. Een hoge score op de CO2-prestatieladder betekent een hoge virtuele korting bij aanbestedingen. Kortom: een concurrentievoordeel. Met ingang van 31 maart 2010 beschikt Strukton Rail over het certificaat CO2-bewust op niveau 5, terwijl de andere Struktonbedrijven zijn gecertificeerd op niveau 3. De verwachting is dat het MVO-beleid (maatschappelijk verantwoord ondernemen) van bedrijven gaat meewegen in het kader van aanbestedingen. Zo heeft Rijkswaterstaat aangekondigd de CO2-prestatieladder van ProRail te willen overnemen. Strukton heeft de ambitie om 2 % reductie van de CO2-uitstoot per jaar te realiseren. Ook neemt het bedrijf een voortrekkersrol om de keten bewuster te maken van duurzaamheid en aan te zetten tot actie. Zo is vernieuwd en aangescherpt beleid voor maatschappelijk
verantwoord inkopen (MVI) geformuleerd. Ook toeleveranciers wordt gevraagd een duurzaamheidsverklaring te ondertekenen. De CO2-prestatieladder beloont bedrijven, daar waar de handhaver van de Wet milieubeheer er een andere werkwijze op nahoudt en financiële sancties kan opleggen. Via dit soort prikkels wordt gedrag beïnvloed. Wie niet meewerkt, valt uiteindelijk af. Door de bijdragen die leden van IT Room Infra aan DatacenterWorks leveren, wordt u voortdurend geïnformeerd over nieuwe technieken en methoden. Koeling, ups, vliegwieltechniek en frequentiegeregelde compressoren zijn voorbeelden die nieuwe mogelijkheden gaan geven. Zowel het MVO-beleid als de nieuwe technieken passen bij het thema van het IT Room infra event 2010 ‘Uw IT kan goedkoper en beter’, dat op 9 november plaatsheeft in De Kuip. Strukton Worksphere is erbij, om u op hoogte te houden van de nieuwste ontwikkelingen. De CO2-ladder is te raadplegen op: http://www.prorail.nl/Zakenpartners/ Aanbesteden%20en%20inkoop/Documents/CO2-prestatieladder%20Folder.pdf.
|39
Energy Efficient Datacenters Next-generation solutions from Nexans
De uitdaging van iedere Datacenter manager– garanderen van betrouwbaar netwerkverkeer, plannen voor toekomstige migratie en beheer van energieverbruik. Nexans levert betrouwbare infrastructuuroplossingen die migratie naar 40G voorzien en tegelijk energie-efficiënt zijn. Environmental Monitoring and Access
Nexans Cabling Solutions Overschieseweg 317 NL - 3112 NC Schiedam Tel: 010 248 3470 •
[email protected] www.nexans.com/LANsystems
Control (EMAC) en LANsense Intelligent Infrastructure Management geven accuraat en real-time inzicht in het gebruik van uw datacenter infrastructuur.
Global expert in cables and cabling systems
n i e uws
datac e nte rwo r ks
EvoSwitch voegt 5.000 m2 toe EvoSwitch in Haarlem is gestart met de ontwikkeling van de derde fase. Bovenop de bestaande 4.200 m² wordt nog eens 5.000 extra m² gebruiksklaar gemaakt. De bouw van de derde fase zal volgens planning in het derde kwartaal van 2010 gereed zijn voor gebruik. De extra ruimte biedt plaats aan achthonderd racks die worden opgesteld in vijfentwintig afgesloten gangen. De ontwikkeling van de derde fase zal relatief snel verlopen door de modulaire benadering die leverancier DataXenter heeft ontwikkeld. Via deze methode zullen verschillende modulaire datacenterboxen worden geïnstalleerd die lokaal zijn voorzien van twee ups-systemen van 160 kW. In de derde fase zal dus standaard een 2N-noodstroomvoorziening per datacenterbox worden ingebouwd, om klanten maximale verzekering tegen stroomonderbreking te geven. In de huidige situatie heeft EvoSwitch vier 2,5 MVA-trafo’s in ge-
bruik. In de derde fase zullen er twee extra worden bijgeplaatst. En aan de bestaande tien noodstroomgeneratoren van 1,5 MVA worden nog eens vier toegevoegd. Ook zullen in de derde fase extra private suites worden ingericht, een soort minidatacenters met geheel individuele en afgesloten voorzieningen binnen de veilige omgeving van EvoSwitch. Meer informatie: www.evoswitch.com
Bull breidt relatie met Interxion uit IT-dienstverlener Bull gaat extra datacenterruimte afnemen bij Interxion. De overeenkomst voor extra datacenterruimte bevat tevens een optie voor uitbreiding naar een tweede Interxion-datacenter. Interxion Nederland huisvest op dit moment IT-apparatuur voor verschillende Bull-klanten, waaronder Detail Result Services, het shared servicecentre voor detailhandelsgroep Dekamarkt en de ‘Dirk van den Broek’bedrijven. Bull beheert en onderhoudt de IT-infrastructuren en houdt op afstand toezicht. Indien nodig heeft IT-dienstverlener permanent beveiligde toegang. “Wij zijn zeer verheugd met deze verdere uitbouw van onze relatie met Bull”, verklaart Michel van den Assem, managing director van Interxion Nederland. “De extra datacenterruimte gaat 2N ups-stroomvoorziening en N+1 koeling bieden, alsmede geavanceerde alarm- en toezichtsystemen, ondersteund door de nieuwste high-density powerconfiguraties. Met het oog op Bulls grote aandacht voor het milieu zal alle energie bovendien worden gegenereerd via duurzame energiebronnen, zoals wind, biomassa of hydro-energie.” Meer informatie: www.interxion.com
draka introduceert
verbeterde kabelset in Slim-pakket Draka Communications introduceert een verbeterde kabelset voor datacenters. De kabelset wordt geleverd in het Slim-pakket. Dit pakket bestaat uit de voor lasergeoptimaliseerde, buigbestendige OM3/4 multimode-glasvezekabel en de MPO’s (multi-fiber pushon), compacte klemconnectoren voor meervoudige fibers. Dankzij de connectoren verbetert het behoud van signaalkwaliteit bij verdeling, break-out en koppeling in data-intensieve opstellingen. Het bedrijf voegt een nieuwe kabel toe voor backbone-infrastruc turen met MPO en de 40GB-SR4-kanalen, de toekomstige backbone-standaard voor datacenters. Deze kabel is leverbaar als lintkabel (2x4,5 mm met twaalf fibers) voor enkelvoudige MPO-patchverbin-
dingen en als ronde kabel (3,3 mm diameter met twaalf fibers). De ronde kabel is geoptimaliseerd voor distributie met MPO-connectoren in hoofdverbindingen met grote datastromen. Meer informatie: www.draka.com
|41
n i e uws
Verizon optimaliseert fysieke beveiliging Dell Verizon Business introduceert nieuwe consultingdiensten die de fysieke beveiliging van bijvoorbeeld datacenters integreert met de informatiebeveiliging en compliance programma’s. De Verizon Physical security services beveiligen de volledige IT-stack, van de fysieke, netwerk-, toepassings- en gegevenslaag tot de eindgebruikerslaag. Voor dit doel bieden de diensten oplossingen voor drie belangrijke zwaktegebieden. Het eerste gebied is de toegang tot een ruimte. Dit heeft betrekking op de verstrekking van toegangspasjes, naleving van fysieke veiligheidsmaatregelen, deurcontrolemechanismen, verg rendelingsconfiguraties
twitter wil eigen datacenter Twitter verhuist in de toekomst naar een eigen datacenter. Dit heeft John Adams, ops engineer bij Twitter, bekend gemaakt tijdens een presentatie op de eerste Twitter Developer conferentie Cherp. Momenteel maakt het bedrijf gebruik van colocated dedicated servers bij datacenterserviceprovider NTT America. De upgrade van de infrastructuur is noodzakelijk om de groei van Twitter aan te kunnen. Deze groei is de afgelopen jaren versneld. Zo groeide het internetverkeer van het bedrijf in 2008 met 752 % en 1358 % in 2009. Twitter zegt momenteel ongeveer 55 miljoen Tweets, twitter-berichten, en 600 miljoen zoekopdrachten per dag te verwerken.
ictroom bouwt utrechts datacenter centereo Datacenterexploitant Centereo en ICTroom Company hebben onlangs het contract getekend voor de bouw van het eerste carrierneutrale datacenter in Utrecht. Het datacenter van Centereo, dat is gespecialiseerd in de exploitatie van lokale datacentra, wordt in het derde kwartaal van 2010 gerealiseerd en zal totaal 600 m² beslaan. “Wij zien voor regionale datacentra een uitstekende plek in de ITsector”, zegt Maarten Engelen, managing director van Centereo. “Een regionaal datacentrum biedt optimale bereikbaarheid voor lokale bedrijven en de nabijheid van de IT-apparatuur brengt vele voordelen met zich mee. Utrecht is wat dat betreft nog niet voorzien.” Meer informatie: www.centereo.nl
42 |
en detectie- en bewakingsmechanismen. Het zwaktegebied ‘Veiligheid’ omvat de plaatsing en status van alarmsystemen, omgang met materiaal op bedrijfslocaties en zichtbare, functionerende brandalarmen. Voor het zwaktegebied ‘Omgeving’ voert Verizon Business een evaluatie uit van de bedrijfslocatie, fysieke omgeving en omliggende bedrijven om de kans op criminele activiteiten of nevenschade vast te stellen. Alle evaluaties hebben betrekking op de volledige bedrijfsactiviteiten, met inbegrip van de gang van zaken binnen filialen, datacenters en magazijnen en de manier waarop documenten worden opgeslagen en verwijderd. Meer informatie: www.verizonbusiness.com
Cisco breidt datacenter 3.0-portfolio uit Cisco breidt de datacenter 3.0-portfolio uit met een tweede generatie van het UCS (unified computing system). Daarnaast voegt het bedrijf ook twee Nexus-switches, de Nexus 2248 en 2232, toe aan het portfolio. De uitbreiding is bedoeld de kosten en complexiteit van de IT-infrastructuur te verminderen, datacentervirtualisatie te ondersteunen en flexibiliteit van bedrijven te vergroten. Het UCS-portfolio wordt uitgebreid met tweesocket- en viersocketservers die tot 50 % meer processorkernen bieden, een 300 % hogere applicatieperformance en vier keer de normale memory footprint. De nieuwe Nexus-switches moeten daarnaast kosteneffectieve capaciteit bieden over 10GbE naar het datacenter. Door deze uitbreidingen levert Cisco’s datacenterarchitectuur onder andere viermaal meer rekenkracht en viermaal meer bandbreedte bij dezelfde footprint en met het bestaande chassis in vergelijking met het eerste generatie Cisco UCS. Andere voordelen zijn 92 % minder beheertaken in verhouding met bestaande netwerking, 30 % betere benutting van applicaties, 76 % grotere databaseconsolidatie en 10 % minder energiegebruik. Meer informatie: www.cisco.com
datac e nte rwo r ks
blog:
De terugkeer van beschikbaarheid
Michiel van Blommestein is freelance journalist
Wat is het belangrijkste aandachtspunt bij de dagelijkse operatie van een datacenter? Grote kans dat hierop nogal verschillende antwoorden worden gegeven. Dan is het goed dat er onderzoeken worden gedaan, zoals The Data Center Users’ Group die zo nu en dan uitvoert. Processor magazine wijdde onlangs een artikel aan het recentste onderzoek dat stamt uit de herfst van 2009. Een groot verschil met voorgaande jaren is dat niet langer monitoring en warmteontwikkeling de belangrijkste
aandachtsgebieden zijn van de DCUG-leden. De nieuwe topprioriteit is beschikbaarheid. Waarom is dat? De mensen die met Processor hebben gesproken geven daar verschillende verklaringen voor. Een daarvan is dat bedrijven steeds globaler opereren, maar dat de data blijven staan op slechts een beperkt aantal locaties. Dat houdt in dat de kans toeneemt dat klanten of werknemers tijdens een werkdag hun gegevens ophalen van een locatie waar het op dat moment midden in de nacht is. Deze verklaring voor het toenemende be-
lang van beschikbaarheid ligt niet erg voor de hand. Het zou wel een verklaring kunnen zijn voor het toenemende belang van beschikbaarheid over een lange periode, maar verklaart niet waarom beschikbaarheid de andere genoemde factoren in een klap naar de achtergrond heeft gedrukt. Een andere verklaring die wordt gegeven, lijkt veel meer voor de hand te liggen: de crisis dwingt meer bedrijven tot automatisering waardoor meer applicaties gegevens met elkaar delen en waardoor een ‘gebroken schakel’ grotere gevolgen heeft. Wat in mindere mate meespeelt, is dat de crisis ertoe heeft geleid dat meer mensen onregelmatig werken, en dat klanten ongeduldiger zijn geworden en een webwinkel die vijf minuten onderuit ligt al snel links laten liggen. Ondertussen wordt het steeds lastiger een moment te vinden waarop het onderhoud aan de systemen kan worden uitgevoerd. Het eerder aangehaalde artikel roept op tot een beter beheer, maar is er wel ruimte voor een verdere verbetering? De dagelijkse blog van DatacenterWorks-redacteur Michiel van Blommestein is te volgen op www. datacenterprofessionals.net.
APC introduceert schaalbare ups APC by Schneider introduceert de ups Symmetra PX 96kW. De ups is schaalbaar in zowel vermogen, de tijd dat dit vermogen kan worden geleverd als de energiedistributie van 32 – 96 kW. Doordat de ups flexibel is in vermogensdistributie moet een maximale beschikbaarheid kunnen worden gerealiseerd. Symmetra PX 96kW heeft volgens APC de beste ‘total cost of ownership’ binnen zijn klasse. De ups beschikt over een geïntegreerde MPDoplossing (modular power distribution). De vermogensdistributie van het systeem is hot-swappable. Hierdoor kan de vermogensdistributie na ingebruikname worden aangepast, terwijl het
datacenter via de ups beschermd blijft. Het vermogen kan dus continu worden aangepast aan de vraag van het datacenter. Meer informatie: www.apcc.com advertentie
Altijd het laatste nieuws over de installatie- en energiesector |43
n i e uws
Monitoring centraal tijdens seminarreeks CimPro, Pro-AT, Schleifenbauer Products en Stulz Airconditioning verzorgen in mei en juni een seminarreeks over monitoring van het energiegebruik en de omgevingsfactoren in het datacenter. Zo zal Schleifenbauer ingaan op het kwalitatief en kwantitatief meten van elektrische energie binnen het datacenter. Stulz laat zien hoe kan worden bespaard op de koelkosten door slimme aansturing en keuzes. CimPro en Pro-AT gaan dieper in op respectievelijk het meten van andere grootheden binnen het datacenter en het beheer van alle systemen met één platform. De gastspreker tijdens de seminars is af komstig van NL Energie en Klimaat, een onderdeel van het vroegere SenterNovem. Het agent-
schap geeft een overzicht van de huidige wetgeving, visie en relevante subsidiemogelijkheden als het gaat om energie en klimaat. Het eerste evenement heeft op 26 mei plaats in Hilversum. Daarna worden Eindhoven (2 juni), Zwolle (3 juni), Ridderkerk (16 juni), Groningen (17 juni) en Arnhem (22 juni) aangedaan. Meer informatie: http://nl.stulz.com/nl/news-events/blind-vliegen/
hebt u nieuws voor de redactie? laat het ons weten via
[email protected]! advertentie
BICSI
datac e nte rwo r ks datac e nte rwo r ks
Peter Gloudemans is directeur-eigenaar van AddIT Benelux en nauw betrokken bij de ontwikkeling van Bicsi.
Toenemend belang projectmanagement belicht Informatie over het programma van de Europese Bicsi-conferentie in Dublin, een aantal projectmanagement Best Practices uit Bicsi News en binnenkort te verwachten Bicsistandaarden. De 2010 Bicsi European Conference & Exhibition wordt van 22 tot 24 juni georganiseerd in het Citywest Leisure & Golf Resort in Dublin, Ierland. Deze technische conferentie biedt ontwerpers, installateurs en leveranciers van netwerkinfrastructuren de mogelijkheid om hun kennis te actualiseren en te netwerken met branchegenoten. In de vorige DatacenterWorks is het programma al summier aangekondigd. De presentaties die specifiek betrekking hebben op datacenters zijn: • nieuwe bekabelingtechnieken voor datacenters; • mogelijke energiebesparing met passieve koeling; • de waarde en noodzaak van ups’s in datacenters; • voordelen van glasvezels die minder gevoelig zijn voor buiging; • welke standaard moet worden toegepast voor datacenter-audits? Verder komen nog de praktijk van glasvezeltesten, consolidatie van verschillende IP-toepassingen en presentaties over draadloze netwerken aan bod. Bij elkaar een interessante en gevarieerde conferentie, die te combineren is met een Bicsi-examen, of een ontspannend partijtje golf.
Bicsi News
In de maart/april-editie van Bicsi News belicht Thomas Smith RCDD, PMP en programmanager van de ShoreGroup het toenemend belang van professioneel projectmanagement en de kritische rol van een projectmanager bij de aanleg van netwerkinfrastructuren. Hij beschrijft tevens zeven best practices, te weten: 1. Z org voor een goede projectoverdracht door sales en pre-sales engineers, 2. Review als systeemintegrator of onderaannemer uw gedeelte van het totale project, 3. O rganiseer een interne kick-off meeting om voldoende draagvlak te creëren, 4. Neem deel aan de externe kick-off van de totale projectorganisatie, 5. Controleer de projectvoortgang tijdens korte wekelijkse meetings, 6. Documenteer alle wijzigingen met consequenties zorgvuldig,
7. Sluit de fases en het totale project formeel af. Alle artikelen uit Bicsi News zijn te vinden op en in pdf-vorm te downloaden via htpp://www.bicsi.org.
Bicsi-standaarden
Hoewel Bicsi ooit is gestart om met handleidingen, opleidingen en conferenties het gat tussen de theoretische standaarden en de installatiepraktijk te dichten, hebben ook veel leden meegewerkt aan de ontwikkeling van nieuwe standaarden. Sinds 1995 gebeurt dat vanuit het officiële Bicsi Standards Committee. Inmiddels zo’n vijftien jaar later is Bicsi de officiële coproducer van verschillende wereldwijd gebruikte marktstandaarden. Voor 2010 staan nog de volgende twee publicaties op de planning: ANSI/NECA/BICSI-607-2010, Telecommunications Bonding and Grounding, Planning and Installation Methods for Commercial Buildings en ANSI/BICSI-002-2010, Data Center Design and Implementation Best Practices. Voor meer informatie over Bicsi, de lidmaatschapvoordelen en activiteiten kunt u contact opnemen met: Joop Ierschot, RCDD, Benelux Country Chair, via:
[email protected] Gertjan Roozeboom, RCDD, via:
[email protected]
|45
co lum n
Brian Garvey is country manager Benelux bij Rackspace
Colofon datac e nte rwo r ks is hét vakblad over de technische infrastructuur van datacenters.
jaargang 3, mei 2010, nummer 5
Alle servers
de deur uit? Er lijkt geen ontsnappen meer aan: de technologische revolutie die cloud computing heet. De rook rond virtualisatie is net opgetrokken en de volgende, daaruit voortvloeiende hype is alweer volop gaande. Dat lijkt niet alleen zo, ook analisten erkennen dat deze wolk niet over zal drijven en dat cloud computing niet alleen een holle marketingterm is. Zo voorspelt Gartner dat in 2012 maar liefst 81 % van de Fortune 1000-bedrijven gebruikmaakt van (een vorm van) cloud computing. Daarnaast riep de analist 2010 ook nog eens uit tot het jaar van cloud computing. Het kan bijna niet mooier. Cloud computing sluit immers perfect aan bij de teneur van deze tijd waarin bedrijven zoeken naar manieren kosten te besparen en tegelijkertijd marktaandeel te winnen. De cloud belooft naast kostenbesparingen eindeloze voordelen, zoals meer flexibiliteit en productiviteit. Als je het zo bekijkt lijken bedrijven wel gek als ze niet morgen al, hun eigen datacenter en alle servers de deur uit doen en volledig overgaan naar een publieke of private cloud in een extern datacenter. Naast de al genoemde voordelen levert dit immers ook besparingen op op het gebied van de aanschaf en het beheer van hardware, datacenterruimte, koeling, stroom en personeelskosten. Ook de risico’s van het beheer van de infrastructuur liggen bij de serviceprovider die met SLA’s kan worden aangesproken op zijn prestaties. Geen wolkje aan de lucht toch? Zonder het enthousiasme voor cloud computing te willen indammen, zou ik bedrijven toch willen vragen heel even een stapje terug te doen. Net zoals bij elk ander IT-project vereist migratie naar de cloud een strategie. Je moet je eerst afvragen of verplaatsing van de volledige infrastructuur naar de cloud aansluit bij de doelen van het bedrijf. Valt er voldoende te winnen zonder dat dit ten koste gaat van de primaire processen en de betrouwbaarheid en beveiliging van gevoelige data? Want hoewel vaak anders wordt voorgesteld, zijn niet alle applicaties geschikt voor de cloud. Hoewel ik sterk van mening ben dat de cloud onontkombaar is en de voordelen onovertroffen zijn, zal deze nooit helemaal traditionele hosting of lokale server installaties kunnen vervangen. De cloud is eerder complementair. Er zullen altijd situaties zijn waarbij beveiligingsvereisten, beschikbaarheid of de behoefte aan specifiek maatwerk, maken dat de cloud niet de aantrekkelijkste keuze is. In die gevallen moet ook worden gekeken naar alternatieven, zoals een hybride oplossing waarbij de cloud wordt gecombineerd met traditionele hosting of lokale servers. Cloud computing moet geen doel op zich worden, het is van belang te kijken naar de vereisten van de business. IT is immers altijd nog ondersteunend aan de organisatie, zoals de cloud in dienst staat van de bedrijfsapplicaties. Het centraliseren van de juiste services in de cloud van datacenters biedt grote schaal- en kostenvoordelen. Maar dat is geen reden direct met het hoofd in de wolken te gaan lopen. Wie echt de vruchten wil plukken van de cloud doet er verstandig aan met beide benen op de grond te blijven staan. 46 |
datacenterworks verschijnt tienmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne mentbasis en controlled circulation. u itg e v e r robbert hoeffnagel
[email protected]
H o o f d r e dacti e
ferry waterkamp
[email protected] e i n d r e dacte u r Ma r ja n va n H o o r n p o sta d r e s r e dacti e
postbus 82, 2460 ab ter aar te l e f o o n 0172 - 78 21 20 e - m a i l
[email protected] a dv e rte nti e - e xp lo itati e
bureau van vliet bv, ruud van viersen postbus 20, 2040 aa zandvoort te l e f o o n 023 571 47 45 e m a i l
[email protected] i n d it n u m m e r b i j d r ag e n va n
bas van asten, michiel van blommestein, brian garvey, peter gloudemans, kees krick, paul matthijsse, teus molenaar, jack quadf lieg, jaap spee, koen stegeman, raymond van den tempel, ferry waterkamp vo r m g e v i n g laura willemsen
grafisch ontwerp
druk
3l drukkerij bv, rotterdam kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen. fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
datac e nte rwo r ks
DatacenterWorks nu ook online
Kijk voor alle artikelen en het laatste nieuws op www.datacenterworks.nl (En voor datacentervideo’s op www.youtube.com/user/DatacenterWorks)
Schneider Electric brengt verbindingen tot stand. > Vermogen > Koeling
> Racks
> Fysieke beveiliging
> Diensten > Beheer
Maximum efficiëntie en beschikbaarheid van rack en rij tot ruimte en gebouw De verbinding leggen tussen IT en voorzieningen Gezien de technologische uitdagingen van vandaag de dag, begrijpt Schneider Electric dat datacenters gezien moeten worden als werkomgevingen met een goede onderlinge verbinding - tussen racks, rijen, ruimtes en gebouwen. Wij noemen deze integratie de fysieke infrastructuur van het datacenter (data center physical infrastructure of DCPI). DCPI is de enige manier om voor uitstekende beschikbaarheid en maximale efficiëntie te zorgen. DCPI omvat vermogen, koeling, fysieke beveiliging en racks en wordt gecontroleerd en beheerd via softwareoplossingen en professionele diensten.
De verbinding leggen tussen efficiëntie en beschikbaarheid Tegenwoordig moeten optimale energie-efficiëntie en gegarandeerde beschikbaarheid samen gaan. Daarom biedt Schneider Electric geïntegreerde koelingstrategieën voor heel DCPI. Deze hybridische aanpak zorgt voor ware energiebesparingen — maar nooit ten koste van de beschikbaarheid. Ook zorgen we voor een optimale beschikbaarheid en efficiëntie dankzij een geïntegreerd softwareplatform waarmee end-to-end controle en beheer van alle DCPI-domeinen mogelijk is. Dit is een holistische oplossing voor zichtbaarheid en interoperabiliteit in de hele DCPI.
De verbinding leggen tussen belangrijke industriële partners Er kunnen geen datacenters gebouwd worden zonder voortdurende communicatie en coördinatie met leveranciers en andere belangrijke spelers. Alleen Schneider Electric beschikt over het netwerk van adviseurs en diensten, over de persoonlijke relaties en de praktische ervaring om u te voorzien van een enkel contactpunt voor al uw behoeften. Wij zorgen ervoor dat uw visie van een geïntegreerde datacenter gerealiseerd wordt.
Geïntegreerde architectuur voor actief energiebeheer. > Vermogen
Het vermogensdomein staat met alles in verbinding - van generatoren tot UPS's en PDU's, zodat verschillende apparatuur samen kunnen functioneren.
> Koelen
Onze zeer efficiënte geïntegreerde oplossingen bestaan uit een combinatie van koelinstallaties, omtrekkoeling, insluiting voor hete gangen en opties voor specifieke rijen voor een zo groot mogelijke efficiëntie en een gegarandeerde beschikbaarheid.
> Fysieke beveiliging
Ons schermdisplay omvat toegangscontrole en surveillance voor een of meer voorzieningen.
> Racks
De onderling verbonden rekafschermingen, geschikt voor alle merken en IT-systemen, compleet met toebehoren en oplossingen voor luchtinsluiting, ondersteunden de HDverwerkingsbehoeften.
> Diensten
De professionele diensten van Schneider Electric bieden de klant één contactpunt voor de planning, de bouw en de werking van het datacenter.
> Beheer
Onze exclusieve geïntegreerde softwarearchitectuur verwijdert 'zuilen' in het beheer voor een groter energiebewustzijn, meer efficiëntie en een betere beschikbaarheid van de hele DCPI.
Download GRATIS uw white paper(s) binnen de komende 30 dagen en maak kans om een Samsung Home Theatre (Model BD 7200) te winnen! Kijk op onze website op www.apc.com/promo en gebruik toegangscode 74401t Tel 0800 020 3244 • Fax 0347 325225 ©2010 Schneider Electric, Alle rechten voorbehouden. Schneider Electric en APC zijn eigendom van Schneider Electric of hun dochtermaatschappijen in de Verenigde Staten en andere landen. Alle andere handelsmerken zijn eigendom van hun respectievelijke eigenaren. 998-2524_NL APC Benelux - Postbus 219 - 4130 EE Vianen - Nederland