1 DE WIJSHEID VAN DE ADEM ZORG DRAGEN VOOR JEZELF: DE KRACHT VAN DE MILDHEID nvkvv lezing Oostende : maart 2011 Ria Weyens De adem weerspiegelt een universele wijsheid die we kunnen samenvatten in één zin: 'Bemin de naaste zoals jezelf'. De uitademing staat symbool voor de beweging naar buiten : zorg dragen voor de ander. De inademing weerspiegelt de beweging naar binnen : zorg dragen voor jezelf. Beiden zijn belangrijk en noodzakelijk om in vrijheid te kunnen ademen, om in vrijheid te kunnen leven. In de zelfzorg is de kracht van de mildheid van cruciaal belang. Mild zijn naar jezelf is een levenskunst, want het gaat vooral om de kunst om mild te leren zijn naar de harde en pijnlijke plekken in je eigen hart. In onderstaand artikel geef ik een resumé van mijn lezing waarin ik dieper inga op de kracht van de mildheid. Mild zijn naar jezelf', om zo met mildheid zorg te kunnen dragen voor anderen. Inleiding Tegenwoordig is alles bespreekbaar geworden, behalve wat er in de diepste lagen van jezelf omgaat. Hoe gaan we om met spanningen, conflicten, stress, angst, eenzaamheid en onzekerheid? Onze cultuur is allergisch voor ongemak en pijn en beschouwt dit als zwakte, als een persoonlijk falen. Over fysieke pijn kunnen we nog wel spreken maar over innerlijke onrust is dat veel moeilijker: het behoort tot de geprivilegieerde binnenkamer van de psycholoog. Als de wachtkamers van therapeuten vol zitten, als het gebruik van antidepressiva steeds groter wordt, als de eenzaamheid en de criminaliteit stijgt, dan zegt dit iets over de onmacht van onze samenleving om menselijke pijn een plaats te geven. Hoe gaan we om met het lijden? Het is een cruciale vraag en niemand ontsnapt eraan. Onze prestatiegerichte cultuur kent twee houdingen om met pijn om te gaan: vluchten of vechten (de bekende flight of fight reactie). We ontvluchten al wat zwak en kwetsbaar is en drukken het weg. Of we nemen een vechtershouding aan. Dan worden we actief, gaan aan onszelf werken en oplossingen zoeken. Het ontbreekt ons niet aan bevrijdingstheorieën op de therapeutische en religieuze markt. Wil je weer heel worden dan moet je er iets aan doen, zo is de boodschap. Deze actieve houding is natuurlijk nodig en belangrijk maar vaak is het ook eenzijdig. Ondanks onze therapeutische ijver blijft er veel innerlijke onrust. Er blijft iets knagen: ‘Ik vecht al zo lang tegen die angst en toch komt het altijd weer terug…’ Een nieuwe levenskunst De religieuze tradities wijzen op die eenzijdige benadering van het helingsproces. In al onze ijver om onze persoonlijkheid te analyseren, te verbeteren en te veranderen gaan we voorbij aan de helende kracht van het mededogen. Volgens deze tradities is het niet genoeg om alleen de ‘waarom’-vraag te stellen, (Waarom heb ik deze angst?), maar ook de ‘hoe vraag (‘Hoe kijk ik naar de angst?) is belangrijk. Niet alleen de inhoud, maar ook de houding is belangrijk. Hoe ga ik om met onrust, hoe is mijn relatie met ongemak, angst en pijn, hoe kijk ik ernaar? De ‘waarom’-vraag is belangrijk in zoverre die inzicht verschaft. Maar inzicht alleen is niet genoeg. Inzicht verheldert maar liefde heelt. Er is een boeddhistisch verhaal dat deze houding tegenover ongemak, angst en pijn goed weergeeft. ‘Er was eens een monnik die zich gedurende vele jaren had terug getrokken om meditatie te beoefenen. Op een dag besloot hij terug te keren naar zijn dorp. Hij nadert zijn huis, doet de deur open en ziet daar verschillende demonen voor zich staan. Wat doet hij, hoe reageert hij? Hij stapt naar binnen, opent zijn armen en zegt: ‘welkom’. Onmiddellijk verdwijnen de meeste demonen. Er blijven er echter nog enkele over. Vreselijke demonen die klaar staan om hem aan te vallen. De man zet zich vervolgens neer en begint een liefdeslied te zingen. Alle demonen verdwijnen, behalve één demon, de grootste en de sterkste. Hij komt naar de man toe en spert zijn muil open om de monnik te verslinden. Maar wat doet de wijze man? Hij gaat de demon tegemoet, legt zijn hoofd in de muil van het monster en deze verdwijnt .’ Dit verhaal zet ons aan het denken. Hoe reageren we op de demonen in ons eigen huis? Hoe gaan we om
2 met storende gevoelens van angst, woede, jaloersheid, lusteloosheid, depressie, onzekerheid, minderwaardigheid, schuld? Hoe gaan we om met de schaduw in onszelf en in anderen? Jarenlang heb ik gevochten tegen ongewenste gasten in mijn hart en krampachtig de deur dichtgehouden. Vooral als ik de demon van het verdriet en de angst ontmoette, sloeg ik de deur hard dicht. Ik richtte mijn aandacht naar buiten en door druk bezig te zijn probeerde ik de confrontatie met mezelf te vermijden. Maar hoe harder ik wegholde, des te holler werd het van binnen. Ik kwam terecht in een diepe en onrustige leegte. Ik kreeg de raad om aan mezelf te werken. Via yoga, therapie, dieet, meditatie probeerde ik om de onrust in mezelf te verdrijven. Maar al deze pogingen om vrij te worden van pijn en verdriet brachten enkel maar tijdelijke verlichting. De knagende onrust kwam steeds terug. Het is in deze periode dat ik een belangrijke ontmoeting had met een boeddhistische vrouw. Ze luisterde naar mijn verhaal en gaf me het volgende advies: ‘Stop de strijd, benader je pijn met mededogen, er zijn geen innerlijke vijanden.’ Mededogen is liefde tot het uiterste. Het is liefde voor het zwakke en het kwetsbare, het is liefde voor de vijand. Niet alleen de vijand buiten mij, maar ook de vijand in mij. Iedereen had me altijd het advies gegeven te strijden tegen het negatieve. Kwetsbaarheid zag ik als een teken van zwakheid. En nu hoorde ik opeens een ander geluid: ‘De innerlijke strijd stopzetten en geloven in de kracht van het mededogen.’ Het helende pad van mededogen In steeds meer zelfhulpboeken komt het principe van mededogen centraal te staan. Uitdrukkingen als ‘aanvaard jezelf, omhels je schaduw, wees vriendelijk naar jezelf’ komen steeds meer voor. Soms wordt er te gemakkelijk over gepraat, té zeemzoeterig en daar voel ik me onwennig bij. Het pad van het mededogen is geen gemakkelijk pad, het is een krijgerspad. Een krijger treedt de werkelijkheid onbevreesd en open tegemoet. Hoe paradoxaal ook: om het innerlijk vechten tegen jezelf te kunnen loslaten moet je juist de innerlijke krijger in jezelf ontwikkelen. Voor de spiegel staan en glimlachen naar jezelf is niet genoeg! Mildheid is de bereidheid om je hart open te houden in de pijn en dat vraagt inzicht, waarheid en moed. Inzicht Ik kan het innerlijk vechten tegen pijn slechts loslaten als ik eerst inzicht krijg in de weerstand tegen pijn. Waarom ervaar ik zoveel weerstand tegen pijn? Die weerstand zit als het ware ingebrand in mijn denken omdat ik innerlijk verblind ben door de collectieve illusie van een vals geluksbeeld. Onze maatschappij stelt het geluk voor als een toestand van niet-lijden. We denken dat we alleen gelukkig kunnen zijn als we geen lijden, geen verdriet en geen zorgen meer hebben. Vandaar dat we onvermoeibaar streven naar verandering, naar zekerheid, naar veiligheid. ‘Als dit verandert dan wordt het beter. Als ik de juiste partner vind, als ik de juiste baan heb, als mijn leven rustiger verloopt, als ik met pensioen ben, als ik de juiste therapie volg, als ik het juiste spirituele pad vind…dan word ik gelukkig.’ We laten ons leiden door deze illusie en blijven daardoor hardnekkig vechten tegen pijn. Dat brengt echter steeds grotere verdeeldheid en onvrede in onszelf. Het gaat er natuurlijk niet om het lijden passief te aanvaarden of fatalistisch te worden. Integendeel, we moeten er alles voor doen om het lijden te verzachten of weg te nemen. Maar hoe doe ik dat? Dit is de cruciale vraag. Hoe is mijn houding naar pijn? Benader ik pijn vanuit een houding van geweld of geweldloosheid? Als ik eerlijk ben, benader ik pijn meestal met geweld. Ik wil het niet, ik bestrijd het met hardheid, waardoor steeds meer onrust ontstaat. Toen ik enkele jaren geleden tijdens het Irak -conflict mee stapte in de betoging tegen deze zinloze oorlog, werd het me opeens duidelijk dat ik medeverantwoordelijk was voor dit geweld. Zie mij hier stappen in een vredesbetoging en met overtuiging roepen: ‘Stop de oorlog, want geweld roept geweld op.’ Maar ondertussen blijft de oorlog heel subtiel in mijn eigen hart verder duren. Ondertussen blijf ik vechten tegen alles wat me innerlijk stoort en bestrijd ik met geweld mijn eigen kwetsbaarheid en pijn. Waarheid Het pad van het mededogen is het pad van de waarheid. Een waarheidshouding is het erkennen van de werkelijkheid zoals die is. En die werkelijkheid kan hard en pijnlijk zijn. De geweldloze erkenning van
3 wat is brengt ons bij een diepere vrede en kracht. In het programma van de A.A. (Anonieme Alcoholisten) vormt de waarheid de eerste poort naar bevrijding. Wanneer je erkent dat je alcoholist bent en dus in de waarheid gaat staan, kan er een transformatieproces plaatsvinden. Wanneer je maar blijft vechten tegen het feit dat je een alcoholist bent of het niet wilt toegeven, dan blijf je er als het ware in vast zitten. Zo is het ook met onze innerlijke pijn. Als wij blijven vechten tegen onze depressieve gevoelens blijven die solide. Wanneer we de wapens neerleggen kan er heling plaatsvinden. Dit werd mij heel duidelijk bij een persoonlijke ervaring van fysieke pijn. Enkele jaren geleden kreeg ik oorsuizingen. Er ontstond een scherp geluid in mijn hoofd, dat dag en nacht aanhield. Ik bezocht vele dokters maar niemand kon mij helpen. Voor mij was deze lichamelijke stoornis haast ondraaglijk. Ik houd van de stilte. De stilte is alles voor mij. Het is mijn plaats om te schuilen en rust te vinden. En nu werd mij deze innerlijke plek afgenomen. Waar kon ik nog rust vinden? Het maakte me ongelukkig en depressief. Ik wilde dit gesuis niet, ik wilde alleen maar rust en stilte. De oorsuizingen waren de oorzaak van mijn ongelukkig zijn. Ik deed er alles aan om er van af te geraken: vocht ertegen, probeerde het te veranderen. Op een dag, na zeven jaar vechten, kwam er een ommekeer in mijn leven. In die tijd ontmoette ik in Engeland een Boeddhistische vrouw die een school voor psychotherapie had opgericht. Zij luisterde naar mijn verhaal en zei: ‘Laat het innerlijk vechten los en loop niet meer weg van de pijn, stop de strijd en benader je onrust met mededogen.’ Aanvankelijk kwam er verzet en ongeloof in mij op. ‘Dat lawaai in mijn hoofd aanvaarden, nooit!’ Maar tegelijkertijd was ik moe gevochten en ik had ook geen alternatief meer. De enige twee wegen die nog open lag waren de weg van de zelfvernietiging, door verbitterd in zelfbeklag opgesloten te blijven, of de weg van de zelfaanvaarding, door met mededogen naar mezelf te kijken. Ik koos voor de weg van het mededogen. Ik stopte de strijd in mezelf, ik verzoende me met de vijand en langzaam, heel langzaam kwam er vrede. Ondanks mijn oorsuizingen kon ik weer gelukkig zijn. Dit bracht mij tot de bevrijdende ontdekking dat de reden dat ik ongelukkig was niet buiten mij lag, maar in mij. Niet mijn oorsuizingen waren de oorzaak van mijn depressiviteit. Het was de innerlijke weerstand ertegen die mij depressief en onrustig maakte. Door mijn hart te openen voor verdriet kwam er weer ruimte voor vreugde. Moed Het pad van het mededogen is ook een pad dat moed vraagt. Meestal denken we dat moedige mensen geen angst kennen. In werkelijkheid kennen ze evenzeer angsten als iedereen. In plaats van zich ertegen te verzetten of het te onderdrukken hebben ze echter de moed om de angst in de ogen te kijken. Ik denk nu aan de prachtige film van de paardenfluisteraar. Het is het verhaal over een wild en ontembaar paard waar niemand raad mee wist. Iedereen is er bang van, iedereen loopt weg. Alleen de paardenfluisteraar heeft de moed om dichterbij te komen. Hoe wild het paard ook is, hij laat zich niet afschrikken. Hij loopt niet weg, maar blijft rechtop staan. Met zachtheid kijkt hij het beest recht in de ogen, waardoor het paard in eerste instantie nog meer in paniek raakt. Het wordt nog wilder, het begint nog harder te stampvoeten en te springen. Maar de paardenfluisteraar blijft krachtig en moedig staan. Hij blijft kijken in de ogen van het paard. Het is geen blik van onverschilligheid maar een milde, rustige blik. Langzaam begint ook het paard rustiger te worden. We hebben allemaal een wild paard en een paardenfluisteraar in ons. Hoe gaan we om met dit wilde paard? Als we het opsluiten wordt het nog wilder. Als we het gewoon loslaten loopt het verwoestend rond. Kunnen we, net als de paardenfluisteraar, het paard wat ruimte geven terwijl we het met mededogen in de ogen blijven kijken? Uit eigen ervaring weet ik dat dit niet gemakkelijk is. Het kostte mij veel moeite om mildheid te ontwikkelen ten opzichte van de angst, die ik steeds weer probeerde weg te duwen en te bestrijden. Het heeft me geholpen om de angst te leren zien als het gekwetste kind in mezelf. Ieder kind heeft angstige ervaringen doorgemaakt, die blijven sluimeren in het onderbewustzijn. Toen ik eens in een crisis verkeerde, kwamen die oude angsten opnieuw naar boven. Vooral in de nacht kreeg ik onverklaarbare paniekaanvallen. Het minste geluid deed mij bruusk ontwaken en verkrampen. Ik voelde mij als gevangen in een verlammende duisternis. Mijn eerste reactie was altijd: ‘Nee, dit niet! Dit wilde paard, dit niet ….’ Tot ik de angst leerde zien als het gekwetste kind. Ik stelde mezelf de vraag: ‘Wat zou ik doen als er een angstig kind naar me toeloopt? Zal ik het wegduwen? Nee, ik zal het op mijn schoot
4 nemen. De eerste momenten zal het misschien nog harder huilen, maar langzaam zal het rustiger worden. Liefde verzacht en heelt de pijn.’ Tijdens de paniekaanvallen begon ik mezelf te observeren. Door waakzaam te worden voor wat er in mezelf gebeurde, werd ik mij bewust van de onmiddellijke weerstand: ‘Nee, dit niet’. Door mijn weerstand telkens weer om te buigen naar erkenning en acceptatie (‘Angst, ja… ook dit’), voelde ik de pijn langzaam verzachten en wegebben. Deze milde houding had een verzachtend en helend effect. Elke liefdevolle aanvaarding van een paniekaanval was telkens een stap dichter naar bevrijding. Elke laag van angst die er mocht zijn, was ook een laag van angst die verdween. Het ging hier om een langzaam transformatieproces. Door angst met mildheid te aanvaarden gaf ik het gekwetste kind toestemming om er te zijn, waardoor heling kon plaatsvinden. Soms stel ik mij nu die diepe kwetsuur van angst voor als een ui, die laag na laag werd afgepeld tot er haast niets meer overbleef. Dit betekent niet dat er geen angst meer zou zijn in mijn huidige leven. Maar ik probeer het nu op een andere manier te beleven. Je hart open houden in de pijn Hoe doe je dat nu, de angst met een gerust hart tegemoet treden of pijn met mildheid benaderen, wanneer het stormt in je binnenste? Ik geef hieronder een oefening die mij vaak geholpen heeft om op een bevrijdende manier om te gaan met emoties als onrust, droefheid, boosheid, eenzaamheid en angst. In deze oefening richt ik mij specifiek op de ervaring van angst. Ga rustig zitten of ga liggen Wees aanwezig in het hier en nu Wees stil…en open. Vlucht niet meer. Laat je angst voor wat het is…Wees niet bang. Je angst is geen monster…maar het gekwetste kind dat smeekt om jouw liefde. Duw het niet weg. Benader het met mildheid. Waak en observeer. Luister naar je innerlijke reacties, naar je gedachten. Voel hoe je gedachten razen door je hoofd. Voel de angst voor de angst. Zie hoe alles in jou wil vluchten: ‘Nee, dit niet!’ Zie en voel de weerstand. Laat het toe. Wees mild tegenover de weerstand: ‘Ja, ook dit’. Wees zachtmoedig tegenover de angst: ‘Ja, ook dit’. Waak en wacht. Neem nu langzaam afstand van je angstige gedachten, door je aandacht te richten op je lichaam, op je ademhaling. Wees je bewust van je ademhaling. Hoe adem je? Wees nieuwsgierig. Wat gebeurt er in je lichaam? Waar ervaar je verkramptheid? Hoe voelt dit aan? Laat je ademhaling nu dieper worden. Houd de adem niet vast in je longen alleen. Laat het doorstromen. Leg je handen op je buik en volg de adembewegingen. Laat je adem ook binnenstromen in de verkrampte plekken van je lichaam. Wees gewoon aanwezig met wat er is. Aanvaard wat er is met liefde. Paniekerige gedachten, moeilijke ademhaling, weerstand, angst… Erken het. Duw het niet weg, maar benader wat is met een nieuwe houding, met zachtheid.
5 Je hoeft niets te bereiken. Wees gewoon aanwezig met wat is. Voel je helemaal geen mildheid, geen zachtheid, laat dan ook dat er zijn. Wees mild voor je eigen hardheid. ‘Ja, ook dit… ’ Zoals in de lente, in het licht en de warmte van de zon de hardste knoppen langzaam open gaan, zo zal ook de harde knop van de angst langzaam open breken, in het licht en de warmte van je mededogen. Inzicht verheldert maar liefde heelt. Mededogen in het dagelijkse leven Mededogen is met liefde leren kijken naar de demon of het wilde paard in mezelf. Mildheid is geweldloosheid. Het is de bereidheid om open te staan voor wat is, zonder te veroordelen of weg te duwen. Stephen Levine, een boeddhistische meditatieleraar die voornamelijk werkt met terminale patiënten schrijft het volgende over de helende kracht van het mededogen: ’Om heel te worden moet er niets ‘anders’ worden. Het gaat niet om verandering, maar om liefdevolle aanvaarding. We hoeven niet minder droef of minder angstig te worden. We hoeven niet meer liefdevol, of meer teder, of meer wijs te worden. Heel worden betekent juist ‘heel’ ons wezen aanvaarden zoals het is. Ja, zelfs ons gebrek aan liefde benaderen met een ...‘ah...zo zit dat’. Het lijkt te eenvoudig om waar te zijn, maar het enige wat nodig is, is milde aanvaarding van het nu-moment. Al wat wij moeten doen is gewoon zien wat is. Milde bewustwording bevrijdt.’ Heling gebeurt wanneer we kwetsuren aanraken met een nieuwe houding, wanneer we pijn benaderen met begrip en mildheid, in plaats van met veroordeling en irritatie. Zoals Oscar Wilde zegt: ‘Het is niet het volmaakte, maar het onvolmaakte dat smeekt om onze liefde.’ Al wat nodig is, is een ommekeer in onze waarneming, een terugkeer naar de liefde. Is het in ons persoonlijke leven al moeilijk om mild te zijn tegen onze innerlijke demonen, nog veel lastiger is het om een dergelijke houding aan te nemen in het dagelijkse werk waar zoveel druk op ons wordt gelegd en waar prestaties tellen. We kunnen toch niet maar alles aanvaarden wat we tegen komen? Het is een wijd verbreid misverstand dat aanvaarding hetzelfde zou zijn als berusting. Het gaat niet om een passieve houding maar om een uiterst alerte houding van openheid en aanwezigheid. Berusten zou betekenen: ik leg me er bij neer en laat het hoofd hangen. Als ik berust laat ik het lijden van mezelf en anderen niet meer tot me doordringen. Ik kan er immers toch niets aan doen. Maar mildheid is waarheid, de werkelijkheid zien zoals zij is. Dat is confronterend en zeker niet zweverig. Het paradoxale is dat juist door zuiver waar te nemen, door het ongemak, moeilijkheid of conflict bewust onder ogen te zien zonder allerhande vluchttechnieken te hanteren, wij de energie krijgen om er iets aan te veranderen. Onze handelingen komen dan echter niet voort uit verzet, maar uit het verlangen om het lijden van onszelf en anderen te verzachten. Mededogen is horen en zien wat hier is en niet wat hier zou moeten zijn, of was of zal zijn. Mededogen is aanraken met liefde, wat duister is en klein, de schaduw het brandend vuur, er durven zijn in de pijn Mededogen is aanwezig zijn in mildheid om te kunnen handelen in vrijheid Ria Weyens Minnehof : Begijnhof 42, Brugge 8000, België tel. 0032 (0) 50-61.37.88 Gsm: 0032 (0) 495-57.37.82 www.minnehof.be minnehof@ telenet.be