Mark Manders
Een labyrintisch systeem van dikke en dunne buizen en industriële elementen zoals schoorstenen en containerdeksels, vormen het landschap waarin drie figuren hun hoofd als het ware te ruste hebben
Richard Serra
Hermann Nitsch
gelegd. De twee liggende honden en de mensfiguur zijn, hoewel de kleur anders doet vermoeden, van brons gemaakt.
Het doek van de Oostenrijkse kunstenaar Hermann Nitsch wordt gedomineerd door zogeheten ‘drippings’. De verf is op het doek gegoten en loopt, gehoorzamend aan de wetten van de zwaartekracht,
naar beneden. Door het vaalrode en bruine kleurgebruik is er een associatie met bloed en dood. Het werk is duidelijk het resultaat van een snelle spontane actie.
Double Tilt / Top Cut is een tweedelige tekening op schilderslinnen die aan de muur is geniet. De op het eerste gezicht rechthoekige werken beginnen bij de plint. De kleur zwart geeft de indruk van zwaarte.
Bij nadere beschouwing doen de subtiel schuin afgesneden zijden het werk licht kantelen. De titel lijkt naar dit optisch bedrog te verwijzen. De installatie-tekeningen zijn volgens Serra pas geslaagd, wanneer zij een verandering van de architectuur teweegbrengen en de ruimtebeleving van de toeschouwers ontregelen.
Episode #2 25.04.2014 – 22.06.2014
Mind Study, 2011
Aktionmalerei, 1989-1990
De in België woonachtige Nederlandse beeldhouwer Mark Manders werkt al sinds 1986 aan zijn levenswerk ‘Zelfportret als gebouw’. De bestaande wereld geeft volgens de kunstenaar toegang tot een andere, onzichtbare wereld van gedachten. Zijn werken ziet hij als een verbeelding van zijn gedachtestroom die hij op een cruciaal moment heeft stilgezet. De combinatie van surrealistische beeldpoëzie en traditionele beeldhouwkunst verlenen de installaties en sculpturen van Mark Manders hun bijzondere karakter. Er is bij Manders sprake van een volstrekt eigen beeldtaal die zijn oorsprong vindt in de individuele obsessies van de maker.
De Weense kunstenaar Hermann Nitsch is een belangrijke vertegen woordiger van het zogenaamde Weense Aktionisme. Hij is sterk beïnvloed door auteurs als Markies de Sade en Sigmund Freud. In de jaren 60 ontwikkelde hij de ideeën voor zijn omstreden Orgien-Mysterien-Theater waarin hij theater en beeldende kunst in verbinding wilde brengen met oeroude offerrituelen, door Freud beschreven als ‘totemmaaltijden’. Het offer staat daarin centraal. Bloed en organen van dieren werden over naakte lichamen gegoten en gedra peerd. Sinds enige tijd maakt het werk van Nitsch een herwaardering door.
Double Tilt / Top Cut, 1985
Het gebruikte materiaal is paintstick dat Serra maakt van een mengsel van oliekrijt, teer, bijenwas en hars. De blokken paintstick stellen hem in staat grote oppervlakten te bewerken. Het is een fysiek zware en repetitieve manier van werken waarbij de lagen wisselend horizontaal en verticaal zijn aangebracht.
René Daniëls
Het traditioneel geschilderde zee gezicht met bootje uit 1979 mag men – gelet op de diversiteit aan stijlen in Daniëls oeuvre en zijn eigenzinnige benadering van het schildermedium – niet al te letterlijk nemen. Het ronddobberende vissersbootje is onbemand en lijkt te verdwijnen in de laaghangende bewolking en de woeste baren. Deze voorstelling zou kunnen verwijzen naar de verdwijning in 1976 van Bas-Jan Ader, een jonge Nederlandse kunstenaar die op zoek naar artistieke vrijheid, met een bootje de oceaan overstak maar halverwege spoorloos verdween.
De vroege figuratieve werken van René Daniëls met zwanen, een skateboard of rondvliegende grammofoonplaten, ontstonden eind jaren zeventig in reactie op de veelal voorstellingsloze concept- en minimal kunst. Deze raadselachtige voorstellingen sluiten aan bij een Frans-Belgische traditie waarin de nadruk ligt op kortsluitingen tussen taal, beeld en betekenis, denk aan Magritte’s Ceci n’est pas une pipe. Daniëls zelf noemt zijn manier van werken ‘beeldend dichten’. Tevens laat Daniëls een kritische houding zien ten aanzien van kunstinstituten en economische belangen in de kunst.
Zonder titel, 1979
Het Romeins wastafeltje, 1983 Twee grijsgele ‘rookpluimen’ lijken uit een roodkleurige cilinder met gele stipjes te zijn ontsnapt in dit opvallend rode werk van René Daniëls. Er is een schaduw van een menselijke gestalte te ontwaren. Links van de cilinder staan de letters CYCLO geschreven, rechts (O)P. Een groot oog links en een klein bovenin slaan de voorstel ling gade. Het werk heeft een geheim zinnige uitstraling.
Het Romeins wastafeltje, 1983
Zonder titel, 1979
De titel Het Romeins wastafeltje verwijst naar de met bijenwas bedekte schrijftabletten uit de Romeinse tijd waarbij een tekst voor hergebruik, werd afgeschaafd. Is het schrijftablet bij Daniëls een metafoor voor het geheugen? Symboliseert de inscriptie het onthouden en het schoonvegen het vergeten? Daniëls lijkt de schone lei te verbinden aan het korte geheugen van de kunstwereld, die voort durend op zoek is naar nieuwe hypes. De letters CYCLO en (O)P – een ver wijzing naar de mythologische een ogige reus – lijken een hint te zijn naar het spreekwoordelijke ‘in het land der blinden is één-oog koning’.
Een grammofoonplaat kan soms op de meest onverwachte momenten blijven…, 1983 Twee figuren staan afgebeeld tegen een gelig decor met in de rechter bovenhoek een grammofoonplaat, die dynamisch in de lucht lijkt geslingerd. De door midden geknipte figuur lijkt het meest menselijk, al steekt hij merkwaardig in elkaar. Zo fungeert zijn baardje tegelijkertijd als haar op het omgekeerde hoofd. De donkerrode schaduwfiguur rechts, de schilder, draagt een kwast.
De door midden geknipte persoon jongleert met de titel van het werk waarmee Daniëls wijst op de commercie en stilstand in de kunst: “Ik denk dat de commercie de kunst voor een groot deel heeft doodgemaakt. Iemand doet een vondst en daar wordt dan op ingehaakt, dat wordt geëxploiteerd.” Hoewel Daniëls zogezegd ‘oorlog voerde tegen het seriematig werken’ werkte hij zelf ook in series. In zijn werk zoekt Daniëls een legitimatie voor de schilderkunst die met de opkomst van de fotografie en video regelmatig was ‘doodverklaard’.
Een grammofoonplaat kan soms op de meest onverwachte momenten blijven…, 1983
Episode #2 25.04.2014 – 22.06.2014
Tony Cragg
Een hoed, rekje, stoel, tafeltje, afwasteil, jerrycan, balk en meer alledaagse dingen bevolken deze installatie van de Britse kunstenaar Tony Cragg. De voorwerpen in de uitstalling zijn optisch met elkaar verbonden door een coating van versnipperde stukjes plastic. De eigen kleur en de textuur van het oorspronkelijke materiaal zijn verdwenen. De herkenbaarheid van
Sol LeWitt
Guido Geelen
de objecten geven zijn installaties een vertrouwd gevoel, maar tegelijkertijd ontstaat ook onbehagen over alles wat wij weggooien. Door spullen die door ons zijn afgedankt tot kunst te verheffen nodigt Cragg de bezoeker uit naar de vaak mooi vormgegeven objecten en materialen die ons om ringen met een frisse blik te kijken.
Wat van een afstand er uitziet als een vrijstaande scheidingswand, blijkt van dichtbij zeven in het gelid geplaatste zuilen van gestapelde, massieve aardewerken potten. Guido Geelen is begonnen met een holle pot die hij als mal gebruikt en waarin hij de grove repen klei drukt. Wanneer de klei is gedroogd wordt het geheel in een industriële oven van de mal losgebak-
ken. In de grove structuur van de huid is het werkproces duidelijk terug te lezen. De gestapelde vormen lijken te verwijzen naar de hoge zuilvormige sculpturen van beeldhouwer Constantin Brancusi, die sokkel en beeld in elkaar liet overlopen.
Een spiraalvormige witte lijn van meer dan een centimeter dik, komt langzaam naar beneden gedraaid en verdwijnt in de vloer. Wall drawing #801: Spiral heeft Sol LeWitt speciaal voor de Cupola ontworpen. Zijn werk wordt tot de conceptuele kunst gerekend waarbij het idee door de kunstenaar als een afgerond creatief proces wordt beschouwd, los van wie het uitvoert.
Het aanbrengen van de muurschil dering was een tijdrovend en precies karwei waarbij 5,7 km tape nodig was om de lijn op de muur uit te zetten. Onder leiding van twee seniors uit New York (Takeshi Arita en Andrew Colbert) en met de hulp van zes jonge kunstenaars uit de regio is Wall drawing #801: Spiral in zes weken tijd gerealiseerd.
Episode #2 25.04.2014 – 22.06.2014
Birnam wood, 1985
Zonder Titel (C.T. 55/23), 1989
Bekend is Cragg geworden met zijn enorme ‘drawings’ van gevonden voorwerpen in dezelfde kleur, die hij op de grond uitlegt of op de muur plakt in herkenbare vormen als een fles, vliegtuig of palet. Cragg wordt tot de nieuwe Britse beeldhouwkunst gerekend, een groep beeldhouwers die de minimale en conceptuele kunst te beperkt vonden. Cragg wilde meer ruimte geven aan subjectieve, door het materiaal opgeroepen associaties.
In 2000 won Guido Geelen de Heineken kunstprijs voor zijn vernieuwende toepassing van het traditionele en functionele materiaal klei. Guido Geelen werd in 1962 geboren in het Limburgse Thorn, een Maasdorp met steen- en dakpannenfabrieken. Grote werken laat hij ook nu nog wel daar bakken.
Wall drawing #801: Spiral, 1996
LeWitts muurschilderingen zijn dan ook niet door hemzelf maar door een team van door hem opgeleide assistenten uitgevoerd. Zij werken volgens een strikte werk beschrijving en tekening. Voorop staat dat het persoonlijke handschrift van de ‘uitvoerders’ zoveel mogelijk wordt geanonimiseerd.
Sol LeWitt
Chaim van Luit
Cube, 1997 Een rood, geel, witte kubusachtige vorm is bij Cube op een blauw vlak geschilderd. Voor LeWitt is de kubus of het vierkant de meest neutrale basisvorm om een concept zo objectief mogelijk gestalte te geven. Ruimtelijke meetkundige figuren en met name de kubus en afgeleiden daarvan, zijn LeWitts favoriete motieven en vormen zijn handelsmerk.
Wavy Brushstrokes, 1995 Op het monumentale Wavy Brush strokes zijn korte golvende, kleurige verfstrepen geschilderd. In de jaren negentig vervaardigde LeWitt meerdere werken van gekleurde brushstrokes in diverse richtingen: horizontaal, verticaal, diagonaal, golvend of een combinatie ervan. Er is geen voor- of achtergrond en de herhaling van steeds dezelfde beweging geeft het werk een haast hypnotiserend effect en een vrolijk soort energie.
Cube, 1997
De compositie en uitvoering van deze werken lijken eenvoudig, maar de weergave is bedrieglijk. LeWitt schilderde de strepen enkel in de primaire en secundaire kleuren. Door verschillende strepen over elkaar te schilderen en de transparantie van de verf, zijn andere kleuren als grijs, groen, roze en oranje ontstaan.
Van Luit rondde in 2011 zijn opleiding aan de Maastrichtse kunstacademie af en een van zijn eindexamenwerken was de videoloop Infinite Colours. Voor dit werk fietste hij acht uur lang een parcours van achten. Een camera registreerde de bewegingen van het voorwiel die over hoopjes pigment reed. In de video is te zien dat gaandeweg de pigmenten op het parcours vervloeien en er een wondere wereld van spetterende kleuren ontstaat: een bewegend schilderij.
Wavy Brushstrokes, 1995
Tangled Bands, 2000 Probeer de lijnen die Sol LeWitt op Tangled Bands schilderde eens te volgen. Het is haast niet te doen. Als golven in het water grijpen de rode lijnen steeds weer in elkaar. Door de blauwe achtergrond en de transparantie van de verf is de primaire kleur rood veranderd in een bordeauxkleur. Hoewel een lijn in de kunst als een individuele vorm van expressie geldt, streefde LeWitt naar anonimiteit door de lijn te gebruiken als een neutraal, objectief middel. In zijn werk ligt de nadruk niet op persoonlijke expressie, maar op het concept, het idee achter het kunstwerk. In tegenstelling tot veel ander werk zijn de gouaches door hemzelf geschilderd. Tangled Bands, 2000
Infinite Colours, 2011
Chaim van Luits werk onderscheidt zich door de meditatieve kwaliteiten die hij zijn kunstwerken weet mee te geven. Onder zijn handen ontstaat een onderzoekend oeuvre van op het eerste gezicht simpele, gereduceerde vormen, die bij nadere beschouwing een intense beeldende impact blijken te hebben. Hoewel Van Luit zich daarbij bedient van heel diverse media, waaronder video, audio, steen, vuurwerk, zout en site-specific aangetroffen materiaal, laat zijn werk zich naar eigen zeggen het best omschrijven met de term ‘schilderkunst’.
Episode #2 25.04.2014 – 22.06.2014
Ien Lucas
Het abstracte oeuvre van Ien Lucas oogt heel divers maar een constante is haar drang tot experiment en de rol die ze het toeval laat spelen. Lucas experimenteerde aanvankelijk met olieverf maar nadat ze daarvoor een allergie ontwikkelde was ze gedwon gen over te stappen op andere
schildermaterialen. Teleurgesteld in de mogelijkheden en uitstraling van acrylverf versneed ze een doek in lange banen. Verrast door het resultaat werd het streeppatroon een van de vaste motieven in het werk van Lucas. Uit de ‘streepwerken’ blijkt Lucas’ virtuoze beheersing van acrylverven.
02.01.2014 Sommige van de meer dan manshoge schilderijen, zijn het resultaat van de natuurelementen. Lucas spreidde de doeken buiten op de grond uit, gooide er verf over en liet de doeken dagen buiten liggen. Onder invloed van zonlicht, harde wind en de grillige,
met zwerfkeien bezaaide ondergrond ontstonden fraaie abstracte patronen met een verrassend warme uitstraling.
03.02.2014 In een andere reeks schilderijen bewerkte Ien Lucas de achterzijde van het doek met verf waarbij de verzadigingsgradatie bepaalt of de verf de voorzijde van het doek ‘haalt’.
Ien lucas studeerde in Tilburg en aan de Maastrichtse postacademie Jan van Eyck.
Episode #2 25.04.2014 – 22.06.2014
01.01.2014
02.01.2014
01.01.2014 Een patroon van grillige lijnen zijn op dit doek vernuftig in elkaar verweven. Vrolijke kleuren wisselen elkaar af en tussen de lijnen zien we een onder grond doorschemeren van wisselend gekleurde vlakken. De verf, die Ien Lucas voor dit doel heeft verdikt, is met een speciaal tubetje op het doek aangebracht. Bij intensiever kijken ontdek je dat er ‘keurige’ lijnen zijn, verkorte versies evenals dwarsliggers.
03.02.2014
Lei Molin
Lei Molin werkte graag op en met papier en typerend voor zijn werk is zijn elegante penseelvoering. Gedurende Molins leven fungeerde zijn omringende wereld altijd als inspiratiebron.
Tot 1967 woonde hij in Limburg en werd zijn werk gekenmerkt door een uitbundig kleurgebruik. Hij kreeg bekendheid als een van de ‘Amster damse Limburgers’, een naam die een groep schilders dankte aan het feit dat ze het conservatief-katholieke Zuiden verruilden voor het ‘vrije’ Amsterdam.
Een belangrijke periode voor Molin is de tijd dat hij een atelier in de havens van IJmuiden had, zijn werk werd abstracter en versoberde in kleurgebruik.
In 1985 verhuisde hij naar Amsterdam en brak misschien wel zijn meest productieve tijd aan: “Ik verhuisde naar Amsterdam en daar kwamen de kleuren terug. Het is de stad die dat doet…”.
Ook het werk van dichters als Pablo Neruda en Bert Schierbeek, een schrijver als Jorge Luis Borges, de musici Miles Davis en Atahualpa Yupanqui en collega kunstenaars inspireerden Molin evenals zijn reizen naar Sicilië, Spanje en de Ardennen.
Episode #2 25.04.2014 – 22.06.2014
Collage, 1979
Atahualpa Yupanqui (A en B), 1986
“Dat blauw, dat is het blauw van de lucht” aldus Lei Molin, “In het diepst van de lucht is het zwart. Wanneer je op zee gaat vissen dan is de kust oud en ver weg. De abstractie wordt pas concreet op het einde. Ik schilder het einde.”
Zonder titel, 1985
Antonietta Peeters
Peeters stapelt landschappen, in serie boven of naast elkaar, vaak gebruikmakend van een raster. De werken geschilderd op doek, jute of papier functioneren op de grens van figuratie en abstractie.
Evi Vingerling
In Zonder titel, 2004 toont Peeters blauw- en groenkleurige vergezichten naast intieme baaitjes. Opvallend zijn de ‘rode’ rivieren en de wolkenluchten die bijna een landschap op zichzelf vormen.
Een grootbladige, waaiervormige kamerplant doemt op in een zinderend rood veld. Het gestileerde motief van de palmplant neemt vrijwel het hele doek in beslag. De ritmische ordening van de bladeren suggereert beweging. De onderrand van het doek is tevens de plek waar de bladstelen samenkomen
en het doek functioneert als een denkbeeldige pot die de plant als het ware omsluit. Allesoverheersend is de rode waas, die als een verzengende vuurzee, de plant en achtergrond in elkaar laat overvloeien. Ondanks het herkenbare motief overheerst een mysterieuze, zelfs wat dreigende atmosfeer.
Episode #2 25.04.2014 – 22.06.2014
Zonder titel, 2004
Zonder titel, 2013
Deze aaneengeregen landschappen vinden hun oorsprong in collages van zwart gestifte series ansichtkaarten, posters en foto’s, die sinds 1991 zijn ontstaan. De nog natuurlijk ogende blauwe baaien, meren, rivieren en luchten vormen een interessant contrast met de zwarte, vlak ogende stukken land of berg, waardoor verschillen in voor- en achtergrond, positief en negatief, boven en beneden worden opgeheven.
De beelden van Vingerling zijn steeds te herkennen ‘als iets’: een orchidee, een fontein van spattend water, vuurwerk, de horizon, lichtreflecties, boombladeren die bewegen in de wind. Veel van haar recente schilderijen gaan over de natuur of over de zintuigelijke beleving daarvan.
Zonder titel, 2003
Vingerling zegt dat ze soms, wanneer zij niet doelgericht kijkt, het geziene ineens waarneemt als kleuren en vlakken. Haar schilderijen zijn het resultaat van een onthechte blik en toont het onderwerp in zijn minimale staat. Er zijn heel wat tekeningen en studies nodig om te komen tot precies dat beeld, tot die zintuigelijke ervaring van dat ene moment.
René Daniëls
Daniëls werk sluit aan bij een FransBelgische traditie waarin de nadruk ligt op de relatie tussen taal, beeld en betekenis. Neem de titel van het werk A Fountain in Africa. De kunstenaar verbindt hier Duchamps bekende urinoir (in Engels: fountain) – en daarmee diens radicale kunstopvatting – aan zijn kleurig, vlot opgezette landschap. Daarmee geeft hij de voorstelling als geheel een dubbel zinnige lading.
Mary Heilmann
Tussen de groene palmbomen die als fonteinen omhoog lijken te schieten, staan drie zwaaiende zwarte figuurtjes. Boven hen zweeft een verdwaalde giraffe tegen een witte achtergrond waarin we met enige moeite een vrouwengezicht kunnen herkennen.
De twee zelfgemaakte houten stoelen Rietveld-Remix I en II ondersteunen de door Heilmann consequent uitge dragen opvatting dat ze haar doeken maakt om bepaalde ervaringen met het publiek te delen. Heilmanns improvisaties op Rietveld lijken uit te nodigen om er op te gaan zitten. Helaas is vanwege de kwetsbaarheid van de stoelen dit niet toegestaan.
Rebecca Morris
Heilmanns ongekunstelde en ogenschijnlijk nonchalante benadering van het doek of de stoel verraadt een even scherpzinnige als geestige gedachtewisseling met verschillende kunsthistorische opvattingen; een houding die kunstenaars over de hele wereld inmiddels tot lichtend voorbeeld dient.
De tekeningen van Rebecca Morris zijn op te vatten als studies maar hebben ook een zelfstandige status. Het proces van het maken staat centraal en leidend principe is improvisatie. Met onder meer haar eigen initialen als oefenterrein
beproeft en internaliseert ze dit uitgangspunt, dag in dag uit, jaar na jaar. En zo ontstaat een repertoire aan geschilderde gebaren, van abstracte voorstellingen die voort komen uit de dynamiek van het schilderen.
Episode #2 25.04.2014 – 22.06.2014
Untitled (#148-12), 2012
Untitled (#228-12), 2012
Untitled (#181-12), 2012
Untitled (#111-12), 2012
Rietveld-Remix 1, 2004-2008 en Rietveld-Remix 2, 2012
A Fountain in Africa, 1984
Daniëls noemde zijn manier van werken ‘beeldend dichten’. Het museum bezit een tiental doeken en een belangrijke verzameling tekeningen en gouaches van René Daniëls. Deze oorspronkelijke en invloedrijke Nederlandse kunstenaar bracht in de jaren zeventig met grote overtuigingskracht figuratie terug in de schilderkunst. Zijn oeuvre moet als afgerond worden beschouwd wegens een hersenbloeding in 1987.
Pierre Huyghe
De installatie Crystal Cave is ontstaan naar aanleiding van een bezoek van Pierre Huyghe aan een kristalgrot. Huyghe wilde diverse interpretaties van het bezoek vastleggen en daartoe nodigde hij o.a. een wiskundige, een sjamaan en een mineraloog uit. De diverse onderdelen van de installatie
verwijzen naar de verschillende manieren waarop de getuigen verslag deden van het grotbezoek. Associatie, toeval en improvisatie spelen daarbij een rol. Zo blijkt de verzilverde koperen sculptuur gebaseerd te zijn op een gevouwen papierwerkje dat een van de deelnemers, waarschijnlijk
als tijdverdrijf, maakte. Het werk verbindt een gebeurtenis (grotbezoek) aan een sculptuur, een foto, tekening en de gevonden mineraalbollen.
De film Forest of Lines is een 7 minuten durende impressie van een ‘environment’ die Pierre Huyghe ontwierp voor het Operahuis van Sidney in 2008. Hij construeerde een tijdelijk bos van duizend echte bomen in de concerthal. Het publiek werd uitgenodigd langs smalle paadjes te
lopen waar kunstmatige mist en theatrale verlichting zorgden voor een spannende enscenering. Er was een lied te horen en er werden verhalen verteld. Hij koos een bos omdat het een steeds veranderend organisme is. Je kunt je erin verliezen, het is mysterieus, de plaats waar sprookjes
zich afspelen en waar dingen gebeuren die je niet kunt zien. De installatie Forest of Lines is op te vatten als een soort van science fiction experiment.
Episode #2 25.04.2014 – 22.06.2014
Crystal Cave, 2009-2013
Forest of Lines, 2008
Het Bonnefantenmuseum verwierf de installatie Crystal Cave onlangs. Pierre Huyghe wordt beschouwd als een van de belangrijkste kunstenaars in de internationale kunstscène. Niet alleen exposeerde hij op vooraanstaande internationale podia (Biënnale van Venetië, Documenta in Kassel) maar
ook had hij een overzichtstentoon stelling in Centre Pompidou, Parijs. Huyghes grote succes representeert de revival van Franse kunst in het internationale circuit. Kunstenaars als Pierre Huyghe, Philip Parreno en Dominique Gonzales Foerster gooien hoge ogen met werk dat een
intelligente reflectie biedt (het blijft Frans en filosofisch georiënteerd) op de relatie tussen kunstobject, wijze van presentatie en interpretatie van de kijker. Manipulatie van tijdsbeleving zoals structureel gebeurt bij film, speelt een belangrijke rol bij Huyghes werk.
Suchan Kinoshita
Mark Manders
Hok I van de Japans-Duitse Suchan Kinoshita is een uit afvalhout opge trokken onderkomen. Binnenin is een verrassend laboratorium te zien met verschillende flessen in de vorm van een zandloper. De flessen zijn gevuld met huis, tuin en keuken vloeistoffen als afwasmiddel, inkt, honing, shampoo en olijfolie. Iedere zandloper heeft zijn eigen doorlooptijd en maakt bij omkering een klokkend geluid.
Mark Manders, de kunstenaar achter de veelgeprezen Nederlandse inzending voor de Biënnale van Venetië, ontwerpt gesloten systemen waarin architectuur, mens en dier met elkaar verstrikt zijn. In dit werk dragen vier houten stoelen een stevig tafelblad waar een eenbenig figuur in balans wordt gehouden. Als een soort pijl in de boog wordt de figuur met kabels, houten balken en een contragewicht op spanning gehouden.
Manders werkt volgens de klassieke sculpturale wetten. Natuurkrachten zoals trek- en spankracht spelen een belangrijke rol. ‘Ouderwetse’ materialen zoals brons, ijzer en hout wisselt hij af met ‘imitaties’ van ongebakken klei. Manders bouwt al sinds 1986 aan zijn levenswerk ‘Zelfportret als gebouw’. De bestaande wereld geeft volgens de kunstenaar toegang tot een andere, onzichtbare wereld van gedachten.
Robert Mangold
Katja Mater
Joëlle Tuerlinckx
Het werk Plane/Figure Series (Double Panel) F bestaat uit twee doeken die samen één onregelmatige vierhoek vormen. De kleuren olijfgroen en bruinrood onderstrepen het separate van de twee delen. De onder- en boven kant van het tweeluik lopen parallel, bij de schuin afgesneden zijkanten lijkt het verdwijnpunt buiten het doek te liggen. Twee ellipsen verbinden de doeken met elkaar en suggereren ruimte, evenals de gelaagdheid van de verf.
Bij fotografie kun je meerdere keren hetzelfde vlak belichten en zo lagen aanbrengen in een foto. Dat is precies wat Katja Mater in haar Density Drawings doet: ze schildert bijvoor beeld een vlak eerst zwart en dan weer wit. De verschillende stadia fotografeert zij en legt ze over elkaar heen door met meervoudige belichting te werken. De beelden zijn net zo goed een documentatie van dit proces als een geheel nieuw werk.
Het is geen eenvoudige opgave het oeuvre van Joëlle Tuerlinckx te door gronden. De aangewende materialen hebben een goedkoop uiterlijk. Her en der opgestelde objecten bezitten nauwelijks sculpturale kwaliteiten. Het lijkt wel of er helemaal geen sprake is van kunst maar de installaties van Joëlle Tuerlinckx horen juist in het museum thuis. Het gáát namelijk over kunst. Kunstwerken zijn op te vatten als geconcretiseerde, gestolde momenten in een doorgaand artistiek proces. Haar werken zijn zodoende blijvend onaffe voorstellen.
Plane/Figure Series (Double Panel) F, 1993
Hok I, 1996
Het is de bedoeling je terug te trekken in deze ‘tijdscapsule’ waarbinnen de tijd diverse snelheden kent, net zoals ons subjectieve tijdsbesef zelden synchroon loopt met de kloktijd. Suchan Kinoshita die behalve de kunstacademie ook een muziek-, en theateropleiding in Keulen heeft gevolgd, beweegt zich graag op het snijvlak van theater en beeldende kunst.
Mind Study, 2010-2011
Parallel Planes 3, 2011
Ring Image B (Variation), 2008
Het werk Ring Image B (Variation) bestaat uit twee grijskleurige halve cirkels. De linkerhelft is in vieren stukken opgedeeld, de rechter kant in drieën. De golvende lijn die de indeling volgt laat op iedere helft een ander beeld zien. Hoewel de lijn vanuit een systeem is opgezet lijkt de vorm vrij te meanderen. Mangold behoort tot de eerste generatie schilders die de grond beginselen van de schilderkunst zélf tot onderwerp neemt. Volgens Mangold is een schilderij een plat vlak, voorzien van verf, ontdaan van elke illusie. Een schilderij is voor hem een optelsom van de samenstellende delen: formaat, vorm, vlak, lijn, kleur, textuur, materiaal en werkwijze.
Katja Mater’s werk komt voort uit haar interesse in thema’s als de ervaring van tijd in fotografie en het documen teren van ongrijpbare momenten en situaties. Mater onderzoekt de grenzen van onze waarneming en de specifieke eigenschappen van analoge fotografie. Terwijl ze de poëzie van het moment probeert te vangen, legt ze de schoon heid van basale natuurkundige wetten bloot.
Episode #2 25.04.2014 – 22.06.2014
Jan Dibbets
Een glimmende motorkap in de kleur oranje herleidt de kunstenaar Jan Dibbets op deze foto tot een puur kleur-, licht- en lijnenspel. In Colour Studies, een reeks van tien foto’s die tussen 1973 en 1976 is ontstaan, zijn delen van auto’s gefotografeerd. Door de afbeelding te draaien wordt een in de alledaagsheid gewortelde afbeelding geabstraheerd en telt voor Dibbets enkel nog de kleur en zijn betekenis.
Als een van de belangrijke conceptuele kunstenaars van de jaren zestig maakte Jan Dibbets vanaf 1967 naam met fotowerken. In zijn experimenten met fotografie, dat hij als een autonoom beeldend medium zag, onderzoekt hij de perceptie van de werkelijkheid en de verbeelding van ruimte, kleur, licht en structuur. Dibbets is bekend geworden met zijn Perspectiefcorrecties, boogvormige landschappen en interieurs.
Peter Struycken
Het werk Cornerstone uit 2013 bestaat uit twee delen: een stuk kalksteen uit een mergelgrot in Zuid Limburg en een videoloop. Luit laat zien hoe hij het stuk steen uit de grot zaagt, op een zelfgemaakte draagbaar legt en het uit de duisternis mee naar buiten sleept, naar het daglicht. Cornerstone toont ons een reis door de tijd.
Iedereen kent wel het werk van Peter Struycken. Hij was de ontwerper van het uit stippen opgebouwde portret van (oud)koningin Beatrix (1981) dat lang onze postzegels sierde. Nu computers ons leven beheersen, is het moeilijk voor te stellen hoe vernieu wend pionier Struycken was toen hij al eind jaren zestig computers inzette om kunst te maken. In Color Space Generator Eyck mani puleert het computerprogramma de door Struycken geleverde beelden zo dat er nóóit eenzelfde beeld op het scherm te zien is.
Cornerstone, 2013
Chaim van Luit is een jonge kunste naar die zich niet laat beperken tot de keuze voor één medium. Hoewel hij veel performances uitvoert noemt Van Luit zichzelf schilder. Van Luit werkt instinctief en ontdekt vaak pas achteraf de historische context en de tradities waar zijn werken tegenaan schuren. Colour Studies, 1976
Sanne Vaasen
Chaim van Luit
Chaim van Luit zegt zelf over Corner stone: “In een paar minuten daal ik miljoenen jaren af. Steeds dieper de duisternis in, het niets, de leegte. Ik ben op zoek naar een geschikt stuk steen, een steen die er 60 miljoen jaar op heeft gewacht om uitgekozen te worden […].”
Systematisch en consequent onderzoek naar kleuren, vormen en processen loopt als een rode draad door het oeuvre van Struycken. Zijn verleidelijke werk neemt vele vormen aan, variërend van tekeningen, schilderijen en video’s tot kostuums, decors en belichtings- en beeld programma’s voor ballet of muziek.
Color Space Generator Eyck, 1999
Katja Mater
In de projectie Motion Drawing (zie zaal A3) vertaalt Katja Mater het principe van de Density Drawings naar bewegende beelden en naar het domein van de animatiefilm. Schilder kunst is eigenlijk altijd een vorm van ‘bewegend beeld’, gezien het proces van stapsgewijze beeldopbouw. In de film beweegt Mater een camera langs beschilderde stroken papier waarbij de films meerdere keren worden belicht.
Sanne Vaassen is gefascineerd door de kwaliteiten en eigenschappen van materialen, zoals hier blauw glitterpoeder. Ze kijkt, proeft, voelt en ruikt eraan en probeert ze te doorgronden. Toeval en intuïtie bepalen in belangrijke mate hoe het spel tussen de kunstenaar en het materiaal verloopt. Het is een krachtmeting tussen controleerbare en oncontroleerbare krachten.
Episode #2 25.04.2014 – 22.06.2014
Intermediary + Residu, 2012
Sanne Vaassen is een talentvolle en jonge kunstenaar die vorig jaar veel indruk maakte met haar afstudeer presentatie op de Academie voor Beeldende Kunsten in Maastricht.
René Daniëls
Mary Heilmann
Op een feloranje vlak zijn vier parallellogrammen weergegeven. Eén is blauwkleurig, twee zijn wit en de ander laat het onbeschilderde doek zien. De blauwe kleur resoneert in het schip dat in een uitgespaarde vorm in het midden is geschilderd. Het comple mentair kleurgebruik versterkt het gevoel van ruimte. De warme oranje kleur komt op je af terwijl de koele blauwe kleur wijkt. Het schip lijkt een suggestie van een horizon weer te geven.
Mary Heilmann herneemt regelmatig motieven uit haar eerdere werken waardoor heel haar oeuvre resoneert in het recente werk. Een mooi voorbeeld daarvan is het fluorescerende Positive-Negative. Heilmann combineert hier haar klassieke spinnen webmotief met de meer recente ‘crashing waves’. Jeugdherinneringen aan de relaxte surfcultuur verbindt Heilmann hier met de geschiedenis van de formele abstracte experimen ten vanaf de jaren zeventig.
Een warme dag in de vuurtoren,1985
Positive-Negative, 2011
Laura Owens
Heilmann schreef in 1987: ‘Er zit altijd een herinnering aan een plek of gebeurtenis – en door me te concentreren op het gevoel en de stemming van die herinnering probeer ik het schilderij het gevoel dat die herinnering voor mij heeft, mee te geven.’
Een asfaltweg doorsnijdt een verlaten woestijnlandschap in waterige kleuren. Rechts van de weg staat een opmerke lijk verkeersbord naast een grote struik. De achtergrond is verdeeld in grillige diagonale stroken waarop kleine cactussen staan afgebeeld, die weer als een soort schaduwen gespiegeld zijn.
Robert Ryman
Wat Owens met dit schilderij heeft willen uitdrukken, is lastig te zeggen. Zo kan de blauwe strook bovenin worden gezien als lucht, maar ook als water. Het verkeersbord wijst erop dat een eventuele reiziger aan de rechterzijde van de weg moet blijven.
Op een wit geschilderd vierkant stuk papier heeft de Amerikaan Robert Ryman twee vlakken uitgespaard waarvan de linkerkant een patroon van ruitjes laat zien. Het werk is eenvoudig op de muur geniet. De kunstenaar heeft met potlood zijn naam in zwierige letters vertikaal er op geschreven, evenals de datum ’80 en TEST, TEST.
Episode #2 25.04.2014 – 22.06.2014
Door te spelen met voor- en achter grond, transparantie en ondoorzichtig heid en de gelaagdheid van de verf heeft hij dit op een interessante manier verbeeld. Daniëls zei ooit over dit werk dat het was “net als op die warme dag in de vuurtoren, toen de boten buiten op zee en het licht dat door de vensters binnenviel, gedurende een kort moment, tot hetzelfde beeld behoorden”.
Untitled, 2003
Large-Small, Thick-Thin, Light Reflecting, Light Absorbing 2, 2008
Veel van Owens werken zijn zonder titel waarmee ze benadrukt dat de beeldende kunst niet moet verwoor den maar tonen. De in Los Angeles woonachtige kunstenaar versmelt in haar werk abstractie met figuratie, traditionele schilderkunst met toegepaste- en naïeve kunst. Opvallend is haar ontspannen houding ten aanzien van de kunstgeschiedenis en ambachtelijke benadering van het metier.
Road Trip, 2010
Het is direct duidelijk dat Road Trip refereert naar de collectieve ervaring van een nachtelijke rit op een einde loze autoweg. Maar waar kijken we naar: twee in elkaar geschoven donkerkleurige vierkanten waarbij blauw-zwarte vegen verf als golven over het schilderij rollen. Het rechter deel wordt door twee witte strepen doorsneden. In dit shaped canvas wordt gespeeld met ruimtewerking, kijkrichting, abstractie.
Opvallend zijn enkele dik aangezette zwarte lijnen van lava gel en de potloodstrepen die de opzet van het doek verraden.
Vanaf 1955 maakt Robert Ryman een intuïtieve analyse van de schilder kunstige grondbeginselen, een kunsthistorische stroming die ook wel fundamentele schilderkunst wordt genoemd. Hij kiest consequent voor vierkante formaten en witte verf. “Het wit”, aldus Ryman: “… is domweg een neutrale verf die gebruikt kan worden om andere aspecten van het schilderij te verduidelijken: het vlak, de textuur, de randen, de kleur, de lichtabsorptie en -reflectie, ja zelfs de drager waarop de verf is aan gebracht”.
Rebecca Morris
Elf schilderijen uit de periode 2009-2013 worden in de presentatie Southafternoon getoond. De titel is afkomstig uit een lied van Roberto Cacciapaglia van het album The Ann Steel Album, en heeft betrekking op het zonnige namiddaglicht in Morris’ atelier in Los Angeles. De kunstenares is niet bang voor fris zomers kleur gebruik en knotsgekke patronen en vormen.
Er is bij Morris, sprake van hernieuwde aandacht voor de ambachtelijke aspecten van schilderkunst. Ze speelt met verf die op het doek wordt geborsteld, gegoten, gewreven, gespoten en gemetseld. Ze gebruikt de verschillen in textuur, werkt met wisselende droogtijden van de verf, zet kwaliteiten als transparantie tegenover matheid, enz. Morris trekt, vol vertrouwen in haar medium, een
diep spoor in de materiële en technische eigenschappen van de schilderkunst.
Niet zozeer de iconografie maar de materiële gelaagdheid van de voorstelling komt bij het werk van Rebecca Morris tot uitdrukking. Het proces van het maken staat bij Morris centraal en leidend principe is de improvisatie. Haar abstracte voorstellingen tonen een verraderlijke nonchalance en relaxte atmosfeer. Zelf noemt Morris het ‘hardboiled abstraction’. Haar grote voorbeeld is
de Belgische abstracte schilder Raoul De Keyser (1930-2012), in wiens open en meanderend formalisme het leven zelf lijkt te resoneren.
In 1994 schreef Rebecca Morris het manifest ‘For Abstractionists and friends of the non-objective’: “Make work that is so secret, so fantastic, so dramatically old school/ new school that it looks like it was found in a shed, locked up since the 1940’s”.
Episode #2 25.04.2014 – 22.06.2014
Untitled (#02-12), 2012
Untitled (#01-13), 2013
Untitled (#04-13), 2013
Johan Creten
Gulden Snede is een 13-delige serie keramische beelden van de hand van de Vlaamse beeldhouwer Johan Creten. Hij maakte deze intieme reeks van steengoed in zijn atelier in Parijs, om ze in de periode tussen 2010 en 2013 in de ateliers van Struktuur 68 in Den Haag af te werken met goudluster.
Gulden Snede toont een zeer directe relatie tussen de kunstenaar en de materie. Het zijn gebalde, geconcentreerde, handgevormde wandsculp turen in geglazuurd steengoed, op de rand balancerend tussen abstractie en suggestieve figuratie, tegelijk mannelijk en vrouwelijk. De werken hebben iets mysterieus en mystieks in hun ogenschijnlijke eenvoud.
Oscar van den Boogaard – schrijver en directeur van het HISK te Gent – schrijft over deze nieuwe reeks: “De dertien sculpturen lijken voor mij verschillende versies van de oorsprong zelf van waaruit het leven opwelt. Ze zijn stuk voor stuk ‘origines du monde’. Gouden sneden waaruit het ongecorrigeerde leven geboren kan worden, nog niet gecorrumpeerd
door de censurerende mens die de macht overneemt. De sculpturen zijn afkomstig uit een voor-wereld waarin het profane en het hogere vanzelfsprekend samenvallen. Het profane wordt geglorificeerd en de glorie geprofaniseerd”.
Episode #2 25.04.2014 – 22.06.2014
Gulden Snede 1 FLOW, 2011-2013
Gulden Snede 4, 2011-2013
Gulden Snede 11 La Source, 2011-2013
Lara Schnitger
De installatie met tentakels van pantykousen en vierkante kartonnetjes, Jackson’s Nightmare genaamd, strekt zich uit in de ruimte, hecht zich aan de roze geschilderde muren, het plafond en de vloer. Het is als bezoeker onmogelijk afstand te nemen van het werk, sterker nog, bij het binnengaan van de zaal maakt hij er automatisch deel van uit.
De titel refereert aan Jackson Pollock, een schilder die in de jaren vijftig in New York abstract-expressionistische werken maakte door verf op het doek te laten druipen. De zogenaamde Drippings vulden het hele beeldvlak, er was geen sprake van een centrum of compositie. De radicaliteit van Jacksons streven was mede aanleiding voor deze installatie.
Op een groot wandkleed staat een donkere vrouw als een soort ‘Caritas’ afgebeeld terwijl vier kinderen zich aan haar vasthouden of in haar armen liggen. Het doek dat als een grof patchwork in elkaar is gezet draagt de tekst NEVER ALONE. Schnitger onderzoekt met dit werk de rol van het moederschap. Zijn kinderen een remedie tegen het alleen zijn? Is het een voorrecht om kinderen te hebben?
We zien een grote stokpop of een jurkachtige figuur die zichzelf in evenwicht houdt. Onder de blauw- en bruinkleurige opgespannen lappen en bandages lijkt een witte onderjurk en blouse schuil te gaan. De bandages dragen de tekst TOUCH ONLY maar we herkennen ook het woord SMELL. Schnitger heeft inmiddels een hele clan van dit soort reuze figuren gemaakt.
Schnitger vindt haar inspiratie in nieuwsitems waarin de vrouw centraal staat en reageert op de manier waarop de vrouw in onze beeldcultuur wordt gerepresenteerd.
Episode #2 25.04.2014 – 22.06.2014
Never Alone, 2012
Touch Only, 2012
Jackson’s Nightmare, 1998
De eigenzinnige beeldtaal van Lara Schnitger heeft zich de laatste jaren verder ontwikkeld als een hybride spel op het snijvlak van ruimte, sculptuur, kleding en performance. In haar werk zijn verwijzingen naar seksualiteit, street fashion, reclame, graffiti en kringloopwinkels terug te vinden. Steeds is alles doortrokken van een uitdagend maar vrolijk stemmend feminisme.
The most contemporary picture show, 1983
István Csákány
De omvangrijke installatie Ghost Keeping, die István Csákány voor de Documenta 13 in Kassel realiseerde, bestaat uit een compleet naaiatelier minutieus nagemaakt in hout. Enkele figuren die slechts bestaan uit lege, donkere kostuums, zweven
als spoken naast de installatie. De installatie lijkt op het eerste gezicht een momentopname waarmee de kunstenaar de traditionele handwerkpraktijk zichtbaar maakt. Maar zowel het ontbreken van de mens, als de titel Ghost Keeping laten er geen
twijfel over bestaan dat hier een vergeefse poging wordt ondernomen om het verdwijnen van de traditionele maakindustrie een halt toe te roepen.
Les statues meurent aussi is een nieuwe installatie, die István Csákány speciaal voor het Bonnefanten heeft gerealiseerd is in dialoog met het museum en zijn collecties ontstaan. De centrale vraag die de kunstenaar en gastconservator Hajnalka Somogyi
zich hebben gesteld is: “Als de minimalistische en conceptuele museale kunstcollecties typische verworvenheden zijn van een kapitalistische cultuur, wat zou er dan gebeuren als er in de toekomst een radicaal ander maatschappelijk systeem de overhand
krijgt?” Met de afstand van iemand die in Oost Europa is opgegroeid onderzoekt Csákány hier de neergang van de moderniteit, en de rol van het museum als bewaarder van kunstschatten.
Episode #2 25.04.2014 – 22.06.2014
Ghost Keeping, 2012
In zijn kunstwerken reflecteert Csákány vaak op maatschappelijke transformaties en hun politieke, economische en culturele conse quenties. Mede op basis van zijn persoonlijke ervaring met het leven van handarbeiders en bouwvakkers, onderzoekt hij in zijn artistieke oeuvre de verschillende noties van arbeid: gerelateerd aan het ambacht,
Les statues meurent aussi, 2014 (detail)
aan de industrie, maar ook aan het kunstenaarschap. Via de figuur van de arbeider, die ofwel afwezig is, ofwel gemodelleerd naar de kunstenaar zelf, verwijst hij naar het eindspel van de moderniteit maar ook naar lege ruimtes en nieuwe constellaties die misschien in de nabije toekomst geactiveerd kunnen worden.
Joëlle Tuerlinckx
Camille Henrot
In de video Grosse Fatigue presenteert Camille Henrot op visueel en auditief hypnotiserende wijze theorieën en ideeën over de schepping van de wereld. De ruggengraat van de video wordt gevormd door een gesproken tekst. Deze is een mix van historische wetenschap en de scheppingsverhalen uit verschillende religieuze tradities. Maar ook de Kabbala, de vrijmetselarij en orale tradities van onder meer de Dogon, de Inuit en de Navajo spelen een rol. Veel beelden zijn gemaakt in het Smithsonian Institution, ’s werelds grootste onderzoeks- en museum complex.
Grosse Fatigue, 2013
Camille Henrot oogstte met haar video Grosse Fatigue de zilveren leeuw voor de meest veelbelovende jonge kunstenaar tijdens de Biënnale van Venetië 2013. Henrot is bekend om haar video’s en animaties waarin ze tekeningen, foto’s, muziek- en filmarchiefbeelden samenvoegt. De focus bij haar werk ligt op de fascinatie voor het ‘anders zijn’, zowel seksueel als geografisch.
In deze ruimte zien we een video waar een hand iets in beeld schuift en weer weg neemt, waar een dikke stift punten zet, enz. De plafondverlichting gaat elke vijf minuten uit en weer aan. Het oog moet constant ‘switchen’ tussen de projectie op een zwart vel, het beeld op de monitor en de ‘concrete’ ruimte met de gekleurde stroken papier aan de wand.
De ruimtelijke installaties van de Belgische kunstenaar Joëlle Tuerlinckx zijn in de regel op locatie gemaakt. Geen werk staat volledig op zichzelf maar komt voort uit een eerder of wijst vooruit naar een volgend werk. Tuerlinckx stapelt als het ware beelden, als hield zij een beeldend dagboek bij. Haar werkmethode is onderzoekend en improviserend, het basismateriaal eenvoudig: gekleurde vellen papier, gele post-its of de confetti die achterblijft in de perforator.
A Stretch Museum, Scale 1:1, een voorstel voor het Bonnefantenmuseum, Cinemazaal, 2001-2003
Episode #2 25.04.2014 – 22.06.2014
Gary Hume
Richard Deacon
Bounds of sense bestaat uit een metalen onderstel en een organische krulvorm van repen gelamineerde hardboard. Wanneer de toeschouwer zich verplaatst verandert het lijnenspel van de sculptuur. Als een soort paperclip klemt de verlijmde constructie zich vast op de balancerende basis, een massa en centrum ontbreken.
De uitdrukking ‘bounds of sense’ verwijst naar de grenzen van de zintuiglijke waarneming. Deacon tracht de dubbelzinnige communicatie tussen het ik en de buitenwereld te verbeelden met motieven als ‘zintuigen’ of ‘organen’. Ze functioneren als metaforen, iets waar de titels van zijn werken ook op zinspelen.
De Engelse schilder Gary Hume maakt vanaf 1992 vooral figuratief werk dat een heel scala aan onder werpen omvat. Niet alleen zijn er vaak vrouwenfiguren, vrienden van de schilder en beroemdheden zoals Kate Moss en Michael Jackson te zien maar ook afbeeldingen van een bloem, een vogel, een hand, voeten of een knuffelkonijn. Hume gebruikt vooral
foto’s uit de massamedia als inspiratie bron maar beroemde schilderijen uit de kunstgeschiedenis en religieussymbolische beelden kunnen ook aan zijn werk ten grondslag liggen.
Via dit verrassend gevarieerd aantal motieven verkent Hume het hele spectrum aan emoties dat gaat van verwondering en blijheid tot melancholie en verlies. Conventionele ideeën van schoonheid worden tegenover een donkerder, meer onder vragende benadering van de wereld gezet.
Episode #2 25.04.2014 – 22.06.2014
Little Whistler, 1996
Bounds of sense, 1987
Het lichtgebogen onderstel is gemaakt van in elkaar geschroefde platen metaal. De Britse kunstenaar Richard Deacon heeft heel wat kilo’s schroeven in het onderstel verwerkt en is ook bepaald niet zuinig geweest met de lijm. Het materiele karakter van het werk wordt zo benadrukt. Volgens Deacon is het bedenken van een sculptuur niet los te koppelen van het ambachtelijke werkproces.
Earth Angel, 1999
Hume geeft zijn onderwerpen sterk vereenvoudigd weer, in afwijkende, meestal bonte kleuren. Hij werkt op de grond op grote platen aluminium waarop hij eerst met tubes siliconenpasta de contouren van de voor stelling tekent. Vervolgens giet hij huisschildersverf tussen de lijnen.
De glanzende verf vormt een gladde, kleurige laag op de harde ondergrond waardoor zelfs sombere of beladen onderwerpen iets decoratiefs krijgen. Gary Hume kreeg eind jaren tachtig bekendheid met glanzende, abstract ogende panelen geïnspireerd op ziekenhuisdeuren.
Suchan Kinoshita
Marijn van Kreij
De aanblik van de zeven bollen op de grond houdt het midden tussen volgestouwde vuilniszakken en Keltische dolmens. In feite komt het eerste het dichtst in de buurt. De zwarte verpakkingsfolie is gebruikt om rommel uit Kinoshita’s atelier in Maastricht en het afval van haar galerie in Luik in te pakken. In feite nodigt ze de bezoeker uit te kijken naar iets dat normaliter weggegooid zou worden.
Een tekening waarin rechtsonder een rood vierkant is te zien met de tekst TALKING HEADS:77 in groene letters. Binnen het rode gedeelte is het vierkant, weliswaar kleiner, nogmaals geschilderd. Er is niet veel fantasie nodig om in het roodkleurige vlak het debuutalbum van de muziekgroep Talking Heads te herkennen dat ze in 1977 uitgaven. Typisch voor Van Kreij is de herhaling van het motief.
Robert Ryman
Untitled (ReadyPost, SDB, Go Folks, Go Forth, Trust Your Brain, Trust Your Body) is de titel die Marijn van Kreij aan zijn grote gouache met envelop motief heeft meegegeven. We zien een handmatig gekopieerde afbeelding van een bedrukte traditionele envelop die middels de titel wordt gekoppeld aan hedendaagse communicatie middelen zoals social media.
Twee lichtgebogen platen fiberglas vangen als een schotelantenne het licht. Ze worden bij elkaar gehouden door een strip in het midden en vier grote metalen klemmen. De symmetrie van de twee helften wordt doorbroken omdat het witgeschilderde oppervlak voor een deel glanzend is. Op de strip in het midden staat de tekst R Y M A N 8 8.
Sanne Vaassen
Robert Ryman kiest voor zijn werken consequent voor vierkante formaten en witte verf, welke voor hem geen specifieke symbolische of mystieke betekenis hebben. Het vierkant heeft geen richting en is dientengevolge nauwkeurig te relateren aan de wand en de ruimte. Details die gewoonlijk onopgemerkt blijven, zoals de rand, signatuur en datering spelen nadrukkelijk een rol als compositorische elementen.
Een flesje met blauwe pigmentpoeder wordt door de kunstenaar omgekeerd en door de wind meegenomen. 59 seconden duurt de loop waarin we de blauwe poeder heel even een wolk zien vormen tegen de achtergrond van stilstaand water waarin een donkere lucht en bomen reflecteren.
Episode #2 25.04.2014 – 22.06.2014
Iso-follies, 2006
Untitled (Talking Heads, ’77), LP/CD, 2012
Untitled (ReadyPost, SDB, Go Folks, Go Forth, Trust Your Brain, Trust Your Body), 2012
Wolk, 2013
Het inpakken van vuilnis is dan ook niet zonder betekenis. Het afval komt van precies de twee plekken die in het leven van de kunstenaar cruciaal zijn: het atelier waar het werk wordt gemaakt en de galerie waar het wordt verkocht. Kortom: Kinoshita heeft letterlijk de kringloop van de commer ciële kunstproductie ingepakt.
Van Kreij’s spel met toe-eigening en kopiëren past naadloos in de huidige beeldcultuur, waarin de onmiddellijke en eindeloze reproductie van het beeld centraal staat en geen enkel beeld meer ‘veilig’ is. Dit zogeheten toe-eigenen, hergebruiken van andermans werk in je eigen werk wordt in de kunst ‘Appropriation’ genoemd.
Herhaling en het steeds weer hernemen van bestaande motieven zijn belangrijke thema’s in het werk van Marijn van Kreij. Zo kan hij even makkelijk een cataloguspagina van Kazimir Malevitsj of Picasso kopiëren als ook zijn eigen werk dupliceren. Van Kreij bevraagt in zijn werk de waarde van de autonomie en het auteurschap van de kunstenaar; begrippen die in de hedendaagse beeldcultuur steeds verder onder druk komen te staan.
De kunstenaar maakt voor haar acties gebruik van haar eigen lichaam of van hulpmiddelen zoals de wind, water of een motor. Het proces, de weg ernaartoe is minstens zo belangrijk als het eindresultaat en een wezenlijk aspect van de beeldende kwaliteit. Verschillende materialen vragen daarbij om verschillende soorten acties: blazen, duwen, draaien, laten vallen, uitstrooien… Journal, 1988
“Van Kreijs werk vraagt om geduld. Je moet goed kijken en het in de context van zijn oeuvre zien. En gaandeweg word je dan gegrepen. Dan zie je ook de toegevoegde waarde: What you see is nót what you get”, aldus Roos van Put hoofdredacteur van het tijdschrift Kunstbeeld.
Ryman experimenteert met een scala aan verfsoorten op verschillende ondergronden zoals staal, koper, aluminium, plastic, vinyl, fiber- en plexiglas en hij bevestigt de schil derijen op onorthodoxe wijze met schroeven, houten blokjes of metalen beugels.
Suchan Kinoshita is een gevestigde kunstenaar van Duits-Japanse afkomst die tot voor kort in Maastricht woonde. Haar werk bevat vaak performatieve en theatrale elementen. Het huis en de subjectieve ervaring van tijd zijn prominente thema’s in haar oeuvre, waarin ze vaak zinspeelt op de problematiek van ‘ergens thuishoren’.