FEDERALE OVERHEIDSDIENT ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie WTC III - Simon Bolivarlaan 30 • 1000 Brussel • http://statbel.fgov.be Ondernemingsnummer: 0314.595.348
CVTS
Continuing vocational training survey
Aan de opleidings- of personeelsverantwoordelijke binnen de onderneming.
Uw ondernemingsnummer:
ENQUÊTE NAAR DE VOORTGEZETTE BEROEPSOPLEIDINGEN van werkgevers aan werknemers - 2010
Geachte mevrouw, geachte heer, Levenslang leren, permanente vorming, … In onze kenniseconomie zijn het sleutelbegrippen om de competitiviteit van het bedrijfsleven op peil te houden. Bovendien worden investeringen in opleiding en vorming beschouwd als een richtsnoer voor een gezond toekomstgericht sociaal overleg. Het opstellen van betrouwbare en vergelijkbare resultaten op Europees, nationaal en regionaal niveau over de voortgezette beroepsopleidingen in België is daarom een noodzaak. Bijgevolg organiseert de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie een vijfjaarlijkse enquête naar voortgezette beroepsopleidingen van werkgevers aan werknemers. Uw onderneming werd geselecteerd voor deelname voor het referentiejaar 2010. Wij rekenen op uw deelname om tot representatieve data te komen. Als deelnemer kunt u nadien een individueel benchmarkrapport ontvangen, waarin uw onderneming grafisch gepositioneerd wordt binnen uw referentiemarkt, en dit voor een aantal belangrijke vormingsindicatoren. Verdere instructies en een voorbeeld vindt u op de achterzijde van dit formulier. Graag ontvingen wij de ingevulde vragenlijst terug voor 15 maart 2011, via het bijgevoegde formulier of via de websurvey. Hiertoe gaat u naar het volgende internetadres: https://websurveys.economie.fgov.be/cvts Vervolgens logt u aan met de volgende parameters: Login: «login» en paswoord: «password» Ik dank u bij voorbaat voor uw medewerking.
Annie Versonnen Directeur-generaal a.i.
Rechtsgrond: Europese verordening nr. 1552/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de statistiek van bij- en nascholing in ondernemingen
Informatie of vragen bij deze enquête? Groene lijn: 0800/96.740 (elke werkdag van 9 tot 16 uur ) of e-mail:
[email protected] Verklarende woordenlijst in bijlage Version française/Deutschsprachige Fassung du formulaire téléchargeable sur / online abrufbar auf http://statbel.fgov.be/cvts.
1
IDENTIFICATIEGEGEVENS
Contactpersoon binnen de onderneming (voor deze vragenlijst)
Naam
Functie
E-mail
Telefoon
Deze vragenlijst heeft als doel om de activiteiten van ondernemingen (def.1) inzake voortgezette beroepsopleidingen te meten. Tenzij het specifiek anders wordt vermeld, zijn alle vragen in deze enquête van toepassing op het jaar 2010 en is er slechts één antwoord per vraag mogelijk. Deze enquête is voor alle ondernemingen bestemd, dus ongeacht of uw onderneming in 2010 opleidingen heeft aangeboden of niet. Wij vragen u te antwoorden voor de hele onderneming, dus eveneens voor eventuele andere vestigingen die onder hetzelfde ondernemingsnummer vallen. Bij het beantwoorden van de vragen uit de onderdelen A, B, C, D en E dient er geen rekening gehouden te worden met de werknemers die een stage volgden in het bedrijf of tewerkgesteld waren in het kader van een formele opleiding met een opleidingscontract/leerovereenkomst - deze worden uitsluitend in deel F behandeld.
VOORTGEZETTE BEROEPSOPLEIDINGEN: Er is sprake van een voortgezette beroepsopleiding (def. 2) als de opleiding voldoet aan de volgende kenmerken: • De opleiding is op voorhand gepland en wordt steeds gevolgd voor beroepsdoeleinden; • De opleiding heeft als doel om de werknemer nieuwe competenties bij te brengen of de bestaande competenties van de werknemer te verbeteren; • De opleiding wordt geheel of gedeeltelijk door de onderneming gefinancierd (dit kan echter ook indirect via bv. bijdragen aan opleidingsfondsen of beschikbaar stellen van werktijd). Het maakt niet uit wie het (hoofd) initiatief voor de beroepsopleiding(en) neemt: dit kan genomen zijn door de werkgever, de werknemer of kan een verplicht karakter hebben (bv. verplicht door de wet). In deze vragenlijst wordt er voor de voortgezette beroepsopleidingen een onderscheid gemaakt tussen:
• interne en externe opleidingen/cursussen (def. 4) en • andere vormen van voortgezette beroepsopleidingen (def. 5).
Meer gedetailleerde definities vindt u terug in de verklarende woordenlijst (tussen haakjes staat telkens het definitienummer vermeld).
INTERNE EN EXTERNE CURSUSSEN
ANDERE VORMEN van voortgezette beroepsopleidingen
• Interne cursussen : opleidingen die in hoofdzaak door de onderneming zelf ontworpen en beheerd worden (def. 14).
• Guided on-the-job-training (def. 16) (vorming op het terrein) • Geplande opleiding via jobrotatie, uitwisselingen tussen diensten, studiebezoeken en detacheringen (def. 17) • Aanwezigheid op vormings of kwaliteitscirkels (def.18) • Zelfstudie (def. 19) • Bijwonen van conferenties, workshops, beurzen en lezingen (def. 20)
• Externe cursussen : opleidingen die in hoofdzaak ontworpen en beheerd worden door een andere instelling (def. 15).
2
DEEL A - STRUCTURELE GEGEVENS VAN DE ONDERNEMING EN ONDERNEMINGSSTRATEGIEËN AANGAANDE VOORTGEZETTE BEROEPSOPLEIDINGEN (VOOR ALLE ONDERNEMINGEN)
A1 Hoeveel bedroeg het totaal aantal werkzame personen (def. 6) in uw onderneming? Totaal
Mannen
Vrouwen
Totaal aantal werknemers op 31.12.2010 Totaal aantal werknemers op 31.12.2009
A2 Hoeveel bedroeg het totaal aantal gewerkte uren (def. 7) voor alle werknemers in uw onderneming in 2010? _______ Uren. A3 Hoeveel bedroegen de totale directe en indirecte loonkosten (def. 8) voor alle werknemers in uw onderneming in 2010? _______ Euro. A4 Heeft uw onderneming in 2010 nieuwe of sterk verbeterde goederen en diensten (def. 9) geïntroduceerd of nieuwe methodes (def. 10) ingevoerd om deze goederen en diensten te produceren of te leveren? Ja Neen A5 Heeft uw onderneming een eigen opleidingscentrum (def. 11) of deelt uw onderneming een opleidingscen- trum met andere ondernemingen of organisaties om voortgezette beroepsopleidingen aan te bieden aan de werknemers?
Ja
Neen
A6 Is er in uw onderneming een welbepaald persoon of een specifieke afdeling die verantwoordelijkheid draagt voor de organisatie van voortgezette beroepsopleidingen van de werknemers? Ja Neen A7 Beoordeelt uw onderneming op regelmatige basis de behoeften aan vaardigheden en competenties binnen de onderneming? (‘op regelmatige basis’ heeft betrekking op de recentste afgelopen jaren en de eerstvolgende jaren).
Neen
Ja, maar niet regelmatig (hoofdzakelijk bij personeelswijzigingen
Ja, het is een deel van het globale planningsproces in de onderneming A8 Hoe speelt uw onderneming meestal in op toekomstige behoeften aan vaardigheden en competenties? (d.w.z. hoe heeft uw onderneming tot nu toe gereageerd wanneer ze geconfronteerd werd met gebrek aan vaardigheden)
(meerdere antwoorden mogelijk)
Via voortgezette beroepsopleidingen bij de huidige werknemers
Via rekrutering van nieuwe medewerkers met de geschikte kwalificaties, vaardigheden en competenties
Via rekrutering van nieuwe medewerkers gecombineerd met een specifieke training
Via een interne reorganisatie zodanig dat de bestaande vaardigheden en competenties beter worden benut A9a Peilt uw onderneming gewoonlijk naar de vaardigheden en opleidingsbehoeften van de individuele medewerkers? Ja, hoofdzakelijk via gestructureerde interviews (def. 12)
A9b Indien ’Ja ’, wordt er dan specifiek gefocust op : (meerdere antwoorden mogelijk)
Ja, maar via andere werkwijzen
Beroepen of groep van beroepen
Neen
Vaardigheden en competenties
ga naar vraag A10
Taken en activiteiten Formele kwalificaties
3
A10 Welke vaardigheden en competenties worden in het algemeen als belangrijk beschouwd voor de ontwikkeling van uw onderneming in de komende jaren? (meerdere antwoorden mogelijk)
Meest belangrijke (slechts één antwoord mogelijk)
Algemene IT-vaardigheden (PC en softwaregebruik) Professionele IT-vaardigheden (programmeren) Managementvaardigheden Vaardigheden om in team te werken Klantgericht handelen Probleemoplossend handelen Kantooradministratie (facturatie, time-management) Kennis van vreemde talen Technische, praktische of jobspecifieke vaardigheden Mondelinge of schriftelijke communicatie Reken- en/of leesvaardigheden Andere, specificeer: Weet niet
A11 Leidt binnen uw onderneming de planning van voortgezette beroepsopleidingen gewoonlijk tot een schriftelijk opleidingsplan of programma? Ja Neen A12 Voorziet uw onderneming gewoonlijk in een jaarlijks budget voor opleidingen, waar ook de voorzieningen voor voortgezette beroepsopleidingen toe behoren? Ja Neen A13 Bieden de collectieve arbeidsovereenkomsten (de cao’s) (def. 13) die van toepassing zijn op uw onderneming de mogelijkheid van voortgezette beroepsopleidingen aan?
Ja
Neen
Weet ik niet
Er zijn geen cao’s van toepassing in ons bedrijf A14a Zijn de werknemersafgevaardigden in uw onderneming (bv. in de ondernemingsraad) doorgaans betrokken bij het procesmanagement van voortgezette beroepsopleidingen?
Ja
Er is geen werknemersafgevaardigde/ondernemingsraad in het
Neen
ga naar vraag A15 ga naar vraag A15
A14b Indien ‘Ja’, bij welke aspecten van het procesmanagement van voortgezette beroepsopleidingen zijn ze meestal betrokken? (meerdere antwoorden mogelijk)
Vaststellen van de doelstellingen van de opleiding
Vastleggen van de criteria voor de selectie van deelnemers of de afbakening van specifieke doelgroepen
Vorm of type van training (interne/externe cursussen of andere opleidingsvormen zoals bv. guided on-the-job training enz.)
Inhoud van de opleiding
Budget voor de opleiding
Selectie van externe aanbieders van opleiding(en)
Evaluatie/beoordeling van de resultaten van de opleidin
4
A15 Welke informatiebronnen gebruikt uw onderneming meestal om geïnformeerd te worden over het aanbod/ aanbieders van voortgezette beroepsopleidingen? (meerdere antwoorden mogelijk)
Publieke informatiecentra/diensten en instellingen (bv. VDAB, FOREM, ACTIRIS, ADG, overheidsdiensten,…)
Private opleidingsaanbieders (bv. sectorfondsen, …)
Personeel/vertegenwoordigers van het personeel
Andere, omschrijf:
Geen enkele informatiebron wordt gebruikt
DEEL B - VOORTGEZETTE BEROEPSOPLEIDINGEN - KENMERKEN (VOOR ALLE ONDERNEMINGEN)
Dit deel van de vragenlijst gaat over de voortgezette beroepsopleidingen (def. 2) die door uw werknemers werden gevolgd. Zie opnieuw tabel op blz. 2 voor de soorten voortgezette beroepsopleidingen.
B1 Heeft uw onderneming in 2010 interne en/of externe cursussen aangeboden aan de werknemers?
a) Interne cursussen (def. 14)
b) Externe cursussen (def. 15)
Ja
Neen
Ja
Neen
(Opleidingen die in hoofdzaak ontworpen en beheerd worden door de eigen onderneming) (Opleidingen die in hoofdzaak ontworpen en beheerd worden door een andere organisatie)
B2 Heeft uw onderneming in 2010 andere vormen van voortgezette beroepsopleidingen aangeboden aan de werknemers?
Ja
Neen
Indien ja, hoeveel werknemers?
a) Geplande trainingen via ‘guided on-the-job-training’ (def. 16) (Dit zijn geplande periodes van training, instructie of het opdoen van praktische ervaring op de werkvloer of in de werksituatie, gebruik makend van de alledaagse werkinstrumenten.)
werknemers
b) Geplande trainingen via jobrotatie, uitwisselingen, detacheringen of studiebezoeken (def. 17) werknemers
c) Bijwonen van conferenties, workshops, beurzen en lezingen (def. 18) (Aanwezigheid op al deze evenementen wordt enkel als een opleiding beschouwd, wanneer de deelname op voorhand werd gepland en wanneer het primaire doel van de participatie de vorming is.)
werknemers
d) Geplande trainingen via participatie aan vormings- of kwaliteitscirkels (def. 19) (Vormingscirkels zijn groepen van werknemers die op regelmatige basis samenkomen met het doel om meer te leren omtrent de vereisten van de arbeidsorganisatie, de arbeidsprocedures en de arbeidsplaats. Kwaliteitscirkels zijn werkgroepen die als doel hebben via discussie productie- en arbeidsplaatsproblemen op te lossen.)
werknemers
e) Geplande trainingen via zelfstudie (def. 20) (Zelfstudie komt voor wanneer een individu participeert aan een gepland leerinitiatief waar hij of zij zelf de opleidingstijd en de locatie waar het leren plaatsgrijpt, beheert. E-learning via zelfstudie valt hier ook onder.)
werknemers
5
B3 Heeft uw onderneming in 2009 interne en/of externe cursussen aangeboden aan de werknemers?
Ja Neen B4 Heeft uw onderneming in 2009 andere vormen van voortgezette beroepsopleidingen aangeboden aan de werknemers? Ja Neen B5 Betaalde uw onderneming in 2010 bijdragen (def. 21) aan collectieve (externe) fondsen of andere opleidingsfondsen ten voordele van voortgezette beroepsopleidingen?
Kunnen ondermeer in aanmerking worden genomen als bijdragen :
- De patronale bijdrage voor de opleiding en de tewerkstelling van risicogroepen, in uitvoering van het interprofessionele akkoord van 2009 – 2010 - Specifieke stortingen, vaak uitgedrukt als een percentage van de loonmassa, voor de opleiding van werknemers, verschuldigd in uitvoering van een collectieve arbeidsovereenkomst op sectoraal of ondernemingsniveau
Ja euro Neen B6 Ontving uw onderneming in 2010 subsidies (def. 22) van externe fondsen (of de overheid) voor de financie ring van de aangeboden voortgezette beroepsopleidingen?
Kunnen ondermeer in aanmerking worden genomen als subsidies :
- Tegemoetkomingen uit collectieve fondsen, zoals de premies of andere financiële tegemoetkomingen ten laste van de sectorale opleidingsfondsen;
- Gewestelijke of federale steun, zoals het deel dat de Gewesten voor hun rekening nemen in de opleidingen gefinan cierd door opleidingscheques of zoals de subsidies bij het volgen van een opleiding in een officieel opleidingscentrum (bijvoorbeeld de VDAB);
- Het hefboomkrediet, ter ondersteuning van initiatieven inzake permanente vorming en levenslang leren door middel van een tussenkomst in de kosten van opleidingsprojecten, loopbaanbegeleiding en flankerende acties.
Ja
euro
Neen
ga naar pijltjes ‘volgende pagina’
B7 Indien ‘Ja’, van welke maatregelen profiteert uw onderneming meestal bij het verstrekken van voortgezette beroepsopleidingen? (meerdere antwoorden mogelijk)
Fiscale stimuli (belastingsaftrek, fiscale vrijstellingen, belastingskredieten, belastingsverlichting,
belastingsuitstel)
Ontvangsten uit opleidingsfondsen (nationaal, regionaal, sectoraal)
EU-subsidies (bv. het Europees Sociaal Fonds)
Overheidssubsidies
Andere (bv. ontvangsten uit particuliere stichtingen, ontvangsten vanwege externe
instanties/personen voor gebruik van het eigen trainingscentrum van de onderneming,
ontvangsten voor het verstrekken van opleidingen aan externe instanties/personen die geen deel
uitmaken van de onderneming…)
Andere, omschrijf :
6
Het vervolg van de vragenlijst is afhankelijk van uw antwoord op de vragen B1 en B2 Er zijn 3 mogelijkheden:
Heeft u op vraag B1 minstens één keer ‘ja’ geantwoord (m.a.w. werknemers hebben in 2010 deelgenomen aan interne EN/OF externe cursussen), gelieve dan verder te gaan met de delen C, D en F. Deel E mag u overslaan.
B1 = ‘ja’’ deel C, D, F
Heeft u op vraag B1 twee keer ‘neen’ geantwoord (geen interne EN geen externe voortgezette beroepsopleidingen), maar u heeft ‘ja’ geantwoord op minstens één van de andere vormen van voortgezette beroepsopleidingen van vraag B2, gelieve dan verder te gaan met de delen D en F. De delen C en E mag u overslaan.
B1 = ‘neen’ B2 = ‘Ja’ deel D en F
Wanneer u zowel op vraag B1 als op vraag B2 telkens met ‘neen’ geantwoord heeft, gelieve dan verder te gaan met de delen E en F. De delen C en D mag u overslaan.
B1 = ‘neen’ B2 = ‘neen’ deel E en F
DEEL C - INTERNE EN EXTERNE CURSUSSEN (ENKEL VOOR ONDERNEMINGEN DIE ‘INTERNE EN EXTERNE CURSUSSEN’ AAN HUN PERSONEEL HEBBEN AANGEBODEN) C1 Hoeveel werknemers (def. 23) van uw bedrijf namen in 2010 deel aan één of meerdere interne en/of externe cursussen? Iedere werknemer dient slechts éénmaal meegeteld te worden, ongeacht het aantal (interne of externe) cursussen waaraan hij of zij heeft deelgenomen. Totaal
Mannen
Vrouwen
Aantal deelnemers
C2 Hoeveel betaalde arbeidsuren (def. 24) werden er in 2010 binnen uw bedrijf gespendeerd aan alle interne en externe cursussen? Totaal
Interne cursussen
Externe cursussen
Betaalde arbeidsuren
C3 Welke vaardigheden of competenties werden beoogd door het volgen van interne en externe cursussen in 2010? (‘meest belangrijke’ slaat op het grootst aantal betaalde arbeidsuren gespendeerd aan een vaardigheid) (meerdere antwoorden mogelijk)
Meest belangrijke (slechts één antwoord mogelijk)
Algemene IT-vaardigheden (PC en softwaregebruik) Professionele IT-vaardigheden (programmeren) Managementvaardigheden Vaardigheden om in team te werken Klantgericht handelen Probleemoplossend handelen Kantooradministratie (facturatie, time-management) Kennis van vreemde talen Technische, praktische of jobspecifieke vaardigheden Mondelinge of schriftelijke communicatie Reken- en/of leesvaardigheden Andere, specificeer :
7
C4 Sommige beroepsopleidingen over de gezondheid en veiligheid op het werk zijn verplicht (def. 25) en moeten regelmatig worden georganiseerd. Welk aandeel van de opleidingsuren werd in 2010 aan deze verplichte opleidingen besteed? _______ % van alle interne/externe opleidingen C5 Welke opleidingsaanbieders/opleidingsverstrekkers (def. 26) heeft uw onderneming in 2010 gekozen voor de EXTERNE beroepsopleidingen? (‘meest belangrijke’ slaat op het grootst aantal betaalde arbeidsuren gespendeerd aan
EXTERNE beroepsopleidingen) Meest belangrijke (slechts één antwoord mogelijk)
(meerdere antwoorden mogelijk) Scholen, hogescholen, onderwijs voor sociale promotie (CVO), universiteiten, andere instellingen voor hoger onderwijs… Publieke opleidingsinstellingen (instellingen die gefinancierd of gestuurd worden door de overheid, bijvoorbeeld de VDAB of Syntra) Particuliere opleidingsinstellingen Particuliere ondernemingen van wie de hoofdactiviteit niet uit het organiseren en geven van opleidingen bestaat Werkgeversorganisaties, sectorale opleidingsinstituten of Kamers van Koophandel Vakbonden Andere instellingen, specificeer :
C6 Hoeveel bedroegen de kosten voor het aanbieden van interne en externe cursussen aan uw werknemers in 2010? (kruis aan wat van toepassing is en vermeld dan het bedrag) Ja
Indien ‘Ja’, bedrag in Euro
a) Betalingen aan organisaties/opleiders die de opleiding verstrekken (def. 27) (Betalingen verricht aan externe organisaties voor het aanbieden van vorming, inclusief het inschrijvingsgeld, de vergoedingen aan examinatoren en de kost van externe opleiders ter ondersteuning van interne cursussen)
Euro
b) Verplaatsings- en verblijfkosten (def. 28)
Euro
c) Loonkost van het intern opleidingspersoneel, belast met vorming (def. 29) (De loonkosten van het personeel van het eigen opleidingscentrum en de personeelsleden die exclusief of gedeeltelijk betrokken zijn bij het ontwerpen en het beheren van de opleidingen)
Euro
d) Kost van lokalen, uitrusting en (les)materialen gebruikt voor vorming (def. 30 & 31) Euro
(De jaarlijkse afschrijving van kantoren en materiaal, de gebruikskosten van de opleidingsruimten of het trainingscentrum en de kosten van materialen, specifiek aangekocht voor de vorming)
TOTAL (a + b + c + d) =
Euro
DEEL D - KWALITEIT EN RESULTATEN ( VOOR ALLE ONDERNEMINGEN DIE ‘INTERNE EN EXTERNE CURSUS- SEN’ OF ‘ANDERE VORMEN VAN BEROEPSOPLEIDING’ AAN HUN PERSONEEL HEBBEN AANGEBODEN) D1 Welke aspecten heeft uw onderneming in 2010 doorgaans in acht genomen om de kwaliteit van voortgezette beroepsopleidingen te verzekeren? (meerdere antwoorden mogelijk)
Certificatie/accreditatie van externe aanbieders (bv. gebruik van nationale registers, …)
Continue bijscholing van interne opleiders
Voortgezette beroepsopleiding en certificering gebaseerd op nationaal / sectoraal erkende normen
Andere aspecten, specificeer :
Geen specifieke aspecten in acht genomen
8
D2a Beoordeelt uw onderneming meestal de resultaten van bij- en nascholing?
Ja, voor alle opleidingsactiviteiten
Ja, voor bepaalde opleidingsactiviteiten
Neen, bewijs van deelname is voldoende
ga naar vraag D3
D2b Indien ‘ja’, welke methoden worden toegepast?
(meerdere antwoorden mogelijk)
Uitreiking van een certificaat/attest na de schriftelijke of praktische proef
Tevredenheidsonderzoek onder de deelnemers
Beoordeling van het gedrag of de prestatie van de deelnemers in relatie tot de opleidingsdoelstellingen
Beoordeling / meting van het effect van de (bij)scholing op de prestatie van de betrokken afdelingen of de gehele onderneming
D3 Welke van de volgende factoren heeft in 2010 het aanbieden van voortgezette beroepsopleidingen en andere vormen van beroepsopleidingen in uw onderneming belemmerd? (meerdere antwoorden mogelijk)
Het aanwervingsbeleid van de onderneming was gericht op personen die reeds over de vereiste kwalificaties, vaardigheden en competenties beschikten
Moeilijkheden bij het vaststellen van de opleidingsbehoeften van de onderneming
Het gebrek aan geschikte opleidingen
De hoge kosten van voortgezette beroepsopleidingen
Meer focus op initiële beroepsopleidingen (leerovereenkomst, …) dan voortgezette beroepsopleidingen
Er zijn de voorbije jaren reeds grote inspanningen geleverd voor voortgezette beroepsopleidingen
Hoge werkdruk en de beperkte beschikbare tijd van de werknemers om deel te nemen aan beroepsopleidingen
Andere redenen, specificeer :
Er waren geen beperkende factoren (opleidingsniveau was voldoende)
Deel E - REDENEN VOOR HET NIET VOORZIEN VAN VOORTGEZETTE BEROEPSOPLEIDINGEN TIJDENS HET JAAR 2010 (VOOR ONDERNEMINGEN DIE GEEN OPLEIDING HEBBEN VERSCHAFT IN 2010)
Dit onderdeel van de vragenlijst peilt naar de redenen waarom uw bedrijf in 2010 geen voortgezette beroepsopleidingen aan de werknemers heeft aangeboden. Werd wel opleiding aangeboden, ga dan naar deel F.
E1 Wat waren de drie belangrijkste redenen waarom de personen werkzaam in uw bedrijf in 2010 geen voortgezette
beroepsopleidingen hebben gevolgd (noch interne/externe cursussen, noch andere vormen van beroepsopleidingen)?
De bestaande kennis en vaardigheden van de werknemers beantwoorden aan de huidige behoeften van de onderneming
Het aanwervingsbeleid van de onderneming was gericht op personen die reeds over de vereiste kwalificaties, vaardigheden
en competenties beschikten
Moeilijkheden bij het vaststellen van de opleidingsbehoeften van de onderneming Het gebrek aan geschikte opleidingen De hoge kosten van voortgezette beroepsopleidingen Meer focus op initiële beroepsopleidingen (leerovereenkomst, …) dan voortgezette beroepsopleidingen Er zijn reeds grote inspanningen geleverd voor voortgezette beroepsopleidingen in de voorbije jaren De hoge werkdruk en de beperkte beschikbare tijd van de werknemers om deel te nemen aan beroepsopleidingen Andere redenen, specificeer :
9
DEEL F - INITIËLE BEROEPSOPLEIDINGEN (VOOR ALLE ONDERNEMINGEN)
Dit onderdeel handelt omtrent de initiële beroepsopleidingen (def. 3) binnen uw onderneming tijdens het jaar 2010.
Er is sprake van een initiële beroepsopleiding bij systemen van alternerend leren en werken, waar de leerlingen beroepsgericht onderwijs ontvangen in samenhang met een opleiding in de praktijk voor een bepaald beroep. Volgende criteria gelden opdat er sprake is van een initiële beroepsopleiding : • Het doel van alternerend leren bestaat erin een officieel erkend diploma of certificaat te behalen (m.a.w. de opleiding maakt deel uit van een formeel onderwijsprogramma van het secundair of postsecundair onderwijs); • De studieactiviteit dient minstens een gedeeltelijk arbeidselement te omvatten; • De duur van de opleiding bedraagt minstens zes maanden; • De leerling die het beroep aanleert, krijgt een vergoeding. Voorbeelden van dergelijke systemen van alternerend leren zijn: • De middenstandsopleiding/leertijd bij Syntra • Het deeltijds Beroepssecundair Onderwijs (DBSO) • De ondernemingsopleiding bij Syntra
F1 Hoeveel bedroeg het aantal deelnemers aan initiële beroepsopleidingen binnen uw onderneming tijdens het jaar 2010? (Enkel deelnemers aan het secundair en het postsecundair onderwijs komen in aanmerking) _______ deelnemers
Indien dit aantal 0 is, kan u vraag F2 overslaan.
F2 Wat is de belangrijkste reden voor uw onderneming om initiële beroepsopleidingen aan te bieden ? (meerdere antwoorden mogelijk)
Om toekomstige werknemers op te leiden volgens de noden van de onderneming
Om de beste leerlingen uit te kiezen als toekomstige werknemer na het beëindigen van hun initiële beroepsopleiding
Om te voorkomen dat in geval van externe aanwerving er een mogelijke mismatch is met de noden van de onderneming
Om al tijdens de leerovereenkomst gebruik te maken van de productiviteit van de leerlingen
Andere, omschrijf :
Wij danken u hartelijk voor uw bereidwillige medewerking ! De vragenlijst kan u via bijgevoegde enveloppe opsturen. Een postzegel is niet nodig. Bovendien kan u in ruil voor uw deelname een geïndividualiseerd benchmarkrapport ontvangen, waarin uw onderneming grafisch gepositioneerd wordt binnen een voor u relevante referentiemarkt (sector, regio en grootteklasse), en dit voor een aantal belangrijke opleidingsindicatoren (zie een voorbeeld hierbij). Wenst u dit rapport te ontvangen, stuur dan een e-mail met als onderwerp ‘rapport’ naar
[email protected] met duidelijke vermelding van uw ondernemingsnummer + het e-mailadres dat dit rapport dient te ontvangen. Gelieve er rekening mee te houden dat de verzending van deze rapporten pas kan gebeuren na de volledige verwerking van alle resultaten (medio 2012).
10
Voorbeeld benchmarkrapport (fictieve gegevens)
1. OPLEIDINGSINVESTERING (in % van de loonmassa)
In deze grafiek wordt uw onderneming gepositioneerd binnen een voor uw onderneming relevante referentiemarkt. De donkere balk stelt uw onderneming voor.
= uw onderneming Referentiemarkt = Financiële sector, kleine ondernemingen (N=60) In een boxplot duidt de bovengrens van de box percentiel 25 aan, de ondergrens = percentiel 75. Het midden van de box stelt de mediaan voor en het plusteken het gemiddelde. De horizontale lijn geeft de positie van uw onderneming weer.
2. OPLEIDINGSPARTICIPATIE: aantal deelnemers aan voortgezette beroepsopleiding (in % deelnemers)
= uw onderneming Referentiemarkt = Financiële sector, kleine ondernemingen (N=60)
11
De gegevens worden u meegedeeld mits in acht name van een aantal vertrouwelijkheidsregels. Dit betekent dat de gegevens slechts worden gerapporteerd op voorwaarde dat het aantal deelnemende bedrijven binnen de referentiemarkt voldoende groot is. Is dit niet het geval, dan worden de gegevens gerapporteerd voor een grotere referentiemarkt.
CVTS
12
Continuing vocational training survey