Enquête leesvaardigheid
maart 2015
In het voorjaar van 2015 heeft de kerngroep Engels een enquête gehouden onder de docenten Engels. 97 docenten hebben de enquête ingevuld. Het bevraagde onderwerp betrof verschillende aspecten van leesvaardigheid binnen en buiten de les. Het doel van de enquête was om een helder beeld te verkrijgen van het gebruik van ‘extracurricular’ leesmateriaal voor in de les en thuis. Onderzoek door de kenniskring heeft duidelijk aangetoond dat er weinig thuis gelezen wordt. 15% gaf toen aan geen een boekje per jaar te lezen. Een kwart leest 1 boekje per jaar. Ruim 40% leest een boekje per periode en 12% geeft aan meer boekjes te lezen. Daarnaast blijkt ook dat ruim de helft van leerlingen van 0 to 10% van de huiswerktijd aan leesopdrachten besteedt. Gezien het feit dat het onderzoek van de kenniskring plaatsvond in 2012 en de urgentie van lezen op de scholen in toenemende onderkend wordt, was dit extra reden voor de kerngroep genoemde enquête nu af te nemen. Naast bovengenoemde wilde de kerngroep graag weten hoe leesvaardigheid op school eruit ziet en wat de mening van de collega’s is over een aantal facetten van leesvaardigheid en leesmateriaal. Hieronder vindt u een beschrijving en interpretatie van de gestelde vragen en een aantal daarvan is d.m.v. grafieken verduidelijkt. Deze enquête is enkel uitgezet onder docenten Engels op de zeven reformatorische scholen. Het aantal respondenten is minder dan de totale hoeveelheid docenten Engels maar met 97 groot genoeg om een duidelijk beeld te verschaffen.
Maken uw leerlingen in de les regelmatig gebruik van extra leesmateriaal buiten de methode om?
Nee 17%
Ja 83%
Bovenstaande vraag en beantwoording spreken voor zich. Het deel dat met nee beantwoordt hoeft niet per se als negatief te worden geïnterpreteerd. Het is goed mogelijk dat in bepaalde gevallen de methode voor desbetreffende afdeling voldoende leesmateriaal verschaft. Niettemin is het grote percentage dat met ja antwoordt een
goed teken. De bijbehorende vraag hoe vaak dit gebeurt wordt door het overgrote deel beantwoord met 1x per week. De volgende vraag richt zich op welk materiaal daarbij gebruikt wordt. Zoals te verwachten verschilt dit sterk. Veel collega’s maken gebruik van ERT materiaal van Holmwood’s in de les. Daarnaast is er een veelheid van magazines zoals Mary Glasgow, Alquin en Wasp in gebruik. Opmerkelijk is het forse aantal collega’s dat gebruik maakt van oude Scope teksten. Ruim driekwart van de collega’s geeft ook aan door henzelf opgezochte teksten van internet te gebruiken.
Vindt u het wenselijk dat leerlingen thuis leesmateriaal lezen als huiswerk? Nee 11%
Ja 89%
De bovenstaande grafiek laat zien dat er een tegenstelling zichtbaar is tussen de beantwoording van deze vraag en de uitkomst van de vraag van het lectoraat waaruit blijkt dat een groot deel van de leerlingen aangeeft niet of nauwelijks te lezen voor huiswerk. Collega’s geven in gesprekken aan het lastig de leerlingen thuis aan het lezen te krijgen. Het gebruik van Holmwoods en Scovr teksten staat overigens los van bovenstaande vraagstelling.
Moeten uw leerlingen regelmatig THUIS tekstmateriaal lezen als huiswerk?
Nee 35%
Ja 65%
Bovenstaande grafiek toont aan dat er tussen de wenselijkheid en het daadwerkelijk thuis laten lezen enige verschil zit. De getoonde 35% kan wijzen op het niet nodig achten van het lezen thuis of het niet weten hoe dit te realiseren. Onderstaande grafiek laat de frequentie zien. Gezien het belang van leesvaardigheid voldoet de 51% aan de benodigde hoeveelheid1. Bij de overige percentage gegevens gaat het feitelijk om te weinig leesvaardigheid. 1x per maand of zelfs per periode is eenvoudigweg onvoldoende om aan de benodigde hoeveelheid leeskilometers te komen. Daarbij kan ook de vraag gesteld worden waaraan het huiswerk in plaats daarvan besteed wordt.
Hoe vaak gebeurt dit gemiddeld? 1x per periode 13%
1x per maand 36%
1x per week 51%
1 1x per 2 weken etc. is niet in de beantwoording meegenomen. Het gaat om een globale indruk.
Onderstaande grafiek geeft een enigszins wonderlijk beeld. Toch wijst het op een trend. Sommige collega’s laten thuis alleen leesboekjes lezen terwijl een minderheid kiest om alleen ‘andersoortige’ teksten te laten lezen. De aanbevelingen door de kerngroep gedaan in Het voertuig suggereren het gebruik van beide. Tekstmateriaal om intensieve leesvaardigheid te oefenen en leesstrategieën te ontwikkelen en leesboekjes om extensieve leesvaardigheid te ontwikkelen. Westhoff wijst in dit verband sterk op het nut van veel leeskilometers maken, waarbij hij de aanbeveling doet leerlingen regelmatig boekjes te laten lezen óp of zelfs iets ónder hun niveau om ‘leesbehendigheid’ te bevorderen.
Welk materiaal betreft dit? Leesboekjes en andersoortige teksten 29%
Leesboekjes 44% Andersoortige teksten 27%
Veel online leesmateriaal geeft alleen antwoorden en geen inhoudelijke feedback. Ziet u dit als een gemis?
Nee 26%
Ja 74%
De vraag waarvan de bovenstaande grafiek de weergave is wilde inzicht verkrijgen in een veelgehoorde klacht dat veel van het online aangeboden lees‐ (en luister‐) materiaal
de leerlingen niet verteld waarom gegeven antwoorden goed dan wel fout zijn. Bijna driekwart van de collega’s geeft aan dat als een gemis te zien. Van de 26% die dat niet als een gemis ziet beschouwt wellicht een deel de online leesmodules als prima materiaal om de nodige leeskilometers te maken, waarbij dus niet getoetst hoeft te worden. Onderstaande grafiek toont een interessant beeld. Wanneer het online leesvaardigheid materiaal vergezeld zou gaan van antwoordmotivatie voor de leerlingen zou vrijwel iedereen gebruik willen (laten) maken van dergelijk materiaal. Bestaand materiaal van bijvoorbeeld Holmwood’s geeft deze feedback niet. Een besluit tot het opzetten van een dergelijke website met uitwerkingen bij de teksten zou fraudegevoeligheid wel moeten tackelen.
Als er online leesmateriaal aangeboden zou worden met uitgewerkte antwoorden, zou u daar gebruik van willen maken? Nee 2%
Ja 98%
De laatste grafiek toont de beantwoording van een complexere vraagstelling die voortkomt uit feedback van collega’s dat het zoeken naar geschikt en verantwoord materiaal tijdrovend en bewerkelijk is. De positieve beantwoording laat zien dat de behoefte aan een dergelijke website bestaat. Diverse collega’s hebben enkele zinvolle aanvullingen op deze vraag gegeven. Gewezen is op het grote belang van een indeling op niveau en op onderwerp (‐gebied). Een tweede aanbeveling die herhaaldelijk terugkomt is het nut van verwerkingsopdrachten bij genoemd tekstmateriaal.
Als er een website bestond met graded teksten zonder verwerkingsopdrachten met positief (christelijk), actueel en doelgroepgericht leesmateriaal, zou u daar gebruik van maken? Nee 14%
Ja 86%
De kerngroep is inmiddels begonnen met een databank waarin leesfragmenten – al dan niet met bijbehorende opdrachten ‐ worden gekoppeld aan onderwerpen vocabulaire bij de idioomboeken Start‐Up, Build‐Up etc. Het is de bedoeling deze steeds verder uit te breiden. Het is goed mogelijk in een later stadium deze databank uit te breiden met het hierboven gesuggereerde leesmateriaal (ook evt. met opdrachten). Ook wordt gedacht aan het aanleveren van opdrachten bij leesboekjes, het publiceren van leeslijsten per schooltype en materiaal voor de andere vaardigheden. Uiteraard is dit afhankelijk van de beschikbare tijd en ruimte om dit te bewerkstelligen.