5e jaargang – nr.4
december 2005
De DO-Koerier is een uitgave van de Commissie Duurzaam Samenleven van de Nederlandse Vrouwen Raad.
Van de commissie
Energietransities
De commissie Duurzaam Samenleven (vroeger Duurzame Ontwikkeling) is blij met dit themanummer. Het is de tweede uit een serie van drie nummers over energie. Vorig jaar mei verscheen het eerste nummer (vierde jaargang, nr. 2) vooral gewijd aan duurzame energie. Volgend jaar, na de CSD 14, die als onderwerp heeft energie en klimaat(verandering), zal de Koerier hieraan ook uitgebreid aandacht besteden. Maar nu ligt er een nummer voor u, dat energietransities en voor- en nadelen van duurzame energie belicht. Drie nummers in twee jaar geeft wel het belang van dit onderwerp aan voor de duurzame ontwikkeling. Het is niet de gewoonte om te melden wat er niet in de Koerier staat. Daarop maken we nu een uitzondering. Het geplande interview over duurzame energie met de president directeur van Shell Nederland komt helaas niet in dit nummer door overmacht (van vakbondszijde!). We hopen dat u in 2006 in DO Koerier nr. 1 of 2 kunt lezen hoe deze energie multinational tegen de toekomstige energievoorziening in de wereld aankijkt. Pauline Fransen geeft in haar hoofdartikel een goed overzicht van de ingrijpende veranderingen waarvoor we staan en belicht de uitdagingen van transitiemanagement. Er is een artikel waarin de voor- en nadelen van duurzame energieoplossingen op een rijtje zijn gezet. Een vraaggesprek gaat over de toekomst van biobrandstoffen,
De huidige energiehuishouding is niet duurzaam. Voor het oplossen van de problemen is een ingrijpende verandering van ons energiesysteem nodig: een transitie naar een duurzame energiehuishouding. Energietransitie betekent de introductie van nieuwe energiesystemen. Dat zijn nieuwe manieren waarop mensen en bedrijven kunnen voorzien in hun vraag naar energie. Een dergelijke transitie brengt kosten met zich mee, maar ook zeker kansen. Kansen voor bijvoorbeeld nieuwe bedrijvigheid en werkgelegenheid.
lees verder op pagina 2 ➤
Voor een transitiebeleid vorm kan krijgen, moet er eerst inzicht bestaan in zaken die een energietransitie belemmeren. Daarvoor kan geleerd worden uit veranderingen in de energiehuishouding in het verleden. Zo is in Nederland de transitie van kolen naar gas succesvol geweest, maar de transitie naar kernenergie is nooit van de grond gekomen. Belangrijk om te bedenken is dat de overstap op een andere energiebron vooral plaatsvindt omdat deze energiebron praktischer is dan de oude. Dit betekent dat er weinig mogelijkheden zijn voor het afdwingen van een energietransitie, maar er zijn wel mogelijkheden tot sturing.
Uitdaging De transitie naar een duurzame energiehuishouding is een van de grootste uitdagingen waarvoor de mens gesteld is, regionaal, nationaal en mondiaal. Het energiesysteem moet namelijk omgevormd worden naar een werkelijk duurzame energiehuishouding: ze moet schoon zijn, betaalbaar en betrouwbaar en maatschappelijk geaccepteerd worden. Deze situatie zou ongeveer rond 2050 bereikt moeten zijn. Energiesystemen zijn echter inert en dat betekent dat er nu al hard aan de energietransitie gewerkt moet worden. Voor ieder van de problemen die er zijn met het huidige energiesysteem (klimaat, fijn stof, voorzieningszekerheid) zijn meerdere oplossingsrichtingen. Deze kennen allemaal onzekerheden. Om een werkelijk goede energietransitie van de grond te krijgen moeten wij ons niet laten afschrikken door deze onzekerheden, maar ze als kansen zien. Er zijn verschillende barrières voor een transitie naar een duurzame energiehuishouding. De belangrijkste zijn dat fossiele brandstoffen (momenteel) ruim voorradig zijn en relatief goedkoop. Hernieuwbare energiebronnen kunnen daardoor niet op eigen kracht met deze brandstoffen concurreren. Daarmee samen hangt ook een gebrek aan een gevoel van urgentie, het heeft geen haast. Verder is er sprake van een ‘lock-in’ in het huidige systeem. Het huidige systeem is in de loop van meer dan een eeuw gegroeid, als antwoord op uitdagingen waar de maatschappij ooit voor stond. Het succes van weleer kan heel goed opties voor de toekomst in de weg staan. Dit is natuurlijk niet bevorderlijk voor de introductie van nieuwe systemen. Een energietransitie is een kwestie van de lange adem: ook een nieuwe energiehuishouding zal decennia nodig hebben om zich volledig te ontwikkelen. ➤ 1
DOkoerier_dec2005-4.indd 1
12/8/2005, 3:24:03 PM
➤ vervolg van pagina 1
➤ Leren Een energievoorziening evolueert door een proces van variatie en selectie. Dat is de manier waarop markten ‘leren’. Het is niet van te voren te voorspellen welke de winnende technologieën of concepten zullen zijn. De concurrentie tussen technologieën zorgt voor vooruitgang. Dit is een verspillende of evolutionaire vorm van leren: tegenover enkele winnende technologieën staan er veel meer die het niet geworden zijn. Daarnaast bestaat er leren door analyse en instructie. Dit is de aanpak en leerwijze die overheden vaak volgen. In deze benadering worden op een zeker moment in de tijd alle opties geanalyseerd en wordt gekozen voor die opties die daarbij als beste uit de bus komen. Deze aanpak met een sterk sturende overheid en een focus op ‘technology push’ is in Nederland veel gevolgd, en weinig succesvol gebleken. De VROM-raad en de Algemene Energieraad zien de oplossing daarom in een permanente wisselwerking tussen beide leerstrategieën: ‘bottom-up’ via variatie en selectie en ‘top-down’ via analyse en instructie. Er moet duidelijk geen sprake zijn van een terugtredende overheid. Gezien de ‘lock-in’ en het ongunstige investeringsklimaat voor nieuwe energieopties, kan een energietransitie simpelweg niet alleen ‘uit de markt komen’. Daarvoor is transitiemanagement nodig.
maar daar is het laatste woord nog niet over gezegd. Dat de burger steeds beter mee gaat denken over duurzame ontwikkeling blijkt uit het verslag van Duurzame Dinsdag. Een happening waarin de NVR een groot aandeel heeft gehad. Het CDA tracht ook initiatieven op het terrein van duurzame ontwikkeling te stimuleren i.s.m. organisaties als Goede Waar & Co en Fair Food. De “Derde Kamer” tenslotte is een initiatief dat actieve participatie van burgers beoogt. Een belangrijke plaats in deze Koerier is ingeruimd voor een interview met Minister Dekker (VROM). In gesprek met onze algemeen secretaris Alice Bouman, ondersteunt zij ons credo «Vrouwenorganisaties moeten de krachten bundelen.» Gendermainstreaming, decentralisatie en duurzaam bouwen staan centraal in het interview dat oorspronkelijk gepland was voor de vorige Koerier. We hopen dat u bij het lezen van deze Koerier weer veel energie opdoet om de strijd voor een leefbare toekomst voort te zetten in 2006.
Marina van Koten
Agenda voorjaar 2006 14 - 24 maart Women forWater water/werkconferentie + 4e Wereld Water Forum (WWF 4), Mexico 30 maart Vrouwen en Waterdag; Watermuseum, Arnhem 20 april Interactieve dag Energie en klimaat(verandering) georganiseerd door de NVR Commissie Duurzaam Samenleven 1 - 12 mei CSD 14 (over energie en klimaat),Verenigde Naties, New York
Managen van transities Transitiemanagement wil transities op gang brengen via een participatieve en stapsgewijze vorm van sturing die wordt gekenmerkt door bijsturen, beïnvloeden en aanpassen. Transities zijn veranderingsprocessen van lange duur die sterk gekenmerkt worden door hun complexiteit en onzekerheid. De complexiteit wordt veroorzaakt door het grote aantal verschillende actoren en sectoren dat bij de veranderingsprocessen is betrokken. De onzekerheid komt voort uit de onvoorspelbaarheid van het verloop van de transitie en de invloed van externe factoren. Om inzicht te krijgen in het transitieproces bestaat het zogenaamde multilevel perspectief. Dit perspectief onderscheidt drie niveaus: 1 Het sociotechnische landschap (macroniveau) dat de omgeving bepaalt waarbinnen de transitie (systeemverandering) plaatsvindt. Dat ‘landschap’ bestaat uit zaken als: spreiding van energievoorraden, perceptie van het klimaatvraagstuk, politieke culturen, wereldbeelden. 2 Het sociotechnische regime (mesoniveau) dat er voor zorgt dat de maatschappelijke basisfuncties vervuld kunnen worden. 3 Het nicheniveau (microniveau) waarbinnen radicale innovaties kunnen ontstaan en waarin, in een beschermde omgeving, nieuwigheden kunnen worden beproefd.
Berichten Rentmeester-consumentenwedstrijd In samenwerking met Goede Waar en Co en Fair Food organiseert het CDA de Rentmeester-consumentenwedstrijd. Deze wedstrijd heeft tot doel het stimuleren van initiatieven op het terrein van duurzame ontwikkeling. Het gaat om ontwerpen die een duurzame, schone en leefbare omgeving bevorderen. Een jury o.l.v. staatssecretaris van Geel zal de inzendingen beoordelen. Op het voorjaarscongres van het CDA van 20 mei 2006 wordt de winnaar bekend gemaakt. De prijs is 5 minuten gratis winkelen in een natuurwinkel. Voorwaarden Het door de consument ingezonden ontwerp mag een product, proces, dienst of opzet zijn en moet betrekking hebben op een van de volgende deelterreinen: ➤
2
DOkoerier_dec2005-4.indd 2
12/8/2005, 3:24:04 PM
➤ vervolg berichten
In termen van deze drie niveaus is een transitie te beschouwen als een proces waarin een dominant sociotechnisch regime (bijvoorbeeld de op olie gebaseerde economie) wordt vervangen door een nieuw regime. Zo’n regimewisseling komt tot stand doordat processen op de drie niveaus elkaar kunnen versterken. Zo kunnen veranderingen op landschapsniveau (bijvoorbeeld zorg om klimaatverandering) druk uitoefenen op het bestaande regime en leiden tot verandering van het energiesysteem. Het regime kan ook onder druk komen als nieuwigheden die in niches zijn ontwikkeld en beproefd zo aantrekkelijk worden dat ze - op regimeniveau - doorbreken en de markt veroveren. Voor een succesvolle energietransitie is samenwerking tussen overheden, bedrijven, maatschappelijke groeperingen en kennisinstellingen van belang. Als alle partijen meedenken over de wijze van opereren en over de stappen die worden gezet, ontstaat draagvlak en het geeft de overheid inzicht hoe beleid beter kan worden vormgegeven om de gezamenlijke ambities te ondersteunen. Daarnaast moet niet vergeten worden dat Nederland niet alleen staat in de wereld, en dat er dus ook internationale afstemming nodig is.
voedsel, hygiëne, tuinieren, klussen, textiel en kleding, huidverzorging en cosmetica, en vervoer. Het dient een substantiële besparing voor het milieu op te leveren.
Inschrijfformulieren en wedstrijdvoorwaarden zijn te downloaden vanaf www.cda.nl/onsjeminder. De ontwerpen kunt u tot uiterlijk 1 februari 2006 inzenden naar
[email protected] of CDA, t.a.v. Rentmeesterwedstrijd, postbus 30453, 2500 GL te Den Haag. Derde Kamerlid, iets voor u? Iedereen heeft wel een mening over ontwikkelingssamenwerking. Het moet, of het moet juist niet, of het moet anders. Bent u iemand die met die mening aan de slag durft? Derde Kamerleden schrijven hun ideeën op en gaan er mee aan het werk. Ze sturen hun plannen aan de Tweede Kamer en de minister voor ontwikkelingssamenwerking. Zij gaan in gesprek met deskundigen en ontwikkelingsorganisaties. En Derde Kamerleden gaan met hun mening de boer op. Zij organiseren een tentoonstelling of een debat om aandacht te vragen voor hun voorstel. Of ze gaan naar de Wereldhavendagen, een bevrijdingsfestival of Film by the Sea om het Nederlandse publiek te winnen voor hun ideeën. De Derde Kamer vormt dus eigenlijk een brug tussen burger en bestuur, een doorgeefluik van ideeën en een platform voor wereldburgers.
Energietransitie in Nederland Het ministerie van Economische Zaken heeft in samenspraak met stakeholders (mensen of organisaties/bedrijven met een belang) 23 transitiepaden uitgewerkt voor de energietransitie. Uitgangsvragen daarbij waren: waar willen we heen, en hoe gaan we daarheen? Deze paden zijn gebundeld in vijf hoofdroutes: efficiënt en groen gas; ketenefficiency; groene grondstoffen; alternatieve motorbrandstoffen en duurzame elektriciteit. De overheid concentreert haar energie- en innovatiebeleid steeds meer op deze hoofdroutes. Taken van de overheid zijn onder andere het opruimen van hinderlijke regels en het subsidiëren van projecten zodat nieuwe opties sneller hun ‘level playing field’ tegenkomen en zich kunnen gaan meten met bestaande opties. Subsidie is per definitie tijdelijk: in een goede transitie moet de nieuwe optie op den duur zichzelf overeind houden. Het ministerie heeft een beleidsagenda opgezet voor de komende jaren. Allereerst zullen de aangewezen hoofdroutes voor de energietransitie worden uitgediept, verder geconcretiseerd en verankerd worden bij de stakeholders. Daarvoor gaat de overheid door met het stimuleren van de samenwerking tussen stakeholders voor de voorbereiding van transitie-experimenten. Hiervoor is 35 miljoen euro gereserveerd in de zogenaamde Unieke Kansen Regeling. Verder wil ze scherper in beeld krijgen waar veranderingen in beleid nodig zijn. Het kernthema in de transitieaanpak is ‘al doende leren, al lerende doen’. Dit geldt ook voor de overheid. EZ heeft dit onderkend.
Schaduwparlement voor ontwikkelingssamenwerking De Derde Kamer biedt ook een unieke kans om met mensen uit ontwikkelingslanden in discussie te gaan over hun problemen en de oplossingen die ze zelf hebben. De Derde Kamer heeft dertig leden uit ontwikkelingslanden. Derde Kamerlid Etiënne de Jager zegt het zo: “De Derde Kamer: verrassende inzichten in ontwikkelingssamenwerking én de kans om iets te doen!” Aanmelden Ook u kunt zitting nemen in de Derde Kamer. Aanmelden kan tot 31 december 2005 online via
www.dederdekamer.org Voor de voorwaarden en meer informatie kunt u contact opnemen met de Griffie van De Derde Kamer 020-5688743 of 020-5688744 of
[email protected]
WWW Veel informatie over duurzame energie is te vinden op:
www.milieucentraal.nl www.milieuloket.nl ● www.EnergiePortal.nl ● www.users.skynet.be Info over klimaatcompensatie auto- of vliegkilometers: ● www. greenseat.nl ● www.treesfortravel.nl ● www. cooldriving.nl ● ●
Pauline Fransen Meer informatie: www.energietransitie.nl
3
DOkoerier_dec2005-4.indd 3
12/8/2005, 3:24:05 PM
Vraaggesprek met minister Minister Dekker (VROM): “Vrouwenorganisaties moeten de krachten bundelen” NVR-secretaris Alice Bouman en journaliste Laura Soer spraken met minister Sybilla Dekker van VROM (volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieu) over gendermainstreaming, decentralisatie en duurzaam bouwen. De NVR lidorganisaties konden vragen indienen die de basis vormden voor dit interview.
keling van de wijk. Vrouwen kunnen vaak veel preciezer overbrengen wat ze anders willen als het bijvoorbeeld gaat om het ontbreken van groen, speelplaatsen of wijkgebouwen. Zij dragen direct een praktische oplossing aan.” Omdat het lastig is aan te tonen op welk vlak de inzet van vrouwen effectief is, heeft de NVR gevraagd om een algemene korte genderparagraaf in het nationale milieubeleidsplan. Wat vindt u daarvan?
U hebt net het eerste bezoek van de visitatiecommissie emancipatie gehad. Hoe denkt u gendermainstreaming te kunnen doorvoeren in uw beleid?
“Dat is belangrijk en ik denk zeker dat het iets op zou leveren, want door het niet te benoemen, lijkt het vaak niet doordacht. Na de eerste gesprekken met de visitatiecommissie emancipatie denkt mijn ministerie na over op welke beleidsvelden een dergelijke paragraaf van toepassing zou kunnen zijn. Daarbij komen vragen aan bod als ‘hoe benut je eigenlijk de karakteristieken van vrouwen?’ en ‘hoe benut je die kwaliteiten dan in je beleidsaanpak?. Je zou op een nieuwe, creatieve manier met het thema emancipatie om moeten gaan en het beleid daarmee meer gendergericht maken. Bij ontwikkelingssamenwerking is al gebleken dat vrouwen het beter doen dan mannen als het bijvoorbeeld gaat om de zorg voor water. Dat weten we dus al en in Nederland zeggen we niet meer ‘ja maar is genderspecifiek maken nu eigenlijk wel nodig?’ We moeten nu kijken naar hoe we dat kunnen inbrengen in het beleid.”
“Ik verwacht dat de visitatiecommissie met een aantal suggesties komt. Wij denken na over hoe we gendermainstreaming in ons personeelsbeleid en het beleid van VROM kunnen toepassen, want in de praktijk is het lastig vorm te geven. Eerder lag het accent vooral op de aantallen en de aanwezigheid van vrouwen. Nu denken we na over hoe we de expertise van vrouwen beleidsmatig effectief kunnen invoeren. Dan is er ook de vraag ‘op welk terrein moet je differentiëren tussen mannen en vrouwen? Waar is dat effectief?’ Ruimtelijke ontwikkeling is moeilijk genderspecifiek te maken, want wat gebeurt er in een bepaald landelijk gebied waar je bijvoorbeeld de wateropgave nadrukkelijk een plaats wilt geven? Dat is niet genderspecifiek dat is veel meer algemeen. Maar ik kan me wel voorstellen dat gendermainstreaming effectief kan zijn op het gebied van wonen, zoals bij bouwconstructies.”
Decentralisatie Vrouwen Advies Commissie (VAC)
Wat voor rol moeten vrouwenorganisaties innemen als het aankomt op decentralisatie?
Een vroeg voorbeeld van gender specifieke inbreng zijn de Vrouwen Advies Commissies in de woningbouw.
“Juist doordat mijn beleid is: centraal wat moet en decentraal wat kan, hebben burgers en bedrijven meer mogelijkheden op inspraak. Natuurlijk moeten de plannen voldoen aan de Nota Ruimte, maar daarbinnen hebben groepen uit de samenleving, zoals vrouwenorganisaties, de kans om daar op in te spreken. Daar zit ook een aanknopingspunt voor vrouwen en vrouwenorganisaties op regionaal en lokaal niveau. Vrouwenorganisaties hebben die deskundigheid en zouden de krachten moeten bundelen en zich gezamenlijk moeten organiseren en zeggen: ‘Dit is zó belangrijk, dit zouden we in onze omgeving gerealiseerd willen zien en hier gaan we voor.’ Te vaak zie ik dat vrouwenorganisaties zich naast elkaar hebben georganiseerd en niet met elkaar in verbinding treden. Dan denk ik ‘wat maakt het nou uit of een voorstel vanuit de ene of de andere organisatie komt?’”
“Ja, dat is een goed voorbeeld. Vooral bij het woningbouwbeleid hebben de VAC’s een waardevolle rol gespeeld. De stichting zat veel meer aan de ontwerpende kant en als er een ontwerp was voor nieuwe woningen of er waren voorstellen op het gebied van bouwregelgeving dan attendeerden die adviescommissies ons op meer praktische aangelegenheden, zoals de hoogte van het aanrecht. De Vrouwen Advies Commissies in de woningbouw hebben echt een doorbraak gemaakt op het gebied van bouwconstructie en bouwregelgeving en dat is een goed voorbeeld van gendergerichtheid. Nu is men vooral bezig om de ervaring die er is op dat terrein over te dragen naar bijvoorbeeld nieuwbouwprojecten of ontwerpen. Dit voorbeeld kun je ook vertalen naar het in een vroegtijdig stadium bij elkaar brengen van lokale groepen of bewonersgroepen als het gaat om de ontwikkeling of herstructurering van wijken. Het valt me op als ik met bewonersgroepen praat, dat vrouwen een prominente functie innemen en zich echt inzetten voor de ontwik-
Ziet u daarin een taak voor de NVR?
“Ja. De NVR heeft zich natuurlijk op nationaal niveau georganiseerd, maar het lijkt me ook erg belangrijk dat de NVR zich bijvoorbeeld ook regionaal en lokaal manifes4
DOkoerier_dec2005-4.indd 4
12/8/2005, 3:24:06 PM
Sybilla Dekker teert. Vrouwenorganisaties zien misschien niet altijd het belang van georganiseerd zijn op de verschillende niveaus. De NVR kan de integrerende factor zijn.”
Duurzaam bouwen en energie Wat verstaat u onder duurzaam bouwen?
“Rekening houden met het ecologische aspect, maar ook rekening houden met de veranderende bevolkingssamenstelling. Daar valt bijvoorbeeld de term ‘levensbestendig wonen’ onder waarbij woningen op zo’n manier worden ingericht dat ze voor iedere levenscategorie geschikt zijn; even makkelijk voor ouderen met rollator als voor jonge vaders en moeders met een kinderwagen.”
Is het een optie om zonnepanelen standaard op nieuwbouwwoningen te zetten zoals ze dat in Duitsland doen?
“Voorlopig niet. Zonnepanelen zouden een energiebesparende mogelijkheid kunnen zijn en op kleinere schaal wordt daar ook gebruik van gemaakt, maar niet structureel. Daarnaast moet je energiebesparing zakelijk en realistisch benaderen. Dat betekent dat je aan de consument moet kunnen aantonen dat het eigenlijk heel aantrekkelijk is om zonnepanelen te gebruiken, want dan worden ze ook wel afgenomen. Het is eigenlijk net als bij biologische groente, uiteindelijk kiest de burger dan toch voor goedkopere groente. Daarom ben ik er meer voor bedrijven en burgers een reeks aan energiebesparende mogelijkheden te bieden waar ze uit kunnen kiezen.”
Wordt er naar uw mening voldoende rekening gehouden met het milieu?
“Er gebeurt wel degelijk wat op dat vlak. Zo willen we de energieprestatie naar beneden krijgen en ook de bouwwereld komt met initiatieven. Laatst kreeg ik de toolkit ‘duurzaam bouwen’ overhandigd waarin energiebesparing één van de thema’s was. We hebben heel lang gedacht dat je sterk moest inzetten op isolatie en niet op ventilatie, maar ventilatie is wel heel belangrijk voor een gezond woonklimaat. Nu moeten we dus inzetten op energiebesparing, isolatie én ventilatie. Dat proberen we in te voeren in ons beleid. Niet alleen energiebesparing voor nieuwe gebouwen, maar ook voor bestaande gebouwen. Om die energiebesparing te stimuleren, stellen wij bij nieuwbouw bijvoorbeeld een speciale eis. Daarnaast moet je je ook realiseren dat alles wat je doet, de stichtingskosten van de woningen verhoogt en dat moet je ook weer terug kunnen verdienen. Duurzaamheid heeft een prijs. Als idealist kun je zeggen dat moeten we realiseren, maar als realist moet je zeggen hoe kun je dat dan zo kosteneffectief mogelijk doen?”
Wat is het belang van integrale benadering?
“Er moet gedifferentieerd gebouwd worden voor verschillende bevolkings- en inkomensgroepen, want dan krijg je pas echt variëteit. Hoewel ik zelf in eerste instantie ook mijn vraagtekens had bij vinexwoningen zijn de jongste vinexlocaties zeer gevarieerd. Er is voldoende groen en een gevarieerd aanbod aan woningen. Daarnaast is het wel belangrijk dat het openbaar vervoer van tevoren geregeld is, want dan laten mensen hun auto echt wel staan. Dat is het belang van integrale benadering.”
Toekomst voor biobrandstoffen zal de economie, motor van onze mondiale samenleving, gaan sputteren en komt de ontwikkeling van de welvaart in gevaar. In dit scenario zullen de zwaksten het meest getroffen worden. Rijke en machtige landen zullen in steeds mindere mate bereid zijn de schaarse fossiele reserves mondiaal te delen. In de laatste anderhalve eeuw zijn wij met slechts een klein deel van de wereldbevolking de in miljoenen jaren opgebouwde reserves aan fossiele brandstoffen aan het verbruiken ten koste van de na ons komende generaties. In toenemende mate groeit het bewustzijn dat wij met ➤
Biobrandstoffen zijn in de transitie naar de Biobased Economy (economie gebaseerd op biomassa tegenover een op oliegebaseerde economie) een van de terreinen waar serieus naar gekeken wordt. Francine Thielen spreekt hierover met Joep Hermans, voorzitter van de Vereniging Innovatief Platteland en van de koolzaadtelerscoöperatie Carnola Wat is uw visie?
In de toekomst, zoals ik die zie, zullen de komende decennia de energieprijzen exorbitant stijgen. Daardoor 5
DOkoerier_dec2005-4.indd 5
12/8/2005, 3:24:06 PM
➤ zijn allen de verantwoordelijkheid moeten nemen om
grondstoffen, die tevens decentraal ingezet kunnen worden. Wat valt hieronder?
een economie in te richten die gegrondvest is op duurzaamheid in al haar facetten. Dat is duurzaamheid in de benutting van energiebronnen en industriegrondstoffen waarbij het delen in de welvaart een mondiaal karakter heeft. De wereld zal enorme inspanningen moeten leveren om de energiebehoefte van de huidige en komende generaties op duurzame wijze in te vullen. Er is namelijk een totaal nieuwe visie op liberalisering en mondialisering van de wereldeconomie nodig. Mondiaal zien we al inspanningen om de economie te ontdoen van energie verslindende productiemethoden. Recycling van reststromen is big business en ook de auto-industrie werkt aan een steeds hogere energie-efficiency. Maar hoeveel energie we met zijn allen ook besparen en hergebruiken, het is niet voldoende. De koolzaadtelerscoöperaties pleiten voor een aanpak waarbij wereldwijd ook gebruik gemaakt wordt van zoveel mogelijk hernieuwbare grondstoffen.
De productie van PPO, Puur Plantaardige Olie als direct voorradige dieselbrandstof bijvoorbeeld. Deze geeft aan landelijke gebieden en in het bijzonder aan derde wereldlanden de mogelijkheid op lokaal niveau dieselbrandstof te produceren. PPO kan ingezet worden om irrigatiepompen aan te drijven of een stroomaggregaat, waardoor ook de stroomvoorziening in een geïsoleerde gemeenschap kan worden gerealiseerd. Maar ook bio-ethanol en op langere termijn, innovatieve brandstoffen op basis van houtachtig materiaal bieden grote mogelijkheden. De auto-industrie haakt in op de nieuwe ontwikkelingen. In onder andere Duitsland, VS, China, Brazilië en ook in India worden de meest geavanceerde modules ontwikkeld om diesel- en benzinemotoren geschikt te maken voor biobrandstoffen. Daarnaast ontwikkelt de industrie compleet nieuwe motoren, met een energetisch rendement dat op zijn minst vergelijkbaar is, of hoger ligt dan dat van de modernste motoren voor fossiele brandstoffen. PPO is in de VS en het UK aangemerkt als ideale energiebron voor brandstofcellen bij auto’s die op waterstof rijden.
Wat verstaat u onder hernieuwbare grondstoffen?
Grondstoffen die oneindig zijn, omdat ze altijd weer opnieuw kunnen worden geproduceerd. De landbouw, in de breedste zin, is de enige producent van hernieuwbare grondstoffen. Mondiaal gezien is er gelukkig nog een enorm potentieel om de agrarische productie op te schalen. Er zijn enorme overschotten aan voedsel, hele gebieden in de wereld liggen braak doordat de motivatie om te produceren ontbreekt. Boeren worden betaald om hun grond uit productie te nemen. De wereldmarktprijzen voor basisproducten als graan en suiker liggen op een zo laag niveau dat het platteland over de hele wereld ontvolkt door gebrek aan perspectief. Het produceren van hernieuwbare brandstoffen is wereldwijd een nieuwe kans.
Hoe kijken de gevestigde leveranciers van fossiele brandstoffen aan tegen de nieuwe ontwikkelingen?
Ik vind het niet geheel toevallig dat bij tijd en wijle rapporten het licht zien die op allerlei wijze de nieuwe orde proberen te bagatelliseren en in twijfel te trekken. Men zou hierin de hand kunnen vermoeden van de fossiele energielobby die nogal sceptisch is tegenover de agrarische sector, die als nieuwe speler op de brandstoffenmarkt andere belangen heeft dan zijzelf. Met PPO wordt immers door de agrariërs een eindproduct afgeleverd, zodat daar voor de verwerker geen winst te behalen is.
Betekent dit ook dat de natuurlijke kringloop zich zal herstellen als de wereldeconomie, gebaseerd op hernieuwbare grondstoffen zich ontwikkelt?
Buitenlandse milieubewegingen zijn enthousiast, waarom wordt dat enthousiasme niet gedeeld in Nederland?
Ik heb het idee dat de eeuwenlange kringloop van verbruik en productie is ontregeld sinds de exploitatie van de fossiele grondstoffen in de 19e eeuw. (Laten we het verleden niet verheerlijken: voor de 19e eeuw was ook zelden sprake van verstandig bosbeheer, red.) De landen bosbouw waren tot dan de leveranciers van energie en basismaterialen. Deze werden gemarginaliseerd door de veel goedkopere fossiele grondstoffen. Daarmee is ook de relatie tussen productie en duurzaamheid onder zware druk komen te staan. Vervolgens zijn de fossiele grondstoffen in handen gekomen van een selecte groep individuen en bedrijven. Het is onze taak om deze kringloop weer te herstellen en daarmee ook de monopolisering van grondstoffen te doorbreken. Een algemene bezorgdheid over klimaatverandering door een te hoge CO2 uitstoot, gecombineerd met scepsis over onze toekomstige energievoorziening ondersteunt deze gedachte.
Sommige milieubewegingen zetten vraagtekens bij het gebruik van puur plantaardige olie als brandstof. Zij maken zich zorgen over de voedselsituatie in de wereld of hebben ecologische overwegingen. Dit zijn terechte vragen die wij met zijn allen moeten beantwoorden in een constructieve dialoog zonder dogma’s of onwrikbare ideologische standpunten. Stichting Natuur en Milieu en Greenpeace stellen bijvoorbeeld dat eerstelijns biobrandstoffen teveel emissie van schadelijke stoffen veroorzaken en onnodig gebruik van areaal en grondstoffen in de hand werken. Naar mijn idee missen zij een totaalvisie, waarin aandacht is voor plattelandsontwikkeling, technologische innovatie, het sluiten van kringlopen en verbetering van kansen in ontwikkelingslanden. Wat is uw conclusie?
We moeten de stroom van organische materialen mondiaal efficiënt inzetten. De productie van hernieuwbare grondstoffen levert daarbij een wezenlijke bijdrage, mits
Aan deze bezorgdheid ontleent de agrarische sector kansen tot het ontwikkelen van hernieuwbare 6
DOkoerier_dec2005-4.indd 6
12/8/2005, 3:24:11 PM
Nadelen (–) en voordelen (+) van soorten duurzame energie Zonne-energie
tot stand gekomen volgens sociaal-economisch en ecologisch verantwoorde principes. Ik vind dat een van de uitdagingen van deze tijd.
– Energieproductie (bij direct gebruik zonne-energie) is afhankelijk van zonlicht – Elektriciteitsopwekking met zonne-energie is op dit moment nog relatief duur + Bron onuitputtelijk en overal vrij beschikbaar + Er komen geen vervuilende stoffen vrij bij energieproductie + Gebruik van zonne-energie draagt weinig bij aan het versterkte broeikaseffect + Zowel elektriciteits- als warmteproductie + Iedereen kan met zonne-energie thuis eigen energie maken + Zonne-energie is zowel direct te gebruiken (zonlicht) als indirect (warmte uit buitenlucht, bodem, grondwater)
Francine Thielen Voor meer informatie: www.innovatiefplattelandvenray.nl en
[email protected]
Voor- en nadelen van verschillende vormen van duurzame energie
Windenergie
In ons dagelijks leven zijn wij afhankelijk van energie. Ons hoge welvaartsniveau drijft voor een groot deel op de beschikbaarheid van energiebronnen. Op dit moment is onze energie voornamelijk afkomstig van fossiele brandstoffen als olie, aardgas en steenkool. Daarnaast importeren we energie, opgewekt met onder andere bruinkool en kernenergie. Onze huidige energievoorziening kent drie problemen: ● Beschikbaarheid: de beschikbare voorraden fossiele en nucleaire brandstoffen nemen af. Hierdoor wordt energie in eerste instantie steeds duurder (het delven van de grondstoffen wordt moeilijker en daardoor kostbaarder) en uiteindelijk raken de voorraden ooit op. ● Afhankelijkheid: het grootste gedeelte van de energie en grondstoffen die wij in Nederland gebruiken komt van buiten Europa. Hierdoor zijn wij afhankelijk van de politiek gezien veelal minder stabiele landen en regio’s als Rusland, Algerije en het Midden-Oosten. ● Milieu: bij winning van grondstoffen en bij het opwekken van energie met fossiele brandstoffen ontstaat schade aan het milieu. Naast de uitstoot van schadelijke stoffen, komt bij verbranding ook CO2 vrij. Dit is het belangrijkste broeikasgas, wat bijdraagt aan de versterking van het broeikaseffect. Dit leidt tot klimaatveranderingen met negatieve gevolgen voor mens en natuur. Bij kernenergie vormt het veilig opslaan van het radioactieve afval een probleem. Energiebesparing en duurzame energie zijn de oplossing. We moeten dus minder energie gaan gebruiken en daarnaast gebruik gaan maken van andere, duurzame bronnen van energie. Er zijn verschillende bronnen van duurzame energie: zon, wind, biomassa, waterkracht, aardwarmte. Deze bronnen kunnen op verschillende manieren ingezet worden om energie op te wekken. In Nederland hebben we al deze bronnen en manieren nodig om onze energievoorziening te verduurzamen. Er zal dus een mix moeten ontstaan van de verschillende vormen van duurzame energie, in eerste instantie in combinatie met fossiele brandstoffen en op langere termijn geheel duurzaam. Hiernaast vindt u een overzicht van verschillende vormen van duurzame energie.
– – – – –
+ + +
Windturbines nadrukkelijk aanwezig in het landschap (“horizonvervuiling”) Windturbines vormen een risico voor vogels Draaiende windturbines produceren geluid Bij laagstaande zon kunnen hinderlijke schaduwen en schitteringen ontstaan Energieproductie is afhankelijk van wind hierdoor is de productie moeilijk regelbaar Bron onuitputtelijk en overal vrij beschikbaar Er komen geen vervuilende stoffen vrij bij energieproductie Gebruik van windenergie draagt weinig bij aan het versterkte broeikaseffect Waterkracht
– Kan vissterfte veroorzaken (afhankelijk van de wijze van energieopwekking) – Methaanproductie bij onderlopen van landschap bij ontstaan stuwmeer (niet relevant in Nederland) + Bron onuitputtelijk + Er komen geen vervuilende stoffen vrij bij energieproductie + Gebruik van waterkracht draagt weinig bij aan het versterkte broeikaseffect + Zeer groot potentieel in bergachtige landen Bio-energie – Bij energieproductie kunnen schadelijke stoffen vrijkomen – Kan problemen opleveren t.a.v. landgebruik (ontbossing) – Bio-energie is alleen duurzaam en CO2-neutraal indien er voldoende nieuwe aanplant plaatsvindt – Sommige soorten biomassa worden door milieuorganisaties niet beschouwd als duurzaam (o.a. kippenmest afkomstig uit bio-industrie) + Bron (biomassa) onuitputtelijk + Gebruik van bio-energie draagt weinig bij aan het versterkte broeikaseffect + Grote variatie aan brandstoftypen en manieren om er energie uit te winnen + Zowel elektriciteits- en warmteproductie, als productie van biobrandstoffen voor verkeer en vervoer + Productie is gemakkelijk regelbaar Aardwarmte – Nog niet toegepast in Nederland + Bron onuitputtelijk + Er komen geen vervuilende stoffen vrij bij energieproductie + Gebruik van aardwarmte draagt weinig bij aan het versterkte broeikaseffect
Bron tabel: Milieu Centraal. Milieu Centraal informeert consumenten over milieuvriendelijk gedrag in het dagelijks leven. De informatie is beschikbaar via www.milieucentraal.nl en de informatielijn 0900-1719 (€ 0,15 pm) 7
DOkoerier_dec2005-4.indd 7
12/8/2005, 3:24:11 PM
verslag: Duurzame Dinsdag 6 september 2005 In aanwezigheid van ruim 140 mensen nam minister Rita Verdonk, namens het kabinet, op Duurzame Dinsdag het Duurzame Koffertje 2005 in ontvangst. In dit koffertje zaten bijna 80 initiatieven en meer dan 50 voorstellen, wensen en ideeën van Nederlandse burgers en organisaties. Het ging bij deze zesde editie van Duurzame Dinsdag om de relatie tussen duurzame ontwikkeling en de multiculturele samenleving. Na het welkomstwoord van dagvoorzitter Marieke van de Werf geven de vier sprekers aan welke betekenissen duurzame ontwikkeling voor de samenleving heeft. Vooral belangrijk om hierbij in het oog te houden is de internationale dimensie van duurzame ontwikkeling en het leerelement dat erbij hoort. Één van de sprekers was prof. dr. Jacqueline Cramer, hoogleraar Duurzaam Ondernemen aan het Copernicus Instituut, Universiteit Utrecht en hoogleraar milieumanagement aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij ging in op het duurzaam ondernemen in internationaal perspectief en de sociale dimensie van dit ondernemen.
Koffertje Marianne Horsman, voorzitter Nederlandse Vrouwen Raad, noemde het belang van een interdepartementale commissie voor Duurzame Ontwikkeling op nationaal niveau. Dit thema was tevens een van de breed gedragen ideeën die mede namens de NVR in het koffertje 2005 is meegenomen. Uit schriftelijke reactie van minister president Balkenende is gebleken, dat dit thema de aandacht heeft en in behandeling is genomen. Zo zal onder meer de onderraad voor Ruimtelijke ordening en Milieubeheer (RROM) worden gewijzigd in de Raad voor Duurzaamheid, Ruimte en Milieu. Over de uitkomsten van deze wijzigingen zal de NVR nog worden geïnformeerd.
Fietsvriendinnen Cabaretière Funda Müjde brengt het initiatief Fietsvriendinnen (allochtone en autochtone vrouwen samen op de fiets en elkaar leren kennen) op een ludieke manier onder de aandacht van de minister. Zij vraagt de minister zich in te zetten dit initiatief in te voeren bij meer gemeenten. De minister zegt toe dat zij op 8 maart, internationale vrouwendag, samen met de cabaretière op de fiets zal stappen. Als startsein voor het project in andere gemeenten. Minister Verdonk vindt het fijn dat zij gevraagd is het koffertje in ontvangst te nemen. Ze is blij met de initiatieven en ideeën in het koffertje, de bagage voor een duurzame samenleving. Ze geeft aan dat duurzaamheid één van de pijlers van het beleid van het kabinet is. Duurzame Dinsdag 2005 is een zeer geslaagde dag: druk bezocht, heel veel ingediende initiatieven en positieve berichten van de minister.
Colofon Redactieadres NVR Commissie Duurzaam Samenleven Benoordenhoutseweg 23 2596 BA Den Haag tel. 070 346 93 04 fax 070 345 93 46 e-mail:
[email protected] internet: www.genderenduurzaamheid.nl De DO-Koerier verschijnt 4x per jaar. Aanmelding voor gratis abonnement: zie redactieadres Redactieleden: ● Edith van der Meulen ● Pauline Fransen ● Bep den Ouden (+ redactiesecretariaat) vormgeving druk sponsor teksten
www.zwaarwater.nl, Amsterdam Printstudio, Den Haag Ministerie van VROM Redactie en Commissie Duurzaam Samenleven, tenzij anders vermeld.
Standpunten via ingezonden artikelen vallen buiten de verantwoordelijkheid van de Commissie. Overname van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding en melding aan de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor om kopij in te korten, te bewerken of niet op te nemen.
In de volgende DO-Koerier
Organisatie Duurzame Dinsdag 2005 werd georganiseerd door het IVN in samenwerking met de Nederlandse Vrouwen Raad(NVR), de Decade for Education on Sustainable Development (ESD), Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling(FORUM), de Nationale Jeugdraad, Provincie ZuidHolland en SME Advies.Vanuit de verschillende vrouwenorganisaties zijn vele initiatieven ingediend voor in het koffertje. Deze zijn terug te vinden op www.duurzamedinsdag.nl, evenals de teksten van de toespraken.
In het volgende nummer willen we aandacht besteden aan duurzaamheid in verkiezingsprogramma’s bij de Gemeenteraadsverkiezingen. Uw bijdragen voor de DO Koerier zijn zeer welkom; evenals reacties op geplaatste artikelen
Ingezonden: wetswijziging maakt lokale groepen monddood Een recente wijziging in de Algemene Wet Bestuursrecht heeft ertoe geleid, dat tientallen lokale groepen niet ontvankelijk worden verklaard bij bezwaar- en beroepsprocedures, omdat hun statuten niet specifiek genoeg hun rol als waakhond voor een gezond milieu omschrijven. Het Platform Gezondheid en milieu raadt daarom alle verenigingen en stichtingen, die zich inzetten voor de leefbaarheid van hun buurt of dorp aan om zo snel mogelijk hun statuten aan te passen. Dit was een van de resultaten van het Nationaal Forum “Werk maken van lokaal gezondheid en milieubeleid”op vrijdag 18 november 2005 in Utrecht. Tijdens het Forum kregen de deelnemers ook een zwart/witboek van praktijkvoorbeelden aangeboden.
Kopij inzenden vóór 15 januari 2006. De redactie en de NVR Commissie Duurzaam Samenleven wensen u fijne feestdagen en een voorspoedig 2006.
Meer informatie: www.gezondheidenmilieu.nl, bron: persbericht van Platform Gezondheid en Milieu. Het gehele persbericht staat op onze website: www.genderenduurzaamheid.nl 8
DOkoerier_dec2005-4.indd 8
12/8/2005, 3:24:12 PM