Energieplan Nijmegen 2015-2045
Projectplan
Energieplan Nijmegen 2015-2045
Van Opdrachtgever
: Michiel Hustinx
Aan gevraagd/beoogd projectleider : Simone Ploumen/Maarten van Ginkel/Fons Claessen Bestuurlijk opdrachtgever
: Wethouder Harriët Tiemens
Programma
: Duurzaamheid
Datum
: 31 maart 2015
Projectnaam
: Energieplan Nijmegen 2015-2045
2
PROJECTBESCHRIJVING
INLEIDING Fossiele brandstoffen worden schaarser. Het winnen en gebruik van deze fossiele brandstoffen leveren milieuverontreinigingen. Hierdoor is het zaak anders om te gaan met energie. Dit kan door een zogenaamde energietransitie door minder energie te gaan gebruiken (besparing) en het gebruiken van duurzame energie. Op landelijk niveau voorziet het “Nationaal Energieakkoord” (oktober 2013) in een energietransitie tussen nu en 2050 en schrijft voor dat gemeenten een ruimtelijke visie hierop moeten gaan ontwikkelen. De landelijke doelstelling is om in 2050 energieneutraal te zijn. Voor onze stad willen we dit proces versnellen en al in 2045 energieneutraal zijn. Dat betekent dat onze stad of regio op jaarbasis per saldo evenveel energie duurzaam opwekt als afneemt. Deze weg naar energieneutraliteit is voor de stad Nijmegen vastgelegd in de ‘Routekaart Nijmegen Energieneutraal 2045’ en op regionaal niveau in routekaart ‘De Groene Kracht’ (bijlage 1 en 2). De Nijmeegse Routekaart is opgesteld binnen het project Power2Nijmegen, waarbij bedrijven en instellingen als belangrijke stakeholders nauw betrokken zijn bij de energietransitie van de stad Nijmegen. Hoe de energietransitie in de praktijk over de stad uitgerold wordt, heeft nadere invulling en sturing nodig.
PROBLEEMSTELLING Nijmegen wil in 2045 een energie neutrale stad zijn. Om dat te kunnen bereiken is er veel nodig op het gebied van energiebesparing en toepassing van duurzame energie. In WAAR en HOE in Nijmegen bespaard en verduurzaamd gaat worden is nog geen pad uitgezet. Hierdoor bestaat het risico dat duurzame energie-initiatieven over elkaar heen duikelen en elkaar beconcurreren. Duurzame energie-infrastructuur wordt mogelijk naar de verkeerde locaties gelegd. Potentiële duurzame energiebronnen blijven mogelijk onbenut. De ambities van bedrijven op het gebied van het realiseren van een duurzame energievoorziening zijn groot. Zo werken bedrijventerreinen als TPN West en BNZ aan projecten om hun bedrijventerrein energieneutraal maken, participeren verschillende marktpartijen in de aanleg van het warmtenet en wil GDF Suez na het sluiten van de kolencentrale in 2016 zich op deze locatie volledig gaan richten op duurzame energieopwekking. Ondanks een steeds grotere groep koplopers die hierop volop inzet, is er ook nog steeds een grote groep MKB bedrijven die wel wil verduurzamen maar die nog niet altijd goed weet hoe dat aan te pakken. Wat betreft energie-collectieven is de bereidheid van particulieren om daarbij te participeren is groot, alleen is er nog geen goede informatie voorhanden. Ook deze bedrijven en particulieren moeten ondersteund en meegenomen worden in het pad naar de energie neutrale stad. Met de Nijmeegse woningcorporaties is afgesproken dat in 2018 hun voorraad gemiddeld energielabel B heeft. Met de corporaties zullen afspraken gemaakt moeten worden hoe dit te bereiken. Ook moet gekeken worden hoe dit aansluit bij langere termijn ambities uit het Nationaal Energieakkoord. Gemiddeld wordt een woning slechts eenmaal in de 40 jaar in de schil gerenoveerd. Voor alle woningen die tussen nu en 2045 gerenoveerd worden, moet dus nu al gekeken worden. Het is dus zaak nu al een visie te hebben hoe dat te doen bij welke woningen, wil Nijmegen zijn doelstelling energieneutraal in 2045 kunnen halen.
3
In de nieuwe energie-aanbesteding van de MARN gemeenten voor 2016 wordt gevraagd om 100% additionele duurzaam opgewekte energie. Hiervoor dient in de toekomst ook ruimte beschikbaar te zijn. Dit kan (voor zover dit het grondgebied van Nijmegen betreft) meegenomen worden in het energieplan. Welke gebieden hebben welke toekomstige energievraag (bv. hoogwaardige warmte, laagwaardige warmte, koude, elektriciteit) en welke duurzame energievoorziening en energieinfrastructuur hoort daarbij. Bijvoorbeeld een warmtenet met hoogwaardige warmte voor gebieden met een hoge warmtevraag of een collectieve WKO voorziening voor gebieden met goed geïsoleerde woningen met een vraag naar laagwaardige warmte. Ook collectieve initiatieven moeten hierbij betrokken worden.
DOELSTELLING Het doel is een strategie op te stellen om de bestaande voorraad te verduurzamen en de toekomstige energie-infrastructuur hier op af te stemmen ten dienst van de energieneutrale stad in 2045. De strategie omvat een visie waar, wat mogelijk is, onder welke condities en op welke termijn. De strategie is gericht op twee pijlers: het energetisch renoveren van de bestaande voorraad (gehele bebouwde omgeving). Het opwekken en leveren van duurzame energie
RESULTAAT Op basis van de analyse van de stedelijke toekomstige energievraag gaan wij, samen met de belangrijkste stakeholders, de toekomstige ruimtelijke invulling en lange-termijnplanning van de duurzame energie infrastructuur bepalen. Dit is bepalend voor de toekomstige planning en haalbaarheid van de uitrol van nieuwe energie-infrastructuur (groen gas, warmtenetten, WKO, koudenetten, smart grids etc.). Op basis van het energieplan kunnen bedrijven straks zien welke duurzame energieopties en infrastructuur er in hun directe omgeving straks voorhanden is. Het plan kan marktpartijen helpen met het opstellen van business cases op basis waarvan zij investeringen kunnen doen. Onderdeel van het energieplan is een digitale tool. De basis hiervoor is de bestaande Smart Energy Planner (SEP) van bureau Tauw. Deze is gekozen omdat het een reeds bestaand instrument is dat in de door ons gewenste specificaties kan voorzien (bijlage 3). Deze wordt geïnstalleerd op onze eigen ‘maptable’ in de vorm van kaartlagen (gedigitaliseerd in GIS) die voor verschillende jaartallen de ontwikkeling van de energievraag in diverse gebieden en de potentiële uitrol van duurzame energie-infrastructuur laten zien. Met deze tool kunnen met de ‘maptable’ ook rudimentaire kostenberekeningen voor diverse energievormen uitgevoerd worden en verschillende varianten naast elkaar gezet. Dit maakt het mogelijk om het Energieplan Nijmegen samen met de belangrijkste stakeholders in werksessies op een interactieve manier vorm te geven. Ook kan het model op deze manier later altijd aan nieuwe inzichten worden aangepast en geactualiseerd. Het eindproduct is een plan dat aangeeft welke gebouwen wanneer energieneutraal gemaakt worden, welke gebouwen na de huidige renovatieslag tot 2018 niet verder verduurzaamd worden, welke gebouwen tussen nu en 2045 gesloopt worden en daarmee ook welke gebouwen altijd in redelijke mate afhankelijk blijven van extern aangevoerde energie en of dit hoogwaardige of laagwaardige energie moet zijn. Hierbij is gekeken naar de gehele bestaande voorraad (dus bedrijven, utiliteit en woningen) en is per gebied bepaald hoe de energievraag van de stad zich tussen nu en 2045 ontwikkelt. Het plan moet als input kunnen dienen voor de informatievoorziening voor bewoners en MKB bedrijven over wat zij zelf kunnen doen op het gebied van verduurzaming van hun energievoorziening
4
PROJECTAFBAKENING Het project omvat het gebiedsgericht in beeld brengen van de stedelijke energievraag tussen nu en 2045 en beschrijft voor een drietal jaartallen (2020, 2032, 2045) hoe de energietransitie zich naar verwachting zal ontwikkelen in ruimtelijke zin. De verkregen gegevens worden verwerkt in digitale kaarten. Het project omvat de gewenste uitrol van de duurzame energie-infrastructuur in verschillende periodes. Bij het in beeld brengen van de toekomstige energie-infrastructuur wordt naast de gebouwde omgeving ook rekening gehouden met energieopwekking ten behoeve van mobiliteit. Om dat te kunnen doen is het ook goed om inzicht te hebben in de toekomstige energievraag van mobiliteit. Hiervan proberen we dan ook een indicatie te geven voor de genoemde jaren. Het vertalen van dit plan in een communicatieve tool voor burgers en bedrijven (‘menukaart energietransitie’) is een vervolg op het opstellen van het energieplan en maakt geen onderdeel van de deze opdracht uit. Proces-stappen Digitale database aanleggen (met diverse kaartlagen) Huidige energievraag kwantificeren Energievraag 2020/2045 kwantificeren Opties tot besparing in kaart brengen Opties tot verduurzaming in kaart brengen Markconsultatie met stakeholders middels interviews/werksessies Opties doorrekenen in digitale tool Opstellen energieplan (door adviesbureau) Afstemming met stakeholders en interne organisatie Andere producten (digitale tool) opleveren Definitief plan met uitvoeringsprogramma opleveren
RANDVOORWAARDEN EN UITGANGSPUNTEN De totstandkoming van het Energieplan Nijmegen is een interactief proces waarbij de belangrijkste stakeholders actief betrokken worden. De Power2Nijmegen routekaart en de structuurvisie 2013 vormen de basis voor het opstellen van het Energieplan Nijmegen. Onze aanpak moet aansluiten bij de aanpak die door het Rijk wordt beoogd in het Nationaal Energieakkoord. Om dit duidelijk te krijgen dienen we hierover contact te leggen. De inbreng van woningcorporaties en de netbeheerder Liander is cruciaal in dit proces. Hen moeten we vanaf het begin nauw betrekken. Innovaties op het gebied van energieopwekking of besparing worden meegenomen of later ingepast.
5
PROJECTOMGEVING RELATIES MET ANDERE (RUIMTELIJKE) PROJECTEN Er is een directe samenhang met het project warmtenet, de ambitie van het Rijk om in 2050 alle woningen energieneutraal te hebben, en de ambitie van de Provincie Gelderland om in 2020 230,5 MW aan windenergie in deze provincie te hebben gerealiseerd. Voor dit laatste zijn diverse geschikte locaties in Nijmegen aangewezen die ook opgenomen zijn in onze structuurvisie. Het Energieplan Nijmegen maakt deel uit van het programma Power2Nijmegen dat als doel heeft om samen met andere partijen in de stad de energietransitie vorm te geven. Het Energieplan Nijmegen heeft ook een relatie met het regionale enregietransitieprogramma ‘De Groene Kracht’ en ‘Energy Made in Arnhem’. Met beide projecten moeten we samenwerken om zaken goed af te stemmen, samen op te trekken en waar mogelijk en om van elkaar te leren.
PROJECTGEBONDEN BEHEERSASPECTEN Het programma Duurzaamheid van de gemeente Nijmegen is de ambtelijk opdrachtgever voor het Energieplan Nijmegen. Voor het opstellen van het plan worden één of meerdere externe partijen betrokken. Het resultaat zal afhankelijk zijn van de mix van kwaliteit en voor het betrekken van stakeholders, technische kennis en de vertaling in ruimtelijke structuren. Vanwege de veelheid aan potentiële actoren in het project is projectbeheersing (keuze belangrijkste stakeholders) en goed projectmanagement een vereiste om de gewenste resultaten te verkrijgen. Digitalisering van de verkregen informatie vindt plaats binnen De Smart Energy Planner van Tauw. Deze wordt geïnstalleerd op onze eigen maptable en onze eigen mensen leren er mee te werken. Hierbij is ook de afdeling ‘Funcioneel beheer fysiek domein’ (voorheen geo-informatie) nauw betrokken.
STAKEHOLDERS Interne stakeholders bij het project zijn: Beleidsmedewerkers duurzaamheid (Simone Ploumen, Maarten van Ginkel en Fons Claessen) Beleidsmedewerker warmtenet en KWO (Simone Ploumen) Beleidsmedewerker Wonen (Bas Böhm) Medewerker Functioneel beheer fysiek Domein (Rob Schoon) Beleidsmedewerker Stadsontwikkeling (Kees Zoon) Ontwikkelingsbedrijf (Paul Matthieu, Sjon Debie/Henk Berends) Externe primaire stakeholders bij het project zijn: Woningcorporaties omdat zij een groot deel van de voorraad bezitten en strategisch moeten plannen hoe zij deze energetisch gaan verbeteren de komen de decennia. Netbeheerder Liander omdat deze de toekomstige energieinfrastructuur moet aanleggen en veel kennis bezit op het gebied van energietransititie. Power2Nijmegen partners om mee te denken: Norbert Duijvelshoff en Geert Heesakkers (passiefhuisspecialisten), deelnemers workshop P2N 29-11-2014. Parkmanagers bedrijventerreinen en grote bedrijven (ARN, GDF Suez, RU en NXP) Externe secundaire stakeholders: Buurgemeenten (MARN) gemeente Arnhem Provincie Gelderland Nijmeegs Energie Convenant Deelnemers Power2Nijmegen
6
PROJECTFASERING PROJECTPLANNING Het project start in februari 2015 en heeft een doorlooptijd van een jaar. Planning per fase Fase 1: inregelen Smart Energy Planner (Tauw) februari tot mei 2015 Start project: 4 februari Bepalen randvoorwaarden SEP: eind februari 2015 Ontwikkeling en laden SEP model: april 2015 Fase 2 a: eerste ronde sessies met stakeholders: mei tot juni 2015 Sessie met woningcorporatie(s) + passiefhuisspecialisten Sessie met Liander, OB en warmtenet Sessie met bedrijven(terreinen) Fase 2 b: verwerken gegeven uit sessies: juli tot augustus 2015 Doorrekenen energieverbruik fases: mei 2015 Doorrekenen verschillende opties besparing en verduurzaming Fase 2 c: tweede ronde sessies met stakeholders: september tot oktober 2015 Sessie met woningcorporatie(s) + passiefhuisspecialisten Sessie met Liander, OB en warmtenet Sessie met bedrijven(terreinen) Fase 3: Uitwerken tot concept energieplan november tot februari 2016 Uitwerking in kaarten / varianten Op laten stellen energieplan door adviesbureau Opstellen projectplan voor uitrol energietransitie en communicatietools Energieplan terugkoppelen met stakeholders Fase 4: Energieplan Definitief maken energieplan Bestuurlijke besluitvorming
januari 2016
PROJECTBEHEERSING KWALITEIT Het Energieplan Nijmegen moet inzetbaar zijn binnen projecten en bruikbaar voor derden (vandaar de te ontwikkelen communicatietool). Het Energieplan Nijmegen moet upto-date blijven, waartoe onderhoud aan de tool vereist is. Het Energieplan Nijmegen dient draagvlak te hebben binnen de eigen vakdisciplines en bij genoemde externe stakeholders die het Energieplan Nijmegen ook verder binnen hun achterban communiceren. Het Energieplan Nijmegen is in principe flexibel en kan in de toekomst bij gewijzigde inzichten worden aangepast. COMMUNICATIE RONDOM GEPLANDE ACTIVITEITEN
Startnotitie half april in portefeuilleoverleg Harriët Tiemens Betrekken primaire stakeholders via direct mail Secundaire stakeholders dmv nieuwsbrief/ informeren Persbericht bij bestuurlijke behandeling
7
ORGANISATIE Projectleiding: Simone Ploumen: Proces coördinatie Maarten van Ginkel: Ruimtelijke kennis Fons Claessen: Technische kennis energie en bedrijven
166 uur 166 uur 166 uur
Projectteam: Bestaat uit de interne stakeholders. De inzet van andere interne medewerkers is bepekt tot een aantal projectgroep sessies en wordt betaald vanuit de eigen programma’s (muv extra inzet medewerker ‘functioneel beheer fysiek domein’). Inbreng externe stakeholders Op uitnodiging Fungeren tevens als klankbord De inzet van externen is beperkt tot een tweetal sessies (werksessie en klankbordsessie). Hierbij is naar schatting per deelnemer gedurende het hele proces 6 uur gemoeid.
RISICO’S
Risico is dat het Energieplan Nijmegen op termijn niet meer goed onderhouden kan worden. Dit dienen we in fase 1 van het project goed af te kaarten met Tauw en de follow-up ook intern te organiseren. Een tweede risico is dat stakeholders geen beeld hebben van lange termijn ontwikkelingen. In dat geval moeten we werken met ‘best guesses’ of inschattingen. Een derde risico is dat het Energieplan Nijmegen niet aansluit op de vereisten vanuit het Nationaal Energieakkoord. Hiertoe moeten we vooraf contact opnemen met het Rijk of de VNG als uitvoerder van het Energieakkoord.
GELD De externe kosten voor het project zijn geschat op €60.000. Deze bestaan uit: - €25.000 aanschaf en inregelen Smart Energy Planner Tauw (budget 2014) - €25.000 op laten stellen Energieplan Nijmegen - €10.000 onderhoudsopzet tool en kosten onvoorzien Dekking vindt plaats vanuit het programma Duurzaamheid.
8