EnergieLokaal Wij krijgen Kippen Business modellen en fiscale toepassingen
Organisatie: EnergieLokaal Wij krijgen Kippen Datum: 6 februari 2014 Locatie: Oldschool, Gaasterlandstraat 5. Gastsprekers: Vincent Smeele (Greenspread), Bram Faber (Schuiteman) Tijdens het voorstelrondje worden ook prangende vragen genoteerd die daarna plenair worden besproken met de twee gastsprekers. Prangende vragen zijn: • Hoe werkbaar of haalbaar is het postcoderoos (coöperatieve) model nu eigenlijk? En wat is het laatste nieuws hierover? • Wat is de slimste strategie voor zonnepanelen op een (sport)vereniging? En voor verenigingen/scholen die het gebouw van de gemeente huren en daardoor een lage kWh prijs betalen? En is het slim om verschillende concepten zoals doneer de zon, geldGROENwassen en ‘ontzorging’ via een coöperatie samen in te zetten? • Welke fiscale regelingen zijn toepasbaar en wat zijn de voorwaarden? Denk aan de EIA, KIA, MIA en VAMIL. • Heeft investeren in zonnepanelen consequenties voor de ANBI status van een organisatie? En kan hier nog iets slim mee worden gedaan? • Hoe zit het met de GVO’s? Wanneer kan je die meenemen in je business case?
Postcoderoos Met de presentatie van het SER akkoord na de zomer van 2013 is duidelijk geworden welk model de voorkeur heeft van onze Minister van Economische Zaken. In het kort gaat de postcoderoos – of het coöperatieve model – ervan uit dat een collectief van kleinverbruikers die gezamenlijk investeren in een zonnedak, de opgewekte stroom thuis tegen gereduceerd tarief mogen afnemen mits deze in dezelfde of aangrenzende postcode wonen als waar de zonnepanelen zijn geplaatst. In tegenstelling tot wanneer de zonnepanelen op hun eigen dak zouden liggen, kunnen deelnemers in een postcoderoos model over de opgewekte zonnestroom niet het hele bedraag aan energiebelasting aftrekken. In plaats van het hele bedrag (€ 0,1185 per kWh) wordt een korting van € 0,075 toegepast waardoor er nog steeds per kWh ongeveer € 0,04 wordt betaald. Via internet is gemakkelijk uit te zoeken welke postcodes binnen de postcoderoos van een project vallen: http://maps.geodan.nl/nl/maps/indelingen.htm Inmiddels is vastgelegd dat deze maatregel voor minimaal 10 jaar na een wetswijziging nog gehandhaafd wordt. Dit betekent dat wanneer over bijvoorbeeld 5 jaar de wet wordt aangepast deelnemers aan het postcoderoos model vanaf dat moment nog 10 jaar een korting op de energiebelasting ontvangen over hun eigen opgewekt zonne-‐energie. Een aardige zekerheid omdat hierdoor voor in ieder geval 11 jaar (vanaf heden)
Copyleft: Door EnergieLokaal Wij krijgen Kippen – Expert sessie: Business modellen
EnergieLokaal Wij krijgen Kippen Business modellen en fiscale toepassingen
zekerheid is over de toekomstige inkomsten van zonnepanelen binnen het postcoderoos model. Daar staat tegenover dat wanneer het postcoderoos model ten einde loopt het belastingvoordeel dus ook verdwijnt. Daarnaast is er een extra onzekerheid wat betreft de aansluitkosten en beheerskosten voor het aanleggen en onderhouden van een verplichte extra aansluiting waarop de zonnestroom ingevoerd moet worden. In het model is het verplicht om de opgewekte zonnestroom via een extra ‘groen’ aansluiting op het net in te voeren. Tot op heden zijn de netbeheerders er nog niet over uit of er (extra) kosten in rekening gebracht gaan worden voor deze ‘groen’ aansluiting. De kosten voor een extra aansluiting kunnen flink oplopen, zeker wanneer het gaat om grootverbruikersaansluitingen. Met andere woorden, wanneer de belastingkorting komt te vervallen en de kosten voor het aanhouden van een extra ‘groen’ aansluiting worden doorbelast is er een reële kans dat een zonnepanelen project via het postcoderoos model na verloop van de regeling meer gaat kosten dan het oplevert. Is dit de officiële doodsteek van het postcoderoos model? Niet helemaal want er zijn inmiddels een aantal mensen die een business case hebben opgesteld op basis van het postcoderoos model. Een voorbeeld hiervan is het model ontwikkeld door Sven Pluut van het project 1 miljoen Watt. Dit model is te downloaden via zijn blog op: http://zonnepanelendelen.nl/2014/01/een-‐business-‐case-‐van-‐de-‐postcoderoos/ Ook Greenspread heeft goed gekeken naar de haalbaarheid van dit model. Wat een voordeel van dit model is, is de relatief lange termijn waarop zekerheid wordt geboden. Het postcoderoos model geeft gebruikers namelijk minimaal 10 jaar zekerheid over de inkomsten over deze periode. Maar omdat zonnepanelen een veel langere levensduur hebben en waarschijnlijk binnen deze 10 jaar nog niet zijn terugverdiend, is het verstandig om bij het toepassen van het postcoderoos model de zonnepanelen over te dragen op moment dat het postcoderoos model wordt opgeheven. Lees verderop in het verslag meer informatie over het overdragen van zonnepanelen binnen de levensduur van de zonnepanelen. Wanneer de zonnepanelen na verloop van de regeling worden overgedragen aan de eigenaar van het pand (gemeente) of de huurder (school of vereniging) zijn er drie vormen van inkomsten geduurde de looptijd van het project: 1. Voor de opgewekte zonnestroom die op het net wordt gezet ontvangt een coöperatie (of vereniging van kleinverbruikers) een prijs per kWh die is overeengekomen met een energieleverancier. Dit is tegen kostprijs en zal rond de € 0,05 en € 0,06 bedragen. Deze inkomsten komen bij de coöperatie terecht. 2. Leden van deze coöperatie (of vereniging van kleinverbruikers) mogen een deel van de opgewekte stroom van hun eigen verbruik salderen. Zij nemen hun eigen stroom met een korting van € 0,075 per kWh af (en betalen per saldo dus nog steeds ongeveer € 0,04 energiebelasting!). Dit voordeel komt direct bij de leden terecht en dus niet bij de coöperatie.
Copyleft: Door EnergieLokaal Wij krijgen Kippen – Expert sessie: Business modellen
EnergieLokaal Wij krijgen Kippen Business modellen en fiscale toepassingen
a. Een bijkomend aspect waar een slaatje uit geslagen kan worden is het feit dat de leden voor een langere periode stroom bij een energieleverancier kunnen afnemen. Energieleveranciers binden graag klanten voor een langere periode en kunnen hiervoor een extra vergoeding (vast bedrag of extra korting op de energieprijs) geven. Afhankelijk van de afspraak tussen een coöperatie en energieleverancier komt dit voordeel direct ten goede van de leden of indirect via de coöperatie. 3. De installatie wordt na het verlopen van de regeling overgedragen aan de eigenaar of huurder van het pand. De opbrengst uit de verkoop gaat in de kas van de coöperatie (of vereniging van kleinverbruikers). De business case van Greenspread met toepassing van het postcoderoos model wordt binnenkort gedeeld.
Geschikt model voor maatschappelijke grootverbruikers van stroom
Als voorbeeld wordt een case genomen van een school met een verbruik van 100.000 kWh per jaar en de wens om zonnepanelen te leggen. De school heeft niet de ambitie om de ongeveer 400 zonnepanelen in eigendom te nemen maar wil graag alleen de stroom afnemen. Omdat de school over een groot gedeelte (de helft) van het verbruik slechts € 0,0115 energiebelasting betaald, is het lastig een economisch haalbare business case op te stellen. Naast het hierboven beschreven model biedt een combinatie van bestaande modellen mogelijk een alternatief: 1. Door een gedeelte van het project te financieren via donaties van bijvoorbeeld ouders of derde partijen wordt de totale investering lager. Het werven van financiering voor zonnepanelen d.m.v. donaties wordt bijvoorbeeld gedaan door ‘Doneer de zon’ of ‘Kies zon’. 2. Via de geldGROENwassen constructie wordt een bedrijf gezocht die de totale investering van de zonnepanelen wil voorfinancieren en gebruik kan maken van fiscale aftrekposten zoals de EIA (zie hieronder). De school betaalt in de eerste (minimaal) 5 jaar via de besparing op de energierekening (een gedeelte van) de zonnepanelen af aan het bedrijf. 3. Na minimaal 5 jaar kunnen de zonnepanelen worden overgenomen door een energiecoöperatie die de opbrengst van de zonnepanelen vervolgens over de levensduur van de zonnepanelen aan de school levert. De school kan er ook voor kiezen de zonnepanelen zelf over te nemen.
Welke fiscale regelingen zijn wanneer toepasbaar?
Energie Investeringsaftrek (EIA) Met de EIA is het mogelijk om 41,5% van de investeringskosten die worden gedaan in energiezuinige of duurzame energie producerende installaties af te trekken van de fiscale winst. Dit is een extra post om de fiscale winst te drukken boven op de reguliere
Copyleft: Door EnergieLokaal Wij krijgen Kippen – Expert sessie: Business modellen
EnergieLokaal Wij krijgen Kippen Business modellen en fiscale toepassingen
afschrijving van de installatie. Deze fiscale aftrek komt ten laste van de winst in het eerste jaar (is daarmee een eenmalige aftrekpost). Voorwaarden voor het gebruik van de EIA zijn: • Het economisch (en liefst ook juridisch) eigendom van de installatie moeten voor minimaal 5 jaar bij de partij liggen die de investering heeft gedaan in de zonnepanelen. Worden de zonnepanelen binnen 5 jaar overgedragen aan een andere partij dan geldt de desinvesteringsaftrek en moet – afhankelijk van het aantal jaren – een deel het fiscale voordeel worden terugbetaald. • EIA kan alleen worden toegepast op nieuwe installaties. Het is dus niet mogelijk om EIA opnieuw aan te vragen wanneer een installatie na verloop van tijd wordt overgedragen of op tweedehands zonnepanelen. Dit in tegenstelling tot de KIA (zie hieronder). • EIA is een fiscale aftrekpost die de winst drukt. Als de investerende partij geen winst maakt heeft het toepassen van de EIA dus weinig tot geen voordeel. • De EIA is in de regel niet te gebruiken in combinatie met de MIA. Meer informatie over de EIA: http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakeli jk/winst/inkomstenbelasting/inkomstenbelasting_voor_ondernemers/investeringsaftre k_en_desinvesteringsbijtelling/energie_investeringsaftrek_eia Kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA) Investeringen in duurzame energie producerende of energiebesparende installaties kunnen ook onder de KIA vallen. Net als bij EIA drukt de KIA ook de fiscale winst van een onderneming. Het fiscale voordeel van de KIA kan nooit meer bedragen dan € 15.470. Voor relatief kleine installaties (optimaal tussen de € 55.000 en € 100.000) is de KIA een interessante regeling. Let op! De KIA is van toepassing op middelen die voor eigen gebruik zijn. De KIA mag dus niet worden toegepast wanneer de installatie aan een andere partij beschikbaar wordt gesteld. Met andere woorden wanneer de installatie aan een ander wordt verhuurd. Als je een coöperatie bijvoorbeeld zonnepanelen op het dak van een ander legt en daarvoor een huurprijs vraagt mag de KIA niet worden toegepast. Maar wanneer de opbrengst van de zonnepanelen – de stroom – wordt verkocht dan mag de KIA wel worden toegepast. Dus als de coöperatie de opgewekte stroom aan de gebruiker onder dat dak levert kan de KIA wel worden toegepast. In tegenstelling tot de KIA maakt het voor de EIA niet uit of de zonnepanelen worden verhuurd of dat de zonnestroom wordt verkocht om toegepast te kunnen worden. Over het afrekenen van geleverde stroom – zoals hierboven beschreven – is politiek gezien nog veel te doen. De wijze waarop een en ander wordt vormgegeven kan daarom impact hebben op andere regelingen dan de KIA of de EIA. Denk hierbij aan bijvoorbeeld Copyleft: Door EnergieLokaal Wij krijgen Kippen – Expert sessie: Business modellen
EnergieLokaal Wij krijgen Kippen Business modellen en fiscale toepassingen
de energiebelasting. Er kan verschil onstaan tussen de opwekker en de gebruiker, waardoor geen saldering mogelijk is (zie ook motie Vos). Het geschil rond de motie Vos is ontstaan doordat Minister van Economische Zaken – Henk Kamp –voornemens is om in deze gevallen de betrokken partijen niet vrij te stellen van het betalen van energiebelasting. Meer hierover is te lezen op de website van Wij krijgen Kippen: http://www.wijkrijgenkippen.nl/category/beleid-‐en-‐wetgeving/ Meer informatie over de KIA: http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakeli jk/winst/inkomstenbelasting/inkomstenbelasting_voor_ondernemers/investeringsaftre k_en_desinvesteringsbijtelling/kleinschaligheidsinvesteringsaftrek_kia Milieu Investeringsaftrek (MIA) De MIA is net als de EIA en de KIA een regeling waarmee de fiscale winst kan worden verlaagd. Met de MIA is het mogelijk om tot 36% van het investeringsbedrag in mindering brengen op de fiscale winst. Het percentage van de aftrek is afhankelijk van de milieu-‐effecten en de gangbaarheid van het bedrijfsmiddel. De MIA is niet toepasbaar op investeringen in bijvoorbeeld zonnepanelen of windmolens maar kan wel worden toegepast bij het saneren van asbest. Wanneer een gebouw gerenoveerd wordt en daarbij asbest moet worden verwijderd en in het ontwerp ook energiemaatregelen worden getroffen, kan de MIA worden gebruikt voor de kosten die worden gemaakt op de asbestsanering. In aanvulling daarop kunnen de EIA of KIA worden toegepast op de investering in de energie maatregelen. Meer informatie over de MIA: http://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/bldcontentnl/belastingdienst/zakeli jk/winst/inkomstenbelasting/inkomstenbelasting_voor_ondernemers/investeringsaftre k_en_desinvesteringsbijtelling/milieu_investeringsaftrek_mia_willekeurige_afschrijving_ milieu_investeringen_vamil Eigendom, afschrijving en overdracht Om de EIA toe te kunnen passen is het van belang om aan te tonen dat het economisch eigendom van de installatie ligt bij de partij die de investering doet. Voor de volledigheid is het prettig om ook het juridisch eigendom vast te leggen via een recht van opstal. Maar om de EIA toe te kunnen passen is het economisch eigendom voldoende. Het vaststellen van het economisch eigendom ligt wat genuanceerder. Het economisch eigendom ligt bij de partij die het voordeel geniet van de investering. Denk bij het maken van afspraken (waaronder prijsstelling) rondom een overgang van de eigendom van zonnepanelen na over een goede borging van het economisch eigendom van de investering bij de investeerder die de EIA claimt. Een concreet voorbeeld: een bedrijf investeert in zonnepanelen op een maatschappelijke instelling zoals een school. Het bedrijf kan de zonnepanelen voordelig aanschaffen omdat het verschillende fiscale voordelen heeft zoals aftrek BTW en de mogelijkheid om
Copyleft: Door EnergieLokaal Wij krijgen Kippen – Expert sessie: Business modellen
EnergieLokaal Wij krijgen Kippen Business modellen en fiscale toepassingen
de EIA toe te passen. De school betaalt het deel van de energierekening dat wordt bespaard met de zonnepanelen jaarlijks terug aan het bedrijf totdat de panelen (bijna) zijn afbetaald. Afhankelijk van de stroomprijs die de school betaalt zijn de zonnepanelen na ongeveer 8 tot 12 jaar afbetaald en neemt de school de zonnepanelen over. Sta hierbij stil dat zonnepanelen een levensduur van gemiddeld 25 jaar hebben (garanties van leveranciers zijn zo’n 25 jaar). De installatie wordt daarom ook in 25 jaar afgeschreven. Wanneer de zonnepanelen na bijvoorbeeld 8 jaar van eigenaar wisselen is dus ongeveer een derde van de investering afgeschreven. Maar in het economisch verkeer is het goed mogelijk dat de installatie minder waard is dan de restwaarde (investering minus afschrijving). Net als met computers gaat de ontwikkeling van zonnepanelen razendsnel. 8 jaar oude zonnepanelen zijn doorgaans minder waard dan het bedrag waarvoor ze nog op de balans staan (als er lineair wordt afgeschreven). Er is dus wel wat voor te zeggen dat de restwaarde van oude zonnepanelen lager is de restwaarde die op de balans staat. Wees je ervan bewust dat wanneer de restwaarde te laag wordt geschat de investeerder een risico loopt dat het economisch eigendom niet bij hem of haar ligt en daardoor de toepasbaarheid van fiscale regelingen in het geding kan komen. Door een restwaarde van minimaal 10-‐12% op te nemen bouwt men meer zekerheid in dat de zonnepanelen in de eerste jaren het economisch eigendom zijn van de investeerder zijn. Hierbij moet gezegd dat de 10% slechts een van de voorwaarden is uit een besluit van de Staatssecretaris dat het verschil tussen financial lease en operational lease in kaart brengt. Dit besluit kan ook gebruikt worden om het economisch eigendom af te bakenen Wanneer de zonnepanelen worden overgedragen wordt gekeken naar de waarde van de zonnepanelen in het economisch verkeer. Is de waarde van de zonnepanelen in het economisch verkeer lager dan de restwaarde (investering minus afschrijving) dan heeft de investeerder een verlies. Aan de andere kant wanneer de waarde in het economische verkeer hoger is dan de restwaarde dan verkoopt de investeerder de zonnepanelen met winst en zal daar vpb over afgedragen moeten worden.
Fiscale mogelijkheden voor instellingen met een ANBI status
In Nederland mogen schenkingen die worden gedaan aan een partij met een ANBI status worden afgetrokken van het belastbaar inkomen. Een ANBI is een Algemeen Nut Beogende Instelling. Bekende goede doelen hebben bijvoorbeeld een ANBI status maar ook veel kleinere instellingen zoals kerken of stichtingen hebben vaak een ANBI status. Een ANBI status maakt het aantrekkelijk om aan een partij te doneren omdat het gedoneerde bedrag van het belastbaar inkomen van de donateur afgetrokken mag worden. Partijen met een ANBI status kunnen hierdoor (gemakkelijker) aan het te investeren bedrag komen. De donaties kunnen worden aangewend voor zonnepanelen waardoor hun vaste lasten lager worden. Voor partijen met een ANBI status is het goed om te onthouden dat wanneer de zonnepanelen meer energie opwekken dan er nodig is,
Copyleft: Door EnergieLokaal Wij krijgen Kippen – Expert sessie: Business modellen
EnergieLokaal Wij krijgen Kippen Business modellen en fiscale toepassingen
de ANBI status mogelijk in gevaar komt. Zolang er niet meer wordt opgewekt dan verbruikt is er niets aan de hand. Er zijn organisaties die partijen met een ANBI status helpen te verduurzamen. Zo werkt Bart Doornbos samen met Menodi (http://www.menodi.nl/index.php)
Garanties Van Oorsprong (GVO’s)
Een GVO is een methode om gebruikte stroom te kunnen koppelen aan de oorsprong, de bron waarmee de stroom is opgewekt. Hierdoor is het mogelijk om te claimen dat de stroom uit jouw stopcontact groene stroom is, of zelfs afkomstig is van een bepaalde windmolen, zonnepaneel of waterkrachtcentrale uit een ander land. Meer over GVO’s kun je lezen op de website van WISE Nederland: http://www.groenestroomjagraag.nl/node/299. Op de markt zijn veel GVO’s voor handen uit Noorse waterkracht. Maar voor een GVO’s uit Nederlandse zonnestroom is er geen markt omdat er maar heel weinig van wordt aangeboden. Dit komt omdat veel van de opgewekte zonnestroom vaak direct wordt gebruikt en/of gesaldeerd door de gebruiker die aan de zonnepanelen is verbonden. Omdat deze stroom al is gebruikt of gesaldeerd kan de GVO niet ook nog eens apart worden verhandeld. Wanneer zonnestroom – net als bij windmolens – wordt verkocht aan een energieleverancier en via een productiemeter op het net wordt aangesloten, is het mogelijk om de GVO’s wel te verkopen en dus op te nemen in een business case. Al wordt in veel gevallen een overeenkomst gesloten met de energieleverancier over de bestemming van de GVO’s en komt het niet veel voor dat deze worden verhandeld.
Handige extra tips
Aansluit op het net: groot-‐ en kleinverbruikers Vaak wordt gedacht dat op een grootverbruikersaansluiting niet gesaldeerd kan worden. Dit klopt niet helemaal want er zijn een aantal energieleveranciers die het wel toestaan. Wat overigens niet kan op een grootverbruikersaansluiting is de energiebelasting salderen. Grootverbruikers betalen vaak maar weinig energiebelasting (€ 0,0115 per kWh boven de 50.000 kWh per jaar) waardoor het verschil ook gering is. Op de website van Stichting Zonne-‐energie Wageningen is uitgebreid overzicht te vinden van welke leveranciers onder welke voorwaarden salderen: http://www.zonne-‐ energie-‐wageningen.nl/wp-‐content/uploads/2012/11/Salderingsoverzicht-‐202012-‐ Stichting-‐Zonne-‐energie-‐Wageningen-‐Update-‐Nov-‐20121.pdf Leningen, certificaten of aandelen? Bij het ontwikkelen van een business model voor een coöperatie is het verstandig om stil te staan op welke manier de leden worden beloond of gecompenseerd voor hun inleg Copyleft: Door EnergieLokaal Wij krijgen Kippen – Expert sessie: Business modellen
EnergieLokaal Wij krijgen Kippen Business modellen en fiscale toepassingen
in de coöperatie. Voor meer informatie hierover neem contact op met
[email protected] of
[email protected]. Rekening houden met inkoopvoordeel Maatschappelijke organisaties kopen vaak gezamenlijk of groot hun energie in waardoor er een lagere energieprijs wordt bedongen. Naast een prijsnadeel heeft dit soms ook andere consequenties: • Scholen kunnen hun energie inkopen via een speciaal school collectief (Energie voor Scholen). Wanneer scholen hieraan meedoen committeren ze zich aan een vooraf opgegeven hoeveel af te nemen energie. Hier kan een klein beetje van worden afgeweken (ongeveer 10% meer of minder). Door het plaatsen van zonnepanelen daalt het energieverbruik vaak onder deze grens. Helaas is in deze contracten vaak vastgelegd dat een school toch de vooraf aangegeven (en gecontracteerde) hoeveelheid stroom zal moeten afnemen ongeacht of ze minder gebruiken. • Gemeenten kopen vaak ook collectief hun energie in voor alle gemeentelijke panden. De gemeente Amsterdam heeft bijvoorbeeld een 4 jarig contract met NUON tot eind 2014. Hierin is opgenomen dat NUON de enige energieleverancier van de gemeente is binnen deze periode. Wanneer een initiatief collectief zonnepanelen op een gemeentelijk dak legt en de stroom wil salderen met de gebruiker van dat pand (kan de gemeente zelf zijn maar een sportvereniging of zwembad die dat pand van de gemeente huren), is er sprake van een nieuwe leverancier van de gemeente wat is strijd is met het contract tussen NUON en de gemeente.
Handige richtlijnen voor het opstellen van een business model •
• • • •
•
Stel verschillende scenario op waarbij onder andere de energieprijs varieert (0-‐ 2%). Ga niet uit van een jaarlijkse stijging van meer dan 2%, hoe hoger het percentage hoe rooskleuriger het model met als keerzijde een grotere onzekerheid. Neem ook de inflatie mee. Hiervoor geldt hetzelfde als bij de energieprijs: ga uit van een inflatie van 0-‐2% per jaar. Zonnepanelen hebben een gemiddelde levensduur van 20 -‐25 jaar. Maak daarom een exploitatieperiode voor een zelfde aantal jaren. Neem in je model niet een te lage Wp prijs op. Momenteel bedraagt de Wp prijs (ex BTW) voor klein dak ongeveer € 1,25. Houdt ook rekening met verzekering. Een richtlijn voor de kosten van een verzekering is een jaarlijks bedrag van 0,20% tot 0,30% van de totale investering. Wanneer het project ook verzekert is voor gederfde inkomsten (lees: je ontvangt een vergoeding ook wanneer de zonnepanelen voor langere periode niet gebruikt kunnen worden) liggen de kosten dichter bij de 0,30%. Onderhoud van zonnepanelen is laag maar goed onderhouden zonnepanelen leveren meer stroom! Vergeet dus niet een post op te nemen voor ‘beheer en onderhoud’. Richtlijn is ongeveer 1% tot 2% van de totale investering.
Copyleft: Door EnergieLokaal Wij krijgen Kippen – Expert sessie: Business modellen
EnergieLokaal Wij krijgen Kippen Business modellen en fiscale toepassingen
•
•
•
•
In sommige gevallen wordt het dak om niet aangeboden door een dak eigenaar. Maar kan verschillen per situatie en wellicht ook het gekozen model. Daarom is het handig om in de business case in ieder geval een post ‘dakhuur’ op te nemen: €0 of €2,50 per m2 per jaar. Een duurzaam project houdt ook rekening met energie en vergoedingen die leden, vrijwilligers of ontwikkelaars hierin steken. Neem daarom ook een post op voor de ontwikkeling van het project. Het is aan de coöperatie of het initiatief om deze kosten uiteindelijk wel of niet uit te betalen maar geeft participanten in ieder geval inzicht in wat het project kost of zou gekost zou moeten hebben. Hiervoor zijn geen standaarden maar gedacht kan worden aan een bedrag per zonnepaneel, geleverde kWh of een percentage van de totale investering. Maatschappelijke initiatieven in Amsterdam kunnen via het Amsterdams Investeringsfonds een deel van de benodigde financiering voor hun project onder gunstige voorwaarde lenen. Het AIF hanteert een rente 1,99% voor maatschappelijke initiatieven. De looptijd varieert van 10 tot 15 jaar en kan worden afgelost via een annuïteit of lineaire lening. Omvormers gaan momenteel minder lang mee dan zonnepanelen en zullen gedurende het project vervangen moeten worden. Hiervoor kan een reservering worden gemaakt. Een mogelijk alternatief is het verlengen van de garantie. Dit kan afhankelijk van het merk omvormer en tegen een meerprijs.
Copyleft: Door EnergieLokaal Wij krijgen Kippen – Expert sessie: Business modellen