Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning
Energie nulmeting Regio Amstelland-Meerlanden
Concept 22 oktober 2008
Opdrachtgever:
Twynstra Gudde Adviseurs en Managers
Opgesteld door:
Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning Drs. G. Bosch Ing. J. Dooper
Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning
Inhoudsopgave 1.
Inleiding................................................................................................................................ 2
2.
Woningbouw ........................................................................................................................ 3
3.
4.
5.
6.
2.1
Introductie ............................................................................................................................... 3
2.2
Energieverbruik en broeikasgas emissies................................................................................ 3
Utiliteitsbouw ....................................................................................................................... 5 3.1
Introductie ............................................................................................................................... 5
3.2
Energie gebruik........................................................................................................................ 5
Agrarische Sector .................................................................................................................. 7 4.1
Introductie ............................................................................................................................... 7
4.2
Energie gebruik en CO2 emissies ............................................................................................. 7
Bedrijven en industrie ........................................................................................................... 9 5.1
Introductie ............................................................................................................................... 9
5.2
Energie gebruik en CO2 emissies ............................................................................................. 9
Verkeer en vervoer ............................................................................................................. 11 6.1
Introductie ............................................................................................................................. 11
6.2
Energieverbruik en broeikasgas emissies.............................................................................. 11
7.
Duurzame energie productie ............................................................................................... 13
8.
Totaal overzicht .................................................................................................................. 14
1
Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning
1.
Inleiding
Wereldwijd staat het energievraagstuk hoog op de agenda. De beschikbare voorraden aardolie en aardgas raken op en worden door de groeiende vraag duurder. Er is een transitie nodig van verbruik naar besparing en opwekking van duurzame bronnen van energie. De bestuurders van de regio Amstelland en de Meerlanden hebben op het A&M regiosymposium op 22 juni 2007 “Op weg naar 2040 in een duurzame regio” de ambitie uitgesproken om energieneutraal te zijn in 2040. De definitie van energie neutraal hierin is: “De energie welke in de regio wordt verbruikt wordt ook in de regio duurzaam opgewekt”. Voordat er concrete maatregelen genomen kunnen worden om de energievraag te verduurzamen zal het huidige energieverbruik inzichtelijk gemaakt moeten worden. Voor u ligt het rapport dat voortvloeit uit de energie nulmeting die is uitgevoerd voor de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn. Dit rapport geeft de totale energie nulmeting van deze 5 gemeenten samen. Het onderzoek is gebaseerd op informatie afkomstig van de gemeente en Nederlandse gemiddelden afkomstig van onder andere SenterNovem, Kamer van Koophandel en het CBS. De energie nulmeting is gedaan op hoofdlijnen voor de volgende sectoren: • • • • •
Woningbouw Bedrijven en industrie Verkeer en vervoer Agrarische sector Utiliteitsbouw.
Voor het onderdeel utiliteitsbouw zijn voor de gemeenten (behalve Diemen) aannamen gemaakt, omdat hiervoor op het moment van schrijven nog geen werkelijke hoeveelheden voor bekend waren. Leeswijzer: In hoofdstukken 2 t/m 6 zal het energieverbruik in de sectoren woningbouw, utiliteitsbouw, agrarische sector, bedrijven en industrie en verkeer en vervoer respectievelijk in kaart worden gebracht. Hoofdstuk 7 geeft een overzicht van duurzame energie die momenteel al geproduceerd wordt. Het rapport sluit af met een totaal overzicht van het energiegebruik binnen de gemeentegrenzen.
2
Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning
2.
Woningbouw
2.1 Introductie Woningbouw is verantwoordelijk voor ongeveer een kwart van het energieverbruik in Nederland. In Nederland wordt voor verwarming voornamelijk aardgas gebruikt. Het gemiddelde gasverbruik van een huishouden is de afgelopen 10 jaar gedaald met ongeveer 17%. Deze daling komt door het gebruik van efficiëntere centrale verwarmingssystemen en betere isolatie. Het aandeel in het gasverbruik voor het verwarmen van water stijgt door een verhoogde vraag naar comfort. Verder wordt gas in huishoudens gebruikt voor koken, dit aandeel is de laatste jaren ongeveer gelijk gebleven. Door de toegenomen vraag naar comfort is ook het elektriciteitverbruik gestegen. De behoefte naar meer comfort resulteert in meer huishoudelijke apparaten die elektriciteit gebruiken. In dit hoofdstuk wordt het cumulatieve energieverbruik en de daaruit resulterende broeikasgasemissies inzichtelijk gemaakt van de woningbouw in de 5 gemeenten. 2.2 Energieverbruik en broeikasgas emissies De gemeenten samen hebben ongeveer 171.000 inwoners en deze vormen samen 77.160 huishoudens (bron: CBS): • • • • •
Aalsmeer Amstelveen Diemen Ouder-Amstel Uithoorn
-
27.204 inwoners 79.003 inwoners 24.046 inwoners 13.046 inwoners 27.499 inwoners
-
11.040 huishoudens 37.174 huishoudens 11.260 huishoudens 5.604 huishoudens 12.082 huishoudens
Dit resulteert in een gemiddelde van 2,21 persoon per huishouden. Op basis van het aantal huishoudens en de gemiddelde grootte van de huishoudens is het energieverbruik van de huishoudens per gemeente bepaald. Tabel 1 laat het totale elektriciteit- en gasverbruik zien van de woningbouw in de 5 gemeenten. Het verbruik wordt zowel gegeven in kilowatturen (kWh) elektriciteit als in kubieke meters (m3) aardgasverbruik. Ook wordt dit verbruik gegeven in één energie eenheid (GJ). Omdat voor elektriciteit geldt dat deze in Nederland niet met een rendement van 100% wordt opgewekt is het primair energieverbruik hoger dan het energieverbruik in huis. In Nederland wordt elektriciteit met een gemiddeld rendement van 40% opgewekt, daarom is ook het primaire energie verbruik weergegeven. Dit energieverbruik resulteert in broeikasgasemissies, uitgedrukt in tonnen CO2. Figuur 1 geeft de verdeling van dit energieverbruik over de 5 gemeenten: Onderwerp
Hoeveelheid Eenheid
Elektriciteitsverbruik
261.513.885 kWh
Gasverbruik
127.468.320 m3
Energieverbruik
5.020.436 GJ
Primair energieverbruik
6.432.611 GJ
CO2 uitstoot
374.910 Ton CO2
Tabel 1: Energieverbruik en CO2 uitstoot van woningbouw
3
Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning
Figuur 1: Aandeel in energieverbruik van de woningbouw per gemeente.
4
Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning
3.
Utiliteitsbouw
3.1 Introductie De gebouwde omgeving (exclusief woningbouw) is verantwoordelijk voor ongeveer 10% van het totale energieverbruik in Nederland. De meeste van deze gebouwen zijn van bedrijven en industrie en worden behandeld in hoofdstuk 5. Gebouwen en voorzieningen die vallen onder de gemeentelijke instantie of waar de gemeente veel invloed op heeft zijn gebouwen in de zorgsector, gemeentelijke kantoren, onderwijs en sportaccommodaties. Deze worden in dit hoofdstuk apart behandeld. Daar waar toch overlap is met hoofdstuk 5 (kantoren van bedrijven) is dit verrekend met de uitkomsten van hoofdstuk 5; bedrijven en industrie. 3.2 Energie gebruik Volgens onderzoek van het CBS blijkt dat in de gebouwsegmenten kantoren, onderwijs, sportaccommodaties en verzorging het totale energieverbruik toeneemt. Een uitzondering hierop zijn ziekenhuizen waar sprake is van een afname. De toename in isolatiemaatregelen, efficiënte verlichting en klimaatinstallaties leidt tot een afname in het energieverbruik. Echter, dit weegt niet op tegen de toename als gevolg van het stijgend gebruik van koeling en het verkeerd inregelen van verwarming- en koelinstallaties. Voor de 5 gemeenten is het energieverbruik en de daarbij behorende broeikasemissies berekend voor deze utiliteitsbouw. Op het moment van schrijven is nog niet alle informatie binnen over de omvang van de verschillende utiliteitsbouwsectoren in de 5 gemeenten. Het energieverbruik is wederom uitgedrukt in kilowatturen (kWh) elektriciteit, kubieke meters (m3) gas, en direct en primair energieverbruik in GigaJoule (GJ). Elektriciteitverbruik
Gasverbruik
X 1000 kWh
x 1000 m
3
Energieverbruik
Primair Broeikasgasenergieverbruik emissies
GJ
GJ
Ton CO2
Zieken- / verzorginghuizen
11.407
3.321
147.332
208.928
12.367
Kantoren
91.517
15.600
828.648
1.322.842
79.566
Onderwijs
7.286
2.915
119.495
158.841
9.312
12.680
3.689
163.691
232.164
13.743
122.890
25.524
1.259.166
1.922.775
114.988
Sport / Zwembaden
Totaal:
Tabel 2: Energieverbruik en CO2 uitstoot van utiliteitsbouw
5
Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning
In onderstaand taartdiagram (figuur 2) is te zien dat het overgrote deel van het energieverbruik van de utiliteitsbouw plaatsvindt in kantoren.
Figuur 2: Aandeel per type bebouwing in totale energieverbruik (GJ) van utiliteitsbouw.
Figuur 3 geeft het aandeel in energieverbruik van utiliteitbouw per gemeente:
Figuur 3: Aandeel per gemeente in totale energieverbruik (GJ) van utiliteitsbouw.
6
Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning
4.
Agrarische Sector
4.1 Introductie De agrarische sector verbruikt ongeveer 6 procent van het totale Nederlandse energieverbruik. De agrarische sector is onderverdeeld in akker- en tuinbouw, glastuinbouw en veehouderij. Onder akker- en tuinbouw wordt verstaan alle agrarische gewassen die geteeld worden op openbodem. Onder glastuinbouw valt alles dat onder glas gecultiveerd wordt. Qua energiegebruik is veehouderij verder op te splitsen in graasdieren en hokdieren. Glastuinbouw is veruit de grootste energieverbruiker in deze sector en neemt zo’n 80 procent van het energieverbruik in de agrarische sector voor zijn rekening. In dit hoofdstuk wordt het energieverbruik en de daaruit resulterende broeikasgasemissies bepaald van de agrarische sector in de 5 gemeenten in Amstelland-Meerlanden. 4.2 Energie gebruik en CO2 emissies De regio Amstelland–Meerlanden kent heel veel glastuinbouw. In totaal bevindt zich 330 hectare glastuinbouw in de 5 gemeenten. Dit zorgt ervoor dat het aandeel in de totale energieverbruik van de agrarische sector groter is dan het landelijk gemiddelde. kent nauwelijks agrarische bedrijvigheid. Onderstaande tabel laat het energieverbruik van de agrarische sector in de 5 gemeenten zien. Te zien is dat in de regio de glastuinbouw bijna volledig verantwoordelijk is voor het energieverbruik in de agrarische sector. Elektriciteitverbruik
Gasverbruik
X 1000 kWh
x 1000 m
3
Diesel verbruik
Energieverbruik
Primair verbruik
Broeikasgas -emissies
liter
GJ
GJ
Ton CO2
177
14
46.942
2.788
3.745
251
2.320
133.422
26.815
4.278.813
4.291.340
238.875
Graasdieren
880
171
179.392
15.098
19.851
1.280
Hokdieren
203
152
5.035
5.761
6.857
398
3.580
133.759
258.184
4.302.459
4.321.793
240.804
Akkerbouw Glastuinbouw Veehouderij
Totaal:
Tabel 3: Energieverbruik en CO2 uitstoot van de agrarische sector
Het energieverbruik is wederom uitgedrukt in kilowatturen (kWh) elektriciteit, kubieke meters (m3) gas, en direct en primair energieverbruik in GigaJoule (GJ). Figuur 4 geeft het aandeel in energieverbruik van utiliteitbouw per gemeente:
7
Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning
Figuur 4: Aandeel per gemeente in totale energieverbruik (GJ) van agrarische sector.
8
Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning
5.
Bedrijven en industrie
5.1 Introductie Landelijk gezien zijn bedrijven en industrie verantwoordelijk voor ongeveer een derde van het energieverbruik en broeikasgasemissies. De toename van bedrijvigheid en productie van de laatste jaren zorgt voor een groeiende energieverbruik. Steeds efficiënter wordende productiemethoden zorgt er echter wel voor dat de groei in energiegebruik langzamer gaat dan de groei in productie. In dit hoofdstuk wordt het energieverbruik en de daarbij behorende broeikasgasemissies bepaald voor de 5 gemeenten in Amstelland-Meerlanden. Het energieverbruik en broeikasgasemissies van de agrarische sector, onderwijs, sportaccommodaties en de zorgsector is in dit hoofdstuk niet meegenomen omdat het al in andere hoofdstukken behandeld wordt. De sectoren die zich bezig houden met energieopwekking en brandstof productie zijn ook niet meegenomen. Het energieverbruik en de broeikasgasemissies afkomstig van deze sectoren zijn toegekend aan de eindgebruiker. 5.2 Energie gebruik en CO2 emissies Het CBS houd voor alle sectoren bij wat het jaarlijkse energieverbruik en de daarbij behorende broeikasgasemissies zijn per sector. Tevens wordt bijgehouden hoeveel werknemers er actief zijn binnen iedere sector. Deze gegevens maakt het mogelijk om een gemiddelde energieverbruik en broeikasgasemissie per werknemer te berekenen. Aan de hand van het aantal werknemers (in full time equivalenten) is het verbruik en de hoeveelheid emissies bepaald voor voor de bedrijven en industrie in de 5 gemeenten. Ten tijden van het schrijven van dit rapport zijn de exacte aantallen werknemers per sector nog niet bekend voor de 5 gemeenten. De berekeningen zijn gedaan op basis van informatie afkomstig van het CBS die het aantal werknemers per gemeente in 2006 geeft verdeeld over de verschillende sectoren. Tabel 4 laat het aantal werknemers zien die actief zijn binnen de gemeenten voor verschillende hoofdsectoren (volgens SBI’93 indeling). Veruit de meeste werknemers zijn actief in de financiële en zakelijke dienstverlening. Sector Industrie Bouwnijverheid Groothandel Detailhandel Diensten Totaal
Aantal werknemers 3.296 3.163 14.420 6.438 45.793 73.110
Tabel 4: Aantal werknemers per hoofdsector (SBI’93).
Tabel 5 laat het energieverbruik en de daarbij horende broeikasgasemissies zien per hoofdsector. Het energieverbruik is wederom uitgedrukt in kilowatturen (kWh) elektriciteit, kubieke meters (m3) gas, en direct en primair energieverbruik in GigaJoule (GJ).
9
Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning
X 1000 kWh
X 1000 m3
Industrie Bouwnijverheid Handel, reparatie en horeca Vervoer, opslag en communicatie Onr.goed,financiële+zakl.diensten
215.819 11.023 40.138 6.563 104.144
83.876 4.284 15.599 2.551 40.474
271.453 3.796.478 13.865 193.907 50.485 706.071 8.255 115.455 130.990 1.831.999
4.961.902 253.432 922.817 150.897 2.394.377
Totaal
377.687
146.784
475.047 6.643.910
8.683.424
Sector
ton CO2
GJ
Primair GJ
Tabel 5: Energieverbruik en CO2 uitstoot per hoofdsector (SBI’93).
Onderstaand figuur laat zien dat meer dan de helft van het energieverbruik plaatsvindt in de industrie. Ongeveer een derde vindt plaats in de financiële en zakelijke dienstverlening, dit komt niet doordat het energieverbruik per werknemer hoog ligt maar doordat hier relatief veel werknemers actief zijn in de regio.
Figuur 5: Energieverbruik (GJ) van bedrijven en industrie in verschillende sectoren.
Figuur 6 geeft het aandeel in energieverbruik van bedrijven en industrie per gemeente:
Figuur 6: Aandeel per gemeente in totale energieverbruik (GJ) van bedrijven en industrie.
10
Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning
6.
Verkeer en vervoer
6.1 Introductie Verkeer en vervoer is in Nederland verantwoordelijk voor ongeveer een kwart van het Nederlandse energieverbruik. Het energieverbruik door verkeer en vervoer is de laatste 20 jaar flink toegenomen. Bijna de helft van het totale motorbrandstoffenverbruik komt voor rekening van personenauto's; het aandeel van bedrijfsauto's is ongeveer 30%. Het verbruik van wegvoertuigen per kilometer is in de loop der jaren nauwelijks veranderd. Motoren zijn in de regel wel zuiniger geworden, maar het effect daarvan is tenietgedaan door het toegenomen voertuiggewicht, de toepassing van zwaardere motoren en het gebruik van airconditioners. 6.2 Energieverbruik en broeikasgas emissies Aan de hand van ingeschreven voertuigen, gemiddelde kilometrages en brandstofverbruiken is het energieverbruik en de bijbehorende broeikasgasemissies berekend voor de 5 gemeenten. Onderstaande tabel geeft het aantal voertuigen per klasse en de daarbij behorende brandstofverbruik en broeikasgasemissie. Aantal voertuigen Personenauto's Benzine Diesel LPG Bestelauto's Benzine Diesel LPG Vrachtauto's Benzine Diesel LPG Trekkers Benzine Diesel LPG Autobussen Benzine Diesel LPG Motorfietsen Benzine
Liters
Ton CO2
GJ
72.540
62.101.637 11.777.006 3.497.925
148.423 31.445 5.632
1.987.252 423.972 87.448
6.494
723.260 13.996.953 479.956
1.729 37.372 773
23.144 503.890 11.999
675
113.365 8.307.628 40.493
271 22.181 65
3.628 299.075 1.012
525
1.510 4.095.739 1.214
4 10.936 2
48 147.447 30
130
7.714 2.485.723 43.131
18 6.637 69
247 89.486 1.078
5.015
1.134.308
2.711
36.298
268.267
3.616.055
Totaal Tabel 6: Brandstofverbruik en CO2 uitstoot per voertuigtype.
11
Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning
De verbruikstotalen van de brandstoffen in de sector verkeer en vervoer staan gegeven in tabel 7. Totaal benzine Totaal diesel Totaal LPG
64.081.793 liters 40.663.050 liters 4.062.719 liters
Tabel 7: Verbruikstotalen per brandstoftype.
Onderstaande figuur laat zien dat ongeveer tweederde van het energieverbruik, van de sector verkeer en vervoer plaatsvindt door personenauto’s.
Figuur 7: Energieverbruik (GJ) van verkeer en vervoer per voertuigtype.
Figuur 8 geeft het aandeel in energieverbruik van verkeer en vervoer per gemeente:
Figuur 8: Energieverbruik (GJ) van verkeer en vervoer per gemeente.
12
Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning
7.
Duurzame energie productie
Ten tijde van het schrijven van dit rapport is er geen informatie beschikbaar over de huidige hoeveelheid duurzame energie die in de regio Amstelland-Meerlanden wordt opgewekt. Om toch tot een aandeel van duurzame energie te komen is het aandeel in Nederland opgewekte duurzame energie vertaald naar de gemeente. Onderstaande tabel geeft per techniek de hoeveelheid duurzame energie die wordt opgewekt in Nederland (TJ). Techniek
Energie opwekking (TJ)
Waterkracht Windenergie Zonne-energie totaal w.v. Zonnestroom Zonnewarmte Omgevingsenergie totaal w.v. Warmtepompen Warmte/koude opslag Biomassa totaal w.v. Afvalverbranding Bijstoken biomassa Houtkachels bedrijven Houtkachels huishoudens Overige biomassa verbranding Biogas totaal w.v. Biogas stortplaats Biogas rwzi* Biogas landbouw Biogas overig Biobrandstoffen totaal w.v. Bio-ethanol Biodiesel
877 28.193 1.124 305 819 4.216 3.462 754 60.645 12.938 14.981 2.418 5.464 5.624 6.300 1.404 2.135 1.425 1.337 12.920 3.687 9.233
Totaal
95.055
Tabel 8: Duurzame energie opgewekt in Nederland
*rwzi = rioolwaterzuiveringsinstallaties Dit is 3% van de landelijke primaire energievraag. Het totale primaire energieverbruik in de regio is in dit rapport berekend op 23.054 TJ. Het duurzame aandeel hiervan is dan 961 TJ. Aangenomen wordt dat hierdoor ook 3% van de broeikasgasemissies wordt tegengegaan. Voor de regio betekend dit dat de uitstoot van 40.771 ton CO2 wordt tegengegaan.
13
Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning
8.
Totaal overzicht
Voorgaande hoofdstukken hebben het energieverbruik in de sectoren woningbouw, utiliteitsbouw, agrarische sector, bedrijven en industrie en verkeer en vervoer inzichtelijk gemaakt. Dit hoofdstuk geeft een totaal overzicht van het energieverbruik in de regio. Onderstaande tabellen geven het totale energieverbruik per sector en de verbruikte brandstoffen in de sector verkeer en vervoer en de agrarische sector.
Woningbouw Utiliteitsbouw Agrarische sector Bedrijven en Industrie Verkeer en Vervoer Totaal Duurzaam (3%) Totaal (fossiel)
Energie GJ 5.020.436 1.259.166 4.302.459 5.384.744 3.616.055 19.582.861 587.486 18.995.375
Primair GJ 6.432.611 1.922.775 4.321.793 6.760.649 3.616.055 23.053.884 691.617 22.362.267
Uitstoot Gasverbruik Elek. Verbruik Ton CO2 m3 kWh 374.910 127.468.320 261.513.885 114.988 25.523.771 122.890.483 240.804 133.758.608 3.580.325 360.059 121.260.510 254.797.308 268.267 1.359.028 408.011.210 642.782.001 40.771 1.318.257
Tabel 10: Energieverbruik in de verschillende sectoren van de regio Amstelland-Meerlanden
Brandstofverbruik (liters) Benzine Diesel LPG Woningbouw Utiliteitsbouw Agrarische sector 258.184 Bedrijven en Industrie Verkeer en Vervoer 64.081.793 40.663.050 4.062.719 Totaal 64.081.793 40.921.234 4.062.719 Tabel 11: Brandstofverbruik in de regio Amstelland-Meerlanden.
Figuur 9 geeft dit energieverbruik weer in een taartdiagram. Wat opvalt is dat het aandeel in het energieverbruik van de sectoren woningbouw (25%) en bedrijven en industrie (27%) overeenkomt met het landelijke aandeel. Vanwege de grote oppervlakte aan kassen in de regio is het aandeel in de totale energieverbruik van de agrarische sector (21%) een stuk hoger dan in heel Nederland. Verkeer en Vervoer heeft een kleiner aandeel (18%) dan wat landelijk het geval is (25%). Figuur 10 geeft het totale energieverbruik per gemeente weer in een staafdiagram.
14
Bosch & Van Rijn Consultants in renewable energy & planning
Figuur 9: Verdeling van totale energieverbruik in de regio Amstelland-Meerlanden naar sector.
Figuur 10: Totale energieverbruik in de regio Amstelland-Meerlanden per gemeente.
15