Cardiologie
Endocarditis: infectie binnenbekleding van het hart
www.catharinaziekenhuis.nl
Inhoud Het hart .............................................................................................. Wat is endocarditis? ........................................................................... De onderzoeken ................................................................................. De behandeling .................................................................................. Uw verblijf in het ziekenhuis .............................................................. De transferverpleegkundige ............................................................... De thuiszorg ........................................................................................ Weer thuis .......................................................................................... Aandachtspunten voor de toekomst .................................................. Vragen? . ............................................................................................. Meer informatie ................................................................................. Contactgegevens ................................................................................
Patiëntenvoorlichting:
[email protected] CAR025 / Endocarditis: infectie binnenbekleding van het hart / 12-05-2016
2
3 4 5 6 7 9 10 10 12 13 13 14
Endocarditis: infectie binnenbekleding van het hart U bent op de verpleegafdeling Cardiologie opgenomen, omdat u (vermoedelijk) een infectie heeft aan de binnenbekleding van het hart. In deze folder geven we u informatie over het ziektebeeld, de onderzoeken en de behandeling in het ziekenhuis en enkele richtlijnen voor thuis. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan hier is beschreven. Tijdens uw opname krijgt u uiteraard ook mondeling informatie van uw arts en de verpleegkundige.
Het hart
Het hart is de motor van ons lichaam dat werkt als een pomp. Gemiddeld slaat het hart in rust 70-80 keer per minuut. Op deze wijze pompt het hart gemiddeld vier tot vijf liter bloed per minuut door het lichaam. Het bloed brengt zuurstofrijk bloed bij de organen en voert afvalstoffen af. Om dat te kunnen doen heeft het hart zelf ook zuurstof nodig. De zuurstofvoorziening van het hart vindt plaats via de kransslagaders. Dit is een bloedvatstelsel dat als een krans om het hart ligt. Het hart bestaat uit een linker- en een rechterhelft die allebei bestaan uit een boezem en een kamer. De linkerkamer pompt het bloed in de aorta waarna het bloed door het lichaam gaat. In het hele lichaam wordt door het bloed zuurstof afgegeven en worden afvalstoffen opgenomen. Via de grote holle aders komt het zuurstofarme bloed in de rechterboezem. Hier eindigt de zogenaamde grote bloedsomloop. Het zuurstofarme bloed stroomt vanuit de rechterboezem in de rechterkamer. Vanuit de rechterkamer wordt het bloed in de longslagader gepompt waarna het via het bloedstelsel van de longen in de linkerboezem komt. De zogenaamde kleine bloedsomloop. Hierbij worden van uit het zuurstofarme bloed afvalstoffen afgegeven aan de ingeademde lucht en wordt zuurstof uit de ingeademde lucht
3
opgenomen. Vanuit de linkerboezem komt het zuurstofrijke bloed in de linkerkamer en begint de cyclus weer opnieuw. In het hart zitten vier kleppen die er voor zorgen dat het hart het bloed in de goede richting pompt.
A= tricuspidaalklep B= pulmonaalklep C= mitraalklep D= aortaklep
Het hart is een spier. De hartwand is opgebouwd uit vier lagen: • pericard: buitenste blad van het hartzakje; • epicard: binnenste laag van het hartzakje. Dunne elastische laag, is met het hart vergroeid; • myocard: dikste laag, is spierweefsel; • endocard: gladde binnenbekleding van het hart. De hartkleppen zijn plooien van het endocard.
Wat is endocarditis?
Endocarditis is een infectie van het endocard, de binnenbekleding van het hart, bloed- en lymfevaten en/of hartkleppen. De infectie wordt meestal veroorzaakt door een bacterie. De veroorzakende bacteriën zijn afkomstig uit een infectiehaard elders in het lichaam, bijvoorbeeld in de mond (gebit). Er is echter meer nodig dan alleen deze verwekkers in de bloedbaan om endocarditis te krijgen. De verwekkers moeten ook de kans krijgen zich te nestelen op het endocard. Op gezond endocard gebeurt dit 4
niet zomaar. Wanneer het endocard al beschadigd is, kan dat wel. De bacteriën nestelen zich op het beschadigde endocard en gaan zich vermenigvuldigen waardoor een zogenaamde vegetatie kan ontstaan. Dit is een ophoping van: bloedplaatjes, stolsels, witte bloedlichaampjes en bacteriën. Als deze ophopingen loslaten en door de bloedbaan gaan circuleren spreekt men van embolieën. Door embolieën kunnen afwijkingen ontstaan zoals een herseninfarct. Endocarditis is in de meeste gevallen een acute aandoening. Endocarditis is niet leeftijdgebonden en kan zowel op jongere als oudere leeftijd voorkomen. Patiënten met kunstkleppen lopen een verhoogd risico. De infectie begint meestal met algemene klachten zoals koorts, algeheel onwel zijn en gewichtsverlies. Als door de infectie een hartklep ernstig is aangedaan kunnen symptomen van hartfalen optreden zoals kortademigheid en het vasthouden van vocht. De diagnose is niet altijd gemakkelijk te stellen maar wordt ondersteund door afwijkingen in het bloedbeeld, de aanwezigheid van bacteriën in het bloed en afwijkingen bij het echo-onderzoek van het hart.
De onderzoeken
Bloedonderzoek
Medewerkers nemen een aantal buisjes bloed bij u af. Het bloed wordt onderzocht op eventuele aanwijzingen voor een infectie. Tijdens uw opname wordt dit bloedonderzoek enkele malen per week herhaald. Ook vindt er een urineonderzoek plaats. Deze onderzoeken worden gedaan om het verloop van de infectie goed te kunnen vervolgen. De bloeduitslagen worden door de cardioloog beoordeeld, eventueel in overleg met de medisch microbioloog. Echo-doppler
De cardioloog kan met echo-dopplerapparatuur een echografie van het hart maken. Hierop kan hij de diverse structuren van het hart onderscheiden en kan hij ook kijken naar de werking van de hartkleppen. Eventuele afwijkingen in de vorm van de kleppen (bijvoorbeeld door bacteriën en schimmels) kunnen hierbij zichtbaar worden gemaakt. 5
Terwijl u op uw linkerzij ligt, wrijft de cardioloog met een echo-kop over uw ontblote bovenlichaam. Hierbij gebruikt de cardioloog een gel die zorgt voor een betere geleiding, waardoor de beelden die geregistreerd worden zo min mogelijk storing bevatten. Het onderzoek behoeft geen voor- en nazorg. Er zijn geen risico’s aan verbonden. Echocardiogram via de slokdarm
Tijdens een echocardiogram via de slokdarm (TransOesophagale Echocardiogram, ofwel TEE) kijkt de cardioloog met behulp van een buigzame slang vanuit de slokdarm naar het hart. Nadat de keel is verdoofd met een spray schuift de arts via de mondholte de slang in de slokdarm. Door middel van geluidsgolven kan de cardioloog het hart nu op een monitor zien. Dit onderzoek geeft de cardioloog, evenals bij een echo-doppler, informatie over de werking van het hart en eventuele afwijkingen. Meer informatie vindt u in de folder 'Echocardiogram via de slokdarm'. Voor dit onderzoek dient u zes uur nuchter te zijn.
De behandeling
Als de diagnose endocarditis is gesteld, moet u direct worden behandeld met antibiotica die via een ader wordt toegediend. De duur van uw behandeling is zes weken en wordt beëindigd als het bloed geen afwijkingen meer vertoont. Bij ernstige beschadiging van de hartklep door endocarditis moet deze tijdens een hartoperatie worden vervangen door een kunstklep. Deze operatie vindt in principe plaats na de behandeling met antibiotica. Bij zeer ernstige afwijkingen van de hartklep wordt de hartklep vervangen tijdens de behandeling met antibiotica. Als een stabiele situatie is bereikt, kan de behandeling thuis worden voortgezet. Dit bespreken de cardioloog en de verpleegkundige met u. Men spreekt van een stabiele situatie, als u behandeld wordt met intraveneuze antibiotica (via een ader), waarbij de laboratoriumuitslagen stabiel zijn en zich geen complicaties voordoen.
6
Uw verblijf in het ziekenhuis
Verpleegafdeling Cardiologie
U wordt opgenomen op verpleegafdeling Cardiologie. Als u op de afdeling komt, voert de verpleegkundige met u een opnamegesprek zodra u hiertoe in staat bent. In dit gesprek komen bijvoorbeeld uw voorgeschiedenis, uw thuissituatie, uw medicijngebruik en uw gewoontes wat betreft eten en drinken aan de orde. De verpleegkundige is verantwoordelijk voor uw zorg en onderhoudt ook het contact met uw naasten, artsen en andere hulpverleners waar u eventueel mee te maken krijgt. U kunt ook steeds een beroep doen op uw verpleegkundige als iets u niet helemaal duidelijk is of in geval van (emotionele) problemen. De verpleegkundigen en leerling-verpleegkundigen op de afdeling werken zoveel mogelijk op aaneengesloten dagen op dezelfde kamers. Hierdoor is het voor u en uw naasten steeds duidelijk wie er voor u zorgt en wie u kunt aanspreken. U moet er rekening mee houden dat u voor uw endocarditis zes weken behandeld moet worden met antibiotica via een infuus. Zo gauw u zich wat beter voelt, bespreekt uw verpleegkundige met u en uw naasten of u eventueel voor thuisbehandeling in aanmerking komt. Dit houdt in dat u na een aantal weken naar huis mag en met behulp van onder andere de thuiszorg de antibioticakuur thuis afmaakt. Of u hiervoor in aanmerking komt, hangt natuurlijk allereerst af van wat u zelf wilt en of u hier toe in staat bent. Daarnaast zijn er nog een aantal voorwaarden, zoals uw bloedwaarden en de aanwezigheid van iemand uit uw eigen omgeving die u thuis kan helpen en steunen. De verpleegkundige neemt contact op met de transferverpleegkundige als u samen besluit dat het voor u haalbaar is om thuis uw antibioticakuur af te maken. De transferverpleegkundige bespreekt met u alle zaken die te maken hebben met het ontslag en regelt de praktische dingen voor u. De artsen en artsenvisites
Voor uw opname bent u op de Spoedeisende Hulp of de polikliniek onderzocht door de cardioloog of zijn/haar assistent. Hij informeert u ook over uw ziektebeeld. Dagelijks loopt de arts-assistent visite tussen 7
negen en twaalf uur en op maandag, woensdag en vrijdag samen met de cardioloog. Dit is waarschijnlijk niet uw eigen cardioloog. Deze ziet u weer als u na het ontslag ter controle naar de polikliniek gaat. Tijdens de visite houdt de cardioloog u op de hoogte van het verloop van uw ziekte. Uiteraard kunt u vragen stellen en onduidelijkheden voorleggen. Als u tussendoor graag een gesprek wilt met de arts, eventueel in het bijzijn van uw naasten, kunt u hiervoor een afspraak maken bij de afdelingssecretaresse. Voeding
U hoeft vanwege de endocarditis geen speciaal dieet te volgen. Als de cardioloog dit wel voorschrijft, bespreekt hij dit met u en begeleidt de diëtiste u hierbij. Omdat u zich de eerste twee weken erg ziek kunt voelen, kunt u weinig eetlust hebben en/of kan het eten erg vermoeiend zijn. De voedingsassistente en de verpleegkundigen houden daarom nauwkeurig bij wat u eet en drinkt. Als er problemen dreigen te ontstaan met uw voeding- of vochtinname, neemt de verpleegkundige contact op met de cardioloog of diëtiste. Verzorging
De verpleegkundigen van de afdeling helpen u de eerste tijd met alles wat u niet zelf kunt of wat te inspannend voor u is. De cardioloog adviseert u om veel te rusten en misschien zelfs bedrust te houden tot u zich weer wat beter voelt. De verpleegkundige verzorgt ook dagelijks het infuus waardoor u medicijnen toegediend krijgt en zorgt dat u op tijd uw medicijnen krijgt. Verder begeleidt hij/zij u naar onderzoeken die de arts afspreekt.
8
Emoties
De opname vanwege endocarditis zal voor u niet gemakkelijk zijn. U bent waarschijnlijk enorm geschrokken door het feit dat u een ontsteking aan het hart heeft en geruime tijd in het ziekenhuis moet blijven. Hierdoor kunt u te maken krijgen met uiteenlopende emoties en gevoelens zoals angst, onzekerheid en bezorgdheid over de thuis- en/of werksituatie. Probeer uw gevoel niet op te kroppen, maar te uiten naar uw naasten of de verpleegkundige. Op deze manier belemmert het niet uw herstel. Bezoektijden
Informatie over de bezoektijden op de verpleegafdeling Cardiologie vindt u in de folder 'Bezoekersinformatie'.
De transferverpleegkundige
Nadat uw behandelend cardioloog met u gesproken heeft over uw behandeling thuis, wordt door de verpleegkundige van de verpleegafdeling de hulp ingeroepen van de transferverpleegkundige. De transferverpleegkundige regelt en coördineert alle zorg rondom het ontslag naar huis. Een aantal praktische zaken moeten geregeld zijn voordat u naar huis kunt, zoals; • De financiering van toedieningsmaterialen en pomp via uw zorgverzekeraar. • Afspraken met uw huisarts, de wijkverpleegkundige van het Verpleegkundig Thuiszorg Technologie team (V.T.T.team) en de apotheek. • Afspraken met uw behandelend cardioloog en de verpleegkundige van de afdeling. • Afspraken met betrekking tot bloedafname thuis. Verder informeert de transferverpleegkundige u over hoe de zorg thuis verloopt, bij wie u terecht kunt met eventuele vragen en/of problemen en hoe de benodigde materialen en medicijnen bij u thuis komen. Ook vertelt zij u waar u rekening mee moet houden, zoals bijvoorbeeld de eigen financiële bijdrage.
9
Het is begrijpelijk dat u zich wel eens afvraagt hoe het thuis zal gaan. Er is immers niet de hele dag een arts of verpleegkundige in de buurt. Het is goed om te weten dat u pas definitief met ontslag gaat, als uw behandelend cardioloog dit verantwoord vindt en alle zorg thuis goed met u besproken en geregeld is.
De thuiszorg
Uw huisarts wordt door de behandelend cardioloog op de hoogte gebracht van uw behandeling thuis. De verpleegkundige zorg wordt thuis gegeven door een verpleegkundige van het Verpleegkundig Thuiszorg Technologie team. Deze wijkverpleegkundige heeft een aanvullende intensieve training gevolgd over de technische handelingen in de thuissituatie. Hij/zij komt iedere dag bij u thuis.
Weer thuis
Thuis moet u zich gedurende uw infuusbehandeling aan een aantal leefregels houden. Aangezien de wijkverpleegkundige dagelijks bij u komt, kunt u hem/haar ook raadplegen als er onduidelijkheden zijn of als u zich onzeker voelt. Aarzelt u niet om in geval van problemen of onduidelijkheden uw wijkverpleegkundige te bellen. Leefregels tijdens thuisbehandeling: • U mag zichzelf verzorgen aan de wastafel. Als u wilt baden of douchen helpt de wijkverpleegkundige u hierbij. • U mag in een rustig tempo wandelen. • U mag lichte boodschappen doen. • U mag zeer licht huishoudelijk werk doen zoals koken. • U mag niet langdurig alleen thuis zijn, zoals ‘s nachts. • U mag niet autorijden. • U mag niet fietsen of sporten. • U mag niet te ver uit uw woonomgeving gaan. • U mag niet in contact komen met mensen die een infectie hebben. • Er wordt van u verwacht dat u: - Twee maal daags uw temperatuur opneemt - Dagelijks uw gewicht controleert. 10
- De toedieningsstand van het pompje controleert en zonodig de batterij verwisselt. - Zich houdt aan de voorschriften en afspraken in verband met de behandeling.
U dient contact op te nemen met de wijkverpleegkundige als: • Uw temperatuur boven de 38 graden Celsius komt. • U kortademig wordt. • Er een gewichtstoename is van meer dan 2 kg per 24 uur. • Er zich symptomen of klachten voordoen die nieuw voor u zijn. • Het afdekmateriaal van de infuuskatheter loslaat. • Er vocht onder het afdekmateriaal zit. • U last heeft van roodheid, pijn of zwelling rondom de insteekopening van de infuuskatheter. • U vragen heeft over de verpleegkundige zorg. • Er problemen zijn met het draagbare pompje. • U het gevoel heeft dat het infuus niet loopt. De wijkverpleegkundige neemt afhankelijk van uw klacht contact op met uw behandelend specialist of huisarts. De wijkverpleegkundige komt dagelijks bij u langs om: • Het infuus te verzorgen zoals: controle van de infuuskatheter, vervangen van de geneesmiddelcassette en eventueel doorspuiten van de infuuskatheter. • Uw temperatuur en gewicht te controleren. • Indien nodig te helpen bij de lichamelijke verzorging. • U te begeleiden bij de behandeling thuis. • Wekelijks materialen te bestellen bij uw eigen apotheek. U wordt wekelijks gecontroleerd op de polikliniek Hartfalen door een verpleegkundige en de cardioloog. Twee dagen voor de controle op de polikliniek Hartfalen neemt een medewerker van Diagnostiek voor U thuis bloed bij u af. Als uw infuusbehandeling thuis beëindigd is, bezoekt de wijkverpleegkundige u nog één keer. De cardioloog bespreekt met u of verdere behandeling of extra controle noodzakelijk is. Als dit niet noodzakelijk is, kunt u uw activiteiten langzamerhand weer uitbreiden. 11
Verwerking
Een opname in het ziekenhuis vanwege endocarditis is zowel voor u als uw omgeving een emotionele gebeurtenis. U kunt te maken hebben gehad met uiteenlopende emoties zoals angst, onzekerheid over de ziekte, de behandeling of de vooruitzichten. Ook kan het zijn dat door de lange ziekenhuisopname u zich minder in staat voelde om sociale contacten te onderhouden of om uzelf bezig te houden. Dit had mogelijk ook te maken met de ziekteverschijnselen en de voorschriften die u kreeg opgelegd. U kunt hier altijd over praten met uw (wijk) verpleegkundige, behandelend arts, maatschappelijk werkende of pastor. Na het ontslag ontladen die emoties zich vaak en dit kan zich soms uiten in: overgevoeligheid, onredelijk boos worden, emotionaliteit of prikkelbaarheid. Dit is een normale reactie. Ook de mensen in uw omgeving kunnen hier last van hebben. Probeer samen met uw naasten de opname te verwerken en de gebeurtenis een plek te geven in uw leven. Vertrouw erop dat de reacties, hoe pijnlijk ook, normaal en in de meeste gevallen van tijdelijke aard zijn. Het kan soms prettig zijn om hier met andere mensen, die hetzelfde hebben meegemaakt, te praten. Patiëntengroepen en -verenigingen bieden u daar de mogelijkheid toe en geven desgewenst advies.
Aandachtspunten voor de toekomst
Het is voor u erg belangrijk om te weten hoe u in de toekomst kunt vóórkomen dat u weer een endocarditis zult krijgen. Door ingrepen in de mondholte bij de tandarts of door sommige andere medische ingrepen of onderzoeken, kunnen er bacteriën in de bloedbaan komen en opnieuw endocarditis veroorzaken. Het is daarom van groot belang dat u een behandelend arts of tandarts altijd inlicht over de kans op endocarditis. Als u een risicovolle ingreep of onderzoek moet ondergaan, krijgt u van tevoren antibiotica toegediend. Ook is het erg belangrijk om te zorgen voor een goede mondhygiëne, uw tandarts of mondhygiëniste kan u hier eventueel meer over vertellen.
12
Als u klachten of verschijnselen van infectie of endocarditis bij uzelf opmerkt, dient u dit direct te melden zodat vroegtijdig een behandeling kan worden gestart.
Vragen?
Zijn er nog onduidelijkheden als u weer thuis bent, aarzel dan niet om contact op te nemen met de verpleegafdeling Cardiologie.
Meer informatie
Wilt u meer informatie over de verschillende groepen, verenigingen en hun activiteiten? Hieronder vindt u de contactgegevens van een aantal instellingen waar u voor informatie terecht kunt: De Hartstichting Infolijn Hart en Vaten 0900 - 300 0300 (ma t/m vrij tussen 09.00 en13.00 uur)
[email protected] www.hartstichting.nl De Hart & Vaagroep 088 - 111 16 00
[email protected] www.hartenvaatgroep.nl Hartpatiënten Nederland Zwartbroekstraat 19 6041 JL Roermond 0475 - 31 72 72 www.hartpatienten.nl
13
Contactgegevens
Catharina Ziekenhuis 040 - 239 91 11 www.catharinaziekenhuis.nl Verpleegafdeling Cardiologie 040 - 239 81 50 Routenummer(s) en overige informatie over de afdeling Cardiologie vindt u op www.catharinaziekenhuis.nl/cardiologie
14
15
Altijd als eerste op de hoogte? Meld u dan aan voor onze nieuwsbrief: www.catharinaziekenhuis.nl/nieuwsbrief
Michelangelolaan 2 – 5623 EJ Eindhoven Postbus 1350 – 5602 ZA Eindhoven