Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3 Bedieningsinstructies
DIN ISO 9001/ EN 29001
Registratienr. certificaat 12 100 4269
Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3
Geldigheid bedieningsinstructies:
Bedieningsinstructies
Deze bedieningsinstructies zijn van toepassing op de wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3 en de voorschakelkasten VZ 2.3 - VZ 4.3 geschikt voor handbediening en voor motorbedrijf.
Inhoudsopgave
Pag.
1. Uitvoering en wijze van uitlevering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 2. Veiligheidsinstructies . . . . . . 2.1 Toepassingsgebied . . . . . . . 2.2 Onderhoud . . . . . . . . . . . 2.3 Waarschuwingen/ aanwijzingen 2.4 Verdere aanwijzingen . . . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
. . . . .
3 3 3 3 3
3. Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 3.1 Bedrijfsomstandigheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 4. Transport en opslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 5. Montageposities van de verschillende uitvoeringen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 6. Montage handwiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 7. Latere opbouw van de aandrijving SA(R). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 8. Montage op de afsluiter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 9. Instelling van de eindaanslagen bij handbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 9.1 Instelling bij vlinderkleppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 9.2 Instelling bij kogelkranen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 10. Instelling van de eindaanslagen bïj opgebouwde aandrijving . 10.1 Instelling bij vlinderkleppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.2 Instelling bij kogelkranen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10.3 Draaimomentmechanisme bij opgebouwde aandrijving . . . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
. . . .
10 10 11 12
11. Wijziging hoekverdraaiing (optie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 12. Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 Trefwoordenregister . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Adressen Auma vestigingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
2
Bedieningsinstructies
1.
.
Uitvoering en wijze van uitlevering
.
Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3 Wormwielkasten GS voor zwenkbewegingen van 0 -100°. Indien in de bestelling geen andere instelling vermeld is, worden de eindaanslagen van de wormwielkasten voor motorbedrijf in de fabriek ingesteld op 92° en worden de eindaanslagen van wormwielkasten voor handbediening ingesteld op een hoekverdraaiing van 90°. Wormwielkasten GS voor zwenkbewegingen >100° worden zonder eindaanslagen (doordraaiend) geleverd.
Als wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3 / voorschakelkasten VZ samen met Auma aandrijvingen geleverd worden, worden de wormwielkasten en de aandrijvingen al in de fabriek samengebouwd. Het materiaal wordt door de fabriek uitgeleverd in de stand DICHT.
2.
Veiligheidsinstructies
2.1 Toepassingsgebied
AUMA wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3 worden toegepast voor de bediening van afsluiters (bijv. vlinderkleppen en kogelkranen). De wormwielkasten zijn geschikt voor zowel handbediening als motorbedrijf (samengebouwd met een aandrijving). In geval van andere toepassingen is overleg met de fabriek noodzakelijk. AUMA is niet aansprakelijk voor eventuele schade, voortvloeiend uit het gebruik voor andere doeleinden dan waarvoor de wormwielkasten bestemd zijn. Het risico te dezer zake berust volledig bij de gebruiker. Tot een juist gebruik van de wormwielkasten behoort ook het inachtnemen van deze bedieningsinstructies.
2.2 Onderhoud
Onderhoudsvoorschriften (zie pag. 13) moeten in acht genomen worden; anders kan niet gegarandeerd worden dat de producten goed functioneren.
2.3 Waarschuwingen/ aanwijzingen
Indien de waarschuwingen en aanwijzingen niet in acht genomen worden, kan dit leiden tot grote schade en/of ernstig persoonlijk letsel. Het gekwalificeerde personeel moet volledig op de hoogte zijn van alle waarschuwingen en aanwijzingen van deze bedieningsinstructies. Voor een probleemloze en goede werking van de wormwielkasten zijn een juiste wijze van transport, opslag, montage en installeren, alsook een zorgvuldige inbedrijfname essentiëel. De hieronder weergegeven waarschuwingstekens zijn bedoeld om de aandacht te vestigen op de in deze instructies opgenomen veiligheidsprocedures en -aanwijzingen. Elk van deze aanwijzingen wordt aangeduid door een pictogram, dat met het doel van de aanwijzingen overeenstemt. Dit pictogram betekent: Let op! “Let op” betekent, dat de desbetreffende handelingen of procedures van grote invloed zijn op de juiste werking van de wormwielkasten. Het niet-inachtnemen van die handelingen of procedures kan leiden tot het ontstaan van schade. Dit pictogram betekent: Waarschuwing! “Waarschuwing” betekent, dat het gaat om handelingen of procedures, die indien niet op de juiste wijze verricht - een risico kunnen vormen voor de veiligheid van personen of materialen.
2.4 Verdere aanwijzingen MOV
M
Dit pictogram betekent: De handelingen zijn mogelijkerwijze reeds door de afsluiterfabrikant verricht! Als aandrijving / wormwielkast combinaties gemonteerd op een afsluiter worden geleverd, is de procedure al in de fabriek van de afsluiterleverancier verricht. Tijdens de inbedrijfname dient de instelling te worden gecontroleerd!
3
Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3
3.
Bedieningsinstructies
Technische gegevens
3.1 Bedrijfsomstandigheden
AUMA wormwielkasten GS kunnen bij de hieronder vermelde omgevingstemperaturen worden toegepast: type GS (standaard) type GS-L type GS-EL type GS-H
van − 25 °C van − 40 °C van − 60 °C van 0 °C
tot + 80 °C tot + 60 °C tot + 60 °C tot + 120 °C
Tabel 1 Wormwielkast
Aansluiting afsluiter
Type
EN ISO 5211
GS 40.3
Uitgaand draaimoment 1) max. [Nm]
Draaimoment regelbedrijf 2) max. [Nm]
100 %
140 %
200 %
F 05 F 07
125
175
250
60
GS 50.3
F 07 F 10
250
350
500
125
GS 63.3
F 10 F 12
500
700
1000
250
GS 80.3
F 12 F 14
1 000
1 400
2 000
500
GS 100.3
F 14 F 16
2 000
2 800
4 000
1 000
GS 125.3
F 16 F 25
4 000
5 600
8 000
2 000
1) met wormwiel van gietijzer 2) bronzen wormwiel noodzakelijk
Zie voor verdere technische gegevens de desbetreffende informatiebladen met betrekking tot de Auma wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3 / VZ 2.3 VZ 4.3.
4.
Transport en opslag
.. .. ..
Transporteer het materiaal stevig verpakt naar de plaats van bestemming. Indien de wormwielkast met een aandrijving samengebouwd is: bevestig het hijsmateriaal aan de wormwielkast en niet aan de aandrijving. Sla het materiaal op in goed geventileerde en droge ruimtes. Bescherm het materiaal tegen vocht uit de bodem door het in stellingen of op houten pallets op te slaan. Dek het materiaal af ter bescherming tegen stof en vuil. Bescherm ongespoten delen tegen roest met een daarvoor geschikt anti-roestmiddel (bijv. zuurvrij vet).
Indien wormwielkasten gedurende een lange periode (langer dan zes maanden) opgeslagen worden, moeten de hieronder vermelde punten eveneens in acht genomen worden:
. . 4
Vóór opslag: bescherm ongespoten delen, in het bijzonder die van koppelbussen en montageflenzen, tegen roest met behulp van een langdurig werkend anti-roestmiddel. Controleer het materiaal elke 6 maanden op roestvorming. Breng wederom anti-roestmiddel aan, indien de eerste tekenen van corrosie zichtbaar zijn.
Bedieningsinstructies
5.
Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3
Montageposities van de verschillende uitvoeringen Beschrijving van de 4 verschillende uitvoeringen (zicht op deksel standaanwijzing):
LL
RL
Aanduiding RR
Draairichting aan de ingaande as
Stand van de wormas
Draairichting aan de uitgaande as
rechtsdraaiend
Rechts
Rechtsdraaiend
LL
rechtsdraaiend
Links
Linksdraaiend
RL
rechtsdraaiend
Rechts
Linksdraaiend
LR
rechtsdraaiend
Links
Rechtsdraaiend
RR
LR
Montageposities van AUMA aandrijving met AUMA wormwielkast voor motorbedrijf GS uitvoering RR / RL (stand wormas Rechts met blik op deksel mechanische standaanwijzing)
RL
RL
RL
RL
RR
RR
RR
RR
A
B
C
D
GS uitvoering LL / LR (stand wormas Links met blik op deksel mechanische standaanwijzing)
LR
LR
LR
LR
LL
LL
LL
LL
A
Uitzondering:
B
C
D
Bij SA 14.1 / GS 125.3 en SA 14.5 / GS 125.3 zijn de montageposities ”C”, uitvoering RR / RL en ”A”, uitvoering LL / LR niet mogelijk. Montageposities kunnen later op een eenvoudige wijze gewijzigd worden.
5
Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3
6.
Montage handwiel MOV
Bedieningsinstructies Bij wormwielkasten, geschikt voor handbediening, wordt het handwiel los meegeleverd. Het handwiel dient ter plaatse te worden gemonteerd overeenkomstig de aanwijzingen in afbeelding A.
M Afbeelding A: handwiel handel (optie) tussenschijf (gedeeltelijk vereist)
tussenschijf ( gedeeltelijk vereist )
circlip
circlip
wormas wormwielkast handwiel
7.
Latere opbouw van de aandrijving SA(R) MOV
M
In geval van levering van Auma wormwielkasten met Auma voorschakelkasten VZ en/of aandrijvingen SA(R) wordt het materiaal voor levering in de fabriek samengebouwd. Als op een later tijdstip alsnog een aandrijving op de wormwielkast moet worden gemonteerd, dient als volgt gehandeld te worden. Indien de wormwiel- resp. voorschakelkast niet voorzien is van een opbouwflens: Ontvet zorgvuldig de blanke delen van de wormwiel- of voorschakelkast en het oppervlak van de opbouwflens. Plaats de opbouwflens en bevestig de flens met vier bouten, voorzien van veerringen.
. .
Afbeelding B
opbouwflens
lagerflens
AUMA aandrijving SA(R)
opbouwflens
lagerflens voorschakelkast
6
wormwielkast GS
Bedieningsinstructies
. . ..
Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3 Ontvet zorgvuldig het oppervlak van de lagerflens van de aandrijving en van de opbouwflens van de wormwielkast c.q. voorschakelkast. Plaats de aandrijving op de wormwielkast c.q. voorschakelkast. De aandrijving kan in elke gewenste positie worden gemonteerd ( 90° rotatie; zie pag. 5, montageposities). Let op de centrering en het volledig op elkaar passen van de flenzen. Bevestig de aandrijving m.b.v. bouten (ten minste kwaliteit 8.8, zie tabel 2), voorzien van veerringen, op de flens van de wormwielkast. Draai de bouten gelijkmatig en kruisgewijs aan (zie tabel 3, pag. 8 voor draaimomenten).
Bevestig hijs- of hefmateriaal nimmer aan het handwiel van de aandrijving. Bevestig, als de aandrijving op de wormwielkast gemonteerd is, het hijs- of hefmateriaal aan de wormwielkast en niet aan de aandrijving.
Tabel 2: Bouten voor de montage van Auma aandrijvingen op wormwielkasten/voorschakelkasten Wormwielkast
SA 07.1-F07
SA 07.1-F10/G0
SA 07.5-F07
Bout
Veerring
ex.
Bout
Veerring
ex.
GS 40.3
M 8 x 20
B8
4
M 10 x 25
B 10
4
GS 50.3
M 8 x 20
B8
4
M 10 x 25
B 10
4
GS 63.3
M 8 x 20
B8
4
M 10 x 25
B 10
4
GS 80.3
SA 07.5-F10/G0
Bout
Veerring
ex.
Bout
Veerring
ex.
M 8 x 20
B8
4
M 10 x 25
B 10
4
M 8 x 20
B8
4
M 10 x 25
B 10
4
M 10 x 25
B 10
4
GS 100.3 M 10 x 25
GS 100.3/VZ
B 10
4
GS 125.3 GS 125.3/VZ
Wormwielkast
SA 10.1
SA 14.1
Bout
Veerring
ex.
GS 80.3
M 10 x 25
B 10
4
GS 100.3
M 10 x 25
B 10
4
GS 100.3/VZ
M 10 x 25
B 10
4
GS 125.3 GS 125.3/VZ
M 10 x 25
B 10
4
SA 14.5
Bout
Veerring
ex.
M 16 x 40
B 16
4
M 16 x 40
B 16
4
M 16 x 40
B 16
4
Bout
Veerring
ex.
M 16 x 40
B 16
4
7
Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3
8.
Montage op de afsluiter MOV
M
Bedieningsinstructies AUMA wormwielkasten GS en voorschakelkasten VZ kunnen in elke gewenste positie gemonteerd en bediend worden.
. . .. .. .
Bij vlinderkleppen adviseren wij bij de montage uit te gaan van de eindstand DICHT. (Breng de wormwielkast, vóór de montage, door het handwiel met de wijzers van de klok mee te draaien tot de mechanische eindaanslag DICHT). Bij kogelkranen wordt geadviseerd om bij de montage uit te gaan van de eindstand OPEN. (Breng de wormwielkast, vóór de montage, door het handwiel tegen de wijzers van de klok in te draaien tot de eindaanslag OPEN). Ontvet het oppervlak van de aansluitflens zorgvuldig. Monteer de koppelbus op de as van de afsluiter en borg de koppelbus (zie afb. C, figuur A of figuur B), zorg ervoor, dat de maten X en Y resp. Z (zie tabel 3) niet overschreden worden. Vet de vertanding van de koppelbus goed in met een zuurvrij vet. Plaats de wormwielkast op de afsluiter. Let op een correcte centrering van de wormwielkast. Bevestig de wormwielkast door de bouten (ten minste kwaliteit 8.8), voorzien van veerringen, met een draaimoment overeenkomstig tabel 3 gelijkmatig en kruisgewijs aan te draaien.
Afbeelding C A
B
koppelbus Z Y
X
afsluiter
Tabel 3 Type GS 40.3 F05
8
X max.
Y max.
Z max.
8.8
TA [Nm]
6
5
53
4xM 6
10
GS 40.3 F07
6
3
55
4xM 8
25
GS 50.3 F07
14
5
61
4xM 8
25
GS 50.3 F10
14
5
61
4xM10
50
GS 63.3 F10
7
18
73
4xM10
50
GS 63.3 F12
10
13
76
4xM12
86
GS 80.3 F12
13
18
78
4xM12
86
GS 80.3 F14
23
5
88
4xM16
220
GS 100.3 F14
22
13
123
4xM16
220
GS 100.3 F16
22
8
123
4xM20
420
GS 125.3 F16
17
35
126
4xM20
420
GS 125.3 F25
17
27
126
8xM16
220
Bedieningsinstructies
9.
Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3
Instelling van de eindaanslagen bij handbediening
9.1 Instelling bij vlinderkleppen
Eindstand DICHT
MOV
M
Eindstand OPEN
.. . . .
Indien een wormwielkast GS / afsluiter combinatie geleverd wordt, zijn de eindaanslagen al bij het monteren van de wormwielkast op de afsluiter ingesteld. Verwijder alle bouten (afb. D, 03) van de eindaanslag (afb. D, 10). Breng de afsluiter door het handwiel te draaien in de eindstand DICHT. Indien de eindaanslag (10) nog niet heeft meegedraaid, draai deze dan met de wijzers van de klok mee tot de aanslag. Indien de bevestigingsgaten van de eindaanslag (10) niet met de schroefdraad van de behuizing overeenstemmen: verwijder de eindaanslag en monteer deze vervolgens zodanig, dat de bevestigingsgaten en de schroefdraad wel overeenkomen. Plaats de bouten (03) samen met de veerringen (04) en draai de bouten gelijkmatig en kruisgewijs aan.
De gewenste hoekverdraaiing is in de fabriek ingesteld. De eindaanslag behoeft niet opnieuw te worden ingesteld. Afbeelding D: eindaanslag
. .
9.2 Instelling bij kogelkranen MOV
M
Eindstand OPEN
Eindstand DICHT
.. . . .
Indien een wormwielkast GS / afsluiter combinatie geleverd wordt, zijn de eindaanslagen al bij het monteren van de wormwielkast op de afsluiter ingesteld. Indien de eindaanslagen worden ingesteld, moet eerst de eindstand OPEN worden ingesteld. Indien de exacte eindstandpositie van de afsluiter niet aan een markering aan de as van de afsluiter af te leiden is, dient de afsluiter te worden uitgebouwd voordat men tot de instelling overgaat.
Verwijder alle bouten (afb. D, 03) van de eindaanslag (afb. D, 10). Breng afsluiter door aan het handwiel te draaien in de eindstand OPEN. Indien de eindaanslag (10 ) nog niet heeft meegedraaid, draai deze dan tegen de wijzers van de klok in tot de aanslag. Monteer de eindaanslag (10) zodanig, dat de bevestigingsgaten van de eindaanslag overeenkomen met de schroefdraad in de behuizing. Plaats de bouten (03) samen met de veerringen (04) en draai deze gelijkmatig en kruisgewijs aan.
De gewenste hoekverdraaiing is in de fabriek ingesteld. De eindaanslag behoeft niet opnieuw te worden ingesteld.
9
Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3
Bedieningsinstructies
. .
10. Instelling van de eindaanslagen bïj opgebouwde aandrijving MOV
M
10.1 Instelling bij vlinderkleppen Eindstand DICHT
. .. . . . . . . .
Indien een wormwielkast GS / aandrijving / afsluiter combinatie geleverd is, zijn de eindaanslagen, het wegschakelmechanisme en het draaimomentmechanisme al ingesteld. De afsluiterfabrikant bepaalt, of de afsluiter weg- of draaimomentafhankelijk afgeschakeld dient te worden.
Bepaal de naloop van de aandrijving in beide richtingen (= de verstelling van de afsluiter, nadat de motor is uitgeschakeld) Verwijder alle bouten (afb. E, 03). Schakel de aandrijving om naar handbediening en breng de afsluiter door aan het handwiel te draaien in de eindstand DICHT. Indien de eindaanslag (10) nog niet heeft meegedraaid, draai deze dan met de wijzers van de klok mee tot de aanslag. Draai de eindaanslag (10) een 1/2 omwenteling terug (tegen de wijzers van de klok in). Op deze wijze wordt zeker gesteld, dat de mechanische eindaanslag niet vastloopt tijdens elektrisch bedrijf. De afsluiter kan dan draaimomentafhankelijk gesloten worden. Monteer de eindaanslag (10) zodanig, dat de bevestigingsgaten van de eindaanslag met de schroefdraad in de behuizing overeenkomen. Plaats de bouten (03) samen met de veerringen (04) en draai de bouten gelijkmatig en kruisgewijs aan.
Wegafhankelijke afschakeling in eindstand DICHT Breng de afsluiter een stukje terug vanuit de eindstand en wel overeenkomstig de waarde van de naloop. Stel het wegschakelmechanisme in overeenkomstig de bedieningsinstructies SA 07.1 - SA 48.1. Controleer aan de hand van de bedieningsinstructies SA 07.1 - SA 48.1 de instelling van de draaimomentschakelaar DICHT en - indien nodig - stel de schakelaar in op de gewenste waarde (conform opgave van de afsluiterfabrikant).
. . .
Draaimomentafhankelijke afschakeling in de eindstand DICHT Draai het handwiel ongeveer 4 - 6 omwentelingen tegen de wijzers van de klok in. Stel het wegschakelmechanisme van de aandrijving ten aanzien van de eindstand DICHT in overeenkomstig de bedieningsinstructies SA 07.1 SA 48.1 (signalering). Controleer de instelling van de draaimomentschakelaar DICHT en - indien nodig - stel de schakelaar in op de gewenste waarde (conform opgave van de afsluiterfabrikant).
Eindstand OPEN
De hoekverdraaiing is in de fabriek al op de gewenste waarde ingesteld. De eindaanslag behoeft derhalve niet meer ingesteld te worden.
. . .
10
Breng de wormwielkast tot aan de eindaanslag in de eindstand OPEN.
Gebruik de handbediening voor het laatste gedeelte van de stelweg. Breng de afsluiter door middel van de handbediening een stukje terug vanuit de eindstand en wel overeenkomstig de waarde van de naloop (4 6 omwentelingen aan het handwiel). Stel het wegschakelmechanisme van de aandrijving ten aanzien van de eindstand OPEN in overeenkomstig de bedieningsinstructies SA 07.1 SA 48.1.
Bedieningsinstructies
Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3 Afbeelding E: eindaanslag
10.2 Instelling bij kogelkranen
Eindstand OPEN
Afschakeling in eindstand OPEN
Eindstand DICHT
. .. . . . . . . . . . .
Indien eindaanslagen moeten worden ingesteld, dient eerst de eindstand OPEN te worden ingesteld. Indien de exacte eindstandpositie van de afsluiter niet aan een markering aan de as van de afsluiter af te leiden is, dient de afsluiter te worden uitgebouwd voordat men tot de instelling overgaat. Bepaal de naloop van de aandrijving in beide richtingen (= de verstelling van de afsluiter, nadat de motor uitgeschakeld is). Verwijder alle bouten (afb. E, 03). Schakel de aandrijving om naar handbediening en breng de afsluiter door aan het handwiel te draaien in de eindstand OPEN. Indien de eindaanslag (10) nog niet heeft meegedraaid, draai deze dan tegen de wijzers van de klok in tot de aanslag. Draai de eindaanslag (10) een 1/2 omwenteling terug (met de wijzers van de klok mee). Op deze wijze wordt zeker gesteld, dat de mechanische eindaanslag niet vastloopt tijdens elektrisch bedrijf. Monteer de eindaanslag (10) zodanig, dat de bevestigingsgaten van de eindaanslag met de schroefdraad in de behuizing overeenkomen. Plaats de bouten (03) samen met de veerringen (04) en draai deze gelijkmatig en kruisgewijs aan. Breng de afsluiter een stukje terug vanuit de eindstand en wel overeenkomstig de waarde van de naloop. Stel het wegschakelmechanisme in overeenkomstig de bedieningsinstructies SA 07.1 - SA 48.1. De hoekverdraaiing is in de fabriek al op de gewenste waarde ingesteld. De eindaanslag behoeft derhalve niet meer ingesteld te worden. Breng de wormwielkast tot aan de eindaanslag in de eindstand DICHT. Gebruik de handbediening voor het laatste gedeelte van de stelweg. Breng de afsluiter door middel van de handbediening uit de eindstand terug overeenkomstig de waarde van de naloop (4 - 6 omwentelingen aan het handwiel). Stel het wegschakelmechanisme van de aandrijving ten aanzien van de eindstand DICHT in overeenkomstig de bedieningsinstructies SA 07.1 SA 48.1.
11
Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3
Bedieningsinstructies
10.3 Draaimomentmechanisme bij opgebouwde aandrijving Controleer de instelling van de draaimomentschakelaar overeenkomstig de bedieningsinstructies SA 07.1 - SA 48.1 en - indien nodig - stel deze in op de gewenste waarde (conform opgave van de afsluiterfabrikant).
11. Wijziging hoekverdraaiing (optie) Voor de hoekverdraaiing tussen 80°en 100° in OPEN- richting is een uitvoering met verstelbare eindaanslag leverbaar (optie). Het verstellen van de eindaanslag gebeurt in stappen van ca. 0,5°. Zie afbeelding F
.. . .. .
Het vergroten van de hoekverdraaiing (max. 100°) Schroef de beschermkap (16) van de eindaanslag (10) los. Verwijder de spanstift (020) met behulp van daarvoor bestemd montagegereedschap (dit gereedschap kan bij AUMA besteld worden). Draai de eindmoer (15) tegen de wijzers van de klok in terug en neem daarbij de maatgegevens A in acht (zie tabel 4). Breng de afsluiter in de gewenste eindpositie. Draai de eindmoer (15) met de wijzers van de klok mee, totdat deze stevig tegen de wandelmoer (7) ligt. Plaats de spanstift (020) met behulp van het montagegereedschap weer terug. Indien de inkeping in de eindmoer (15) niet overeenstemt met de opening in de wormas: draai de eindmoer (15) iets terug (tegen de wijzers van de klok in) totdat één en ander met elkaar overeenstemt en plaats vervolgens de spanstift terug. Plaats de beschermkap (16) terug en schroef deze vast. Indien de wormwielkast samengebouwd is met een aandrijving, dient het wegschakelmechanisme voor de eindstand DICHT aan de hand van de bedieningsinstructies SA 07.1 - SA 48.1 opnieuw ingesteld te worden. Houd daarbij rekening met de naloop.
..
Afb. F: eindaanslag open (optie)
Type
A
16 020 15
.. . .
Tabel 4
10
A min. [mm]
A max. [mm]
GS 40.3
1,5
4
GS 50.3
1,5
4,5
GS 63.3
1
5
GS 80.3
0
4
GS 100.3
4
9
GS 125.3
4
9
7
Het verkleinen van de hoekverdraaiing (min. 80°) Breng de afsluiter in de gewenste eindpositie (afbeelding F). Schroef de beschermkap (16) van de eindaanslag (10) los. Verwijder de spanstift (020) met behulp van het daarvoor bestemde montagegereedschap (dit gereedschap kan bij AUMA besteld worden). Draai de eindmoer (15) met de wijzers van de klok mee, totdat deze stevig tegen de wandelmoer (7) ligt en neem daarbij de maatgegevens A in acht (zie tabel 4).
12
Bedieningsinstructies
. ..
12. Onderhoud
Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3 Plaats de spanstift (020) met behulp van het montagereedschap terug. Indien de inkeping in de eindmoer (15) niet met de opening in de wormas overeenstemt: draai de eindmoer (15) iets terug (tegen de wijzers van de klok in) totdat één en ander met elkaar overeenstemt en plaats vervolgens de spanstift terug. Plaats de beschermkap (16) terug en schroef deze weer vast. Indien de wormwielkast is samengebouwd met een aandrijving, dient het wegschakelmechanisme voor de eindstand OPEN aan de hand van de bedieningsinstructies SA 07.1 - SA 48.1 opnieuw ingesteld te worden. Houd daarbij rekening met de naloop.
Controleer de wormwielkast na de inbedrijfname op lakbeschadigingen. Werk de beschadigde plekken zorgvuldig bij om roestvorming te voorkomen. Kleine hoeveelheden van de originele verf kunnen door AUMA geleverd worden. AUMA wormwielkasten hebben weinig onderhoud nodig. Voorwaarde voor een probleemloze werking is een juiste inbedrijfname.
. .
Wij adviseren: de wormwielkast elke zes maanden te laten proefdraaien, indien de wormwielkast slechts zelden wordt gebruikt. Op deze wijze blijft de wormwielkast gereed voor gebruik. ongeveer 6 maanden na de inbedrijfname en vervolgens jaarlijks de bevestigingsschroeven tussen aandrijving, wormwielkast en afsluiter te controleren en - indien nodig - de schroeven vast te draaien overeenkomstig de in tabel 3 (pagina 8) opgegeven draaimomenten.
Het huis van elke wormwielkast GS is in de fabriek met smeermiddel gevuld. Dit smeermiddel garandeert probleemloos functioneren gedurende meerdere jaren.
.. .
Aangeraden wordt om het smeermiddel te vervangen na een periode van: 10 - 12 jaar, indien de wormwielkast slechts zelden gebruikt wordt 6 - 8 jaar, indien de wormwielkast regelmatig gebruikt wordt 4 - 6 jaar in geval van regelbedrijf
Op verzoek zenden wij uitgebreide onderhoudsinstructies toe.
13
Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3
Bedieningsinstructies
Trefwoordenregister A Aansluiting afsluiter
4
B Bedrijfsomstandigheden Bouten voor de montage van aandrijving
7
D Draaimoment
4
H Handbediening Handwiel
9 6
14
4
I Instelling van de eindaanslagen 9 bij handbediening 9 bij opgebouwde aandrijving 10
T Technische gegevens Toepassingsgebied Transport
M Montage op de afsluiter Montageposities Motorbedrijf
U Uitgaand draaimoment Uitvoering en wijze van uitlevering
3
V Veiligheidsinstructies
3
O Omgevingstemperaturen Onderhoud Opbouw van de aandrijving Opslag
8 5 5,10 4 3,13 6 4
4 3 4 4
W Waarschuwingen/aanwijzingen 3 Wijziging hoekverdraaiing (optie) 12
Bedieningsinstructies
Wormwielkasten GS 40.3 - GS 125.3
15
Aandrijvingen SA 07.1 – SA 16.1 / SA 25.1 – SA 48.1 Draaimomenten van 10 t/m 32.000 Nm Toerentallen van 4 t/m 180 omw./min.
AUMA MATIC besturingseenheden met aandrijvingen SA/ SAR Draaimomenten van 10 t/m 1.000 Nm Toerentallen van 4 t/m 180 omw./min.
Zwenkaandrijvingen SG 05.1 – SG 12.1 Draaimomenten van 100 t/m 1.200 Nm Sluittijden voor 90° van 4 tot 180 sec. Zwenkaandrijvingen AS 6 – AS 50 Lineaire versteleenheden met aandrijvingen SA Draaimomenten van 25 tot 500 Nm Sluittijden voor 90° van 4 tot 90 sec. Verstelkrachten van 4 kN t/m 217 kN Slag t/m 500 mm Verstelsnelheden van 20 tot 360 mm/min
Haakse tandwielkasten GK 10.2 – GK 40.2 Draaimomenten t/m 16.000 Nm Wormwielkasten GS 40.3 – GS 125.3 GS 160 – GS 500 Draaimomenten t/m 360.000 Nm
Wormwielkasten met hefboom GF 50.3 – GF 125.3 GF 160 – GF 250 Draaimomenten t/m 32.000 Nm
WERNER RIESTER GmbH & Co. KG Armaturen- und Maschinenantriebe Postfach 1362 D - 79373 Müllheim Tel 07631/809-0 Fax 07631/13218 e-mail
[email protected] http://www.auma.com
Rechte tandwielkasten GST 10.1 – GST 40.1 Draaimomenten t/m 16.000 Nm
WERNER RIESTER GmbH & Co. KG Armaturen- und Maschinenantriebe Postfach 1151 D - 73747 Ostfildern Tel 0711/34803-0 Fax 0711/34803-34 e-mail
[email protected]
DIN ISO 9001/ EN 29001
Registratienr. certificaat 12 100 4269
Y 000.277/015/nl / 1.01