UDC621.791.75+.947.5:621.316.1:614.825
Elektrisch booglassen en aanverwante technieken
NEDERLANDSE NORM
Bijzondere veiligheidsbepalingen voor de installatie van de uitrusting
NEN 3315
Electric are welding and allied processes Specific safety rules for the installation of equipment
1
1e druk, december 1989
Onderwerp en toepassingsgebied
Vo
Deze norm bevat bijzondere veiligheidsbepalingen voor de installatie van uitrustingen voor elektrisch booglassen en aanverwante technieken. Hij vormt als zodanig een aanvulling op NEN 1010, hoofdstuk 41 "Bescherming tegen elektrisch aanrakingsgevaar". De norm geldt voor uitrustingen voor industrieel en/of ambachtelijk gebruik.
Aanvullende bepalingen voor de installatie van uitrustingen voor elektrisch booglassen in een omgeving met verhoogd aanrakingsgevaar, voor gebruik door leken, voor bijzondere technieken (bijv. plasmalassen) en voor onderwaterlassen zijn in beraad. Definities
Voor definities van algemene begrippen die in deze norm worden gebruikt, zie NEN 1010. In het kader van deze norm gelden bovendien de volgende definities:
2.1
lasketen: Stroomketen bestemd om de lasstroom te geleiden, met inbegrip van de lasboog.
or
Opmerking Bij bepaalde technieken komt het voor dat de lasboog tussen twee elektroden wordt getrokken; in dat geval behoort het werkstuk niet noodzakelijkerwijs tot de lasketen.
2.2
metalen gestel: Uitwendig geleidend deel van elektrisch materieel, dat geen actief deel is, maar door een defect onder spanning kan komen (overgenomen uit NEN 1010).
2.3
vreemd geleidend deel: Geleidend deel dat geen deel uitmaakt van de installatie en dat oorzaak kan zijn van potentiaalversleping, met inbegrip van versleping van aardpotentiaal (overgenomen uit NEN 1010).
be
Pr
Opmerking De lasketen behoort tot de installatie.
ev
2.4
werkstuk: Deel of delen van metaal waaraan wordt gelast of waarop aanverwante technieken worden toegepast.
2.5
vereffeningsleiding: Leiding die is bestemd om metalen gestellen en vreemde geleidende delen onderling op dezelfde of nagenoeg dezelfde potentiaal te houden (overgenomen uit NEN 1010).
2.6
verplaatsbare lasuitrusting: Lasuitrusting (bijv. lastoestel, draadtoevoerinrichting, toorts) die niet met een vaste leiding op het voedende net is aangesloten en die gemakkelijk, zonder hulp van een hefwerktuig, kan worden verplaatst.
2.7
vast opgestelde lasuitrusting: Lasuitrusting die met een vaste leiding op het voedende net is aangesloten en die niet gemakkelijk kan worden verplaatst.
3
Algemene regels
iew
eld
Dit document mag slechts op een stand-alone PC worden geinstalleerd. Gebruik op een netwerk is alleen. toestaan als een aanvullende licentieovereenkomst voor netwerkgebruik met NEN is afgesloten. This document may only be used on a stand-alone PC. Use in a network is only permitted when a supplementary license agreement for us in a network with NEN has been concluded.
2
Het materieel dat in installaties voor elektrisch booglassen wordt toegepast, moet voor dat doel geschikt zijn en volgens de betrokken normen zijn geconstrueerd (zie NEN 3083, NEN 3309, NEN 3316 en NEN 3358). De installatie moet zo zijn uitgevoerd dat het gevaar ten gevolge van de spanningen die noodzakelijkerwijs op de laselektroden staan en hoger zijn dan de toegestane nullastspanning, zo klein mogelijk is (zie 4.4.6 en de opmerking bij 4.4.7). Bovendien moet ervoor zijn gezorgd dat het gevaar ten gevolge van de nullastspanning zo klein mogelijk is. 4
Elektrische stroomketens
4.1
Lasketen De elektrische verbinding tussen de lasuitrusting en het werkstuk moet zo rechtstreeks mogelijk zijn gemaakt en wel met een werkstukkabel volgens 4.4.1, zonder gebruikte maken van vreemde geleidende delen zoals rails, buizen, constructiewerk en dergelijke, tenzij deze deel uitmaken van het werkstuk zelf. De werkstukklem moet zo dicht mogelijk bij de lasplaats zijn aangebracht.
Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN
NEN 3315
NEN 3315-Biz. 2
De lasketen mag op geen enkele plaats, behalve op het werkstuk zelf, direct of indirect contact maken met de beschermingsleiding. Er moet voor zijn gezorgd dat de kans op een toevallig contact met de beschermingsleiding zo klein mogelijk is. 4.2
A a r d i n g v a n het w e r k s t u k Indien het werkstuk opzettelijk is geaard, moet de aardverbinding zo rechtstreeks mogelijk tot stand zijn gebracht op dezelfde plaats waar de werkstukkabel aan het werkstuk is aangesloten. Hierbij moet dezelfde klem zijn gebruikt of een tweede klem in de onmiddellijke nabijheid daarvan. De aardverbinding moet ten minste dezelfde geleiderdoorsnede hebben als de werkstukkabel. Er moeten voorzorgsmaatregelen zijn genomen die voorkomen dat er lasstromen door andere dan de ervoor bedoelde stroomketens vloeien; zie 4.4.2, 4.4.3 en 4.4.4.
4.3
Beschermingsmaatregelen lasplaats
met b e t r e k k i n g t o t v r e e m d e g e l e i d e n d e d e l e n op de
Vo
Er moeten voorzorgsmaatregelen (bescherming door isolerende afschermingen, afstand enz.) zijn genomen om te voorkomen dat de lasketen elektrisch contact maakt met vreemde geleidende delen in de ruimte waar een lastang of toorts kan worden neergelegd of waar een boog kan worden ontstoken.
Indien deze voorzorgsmaatregelen onuitvoerbaar zijn, moet tussen het werkstuk en de vreemde geleidende delen potentiaalvereffening zijn toegepast met behulp van geïsoleerde leidingen met voldoende geleiderdoorsnede. Ér moeten veiligheidsmaatregelen zijn genomen om te voorkomen dat gasflessen in contact komen met de lasketen.
4.4
Bepalingen voor
lasketens
or
4.4.1 Laskabels, werkstukkabels en eventuele vereffeningsleidingen moeten een geleiderdoorsnede hebben die geschikt is voor de lasstroom. De volgende typen zijn toelaatbaar: a. zeer buigzame geïsoleerde leidingen 1 ); b. buigzame geïsoleerde leidingen 1 ); с ongeïsoleerde leidingen die duurzaam op isolatoren zijn bevestigd en door hun ligging of door een geschikte afscherming tegen toevallige aanraking zijn beschermd.
be
ev
Pr
4.4.2 De aansluiting van de werkstukkabel en de eventuele vereffeningsleiding op het werkstuk moet met daarvoor geschikte bevestigingsmiddelen zijn uitgevoerd, die niet kunnen losraken en een goede elektrische verbinding waarborgen. Bij gebruik van een magnetisch bevestigingsmiddel moet ervoor zijn gezorgd dat de contactvlakken van het werkstuk en van het bevestigingsmiddel schoon zijn.
iew
4.4.3 De aansluitklemmen en doorverbindingen moeten zo zijn geconstrueerd en aangesloten dat ze niet kunnen losraken of kunnen worden verbroken. Aansluitmiddelen voor buigzame las- en werkstukkabels moeten: a. voldoende met isolatiemateriaal zijn bedekt om, in aangesloten toestand, toevallige aanraking van actieve delen te verhinderen. Dit geldt niet voor de werkstukklem op het werkstuk zelf; b. geschikt zijn voor de afmetingen van de toegepaste kabel en voor de lasstroom; с deugdelijk en goed geleidend aan de kabel zijn bevestigd.
eld
4.4.4 Indien de werkstukken zich op een werkbank bevinden, mogen de werkstukkabel en de vereffeningslei ding op de werkbank zijn aangesloten. 4.4.5 Lastoestellen mogen niet worden ingeschakeld voordat alle verbindingen in de lasketen tot stand zijn gebracht. Het lastoestel moet worden uitgeschakeld voordat er een wijziging in de lasketen wordt aangebracht, behalve bij het wisselen van elektroden of wanneer het in- of uitschakelen betreft van de lasketen(s) van een uitrusting voor meer dan één lasser. In dat geval moeten veiligheidsmaatregelen worden getroffen om het gevaar voor het personeel en de uitrusting zo veel mogelijk te beperken. 4.4.6 Bij het opstellen van driefasige wisselstroominstallaties voor twee of meer lassers moeten de lassers die aan dezelfde fase aan de laszijde werken zo veel mogelijk worden gescheiden van de lassers die aan een van de beide andere fasen aan de laszijde werken om het gevaar van aanraking van de fasespanning te beperken. 4.4.7 Bij het installeren van eenfasige wisselstroomlastoestellen is het gebruikelijk om deze op verschillende fasen van het driefasennet aan te sluiten om de totale netbelasting symmetrisch te houden. Om het gevaar van aanraking van een spanning die het tweevoud van de normale nullastspanning kan zijn, zo veel mogelijk te beperken, moeten de lassers die lastoestellen gebruiken die op verschillende fasen zijn aangesloten, zo ver mogelijk van elkaar werken, bij voorkeur buiten eikaars normale handbereik.
1) Een norm voor laskabels is in voorbereiding.
Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN
NEN 3315-Biz. 3
4.4.8 Bij: - uitrustingen met losse hulpapparatuur, zoals bedienings- en regeltoestellen en toestellen voor boogontsteking, die elektrisch met de lasketen in verbinding staan; - installaties bestaande uit onderling verbonden uitrustingen, moet de installatie zo zijn uitgevoerd dat onder alle normale omstandigheden de veiligheidsbepalingen in acht worden genomen, in het bijzonder bij het aansluiten en loskoppelen van de uitrustingen. Indien het ondoenlijk is de veiligheidsbepalingen in acht te nemen, moet de betrokken stroomketen geheel worden uitgeschakeld voordat de uitrusting wordt aangesloten of losgekoppeld. De uit het lastoestel en de hulpuitrustingen resulterende spanning mag niet hoger zijn dan de toegestane nullastspanning. Deze bepaling sluit de toepassing van een veilig boogontstekingstoestel niet uit.
Vo
Opmerking bij 4.4.7 en 4.4.8 Indien voor het lassen aan één en hetzelfde werkstuk meer dan één lastoestel wordt gebruikt, kan de resulterende spanning tussen twee lastangen of toortsen het tweevoud van de nullastspanning van één lastoestel bedragen. De lassers moeten tegen de gevaren hiervan worden gewaarschuwd. Bij wisselstroom kan dit gevaar gewoonlijk worden vermeden door gebruik te maken van een geschikte schakeling. Zie hiervoor de bijlage.
4.4.9 Bij een netspanning van meer dan 1000 V mogen uitsluitend vast opgestelde lastoestellen worden toegepast. 4.5
Bijzondere bepalingen voor
onderwijsinstellingen
4.5.1 Lascabines in onderwijsinstellingen moeten geïsoleerd zijn opgesteld ten opzichte van aarde. 4.5.2 Lastafels moeten geïsoleerd zijn opgesteld ten opzichte van aarde en lascabines.
be
iew
ev
Pr
or
4.5.3 Geleidende leidingen van luchtbehandelingssystemen in lascabines moeten met behulp van isolatiestukken zo van de omgeving zijn gescheiden dat bij toevallige aanraking met een onder spanning staande laselektrode wordt voorkomen dat er lasstromen door andere dan de ervoor bedoelde stroomketens vloeien.
eld Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN
NEN 3 3 1 5 - B i z . 4
Bijlage Spanning tussen lastangen of toortsen bij verschillende installaties met eenfasetransformatoren voor het lassen aan één werkstuk of aan met elkaar verbonden werkstukken Onderstaande voorbeelden tonen de invloed van de schakeling van de transformatoren op de nullastspanning tussen twee lastangen of toortsen.
spanning tussen de lastangen of toortsen
spanningsdiagram
schema
1-2
Vo A1 a1
B1 M
A2 a2
rv^
B2 b2
"o
a1f~V\b1
а2Г^Гу>2
•B1 -B2
a1a2-
»M •b2
0 Ы b2
or
"o
A1A2-
2-3
a1a2-
•*»b2
У7777777777777777777777777777,
a1
b2
a2
ai
2u0 a1 b2
M a2
b2
be
Pr
PO
M
iew
ev
V777777Z777777777777777777777,
A2
"o
"o
а1
Г^О Ь 1
a2pY^\b2
Ab A2-
-B1 •B2
a1« a2-
-M
M
eld
airV^b1
B2 b2
•b2
2u 0 M b2
a1
a2
V777777777777777777777777777.
a1
Ы
a2
b2
Ыa2-
b2
•a1 •Ь2
0 а1Ь2
У777777777777777777777777777;
Dit document is een voorbeeld van NEN / This document is a preview by NEN
1-3
Bestelformulier Stuur naar:
NEN Standards Products & Services t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 10214 2600 WB Delft
NEN Standards Products & Services Postbus 5059 2600 GB Delft Vlinderweg 6 2623 AX Delft T (015) 2 690 390 F (015) 2 690 271
Ja, ik bestel __ ex. NEN 3315:1989 nl Elektrisch booglassen en aanverwante technieken Bijzondere veiligheidsbepalingen voor de installatie van de uitrusting
www.nen.nl/normshop
€ 24.20
Wilt u deze norm in PDF-formaat? Deze bestelt u eenvoudig via www.nen.nl/normshop
Gratis e-mailnieuwsbrieven
Retourneren
Wilt u op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen op het gebied van normen,
Fax: (015) 2 690 271 E-mail:
[email protected] Post: NEN Standards Products & Services, t.a.v. afdeling Klantenservice Antwoordnummer 10214, 2600 WB Delft (geen postzegel nodig).
normalisatie en regelgeving? Neem dan een gratis abonnement op een van onze e-mailnieuwsbrieven. www.nen.nl/nieuwsbrieven
Gegevens Bedrijf / Instelling T.a.v.
O M
O V
Voorwaarden
• De prijzen zijn geldig tot 31 december 2016, E-mail tenzij anders aangegeven. • Alle prijzen zijn excl. btw, Klantnummer NEN verzend- en handelingskosten Uw ordernummer BTW nummer en onder voorbehoud bij o.m. ISO- en IEC-normen. Postbus / Adres • Bestelt u via de normshop een Postcode Plaats pdf, dan betaalt u geen handeling en verzendkosten. Telefoon Fax • Meer informatie: telefoon (015) 2 690 391, dagelijks Factuuradres (indien dit afwijkt van bovenstaand adres) van 8.30 tot 17.00 uur. Postbus / Adres • Wijzigingen en typefouten in teksten en prijsinformatie Postcode Plaats voorbehouden. • U kunt onze algemene voorwaarden terugvinden op: Datum Handtekening www.nen.nl/leveringsvoorwaarden.
Normalisatie: de wereld op één lijn.
preview - 2016