C r a n io Sa c r a a lt h e r a p ie e n Q i G o n g In verbinding met je diepste Zelf
Eindwerkstuk Peirsman Cranio Sacraal Academie Ingrid van Breemen www.innerlijkeglimlach.nl 29 maart 2011
Inhoudsopgave Blz. Hoofdstuk 1 Een introductie
3
Hoofdstuk 2 De verbinding tussen cranio-sacraaltherapie en qi gong
7
Hoofdstuk 3 Mijn visie op de mens ‘in verbinding’
13
Hoofdstuk 4 Bewustzijn is de sleutel
21
Hoofdstuk 5 Achtergrondinformatie over stress en burn-out
27
Hoofdstuk 6 Cranio Plus, een combinatie van cranio-sacraaltherapie, qi gong, visualisaties en coaching
34
Hoofdstuk 7 Praktijkcases
44
Hoofdstuk 8 Qi gong voor de therapeut
58
Nawoord 60 Literatuurlijst 61
Foto’s: Ingrid van Breemen (behalve het kunstwerk van Andy Goldsworthy op pagina 21 ).
2
Hoofdstuk 1 Ee n i n t r o d u c t i e Liefde op het eerste gezicht Deze scriptie gaat over de combinatie van, en wisselwerking tussen, craniosacraaltherapie en qi gong. Maar eigenlijk gaat het over ´verbinding´. Beide technieken of methodes gaan uit van verbinding, namelijk met jezelf, je eigen kern, met de cliënt/cursist en met de helende krachten van het universum. Het is voor mij dan ook veel meer dan een techniek of een methode, het is een levenswijze geworden. Beide vormen zijn bepalend geweest voor hoe ik nu in het leven sta. Zowel met qi gong als met cranio-sacraaltherapie was het voor mij liefde op het eerste gezicht en een gevoel van ‘thuiskomen’. Begin 2002, toen ik een paar maanden daarvoor al de beslissing had genomen om mijn baan als manager Personeel & Organisatie op te geven, kwam ik in aanraking met qi gong en ik besloot vrijwel meteen om de docentenopleiding, in september 2002, te gaan volgen. Ik was toen al jaren bezig met yoga en dat heeft mij ook veel gebracht, maar ik miste toch iets. Dat ‘iets’ vond ik in de qi gong. Die zachte benadering, jezelf ‘uitnodigen’ om te bewegen, contact maken met moeiteloosheid, met je ‘innerlijke glimlach’, dat was zo’n thuiskomen in mezelf! En zo heel anders dan ik gewend was, namelijk altijd van hot naar her rennen, zowel in mijn werk als thuis, altijd stress, altijd maar ‘beter’ moeten en zo weinig tijd voor het contact met mezelf. Qi gong was dus de grote stap naar meer verbinding met mezelf, met mijn ‘Diepste Zelf’. En na qi gong kwam cranio-sacraaltherapie, eind 2004, op mijn pad. En ook daar had ik diezelfde ervaring, dat ‘thuiskomen’ en die diepe verbinding. Meteen na de eerste module wist ik, voelde ik, dat die aarding die ik altijd voelde in de meditaties en bij de qi gong oefeningen, eigenlijk het cranio-sacrale vocht is, dat bij ontspanning meer kan zinken, dieper komt. Daardoor lijkt het alsof je heiligbeen en staartbeen vanuit de wervelkolom vol loopt, maar ook als het ware leegloopt in de aarde. Toen viel eigenlijk alles al op z’n plek, al had ik er toen nog geen idee van dat ik cranio-sacraaltherapie ook zou gaan combineren met oefeningen uit de qi gong. In al die jaren dat ik nu bezig ben met qi gong en cranio-sacraaltherapie, ben ik steeds meer gaan beseffen en ervaren dat alles in onze materiële wereld aan verandering onderhevig is: je werk, je vriendschappen, je relatie. Maar voor mij is ‘cranio’ en qi gong een ‘constante’; namelijk de verbinding met mijn Wezen. Het biedt mij de mogelijkheid om in alle omstandigheden contact te maken met het universum, ‘al wat er is’ en mijzelf. En vanuit die verbinding ben ik in staat om er gewoon ‘te zijn’, ook als de omstandigheden buitengewoon moeilijk zijn. Dat is het afgelopen jaar, toen mijn privéleven onder enorme druk kwam te staan, wel gebleken. Dat was voor mij eigenlijk de proef op de som. In die periode bleek dat mijn jarenlange training wel degelijk vruchten af had geworpen. Hoe moeilijk ik het ook had, ik kon elke keer weer teruggaan naar mijn eigen kern, mijn Diepste Zelf en dat gaf mij
3
ongelofelijk veel kracht! En dat gevoel van verbinding, dat thuiskomen bij jezelf, dat wil ik graag doorgeven aan mijn cursisten en cliënten en dat gevoel wil ik ook graag overbrengen met deze scriptie. Het voornaamste doel in mijn lessen en in mijn behandelingen is dan ook de ander uit te nodigen om bewust contact te maken met zichzelf. Contact maken met haar of zijn lichaam, gedachtes, emoties, vanuit een zachte, open houding. Zonder oordeel, zonder moeten, vanuit die innerlijke glimlach. Maar vooral contact maken met de stilte in jezelf. Mijn ervaring is dat in die stilte de antwoorden vaak als vanzelf naar boven komen.
Cranio Plus In mijn praktijk (vanaf maart 2006) kom ik uiteraard veel in contact met psychisch gerelateerde klachten. Gestimuleerd door mijn eigen ervaringen met het ontspannende en ook transformerende effect van qi gong oefeningen, ben ik toen begonnen met het ontwikkelen van een zogenaamde ‘Cranio Plus’ behandeling. Enerzijds om cliënten, al voordat ze ‘op de tafel’ komen, te helpen om te ontspannen, los te laten. Anderzijds ook om ze een handvat te bieden om zelf thuis iets aan hun ontspanning en ontwikkeling te kunnen doen. Voor mij is het belangrijk dat mensen zelf de verantwoording nemen en houden over hun eigen lichaam en gezondheid in plaats van deze uit handen te geven aan een arts, hulpverlener of therapeut. Voor deze scriptie richt ik me vooral op praktijkcases met betrekking tot stress en burn-out, omdat ik een tijd lang vooral cliënten met deze problematiek bij mij in de praktijk kreeg en omdat zij de eerste aanleiding vormden om deze behandeling te ontwikkelen. Het is echter wel gebleken dat deze Cranio Plus behandeling in heel veel gevallen ingezet kan worden, zowel bij fysieke als bij psychische klachten en zowel bij jong als oud (de jongste was 5 jaar en ook bij hem werkte het prima en de oudste cliënt, waar ik het momenteel bij toepas, is 77!).
Opbouw van de scriptie In hoofdstuk 2 leg ik uit wat cranio-sacraaltherapie en qi gong voor mij inhouden en wat de verbinding is tussen deze twee werkvormen. Om alles in een groter kader te kunnen plaatsen, geef ik in het daaropvolgende hoofdstuk mijn visie op de mens in verbinding. Hierin verwoord ik ook de energetische aspecten van cranio-sacraaltherapie en qi gong, die voor mij van belang zijn. Dat hoofdstuk was in eerste instantie wel een worsteling, omdat ik eerst van plan was om dat voornamelijk theoretisch in te vullen. Eigenlijk vanuit een aan mijzelf opgelegde eis en een vaag gevoel dat ik meer grip moest krijgen op mijn ‘energetische ervaringen’. Hier liep ik dan ook eerst behoorlijk op stuk. Alles wat ik las, vond ik te ‘technisch’ en sloot niet aan bij mijn eigen ervaringen. Ik begon steeds enthousiast te lezen in een of ander boek, maar haakte steeds weer af. En gaandeweg (ook na vele gesprekken hierover met mijn man, die mij altijd weer voorhield en vroeg: ‘Wat wil je zelf? Wat vind je belangrijk, wat voel je?’ – Vincent: bedankt!!) werd me duidelijk dat ik helemaal niet geïnteresseerd ben in al die technische verhandelingen
4
over de werking van energievelden, hoe acupunctuur werkt of hoe je wetenschappelijk kunt bewijzen dat de meridianen bestaan. Voor mij is gewoon die verbinding belangrijk, de verbinding met mezelf, met het universum en met mijn cliënt. En alleen vanuit die verbinding kan ik werken. Alleen vanuit die verbinding kan ik de cliënt met zichzelf in verbinding brengen en kan er een helingsproces op gang komen. Hoe dat werkt weet ik niet, maar wel dát het werkt! Die technische uitwerking heb ik dus achterwege gelaten, daar gaat deze scriptie gewoon niet over. Wel heb ik iets geschreven over de uitgangspunten en de reikwijdte van die verbinding. Maar het gaat niet om verbinding alleen. Zonder bewustzijn zal genezing m.i. vrijwel altijd oppervlakkig blijken te zijn en niet werkelijk diep indalen in het menselijke systeem. Voor mij is bewustzijn de sleutel en daar gaat hoofdstuk 4 dus over. Ik heb daarbij dankbaar gebruik gemaakt van het boek Bondgenoot, de autobiografie van een immuuncel, van Henk Fransen en ook De biologie van de overtuiging, van dr. Bruce Lipton. Zij beschrijven, ieder vanuit een eigen perspectief, de intelligentie en het bewustzijn van afzonderlijke cellen in ons lichaam, hetgeen perfect aansluit bij mijn eigen visie en gevoel hierover. Omdat ik me in deze scriptie specifiek heb gericht op de behandeling van stress en burn-out, heb ik een hoofdstuk met achtergrondinformatie over deze onderwerpen opgenomen (hoofdstuk 5). In de hoofdstukken 6 en 7 beschrijf ik respectievelijk mijn werkwijze in de Cranio Plus behandelingen en heb ik een aantal cases uit mijn praktijk uitgewerkt. Tot slot heb ik een hoofdstuk geschreven over qi gong voor de therapeut, omdat ik heb gemerkt dat de oefeningen mij ook in mijn werk als therapeut enorm helpen om dicht bij mezelf te blijven. Zo kan ik, naar behoefte, na iedere behandeling beter fysieke en psychische spanningen loslaten en me ook vóór iedere cliënt afstemmen op mezelf, het universum en de behoeften van de cliënt. Wellicht dat collega-therapeuten ook baat kunnen hebben bij mijn werkwijze. Voor alle duidelijkheid, ik heb in deze scriptie zowel van de hij- als de zij-vorm gebruik gemaakt. Soms, als dat voor mij de leesbaarheid verhoogde, heb ik de hij-vorm gebruikt. Maar zeker in de beschrijvingen van de cases en als ik naar mijn eigen cliënten of cursisten verwijs, heb ik de zij-vorm gebruikt, omdat het in de praktijk bij mij meestal om vrouwen gaat (het aantal mannen in mijn lessen en ook in mijn praktijk is zeer in de minderheid).
Het proces Het schrijven was voor mij een heel intensief proces, soms leuk en uitdagend, soms moeizaam en een worsteling. Ik vond het in ieder geval een heel bijzonder en boeiend proces en, zeker niet onbelangrijk, voor het eerst van mijn leven vond ik het leuk om een scriptie te schrijven! Het is voor een groot deel ook een heel persoonlijk verhaal geworden, in ieder geval heel duidelijk vanuit mezelf en mijn beleving geschreven. Dat kon voor mij ook niet anders, qi gong en cranio-sacraaltherapie zijn voor mij geen technieken, maar een manier van leven!
5
Ik wens de lezer in ieder geval veel plezier met het lezen en hoop dat ik je nieuwsgierig heb gemaakt niet alleen naar cranio-sacraaltherapie, maar ook naar qi gong.
6
Hoofdstuk 2 De verbinding tussen cranio-sacraaltherapie en qi gong Wat is cranio-sacraaltherapie en wat is qi qong? Je kunt die vraag natuurlijk ‘technisch’ benaderen, met andere woorden wat voor technieken komen daarbij te pas en wat doe je concreet. En heel in het kort zal ik dat hieronder ook aangeven, maar het gaat mij veel meer om wat ‘het met je doet’ en wat de diepere intenties en krachten zijn.
Cranio-sacraaltherapie Het cranio-sacraalsysteem bestaat uit de hersenen, het ruggenmerg, het dikke vlies dat daar omheen zit (dura mater) en het hersen- en ruggenmergvocht (cranio-sacrale vocht) dat tussen die twee vloeit. Het geheel wordt omgeven en beschermd door de botten van de schedel (cranium) en de wervelkolom tot en met het heiligbeen (sacrum). Binnen dit systeem bevindt zich ook het zenuwstelsel. In cranio-sacraaltherapie werk je met het ritme, de uitdijende en inkrimpende beweging, van het cranio-sacrale vocht. Het cranio-sacrale vocht is essentieel voor een gezonde werking van het centrale zenuwstelsel, maar is ook essentieel voor onze algehele gezondheid, omdat het in verbinding staat met en invloed uitoefent op ons endocriene systeem (hormoonstelsel) en onze organen. De bewegingen van dit vocht worden via het bindweefsel (dat zich om elk orgaan, elke zenuw, bloedvat of spier bevindt) aan het gehele lichaam doorgegeven. Als behandelaar kun je afstemmen op de verschillende ritmes van het cranio-sacrale vocht, je ‘luistert’ naar het craniosacrale systeem. Door allerlei oorzaken (fysieke, mentale, emotionele, spirituele) zitten er vaak verstoringen in dit systeem, blokkades, energiecystes. Daar kan het cranio-sacrale vocht onvoldoende stromen, daar wordt het in zijn beweging geremd. Je gaat als behandelaar mee met het ritme en je ‘nodigt het systeem uit’ om weer z’n oorspronkelijke ruimte in te nemen. Je creëert ruimte om te bewegen en je brengt de cliënt weer in contact met haar potentieel. Dit is een heel meditatief proces, zowel voor de behandelaar als voor de cliënt en het brengt een diepe ontspanning van het totale systeem teweeg. In die diepe ontspanning kan het systeem weer regenereren, met andere woorden herstellen en opladen, en kunnen allerlei klachten verminderen of zelfs oplossen. In dit proces kunnen ook ‘stillpoints’ optreden, momenten waarin ‘het totale systeem stil valt’. Er komt dan zoveel energie vanuit de hersenen vrij dat er sprake is van een optimale regeneratie. Omdat er een synchroniciteit tussen het systeem van de behandelaar en dat van de cliënt ontstaat, komen beiden in een diepe rust. Er zijn in de bewegingen van het cranio-sacrale vocht drie ritmes te onderscheiden: •
Het snelle ritme Frequentie: 8-14 cycli per minuut
7
Dit meer fysieke ritme is in feite afgestemd op de buitenwereld. Het is het ritme van de dagelijkse bezigheden. In dit ritme voel je de bewegingen van afzonderlijke botten en weefsels op die specifieke plek waar je je handen hebt. In dit ritme is het denken nog actief. •
Het middelste ritme Frequentie: 2,5 cycli per minuut In dit tragere ritme ga je vanuit de periferie meer naar binnen toe. Je stemt je als behandelaar af op het hele lichaam in plaats van op die ene plek waar je handen zijn. Het denken wordt vertraagd en er ontstaat meer ontspanning in het hele systeem. Je komt al meer in contact met de oorsprong, de bron, van iemands wezen.
•
Het trage ritme Frequentie: 100 seconden voor 1 cyclus In dit trage ritme, waarin het bijna 2 minuten duurt om de hele cyclus van uitzetten en inkrimpen te doorlopen, lijkt het alsof je, samen met de cliënt, ‘verdwijnt’. Je komt in contact met wat Franklin Sills noemt, de ‘Oorspronkelijke Matrix’. Als behandelaar kun je alleen in dit veld van energie komen met een ‘verstilde geest’ en vanuit een wijds waarnemingsveld. Het gaat hier om volledige verbinding, cliënt en behandelaar zijn één en toch onderscheiden.
Ik heb zelf het gevoel dat ik veel in het tweede ritme werk en regelmatig, als vanzelf in het derde ritme glijd. Bij dat laatste verdwijnt alle gevoel van tijd en lijken de inkrimpende en uitzettende bewegingen oneindig lang te duren. De verbinding is dan ook heel intens en voelt voor mij vloeibaar. Etienne Peirsman noemt dit ‘no mind’ en het is elke keer opnieuw een heel bijzondere ervaring. Het maakt je, zoals Franklyn Sills ook zegt, nederig! Voor mij is zowel het geven als het ontvangen van cranio-sacraaltherapie een reis, een innerlijke reis naar je ‘Diepste Zelf, een reis naar je eigen ‘ademende midden’. Door af te stemmen op dat midden kom je in contact met je oorspronkelijke heelheid, in dat midden kom je in contact met ‘alle antwoorden’. Het brengt je bij je eigen essentie, daar waar alles om draait. Cranio-sacraaltherapie spreekt het zelfgenezende vermogen aan, op alle niveaus; fysiek, emotioneel, mentaal en spiritueel, afhankelijk van de situatie en de vraagstelling. En dat is alleen mogelijk als je als therapeut werkelijk verbinding maakt, verbinding met jezelf, je eigen kern en van daaruit verbinding met de kern, het Wezen, van de ander. Dat is ook een verbinding van hart tot hart!
Q i go ng Qi gong is een eeuwenoude bewegingsleer uit China en is er op gericht om lichaam en geest in balans te brengen. Veel van de oefeningen hebben hun oorsprong in het sjamanisme, waarbij de natuur hun grote voorbeeld was.
8
De bewegingen van de dieren, de kracht van het water, de vuurkrachten, de stilte in de natuur inspireerden die oude volken om te bewegen, maar ook om stil te zijn, te mediteren. Het gaat bij qi gong altijd om evenwicht en balans. Balans tussen yin en yang, tussen het zachte, naar binnen gekeerde, vrouwelijke yin en het meer harde, naar buiten gerichte, mannelijke yang1. Het is een dynamisch evenwicht waarin beide krachten elkaar nodig hebben en elkaar in balans houden. Het een kan niet bestaan zonder het ander. In de oefeningen staan adem, beweging en bewustzijn centraal en werken vloeiend samen. Qi gong zorgt voor de integratie van lichaam, geest en ziel. Het is gericht op de fysieke en psychische gezondheid van de mens. Volgens de Chinese geneeskunde is gezondheid niet alleen afwezigheid van ziekte, maar ook dat je je vitaal voelt, dat je goed slaapt, dat je vrolijk bent, soepele spieren hebt, een goede eetlust hebt, dat je zin hebt in het leven. Kortom het is veel meer dan alleen maar niet ziek zijn. En qi gong is er op gericht om je levenskracht, je qi (ook wel gespeld als chi) te laten stromen zodat je je vitaler en gezonder gaat voelen. Qi (uitspraak: tsjie) betekent adem, lucht en levensenergie. Gong (uitspraak: goeng) betekent letterlijk oefening of oefenen. Letterlijk betekent qi gong dus oefenen met onze levensenergie. De oefeningen zijn ook voor ons, westerse mensen, heel toegankelijk. Het zijn vaak eenvoudige, vloeiende bewegingen die met heel veel ‘zachte’ aandacht uitgevoerd worden. In qi gong werk je veelal met zich herhalende, cyclische bewegingen, in een traag ritme, waardoor een zachte (energetische) puls ontstaat. Daarnaast werk je veel met intenties en de verbeeldingskracht. Zo versterken beweging, adem en bewustzijn elkaar in hun effect op lichaam en geest. Er zijn ontzettend veel stromingen en stijlen,
1
Yin is letterlijk de donkere kant van de berg, yang de lichte kant van de berg. Het zijn
tegengestelde krachten die elkaar continu aanvullen.
9
dus dé qi gong bestaat niet. Zo zijn er ook ‘harde’ richtingen binnen de qi gong, zoals de zgn. ‘ijzeren hemd’ qi gong en kung fu, maar voor mij is in ieder geval die zachte benadering heel belangrijk, jezelf ‘uitnodigen’ om te bewegen. Qi gong heeft een positief effect op de bloedsomloop, de beweeglijkheid en kracht van de spieren, de spijsvertering, maar ook op het concentratievermogen, het evenwicht en het coördinatievermogen. Er ontstaat een beter ‘lichaamsbewustzijn’, waardoor spanningen in het lichaam beter en eerder gevoeld worden. Pas als die spanning gevoeld wordt, kan ze ook bewust losgelaten worden. Daarnaast hebben de meditatieve bewegingen een rustgevend effect. De normaal alerte geest, die voornamelijk bètagolven produceert, komt in een ontspannen toestand en produceert alphagolven (wakker, maar ontspannen) en soms zelfs thetagolven (droomachtig – creatief), die het lichaam in staat stellen om te regenereren. Het centrum, het midden, is net als in cranio-sacraaltherapie, ook in qi gong heel belangrijk. Alle bewegingen komen voort uit het centrum en komen daar ook weer in terug. Ook hier gaat het om het contact met je ‘ademende midden’. Door meditatie en door aandachtige, meditatieve bewegingen kom je in contact met je centrum, met je ‘Diepste Zelf’. Zoals gezegd, bij qi gong werk je met adem, beweging en bewustzijn en vooral dat laatste is heel belangrijk. Juist omdat je alle oefeningen met (positieve) aandacht en intentie doet, kun je de helende krachten van het (cranio-sacrale) ritme sturen. Zo kun je bewust invloed uitoefenen op lichaamsprocessen en je eigen gezondheid. In het westen is er helaas een tendens van weinig lichaamsbewustzijn, met andere woorden, mensen voelen vaak niet eens wat er zich in hun lichaam afspeelt, laat staan dat ze er invloed op uit kunnen oefenen. Via qi gong oefeningen leer je om je meer gewaar te worden van je lichaam en wat er daarbinnen allemaal gebeurt. Niet alleen op fysiek niveau, maar ook op energetisch, emotioneel, mentaal en spiritueel niveau. Zo kun je ook de signalen van je lichaam beter herkennen en daar op inspelen. Als eerste worden de ‘grove signalen’, zoals spierspanning, pijn en ander ongemak beter voelbaar en herkenbaar, later zullen ook subtiele (energetische en emotionele) gewaarwordingen optreden. Met de oefeningen krijg je in ieder geval een instrument in handen om spanning los te laten en nieuwe energie op te doen. En voor diegenen die er werkelijk intens mee aan de slag gaan, biedt het ook de mogelijkheid om zich op emotioneel, mentaal en spiritueel niveau te ontwikkelen. Die persoonlijke ontwikkeling en bewustwording is voor mij heel belangrijk geweest en daar wil ik, zowel in mijn lessen als in de behandelingen, ook graag andere mensen mee op weg helpen. Die zorgen namelijk uiteindelijk voor heling op een heel diep niveau.
10
Verbinding en intentie Qi gong en cranio-sacraaltherapie werken beiden met de levenskracht. Sutherland noemde het trage ritme van het cranio-sacrale vocht al ‘the breath of life’ wat voor mijn gevoel hetzelfde is wat de Chinezen ‘qi’ noemen. En dat is ook voelbaar als je door meditatie en de oefeningen meer gaat aarden. Hoe meer je met je aandacht naar binnen kunt gaan, hoe meer je kunt zinken in je lichaam, hoe duidelijker de bewegingen van het craniosacrale vocht zich kenbaar maken. In de diepe ontspanning, die op kan treden tijdens of na de qi gong oefeningen, neemt ook het cranio-sacrale vocht meer ruimte in, wat duidelijk voelbaar is in het heiligbeen en staartbeen. Hier kun je namelijk de bewegingen van het cranio-sacrale vocht heel makkelijk voelen. Het is die verbinding, de verbinding met het craniosacrale ritme, die zorgt voor de diepe ontspanning. In die verbinding komt het hele centrale zenuwstelsel namelijk tot rust. De qi gong oefeningen zijn natuurlijk niet expliciet op dit ritme gericht, ik heb dat vooral zo kunnen ervaren door mijn ‘cranio-ervaringen’, maar in essentie maakt zowel qi qong als cranio-sacraaltherapie gebruik van dat ritme of stemt daar, bewust of onbewust, op af en brengt je via dat ritme in contact met je centrum, je Diepste Zelf. Het is een beweging vanuit en naar het midden en het brengt je in contact met je innerlijke bron. Het mooie is dat die beweging vanuit het midden overeenkomt met een heel primaire beweging in de embryonale fase van de mens. Namelijk het ontstaan van links en rechts door de vorming van de notochord. De notochord is de lichaamsas van waaruit zich het centrale zenuwstelsel heeft gevormd, met andere woorden, de groeibeweging vanuit het midden. Het leven ontvouwt zich vanuit dit midden! En het is dat midden waar we in de oefeningen en in de cranio naar terug gaan. Alleen wanneer je werkelijk in contact bent met jezelf, vanuit dat midden, kun je je ook echt verbinden met ‘al wat er is’, met je omgeving, de natuur, de mensen om je heen, je gevoelens, met het universum en met je zelfgenezende vermogen. Het is die verbinding die zo diep helend kan werken en je zoveel inzichten kan geven. Het is in die stilte dat de antwoorden als vanzelf komen. Een andere belangrijke overeenkomst tussen qi gong en craniosacraaltherapie is het werken met de ‘zachte aandacht’, het ‘uitnodigen’ van het systeem. Voor mij wordt dat vertegenwoordigd door de ‘innerlijke glimlach’ uit het Taoïsme. Die heeft mij vanaf het moment dat ik met qi gong in aanraking kwam geïnspireerd. Het is een uiterst simpel, maar zeer doeltreffend principe, namelijk dat je met zachtheid en respect kijkt naar jezelf, de ander en naar alles wat er op dat moment is. Geen strenge blik (als je het weer eens niet goed doet - in je eigen ogen), maar een uitnodigende blik naar je lichaam en je geest. Alleen door zonder oordeel te kijken naar wat er is, of het nu gaat om fysieke of psychische klachten, kan ‘het probleem’ zich werkelijk ontvouwen, zich kenbaar maken. En pas dan ontstaat er ruimte om te bewegen, te veranderen, te groeien. Die innerlijke glimlach staat centraal in mijn lessen, in de cranio-sacraalbehandelingen die
11
ik geef en ook in mijn hele leven. Dat is de overkoepelende intentie waarmee ik alles probeer te doen. Natuurlijk lukt dat niet altijd, maar het is wel de basis waarnaar ik altijd weer terugkeer. Het is in de loop der jaren dan ook werkelijk een levenswijze geworden. In hoofdstuk 6 zal ik de werking van de innerlijke glimlach nog nader uitleggen.
12
Hoofdstuk 3 Mijn visie op de mens ‘in verbinding’ De mens in verbinding Zoals een spin in een web, is de mens in verbinding met de wereld om hem heen. Ragfijne draden verbinden ons met elkaar, met de natuur, maar ook met de objecten om ons heen, vaak zonder dat we dat weten. Dus, wordt er ergens een ´draadje´ in beroering gebracht, dan heeft dat ook invloed op ons. De kunst is om die verbinding positief te gebruiken, in plaats van dat je er voortdurend door uit je evenwicht wordt gebracht! De kunst is ook om, via die verbinding, positieve invloed uit te oefenen op de mensen en de wereld om je heen. Dat geldt voor ieder mens, maar in het bijzonder voor hulpverleners of therapeuten, omdat zij werken met mensen die in een kwetsbare positie verkeren, ‘mensen in nood’ zo gezegd. Juist dan is het belangrijk dat je je bewust bent van de invloed die je op de cliënt hebt. In hoofdstuk 4 laat ik zien hoe ver die invloed kan gaan. Voor mij is verbinding de eerste stap naar ‘heelheid’. Alleen vanuit verbinding is het mogelijk om werkelijk te helen en om werkelijk geheeld te worden. Maar wat houdt die verbinding nu eigenlijk in? Waar verbind je je mee en wat voor mensbeeld of wereldbeeld ligt hieraan ten grondslag? Om mijn visie op de mens ‘in verbinding’ duidelijk te maken, geef ik een korte uiteenzetting van het holistische versus het mechanische paradigma en leg ik hieronder een aantal (energetische) principes uit en hoe we die bij cranio-sacraaltherapie in kunnen zetten voor genezing.
Mechanisch wereldbeeld versus holistisch wereldbeeld De huidige medische wetenschap is nog steeds gebaseerd op het Newtoniaanse model van de werkelijkheid. Hierin wordt de hele wereld, dus de natuur, maar ook de mensen en de dieren, bezien vanuit complexe mechanische processen. In dit wereldbeeld is de natuur doelloos, er is geen ‘hoger plan’, geen intentie. Het concept ‘ziel’ heeft hierin geen bestaansrecht. De mens is hierin niets meer dan een ingewikkelde machine, bestuurd door het brein en het perifere zenuwstelsel, die gezamenlijk een soort biologische computer vormen. Vanuit dit model zijn en worden er medicijnen en behandelmethodes ontwikkeld om in te grijpen in deze
13
‘machine’. Populair gezegd: om niet werkende onderdelen ‘weer aan de praat’ te krijgen. In deze visie gaat men uit van een geïsoleerd ‘actie-reactie’ model. Namelijk de reactie van de mens/machine op een specifieke stof (medicijn) of behandeling. En ook al is er een enorme vooruitgang te zien in de medische wetenschap en kunnen we steeds preciezere ‘instrumenten’ inzetten bij de genezing van bepaalde ziekten (denk aan laserbehandelingen, MRI’s, verfijnde neurochirurgie en de ontwikkelingen in de farmaceutische industrie), toch worden alleen waarneembare en meetbare activiteiten in beschouwing genomen en is het uitgangsprincipe nog steeds de ‘mens als machine’. Het basisprincipe van een machine is dat de functie van het geheel kan worden voorspeld aan de hand van de som der delen. Maar in tegenstelling tot een machine is de mens meer dan een simpele optelsom van een aantal chemische processen. Alle levende organismen worden immers door een mysterieuze, bezielende ‘levenskracht’ tot leven gewekt. Die levenskracht is nog steeds een ´magisch´gegeven, ook al is het inmiddels wel voor iedereen duidelijk dat hij bestaat. Iedereen die wel eens iemand heeft zien overlijden weet dat je het onmiddellijk herkent als die levenskracht het lichaam verlaat. En wat blijft er dan over van ons lichaam? Niet veel meer dan een ongeorganiseerde verzameling van chemicaliën, die blijkbaar niet meer in staat zijn om hun taken te vervullen, namelijk het in stand houden van het levende organisme. De huidige medische wereld werkt (nog?) niet met deze levenskracht, omdat er nog geen acceptabele, wetenschappelijke modellen zijn die een verklaring geven voor haar bestaan en functioneren. Maar juist met die mysterieuze levenskracht, waar we nog zo weinig van weten, werken we als we vanuit een holistisch principe aan genezing werken. In oude esoterische en mystieke wereld- en mensbeelden was holisme vanzelfsprekend. Het is de verstedelijking en later de industrialisering die het huidige, mechanische, paradigma heeft gecreëerd en versterkt. Toch is er nu, gelukkig, in een steeds groter wordende onderstroom in de maatschappij, sprake van een terugkeer naar een meer holistisch denken. Nieuwe, wetenschappelijke en semi-wetenschappelijke, onderzoeken leveren steeds meer bewijs voor een dergelijk wereld- en mensbeeld. Zo ontdekte Einstein als eerste dat alle materie uit energie bestaat (met zijn beroemde formule: E=mc2 oftewel energie is gelijk aan massa x de snelheid van het licht in het kwadraat) en indirect dus dat mensen energiewezens zijn. Ook het bestaan van meridianen - waarmee subtiele, voedende energie van buiten het lichaam wordt vervoerd naar zenuwen, bloedvaten en de organen - wordt door verschillende onderzoeken aangetoond. Richard Gerber noemt in zijn ‘Handboek energetische geneeskunde’ de mens (en natuurlijk de dieren en de plantenwereld) ‘netwerken van complexe energievelden die in verbinding staan met fysieke en celsystemen’. Dit energetische netwerk weerspiegelt de fysieke vorm en wordt georganiseerd en gevoed door subtiele energetische systemen, die de levenskracht op het lichaam afstemmen met behulp van o.a. de meridianen, chakra’s en nadi’s.
14
In deze visie bestaat er een hiërarchische structuur van subtiele energetische systemen, die celstructuur en lichamelijke processen coördineren. Die subtiele energieniveaus vormen de blauwdruk van ons fysieke lichaam. Dit komt naar mijn idee volledig overeen met de ‘Oorspronkelijke Matrix’ van Sills. En juist op deze subtiele niveaus ontstaan gezondheid en ziekte, zelfs voordat deze zichtbaar en voelbaar zijn op het fysieke niveau! Dit niveau, het subtiele energetische niveau is dus van het grootste belang voor iedereen die zich bezig houdt met gezondheid. En deze subtiele energieniveaus kennen ieder hun eigen trilling, zoals alles op aarde een eigen trilling heeft. Die trilling, die frequentie, kan, naast factoren als voeding, beweging, omgeving en erfelijkheid, beïnvloed worden door onze emoties en ons geestelijk welzijn. Gedachtes en emoties zijn, binnen de energetische visie, immers ook gewoon trillingen in het ‘veld’ in en om ons heen. In de reguliere gezondheidszorg wordt ingegrepen op het fysieke vlak, bijvoorbeeld door het vervangen van ‘zieke onderdelen’ (orgaantransplantaties) of door het opheffen van bepaalde fysieke blokkades (toedienen van bijvoorbeeld neurotransmitters). Een meer diepgaande, en waarschijnlijk ook meer fundamentele oplossing, ligt echter in het aanpakken van het probleem op energetisch en spiritueel niveau. Voorwaarde hiervoor is dat we onderkennen dat lichaam, geest en ziel één zijn. En dat we dus op meerdere niveaus aan gezondheid kunnen werken. Zo boven zo beneden, zo binnen zo buiten Dit is een oud Taoïstisch gezegde, wat zoveel wil zeggen als: de hele macrokosmos wordt als microkosmos weerspiegeld in de natuur, de dieren en de mensen. Alle processen die we in de mens kunnen onderscheiden, zien we in het groot ook in de kosmos om ons heen, het zijn universele processen. Kijk alleen maar naar de opbouw van een atoom, het allerkleinste deeltje van een chemisch element dat nog steeds alle eigenschappen van dat element bezit (ook een atoom kun je splitsen in kleinere delen, maar die hebben niet meer alle eigenschappen van dat element). Je ziet dan vooral veel leegte en beweging van elektronen rondom een kern, zoals planeten die om een ster draaien of satellieten (manen) die om een planeet draaien. Ons hele lichaam bestaat uit atomen. Ook in ons lichaam is er, op dat kleinste niveau, heel veel leegte. Volgens deze, zeer holistische, visie van de oude Chinezen, houdt alles met alles verband. Niets staat op zichzelf en alles is bezield. In die oude Chinese traditie is een systeem ontwikkeld om deze verbanden helder te maken, te ontrafelen. In dit systeem worden alle aspecten van de kosmos ingedeeld en wordt duidelijk op welke manier al het leven en alle verschijnselen ontstaan en weer verdwijnen. De ‘vijf elementen’ (hout – vuur – aarde – metaal – water) is de benaming die zij gaven aan de vijf oerprincipes die aan de basis van de hele natuur liggen. Deze vijf elementen zijn niet statisch, maar zijn fases, die vloeiend in elkaar over gaan. Zo vormen ze een cyclus die zichzelf
15
steeds en overal herhaalt. Het zijn vijf vormen van energie die we in heel de natuur en al haar verschijningsvormen terugvinden, dus ook in de mens. En dan zowel op fysiek, emotioneel, mentaal, als op spiritueel niveau. Door bewust met deze energie te werken, kunnen we in harmonie komen met de elementen binnen onszelf en in het universum. Ieder element, of iedere fase, in dit systeem wordt gekenmerkt door bepaalde kwaliteiten waar je op verschillende manieren contact mee kunt maken. Daarvoor zijn er specifieke oefeningen, beelden en symbolen ontwikkeld. Het gaat uiteraard niet om die uiterlijke vormen, maar om de verbinding die je via die vormen kunt maken met de energetische, emotionele en spirituele kwaliteiten. In hoofdstuk 6 zal ik een aantal voorbeelden van dergelijke oefeningen uitwerken. Mooi vind ik ook het gebruik van een hologram als illustratie van dit unieke principe in de natuur, namelijk dat ieder deel de essentie (de frequentie, de ‘trilling’) van het geheel kan bevatten en ook weer kan reproduceren als totaal beeld. Dat gegeven is uitstekend te gebruiken bij energetische geneeswijzen (waar voor mij de cranio-sacraaltherapie ook onder valt). Om dit principe te verduidelijken, hieronder een korte uitleg van de basisprincipes van een hologram. Holografie is van oorsprong een methode om driedimensionale voorstellingen te maken van objecten. Het licht van een laser wordt langs twee trajecten op een fotografische plaat geprojecteerd. Er wordt een laserstraal gericht op een halfdoorlatende spiegel (een ‘stralensplitser’). Deze splitst de stralen in: • een bundel die via een spiegel en een negatieve lens naar een onbelichte fotografische plaat gaat • en een bundel die via een negatieve lens en het object naar dezelfde fotografische plaat gaat (de belichtingsbundel).
Een hologram van een appel maken, uit: Bronnen van licht van Barbara Ann Brennan
16
Belangrijk is dat beide lichtbundels samenvallen vlak voor of boven het object. De golven van de ene straal vermengen zich met, en hebben invloed op, de golven van de andere straal en creëren zo een uniek interferentiepatroon (= elkaar kruisende lichtgolfpatronen) dat vastgelegd wordt op de fotografische plaat. Wanneer nu in afwezigheid van het object hetzelfde type laserlicht, vanuit dezelfde hoek, wordt gericht op de fotografische plaat, dan zal er een driedimensionaal beeld van het object verschijnen op de plek waar het zich bevond bij het prepareren van de plaat. Dit lukt dankzij dat unieke interferentiepatroon: uit de precies passende helft aan informatie en energie die het krijgt van het laserlicht waarmee het gemaakt werd, projecteert het de andere helft aan informatie die het in zijn structuur bevat, namelijk het driedimensionale beeld van het object.
Een hologram van een appel projecteren, uit: Bronnen van licht van Barbara Ann Brennan
Het hologram heeft twee bijzondere eigenschappen die het tot een fascinerend model van de werkelijkheid maakt voor alternatieve genezers. Ten eerste, suggereert het dat het mogelijk is om objecten (of zintuiglijke waarnemingen) om te zetten in frequentiepatronen en, op hun beurt, frequentiepatronen weer om te zetten in objecten (of zintuiglijke waarnemingen). Dit betekent dat objecten dus impliciet aanwezig zijn binnen frequentiepatronen. Deze laatste kun je dus zien als de ‘diepe structuur’ of de ‘impliciete orde’ achter de gemanifesteerde vorm (de ‘Oorspronkelijke Matrix’). Ten tweede, is er geen één op één verband tussen het interferentiepatroon en het object, wanneer je redeneert vanuit de zintuiglijk waarneembare wereld van het object. In plaats daarvan blijkt dat wanneer
17
je de fotografische plaat in een willekeurig aantal stukken breekt, elk fragment alle informatie bevat om het complete object weer op te bouwen (met behulp van het juiste laserlicht). Deze tweede eigenschap impliceert dat het geheel aanwezig is in elk van de delen. Wel is het zo, dat hoe kleiner het betreffende fragment, hoe kleiner het complete beeld. Beide eigenschappen, en de suggestie die ervan uitgaat, sluiten dus heel goed aan bij een holistisch mensbeeld. Een holografisch model van de werkelijkheid suggereert namelijk dat je je als genezer veel beter kunt richten op het veel essentiëlere frequentiepatroon (van bijvoorbeeld een orgaan) dat op het object zelf (bijvoorbeeld het orgaan). En verder dat een fragment of een deel van het geheel voldoet om als genezer het geheel te bereiken en te helen. Je kunt je richten op één cel om het organisme als geheel te genezen. Je werkt immers met de diepe en oorspronkelijke structuur van het unieke frequentiepatroon dat in elk fragment aanwezig is. Franklyn Sills ziet de levensadem, maar ook de drie verschillende getijden/ritmes van het cranio-sacrale vocht, als een holografisch verschijnsel. Ze bevatten alle informatie van het geheel. Afstemming op deze ritmes biedt dus een directe ingang naar de oorspronkelijke heelheid van het systeem!
Cranio-sacraaltherapie en qi gong, in verbinding met het energetische lichaam Dat je dus heel goed kunt werken met één cel, of met het trillingsniveau van de energetische blauwdruk van een mens is nu wel duidelijk, maar hoe kom je hiermee in contact? Hoe kun je invloed uitoefenen op die blauwdruk en de verstoringen daarin? Zoals met alles in het leven, is er niet één weg, of dé weg, maar voor mij is cranio-sacraaltherapie, in combinatie met mijn qi gong ervaring in ieder geval wel een heel belangrijke weg. Cranio-sacraaltherapie biedt mij de mogelijkheid om af te stemmen op de essentie, het wezen van de mens en zo aan haar/zijn heelheid te werken. Het ritme van het cranio-sacrale vocht vormt voor mij de ‘interface’ tussen het fysieke en energetische lichaam. Door mijn intentie te richten op de diepste kern van iemand, glijd ik als vanzelf in het tweede of derde ritme van het cranio-sacrale vocht en kom ik in contact met het energetische lichaam. In dat contact gaat het niet om het opheffen van fysieke blokkades, maar om de verbinding met de bron. En die bron, iemands diepste kern, je wezen, of hoe je het verder ook wilt noemen, die is in feite altijd ‘heel’, ongeschonden. Het leven en de omstandigheden hebben die ongeschonden kern bedekt met allerlei lagen, waardoor er soms ziekmakende processen op gang zijn gekomen, maar de kern, die dus op het energetische niveau ligt, is nog steeds compleet volmaakt (‘Phantom Leaf
18
effect’2). Het is die heelheid die in de materie, in de cellen, opnieuw geactiveerd moet worden. Het is die heelheid die opgeslagen ligt in het geheugen van iedere cel. De fysieke structuur, die zich immers voortdurend vernieuwt (alle cellen vernieuwen zich, sommige dagelijks, andere hebben een meerjarencyclus) moet aan die heelheid ‘herinnerd’ worden. De totale ontspanning in een cranio-sacraalbehandeling en de ervaringen van een ‘stillpoint’ kunnen de cliënt in contact brengen met hun bron, met hun eigen ongeschonden kern en activeren zo het zelfgenezende vermogen van het lichaam. Afstemming op, en verbinding met, vormen de kern van de behandeling. Die heelheid is immers al aanwezig, maar krijgt pas weer kracht als ze geactiveerd wordt. Je kunt het vergelijken met het cranio-sacrale ritme, dat is er altijd, maar pas als je je erop afstemt, wordt het voelbaar. En ook in de qi gong oefeningen gaat het om afstemming. Als docent stem ik af op de groep en de groepsenergie en creëer ik een veilig ‘veld’. Ik ga eerst naar mijn eigen ademende midden en stem af op mijn eigen lichamelijke gewaarwordingen, maar ook op m’n emotionele, mentale en energetische gewaarwordingen. En die laat ik allemaal ‘rusten in het nu’, die geef ik gewoon alle ruimte, zonder oordeel. Dan ontstaat er als vanzelf een verstilling in en om me heen. In die verstilde energie open ik m’n hart, voor mezelf en voor de groep. En die combinatie, van verstilde energie samen met mijn hartenergie, biedt de groep de warmte en de veiligheid om zelf ook ‘in te dalen’. Ik nodig ze met verschillende oefeningen, zowel meditatie als beweging, uit om ook af te stemmen op hun eigen ademende midden, en op hun lichamelijke, emotionele, mentale en energetische gewaarwordingen. Door te bewegen vanuit die afstemming creëren we als het ware een ‘vloeiend veld’ waarin we de energie uitnodigen om daar te stromen waar hij nodig is. Alleen als de energie vrij door het lichaam kan stromen, kunnen blokkades en ziekte oplossen. In feite gaan we door die trage, zich herhalende bewegingen, gecombineerd met een ontspannen ademhaling en onze verbeeldingskracht, over op een trager cranio-sacraal ritme. En een ervaren beoefenaar kan in bepaalde oefeningen naar mijn mening zelfs afstemmen op het traagste ritme van het cranio-sacrale vocht. Dit alles is een belangrijke eerste stap, maar niet de laatste! Mijn ervaring (en natuurlijk ook de opleiding) leert dat ook het bewustzijn hierin een belangrijke rol speelt. De herinnering aan heelheid is niet voldoende. Het kan het proces van genezing in gang zetten, maar de geest heeft hierin ook een taak, anders vervalt het lichaam (en de geest) alweer snel in dezelfde fouten en valkuilen en blijft het ‘dweilen met de kraan open’.
‘Phantom Leaf effect’: Door middel van Kirlian fotografie (elektrografie) is aangetoond dat wanneer er een stuk uit een blad (in dit geval het bovenste derde deel) gesneden wordt, het energiepatroon volledig in tact blijft, alsof het blad nog ‘heel’ is. De elektrografische opname van het verminkte blad laat namelijk ook het weggesneden gedeelte zien, terwijl dit zelfs vernietigd is. uit: Handboek energetische geneeskunde van R. Gerber
2
19
Daarnaast is het belangrijk om te beseffen dat niet alle ziektes genezen kunnen worden en dat het wellicht zelfs in sommige gevallen niet eens de bedoeling is dat iemand op fysiek niveau geneest. Dat heeft te maken met processen op een heel ander niveau, iets dat groter is dan wij zelf! Veel belangrijker voor mij zijn dan ook de emotionele, mentale en spirituele processen die gepaard gaan met ziekte. Genezing op die niveaus is dan veel meer een kwestie van innerlijke rust en balans, waardoor de ziekte zelfs zingeving in het leven op kan leveren. Het gaat dan vooral om compassie, vanuit het hart, en zonder oordeel aanwezig zijn. Niet alleen voor mij als behandelaar, maar uiteraard ook van de cliënt/cursist wanneer ze naar haar eigen proces kijkt.
20
Hoofdstuk 4 Bewustzijn is de sleutel De vicieuze cirkel Als ik blijf kijken zoals ik altijd heb gekeken blijf ik denken zoals ik altijd dacht Als ik blijf denken zoals ik altijd heb gedacht blijf ik geloven wat ik altijd heb geloofd Als ik blijf geloven wat ik altijd heb geloofd blijf ik doen wat ik altijd heb gedaan Als ik blijf doen wat ik altijd heb gedaan blijft mij overkomen wat mij altijd overkomt Maar als ik nu mijn ogen sluit en voel mijn ware Zelf van binnen dan kom ik deze cirkel uit en kan ik steeds opnieuw beginnen.
Kunstwerk en foto: Andy Goldsworthy
auteur onbekend
Het energetisch lichaam bevat, zoals eerder gezegd, de blauwdruk voor het fysieke lichaam. Blijvende verstoringen in het energetische lichaam zorgen uiteindelijk voor verstoringen, ziektes, in het fysieke lichaam. Maar wat beïnvloedt ons energetisch lichaam? Het mag duidelijk zijn, die vraag is niet met een simpel antwoord op te lossen. Er zijn natuurlijk tal van factoren die van invloed zijn op zowel het energetische als het fysieke lichaam. Ik wil me in deze scriptie dan ook beperken. Naast allerlei externe factoren, waaronder voeding en omgeving, is ons bewustzijn, met daaraan gekoppeld onze gedachtes, een heel belangrijke factor bij onze geestelijke en lichamelijke gezondheid. Voor mij is het bewustzijn de sleutel! Het boek ‘Bondgenoot’ van Henk Fransen laat op een heel inspirerende manier de kracht van bewustzijn, verbinding en liefde zien. Hieronder een korte samenvatting van zijn zienswijze. ‘Bondgenoot’ beschrijft op metaforische wijze het leven van een immuuncel binnen een mens die ernstig ziek is (hij noemt de ziekte de ‘Leegte’, maar gaande het verhaal wordt het duidelijk dat het hier om kanker gaat). Henk
21
Fransen laat zien hoe verlammend machteloosheid kan werken. De immuuncellen zien en voelen dat het bergafwaarts gaat met de mens, maar weten niet wat de oorzaak is en weten niet wat ze er tegen moeten doen. In eerste instantie distantiëren ze zich van het probleem, het is niet hun schuld en ze kunnen er niets aan doen! Vervolgens gaan ze tegen de ziekmakende cellen vechten, maar dat helpt niet. Het lijkt zelfs dat het er allemaal nog erger op wordt. Totdat duidelijk wordt dat ze werkelijk contact moeten maken met de ziekmakende cellen en dat ze ook (delen van) zichzelf er in kunnen herkennen. Ze gaan dan niet meer tegen, maar met de cellen vechten voor gezondheid! Het belangrijkste inzicht is de ontdekking dat liefde helend werkt. De innerlijke Stem (van Wijsheid) zegt tegen de immuuncel: ‘Liefste, ik houd van jou, je bent zo mooi.’ En de immuuncel voelt zich meteen al beter. Hij kan z’n taken meteen al beter aan en voelt zich geïnspireerd om weer z’n uiterste best te gaan doen. Hij voelt zich gezien! Hij ontdekt ook dat het hart een heel belangrijke rol speelt in het geheel. Hart is in staat om onvoorwaardelijk lief te hebben en die liefde geeft een enorme kracht aan iedereen die het kan ontvangen. Immuuncel draagt de liefdevolle gedachte van Stem uit aan iedereen en zorgt ervoor dat zoveel mogelijk cellen in contact komen met de liefde van het hart, zodat zij allemaal weer in staat zijn om hun taken uit te voeren. Op zijn zoektocht naar herstel ontdekt immuuncel de kracht van de adem. Van Longcel leert hij goed te ademen: eerst goed uitademen, zodat je alle afvalstoffen afvoert en dan langzaam de levenskracht inademen. Van Longcel leert hij ook dat je alles in kunt ademen, door het je voor te stellen. Zo leert hij om kracht, liefde en vrede in te ademen. Maar immuuncel ontdekt ook dat het hoofd, in samenwerking met het hart het lichaam bestuurt. Met allerlei ingewikkelde elektrische en chemische processen verwerkt het hoofd informatie uit de buiten- en de binnenwereld en reageert daarop. Hij ontdekt dat in het zieke lijf angstige gedachtes en negatieve gedachtes de boventoon zijn gaan voeren en hij ziet dat die een scala van (stress)reacties ontketenen in het lichaam. Reacties die de Leegte juist voeden en de ziekte dus verergeren. Bovendien is er nog weinig sprake van samenwerking met het hart. Maar op het moment dat immuuncel vanuit zijn hart uitroept: ‘mens ik houd van jou’, ziet hij een verandering optreden. Het lichaam ontspant zich en door die liefdevolle gedachte krijgt hij weer zin om te leven! Hij ontdekt dat positieve gedachtes het lichaam sterker maken! Kortom Henk Fransen houdt een pleidooi voor bewust en vanuit een liefdevolle houding contact maken met wat er is en wat je nodig hebt. Hij onderkent hierin en gebruikt hierbij de wijsheid van het lichaam, de intelligentie van de afzonderlijke (immuun)cellen. Het gaat hem ook om het herstellen van de balans tussen hoofd en hart. En ik zou daar nog aan toe willen voegen, de buik, het centrum. Die staat vanuit de Chinese filosofie namelijk voor het doen, het handelen. Met andere woorden, je buik, het
22
dagelijkse leven, het handelen, afstemmen op je hart, je gevoelsleven en je verbinding met de mensen en de wereld om je heen en je hoofd, het denken, je idealen, je inspiratie. In ´De biologie van de overtuiging´ laat Dr. Bruce Lipton in wezen hetzelfde zien als Henk Fransen, namelijk dat onze lichaamscellen intelligent zijn en reageren op de omgeving waarin ze leven. Omdat hij dat op wetenschappelijke wijze aantoont, vond ik het zinvol om ook een aantal van zijn denkbeelden in deze scriptie te verwerken. Lipton zet op heldere wijze uiteen dat niet het DNA (met daarin onze genen) bepalend is voor onze gezondheid en gedrag, maar het celmembraan, met daarin de receptoreiwitten en de effectoreiwitten. Om intelligent gedrag te kunnen vertonen, hebben cellen een functionerend membraan nodig, namelijk de receptoreiwitten om signalen uit de omgeving op te kunnen vangen en effectoreiwitten om die signalen om te kunnen zetten in acties. Bij onderzoek bleek de cel nog geruime tijd door te leven als je de celkern, met daarin het DNA, verwijdert. Terwijl de cel onmiddellijk sterft als je het membraan verwijdert of zelfs als je alleen de receptoreiwitten of de effectoreiwitten verwijdert. Zonder membraan kan een cel niet meer reageren op zijn omgeving en dus geen effectief gedrag vertonen. Dit onderzoek toont aan dat de idee dat de mens voor een groot deel door zijn genen wordt bepaald niet klopt. De omgeving van de cellen ‘zetten de genen aan of uit’! En die omgeving kunnen we dus met onze bewuste geest beïnvloeden, zo blijkt uit ander onderzoek. Lipton haalt in zijn boek een onderzoek aan van Candace Pert3 waarin zij ontdekte dat de meeste, zo niet alle, cellen van het lichaam ‘neurale’ receptoren hebben (neurale receptoren zijn de informatie-verwerkende receptoren op de membranen van zenuwcellen). Met andere woorden, haar onderzoek toont aan dat de ‘geest’ (in dit geval ‘het denken’) niet geconcentreerd is in het hoofd, maar via signaalmoleculen in het hele lichaam aanwezig is! Ook ontdekte zij dat emoties niet alleen ontstaan als reactie op de omgeving, maar dat de geest via zelfbewustzijn de hersenen kan gebruiken om ‘moleculen van de emoties’ op te wekken. Zo kan het bewustzijn een gezonde invloed hebben op een ziek lichaam, maar even goed kunnen, vaak onbewuste, emoties een gezond lichaam ziek maken. Toch is het niet zo simpel als het soms wordt voorgesteld. Zo houden allerlei spirituele stromingen, zoals bijvoorbeeld de ‘Secret’ ons voor dat we alles wat we wensen (niet alleen in ons lichaam, maar ook in de maatschappij daarbuiten) kunnen realiseren als we het maar met bewuste intenties ‘in het
Pert, Candace (een Amerikaanse neurowetenschapper) schreef het boek ‘Molecules of Emotion: The Science Behind Mind-body Medicine’, New York 1997
3
23
universum zetten’. Mijn gevoel zei mij altijd al dat dat niet altijd werkt en als je je er meer in verdiept dan wordt het ook wel duidelijk waarom niet. Hieronder een korte uiteenzetting, gebaseerd op de ideeën van Lipton, waarom ‘positief denken’ niet altijd werkt. In de evolutie heeft de mens de beschikking gekregen over de prefrontale cortex, waarmee een nieuw niveau van bewustzijn ontstond, het ‘zelfbewustzijn’, oftewel de bewuste geest. Zonder de bewuste geest zouden we overgeleverd zijn aan ons onderbewustzijn, alle automatische en instinctieve reacties. Deze twee delen van de geest werken heel goed samen. Zo kunnen we als het ware op de automatische piloot autorijden en tegelijkertijd een interessant gesprek voeren. Nu is autorijden niet bepaald instinctief te noemen, maar het is wel een ingesleten actie die opgeslagen is in je onderbewustzijn (tenzij je net je rijbewijs hebt en je ‘alle aandacht erbij moet houden’). En zo zijn er natuurlijk talrijke voorbeelden van handelingen die je doet ‘zonder er bij na te denken’ en dat is maar goed ook, anders zou er heel veel energie verloren gaan als je voortdurend het wiel opnieuw moest uitvinden (zonder natuurlijk afbreuk te willen doen aan mindfulness, oftewel leven met aandacht). De onderbewuste geest is, als je kijkt naar de neurologische verwerkingscapaciteit, miljoenen malen krachtiger dan de bewuste geest (verwerking van 20.000.000 prikkels uit de omgeving per seconde tegenover 40 prikkels per seconde!) . En dat is natuurlijk ook niet zo vreemd, als je kijkt naar het aantal handelingen en instinctieve reacties die opgeslagen liggen in dat deel van de geest en die onder andere nodig zijn om te kunnen overleven. Maar de consequentie is wel dat wensen van de bewuste geest (het positieve denken) het moeten afleggen tegen de onderbewuste geest als die daarmee in conflict komen. Met andere woorden, als een bewuste intentie of gedachte, zoals ‘ik ben goed zoals ik ben’, of ‘ik genees volledig van mijn ziekte’ in botsing komt met een geprogrammeerde overtuiging in je onderbewustzijn, zoals ‘ik ben slecht’ of ‘ik ben ziekelijk’. En wij hebben allemaal soortgelijke overtuigingen, die door de opvoeding, levensomstandigheden en zelfs voor en tijdens de conceptie ingebracht zijn. Ik wil hier nu niet verder op ingaan, maar Lipton maakt zeer aannemelijk dat de intenties, gedachtes en emoties van de ouders al ruim voor de conceptie van invloed zijn op het nog ongeboren en zelfs onverwekte kind! En dat alles via de intelligentie van onze cellen en de interactie met de omgeving in de ruimste zin van het woord, ‘het veld’. Dit is dan ook de reden dat Chinezen al jaren voordat ze ‘aan een kind beginnen’ bezig zijn met de voorbereiding, zowel op fysiek niveau (gezonde voeding en lichaamsbeweging) als op mentaal niveau (positieve gedachtes en intenties). Het belang van overtuigingen voor je gezondheid geldt niet alleen voor je eigen overtuigingen, nee, ook de overtuigingen van je arts of andere hulpverleners hebben invloed op je herstel. Larry Dossy levert hiervoor overtuigend bewijs in zijn boek Helende woorden en ook Lipton geeft enkele
24
voorbeelden waaruit blijkt dat een positieve overtuiging van een arts van doorslaggevend belang kan zijn bij genezing. Helaas heeft een patiënt of cliënt dientengevolge ook minder kans op genezing als de arts er zelf niet in gelooft. Lipton geeft hier een schrijnend voorbeeld van: Clifton Meader, een arts uit Nashville, VS, had in 1974 een patiënt onder behandeling die aan slokdarmkanker leed. In die tijd werd slokdarmkanker als voor 100% fataal beschouwd. Er werd wel behandeld, maar iedereen in het medische team ‘wist’ dat de slokdarmkanker terug zou komen. De patiënt overleed enkele weken na de diagnose en in feite was niemand van het medische team daarover verbaasd. De autopsie bracht echter aan het licht dat er heel weinig kankercellen aanwezig waren in zijn lichaam en zeker niet genoeg om hem daaraan te laten sterven. Er waren wat vlekjes in de lever en een in de long, maar er was geen spoor van slokdarmkanker! De arts, Meader, zei in een uitzending op Discovery Health Channel in 2003: ‘Hij stierf met kanker, maar niet aan kanker’. Deze arts was al jaren bezig met onderzoek naar het ‘nocebo-effect’, het tegengestelde van het bekende ‘placebo-effect’ en hij vroeg zich waarschijnlijk terecht af of hij en de andere artsen de patiënt alle hoop hadden ontnomen en zo zijn kans op genezing hadden verkleind en wellicht zelfs zijn dood (mede) hadden veroorzaakt. Een voorbeeld met verstrekkende gevolgen! Het is dus niet alleen van belang dat je zelf positief denkt, maar ook dat je mensen om je heen verzamelt die geloven in de mogelijkheden van genezing. We hebben het dus niet alleen zelf in de hand. Weer is het besef van verbinding van belang, we staan niet op onszelf, we zijn in voortdurende interactie met onze omgeving, zowel op fysiek als op energetisch niveau. Wat niet wegneemt dat we met onze bewuste geest de verantwoordelijkheid hebben en moeten nemen voor ons eigen leven. Lipton stelt ook heel duidelijk, en daar ben ik het volledig mee eens, dat de bewuste geest de mogelijkheid heeft om bepaald gedrag te onderbreken en een nieuwe reactie te creëren. Dit is onze ‘vrije wil’. Maar om dit te kunnen moeten we ons in hoge mate bewust zijn van onze overtuigingen en het daarbij behorende gedrag en ook dat valt nog niet mee. Het is vaak niet eens duidelijk dat er sprake is van programmering, laat staan dat je daar ook invloed op uit kunt oefenen. En toch is dat voor mij wel de sleutel naar gezondheid en geluk. De ingang naar dit zelfbewustzijn is heel persoonlijk, wat voor de een werkt hoeft nog niet effectief te zijn voor de ander. Zo gebruikt de ene stroming taal (Neuro Linguistisch Programmeren) als ingang, de ander meditatie en weer een ander het lichaam (craniosacraaltherapie, maar natuurlijk ook bio-energetica en vele andere vormen van ‘lichaamswerk’). Het mooie van cranio-sacraaltherapie is dat het je in contact brengt met die diepe laag in jezelf, die ongeschonden parel in jezelf (dus voorbij alle ‘programma’s) én met je ‘programma’s’, je onbewuste overtuigingen, én met het zieke weefsel of de cellen zelf! Jij kunt wel beter willen worden, maar
25
wat wil die zieke maag van jou? Of wat willen die kankercellen? Hierover meer in de uitwerking van de Cranio Plus behandelingen, hoofdstuk 6. Maar zonder bewustzijn kun je hier niet mee in contact blijven in het dagelijkse leven. Je moet de inzichten, verkregen in een behandeling dan ook op de een of andere manier verankeren in het heden, in het bewustzijn. Somato emotional release (Ser) technieken4 binnen de craniosacraaltherapie bieden hier natuurlijk al een ingang toe, maar voor mij is de combinatie met visualisaties, qi gong oefeningen en coaching hét middel om uiteindelijk tot heelheid te komen. En nogmaals, voor mij is het in ieder geval belangrijk om zonder oordeel naar ziekte te kijken. Natuurlijk heeft iedere ziekte (en iedere gebeurtenis in je leven) je iets te zeggen en het is mooi als je die boodschappen eruit kunt halen en er van kunt leren, maar het is niet zo dat je dus iedere ziekte zou kunnen voorkomen. Of, ‘dat je het over jezelf afroept’. We weten niet alles, we weten niet precies wat ‘ons doel’ is. Ik geloof ook niet dat leven zonder obstakels, zonder problemen of zonder ziekte mogelijk is. Er is, vanuit de taoïstische filosofie, een continu dynamisch evenwicht tussen yin en yang, er is geen dag zonder de nacht, er is geen warmte zonder kou enzovoort. Soms slaat de weegschaal wat meer door naar de ene kant, soms meer naar de andere kant. We kunnen niet altijd volledig in balans zijn, al is dat wel het streven. Als je naar de natuur kijkt, dan zie je ook kromgegroeide bomen, zieke dieren en disbalans en je hebt toch ook geen oordeel over die kromme boom, met butsen en bulten! Integendeel, uiteindelijk is die boom er alleen maar mooier en interessanter op geworden. En dat geldt ook voor ons mensen, wij worden ook ‘mooier’, interessanter door al onze ups en downs, door alles wat het leven ons brengt. De kunst is juist om ook in die disbalans, en dat kan zijn ziekte of persoonlijke problemen, het evenwicht weer te hervinden.
4
‘Door middel van deze methode wordt tijdens een cranio-sacrale sessie een gesprek
aangegaan met de wijsheid van het lichaam van de cliënt. Op die wijze kunnen diepe emotionele blokkades tot in de cellen van het lichaam losgelaten worden.’ Uit: Cranio-sacraaltherapie voor en door iedereen, van Etienne Peirsman en Marijke Baken.
26
Hoofdstuk 5 Achtergrondinformatie over stress en burn-out Hoe ontstaat stress en wat is stress? Hoe stress ontstaat is niet zo makkelijk te beantwoorden en is heel afhankelijk van de situatie, maar nog meer van de persoon die er mee te maken krijgt. Wat voor de één geen enkel probleem is, levert voor de ander een onoverkomelijke berg van problemen op. Dit heeft onder andere te maken met de persoonlijkheidsstructuur, maar ook met de omstandigheden, de leefwereld van iemand en ook met de fysieke gezondheid of juist ongezondheid. Het gaat hierbij altijd om belastbaarheid versus belasting. Ofwel wat kan iemand ‘dragen’ versus wat krijgt iemand ‘op z’n schouders’. Als dat uit balans is ontstaat er stress. Een ander, vaak vergeten, aspect is de energetische factor. En die is meestal heel ongrijpbaar. Wat maakt dat iemand zich ‘leeggezogen’ voelt in bepaalde situaties of in contact met bepaalde mensen. Wat gebeurt er dan op energetisch gebied en kun je daar wat aan doen? Dit heeft wederom te maken met ‘verbinding’. Ieder mens, dier of plant, ja, zelfs ieder object heeft zijn eigen energieveld. En die energievelden staan voortdurend met elkaar in verbinding. Het is dus niet zo verwonderlijk dat dat effect kan hebben op hoe je je voelt. Blijkbaar putten negatieve situaties je energieveld uit. Dat heeft te maken met die specifieke situatie en/of die persoon, maar ook hoe de ‘ontvangende’ persoon in haar vel zit. Als die goed ‘geaard’ is, kan zij meer aan en zal ze ‘negatieve’ energieën makkelijker los kunnen laten. Als dat niet het geval is, gaat de, meer bekende, stressreactie van start. Het is echter, juist vanuit therapeutisch oogpunt, van belang om te beseffen dat het startpunt al op het energetische niveau ligt. Dat biedt aanknopingspunten om ook op dat niveau iemand sterker te maken. Als we over stress praten, gaat het meestal over negatieve stress. Maar stress op zich hoeft helemaal niet slecht te zijn, het maakt je alert. Stress betekent in feite een verhoogde spanning in je lichaam, noodzakelijk om de juiste stappen of beslissingen te kunnen nemen. De verhoogde concentratie van adrenaline in je bloed bij stresssituaties veroorzaakt een aantal lichamelijke verschijnselen, waaronder: • een versnelde ademhaling en hartslag • een verhoging van de bloeddruk • een grotere hoeveelheid bloed naar de bewegingsspieren, ten koste van het spijsverteringsstelsel Onze stress-reactie is in feite dus nog steeds heel fysiek, terwijl de stressorende factoren in het westerse leven voornamelijk psychisch of emotioneel van aard zijn. Wij leven in een wereld waarin de bedreigingen van buitenaf vrijwel nooit direct levensbedreigend zijn (tenzij je overvallen wordt in een donker
27
steegje!), maar toch reageert ons lichaam nog op dezelfde manier als vele duizenden jaren geleden, namelijk met een ‘vecht- of vluchtreactie’. Dus ook als je verbaal bedreigd wordt door je baas, ontstaat er een kettingreactie waarbij je lichaam in een staat van paraatheid gebracht wordt. Het hele systeem wordt gemobiliseerd door het vrijkomen van hormonen en het onttrekken van bloed aan organen en weefsels die op dat moment niet van belang zijn, bezien vanuit die onveilige situatie. En hoe langer de stress-situatie aanhoudt, hoe ernstiger en chronischer de gevolgen. Vooral omdat niet alleen de spanning lang aanhoudt, maar ook de noodzakelijke ontspanning van het lichaam vaak ontbreekt, of onvoldoende is. We keren dus niet op een natuurlijke wijze terug tot een ontspannen, genormaliseerde staat. Om de gevolgen van stress duidelijk te maken zoom ik nog wat meer in op wat er precies gebeurt in het lichaam, wanneer er sprake is van een bedreigende situatie. Om het lichaam te beschermen en het leven te waarborgen zijn er twee verschillende systemen van belang. Het systeem dat ons beschermt tegen bedreigingen van buitenaf (de HPA-as: hypothalamus-pituitary-adrenals) en het systeem dat ons beschermt tegen bedreigingen van binnenuit, namelijk bacteriën en virussen van onder de huid (het immuunsysteem). De hypothalamus scheidt, in reactie op het waarnemen van de stress, de chemische stof CRF (corticotropin releasing factor) af, die naar de hypofyse wordt vervoerd. CRF activeert bepaalde hormoon-afscheidende cellen van de hypofyse, waardoor deze het adrenocorticotroop hormoon (ACTH) aan het bloed afgeven. ACTH wordt vervolgens naar de bijnieren vervoerd, waar het als signaal fungeert voor de afscheiding van de bijnierschorshormonen, cortisol en adrenaline. Cortisol zorgt voor omzetting van glycogeen in glucose zodat de spieren en de hersenen gevoed worden. Adrenaline brengt het lichaam in staat van paraatheid door o.a. de bloedtoevoer naar de darmen en het spijsverteringsstelsel te verminderen, de hartslag te verhogen en de ademhaling te versnellen. De bijnierschorshormonen onderdrukken rechtstreeks de werking van het immuunsysteem om ervoor te zorgen dat alle beschikbare energie aangewend wordt voor overleving van de waargenomen ‘noodsituatie’. Wanneer ‘het sein veilig’ wordt gegeven, zal het lichaam via allerlei terugkoppelingsacties weer terugkeren in de normale staat. Nogmaals, op zich geen probleem, als de stress van korte duur is en het lichaam inderdaad weer volledig kan ontladen, kan ontspannen. Het wordt pas een probleem als er sprake is van langdurige, chronische stress en/of het lichaam onvoldoende kan ontspannen (en opladen). Zoals gezegd, onderdrukt de stressreactie de werking van het immuunsysteem. Door het onttrekken van bloed aan de inwendige organen remt de stressreactie de groeiprocessen in het lichaam af en verstoort zo de aanmaak van vitale energiereserves. Wanneer dit langdurig aanhoudt en het
28
lichaam dan ook nog bloot wordt gesteld aan bedreigingen van binnenuit (virussen en bacteriën), dan is het niet zo verwonderlijk dat er onvoldoende energie over is om die te bestrijden. Het tweede beschermingssysteem van het lichaam, het immuunsysteem, heeft namelijk heel veel energie nodig om optimaal te kunnen werken (denk maar eens aan hoe uitgeput je je voelt tijdens en na een flinke griep!). Op deze manier is stress indirect een (mede)veroorzaker van veel ziektes. En er is nog een ander belangrijk effect van stress, via hormonen en een verhoogde bloedtoevoer. De stressreactie zorgt er namelijk voor dat de achterhersenen meer geactiveerd worden. De reden hiervoor is dat de achterhersenen verantwoordelijk zijn voor de levensondersteunende reflexen. De activiteiten van de voorhersenen, de prefrontale cortex, waar het bewustzijn zetelt, worden hierdoor juist onderdrukt. De prijs voor ‘overleving’ in een stressituatie is dus een verminderd bewustzijn! Kijken we nog op een andere manier naar de hersenen, dan zien we dat er bij een stresssituatie voornamelijk bètagolven optreden. Bètagolven heb je nodig als je actief bent en als je een taak wilt uitvoeren waarbij je bewuste aandacht nodig is. Maar dan is het wel nodig dat er een goede verhouding is tussen de andere hersengolven (alpha-, theta- en deltagolven) en de bètagolven. Bij overactiviteit van de bètagolven en relatief weinig andere hersengolven is er juist sprake van malende, op elkaar botsende gedachten en onrust, waardoor helder denken niet meer mogelijk is. Het is niet moeilijk te bedenken dat dat in feite weer nieuwe stress creëert en zo een vicieuze cirkel produceert. Zo kunnen langdurige spanning en negatieve stress een uitputtingsslag worden voor ons totale systeem. We komen in een negatieve spiraal terecht en dat heeft niet alleen lichamelijke consequenties, maar geeft ook disbalans op emotioneel, mentaal en spiritueel niveau. Hieronder in het kort de consequenties op lange termijn (uiteraard is er een wisselwerking tussen de verschillende gebieden): Lichamelijk Als de stresshormonen vrijwel voortdurend in het lichaam aanwezig blijven, ontstaan er vaak chronisch gespannen spieren. Nek, schouders en rug zijn daarbij kwetsbare gebieden, maar verstijfde benen of armen komen ook vaak voor. Iemand ‘verstijft’ in dit geval letterlijk van angst (in feite is stress natuurlijk pure angst; angst dat je je werk niet goed doet, angst in je relatie, angst voor ziektes, levensangst!). Maag- en darmproblemen zijn ook niet verwonderlijk, gezien het feit dat er bloed onttrokken wordt aan het spijsverteringsstelsel en dit dus niet optimaal kan functioneren. Andere fysieke problemen zijn: chronisch hoge bloeddruk, slaapproblemen, hoofdpijn, chronische vermoeidheid.
29
Emotioneel Spanning put iemand niet alleen fysiek uit, maar ook emotioneel. Juist doordat iemand zich lichamelijk slechter gaat voelen, kan hij ook op emotioneel gebied minder aan. De draagkracht op dat niveau wordt dus minder en kan leiden tot een gevoel van hopeloosheid, verdriet, angst dat je het niet meer aankunt, starheid (hakken in het zand), maar ook cynisme en woede. Hoe iemand reageert op langdurige stress heeft uiteraard ook te maken met zijn karakter, voorgeschiedenis en omgeving. Mentaal De onderdrukking van de activiteiten van de voorhersenen hebben op de lange duur ook consequenties voor het concentratievermogen en het geheugen. Beiden zullen achteruit gaan als de stress lang aanhoudt. Dat kan weer zorgen voor een verlies aan besluitvaardigheid en een verminderd zelfvertrouwen. Spiritueel Uiteindelijk werken alle bovenstaande factoren door op spiritueel niveau. De creativiteit om met de uitdagingen in het leven om te gaan wordt minder. Er is minder wezenlijke interesse in het leven. En er treedt een verlies op van motivatie en inspiratie in het algemeen. Zingeving in het leven is niet langer vanzelfsprekend. Niet echt een plaatje waar je vrolijk van wordt! Het is dus ook niet verwonderlijk dat langdurige stress uiteindelijk voor grote problemen kan zorgen. Bovengenoemde symptomen zijn ieder voor zich al heel belastend, maar wanneer de klachten zich op meerdere gebieden tegelijk en gedurende lange periode manifesteren, dan ligt een burn-out op de loer.
Burn-out Wanneer gaat stress over in burn-out? Hier is in feite geen eenduidig antwoord op te geven. Je kunt niet simpelweg ‘meten’ via bloed of andere klinische methodes of iemand een burn-out heeft. Ook is er nog geen consensus over de oorzaken en zelfs over het bestaan van burn-out. Zo schijnt burn-out officieel niet eens te bestaan in de Verenigde Staten (terwijl de term voor het eerst werd gebruikt door Amerikaanse psychotherapeuten Herbert Freudenberger en Christina Maslach in begin jaren ’70). En er zit veel overlap met betrekking tot stress-gerelateerde symptomen en sommige vormen van depressie. Het ‘etiket’ burn-out is in feite ook niet meer dan dat, een etiket. Het gaat er uiteraard veel meer om wat de specifieke symptomen van de cliënt zijn en dat je deze kunt plaatsen in een groter kader. Dat kan op zijn beurt weer houvast geven voor de manier van behandelen.
30
Hieronder een aantal symptomen die een duidelijke aanwijzing geven voor een burn-out: •
Heftige gevoelens van - machteloosheid: ´het leven niet meer aankunnen´ - besluiteloosheid
•
Zo weinig concentratievermogen dat zelfs eenvoudige dingen doen of regelen al (bijna) niet meer lukt.
•
Extreme vermoeidheid, waardoor de minste inspanning al teveel is (even de trap op om iets uit je werkkamer te pakken, lijkt al een onmenselijke inspanning te vragen).
•
Slapeloosheid of wel slapen maar niet uitgerust wakker worden.
•
Onzekerheid, een gebrek aan zelfvertrouwen, gecombineerd met verminderde prestaties.
•
Allerlei fysieke klachten zoals: hoofdpijn, spierpijn of stijfheid, hartkloppingen, kortademigheid, maagpijn
Het verschil met stress is in ieder geval dat er sprake is van chronische symptomen. Bij een burn-out is iemand duidelijk ver over zijn grenzen gegaan en die situatie is ook niet zo snel of eenvoudig omkeerbaar. Wat vaak in jaren is opgebouwd, is niet met een beetje extra rust of therapie in korte tijd te verhelpen. Een eerste begin ligt in de onderkenning van het probleem en de bewustwording van de ziekmakende oorzaken, zowel extern, de omgeving/omstandigheden van de cliënt, als intern, de eigen ‘houding’ en mentale en emotionele mogelijkheden. Armando Theunisse en Clemence Leijten geven in ‘De kracht van burn-out’ een duidelijke kapstok met betrekking tot het ontstaan en behandelen van een burn-out. Zij constateren dat er bij mensen met een burn-out altijd sprake is van een verstoorde balans tussen wat zij noemen de Ouder en het Kind. Zij ontdekten in hun praktijk dat een ‘burn-outer’ bepaalde eigenschappen vermijdt en dat die eigenschappen onderling samenhangen. Bij de eigenschappen van het Kind gaat het om passiviteit, overgave, onbevangenheid, terwijl de eigenschappen van de Ouder gericht zijn op controle, actief zijn, grip houden op een situatie. Zij stellen dat menselijke eigenschappen, en daarmee samenhangend gedrag, bipolair zijn en in potentie bij iedereen aanwezig. Ik zou dat willen vertalen met het yin en yang aspect vanuit de Chinese filosofie, het één kan niet zonder het ander bestaan, ze hebben elkaar nodig, zoals dag en nacht, licht en donker, warm en koud.
31
Een paar voorbeelden van bipolaire eigenschappen (en het domein waartoe ze gerekend worden): Ouder
Kind
Actief IJverig Extravert Betrokken Perfectionistisch Aardig
Passief Lui Introvert Laks Slordig Bits
Er ontstaat een probleem als iemand (vrijwel) alleen één kant van die polariteit ‘leeft’. Hij kan alleen maar actief zijn en nooit eens rust nemen, passief zijn. Iemand is altijd extravert en kan nooit eens in zichzelf keren. Iemand is altijd voor 100% betrokken en kan geen afstand nemen en af en toe de boel de boel laten. Kortom iemand leeft unipolair en is dus niet in balans. De praktijk leert dat mensen met een burn-out wat dat betreft geen maat kennen. Zij leven vooral unipolair, en wel vanuit de Ouder, en vergen daarmee het uiterste van zichzelf. Natuurlijk spelen de externe omstandigheden ook altijd een rol bij burn-out. Zo kunnen problemen op het werk of in de relatie, als die lang voortduren, iemand volledig uitputten. Maar werkdruk of emotionele problemen hoeven niet bij iedereen te leiden tot een burn-out. De interne omstandigheden, oftewel hoe iemand met problemen omgaat, zijn van veel groter belang. Zoals gezegd, Theunisse en Leijten maken hier de koppeling naar de Ouder en het Kind in ieder mens. De Ouder is de mens die denkt. De Ouder vertegenwoordigt de controlerende, verstandige rol, terwijl het Kind voelt en de onbevangenheid en speelsheid vertegenwoordigt. Wij hebben als mens allebei die rollen in ons en we hebben ze allebei nodig. De Ouder zorgt ervoor dat we verstandig en gezond eten en leven en zorgt ervoor dat we op tijd opstaan om naar ons werk te gaan. Het Kind zorgt voor het zorgeloos genieten van het leven, zorgt voor ontspanning en loslaten. In de ‘burn-outer’ speelt de Ouder een te grote rol en is het Kind vaak bijna helemaal afwezig. Er is geen ruimte meer voor werkelijke ontspanning, loslaten. Er is geen ruimte meer voor voelen, genieten. De boog staat altijd gespannen. We hebben in potentie beide rollen in ons, maar helaas wordt er in deze maatschappij vooral een beroep op de Ouder in ons gedaan. En die Ouder is al op jonge leeftijd in ons gegroeid. Het zijn de normen en waarden van onze ouders en andere opvoeders, zoals school, die we ons eigen hebben gemaakt. Zodra het jonge kind (vanaf ongeveer 4 jaar) de wereld met het denken gaat onderzoeken (de waarom-fase: waarom schijnt de zon, waarom moet ik naar bed, waarom mag ik niet buiten spelen, waarom is water nat?) wordt de Ouder in hem gewekt en ontwikkeld. En dat is uiteraard een logisch onderdeel van het opgroeien. We hebben die Ouder nodig. Het is alleen zo
32
jammer dat met het volwassen worden, het Kind in onszelf verloren gaat! Want ook dat Kind hebben we nodig. Na inspanning moet er ruimte zijn voor ontspanning. Betrokkenheid is mooi, maar op zijn tijd even alleen maar aandacht voor jezelf is ook belangrijk. Het is dus die balans die weer hersteld moet worden bij het begeleiden van iemand met burn-out. Dit betekent dat er in eerste instantie veel ruimte moet zijn voor passiviteit, ‘niets te hoeven’, immers iemand met burn-out is al heel lang veel te actief geweest. Vaak zie je dan ook dat iemand met een burn-out zo totaal ‘op’ is, dat elke inspanning te veel is. Zo iemand kan vervallen tot bijna bewegingsloosheid. De levenskracht, die, hoe klein of beperkt dan ook, natuurlijk toch nog bestaat, is dan ver te zoeken. In deze fase is het vooral van belang om het Kind in zichzelf te herontdekken. Hij moet weer leren ontspannen en zorgeloos genieten. Als therapeut kun je helpen om de voorwaarden te scheppen waaronder het Kind weer kan groeien en gedijen. Dan zal langzaam maar zeker ook de energie en de innerlijke drang om ‘te bewegen’ weer terugkeren. Dan ontstaat er ook van binnenuit de ruimte om het gedrag te veranderen.
33
Hoofdstuk 6 Cranio Plus, een combinatie van cranio-sacraaltherapie, qi gong, visualisaties en coaching Cranio-sacraaltherapie is een geweldige methode om contact te maken met iemands ‘wezen’ en kan diep helend werken. Toch merkte ik in mijn praktijk dat ik soms behoefte had aan ‘meer’. ‘Meer’ in de zin van praktische handvatten om de inzichten uit de cranio-sessies te vertalen naar de dagelijkse praktijk, maar ook ‘meer’ in de zin van het stimuleren van de eigen verantwoordelijkheid van de cliënt. En dat heb ik gevonden in de combinatie van een aantal ‘technieken’. Namelijk het samen met de cliënt beoefenen van qi gong en visualisaties vóór een behandeling en coaching vóór en na de behandeling. Dit alles heeft geresulteerd in, wat ik ben gaan noemen, een ‘Cranio Plusbehandeling’. Overigens blijft dat voor mij in ontwikkeling, met name het coachingsaspect. Ik merk dat ook de coaching soms heel diep doorwerkt en dat we, de cliënt en ik, in die (korte) gesprekken soms ineens de kern raken, zodat iemand daar in het dagelijkse leven mee verder kan. Maar soms word ik ook geconfronteerd met mijn beperkingen op dat gebied (ik heb hier geen specifieke opleiding in en wil me daar in de toekomst dan ook nog meer in verdiepen). In sommige gevallen kies ik er dan voor om iemand door te verwijzen, in dit geval naar mijn man, die een coachingspraktijk heeft die heel goed aansluit bij mijn eigen benadering. De Cranio Plusbehandeling werkt met name heel goed bij psychische klachten, waaronder dus stress en burn-out, die ik in deze scriptie heb uitgewerkt. Maar kan uiteraard ook ingezet worden bij angsten (in feite is stress ook angst), depressiviteit of bij lichamelijke klachten. De kracht ligt juist in de individuele aanpak. Het is wel belangrijk dat iemand open staat voor de oefeningen en hier ‘contact’ mee kan maken. Dit kan met name voor mensen die zogenaamd erg ‘nuchter’ zijn in het begin wel eens lastig zijn. Maar uiteraard pas ik hier mijn werkwijze op aan. Bij de ene persoon kan ik expliciet inhaken op de spirituele verbinding, terwijl ik bij de ander de oefeningen veel meer op het fysieke vlak houd. Zo pas ik de oefeningen aan aan de belevingswereld van de cliënt, wat de meeste kans op succes biedt. Hieronder zal ik mijn uitgangspunten en werkwijze in grote lijnen uitleggen en een aantal qi gong oefeningen uitwerken. In het volgende hoofdstuk behandel ik een aantal cases om een en ander concreet te maken.
Uitgangspunten Zoals uit hoofdstuk 5 al blijkt, is er een verschil tussen stressklachten en burnout. In grote lijnen kun je stellen dat iemand met ‘gewone’ stressklachten eerder in staat is om weer normaal te functioneren en bijvoorbeeld ook meer in staat is om, tijdens het herstelproces, actief aan de slag te gaan met oefeningen of andere ‘opdrachten’. Een ‘burn-outer’ heeft veel meer tijd en
34
aanmoediging nodig om eerst contact te maken met niets doen, of, zoals de taoïsten zeggen, ‘Wu Wei5 (oftewel ‘niet doen’). Bij iemand met een burn-out, of herstellende van een burn-out, zal ik dus nog meer nadruk leggen op passiviteit en alleen maar (stil) genieten, in plaats van actief oefenen en op zoek gaan naar plezierige activiteiten. Dat betekent dat ik in de sessies extra alert ben op signalen van de cliënt die wijzen op ‘jezelf vermannen’, ‘je er weer bovenuit tillen’. Het is voor iemand met een burn-out moeilijk om zich over te geven aan de stilte. Maar dat is juist wat er nodig is, om werkelijk te kunnen helen. Voor mij is echter geen enkele methode ‘heilig’ en ik ga dan ook vooral in op wat er op dat moment speelt en nodig is. Uiteraard, zou ik bijna zeggen, zal ik zowel iemand met stress als de ‘burn-outer’ aanmoedigen om contact te maken met het Kind in zichzelf en om daarnaar te luisteren. Dus, in beweging komen als dat goed voelt (en dus eerst leren voelen!) en rust nemen, passief zijn, als je systeem dat nodig heeft. Voor de qi gong oefeningen betekent dit dat ik afstem op de cliënt en meestal intuïtief voel wat ze nodig heeft. Soms meer intense en/of fysieke oefeningen, soms vooral verstillende en/of meer bewustzijnsoefeningen. Vaak is het ook even puzzelen wat er bij iemand past en ook waar iemand voor open staat. Ik check dan ook altijd na de oefeningen en na de behandeling wat iemand ervaren heeft en hoe ze zich daaronder voelt. Ik werk in ieder geval altijd aan het versterken van iemands ‘basis’ en het ‘aarden’. Echt loslaten (van spanning, pijn of emoties) kan pas als je goed geaard bent en alleen vanuit een goede basis kun je ook weer energie opbouwen. Het creëren van een veilig veld om je heen, zodat je niet energetisch leegloopt in bepaalde situaties vormt ook een belangrijk onderdeel van de oefeningen. Het allerbelangrijkste in elke behandeling is voor mij het bieden van veiligheid, zowel bij cranio, als bij qi gong, als bij coaching. Alleen vanuit een veilige situatie kan iemand zich werkelijk overgeven en kan iemand zich ‘openen’, maar eigenlijk is dat vanzelfsprekend. In de cranio-behandeling zelf lijkt ‘talking to the alarmclock’ (het praten met het alarmsysteem) een logische methode bij stress en burn-out. In die situaties is immers het alarmsysteem ‘op hol geslagen’. Toch maak ik niet zo vaak gebruik van deze methode. Ik heb gemerkt dat juist bij cliënten, die met ernstige stressklachten en burn-out bij mij komen, dit niet werkt. Zij zitten zo erg ‘in hun hoofd’, dat praten tijdens de sessies erg moeilijk is en wel helemaal het praten met de verschillende ‘apparaatjes’ in hun hoofd, zoals we bij ‘talking to the alarmclock’ doen. Dit kan uiteraard ook aan mij liggen. Misschien past deze methode (nog) niet bij mij. Feit is dat ik, onder andere door de beoefening van qi gong vóór de behandeling, wel heel makkelijk een heel intense, diepe verbinding met het totale systeem van de cliënt kan krijgen. En Wu wei betekent letterlijk: ‘niet handelen tegen de aard der dingen in’ oftewel in je doen en laten de natuurlijke weg volgen. Het gaat erom dat je aanvoelt wanneer je wel en wanneer je juist niet moet handelen. 5
35
dat er in die verbinding zoveel ruimte en rust ontstaat dat er een helingsproces op gang komt. En daar gaat het tenslotte om. Ik pas overigens wel regelmatig Ser-technieken in mijn praktijk toe, maar daarbij richt ik me dus niet altijd specifiek op het alarmsysteem, al komt dat natuurlijk ook wel voor. In de beschrijvingen van de cases heb ik wel een voorbeeld van een ‘talking to the alarmclock’ sessie opgenomen en verderop in dit hoofdstuk leg ik uit wat een Ser-sessie in kan houden.
Werkwijze Bij de intake van een nieuwe cliënt inventariseer ik het klachtenpatroon en de voorgeschiedenis (het afnemen van de anamnese) en leg ik in het kort mijn werkwijze uit. Dan volgt, in diezelfde sessie, een eerste craniosacraalbehandeling en daarna komen we gezamenlijk tot het formuleren van één of meerdere doelen. Afhankelijk van de situatie doe ik dan een voorstel voor een aantal sessies (frequentie en soort) of ik breng een offerte uit aan de werkgever van de cliënt met een behandelplan (ik heb contact met een grote scholengemeenschap die regelmatig medewerkers naar mij doorstuurt). Een behandelplan kan er als volgt uitzien: 10 cranio-sacraalbehandelingen (ongeveer 1¼ - 1½ uur per behandeling) 10 Cranio Plus behandelingen (ongeveer 1¾ - 2 uur per behandeling) Afhankelijk van de ernst van de situatie kies ik er bijvoorbeeld voor om eerst een aantal gewone cranio-sessies te geven, om iemand helemaal tot rust te laten komen. Bij burn-out kan het zijn dat iemand nauwelijks in staat is om oefeningen te doen. Bij zo iemand is het belangrijk dat zij zich leert over te geven aan de ontspanning en aan het ‘niets te hoeven’. Dan stel ik de cliënt bijvoorbeeld voor om zo’n 3 of 4 keer wekelijks te komen en daarna de frequentie af te bouwen. Tegelijkertijd wisselen we de gewone sessies af met bijvoorbeeld steeds 1 of 2 Cranio Plus behandelingen. Bovenstaand traject kan dan een periode beslaan van 6 – 12 maanden. Een Cranio Plusbehandeling kan er in grote lijnen als volgt uitzien: •
(Coachings)gesprek over bijvoorbeeld knelpunten in het dagelijkse leven, eigen houding, communicatie, overtuigingen (+ 15-30 minuten).
•
Qi gong oefeningen (+ 30 minuten)
•
Cranio-sacraalbehandeling, eventueel gecombineerd met Ser technieken en/of visualisaties (+ 45-60 minuten).
•
Nabespreking bijvoorbeeld over de inzichten tijdens de behandeling en de inpassing daarvan in het dagelijkse leven (+ 15 minuten).
36
In de gewone cranio-sacraalbehandelingen pas ik ook visualisaties, Sertechnieken en incidenteel ook coaching toe. Het verschil met de Cranio Plus ligt dus met name in de qi gong oefeningen.
Somato emotional release Somato emotional release (Ser) is een techniek binnen de craniosacraaltherapie die je in staat stelt om contact te maken met de wijsheid van het lichaam. Je ‘praat’ hierin met de lichaamscellen, de organen, de energiecyste of met de emoties, vanuit het besef dat onze lichaamscellen hun eigen intelligentie hebben en vanuit het besef dat alles bezield is. Deze techniek sluit dus perfect aan bij de Chinese zienswijze, waarin ook organen een ziel hebben. Vanuit de diepe ontspanning die optreedt tijdens een cranio-sacraalbehandeling, maak je contact met een onbewuste laag in iemands persoonlijkheid. Zo kan het zijn dat iemand met haar bewuste geest ervan overtuigd is dat ze wil genezen, maar dat er in het lichaam cellen of organen zijn die daar anders over denken. Dat kan te maken hebben met hetzij trauma’s uit het verleden, hetzij diepe, innerlijke overtuigingen die zich al jong in iemands wezen hebben genesteld. De kunst is om de boodschap van die cellen of dat weefsel boven water te krijgen en te kijken of we eventuele ‘verkeerde’, of inmiddels achterhaalde denkbeelden of overtuigingen kunnen vervangen door meer positieve, helende ideeën. Vanuit die transformatie ontstaat dan ruimte om te helen. Wanneer iemand hier voor open staat, dan kan het een heel krachtige techniek zijn, die voorbij het normale, gecontroleerde denken gaat. Bij een juiste toepassing en begeleiding werken de beelden en gevoelens bijzonder helend. Het werkt echter niet altijd en niet bij iedereen. Wanneer iemand teveel ‘in zijn hoofd zit’, dan kan het vrij lastig zijn om toegang te krijgen tot die diepere laag. En soms is er gewoon wat meer tijd voor nodig. Zoals eerder aangegeven, het is mijn ervaring dat vooral mensen met een hevige burn-out het moeilijk vinden om zich hier helemaal aan over te geven, terwijl ze wel in die diepe ontspanning komen. Uiteraard heeft het geen zin om dit te forceren. Ik maak in mijn praktijk regelmatig gebruik van Ser-technieken, vaak spontaan tijdens een sessie, soms ook van te voren besproken, maar ik bekijk altijd per cliënt en per situatie of ik hier mee kan en ‘moet’ werken.
Qi gong en visualisaties In vrijwel alle oefeningen maak ik ook gebruik van (korte) visualisaties. Door mijn instructies tijdens de oefeningen wordt de verbeeldingskracht van de cliënt aangesproken en moedig ik haar aan om met positieve intenties te werken. Woorden als: ‘je handen zijn zacht en open, je streelt als het ware de lucht om je heen’ en ‘je benen zijn grote open kanalen naar de aarde, waardoor je afvalstoffen los kunt laten en nieuwe, verse energie op kunt nemen’, spreken een ander, meer creatief en speels, denken aan dan in het dagelijkse leven gebruikelijk is. Dat helpt iemand om in een meer ontvankelijke staat te komen en het leert iemand om met een positieve
37
intentie de energie te sturen naar die plekken in het lichaam die dat nodig hebben. In de qi gong zeggen wij: ‘waar je aandacht gaat, daar gaat de energie’. Verder maak ik bij sommige cliënten ook gebruik van visualisaties tijdens de cranio-behandeling. Dan gaat het meestal om het bieden van veiligheid en bescherming (bijvoorbeeld een zacht licht naar binnen laten stromen en als een veilig veld om je heen zetten). De oefeningen die ik uit mijn qi gong lessen haal en aanpas aan de individuele behoefte en mogelijkheden van de cliënt zijn in grote lijnen gericht op: • • • • • •
Meer in je basis komen – zelf bewust contact maken met je eigen centrum en uiteindelijk met je ‘Diepste Zelf’ Spanning loslaten en positieve energie opnemen Meer lichaamsbewustzijn Zelfinzicht Vergroten van basisvertrouwen in jezelf en je eigen lichaam Zelf verantwoordelijkheid nemen voor je eigen gezondheid
Alle oefeningen hebben hun uitwerking op het totale lichaam-geest systeem en brengen je in een meer ontvankelijke staat (alphagolven), maar er zijn natuurlijk wel accentverschillen. Zo hebben sommige oefeningen een extra sterk ‘aardend’ effect en zijn andere oefeningen meer gericht op het loslaten van spanning, of op het creëren van soepelheid in een bepaald gebied van het lichaam of in bepaalde organen. Vanuit de Chinese zienswijze is alles met alles verbonden en bestaan er correlaties tussen de organen en andere domeinen, zoals emoties, mentale- en spirituele processen. Wanneer je bijvoorbeeld werkt met de ‘helende klanken’, dan breng je met een bepaalde (subvocale) klank, zoals de nierklank (tsjoee), het bindvlies om de nieren in trilling, waardoor je een overmaat aan hitte en afvalstoffen uit de nieren af kunt voeren, wat de gezondheid van de nieren bevordert. Dat heeft dus een direct, fysiek effect. Maar daarnaast maak je ook contact met het emotionele domein van de nieren, namelijk angst. Zo kun je via de nierklank, gecombineerd met een bepaalde houding en beweging, angst en stress loslaten. Op mentaal gebied maak je contact met een zachte alertheid en op zielsniveau verbind je je met je eigen bron, een weten, diep van binnen. Je maakt contact met je ‘eigen wijsheid’. Zo kun je, met de oefening van de helende klanken, contact maken met alle organen en de bijbehorende kwaliteiten en jezelf op alle niveaus in balans brengen. In feite werk je op deze manier met de intelligentie en zelfs met de ziel van de cellen en organen. En zo zijn er nog veel meer correlaties door middel van geluiden, bewegingen, kleuren, de elementen en de planeten. Allemaal ‘trillingen in het veld’, die, vanuit microniveau (lichaamscellen, organen, andere fysieke systemen) in verbinding staan met de macrokosmos (de elementen, de planeten).
38
Voor alle oefeningen geldt dat ze vanuit die zachte aandacht, vanuit een innerlijke glimlach, gedaan worden. Vanuit je hart, zonder oordeel. Die innerlijke glimlach is wezenlijk voor de juiste uitwerking van de oefeningen. Daarom beschrijf ik hieronder wat er, volgens de taoïstische zienswijze, gebeurt in lichaam en geest als je ‘innerlijk glimlacht’. Volgens de oude taoïstische meesters scheiden je organen bij een innerlijke glimlach een honingachtige stof af die je hele lichaam voedt. Als je in je organen of in andere delen van je lichaam glimlacht, dan krijgt dat gebied meer ruimte en zal dat gebied zachter en vochtiger worden, waardoor het beter gaat functioneren. Bovendien versterkt de innerlijke glimlach specifiek de thymusklier en versterkt zo dus je immuunsysteem. De thymus produceert namelijk T-en B-lymfocyten, die verantwoordelijk zijn voor de herkenning en bestrijding van ‘vreemde’ stoffen in het lichaam (virussen, bacteriën e.d.). De innerlijke glimlach begint in feite in je ogen en dat is belangrijk omdat je ogen verbonden zijn met het autonome zenuwstelsel. De ogen zullen in een stress-situatie als eerste de signalen uit de omgeving opvangen en de vecht/vluchtreactie in werking zetten. Door je ogen ‘zacht’ te laten worden, door ze helemaal te ontspannen, kun je dus je hele lichaam ontspannen. Door je ogen te ontspannen geef je in feite aan je lichaam het ‘sein ‘veilig’! En dan volgt hieronder een beschrijving van een aantal oefeningen die ik regelmatig gebruik. Het is uiteraard slechts een greep uit de talloze oefeningen die er zijn. Aarding en aandacht voor de onderste tantien (het buikgebied, je ‘centrum’): De ‘Innerlijke glimlach’ Er zijn allerlei, soms erg specifieke of ingewikkelde, methodes om de innerlijke glimlach te beoefenen en te sturen naar specifieke delen of organen in je lichaam. De meest simpele is als volgt: Ga ontspannen rechtop zitten met je handen losjes in je schoot of op je bovenbenen. Breng je aandacht naar de zitbotjes, laat die als het ware zachter worden en zink daar wat dieper in weg. Je ademt ontspannen naar je buik toe en je ontspant de liezen, bovenbenen, knieën, onderbenen, enkels en je glijdt met je aandacht in je voeten. Ontspan je voeten in de aarde. Ook de handen helemaal ontspannen op de dijen, vingers los, polsen los, onderarmen, ellebogen, bovenarmen helemaal ontspannen. Schouders zacht en breed. Je kin trek je een klein beetje naar binnen (onderkin) en je hoofd zit met een draadje aan de hemel. Er is lengte in je wervelkolom. Laat je ademhaling tot rust komen en ontspan je ogen. Laat je ogen helemaal zacht worden en laat ze maar wat dieper in je oogkassen wegzinken, alsof ze op een bedje van mos liggen. Denk dan aan iets prettigs, iets waarvan jij moet glimlachen (bij voorkeur een ‘neutraal’ beeld, bijvoorbeeld een mooie plek in de natuur). Trek je mondhoekjes een klein beetje op, richting je oren,
39
en voel hoe die glimlach je hele gezicht ontspant en zacht maakt. Laat dan die ‘glimlachenergie’ naar beneden glijden, naar je hart. Glimlach in je hart. Laat je hart zacht en warm worden en open je hart voor jezelf en voor alle levende wezens op aarde. Stuur dan de glimlachenergie naar plekken in je lichaam die aandacht nodig hebben. En eindig met een glimlach in je buik. Chi-bal heuprotatie Ga ontspannen staan, voeten op schouderbreedte, 1 hand op heiligbeen (handrug), 1 hand op schaambeen (handpalm), aandacht naar de ruimte tussen je handen, diep in het bekken. Je visualiseert daar een gouden chibal (een bal van energie) en die laat je naar achteren en naar voren rollen, waardoor het bekken kantelt. Speel daar wat mee. Vervolgens zet je de handen in je zij en laat je de chibal van links naar rechts rollen. Dan laat je de armen losjes langs je lichaam hangen en laat je de chibal in het bekken rond gaan, eerst kleine cirkels en als het goed voelt uitbreiden naar een grotere cirkel. Laat die chibal, met langzame, trage bewegingen, het hele bekkengebied warm en zacht maken en opschonen. Je schouders blijven ontspannen en recht naar voren, alleen je heupen draaien rond. En je ademt rustig door! Dan maak je de bewegingen weer wat kleiner, je spiraalt terug naar het midden, totdat je uiteindelijk in het midden tot stilstand komt. Hier rust je even en dan ga je de andere kant op. Navel-Ming men openen Je zit ontspannen rechtop, op de zitbotjes. Je voeten diep in de aarde, je hoofd hoog in de hemel, je kin een klein beetje naar binnen getrokken (onderkin), je schouders ontspannen, lengte in je wervelkolom. Plaats 1 hand op de navel (handpalm) en 1 hand (handrug) op de Ming men(energiepunt op de wervelkolom tegenover de navel) en breng je aandacht naar de ruimte tussen je handen – neem even de tijd om met je aandacht in dat gebied te zinken. Dan maak je op de inademing een holle rug en op de uitademing een bolle rug (je duwt de Ming men naar buiten). Je kantelt dus steeds je bekken naar voren en naar achteren. Houd de beweging en de ademhaling zacht en ontspannen, forceer niets! Maak dat hele gebied zacht en warm, open, vanuit die zachte beweging en de ademhaling. Dan rust je in het midden. Je kunt op de uitademing de nierklank maken (tsjoee), waarmee je spanning uit de nieren weg laat stromen. Centreren (staand of zittend) Je staat of zit ontspannen rechtop, met je handen losjes op elkaar op de buik (net onder de navel). Je laat je rechterhand loskomen, die drijft zijwaarts omhoog tot boven je hoofd en dan via de middenlijn (voor je gezicht, romp), naar beneden ( vingertoppen wijzen naar boven en je handpalm wijst naar links), tot op de buik, dan wissel je van hand. Dus je linkerhand drijft omhoog en middenvoor naar beneden, naar je buik. Dit doe je een paar minuten, terwijl je probeert contact te maken met die verticale as, die verbinding
40
tussen hemel en aarde. Voel die middenlijn dwars door je lichaam en voel of je werkelijk in dat midden staat of zit. Nodig jezelf uit in dat midden! Loslaten van spanning Schudden Je staat ontspannen rechtop, voeten op schouderbreedte, knieën ontspannen en licht gebogen, gewicht goed over beide voeten verdeeld. Maak eerst een mooie verbinding, een wortelstelsel, vanuit je voetzolen, diep de aarde in. Laat dan vanuit je voeten een lichte schudbeweging opkomen. Je veert zachtjes door je knieën, zonder dat je voeten loskomen van de vloer. Je laat alle spanningen of overtollige energie via je voeten en het wortelstelsel vanuit je voetzolen wegstromen, diep de aarde in. Je laat je adem los en met de uitademing kun je wat geluiden maken (‘zuchten, kreunen, steunen’ of zachtjes door het middenrif giechelen, of doen alsof je achterop een fiets zit, op een hobbelige weg en je adem er met horten en stoten uitkomt: huuuuh). Op die manier ‘kijk’ je, met een glimlach, naar verschillende delen van je lichaam: je enkels, onderbenen, knieën, bovenbenen, bekken en bekkenbodem, rug, buik, middenrif, organen, handen, armen, nek, hoofd. Tenslotte schud je nog een paar keer goed door en dan laat je de beweging langzaam verstillen, totdat je bijna stil staat en in een zachte wieging komt. Je armen hangen losjes langs je lichaam en je vingertoppen wijzen naar de aarde. Alle overtollige energie en spanning vloeien weg, vanuit je vingertoppen, de aarde in. Chi zelfmassage Je staat ontspannen rechtop, voeten op schouderbreedte, knieën ontspannen en licht gebogen, gewicht goed over beide voeten verdeeld. Je kunt de handen warm wrijven en de vingertoppen activeren door ze zacht tegen elkaar te duwen. Houd je kaken ontspannen, je mond een klein stukje open. Begin met je gezicht. Klop ritmisch en ontspannen met je vingertoppen de kaakgewrichten, onder- en bovenkaak, het hele gezicht, de schedel, de schedelrand en vanuit de schedelrand aan weerszijden van de nekwervels omlaag. Klop ook de voorkant van de hals, het hele keelcentrum, zachtjes los. Trommel met losse vuisten de borstkas los en activeer ook de thymusklier, achter het borstbeen. Open de linkerhand en klop met de rechtervuist longpunt 1 (het eerste punt van de longmeridiaan) links in de ‘schouderlies’ en vervolgens met de vlakke hand de hele binnenkant van de linkerarm tot en met de vingers. Draai de hand om en klop via de buitenkant van de arm terug naar boven. Hetzelfde op de rechterarm. Dan buig je wat voorover en klop je aan weerszijden van de wervelkolom, uitwaaierend naar buiten. Klop en wrijf ook de nieren warm, de bekkenrand en het heiligbeen. Dan klop je de billen stevig los en vervolgens de achterkant van de benen (stevig in de knieholtes) dan over de voet, via de grote teen, de wreef, over de voorkant van de benen terug omhoog. Vervolgens hetzelfde langs de buitenkant van de benen, over de voet en
41
langs de binnenkant van de benen terug omhoog. Klop de liezen zachtjes los en open. En dan nog een paar keer ‘rondje buik’ (niet te hard!): rechts onder beginnen, naar boven en dan naar links en vanaf linksboven weer terug naar beneden en weer naar rechts (we volgende loop van de dikke darm). Rond rustig af en laat je armen losjes langs je lichaam hangen. Voel rustig na. Wees je bewust van je hele lichaam, de binnenkant en de buitenkant van je lichaam. Contact maken met je eigen kracht Shaolin oefening (contact met ‘zachte kracht’) Je staat ontspannen rechtop, voeten op schouderbreedte, knieën ontspannen en licht gebogen, gewicht goed over beide voeten verdeeld. Breng extra aandacht in de nieren. Adem in, je handen drijven voorwaarts omhoog, tot boven je hoofd, daar maak je losse vuisten. Adem uit terwijl je vuisten aan weerszijden van je hoofd naar beneden gaan. Bij je middel breng je de ellebogen naar achteren, waardoor de onderarmen evenwijdig komen aan de grond. Dan adem je in en open je je handen (handpalmen wijzen dan naar boven) en breng je de handen (nog steeds aan weerszijden van je lichaam) omhoog, tot net onder de schouders (schouders blijven laag!). Dan keer je de handpalmen naar beneden en terwijl je uitademt ‘duw’ je de handen naar beneden (visualiseer kolommen van energie, die door je benen naar de aarde gaan). Dit herhaal je een aantal keren en dan volgt een variatie. Het eerste deel is hetzelfde, maar in de variatie breng je de geopende handen niet zo ver omhoog en bij de uitademing ‘duw’ je de energie (vanuit de nieren) naar voren. Op de uitademingen kun je een aantal keren de nierklank maken: tsjoee. Dat geeft extra kracht aan de oefening. Je rondt rustig af en je voelt nog even na. Het Gouden Ei. Je staat ontspannen rechtop, voeten op schouderbreedte, knieën ontspannen en licht gebogen, gewicht goed over beide voeten verdeeld. Terwijl je inademt, drijven je handen voorwaarts omhoog, met bij iedere hand de vingertoppen bij elkaar, alsof je iets oppakt (handen als een ‘vogelbekje’). Je neemt, in gedachten, gouden draden mee omhoog, voor en achter je lichaam. Je handen drijven helemaal omhoog, tot boven je hoofd en zweven dan, op de uitademing, zijwaarts naar beneden, met de handen ‘open’ (handpalmen naar de aarde). Je zet die gouden energie om je heen, als een gouden ei. Herhaal de bewegingen en visualiseer steeds een gouden licht dat je om je heen zet, als een veilig veld. Laat de energie ook onder je voeten doorlopen. Dan rond je rustig af, je legt je handen op elkaar op je buik, net onder je navel en je houdt contact met dat gouden ei. Voel of jij in het midden staat. Nodig jezelf uit in dat midden.
42
C o a c h in g In de (coachings)gesprekken nodig ik de ander uit om met een open, niet oordelende houding te kijken naar wat er op dat moment in haar leven speelt. Het valt mij op dat sommige mensen geneigd zijn naar sociaal wenselijke antwoorden op mijn vraag, ‘hoe is het de afgelopen tijd gegaan’, of ‘heb je nog effecten bemerkt van de vorige sessie’. In eerste instantie is het (vaak zeer snelle) antwoord: ‘goed!’, ‘niets bijzonders geweest’. Bij rustig en open doorvragen blijkt dan vaak dat het helemaal niet zo goed gaat, maar dat ze hier liever niet bij stil willen staan. Of dat ze wel het gevoel hebben dat het niet zo lekker loopt, maar ze weten niet waar dat aan ligt en kunnen het soms moeilijk onder woorden brengen. Het gaat mij bij die gesprekken dan vooral om het op gang brengen van een bewustwordingsproces. Mijn vragen zet ze vaak aan het denken, wat overigens in eerste instantie erg confronterend kan zijn. Mijn ervaring is dat iemand soms erg kan schrikken van het feit dat er allerlei onbewuste angsten of verdriet of boosheid naar boven komen. Maar ik maak op een heel zachte manier duidelijk dat alleen na bewust contact te maken met wat er speelt, je hier ook iets mee kunt doen. Dat wat zich helemaal afspeelt in het onderbewuste is volledig ongrijpbaar, maar werkt wel door in het bewuste leven! Ik laat de cliënt zoveel mogelijk zelf onderzoeken wat er speelt en reik hoogstens wat middelen aan om hiermee zelf aan de slag te gaan. Zo geef ik wel eens ‘huiswerk’ in de vorm van het schrijven van een brief over onopgeloste zaken in het verleden (puur voor zichzelf, dus niet om daadwerkelijk te versturen, al is dat natuurlijk wel een optie) of het creëren van een eigen, rustige plek in huis. Of we gaan onderzoeken waar iemand echt onbekommerd van kan genieten (het Kind in zichzelf ontdekken) en hoe ze dat vorm kan geven in het dagelijkse leven. Mijn rol is vooral gericht op positieve aandacht geven en stimuleren van eigen initiatieven.
43
Hoofdstuk 7 Praktijkcases Bij de beschrijving van de cases heb ik gebruik gemaakt van fictieve namen. De eerste twee cliënten in deze cases zijn via hun werkgever bij mij gekomen. Dat betekent dat ik een intake houd, waarin ik eerst de klachten inventariseer, zelf iets vertel over mijn werkwijze en vervolgens de cliënt laat kennis maken met mijn behandelwijze. Aan het einde van de sessie bespreken we of mijn manier van werken aansluit bij de cliënt en geef ik een eerste, grove, opzet van het behandelplan. Dan bespreek ik ook de mogelijkheid van de Cranio Plus behandelingen en schat ik in of dat bij die persoon zinvol is en past. Als we hier overeenstemming over hebben, maak ik een offerte voor de werkgever, met een kort behandelplan en wacht op hun toestemming om met de behandelingen te beginnen. Hieronder heb ik de behandelplannen, als ook de evaluaties aan het eind, zoals ik die aan de werkgever heb gestuurd, in de beschrijvingen opgenomen. Uiteraard schets ik in mijn evaluaties naar de werkgever altijd alleen de grote lijnen van het proces en de resultaten, in verband met de privacy van de cliënten.
Case 1 Carla (51 jaar) kwam op 28 augustus 2009 bij mij via haar werkgever, een scholengemeenschap. Zij was sinds januari 2009 met een burn-out thuis, maar was inmiddels wel weer op basis van arbeidstherapie6 begonnen. Het lesgeven vond ze wel weer leuk, maar ze had nog heel erg weinig energie en allerlei spanningsklachten, zoals onrustgevoelens, alsof ze een uitgerekt elastiekje was, spanning in haar buik en maag, nek- en schouderklachten en slecht slapen. In de intake geeft ze aan dat het ‘best wel redelijk gaat’, maar dat ‘ze er nog niet is’. Ze heeft van haar werkgever het advies gekregen om bij mij een traject te doorlopen, om te voorkomen dat ze weer stuk loopt op het werk. In de intake hebben we haar situatie doorgesproken, waarbij ze ook vertelde dat ze relatieproblemen heeft (dominante man) en dat ze hiervoor ook in therapie zijn geweest. In het gesprek valt mij al direct op dat ze de problemen die ze heeft erg relativeert. Ofwel, ze ‘mogen er niet echt zijn’. Van de spanning in haar nek en schouders zegt ze: ‘het is er wel, maar ik heb er eigenlijk niet echt last van’. Na de behandeling geeft ze aan dat ze het als prettig heeft ervaren, maar dat ze zich er nog niet helemaal aan kon overgeven. Ze geeft tevens aan open te staan voor de oefeningen, al heeft ze nog nooit iets dergelijks gedaan.
Arbeidstherapie wil zeggen dat je niet (al) je gebruikelijke taken verricht en/of niet in je gebruikelijke arbeidstijd werkt. Met andere woorden, je werkt met aangepaste taken en/of een aangepast rooster, zonder, of met weinig loonwaarde (het ziekengeld loopt dus door). Dit betekent in de praktijk vaak dat de werknemer ook minder druk om te presteren ervaart.
6
44
Hieronder het behandelplan zoals ik dat aan de werkgever heb gestuurd: Behandelplan Carla Doel van de cliënt, cq. de behandeling: Door een burn-out heeft Carla nog steeds last van veel spanning en onrust, die zich ook vertalen naar lichamelijke klachten en slaapproblemen. Daarnaast is het voor haar steeds duidelijker geworden dat ze moeite heeft met ´voor zichzelf opkomen´ en het maken van keuzes, wat uiteraard ook weer spanningen veroorzaakt. Het doel van de behandelingen ligt vooral in het bieden van een diepe ontspanning, waarin ze zowel psychisch als lichamelijk weer ´op kan laden´. Daarnaast zullen we, vanuit het rustpunt in haarzelf, werken aan het verstevigen van haar basis. Vanuit die basis en stabiliteit kan ze problemen, zowel privé als zakelijk, beter aanpakken en kan ze leren bestaande patronen te doorbreken. Werkwijze Cranio-sacraaltherapie is een manuele therapie die bestaat uit het luisteren, volgen en waar nodig stimuleren van het cranio-sacrale ritme, het ritme van het hersen- en ruggenmergvocht. Hierbij kan ook gebruik gemaakt worden van Somato Emotional Release technieken om emotionele patronen los te kunnen laten/te veranderen. Langdurige spanning, trauma’s, maar ook fysieke klachten kunnen het cranio-sacrale ritme beperken/belemmeren. Door in de behandelingen het natuurlijke ritme te herstellen ontstaat er een diepe ontspanning, zowel in lichaam als geest. In die diepe ontspanning komt het zelfgenezende vermogen van het lichaam vrij. Hierdoor kunnen zowel lichamelijke, als psychische blokkades oplossen en komt er ruimte om ook het energieniveau te herstellen. Dit proces kan zowel in stilte als in dialoog (Somato Emotional Release) plaatsvinden, afhankelijk van het proces en van de cliënt. Ik ga per behandeling in op wat er op dat moment nodig is. Ik stel voor om naast de gewone cranio-sacraalbehandelingen (7), ook een aantal langere sessies (8) in te plannen. Hiermee wil ik haar een handvat aanreiken om door middel van ontspannings-, c.q. energetische oefeningen ook thuis te kunnen werken aan haar klachten. Ik gebruik hiervoor oefeningen uit mijn Qi Gong lessen. Qi gong is een Chinese bewegingsleer, waarbij het gaat om balans tussen lichaam en geest. Adem, beweging en bewustzijn staan hierin centraal. Door de oefeningen, die aangepast worden aan de individuele behoefte, wordt de cliënt zich steeds beter bewust van haar lichaam. Ze leert hoe ze spanning opbouwt en vasthoudt, maar vooral, hoe ze die weer los kan laten. I. van Breemen, 31 augustus ‘09
45
Sessies: In de tweede sessie geeft Carla aan dat alles haar erg veel energie kost, dat ze concentratieproblemen heeft en dat haar geheugen haar regelmatig in de steek laat. Ze voelt zich dom. Bij doorvragen blijkt dat ze altijd een slecht zelfbeeld heeft gehad; haar vader was vrij streng en weinig positief naar z’n kinderen, het was nooit goed genoeg. Op mijn vraag: ‘hoe voel je je nu?’ Geeft ze in eerste instantie antwoord met ‘goed’. Maar eigenlijk voelt ze niet echt haar lichaam, ze is zich niet bewust van de spanning en vindt het moeilijk om hier contact mee te maken. Mijn ‘huiswerk’: neem de tijd om te voelen wat er is en geef dat alle ruimte, zonder oordeel. En dat geldt ook voor de concentratie- en geheugenproblemen. Ook daar naar kijken zonder oordeel! De behandeling gaat dit keer al dieper, Carla heeft ook minder last van de omgevingsgeluiden. Ze voelt zich veiliger. In de derde sessie staan ook de individuele oefeningen op het programma. In het voorgesprek geeft Carla aan dat het al beter met haar gaat, maar bij doorvragen, o.a.: ‘waar merk je dat aan’, ‘wat gaat er op dit moment goed en wat gaat er minder goed?’ blijkt dat er erg veel spanningen zijn tussen haarzelf en haar man. Zij ‘voegt zich naar hem’ en ze geeft aan dat ze eigenlijk niet weet wat ze zelf wil en wat ze voelt. Deze ‘conclusie’ is erg confronterend voor haar en emotioneert haar. Ik moedig haar aan om dit eerst alleen maar te voelen en toe te laten. Acceptatie zonder het te willen veranderen, zonder vooruit te denken. In het gesprek ‘ontdekt’ ze dat ze eigenlijk niet gelukkig is! En dat ze dit eigenlijk nooit heeft willen voelen, willen erkennen. Ik moedig haar aan om hier in alle rust bij stil te staan en te voelen wat ze wel wil. Het wordt nu ook duidelijk dat de relatietherapie eigenlijk niets heeft opgeleverd. Haar man ziet eigenlijk geen problemen en Carla is niet in staat om bij hem aan te geven wat er nu eigenlijk mis is. Als ze al iets naar voren brengt, is dat niet helder en ‘overruled’ hij haar met zijn visie, omdat hij wel in staat is om die duidelijk onder woorden te brengen. Met de oefeningen na ons gesprek richt ik me vooral op het loslaten van de spanning (die door alle emoties nu wel voelbaar is) en ga met haar ‘schudden’. Daarna klop ik zachtjes haar longen terwijl ze rechtop staat en moedig haar aan om met de ‘longklank’ (een zachte sis-klank) al het verdriet en de neerslachtige gevoelens weg te laten stromen7. Dit gaat vrij goed, ze voelt zich al meer ontspannen en in de behandeling kan ik heel snel de diepte in gaan. Na afloop voelt ze zich heel ontspannen en rustig. ‘Huiswerk’: elke dag even schudden, voelen wat er is en lief zijn voor jezelf.
De longen zijn volgens de Chinese filosofie verbonden met verdriet en depressieve gevoelens en met de fase van afscheid nemen, ‘loslaten’. Zie ook hoofdstuk 6 Qi gong en visualisaties.
7
46
Zo gaan we stapje voor stapje verder. Iedere keer is het voor haar moeilijk om contact te maken met wat zij werkelijk voelt, maar door mijn vragen en door haar te stimuleren om haar aandacht te richten op haar lichaam, krijgt ze meer en meer contact met haar eigen gevoel en met wat zij werkelijk wil. De eerste paar sessies zijn wel erg confronterend voor haar, omdat ze tot nu toe eigenlijk nooit voor zichzelf heeft toe willen geven dat ze niet gelukkig is in haar relatie en dat ze niet weet wat ze wil. Al na de derde sessie geeft ze bij haar man aan dat het zo niet langer gaat en dat ze er zelfs over denkt om hem te verlaten (bij mij geeft ze aan dat ze niet weet of ze dit wel wil en/of durft en dat ze hem geen pijn wil doen). Hij schrikt hier enorm van en probeert haar ervan te overtuigen dat ze hun relatie nog een kans moet geven. We staan hier de daaropvolgende sessies uitgebreid bij stil, vooral wat dit met haar doet en wat zij zelf wil. Gaande het traject krijgt ze meer vertrouwen in zichzelf en maakt ze steeds meer contact met haar eigen ‘voelen’ en ‘willen’. Met kleine stapjes leert ze ook meer voor zichzelf op te komen, zowel in haar werk als in haar privéleven. Mijn gesprekken zijn voor haar vooral ‘toetsmomenten’ en momenten van inzicht. Ik moedig haar daarin ook aan om meer tijd en positieve aandacht aan zichzelf te besteden en we bespreken ook de praktische uitwerking daarvan (leuke kleding voor zichzelf kopen, afspraak maken met een schoonheidsspecialiste waren voor haar concrete manifestaties hiervan). In de oefeningen heb ik me vooral gericht op het verstevigen van haar basis. Meer in je basis komen is vrijwel altijd belangrijk, maar zeker bij mensen met ernstige stress-klachten of een burn-out. Zij hebben vaak het gevoel dat ze door het leven onderuit zijn gehaald en hebben weer een nieuw houvast nodig. Zoals al beschreven in hoofdstuk 5, leven zij te veel vanuit ‘het hoofd’, vanuit de Ouder. Mijn oefeningen zijn er dan ook op gericht dat zij meer contact leren maken met het lichaam, en dan vooral met het centrum, het buikgebied. Dat wat de Chinezen noemen, de onderste tantien. Vanuit die onderste tantien is het namelijk mogelijk om te ‘aarden’. Zo heb ik met Carla in de loop van de sessies o.a. de volgende oefeningen gedaan: • • • • • • •
Aarde meditatie Schudden Navel/ming men openen Centreren Ademhalingsoefeningen Shaolin oefening Chi bal heuprotatie
Sommige oefeningen gingen in het begin heel moeizaam en ongecoördineerd en ze vond niet alle oefeningen prettig, met name het schudden kon ze niet opbrengen om thuis te oefenen, ze voelde zich dan teveel opgelaten (‘waar ben ik mee bezig?!’). Uiteraard heb ik haar
47
aangemoedigd die oefeningen te doen waar ze zich prettig bij voelt, al geef ik ook altijd aan dat de weerstand je soms ook iets duidelijk maakt. Maar ook dan is het belangrijk om te voelen of je die confrontatie aan wilt gaan, of dat het op dat moment beter is om het juist niet te doen. Carla kan in het begin nog niet zo goed benoemen wat er nu precies gebeurt tijdens en na de oefeningen, maar ze geeft wel aan dat ze er rustiger van wordt. Ik heb haar uitgelegd dat dat het ‘zinken’ en ‘aarden’ is en dat dit voor haar een nieuwe manier is van voelen, denken en benoemen. Elke keer opnieuw nodig ik haar uit om via haar lichaam contact te maken met wat ze voelt en wil. Zo heeft ze bijvoorbeeld moeite met ‘ruimte innemen’. Thuis kreeg ze al vroeg mee: ‘doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg’. Met andere woorden ze mocht in feite niet zichzelf zijn, wat zich o.a. vertaalt in een krampachtige, beperkte ademhaling hoog in haar borst. Ze neemt nauwelijks ruimte in met haar adem en dat is ook goed voelbaar tijdens de cranio-behandelingen. Ze constateert zelf dat ze heel ambivalent is in haar gevoelens over ‘ruimte innemen’. Aan de ene kant bewondert ze mensen die helemaal zichzelf zijn, maar aan de andere kant ergert ze zich hier soms heel erg aan, bijvoorbeeld bij collega’s. Ik stimuleer haar om haar adem in eerste instantie alleen maar te observeren, zonder er iets aan te veranderen en zonder oordeel. Vervolgens vraag ik haar om haar aandacht naar haar centrum, het buik- en bekkengebied, te verplaatsen en de adem daar ‘uit te nodigen’ vanuit een vriendelijke houding, vanuit moeiteloosheid en gemak. Zo leert ze langzaam maar zeker meer ruimte in te nemen met haar adem en te voelen wat dat met haar doet, zonder de ‘plaatjes’ uit haar jeugd. Dit is een moeilijke oefening voor haar, haar ademhaling blijft lang gespannen en het is confronterend voor haar om te ontdekken dat het dus eigenlijk niet echt ‘veilig’ is om die ruimte in te nemen. Maar door het regelmatig oefenen en ook het ervaren van die veiligheid op de behandeltafel maakt ze duidelijk vorderingen. En dat werkt ook door in haar dagelijkse leven. Ze gaat steeds meer het verband zien tussen haar innerlijke houding (gedachtes, overtuigingen) en haar uiterlijke, lichamelijke houding. Na verloop van tijd gaan de meeste oefeningen haar beter af en voelt ze dat ze in het dagelijkse leven krachtiger en zekerder wordt. Het was voor mij als therapeut bijzonder om te mogen volgen hoe Carla zich in de loop van een jaar heeft ontwikkeld van een gespannen, onzekere vrouw, naar iemand die met beide benen op de grond staat, zelfbewust is en weet wat ze wil. Ze heeft in dat jaar geleerd om spanningen makkelijker en sneller los te laten en meer voor zichzelf op te komen. Op haar werk valt het collega’s en directie op dat Carla steviger in haar schoenen staat en dat ze weet wat ze wil. Maar ook thuis is de situatie aanmerkelijk verbeterd. Ze communiceert duidelijker naar haar man en hij heeft ontdekt dat het de relatie ten goede komt als hij meer rekening met haar houdt. Carla voelt zich weer gewaardeerd en gelukkig in haar huwelijk en haar werk!
48
Hieronder nog de evaluatie zoals ik die aan haar werkgever heb gestuurd. Hierin heb ik ook haar eigen evaluatie opgenomen. Eindevaluatie Carla 2 september 2010 De cranio-sacraalbehandelingen, de begeleidende gesprekken en de oefeningen hebben bij Carla duidelijk een bewustwordingsproces in gang gezet, zowel op fysiek als op mentaal gebied. De behandelingen waren in eerste instantie gericht op het creëren van rust in haar ‘systeem’ en het opbouwen van vertrouwen, zowel in mij, als behandelaar, als in haarzelf en haar eigen kracht. In het begin vond Carla het moeilijk om zich volledig over te geven aan de behandelingen en was zij ook onzeker over het effect, ook al vond ze de behandelingen altijd prettig en ontspannend. Gaande het traject werd zij zich steeds meer bewust van haar lichaam en de signalen die het afgeeft en ook hoe zij daarmee om kan gaan. Hierdoor hadden stresssituaties minder invloed op haar en kon ze spanningen steeds beter zelf afvoeren. Door onze gesprekken voor en na de behandelingen werd ook steeds duidelijker welke patronen in haarzelf ervoor zorgden dat ze zichzelf voorbij liep. Hierbij pakte Carla mijn aanwijzingen en adviezen (bijvoorbeeld ten aanzien van de manier van communiceren met haar omgeving, of het maken van duidelijke keuze’s) voor het dagelijkse leven goed op, waardoor ze de behandelingen en de resultaten daarvan kon integreren in de praktijk. Ze geeft zelf ook aan dat ze zich steviger in haar basis voelt en dat ze makkelijker in haar eigen rustpunt kan komen. Carla is nu op een punt aangekomen dat ze de draad van haar leven weer volledig heeft opgepakt en ze heeft weer vertrouwen in de toekomst. Ze gaat nu aankijken hoe het verder loopt en ze houdt voor zichzelf de mogelijkheid open om, indien nodig, terug te komen voor de behandelingen (privé of via de werkgever). Hieronder nog haar eigen evaluatie. Carla: ‘28 augustus 2009 was de eerste keer dat ik naar Ingrid geweest ben. Mentaal zat ik aardig in de knoop. Ik wist niet waar ik stond in het leven. Ik probeerde het iedereen naar de zin te maken en liep aan mijzelf voorbij. Ingrid heeft mij geleerd om mij te ontspannen; door de oefeningen meer naar mijzelf te luisteren en te voelen. Hierdoor ben ik zelfbewuster geworden en leer ik meer te reageren op wat IK wel leuk vind of wil en niet altijd maar toe te geven aan wat anderen willen of voorstellen. Door de oefeningen en te ontspannen neem ik bewust tijd voor mijzelf. Ook leer ik door het ontspannen en de oefeningen te doen steviger op de grond te staan en een soort van ruimte voor mijzelf op te eisen.
49
Ik ben er nog niet maar langzaam aan begin ik meer voor mijzelf op te komen en positiever naar mijzelf te kijken.’ Bovenstaande is uiteraard met Carla besproken en zij heeft haar toestemming gegeven om dit verslag aan mevr. P, procesbegeleider ziekteverzuim, preventie en reïntegratie en de heer G, bedrijfsarts te sturen. Ingrid van Breemen Innerlijke glimlach Centrum voor Cranio-sacraaltherapie en Qi Gong www.innerlijkeglimlach.nl 06 – 44 804 102
Case 2 Ook Irene (25 jaar) kwam via haar werkgever bij mij. Ze kwam op 17 december 2009 voor een intake en een eerste behandeling. Irene was een jaar thuis geweest vanwege een burn-out en was sinds enkele maanden op basis van arbeidstherapie weer begonnen met aangepaste taken voor vier ochtenden per week. Ze geeft in dat eerste gesprek aan dat ze haar hele leven al last heeft van hoofdpijn (volgens de neuroloog: stressmigraine) en ze heeft nu, door de burn-out, heel erg weinig energie. Slapen gaat goed, maar misschien wel te goed. Ze slaapt veel, ook overdag, maar blijft moe. Ze noemt zichzelf perfectionistisch en gericht op controle, inzichten die ze heeft gekregen door de gesprekken met een psycholoog. Ze slikt al enige tijd anti-depressiva, maar wil hier zo snel mogelijk van af. Verder geeft ze geen lichamelijke klachten aan en ze heeft zelf niet het idee dat er veel spanning in haar lichaam zit. Ik wil hier nog opmerken dat Irene bij de eerste sessie haar moeder heeft meegenomen, omdat ze bang was dat ‘ze het niet kon vinden’. Haar moeder kwam ook mee in de behandelruimte, maar na de intake heb ik haar gevraagd om in de wachtruimte te wachten, wat geen probleem was. In de eerste behandeling ervaar ik bij Irene een extreme stijfheid in de benen en het heiligbeen. Ik krijg wel vrij snel een goede verbinding met haar hele lichaam, maar voel ook daarin een enorme spanning. In die verbinding ontstaan er al meteen veel schokken door haar hele lichaam, maar de spanning zit zo diep dat er van een loslaten nog geen sprake is. Irene ervaart zelf de behandeling als heel prettig en ontspannend. In de nabespreking blijkt dat ze zich totaal niet bewust is van de spanning in haar lichaam. Ze herkent zichzelf wel in mijn uitleg; ‘dat je je zo boven jezelf uit kunt tillen, dat je je lichaam bijna niet meer voelt’. We spreken af dat we vooral gaan werken aan het creëren van een veilige basis, aan het loslaten (van spanning en controle) en, van daaruit, aan het verminderen van haar perfectionisme. Hieronder het behandelplan zoals ik dat aan de werkgever heb gestuurd:
50
Behandelplan Irene Doel van de client, cq. de behandeling: Na een burn-out, circa een jaar geleden is Irene na de zomervakantie begonnen met een reïntegratietraject, zij werkt nu 4 halve dagen (niet in haar eigen takenpakket). Ze heeft nu wel minder last van haar lichamelijke en psychische klachten dan bij aanvang van de burn-out, maar ze voelt wel dat haar basis nog niet stevig genoeg is om weer volledig haar eigen werk te hervatten. Daarnaast bestaat de angst voor een terugval in haar oude patroon (altijd maar ‘doorgaan’ en perfectionisme). Na de intake en de eerste kennismaking met de behandeling bleek ook dat er meer spanning in haar lichaam zit dan ze zichzelf realiseert. Het doel van de behandelingen ligt vooral in het bieden van een diepe ontspanning, waarin ze zowel psychisch als lichamelijk weer ´op kan laden´. Daarnaast zullen we, vanuit het rustpunt in haarzelf, werken aan het verstevigen van haar basis. Vanuit die basis en stabiliteit kan ze problemen, zowel privé als zakelijk, beter aanpakken en kan ze leren bestaande patronen te doorbreken, zoals haar streven naar controle en perfectie. Ook zullen we aandacht besteden aan haar chronische hoofdpijnklachten (stressmigraine). Werkwijze Cranio-sacraaltherapie is een manuele therapie die bestaat uit het luisteren, volgen en waar nodig stimuleren van het cranio-sacrale ritme, het ritme van het hersen- en ruggenmergvocht. Hierbij kan ook gebruik gemaakt worden van Somato Emotional Release technieken om emotionele patronen los te kunnen laten/te veranderen. Langdurige spanning, trauma’s, maar ook fysieke klachten kunnen het cranio-sacrale ritme beperken/belemmeren. Door in de behandelingen het natuurlijke ritme te herstellen ontstaat er een diepe ontspanning, zowel in lichaam als geest. In die diepe ontspanning komt het zelfgenezende vermogen van het lichaam vrij. Hierdoor kunnen zowel lichamelijke, als psychische blokkades oplossen en komt er ruimte om ook het energieniveau te herstellen. Dit proces kan zowel in stilte als in dialoog (Somato Emotional Release) plaatsvinden, afhankelijk van het proces en van de cliënt. Ik ga per behandeling in op wat er op dat moment nodig is. Ik stel voor om naast de gewone cranio-sacraalbehandelingen (5), vooral met een aantal langere sessies (10) te werken. Hiermee wil ik haar een handvat aanreiken om door middel van ontspannings-, c.q. energetische oefeningen ook thuis te kunnen werken aan haar klachten. Ik gebruik hiervoor oefeningen uit mijn Qi Gong lessen. Qi gong is een Chinese bewegingsleer, waarbij het gaat om balans tussen lichaam en geest. Adem, beweging en bewustzijn staan hierin centraal. Door de oefeningen, die aangepast worden aan de individuele behoefte, wordt
51
de cliënt zich steeds beter bewust van haar lichaam. Ze leert hoe ze spanning opbouwt en vasthoudt, maar vooral, hoe ze die weer los kan laten. I. van Breemen, 17 december ‘09 Sessies In de tweede sessie komen vooral haar angsten en onrust naar voren. Ze is extreem bang om te laat te komen (gaat dus erg vroeg van huis) en raakt ook in paniek als dat dreigt te gebeuren, wat zich uit in een druk in haar hoofd en tranen in d’r ogen. In het dagelijkse leven kan ze niet tot rust komen en wil dat eigenlijk ook niet. Toch realiseert ze zich wel dat dit mede een oorzaak van haar problemen is. Een paar maanden geleden heeft ze haar relatie beëindigd, wat haar wel goed heeft gedaan, maar ze kan niet tegen stilte en niets doen. Ze is vrijwel altijd bezig (tv kijken, uitgaan, met de pc werken of spelletjes doen) en is bijna nooit alleen thuis. Die tweede sessie is geen Cranio Plus sessie, maar ik begin voor de behandeling, vanwege haar paniekaanval, toch met een korte aandachts-/ ontspanningsoefening met een visualisatie van het strand. Zo laat ik haar in de stilte en de rust van het strand (een plek waar ze zich makkelijk kan ontspannen) ontdekken of en waar er spanning zit in haar lichaam. Nu wordt ze zich wel bewust van de spanning in haar nek en schouders. Het is duidelijk dat ze zich daar niet prettig onder voelt, onder dat bewustzijn dus. Ze is namelijk gewend om zich uit haar lichaam terug te trekken om de spanning niet te hoeven voelen. Ze realiseert zich echter wel dat ze nu dat contact wel aan moet gaan, omdat ze anders opnieuw ver over haar grenzen heen zal gaan. In de behandeling wordt de spanning nog meer voelbaar, nu niet alleen voor mij, maar dus ook voor haarzelf. Ze ‘moet’ bewegen, de spanning is voelbaar als een’ kriebel, die bijna pijnlijk is’, zoals ze dat zelf verwoordt. Ik doe een aantal keren een ontladingsoefening: hele lichaam aanspannen en op de uitademing met de nierklank (tsjoee) ontspannen. Verder werk ik wat meer ‘fysiek’ met diep spierwerk en schud ik na afloop haar benen goed los. Dat geeft haar op den duur wel ontspanning. In de derde sessie (een Cranio Plus behandeling) geeft ze in het gesprek aan dat ze veel kritiek krijgt op haar functioneren op school en dat ze daar erg onzeker van wordt. Ze heeft ook voortdurend negatieve gedachtes en twijfelt aan haar eigen capaciteiten. Ze is min of meer ‘onder toezicht’ geplaatst van een collega, die ongeveer even oud is als zijzelf, wat het voor haar nog moeilijker maakt. Ik moedig haar aan om kritiek op haar functioneren eerst ‘tot je te nemen, voor jezelf te bestuderen, voordat je ervan uitgaat dat de ander helemaal gelijk heeft’. Ik moedig haar vooral aan ‘om te voelen hoe het voor jou is en te vragen of de ‘waslijst’ (zoals ze het zelf noemt) misschien wat minder kan, omdat dat beter voor jou werkt en bovendien of er misschien ook punten zijn die wel goed gaan, oftewel vragen om positieve feedback (wat haar zelfvertrouwen kan stimuleren).’ En ik vraag haar zelf na te denken over de gang van zaken en wat zij zelf mogelijk nodig heeft om
52
beter te kunnen functioneren. Vervolgens doen we een aantal oefeningen, namelijk ‘schudden’, een zitmeditatie en ‘navel-mingmen openen’. Het ‘schudden’ gaat meteen vrij goed, het is wel een beetje onwennig voor haar, maar ze is vrij snel over haar schroom heen en ze voelt meteen het effect ervan (minder spanning in haar lichaam). Ook de zitmeditatie gaat goed, maar ‘navel-mingmen openen’ levert juist weer spanning op, omdat ze hierbij haar ademhaling moet coördineren met de beweging. Haar adem zit eigenlijk altijd erg hoog en naar haar buik ademen lukt haar niet (is ook in de sessies bij de psycholoog aan de orde geweest, maar dat heeft niet geholpen). In de cranio-behandeling moedig ik haar af en toe aan om bewust los te laten op de uitademing en er komt veel spanning uit haar hele lichaam, door middel van schokken en diep zuchten. Ik voel dat ze veel dieper komt dan de eerste twee keren en ook zelf geeft ze na afloop aan dat ze ‘ver weg’ was. Ze is dan ook erg moe na afloop en ik leg haar uit dat dat een heel normale reactie is van het lichaam. In het hele traject draait het bij Irene vooral om bewustwording. Bewustwording van de spanning in haar lichaam, bewustwording van haar reactiepatronen, bewustwording van haar angsten. En bewustwording van de Ouder in haarzelf, die continue controle over alles wat er gebeurt. We werken hier zowel in de (coachings-)gesprekken, als in de oefeningen, als in de cranio-behandelingen mee. Elke keer komen er zaken aan bod als: • • • • • • • •
Hoe doe je de dingen in het dagelijkse leven? Ben je er helemaal bij met je gedachten, of werk je op de ‘automatische piloot’? Hoe voelt je lichaam als je bezig bent met je werk, of als je op de bank zit te lezen, of als je in de auto zit? Ben je je dan bewust van je lichaam of til je jezelf er boven uit? Wat gebeurt er in je lichaam als je een moeilijk gesprek hebt? Wat wil jij? Kun je af en toe de rust en de stilte opzoeken? En wat gebeurt er dan met je? Kun je jezelf toestaan alleen maar te genieten van het moment, zonder vooruit te denken of te plannen? Kun je het Kind in jezelf meer ruimte geven?
Zo onderzoeken we samen wat voor haar belangrijk is en ook hoe ze haar lichaam kan gebruiken als graadmeter voor haar welbevinden. In de oefeningen ontdekt ze steeds weer waar de spanning zit en hoe ze die los kan laten. Ik doe met haar vooral veel fysieke oefeningen, omdat ze juist gespannen wordt als we te veel ‘naar binnen’ gaan. Ook de innerlijke krachtoefeningen (o.a. Shaolin oefening) doen het bij haar goed en geven haar meer zelfvertrouwen. Ze oefent thuis regelmatig en ze gebruikt de oefeningen ook als hulpmiddel om bij moeilijke situaties (bijvoorbeeld lastige gesprekken op school) beter in d’r lichaam te blijven. Ze merkt dat ze op die manier beter in staat is om duidelijk te maken wat voor haar belangrijk is en
53
wat zij wil. In de cranio-behandelingen werk ik veel met diep spierwerk en de ‘grepen’ in schouder- en hoofdgebied en komt er elke keer veel spanning en vermoeidheid uit. Gaandeweg krijgt ze echter meer energie en vermindert ook haar migraine. Haar nek- en schouderklachten (waar ze zich eerst niet van bewust was, maar die er wel degelijk waren) worden ook duidelijk minder. Zo krijgt ze langzaam maar zeker meer grip op haar eigen situatie, zowel op school als in haar privéleven. De schoolleiding begrijpt inmiddels dat Irene meer gebaat is bij een veilige situatie waarin ze weer zelfvertrouwen kan opbouwen en ze wordt op een andere school geplaatst. Dit blijkt inderdaad beter te werken en uiteindelijk gaat ze weer met plezier naar haar werk. Hieronder de evaluatie aan de school: Eindevaluatie Irene 4 november 2010 Irene heeft van december 2009 t/m oktober 2010 cranio sacraaltherapie bij mij gehad. Het was heel duidelijk dat haar perfectionistische aard en behoefte aan controle, gecombineerd met weinig ‘lichaamsbewustzijn’, ervoor hebben gezorgd dat ze zo ver over haar eigen grenzen is gegaan dat ze in een burn-out terecht kwam. Toen Irene voor het eerst bij mij kwam, was ze zich nauwelijks bewust van de spanningen in haar lichaam, terwijl die wel behoorlijk hevig waren. Pas tijdens de behandelingen en vooral ook door de oefeningen, ging ze hier steeds meer contact mee maken, hetgeen in eerste instantie wel confronterend was. In de sessies hebben we niet alleen aan ontspanning en bewustwording van haar lichaam gewerkt, maar ook aan de manier waarop ze in het leven staat. Door ontspanningsoefeningen en kleine opdrachten voor thuis (bijvoorbeeld aandacht voor de ademhaling bij ontspanning en bij stress-situaties, meer aandacht voor je lichaam bij moeilijke gesprekken, meer voor jezelf opkomen) en uiteraard de craniosacraalbehandeling zelf, is Irene zich gaandeweg meer bewust geworden van de signalen van haar lichaam en kan zij haar lichaam nu ook gebruiken, juist om beter bij zichzelf te blijven en ‘steviger’ te gaan staan in het dagelijkse leven (ook in moeilijke situaties). De (korte) coachingsgesprekken voor en na de behandelingen en uiteraard ook de begeleiding vanuit de psycholoog en de school, gaven haar stof tot nadenken over zichzelf, hoe ze met de dingen omgaat en wat belangrijk voor haar is. Ook hier is een bewustwordingsproces op gang gebracht, waar zij uiteraard nog steeds aandacht aan moet blijven besteden. Zoals ze zelf al aangeeft, ze zal altijd wel een neiging houden tot perfectionisme en controle, maar ze kan hier nu wel veel beter mee omgaan en ze herkent de signalen eerder. De oefeningen die ik haar tijdens de sessies heb aangereikt heeft ze een tijd lang structureel ingepast in haar dagelijkse patroon, waardoor ze opgebouwde spanning makkelijker kon loslaten. Op dit moment heeft ze het
54
gevoel dat ze haar leven weer aardig op de rit heeft en incidenteel, bij stresssituaties, werkt ze nog met deze oefeningen. De therapie heeft een zeer positief effect gehad op haar klachtenpatroon. Het gaat ook veel beter met haar onzekerheid en faalangst, ze is duidelijk krachtiger geworden. Irene is er dan ook aan toe om zich weer voor 100% op haar werk te richten. Voor zowel Irene als voor haar werkgever, de school, is het wel belangrijk om alert te blijven op signalen die duiden op overbelasting. Haar verhoogde lichamelijk- en geestelijk bewustzijn is pure winst en zal zeker bijdragen aan het voorkomen van een nieuwe burn-out, maar aandacht voor ontspanning blijft in haar geval heel belangrijk. Irene: Ik merk dat ik mezelf mede door deze therapie bewuster ben geworden van mijn eigen lichaam. Ik kan stress signalen zoals nekklachten, rugklachten en hoofdpijn herkennen en deze verminderen door middel van de oefeningen die ik heb geleerd. Het perfectionistische in mijn persoonlijkheid zal ik waarschijnlijk wel nooit kwijtraken maar ik heb wel geleerd om opener te zijn in mijn gevoel en eerder aan te voelen en ook aan te geven als iets niet gaat. Ik ga nu een cursus mindfullness volgen op aanraden van mijn psycholoog, deze cursus is ook gericht op het meer in je basis komen en bewuster leven. Ik ga hiermee dus eigenlijk verder werken aan wat ik tijdens de gesprekken bij de cranio ook heb besproken. Ik merk dat ik steeds beter in mijn vel zit en dat manifesteert zich ook in mijn werk. Ik heb veel gehad aan deze therapie, maar ik wil de tijd graag gaan besteden aan het voor de klas staan en daarvoor wil ik de therapie afronden.’
Bovenstaande is uiteraard met Irene besproken en zij heeft haar toestemming gegeven om dit verslag aan mevr. P., procesbegeleider ziekteverzuim, preventie en reïntegratie en de heer G., bedrijfsarts te sturen. Ingrid van Breemen Innerlijke glimlach Centrum voor Cranio-sacraaltherapie en Qi Gong www.innerlijkeglimlach.nl 06 – 44 804 102
Case 3 Voorbeeld van een Ser-sessie Anja komt al enig tijd bij mij en heeft door een incident met een vriend erg veel last van stress. De verbale agressie van die vriend raakte een oude angst in haar aan, de angst voor haar vader als hij dronken was.
55
We werken die sessie met ‘talking to the alarmclock’. Ik leg Anja vooraf iets uit over de werking van ons allereerste alarmsysteem, het RAS (Reticular Alarm System). ‘Het RAS ontwikkelt zich direct na de conceptie en beschermt ons als we nog heel klein zijn. Het RAS moet aan staan, op een laag niveau zodat het in actie kan komen als dat nodig is. Op een schaal van 1 tot 10, is 1 normaal, rustig en 10 de alarmfase. Maar vaak staat het RAS te hoog afgesteld, bijvoorbeeld omdat hij vroeger vaak in actie moest komen. Terwijl dat nu niet meer nodig is.’ Ik begin de behandeling bij de voeten en maak via haar voeten contact met haar hele lichaam. Bij de heupen zit het erg vast, dus ga ik verder met heiligbeen en bekkenrelease. Vervolgens ga ik naar haar schouders, het ritme wordt steeds dieper en trager en dan reinig ik de grensstrengen, aan weerszijden van de wervelkolom, met helder licht. Dan maak ik contact met het hoofd, met de pons en ontstaat de volgende dialoog: Ik: Anja, kun je mijn handen voelen? A: Ja Ik: Kun je daar, waar mijn vingers zijn, met je aandacht naar binnen gaan? Hoe ziet het er daar uit? A: Het is een grijze, witte ruimte. Ik: Hoe is dat daar voor jou? A: Weet niet, neutraal………………. Het lukt niet, ik kan er niet bij blijven. Ik: Zullen we samen ernaar kijken. Is het voor jou goed als ik er ook bij ben? A: Ja, dat is prettig. Ik: Oké, ik ben bij je………………… Kijk eens op je gemak rond, misschien zie je ergens een knop of een hendel? A: Ja, ik zie een knop, een rode knop. Ik: Anja, op die schaal van 1 tot 10, waarbij 1 rustig is, ontspannen en 10 de alarmfase. Waar staat die knop bij jou op? A: ……………………Hij staat op 8 en hij wil naar 0!! O, en er is nog een knop, een grote, uitstekende knop. Hij is ook rood. Hij steekt heel ver uit naar voren. Daardoor kan die makkelijk ingedrukt worden. Ik: Wat gebeurt er als die knop ingedrukt wordt? A: Dan raak ik in paniek. Ik: Wat wil je doen met die knop. Wat heb je nodig? A: …………………….Ik wil er een kastje omheen bouwen. Ik: Oké, doe dat maar. A: Het is een soort lantaarn, van glas. En het is open aan de voorkant. Het voelt goed, beschermend. Zo kan niemand die knop zomaar indrukken. En nu gaat die andere knop langzaam omlaag. Hij staat nu op 4. Ik: Hoe voelt dat? A: Dat is goed. Ik: Wil je die knop nog lager zetten? A: …………………………….Nee, dit is goed, dit is genoeg.
56
Ik: Anja, er zit nu een beschermend kastje om die grote, uitstekende knop, dus die kan nu niet meer zo makkelijk ingedrukt worden. En daardoor kan die andere knop ook langzaam naar beneden gaan. Het heeft alleen nog wat meer tijd en aandacht nodig, dus kijk voor jezelf, elke avond voor je gaat slapen, even naar dat beschermende kastje of dat er nog is en naar die knop. Kijk hoe hoog die staat en hoe dat komt. En kijk of je hem wat lager kunt zetten. Ik heb de sessie afgerond met ‘schouders’ en ‘voeten’. Anja geeft in de nabespreking aan dat ze het in eerste instantie heel moeilijk vond om contact te maken met die beelden, maar dat vooral mijn opmerking om er samen naar te kijken, haar heel erg heeft geholpen. Ze voelt zich heel rustig en ontspannen. De angst en paniek zijn helemaal weggeëbd. In de daaropvolgende sessies blijkt dat ze goed kan werken met dit beeld en dat ze in die tussenliggende weken geen last meer heeft gehad van haar angsten.
57
Hoofdstuk 8 Qi gong voor de therapeut Als therapeut kom je uiteraard voortdurend in contact met de energievelden van je cliënten. Het is belangrijk dat je hier niet ‘op leeg loopt’. Iedere therapeut kent wel het fenomeen dat ze na de ene cliënt helemaal doodop is, terwijl ze na een andere cliënt juist veel energie krijgt. Er vindt altijd een energetische uitwisseling plaats in het contact met mensen, soms bewust, heel vaak onbewust. We hebben hier, helaas, niet altijd grip op. Het is dus zaak, zeker als therapeut, om hier zorgvuldig mee om te gaan. Zowel met de ‘uitstraling’ van je eigen energieveld en wat dat mogelijk met je cliënt kan doen, als met de energetische invloed van je cliënt op jou. In hoofdstuk 4 heb ik aangegeven hoe belangrijk de overtuigingen van de arts of therapeut kunnen zijn en hier ben ik me dan ook goed van bewust in mijn eigen praktijk. Voor iedere behandeling stem ik af op mezelf, mijn eigen ademende midden, het universum en haar helende krachten. Met mijn intenties probeer ik een positief veld te creëren, waarin de cliënt ontvankelijk wordt voor die helende energie en ik zie mezelf daarin als ‘kanaal’ voor die energie. Verder richt ik me in de behandeling altijd op de heelheid van de cliënt, in plaats van op de klachten, zodat die heelheid tot leven gewekt kan worden. Zoals al eerder gezegd, voor mij is qi gong een manier van leven geworden en het is dan ook volledig verweven met zowel mijn persoonlijke als mijn zakelijke leven. De qi gong oefeningen zorgen ervoor dat ik in balans blijf, dat ik de energie van de ander, de cliënt, los kan laten en dat ik in contact kom en blijf met mijn eigen centrum, mijn eigen kern. In de praktijk betekent dit dat ik dagelijks en zelfs meerdere keren per dag oefeningen doe. Dat hoeft zeker niet altijd lang te duren, soms is een oefening van een paar minuten al voldoende. Het gaat juist om de integratie van de principes van qi gong in het dagelijkse leven. Het gaat om een innerlijke houding, dat houd ik ook mijn cliënten en cursisten voor. Hieronder een praktijkvoorbeeld (zie hoofdstuk 6 voor uitleg over de oefeningen): •
’s ochtends; 10 minuten schudden, dan een zitmeditatie, waarin ik vooral afstem op mijn ‘ademende midden’ en de ‘glimlachenergie’
•
voorafgaand aan iedere behandeling: meditatie: verbinding met mezelf en het universum – beeld van de cliënt op laten komen en wat zij nodig heeft – ‘gouden ei’ als bescherming
•
na iedere behandeling; kort schudden, schouders ‘losademen’, focus op verbinding (met mijn kern en het universum)
58
•
’s avonds: chi zelfmassage om vastzittende energie los te laten, een aantal ‘yangoefeningen’, zoals bijvoorbeeld de Shaolin oefening en ‘baby’tje’ (liggend op de grond met armen en benen omhoog een beetje losschudden) om het lymfestelsel te activeren.
Maar eigenlijk het belangrijkste: de hele dag in verbinding blijven met de ‘innerlijke glimlachenergie’ en met m’n eigen kern! En natuurlijk lukt dat niet voor elke minuut van de dag, het zou ook niet goed zijn om daar op die manier mee bezig te zijn, dan wordt het juist geforceerd. Dan wordt het een nieuw ‘moeten’, namelijk ‘zacht moeten zijn’ of ‘in verbinding moeten blijven’. Maar die zachte intentie is er wel en het is voor mij goed om me hier regelmatig aan te helpen herinneren. Mijn ervaring is dat, wanneer je de innerlijke glimlach en de verbinding met jezelf en het universum regelmatig bewust oefent in een meditatie, het dan keer op keer gemakkelijker wordt om dit ook in het dagelijkse leven te integreren. Zo is het voor mij een bewust instrument om niet alleen onder gewone omstandigheden, maar juist ook in tijden van nood te gebruiken. En nood kan zijn, geestelijke nood, als ik bijvoorbeeld emotioneel geraakt word, maar ook bij fysieke problemen. Zo had ik veel profijt van de innerlijke glimlach na een lelijke val met mijn fiets, vanwege het gladde weer. Door meteen goed door te ademen en contact te maken met de glimlachenergie, wist ik de ‘schade’ aan mezelf te beperken en vond er (voor mij duidelijk) sneller herstel plaats. Zo simpel kan het soms zijn! Qi gong heeft mijn leven verrijkt, ik kan het iedere therapeut (en cliënt) aanraden!
59
Nawoord Het mag de lezer duidelijk zijn: het gaat mij om ‘verbinding en bewustzijn’. En verbinding is voor mij persoonlijk nog wel het allerbelangrijkste – ik weet niet hoe vaak ik dit woord heb gebruikt in mijn scriptie, maar in ieder geval vaak genoeg om dit duidelijk te maken! Zonder verbinding, vanuit mijn hart, met mijn cliënten en cursisten had ik deze scriptie dan ook niet kunnen schrijven. Ik ben dankbaar voor die verbinding, en het vertrouwen dat mijn cliënten en cursisten mij gaven en geven. En ik ben dankbaar voor de verbinding met Vincent, mijn man, die mij niet alleen altijd steunt, maar ook steeds kritisch heeft gelezen wat ik geschreven heb en mij met zijn commentaar en inzichten heeft geholpen. En natuurlijk ook dank aan Etienne Peirsman en alle andere docenten waar ik in de loop der jaren les van heb gehad. Zij hebben mij meegevoerd naar een wereld van innerlijke rijkdom!
Ik adem in en kom tot rust Ik adem uit en glimlach. Thuisgekomen in het nu Wordt dit moment een wonder. Thich Nhat Hanh
60
L it er a t u u r lij s t Brennan, Barbara Ann. Bronnen van licht. Altamira-Becht BV, Haarlem Chia, Mantak. Van stress naar evenwicht. Ankh-Hermes bv, Deventer Dale, Cyndi . Het subtiele lichaam. Altamira-Becht BV, Haarlem Dossey, Larry. Helende woorden. Altamira-Becht BV, Haarlem Fransen, Henk. Bondgenoot. De Zaak, Groningen Gerber, Richard. Handboek energetische geneeskunde. Altamira-Becht BV, Haarlem Gray, John. Praktische levenslessen. Het spectrum, Utrecht Khor, Gary. Tai Chi Qigong. OmegaBoek B.V., Diemen/Amsterdam Lipton, Dr. Bruce. De biologie van de overtuiging. Ankh-Hermes bv, Deventer Mosselman, Anneke. Traumawerk volgens Franklyn Sills. Eindwerk juni 2010 Peirsman, Etienne. Cranio sacraaltherapie voor en door iedereen. AnkhHermes bv, Deventer Peirsman, Etienne. Lesmateriaal Theunisse, Armando en Leijten, Clemence. De kracht van burn-out. Ten Have, Kampen
61