Eindverslag Mediawijsheid Universiteit van Tilburg i.s.m. Cubiss & Bibliotheek Breda
Suzanne Keurntjes Auke de Vries Vicky Zeegers
ANR: 447289 / 1235051 ANR: 692577 / 1235053 ANR: 515314 / 1237162 Docent: Hans van Driel 29 juni 2010 1
Ongeveer drie jaar oud was ze. Ze liep rond door de kinderafdeling in de bibliotheek terwijl haar moeder een eindje verderop een boek zat te lezen. De boeken en het speelgoed zag ze niet; ze liep in één rechte lijn naar de computer, het leukste en meest interessante ding in de hele ruimte. Het toetsenbord werd genegeerd. Ook de muis hield haar aandacht niet lang vast. Puur op intuïtie drukte ze op de kleurtjes op het scherm. Wanneer dit geen effect bleek te hebben probeerde ze de andere knoppen op het scherm. Nadat ze het scherm een paar keer aan en uit had gezet was de lol eraf. Ze rende weg, op zoek naar haar moeder om te vertellen dat ze zich verveelde. Een echte ‘digital native’. Als driejarige herkent zij al de computer als meest belangrijke en meest interessante bron van informatie. Ze ontdekt de wereld op een postmoderne manier. Wanneer ze over een paar jaar haar eerste telefoon krijgt zal het feit dat je ermee kunt bellen voor haar slechts bijzaak zijn. Ze zal communiceren met haar vrienden, vriendinnen en de rest van de wereld via SMS, MSN, Twitter en zeer waarschijnlijk via kanalen die nu nog niet bestaan. Op de middelbare school is de kans groot dat ze geen tas vol boeken mee hoeft te sjouwen, maar alle informatie terugvindt in een laptop, e-reader of een andere digitale informatiedrager zoals een iPad. Ontwikkelingen die hedendaags in de kinderschoenen staan en apparaten en programma’s waarvan het bestaan onmogelijk lijkt, zijn voor haar straks ‘normaal’ en zullen horen bij de orde van de dag. Dit verslag schrijven we voor haar, opdat de bibliotheek van Breda haar in de loop van haar leven kan volgen, inspireren en ondersteunen op het gebied van kennis en informatie in een Postmoderne maatschappij.
2
3
Aanleiding en opzet Dit verslag is geschreven door drie studenten van de premaster opleiding Algemene Cultuurwetenschappen aan de Universiteit van Tilburg in het kader van de cursus ‘mediawijsheid’ die dit jaar van start is gegaan. De cursus is bedacht en opgezet vanuit een samenwerking tussen Hans van Driel (universitair hoofddocent) en Cubiss, een organisatie die bibliotheken ondersteunt bij het vormgeven van cultureel ondernemerschap in opdracht van de provincie Noord Brabant. Cubiss wordt binnen dit project vertegenwoordigd door Jan van Avezaath, Jeroen van Beijnen en Angeliek van der Zanden. De studenten die deelnemen aan de cursus zijn in groepen verdeeld en hebben elk een bibliotheek in NoordBrabant toegewezen gekregen. Dit adviesrapport is geschreven voor de bibliotheek ‘Oude Vest’ in Breda, waar op 21 mei een interview heeft plaatsgevonden met een drietal medewerkers van de afdeling ‘innovatie en ontwikkeling’, te weten Marianne Roets (Manager innovatie en ontwikkeling), Joke de Volder (specialist educatie voortgezet onderwijs en mediacoach) en David Janssen (specialist informatievoorziening, digitale bibliotheek en website). De leidraad voor dit interview was de ‘postmoderne thermometer’ die tijdens de cursus mediawijsheid in samenspel tussen docenten en studenten is ontwikkeld. Op basis van enerzijds kennis verkregen uit de colleges en anderzijds concrete informatie van de medewerkers van de bibliotheek is dit rapport tot stand gekomen. Een uitwerking van het gehele interview is te vinden in de bijlage. In het eerste hoofdstuk zal de opkomst van het postmoderne wereldbeeld in een mechanistische maatschappij worden beschreven en gekoppeld aan de bibliotheeksector. Op basis hiervan zal een probleemstelling worden geformuleerd. Vervolgens zal deze informatie worden toegespitst op bibliotheek ‘Oude Vest’ in Breda gericht op de kernfunctie ‘kennis en informatie’. Vervolgens zal de probleemstelling worden beantwoord in de vorm van een advies aan de bibliotheek van Breda. Het verslag wordt afgesloten met een postmoderne conclusie. De resultaten van dit verslag zijn gepresenteerd op maandag 28 juni 2010 in de bibliotheek ‘Oude Vest’.
4
Een inleiding op de postmoderne bibliotheek Eeuwenlang hebben wij geleefd met een ‘mechanistisch wereldbeeld’. Door dit beeld hebben wij de wereld generaties lang gezien als een samenhangend geheel van oorzaak en gevolg, een kijk die nog altijd grote invloed heeft op zowel ons dagelijkse denken als handelen en inrichting van instituties. Op dit moment bevinden we ons echter in een overgangsfase waarbij veranderingen zich ontwikkelen op hoge snelheid. We staan aan het begin van de overstap van de mechanistische, lineaire vorm van omgaan met kennis en informatie naar een postmoderne maatschappij, waarbinnen kennis en informatie op vele nieuwe manieren beschikbaar is voor iedereen. Mechanistisch versus Postmodern Door de hoge snelheid waarmee het postmoderne integreert in de mechanistische samenleving, is men zich nauwelijks bewust van de strijd die speelt tussen het mechanistische en het postmoderne denken. Beide denkwijzen verschillen sterk van elkaar: een belangrijk verschil is dat er in het mechanistische wereldbeeld wordt uitgegaan van een top-down constructie waarbij beleidsplannen van bovenaf door deskundigen worden bepaald. De postmoderne denkwijze gaat juist uit van een bottom-up strategie, waarbij het initiatief van onderaf door prosumenten wordt genomen. Ten tweede gaat de mechanistische visie uit van een lineair verloop: iets heeft een begin (a), dat wordt gevolgd door een van tevoren bedacht proces (van b, naar c, etc.) waarbij doelgericht wordt gewerkt naar een eindpunt (z). Het proces van een postmoderne visie daarentegen is ongrijpbaar, multimediaal en pluriform. In dit hoofdstuk wordt gebruik gemaakt van een artikel uit Provisie (2010) waarin Hans van Driel door Wim Broekman wordt geïnterviewd over de overgang van een mechanistische naar een postmoderne maatschappij. Van Driel legt het principe van het mechanistische wereldbeeld uit aan de hand van een metafoor met betrekking tot de overgang van de orale- naar de schiftcultuur. Van Driel: ‘Onze samenleving heeft lang een geordend geheel geleken. De schriftcultuur kun je achteraf zien als een metafoor. Ze kent stabiele structuren met een duidelijk begin en een evident einde. Pagina’s volgens elkaar lineair op. Genres zijn helder omschreven. De auteur is de schrijver, de tekst het boek. De uitgever, de boekhandel en de bibliotheek zijn de noodzakelijke en unieke instituties om een boek in bezit te krijgen. Het lezerspubliek is politiek, religieus en cultureel helder gesegmenteerd. Zo weerspiegelt de schriftcultuur een stabiele en transparante samenleving.’ (pp 33-34). Inmiddels kan digitalisering als metafoor voor het postmoderne wereldbeeld worden gezien. Op dit moment zitten we middenin de overgang van een schrift- naar een digitale cultuur waarbij nieuwe media weerstand ondervinden bij de integratie in het bestaande medialandschap. Deze weerstand is volgens Van Driel te verklaren dankzij het ARIA patroon dat uit vier fasen bestaat: 1. Amazement: aanvankelijk toont een kleine groep mensen (de voorlopers), verbazing en bewondering voor het nieuwe medium. Deze kleine groep bewonderaars waren zeer enthousiast over de uitvinding van het internet. 2. Resistance: de grote meerderheid bevindt zich echter vrijwel direct in de fase van de weerstand. Zij zien de voordelen van het nieuwe medium (nog) niet in en houden liever vast aan het oude, vertrouwde medium. 3. Imitation: een nieuw medium kan in eerste instantie niet anders dan de uitingen van vertrouwde media imiteren. Omdat onze generatie, en vele generaties oor ons, zijn opgegroeid in een schriftcultuur kon men eerst moeilijk anders dan op een schriftelijke wijze omgaan met de digitale media. Zo zagen we hoe organisaties communicatie die typisch bedoeld was voor drukwerk, direct op websites lieten plaatsen. 4. Authenticity: in deze laatste fase wordt het nieuwe medium geleidelijk geaccepteerd. Dat is op het moment dat de eigenaardigheden zodanig zijn ontwikkeld dat het zich kan onderscheiden van vertrouwde media. Dit zien we ook bij internet: pas toen er nieuwe eigen waarden ontstonden werd internet pas echt interessant. Toen recentelijk de overstap werd gemaakt naar web 2.0 en daarmee het kopiëren van folders op websites achter ons werd gelaten werden de eerste stappen binnen de fase van acceptance gezet.
5
Volgens Van Driel staat de digitalisering voor een andere manier van denken: ‘De nieuwe media bieden legio oplossingsrichtingen in zaken die met de klassieke benadering zijn vastgelopen’. De essentie zit in het delen van kennis. Er kan niet meer worden uitgegaan van één instantie die alle kennis en vaardigheden heeft of het alleenrecht heeft deze te verspreiden. Het wordt steeds duidelijker dat het vertrouwde mechanistische wereldbeeld plaatsmaakt voor een wereldbeeld dat we postmodern kunnen noemen. De bibliotheek De bibliotheek heeft al generaties lang de taak iedereen toegang te bieden tot kennis en informatie. De bibliotheek hanteert momenteel vijf kernfuncties waarbij de focus in dit rapport zal liggen op de eerste kernfunctie ‘kennis en informatie’. Het gaat daarbij om de taak van de bibliotheek om enerzijds bezoekers informatie te verschaffen en kennis te laten vergaren en anderzijds het beheren en distribueren van een collectie die voldoende breed is om in de behoefte van verschillende doelgroepen te voorzien. De overgang van mechanisch naar postmodern zorgt voor veranderingen in de samenleving en in het media- en informatielandschap waardor burgers zich anders zijn gaan informeren. Het trendrapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau ‘De openbare bibliotheek tien jaar van nu’ toont welke trends zich voordoen op het gebied van de samenleving, communicatie en informatie en ontwikkelingen in bibliotheekgebruik. De belangrijkste trends die zich voordoen in de samenleving zijn gekoppeld aan het motto ‘je hele leven leren’, van de overheid. Binnen de bibliotheek uit zich dit momenteel op verschillende gebieden. Zo worden lidmaatschappen door individualisering en informalisering meer tijdelijk en meer veranderlijk. Ook zijn de laaggeletterden, nieuwkomers en achterstandsleerlingen afhankelijk van de bibliotheek. Op het gebied van communicatie en informatie vormt de bibliotheek een bron van kwaliteit waarbij het aanbod maatschappelijk relevant moet blijven. Daarnaast signaleert het SCP ook de opkomst van e-books, ‘publishing on demand’ en het internet dat tot alle onderwerpen toegang verschaft in tegenstelling tot de bibliotheek. Met betrekking tot het bibliotheekgebruik blijkt uit het trendrapport dat het bibliotheekgebruik in alle vormen afneemt: het aantal lidmaatschappen, het bibliotheekbezoek, het aantal leners en het aantal uitgeleende boeken nemen af. Ook blijkt dat het kopen van een boek voor zichzelf of als cadeau toeneemt, waardoor men verwacht dat dat de tweede kerntaak ‘lezen en literatuur’ hieronder zal leiden. Dankzij de digitalisering verwacht het SCP dat de eerste kernfunctie ‘kennis en informatie’ in de toekomst zal moeten worden aangepast. Daarnaast ontstaat over de betrouwbaarheid van kennis en informatie steeds meer discussie. De ‘kleine verhalen’ worden steeds belangrijker. Mensen hebben behoefte aan persoonlijke ervaringen en niet aan wat gevestigde media schrijven. Een goed voorbeeld is het verschijnsel Wikipedia. Dit is een online encyclopedie die door iedereen ter plekke aangepast kan worden. Mensen controleren en verbeteren elkaar telkens, waardoor de site steeds completer wordt en tegelijkertijd altijd in ontwikkeling is. De wetenschap doet dit nieuwe verschijnsel af als ‘onbetrouwbaar’, maar Wikipedia wordt momenteel al meer geraadpleegd dan welke encyclopedie dan ook (tegenlicht, 2010). Dat wil meteen ook zeggen dat het begrip betrouwbaarheid een andere, meer flexibele betekenis krijgt. Het gaat net zo goed om harde feiten die door wetenschappers onderzocht en gerapporteerd zijn, dus ook om wat door ‘het volk’ zelf op waarde wordt geschat. In die zin is de kennis van een doorsnee huisvrouw op basis van haar ervaringen net zo belangrijk geworden, als wat wetenschappers onderzoeken. Ieder kan voor zichzelf beoordelen of de informatie die gegeven wordt, betrouwbaar is. Naast bovenstaande trends en ontwikkelingen is één ontwikkeling in de samenleving nog niet genoemd: de integratie van mediawijsheid. Volgens de Raad van Cultuur zouden bibliotheken moeten functioneren als de plek waar burgers in aanraking komen met nieuwe innovatieve mediatoepassingen (‘Burgers, media en bibliotheken’, 2005, HC3). Hierbij moet op een mediawijze manier worden omgegaan met nieuwe en oude media door burgers. Op het gebied van mediawijsheid zijn er volgens Angeliek van der Zanden (gehoord tijdens hoorcollege 3) een aantal sterktes en zwaktes te onderscheiden. De kracht van de bibliotheek is dat het een belangrijke ondersteuner bij het lezen in primair onderwijs vormt, zorgt voor de spreiding van de literaire cultuur, vraagpunt vormt en de voorziening van informatie verzorgt aan dorpen en buitenwijken. Het probleem echter is het integreren van mediawijsheid in bibliotheken. Zwaktes vormen het budget, het professionaliseren van het personeel en het afstemmen van mediawijsheid in de vijf kernfuncties.
6
Probleem- en doelstelling Het doel van dit rapport is inzicht krijgen in de ´mind´ van de bibliotheek om blokkades open te breken en het creatieve proces dat kan leiden tot vernieuwende en unieke ideeën open te stellen. De makers van ´Wikipedia´ lieten zich niet remmen door het feit dat mensen regelmatig onbetrouwbare informatie op internet plaatsen, de makers van ´Google´ lieten zich niet tegenhouden door de gedachte dat er al talloze andere zoekmachines op internet werden aangeboden en de bedenkers van Twitter lieten zich niet weerhouden door het idee dat niemand geïnteresseerd is in wat een wildvreemde op een bepaald moment van de dag doet. Om te komen tot vernieuwende, creatieve ideeën zal ‘out of the box’ moeten worden gedacht. Deze denkwijze leidt tot de volgende probleemstelling, die centraal staat in dit rapport: Op welke manier kan mediawijsheid worden ingezet om de openbare bibliotheek Breda de ontwikkelen tot een postmodern knooppunt van kennis en informatie? Het antwoord op de probleemstelling zal worden gegeven in de vorm van verschillende adviezen aan de bibliotheek in Breda. Deze adviezen zullen worden geformuleerd in drie lagen: • Laag 1: concrete acties die de bibliotheek op korte termijn kan ondernemen om postmoderner te worden • Laag 2: creatieve ideeën die wellicht in de toekomst –mits de wind in de juiste richting waait- vorm zouden kunnen krijgen binnen de bibliotheek • Laag 3: postmoderne ideeën die de bibliotheekmedewerkers kunnen inspireren en wellicht aanleiding kunnen vormen voor discussie rondom het postmodern denken over de eigen bibliotheek.
7
De postmoderne Thermometer: stand van zaken bibliotheek Breda Totstandkoming postmoderne thermometer Tijdens de colleges mediawijsheid is er door studenten en docenten gewerkt aan de zogenaamde ‘postmoderne thermometer’; een vragenlijst, verdeeld over de 5 kerntaken, waarin de bibliotheek wordt ondervraagd over de stand van zaken binnen de bibliotheek. Deze vragenlijst vormde de rode draad door het interview dat op 21 mei plaatsvond in de bibliotheek in Breda. Na het interview heeft Davids Janssen ons uitgebreid rondgeleid door het gebouw. Naast het interview is een onderzoek naar de website gedaan. De bibliotheek in Breda koos voor de kerntaak ‘Kennis en informatie’. Deze vragenlijst begint mechanistisch. Het eerste gedeelte is verdeeld in drie hoofdcategorieën, te weten ‘lidmaatschap’, ‘collectie’ en ‘mediawijsheid binnen de collectie’. In het tweede gedeelte van deze vragenlijst bevragen wij de bibliotheek op een meer postmoderne manier. Op basis van open vragen wordt onderzocht hoezeer de bibliotheek openstaat voor vernieuwende, postmoderne ideeën. Deze vragenlijst is een ‘nulmeting’ om erachter te komen hoe de bibliotheken er op dit moment voorstaan; een mechanistische benadering van de mogelijk postmoderne bibliotheek. Op basis van de resultaten van deze vragenlijst kan worden gekeken welke stappen een bibliotheek (nog) zou kunnen of moeten zetten om meer postmodern te worden. De gehele postmoderne thermometer is opgenomen in de bijlage. Interview en onderzoek naar de website Bibliotheek Breda De reden dat Bibliotheek Breda heeft gekozen voor de kerntaak ‘kennis en informatie’, is dat zij als ‘slogan’ gekozen heeft voor ‘vitaal knooppunt voor informatie’. Daarnaast richt het beleidsplan zich ook specifiek op deze kerntaak. Beleid De bibliotheek is momenteel druk bezig om verschillende samenwerkingsverbanden te leggen. Door samen te werken met locale partners en instellingen, wil ze laten zien dat de bibliotheek meer is dan alleen een plaats voor de uitleen van boeken. Daarnaast wil de bibliotheek veel gezamenlijke dienstverlening aanbieden met hun partners, die de taken van de bibliotheek overstijgen, en samenwerking met andere culturele instellingen zoals het Chassé theater, Rabobank, gemeente Breda en andere bibliotheken. Ook is het onderwijs erg belangrijk binnen de bibliotheek. Voor het voortgezet onderwijs is er toegang tot een informatiedatabase. Er wordt geprobeerd om alle leerlingen van het VO en het MBO lid te maken van de bibliotheek. In combinatie met docenten wordt momenteel de applicatie Biebsearch opgezet; deze applicatie maakt het mogelijk dat de catalogus van de bibliotheek toegankelijk is op school. Een andere ontwikkeling is, dat de bibliotheek aan huis kan komen bij voornamelijk ouderen. Wat de bibliotheek probeert in haar nieuwe beleid, is zich in haar dienstverlening op elke klant individueel toespitsen. Op het gebied van digitalisering is de nieuwe website, die binnen enkele weken online komt, het speerpunt. Hier kan dan meer worden gedaan dan alleen verlengen en reserveren. Leden kunnen leeslijsten aanleggen (dit is ook zonder lidmaatschap mogelijk) en andere gebruikers tips toesturen, middels reacties op boeken. Daarnaast kunnen leden een verzoek doen tot aanschaf van een boek. Ook zonder lidmaatschap moet de website aantrekkelijk zijn om te bezoeken. Voor leden zelf is het een toevoeging aan het lidmaatschap. Er wordt verder geprobeerd om data van Bibliotheek Breda te koppelen aan die van andere bibliotheken. Lidmaatschap De bibliotheek heeft vele doelgroepen, waarbij op dit moment drie hoofddoelgroepen te noemen zijn: jeugd, jongeren en ouderen. Het is de bedoeling dat er snel op zoveel mogelijk specifieke doelgroepen wordt gericht. Er zijn verschillende abonnementen. Leden kunnen zelf bepalen welk abonnement ze nemen. Voor 65-plussers en studenten zijn speciale abonnementen ontwikkeld. Lidmaatschap kost slechts 5 euro per jaar indien het ‘kleine’ abonnement gekozen wordt. Vervolgens kan zelf worden bepaald hoeveel geld er op de lenerspas
8
gezet wordt voor het lenen van boeken, internet in de bieb en kopiëren. Bij het ‘grote’ abonnement kan men een onbeperkt aantal boeken lenen. Collectie Door de Nederlandse Bibliotheekdienst worden alle nieuwe boeken per week doorgelezen en gerecenseerd. Op basis daarvan worden boeken aangeschaft. Daarnaast kijkt de bibliotheek per vestiging wat populair is. Vooraf is er een indeling van het budget gemaakt op basis van actualiteit en de pluriformheid van de collectie. De Nederlandse Bibliotheekdienst bepaalt de inhoud van de collectie met aanvulling van lokale input. Eventueel kunnen losse boeken uit uitgeverijen gehaald worden om direct in het aanbod te kunnen voorzien. Momenteel heeft de bibliotheek nog geen games in de collectie, maar daar wordt aan gewerkt. Ook worden er e-readers uitgeleend, maar dit is nog niet optimaal. Een boek kan niet worden gedownload op de website vanwege auteursrechten. Bezoekers van de bibliotheek hebben toegang tot de Krantenbank, waarmee artikelen tot 13 jaar terug kunnen worden opgezocht. De databanken zijn enkel toegankelijk in de bibliotheek. Buiten bibliotheek is dit niet mogelijk vanwege auteursrechten. Het is ook nog niet mogelijk een boek online in te kijken. Alleen is op te zoeken op welke locatie een bepaalde titel aanwezig is. Leden kunnen ook aangeven dat ze een bepaald boek graag willen lenen; hier zitten wel extra kosten aan vast. Mediawijs in collectie Momenteel kunnen gebruikers van de website nog geen tags toevoegen aan boeken, omdat voor de nieuwe website nog wordt gekeken hoe dit het beste in het vat kan worden gegoten. De bibliotheek maakt al wel gebruik van aquabrowser en dat lijkt een goede vorm te zijn. Op het gebied van sociale netwerken is er ooit een Hyvesprofiel van de bibliotheek geweest, maar dit kostte veel tijd ten opzichte van wat het uiteindelijk opleverde. Er werd vervolgens geen continue aandacht aan besteed. De bibliotheek communiceert via mail met haar leden en ook is er een Twitteraccount. Dit zal worden gebruikt als verlengstuk van de nieuwe website. Er is nog geen RSS Feed aanwezig op de website, maar dit zal spoedig toegevoegd worden. Er worden wel recente nieuwsberichten op de nieuwspagina geplaatst, evenals een agenda waarin nieuwe activiteiten staan. Vanaf het moment dat de nieuwe website online komt, is het mogelijk om recensies en aanvullende informatie toe te voegen, zoals bij Wikipedia het geval is. Op dit moment is alleen een recensie in de vorm van een reactie op het boek mogelijk. Bruikbaarheid aangeven is ook nog niet mogelijk, wel is waardering van een boek mogelijk aan de hand van een aantal sterren dat je een boek geeft op een schaal van één tot tien. De bibliotheek in de toekomst volgens de medewerkers De medewerkers denken dat de bibliotheek over tien jaar niet veel veranderd zal zijn. Alleen de digitale collectie zal meer toenemen en ontmoeting zal worden gepromoot. Het gebouw zal er nog zijn, maar dan met meer faciliteiten. Er is wel meer ruimte nodig. De behoefte aan de bibliotheek zal groeien volgens de medewerkers, dat heeft de bibliotheek gemerkt de afgelopen tijd. Er komt meer informatie digitaal De bibliotheek is echter (nu al) de exclusiviteit kwijtgeraakt door de komst van internet. Er is nog geen idee over of dit moet worden opgelost. Er wordt gewerkt aan het uitbreiden van de landelijke ledenpas, zodat iedereen overal kan lenen. De landelijke ledenpas bestaat nu ongeveer drie jaar en moet spoedig tot volledige ontwikkeling komen. De bibliotheek zou willen streven naar gratis lidmaatschappen. De bibliotheek wil in de toekomst meer gaan samenwerken met bedrijven en culturele instellingen. Momenteel zit ze al samen in één gebouw met de Rabobank, waarmee ze gezamenlijke dienstverlening willen aanbieden.
9
Verder geven de medewerkers van de bibliotheek een aantal zaken op, die ze zelf hopen over 10 jaar gerealiseerd te hebben: • Mensen hebben de website van de bibliotheek als startpagina. • De bibliotheek is vanzelfsprekend als samenwerkingspartner. • Elke titel is meteen leverbaar. • Biebsearch wordt verder ontwikkeld en is over 5 jaar verwezenlijkt. • De bibliotheek is een prominente partner in het onderwijs. • Het gebruiksgemak is omhoog gegaan, licenties voor downloaden boeken zijn in bezit. • De website wordt ook mobiel beschikbaar (is momenteel zelfs al). • Flexibeler met geldstromen vanuit de overheid. • Er wordt gewerkt met games. Uitslag postmoderne thermometer Bibliotheek Breda is op enkele punten al richting de postmoderne manier van denken opgeschoven. Er wordt evenwel nog teveel aan de grenzen van de huidige bibliotheek vastgehouden, zoals te zien is in het toekomstbeeld dat de medewerkers zelf schetsen. Ook zijn enkele ideeën over die bibliotheek over 10 jaar zijn wat mechanistisch van aard (‘mensen hebben de website van de bibliotheek als startpagina’). Op het gebied van samenwerking met bedrijven zijn er een aantal plannen, die de goede richting in gaan met het oog op de toekomst. Echter, het postmoderne denken kan nog veel meer worden doorgezet in de rest van de bibliotheek. Sommige zaken, waarbij de bibliotheek afhankelijk is van andere ontwikkelingen (bijvoorbeeld het auteursrecht), kunnen veel betekenen voor de ontwikkeling van de bibliotheek. Maar binnen de bibliotheek zou wel meer ‘buiten de hokjes’ kunnen worden gedacht, om zo tot meer vernieuwende en onderscheidende ideeën te komen. Wel wordt er steeds meer geïnvesteerd in online ideeën. Zo wordt de website vernieuwd en ziet de bibliotheek zich over tien jaar meer werken met games. Hoewel deze ontwikkelingen niet direct onder de noemer ‘posmodern’ vallen, toont dit wel dat er een wil tot vernieuwing is.
10
Kerntaak ‘kennis en informatie’: het knooppunt in het informatieweb Bibliotheek Breda heeft als ‘slogan’ gekozen voor ‘vitaal knooppunt voor informatie’. Deze slogan was voor de medewerkers die deelnamen aan het interview de belangrijkste reden om voor de kerntaak ‘kennis en informatie’ te kiezen. Het woord knooppunt hebben wij overgenomen in onze probleemstelling en vormt het centrale begrip binnen dit verslag. ‘Knooppunt’ is een begrip dat tussen postmodern en mechanistische in zit. Enerzijds komt alle informatie op één punt bij elkaar (mechanistisch), anderzijds verspreidt de informatie zich vanuit dit punt naar buiten, om elders talloze nieuwe knooppunten te laten ontstaan (postmodern).
Voorheen bevond de bibliotheek van Breda zich in de mechanistische ‘fase’ van het begrip knooppunt. Een groot gebouw vol met informatie. Wilde iemand in Breda informatie dan kon hij naar de bibliotheek komen om daar hun informatie op te zoeken. De bibliotheek biedt hiervoor -ook vandaag nog- talloze voorzieningen.
Om postmoderner te worden is de bibliotheek in Breda op dit moment bezig om de informatie die zij bezit uit te dragen naar buiten en naar de mensen toe te brengen. Dit doen zij op verschillende terreinen. Zij zoeken onder andere samenwerking met verschillende bedrijven en instellingen in Breda en richten zich op educatie. Met het project ‘Biebsearch’ en via de website proberen zij de informatie van de bibliotheek meer toegankelijk te maken.
Om meer postmodern te worden zal deze benadering verder moeten worden uitgewerkt. Het is hierbij belangrijk om ‘bottom-up’ te denken: wie hebben er behoefte aan informatie? Welke informatie zoeken zij en hoe kan de bibliotheek hen optimaal van deze informatie voorzien? Door deze denkwijze zullen er verbanden ontstaan tussen enerzijds de verschillende doelgroepen, projecten en diensten van de bibliotheek en anderzijds de vragen, projecten en vele andere ideeën van de maatschappij. De bibliotheek zal hierin veel initiatief moeten tonen.
Er zullen in dit proces samenwerkingsverbanden ontstaan die niet van tevoren te voorspellen zijn. De bibliotheek functioneert als inspirator en ondersteunt de verschillende projecten waar nodig, via alle gebieden die de media bieden. Er ontstaan hierdoor (mogelijk tijdelijke) nieuwe knooppunten, waardoor de bibliotheek onderdeel wordt ven een groter geheel en zo een plaats krijgt in een diverse postmoderne maatschappij: de bibliotheek als één van de knooppunten binnen een netwerk dat alle kanten opgaat. Het is niet mogelijk om de bibliotheek te adviseren binnen alle mogelijke taken. Daarom hebben wij ervoor gekozen de drie punten uit te werken die in het interview het meeste naar voren kwamen en binnen de bibliotheek van Breda op dit moment vol in ontwikkeling zijn, te weten de website, educatie en samenwerking met bedrijven en andere instellingen in Breda.
11
Adviezen
De bibliotheek heeft de taak om in te spelen op de genoemde veranderingen. Om greep te krijgen op deze ontwikkeling is het van belang dat de bibliotheek gaat beseffen dat zij er zelf veel invloed op heeft. Voorwaarde is wel dat de bibliotheek moet ‘durven meegaan’. Er moet worden geïnvesteerd in mensen; ramen en deuren moeten worden opengezet en ontwikkelingen moeten worden gevolgd. Hiervoor zal binnen de organisatie een figuurlijke knop moeten worden omgezet: wanneer er incidenteel wordt ingespeeld op de postmoderne maatschappij, om vervolgens weer over te gaan tot de orde van de dag zal de moeite niet worden beloond. Er moet consequent ruimte worden gecreëerd voor een vervolg. Om dit te bewerkstelligen zullen alle medewerkers, van balie tot achter de schermen, zich dusdanig moeten ontwikkelen dat zij vragen herkennen en kunnen omzetten in bruikbare signalen. Om een huis voor mediawijsheid te kunnen zijn zul je als bibliotheek mediawijs moeten handelen in al je doen en laten, om op die manier de fase van imitation te ontstijgen en zich thuis te gaan voelen in de authenticiy fase. Alleen zo kan de bibliotheek verbindingen maken tussen zijn bezoekers en de postmoderne maatschappij. De bibliotheek dient de uitdaging aan te gaan en de kerntaken postmodern in te vullen. Volgens Van Driel (2007) moet er samen met diverse partnerinstellingen worden gewerkt aan een nieuwe functie: die van knooppunt in onze netwerksamenleving, waar kennis wordt gedeeld en vermeerderd. De volgende drie vlakken zullen daarbij het meest belangrijk zijn: de website, samenwerking met bedrijven en organisaties en het onderwijs. Zoals in de inleiding is vermeld, zullen de adviezen worden geformuleerd in drie lagen. Over de bibliotheek als geheel hebben wij hier eerst een paar ideeën verwoord: •
Laag 1: concrete acties die de bibliotheek kan op korte termijn ondernemen om postmoderner te worden De bibliotheek is vertegenwoordigd bij verschillende evenementen in de stad. Ze laat haar gezicht zien op culturele activiteiten, waarbij veel mensen aanwezig zijn. Daarmee kan de bibliotheek laten zien dat ze zich niet alleen bezighoudt met het uitlenen van boeken. Om cultuurdeelname te stimuleren kunnen kortingen worden aangeboden met de biebpas. ook wordt er gezocht naar overeenkomsten tussen de bibliotheek en commerciële bedrijven, zorg en welzijnsinstellingen etc. met als doel een gezamenlijke dienstverlening die de burger optimaal van kennis en informatie voorziet.
•
Laag 2: creatieve ideeën die wellicht in de toekomst – mits de wind in de juiste richting waait – vorm zouden kunnen krijgen binnen de bibliotheek De invulling van een abonnement kan door de bibliotheekgebruiker zelf worden bepaald. Budgetten kunnen flexibel worden ingezet, men kan boeken lenen zonder lidmaatschap. Een gebruiker van de bibliotheek kan zelf kiezen welke media hij fysiek wil lenen en uitproberen, en hoeveel hij wil betalen voor het downloaden van e-books of andersoortige bestanden. Het denkproces van de bibliotheek zelf zal niet meer worden geblokkeerd door wetten en regels rondom privacy en auteursrecht.
•
Laag 3: postmoderne ideeën die de bibliotheekmedewerkers kunnen inspireren en wellicht aanleiding kunnen vormen voor discussie rondom het postmodern denken over de eigen bibliotheek. Door de definitieve intrede van het postmoderne wereldbeeld, is de wereld sterk veranderd. De mens heeft zich erbij neergelegd, dat niet alles te verklaren is, maar heeft wel ontdekt dat alles met elkaar in verbinding staat. Op het gebied van informatieverwerving betekent dit, dat de verschillende bronnen, waaronder de bibliotheek, als knooppunten met elkaar verweven zijn. De bibliotheek zelf heeft een metamorfose ondergaan en het instituut zoals we dat vandaag kennen, zal van vorm veranderen en opgaan in een nieuwe postmoderne structuur van informatievoorziening.
Voor de onderdelen website, samenwerken met bedrijven en organisaties en educatie hebben wij deze lagen verder uitgewerkt.
12
Website Een postmoderne bibliotheek behoort ‘up to date’ te zijn. Tot dusver is er altijd een instantie op gebied van informatievoorziening geweest, die de bibliotheek een stap voor was. Denk aan de actualiteiten die kranten bieden en de enorme databank die internet heet, met websites als NU.nl en Wikipedia en waarin iedereen alles kan opzoeken zonder er de deur uit te gaan. Daarom is de website van een bibliotheek van groot belang. Hier ligt een taak voor de bibliotheek. Een taak die door de ICT medewerkers serieus wordt genomen en waarin op dit moment veel vooruitgang wordt geboekt. De website van Bibliotheek Breda loopt momenteel nog wat achter op andere bibliotheken. Er wordt hard aan gewerkt om deze snel aan te passen. Rond week 27 komt deze geheel nieuwe website online. De voordelen van deze website zijn onder andere dat er meer gedaan kan worden dan alleen verlengen en reserveren. Zo kunnen lenerspassen per adres worden samengevoegd en worden er afbeeldingen toegevoegd aan de boeken in de catalogus en leenhistorie. Daarnaast kunnen leners leenlijsten aanleggen en andere gebruikers tips toesturen, door middel van het ‘raten’ van boeken. Ten slotte kunnen leden een verzoek doen tot aanschaf van een boek. De volgende koppelingen zijn wat ons betreft hierbij onmisbaar en vormen tevens onze adviezen voor de eerste laag:
Laag 1:
1.
RSS feeds Door deze tool kan het laatste nieuws van de bibliotheek met één klik zichtbaar worden gemaakt. Door deze RSS Feed toe te voegen als favoriet in je webbrowser, kun je gemakkelijk op de hoogte blijven van wat zich in de bibliotheek afspeelt. Momenteel maken veel bibliotheken al gebruik van deze tool.
2.
Koppeling met sociale netwerksites Dit is een gebied waarop nog veel te halen valt, zeker omdat het voor veel jongeren het belangrijkste middel van communiceren is geworden. De bibliotheek moet veel tijd in stoppen, om zo de mediawijze informatiezoekers aan zich te kunnen binden. Naast populaire sites als Hyves, Facebook en Twitter zijn er ook sites die zich op literatuur richten, zoals LibraryThing.
3.
Linken naar websites buiten de bibliotheek De bibliotheek heeft niet meer zoals vroeger de monopoliepositie op het gebied van kennis en informatie. Een kenmerk van postmodern denken is juist dat kennis vanuit verschillende hoeken tot ons komt en uit al die informatie kiest ieder individu dat wat voor hem van waarde is. Een knooppunt van kennis en informatie maakt verbindingen tussen verschillende instanties dus ook tussen verschillende websites. De bibliotheek is hier uitermate geschikt voor, omdat een unieke eigenschap van de bibliotheek is, dat de zij altijd als zeer betrouwbaar wordt gezien en ook veel kennis over veel verschillende onderwerpen in huis heeft. Echter, tegenwoordig zijn er ook genoeg informatiekanalen beschikbaar die betrouwbare kennis verspreiden, waardoor het de taak van de bibliotheek wordt om zowel de eigen kennis te delen, als mede door te verwijzen naar andere informatiebronnen. Om de lener optimaal van informatie te kunnen voorzien dient daarom dus buiten de grenzen van de bibliotheek te worden gedacht.
13
Laag 2:
Momenteel is het vanwege auteursrechten nog niet mogelijk om boeken en e-books online te publiceren. Op basis van de ontwikkelingen die andere media in de afgelopen jaren hebben doorgemaakt (bijvoorbeeld de muziekindustrie die in slechts twee decennia evolueerde van LP tot Spotify) verwachten wij dat ook voor het lezen de tijden zullen veranderen en nieuwe deuren zullen worden geopend. Daarom stellen wij de volgende ideeën voor: 1.
Digitale beschikbaarheid E-books (of fragmenten ervan) zijn via USB portal in de bibliotheek of via de website te downloaden op een e-reader of laptop. Daarnaast zou inzage in boeken en de krantenbank ook thuis toegankelijk mogelijk gemaakt moeten worden, zodat alle informatie die in de bibliotheek aanwezig is, voor leden ook thuis in te zien is.
2.
De bibliotheek als uitgever Het begrip literatuur staat ter discussie (besproken in hoorcollege 5). Naast boeken van literaire schrijvers worden ook lectuur en boeken van amateurschrijvers steeds populairder. Bij dit idee krijgen nieuw literair talent en amateurschrijvers (al dan niet uit de regio van de bibliotheek) de mogelijkheid hun werk online te promoten en/of publiceren via de bibliotheek. De bibliotheek krijgt dus ook een rol als promotor van nieuwe werken, om zichzelf zo te blijven verdiepen in nieuwe ontwikkelingen op literair gebied.
Laag 3:
In de verdere toekomst zal de bibliotheek, met het oog op de technische ontwikkelingen, van bestaansvorm en functie veranderen. Voor zover de website nog niet het meest bepalende onderdeel was, wordt het dat nu nog meer. Een mogelijk beeld van de bibliotheek als knooppunt van kennis en informatie in de toekomst zou er zo uit kunnen zien: De digitale bibliotheek De gehele bibliotheekcollectie is digitaal beschikbaar voor iedereen (dus ook voor niet-leden). De bibliotheek verandert in een digitaal informatieorgaan, een nieuwe bron voor kennis en informatie op internet; wellicht iets in de lijn van een zoekmachine a la Google. De online bibliotheek vormt een belangrijke en betrouwbare informatiebron en verbindt verschillende media in haar aanbod. Deze vorm gaat verder dan alleen een website; applicaties voor e-readers, i-pods, mediaplayers i-phones etc. kunnen via de site worden gedownload zodat iedereen, van peuter tot professor, zichzelf ten aller tijde, op iedere plaats, op korte termijn van de juiste informatie kan voorzien.
14
Samenwerken met bedrijven en organisaties Bibliotheek Breda gaf aan dat het samenwerkingsverbanden aan gaat met andere commerciële en nietcommerciële bedrijven. Hierbij moet het initiatief vanuit de bibliotheek komen om op deze manier kennis te blijven verspreiden en vergaren. Bibliotheken kunnen vestigingen openen samen met bedrijven, zoals onlangs in Breda gebeurd is in samenwerking met de Rabobank en, al geruime tijd, samen met de muziekschool. De bibliotheek zelf ziet als doel dat er gezamenlijke dienstverlening kan worden aangeboden. Bottom-up denken: Op zoek naar bedrijven die behoefte hebben aan informatie: zij die onderzoek doen, kennis delen, een binding hebben met een doelgroep die ook behoefte heeft aan kennis en informatie. Laag 1:
1.
Organiseren activiteiten en dienstverlening De bibliotheek heeft al eerder activiteiten met verschillende bedrijven georganiseerd. Zo was er een workshop over je geld beheren in samenwerking met de Rabobank, en werd er samen met het Chassé Theater een cultuurspeurtocht georganiseerd. Door met meerdere bedrijven en instellingen dit soort gezamenlijke dienstverlening aan te bieden, laat de bibliotheek zien dat ze meer is dan alleen een ‘boekenuitleen’. Dit soort activiteiten en dienstverlening moeten dan wel opgezet worden vanuit het perspectief van het mogelijke publiek. Waar is behoefte aan? De rol van de bibliotheek kan die van peiler van het aanbod zijn: iedereen mag bij de bibliotheek aangeven, over welk onderwerp hij/zij een activiteit over zou willen volgen. De bibliotheek kan dan een bedrijf benaderen en de ruimte voor de workshop faciliteren. Waneer er bijvoorbeeld een vraag binnenkomt over het opstarten van een bedrijf, kan de bibliotheek de Kamer van Koophandel en een zelfstandige ondernemer uitnodigen om een cursus te geven binnen de bibliotheek.
2.
Samenwerking met ICT-bedrijven Mediadragers als laptops, iPhones, iPads, gameconsoles en e-readers worden steeds belangrijker. Door als bibliotheek hierover informatie in te winnen, kan zij haar gebruikers helpen met vragen over deze verschillende dragers. Ook kan er aan de informatiebalie een soort troubleshooter staan, die kan helpen als de drager niet meer naar behoren werkt.
Laag 2
1. Huisvesting samen met organisaties uitbreiden Momenteel heeft de bibliotheek zich op enkele locaties samen met bedrijven of instellingen gevestigd, bijvoorbeeld met een muziekschool en een filiaal van de Rabobank. Dit wordt steeds meer uitgebreid. Door de bibliotheek in een bedrijfspand toe te voegen, is er voor werknemers ten eerste de mogelijkheid om te ontspannen en verschillende mediadragers uit te proberen. 2. De bieb als voorloper op het gebied van media Ten tweede is de bibliotheek op dat moment een voorloper op het gebied van nieuwe media en daarmee een belangrijk ‘naslagwerk’ naast het internet. Tijdens informele bijeenkomsten worden bezoekers op de hoogte gehouden van de laatste technische nieuwtjes, in samenwerking met de producenten daarvan. 3. ‘ad hoc’ samenwerkingsprojecten Bibliotheken dienen de vraag van de burger. Op iedere vraag zal een kort, helder en nuttig antwoord moeten worden bedacht. Om hierop in te kunnen springen is het van belang dat de bibliotheek zich niet alleen richt op langdurige samenwerkingsprojecten, maar ook bereid is tot kortere samenwerkingsverbanden, die in korte tijd kunnen inspelen op een behoefte uit de samenleving. Zo kan bijvoorbeeld in verkiezingstijd verschillende politieke partijen een podium worden geboden.
15
Laag 3
Bieb als ICT- en multimediaknooppunt voor bedrijven De bibliotheek is een geheel andere instantie geworden. Het grootste deel van de fysieke collectie is verspreid over verschillende locaties, die zich bevinden binnen bedrijven en scholen. De dienstverlening is toegespitst op ICT en bevindt zich op kantoren van grote ICT gerelateerde bedrijven. Mensen kunnen via een website antwoord krijgen op vragen over en problemen met hun mediadrager (pc, iPhone, e-reader etc.) en/of vragen op het gebied van kennis en informatie in relatie tot nieuwe media.
16
Educatie De bibliotheek gaf in het interview aan dat er een programma in ontwikkeling is dat scholen toegang geeft tot de catalogus van de bibliotheek, namelijk Biebsearch. Daarnaast is het belangrijk dat er gedacht wordt vanuit de behoeften van leerlingen/jongeren. Zij zijn over een aantal jaar de ‘digital natives’ binnen de samenleving, en zijn vaak mediawijzer dan volwassenen. Daarom is het nuttig voor bibliotheken om erachter komen hoe jongeren omgaan met het verzamelen van kennis en informatie. Op de volgende manieren kan de bibliotheek daar naar onze mening inzicht in krijgen: Laag 1: 1.
Leerlingenpanel Door leerlingen actief te betrekken bij de verschillende activiteiten binnen de bibliotheek en mee te laten denken over verschillende onderwerpen, raken de leerlingen geprikkeld en krijgt de bibliotheek er bruikbare postmoderne ideeën bij. Laat de leerlingen zien dat hun input serieus genomen wordt door hen bij de verschillende lagen van de organisatie te betrekken en te investeren in de ideeën die zij aandragen.
2.
Maatschappelijke stages Binnenkort zullen alle leerlingen van het voortgezet onderwijs een ‘maatschappelijke stage’ moeten afronden als onderdeel van hun opleiding. Bij verschillende bibliotheken zijn pilot-projecten gestart om jongeren via deze weg te betrekken bij de bibliotheek. Zij helpen onder andere bij het mediawijs maken van ouderen. Breda kan bij dit idee aansluiten en op zoek gaan naar nieuwe functies, waarbij zowel de bieb als de leerling van de stage kunnen leren.
Laag 2:
1.
De bibliotheek naar de scholen toe De bibliotheek krijgt een plaats binnen de school en ondersteunt leerlingen en docenten op een multi/inter-mediale manier bij het zoeken naar en vinden van betrouwbare informatie. De bibliotheek kan zich, in zowel fysieke als digitale vorm, gaan vestigen binnen de scholen om daar de leerlingen te trainen in het omgaan met de enorme stroom aan kennis en informatie die door de media wordt aangeboden. Dit wordt dan geen privébibliotheek van de school, maar deze blijft een onderdeel van de openbare bibliotheek en is zowel onder schooltijd te raadplegen als buiten schooltijd toegankelijk voor leerlingen, naschoolse opvang en ouders. Integratie van verschillende media zijn verzameld op dit informatieknooppunt. Zo kan de bibliotheek ook als interactieve vrijetijdsbesteding fungeren.
2.
Buitenschools leren voor scholieren Binnen het onderwijs zijn op dit moment verschillende ontwikkelingen gaande. Een leven lang leren’ wordt steeds belangrijker, en naast het formele (schoolse) leren speelt ook informeel leren een steeds grotere rol. De bibliotheek kan op deze trends inspelen door (binnen of buitenschools) activiteiten te organiseren die betrekking hebben op kennis en informatie, zonder dat de nadruk op ‘leren’ komt te liggen. Ook kunnen zij samenwerken met instellingen voor buitenschoolse opvang.
17
3.
Informeel leren voor iedereen Educatie reikt verder dan alleen het onderwijs. Een bibliotheekbezoek is voor veel mensen een vrijetijdsbesteding of hobby, aan leren wordt niet direct gedacht. Toch kan er in de bibliotheek veel geleerd worden. De bieb is bij uitstek een organisatie die verschillende vormen van cultuur en kennis met elkaar kan verbinden, om zo de interesses van mensen te verbreden. De sleutel hiervoor is informeel leren. Biedt de bibliotheekbezoeker zowel online als in het bibliotheekgebouw een uitdagende mogelijkheid tot kennisverbreding aan. Denk bijvoorbeeld aan het bieden van achtergrondinformatie tijdens culturele evenementen als filmfestivals, museumweekend etc. Prikkel de nieuwsgierigheid, nodig mensen uit hun mening te geven, laat mensen dingen uitproberen etc. Op deze manier leren zij (vaak onbewust) iets nieuws, wat niet alleen een positieve ervaring oplevert maar ook de kans vergroot dat zij in de toekomst de bibliotheek blijven opzoeken, omdat deze steeds weer iets nieuws weet te bieden. Een mogelijk voorbeeld op het gebied van informeel leren is het idee van een taalcafé, beschreven door Jan van Avezaath, Hans van Driel en Jeroen van Beijnen in de postmoderne thermometer (2010): ‘Leer Turks van je stadsgenoot. Bied als bibliotheek in samenwerking met bijvoorbeeld de Volksuniversiteit een formele cursus Turks aan, aangevuld met een taalcafé in de bibliotheek, waar op afgesproken momenten stadsgenoten met een Turkse achtergrond (vrijwilligers) aanwezig zijn met wie men kan converseren. En misschien volgen sommige van die Turkse stadsgenoten wel een inburgeringscursus. Dat zou mooi zijn, dan zouden degenen die de taalcursus volgen hen weer kunnen helpen. Uiteraard zijn in het café themacollecties te vinden, die inhoudelijk aansluiten op de cursus. En één en ander wordt natuurlijk ondersteund met een online taalcafé.’
Laag 3:
1.
Educatie in de digitale bibliotheek Leerlingen van de toekomst zullen geen tassen met boeken mee naar school nemen, maar wellicht een apparaat dat een e-reader, een laptop met internetaansluiting en een telefoon met elkaar verbindt. De bibliotheek bestaat op dit apparaat in de vorm van een computerprogramma, dat direct in contact staat met de digitale bibliotheek (zie hiervoor) en educatief medewerkers van de bibliotheek. Leerlingen met vragen kunnen te allen tijde mailen/sms’en/bellen naar deze medewerkers wanneer zij een vraag hebben met betrekking tot kennis en informatie, bijvoorbeeld voor het maken van een werkstuk. Ook kunnen zij zelf een bijdrage leveren aan de digitale bibliotheek, door hun werkstukken/verhalen/presentaties online te plaatsen.
18
Conclusie: de droom van de digital native
19
Presentatie Op 28 juni hebben wij de resultaten van dit onderzoek gepresenteerd aan de bibliotheek in Breda. Aanwezig waren de drie medewerkers die deelnamen aan het interview en een zestal andere bibliotheekmedewerkers. Namens de universiteit van Tilburg was ook Hans van Driel bij de presentatie aanwezig. De presentatie bestond uit drie delen. Vicky begon met een opening en refereerde naar onze inleiding door te vertellen over het meisje (de digital native) voor wie dit verslag geschreven is. Vervolgens gaf Suzanne uitleg over de overgang van een mechanistische naar een postmoderne maatschappij/bibliotheek. Na een intermezzo in de vorm van een reclamespot van KPN presenteerde Auke deel drie van de presentatie. Hij gaf uitleg over het ARIA model en besprak de verschillende adviezen die in dit verslag zijn weergegeven. De presentatie sloot af met een filmpje, waarin de verschillende uitgangspunten van de presentatie normaals naar voren werden gebracht; een visualisatie van het toekomstperspectief. In de bijlage zijn afbeeldingen van de PowerPoint presentatie toegevoegd.
Reacties op de presentatie Joke geeft aan dat ze meer concrete ideeën had willen zien; ze had een echte eye-opener verwacht. Ze vond de derde laag nog niet vernieuwend genoeg. Hierdoor ontstond er een discussie omtrent het denken buiten de eigen mogelijkheden. David geeft dan ook aan dat het lastig is te voorspellen hoe de toekomst eruit zal komen te zien met behulp van het voorbeeld over het onderzoek dat gedaan is naar mobiele telefonie. Hans geeft hierna aan dat het gaat om drie principes in het onderwijs: mogelijkheden creëren, maatwerk en informeel leren. Volgens Hans moet je open ogen hebben voor wat er in de maatschappij gebeurd. Van bovenaf moet er gefaciliteerd worden, terwijl de input van onderaf gehaald moet worden. Hij noemt het voorbeeld van de inzakkende politiek en het wegvallen van de krant ter ondersteuning van de identiteitscrisis. De manier van denken moet zo open mogelijk worden: heel wild. Hierop kwam een reactie van Marianne: ‘de huidige regels houden het open denken tegen’. Hans: ‘Doelen zijn echter dynamisch’. Verder noemt Hans maatregelen die de bibliotheek zou kunnen ondernemen om niet ‘nutteloos’ te vergaderen om daarna over te gaan op de orde van de dag. Hij geeft aan dat in het beleidsplan moet worden opgenomen dat doelgroepen in principe niet langer bestaan; ze veranderen continue en mensen zijn niet langer in hokjes te omschrijven. Daarnaast benadrukt Hans het belang van brainstormsessies waarin medewerkers creatief kunnen nadenken op zoek naar onbekende mogelijkheden. Enkele medewerkers reageerden hier enthousiast op, omdat ze het als prettig hebben ervaren om een dagje wel met je vak bezig te zijn, maar toch uit de dagelijkse taken wordt gehaald. Eén mevrouw is het hier in eerste instantie niet mee eens, volgens haar komen tijdens de reguliere vergaderingen ook nieuwe ideeën aan bod. Een ander oppert dat je een postmodern beleid ook moet doortrekken richting je aannamebeleid. Er zal moeten worden gericht op jonge, vernieuwende medewerkers die mediawijs zijn en openstaan voor nieuwe ideeën. Vervolgens kwam de website ter sprake. Marianne vroeg ons hoe je de eigenheid op lokaal gebied kan integreren in de landelijke website (zie laag 3 adviezen). Suzanne gaf hierbij aan dat het altijd begint bij het begin, dus op lokaal niveau en het uitgroeit naar groter. Hierop kwamen verschillende reacties van de medewerkers van de bibliotheek. De kwartjes van het postmoderne denken vielen op zijn plek; Joke reageerde namelijk door te benadrukken dat je in de postmoderne samenleving niet weet waar je eindigt, en gewoon ergens moet beginnen. Vervolgens kwamen er reacties met betrekking tot herkenningspunten uit een presentatie van de ‘Landelijke werkgroep’ van week 25.
20
Marianne vertelde over het nieuwe mediawijsheidstraject. De bibliotheek Breda heeft er niet voor gekozen mee te gaan in het 23 dingen programma, maar gaan binnenkort aan van start met een nieuw traject waarbij zes eigen medewerkers (allen mediacoach) het overige personeel mediawijs zullen maken. Dit idee leidt binnen de organisatie tot veel enthousiaste reacties. Vervolgens vroeg David zich af of wij -als studenten- wel of niet verrast waren door de bibliotheek naar aanleiding van ons eerste gesprek. Auke geeft aan dat hij de bibliotheek een stuk minder ‘grijs’ en ‘saai’ vindt dan hij van tevoren had verwacht. Alle drie waren we zeer enthousiast over de reacties van het bibliotheekpersoneel. Zij tonen zich bewust van het belang van het postmoderne denken en gaven aan deze presentatie als nuttig te hebben ervaren. Tot slot vroeg Marianne of wij interesse hebben in de toekomst vaker mee te denken over de bibliotheek. Onze reactie hierop is positief, na de zomervakantie neemt Marianne contact met ons op. Wordt vervolgt!
21
Bronvermelding Driel, H. van, Verheijen, N. et al. (2007). Burgers, media en bibliotheken. Den Haag.
Huysmans, F en Hillebrink, C. (2008), De openbare bibliotheek tien jaar van nu. De hoofdlijnen. Den Haag: SCP Provisie. (2010). Visie uit de cockpit, interview met Hans van Driel door Wim Broekman. In: ProVisie, magazine voor innovatief bibliotheekwerk uitgegeven door Biblioservice Gelderland. Nr 5. pp 32-35. Tegenlicht. (2010).Wiki’s Waarheid. VPRO. uitzending 17.02.2010. Ontleend aan http://tegenlicht.vpro.nl/afleveringen/2007-2008/what-happened-to-truth/wikis-waarheid.html Universiteit van Tilburg.(2010). Een postmoderne thermometer voor de bibliotheek. Universiteit van Tilburg / Cubiss. Tilburg.
Bijlagen •
De postmoderne thermometer
•
Uitwerking interview 21 mei 2010
•
Presentatie Bibliotheek Breda De dia’s getoond tijdens de presentatie bij de bibliotheek Breda (28-06-2010)
•
Presentatie Postmoderne Thermometer Onze uitwerking van opdracht 1: Ontwerp een thermometer voor de postmoderne openbare bibliotheek. Besproken tijdens college 4 (22-02-2010)
22
Interview en onderzoek website Bibliotheek Breda 21 mei 2010 1. Waarom is er voor de kerntaak ‘kennis en informatie’ gekozen? Bibliotheek Breda heeft als ‘slogan’ gekozen voor ‘vitaal knooppunt voor informatie’. Vandaar dat de kerntaak voor de hand lag. Daarnaast richt het beleidsplan zich ook specifiek op deze kerntaak. Beleidsvragen 2. Wat is het imago dat u als bibliotheek wilt uitstralen en welke manier wordt er aan imagovorming gedaan? Door samen te werken met locale partners en instellingen, willen we laten zien dat de bibliotheek meer is dan alleen een plaats voor de uitleen van boeken. We willen daarnaast veel gezamenlijke dienstverlening aanbieden met onze partners zoals Wijkwijs Breda, die de taken van de bibliotheek overstijgen en samenwerking met andere culturele instellingen zoals het Chassé theater, Rabobank, gemeente Breda en andere bibliotheken. De insteek is gezamenlijke dienstverlening. Daarnaast is het onderwijs erg belangrijk binnen de bibliotheek. Voor het voortgezet onderwijs is er toegang tot een informatiedatabase. 3. Worden er middelen ingezet om het marktaandeel van de bibliotheek te vergroten? Er wordt geprobeerd om alle leerlingen van het VO en het MBO lid te maken van de bibliotheek. In combinatie met docenten wordt momenteel de applicatie Biebsearch opgezet waardoor de catalogus ook toegankelijk is op school. Daarnaast worden de mogelijkheden bekeken om de bibliotheek aan huis te laten komen bij voornamelijk ouderen. Wat de bibliotheek probeert in haar nieuwe beleid, is meer op elke klant individueel toespitsen. Een nieuw speerpunt is de nieuwe website, die binnen enkele weken online komt. Hier kan dan meer worden gedaan dan alleen verlengen en reserveren. Onder andere het samenvoegen van de passen per adres (zodat moeder bij het verlengen niet elke keer van de kinderen de nummers apart hoeft in te typen) en afbeeldingen toevoegen aan de boeken in de catalogus en leenhistorie. Daarnaast kunnen leden leeslijsten aanleggen (dit is ook zonder lidmaatschap mogelijk) en andere gebruikers tips toesturen, middels reacties op boeken (boeken ‘raten’). Daarnaast kunnen leden een verzoek doen tot aanschaf van een boek. Ook zonder lidmaatschap moet de website aantrekkelijk zijn om te bezoeken. Voor leden is het een toevoeging aan het lidmaatschap. Daarnaast wordt geprobeerd om data van Breda te koppelen aan die van andere bibliotheken. 4. Is de bibliotheek transparant in haar beleidsvoering, door bijvoorbeeld haar jaarplannen inzichtelijk op de website te vermelden? Er staan geen jaarplannen online. Lidmaatschap 5. Richt u zich op specifieke doelgroepen? Zo ja, welke? Eigenlijk waren er drie doelgroepen te noemen: jeugd, jongeren en ouderen. Nu wordt er veel meer gericht op zo veel mogelijk specifieke doelgroepen. 6. Hoe (en waarom) wordt lidmaatschap gestimuleerd? Lidmaatschap kost slechts 5 euro per jaar indien het ‘kleine’ abonnement gekozen wordt. Vervolgens kan zelf worden bepaald hoeveel geld er op de pas gezet wordt voor het lenen van boeken, internet in de bieb en kopiëren. Bij het ‘grote’ abonnement kan men een onbeperkt aantal boeken lenen. 7. Zijn er mogelijkheden voor leden om met elkaar in contact te komen? Wordt er bijvoorbeeld gebruik gemaakt van een sociale netwerksite, zoals LibraryThing? Dat gebeurt momenteel nog niet echt. Het programma Biebsearch, dat eerder ter sprake kwam, is in ontwikkeling. 8. Wat zijn de voordelen voor leden ten opzichte van niet-leden? Onder andere kortingen (op de website onder ‘acties’). Als lid kun je daarnaast je zoekhistorie terugzien, wat als niet-lid niet kan. Ook kun je als lid materialen aanvragen die niet in Breda aanwezig zijn. De bibliotheek leent deze dan van andere locaties.
23
9. Hoe worden leden en andere bezoekers op de hoogte gebracht van nieuwe acties? Tot nu toe met name door mailcontact en berichten in de bibliotheekvestigingen. Ook op uitinbrabant.nl komen evenementen en acties te staan. 10. Worden leden persoonlijk op de hoogte gebracht van nieuwe acties? Die mogelijkheid wordt nog niet echt benut. Er is een mailinglist, maar er is op de website nog nergens een invulveld om daarop in te schrijven. Er wordt wel gebruik gemaakt van Twitter, maar ook daar moeten leden zelf aangeven dat ze de bibliotheek willen volgen. 11. Biedt de bibliotheek aan abonnees de mogelijkheid om gebruik te maken van databanken op het internet die normaal gesproken niet gratis en vrij toegankelijk zijn? Ja, bijvoorbeeld krantenbank, maar dit kan alleen in de vestigingen zelf (door auteursrechten) en ook niet-leden kunnen er dan gebruik van maken. 12. Heeft de bibliotheek een bezorgdienst om materialen thuis te bezorgen? En zo ja: kunnen abonnees zelf de tijd waarop bezorgd wordt bepalen? Er is een bezorgservice. Er staat alleen niet uitgelegd hoe dit in zijn werk gaat. Het wordt ‘bibliotheek voor ouderen’ genoemd, de ouderen kunnen met een nummer bellen of mailen. 13. In hoeverre is een lidmaatschap nodig om materiaal te lenen en activiteiten bij te wonen? Zijn deze prijzen onderverdeeld in verschillende hoogtes voor diverse inkomens te denken aan, studenten en 65plussers? Er zijn verschillende abonnementen, leden kunnen zelf bepalen welk abonnement ze nemen. Voor 65plussers en studenten zijn speciale abonnementen ontwikkeld. 14. Biedt de bibliotheek de leden een gepersonaliseerd aanbod aan? Nog niet, maar dat is in de maak. Wel kun je de leenhistorie zien, als je inlogt op de site. Er komt nog een optie, waarbij ‘aanraders’ in beeld verschijnen. 15. Zijn leden van de bibliotheek in de mogelijkheid tot het schrijven van recensies over boeken en het geven van waarderingen aan boeken op de website? Dit is mogelijk voor iedereen als je naar de catalogus gaat. Waardering gaat met sterren, mening kun je ook achterlaten. Collectie 16. Op basis waarvan worden er bij de selectie van collectie keuzes gemaakt? Door grote overkoepelende organisatie worden alle nieuwe boeken per week doorgelezen en gerecenseerd. Op basis daarvan worden boeken aangeschaft. Daarnaast kijken we per vestiging wat populair is. Vooraf is er een indeling van het budget gemaakt op basis van actualiteit en de pluriformheid van de collectie. De Nederlandse Bibliotheekdienst bepaald de inhoud van de collectie met aanvulling van lokale input. Eventueel kunnen losse boeken uit uitgeverijen gehaald worden om direct in het aanbod te kunnen voorzien. 17. Worden klanten van de bibliotheek in staat gesteld suggesties te doen aan de bibliotheek betreffende de collectie-inhoud? Bijvoorbeeld inspraak in de aanschaf van nieuwe boeken. Is er een mogelijkheid voor de leden om invloed uit te oefenen op de plaatsing van de collectie? Dat is er indirect, aan de hand van het lezersgedrag wordt bepaald welke boeken ook aangeschaft dienen te worden. Er zijn toekomstideeën om deze invloed uit te breiden. 18. Is de collectie multimediaal? Dus bevat deze niet alleen boeken, tijdschriften en dvd’s, maar ook luisterboeken, games, kunst, muziek, e-books, etc.? Ja, games nog niet, maar daar wordt aan gewerkt. Ook worden er e-readers uitgeleend, maar dit is nog niet optimaal. Een boek kan niet worden gedownload vanwege auteursrechten. Er worden daarnaast projecten georganiseerd o.a. met Nederland Leest: hierbij wordt literatuur aan een andere kunstvorm gelinkt, zodat van beide iets geleerd wordt.
24
19. Is de bibliotheekcollectie ook afgestemd op mensen met een beperking? (extra grote letters, luisterboek voor slechtzienden of bezorgservice voor boeken) Ja, alle bovenstaande services bieden wij. 20. Wordt er over nagedacht om e-books via internet te verstrekken door middel van downloaden? Ja, maar een boek kan nog niet worden gedownload vanwege auteursrechten. 21. Hebben de leden toegang tot digitale krantenarchieven, tijdschriften of andere abonnementen? Ja, leden hebben toegang tot de Krantenbank, waarmee artikelen tot 12/13 jaar terug kunnen worden opgezocht. De databanken zijn zowel voor leden als niet-leden enkel toegankelijk in de bibliotheek. Buiten bibliotheek niet mogelijk vanwege rechten. 22. Is de catalogus van de bibliotheek op internet te raadplegen? Ja dat is mogelijk, ook als niet-lid zijnde. 23. Heeft de bibliotheek naast de fysieke collectie ook een deel van de collectie zelf online staan? Er is geen boek online in te kijken (auteursrechten), alleen is op te zoeken op welke locatie een bepaalde titel aanwezig is. 24. Wordt er vanuit de bibliotheek gezorgd voor links naar websites (of doorverwijzingen op locatie) met aanvullende informatie, daar waar zij zelf tekort schiet? Er is een pagina met links naar andere informatiebronnen (onder digitale bibliotheek), deze links zijn geordend per categorie. Ook is er toegang tot de aquabrowser. 25. Worden klanten van de bibliotheek in staat gesteld suggesties te doen aan de bibliotheek betreffende de collectie-inhoud? Bijvoorbeeld inspraak in de aanschaf van nieuwe boeken. Leden kunnen aangeven dat ze een bepaald boek graag willen lenen. De bibliotheek kan dit vanuit een andere bieb laten komen, dit kost echter wel €2,25.
Mediawijs in de collectie 26. Is het voor de bibliotheekgebruikers duidelijk waar en hoe zij aan de juiste informatie kunnen komen? Nog niet voor iedereen. Dit komt omdat er nog steeds gebruik wordt gemaakt van het SISO systeem (met de nummertjes onderaan de boeken), waarmee niet iedereen kan omgaan. Daarnaast weten veel mensen niet wat er allemaal mogelijk is in de bibliotheek, dit is een verbeterpunt. Dit hangt weer samen met het imagoprobleem waarbij de bibliotheek afhankelijk is van het personeel aan de balie. Nu worden alleen scholen geïnstrueerd. 27. Is er zowel digitaal als fysiek de mogelijkheid om vragen te stellen over het aanbod van de bibliotheek? Ja, dit kan aan de informatiebalie of via een mail aan de bibliothecaris. 28. Maakt de bibliotheek aan de bezoekers voldoende duidelijk dat er niet alleen door boeken kennis en informatie wordt verstrekt? Dit kan nog meer, naar ons idee weten klanten nog niet alle mogelijkheden. We moeten meer laten zien wat er mogelijk is, zodat dit ook kan bijdragen aan het imago. Dit ligt ook deels aan de baliemedewerkers, die hier niet altijd even secuur mee omgaan. 29. Is de beschikbare informatie actueel? Bijvoorbeeld door het gebruik van RSS Feed. Er is nog geen RSS Feed mogelijk, maar dit zal spoedig toegevoegd worden. Er worden wel recente nieuwsberichten op de nieuwspagina geplaatst, evenals een agenda waarin nieuwe activiteiten staan. 30. Is alles dat fysiek in de bibliotheek kan ook online mogelijk? Nee, vanwege auteursrechten is alles uitsluitend in de bibliotheek te raadplegen. 31. Kunnen gebruikers zelf de zoektermen en de indeling bepalen? (taggen) Zo niet: wie bepaald die termen dan wel?
25
Momenteel kan dit nog niet, omdat voor de nieuwe website nog wordt gekeken hoe dit het beste in het vat kan worden gegoten. De bibliotheek maakt al wel gebruik van aquabrowser en dat lijkt een goede vorm te zijn. 32. Kunnen gebruikers zelf reacties of informatie toevoegen? (Zie bijvoorbeeld Wikipedia) Kunnen gebruikers recensies plaatsen of de bruikbaarheid aangeven? Vanaf het moment dat de nieuwe website online komt, is dit mogelijk. Een recensie in de vorm van een reactie is mogelijk. Bruikbaarheid aangeven is niet mogelijk, wel is waardering mogelijk. 33. Is er een mogelijkheid dat niet alleen de medewerkers van de bibliotheek maar ook gebruikers tags aan materialen kunnen geven? Dit is nog niet het geval. 34. Is er een koppeling met sociale netwerksites zoals Hyves en Facebook? Is er ooit geweest, maar dit kostte veel tijd ten opzichte van wat het uiteindelijk opleverde. Zwakte is dat er geen continue aandacht beschikbaar/besteed wordt aan Hyves/Twitter. 35. Communiceert de bibliotheek ook via e-mail of sms of Twitter met haar leden? Via mail al wel, en ook Twitter is er, dit zal worden gebruikt als verlengstuk van de website. Belangrijk is wel dat rekening wordt gehouden met de privacy van gebruikers. Het is wel mogelijk door vrijwillige aanmelding. De leenhistorie wordt ook alleen getoond als dit door de lener wordt aangevinkt uit privacyoogpunt. Postmoderne vragen 36. Hoe ziet u de bibliotheek over 10 jaar? Zit de bibliotheek dan nog steeds in hetzelfde gebouw? Hoe ziet dat gebouw eruit? Of is er geen sprake meer van een gebouw? De bibliotheek zal in de toekomst niet veel veranderd zijn, alleen de digitale collectie zal meer toenemen en ontmoeting zal worden gepromoot net als ruimtes om te studeren. Het gebouw is er nog, er zijn meer faciliteiten. Er is wel meer ruimte nodig. En ook de behoefte zal groeien, dat heeft de bibliotheek gemerkt afgelopen tijd. Wel komt er meer informatie digitaal. Helaas is de bibliotheek (nu al) de exclusiviteit kwijtgeraakt door de komst van internet. 37. Is er dan nog sprake van bibliotheekleden? Of is alles vrij toegankelijk voor iedereen? Dat alles vrij wordt voor iedereen is nog een utopie. De bibliotheek heeft het basisbedrag per jaar nodig. Er wordt wel gewerkt aan het uitbreiden van de landelijke ledenpas, zodat iedereen overal kan lenen. Nederland is een van de weinige landen waar je moet betalen voor een abonnement. De landelijke ledenpas bestaat nu ongeveer drie jaar. Het is soms zelfs mogelijk om je pas in een andere stad te laten registreren. De bibliotheek zou willen streven naar gratis lidmaatschappen. 38. Stel: u wordt gevraagd actief samen te werken met een commercieel bedrijf. Welk bedrijf zou dit zijn en waaruit zou deze samenwerking bestaan? Wordt momenteel al gedaan met Rabobank, samen in 1 gebouw. Verder geven de medewerkers van de bibliotheek een aantal zaken op, die ze zelf hopen over 10 jaar gerealiseerd te hebben: • Mensen hebben de website van de bibliotheek als startpagina. • De bibliotheek is vanzelfsprekend als samenwerkingspartner. • Elke titel is meteen leverbaar. • Biebsearch wordt verder ontwikkeld en is over 5 jaar verwezenlijkt. • De bibliotheek is een prominente partner in het onderwijs. • Het gebruiksgemak is omhoog gegaan, licenties voor downloaden boeken zijn in bezit. • De website wordt ook mobiel beschikbaar (is momenteel zelfs al). • Flexibeler met geldstromen vanuit de overheid. • Er wordt gewerkt met games.
26
Een postmoderne thermometer voor de bibliotheek
Universiteit van Tilburg / Cubiss Tilburg, 10 mei 2010
27
Inleiding
Hier vindt u de 'post-moderne thermometer bibliotheken'. Het maken van de thermometer is een van de opdrachten die de studenten van de cursus "Mediawijsheid' hebben moeten verrichten. De 2e-jaars cursus past in het curriculum Algemene Cultuurwetenschappen van de Faculteit Geesteswetenschappen aan de Universiteit van Tilburg. Binnen de thermometer staan de 5 kernfuncties van bibliotheekwerk centraal. We sluiten af met gedachten over randvoorwaarden die te maken hebben met gebouw en physical evidence. De kernfuncties zijn niet altijd goed van elkaar te onderscheiden en dus zult u overlap aantreffen binnen de verschillende onderdelen van deze thermometer. Om de voorstellen van iedere groep in hun waarde te laten, hebben we deze overlap hier laten staan. Na toepassing, gesprek en presentatie door de studenten en na evaluatie van de cursus passen we de thermometer aan. De thermometer bevat zowel vragen over de huidige invulling van de kermfuncties als vragen c.q. opmerkingen over de mogelijke toekomstige invulling van de kernfuncties binnen uw bibliotheek. De vragen over de huidige situatie gebruiken de studenten om zichzelf een beeld te vormen van de actuele invulling van de kernfuncties in uw bibliotheek. Tijdens het gesprek zullen vooral mogelijke toekomstige invullingen van de kernfuncties besproken worden, waarna de studenten een korte presentatie zullen verzorgen in uw bibliotheek over een mogelijk toekomstplan. Voor de studenten is deze cursus en de opdrachten die daarmee samenhangen een leertraject. We beschouwen het onderzoek als een exercitie waarmee we voor de individuele bibliotheken en voor de Brabantse Netwerk Bibliotheek ingrediënten verzamelen voor het vormgeven van een mediawijze bibliotheek in een mogelijke toekomst. Als bijlage treft u een vijftal post-moderne ideeën aan die zijn geformuleerd door Jan van Avezaath met inbreng van de overige ondergetekenden. De cursus zelf vormde de inspiratiebron. Ze zijn, zoals delen van deze thermometer, bedoeld als proeve van grenzeloos denken over de bibliotheek van de toekomst. ...............................................
Namens Cubiss, Jan van Avezaath Jeroen van Beijnen Angeliek van der Zanden
Namens Universiteit van Tilburg, Hans van Driel
Tilburg, 10 mei 2010 Noot: In dit verslag is allen de eerste kerntaak van de thermometer (Kennis en Informatie) toegevoegd.
28
Kernfunctie 1 Kennis & informatie
Groep 1: Steffy Clephas - 893335 Michelle Emmen – 636375 Pauline Verstraten – 406469 Groep 3: Suzanne Keurntjes - 447289 Auke de Vries – 692577 Vicky Zeegers – 515314
29
Inleiding Een mechanistische benadering van de postmoderne bibliotheek We leven in een veranderlijke wereld, waarin de veranderingen zich ontwikkelen op hoge snelheid. Op dit moment maken we de overstap van de mechanistische, lineaire vorm van omgaan met kennis en informatie naar een postmoderne maatschappij, waarbinnen kennis en informatie op vele nieuwe manieren beschikbaar is voor iedereen. De bibliotheek heeft de taak om in te spelen op deze veranderingen. ‘Kennis en informatie’ is één van de vijf kerntaken van de bibliotheek. Het gaat daarbij om de taak van de bibliotheek om enerzijds bezoekers informatie te verschaffen en kennis te laten vergaren en anderzijds het beheren en distribueren van een collectie die voldoende breed is om in de behoefte van verschillende doelgroepen te voorzien. De bibliotheek streeft hierbij naar de plek waar openbaarheid en onafhankelijkheid centraal staan1. Deze beschrijving van de kernfunctie toont een mechanistische kijk op de begrippen ‘kennis en informatie’, die in een postmoderne samenleving moeilijk realiseerbaar is. Dit komt doordat de mate van openbaarheid en onafhankelijkheid voornamelijk van bovenaf wordt bepaald (top-down), terwijl in een postmoderne samenleving steeds meer wordt uitgegaan van een bottom-up strategie. In de maatschappij ontstaan iedere dag nieuwe manieren om kennis te vergaren en te verspreiden. Denk bijvoorbeeld aan relatief nieuwe fenomenen als twitter en netwerksites als hyves en linkedIn. Door websites als Wikipedia laaien discussies over betrouwbaarheid en validiteit rondom informatie op internet steeds weer op. Op het gebied van kennis en informatie is alleen het uitlenen van boeken allang niet meer voldoende. Niet alleen nieuwe media, zoals internet, games et cetera zijn inmiddels aan de orde van de dag en volledig in ons dagelijks leven geïntegreerd, maar ook de ‘oudere’ media, zoals boeken, kranten en tijdschriften blijven daarnaast bestaan. Hiernaast krijgen ook radio en televisie-uitzendingen in de postmoderne bibliotheek een nieuwe, vaak digitale plaats. De ene bibliotheek is postmoderner dan de andere. Deze vragenlijst is een ‘nulmeting’ om erachter te komen hoe de bibliotheken er op dit moment voorstaan; een mechanistische benadering van de mogelijk postmoderne bibliotheek. Op basis van de resultaten van deze vragenlijst kan worden gekeken welke stappen een bibliotheek (nog) zou kunnen of moeten zetten om meer postmodern te worden.
30
Huidige stand van zaken: mechanistische vragenlijst Ook in deze vragenlijst wordt de overstap van mechanistisch naar postmodern gemaakt. We beginnen met een aantal vragen waarin de huidige stand van zaken binnen de bibliotheek met betrekking tot de kernfunctie kennis en informatie in kaart wordt gebracht. We doen dit aan de hand van een mechanistische vragenlijst. Deze vragen zijn verdeeld in drie hoofdcategorieën, te weten ‘lidmaatschap’, ‘collectie’ en ‘mediawijsheid binnen de collectie’. In de praktijk is de scheiding tussen deze categorieën echter minder strikt. Hierdoor kan het zijn dat enkele thema’s bij meerdere categorieën aan bod komen. Onder lidmaatschap worden alle activiteiten verstaan die de bibliotheek onderneemt op het gebied van promotie (doelgroepenbeleid), abonnementen, lenersacties en faciliteiten die het lidmaatschap voor de leden vergemakkelijken, zoals het thuisbezorgen van boeken. Daarnaast wordt er gekeken naar de mogelijkheden die de bibliotheek, als openbare instelling, biedt aan niet-leden. Binnen de tweede categorie staat de collectie zelf -in pure vorm- centraal. Waaruit bestaat deze collectie en hoe komt deze tot stand? Welke instanties bepalen hoe deze collectie eruit ziet? Hierbij is het van belang dat er wordt nagedacht over begrippen als kwaliteit en betrouwbaarheid. Verder wordt gekeken op welke manier de collectie aansluit op de actualiteit (momenteel is er bijvoorbeeld de discussie rondom e-books) en of deze collectie is toegespitst op een bepaalde doelgroep. De derde categorie hebben wij ‘mediawijs in de collectie’ genoemd. Hierbij wordt gericht op de koppeling van collectie naar de lener of bibliotheekbezoeker. Zij moeten op een mediawijze manier toegang kunnen krijgen tot de verschillende vormen van informatie die de bibliotheek in zijn collectie biedt. Hiervoor zal de bibliotheek mediawijsheid als middel in moeten zetten. De bibliotheek in de toekomst: postmoderne vragenlijst In het tweede gedeelte van deze vragenlijst bevragen wij de bibliotheek op een meer postmoderne manier. Op basis van open vragen wordt onderzocht hoezeer de bibliotheek openstaat voor vernieuwende, postmoderne ideeën. Met deze vragenlijst wordt geprobeerd de bibliotheek te stimuleren om ‘out of the box’ te denken, open te staan voor nieuwe initiatieven zonder zich geblokkeerd te voelen door argumenten als ‘daar is geen budget voor’ of ‘ dat past niet binnen de huidige functie van de bibliotheek’.
31
Postmoderne ideeën Hieronder worden drie postmoderne ideeën met betrekking tot de kernfunctie ‘kennis en informatie’ weergegeven. Hiermee hopen wij de bibliotheekmedewerker extra te prikkelen om meer ‘out of the box’ te denken. Idee 1: (lidmaatschap) Het lidmaatschap moet aantrekkelijker worden gemaakt. Ook is het op dit moment nog heel mechanistisch: iemand die lid wil worden, betaalt een bepaald bedrag per jaar en kan met een pas boeken en/of andere dragers als cd’s en dvd’s lenen. Om dit postmodern te maken lijkt het volgende idee aansprekend: Mensen die zich aanmelden bij de bibliotheek krijgen een pasje (eventueel met USB-toegang) waarmee op de computer van de bibliotheek kan worden ingelogd en waarmee informatie kan worden opgeslagen. Ook houdt de bibliotheek op die manier precies bij welke boeken iemand heeft gelezen en waar diegene van houdt. Het pasje is gekoppeld aan de automaat bij binnenkomst dat weer doorgelinkt wordt naar LibraryThing zodat er ook leestips, recensies van mensen met dezelfde interesses en dat soort dingen kunnen worden gevonden. Daarnaast dient de pas als betaalmiddel, waarop gebruikers zelf een bepaald bedrag kunnen zetten om verschillende dragers te lenen. Op deze manier zijn mensen helemaal zelf verantwoordelijk voor wat ze betalen voor een abonnement. Men kan namelijk zelf bepalen hoeveel geld ze op het pasje zetten en hoeveel boeken ze dus kunnen lenen. Op deze manier is een lidmaatschap, naar ons idee, veel aantrekkelijker. Idee 2: (collectie) De VPRO heeft op haar muziekplatform 3VOOR12 de ‘Luisterpaal’ geïntroduceerd. Hier kunnen muziekliefhebbers gratis enkele dagen de nieuwste cd’s beluisteren. Dit idee kan in de bibliotheek ook gebruikt worden door een ‘Leespaal’ weg te zetten. Via deze paal, die een USB-ingang heeft, kunnen mensen zelf een boek 'online' zetten. Hiermee worden nieuwe schrijvers gemotiveerd. Mensen kunnen met het bij idee 1 genoemde pasje deze boeken gratis lezen en ze desgewenst recenseren. Op deze manier is er ruimte voor nieuwe schrijvers, maar komen mensen ook eerder in aanraking met andere dingen. Doordat de boeken daarnaast getagd worden en mensen beoordelingen kunnen geven via hun pasje, kan het zijn dat het boek bij de 'binnenkomstautomaat' als leestip gegeven wordt aan bepaalde mensen. Idee 32: (mediawijsheid) Dit idee is bij kernfunctie 5 al uitgewerkt, maar vonden wij toch meer bij de kernfunctie ‘Kennis en Informatie’ passen. Tegenwoordig is de indeling van het materiaal ingedeeld per soort, jeugdboeken bij elkaar, alle muziek bij elkaar, etc. Hierbinnen is weer een subindeling op genre en vervolgens op alfabetische volgorde op de achternaam van de auteur. Het idee is dat de fysieke indeling bijdraagt aan associëren, zoals dit bij aquabrowser het geval is. Dat wanneer er naar leenmateriaal gezocht wordt, zich in de directe omgeving van dit materiaal zich ook ander materiaal bevindt dat hier verband mee heeft, ongeacht welk medium dit is. Verschillende media komen samen op basis van een onderwerp. Categorieën liggen niet vast, de lener kan zelf bepalen waar hij of zij het medium wil plaatsen. Het materiaal krijgt zo volgens de lener een logische c.q. associatieve plek. Zo kan naast een boek een cd staan die overeenkomsten met elkaar vertonen. Een soort van intermedialiteit waarbij er een ontmoeting plaatsvindt tussen de verschillende media. Het ‘probleem’ bij dit idee zou kunnen zijn, dat de indeling van de bibliotheek een chaos wordt en materiaal geen vaste verblijfsplaats meer heeft, waardoor het lastig zoeken wordt wanneer je specifiek naar iets op zoek bent. Dit probleem kan opgelost worden aan de hand van de nieuwe techniek van tegenwoordig. Het materiaal kan voorzien worden van een chip, die via een GPSsysteem gelinkt wordt aan de catalogus, waardoor het in feite niet uitmaakt waar het materiaal geplaatst wordt. Zie een uitgebreide beschrijving bij kernfunctie 5.
32
We willen de leners de mogelijkheid geven om bovenstaande te doen, maar het geleende materiaal kan ook op de ‘ouderwetse’ manier ingeleverd worden. Alle verschillende media gaan dan via één brievenbus; de bibliothecaris bepaalt dan waar de drager komt te staan.
2
Vrij naar groep 12 en 18, kernfunctie 5 ‘Ontmoeting en Debat’.
33
Mechanistische vragenlijst: Vooraf Waarom heeft u voor de kerntaak kennis en informatie gekozen? Lidmaatschap - Op welke manier wordt er aan imagovorming gedaan? - Wordt er actie gevoerd om te concurreren met boekwinkels en internetaanbieders? - Kunnen potentiële klanten kiezen uit verschillende soorten abonnementen, toegespitst op de wensen van de klant? - Wordt de vergrijzing onder de leden tegen gegaan door jongere doelgroepen aan te trekken? - Is de bibliotheek transparant in haar beleidsvoering, door bijvoorbeeld haar jaarplannen inzichtelijk op de website te vermelden? - Is het gehele aanbod binnen de collectie voor iedereen beschikbaar of zijn er restricties? - Wat zijn de voordelen voor leden ten opzichte van niet-leden? - Wordt nieuw lidmaatschap gestimuleerd? - Wordt het financieel mogelijk gemaakt voor iedereen om lid te worden? - Worden leden persoonlijk op de hoogte gebracht van nieuwe acties? - Biedt de bibliotheek aan abonnees de mogelijkheid om gebruik te maken van databanken op het internet die normaal gesproken niet gratis en vrij toegankelijk zijn? - Heeft de bibliotheek een bezorgdienst om materialen thuis te bezorgen? En zo ja: kunnen abonnees zelf de tijd waarop bezorgd wordt bepalen? - Bestaat er een lenersbestand? - In hoeverre is een lidmaatschap nodig om materiaal te lenen en activiteiten bij te wonen? Zijn deze prijzen onderverdeeld in verschillende hoogtes voor diverse inkomens; te denken valt aan studenten en 65-plussers? - Biedt de bibliotheek de leden een gepersonaliseerd aanbod aan? - Is er een mogelijkheid voor de leden om invloed uit te oefenen op de plaatsing van de collectie? - Zijn leden van de bibliotheek in de mogelijkheid tot het schrijven van recensies over boeken en het geven van waarderingen aan boeken op de website? - Wordt er rekening gehouden met de veranderende behoeften van klanten? - Wordt er gebruik gemaakt van een sociale netwerksite, zoals Library Thing, zodat leden met elkaar in contact kunnen komen? - Heeft de klant de mogelijkheid om zelf zijn abonnementstype te bepalen? - Zijn er speciale diensten of acties waar de klant met zijn ledenpas gebruik van kan maken? - Is er nagedacht over een ledenpas met chip zoals vermeld in de inleiding?
34
Collectie - Is de catalogus van de bibliotheek op internet te raadplegen? - Is het informatieaanbod van de bibliotheek voldoende veelzijdig? - Heeft de bibliotheek naast de fysieke collectie ook een deel van de collectie zelf online staan? Bijvoorbeeld in de vorm van e-books, maar ook in de vorm van dvd en cd’s. - Is de collectie multimediaal? Dus bevat deze niet alleen boeken, tijdschriften en dvd’s, maar ook luisterboeken, games, kunst en muziek? - Wordt er vanuit de bibliotheek gezorgd voor links naar websites (of doorverwijzingen op locatie) met aanvullende informatie, daar waar zij zelf tekort schiet? - Is de bibliotheek op de hoogte van de collecties van andere bibliotheken en kan deze wanneer nodig een beroep doen op bepaalde boeken/ informatiebronnen uit deze collecties? - Is het informatieaanbod van de bibliotheek voldoende objectief en inhoudelijk onafhankelijk van derden? - Wordt er bij de selectie van collectie een gevarieerde keuze gemaakt zonder een subjectief oordeel van de medewerkers mee te laten wegen of juist wel? - Worden klanten van de bibliotheek in staat gesteld suggesties te doen aan de bibliotheek betreffende de collectie-inhoud? Bijvoorbeeld inspraak in de aanschaf van nieuwe boeken. - Heeft de bibliotheek actieve inkopers in dienst die speciale en actuele, landelijke en locale aanwinsten binnenhalen voor de collectie, bijvoorbeeld publicaties naar aanleiding van recente kunsttentoonstellingen? - Hoe groot is de diversiteit in de collectie met betrekking tot non-fictie boeken? - Hoe vaak wordt een collectie vernieuwd en worden oude boeken afgeschreven? Blijft de collectie bij de tijd? - Wordt er rekening gehouden met de veranderende cultuur van Nederland met betrekking tot de collectie? - Is de bibliotheekcollectie ook bereikbaar voor mensen met een beperking? (extra grote letters, luisterboek voor slechtzienden of bezorgservice voor boeken) - Wordt er over nagedacht om E-books via internet te verstrekken door middel van downloaden? - Hebben de leden toegang tot digitale krantenarchieven of tijdschriften? - Biedt de bibliotheek nieuwe schrijvers de kans om ook in de collectie te komen? - Kunnen mensen ook hun E-books in de bibliotheek zelf uploaden? - Wat is de mening van de bibliotheek over het idee van de leespaal (zie inleiding)?
35
Mediawijs in collectie -
-
-
Hebben de leden de mogelijkheid om via de bibliotheek binnen een aanvaardbare korte tijd aan de juiste informatie te komen? Maakt de bibliotheek aan de bezoekers voldoende duidelijk dat er niet alleen door boeken kennis en informatie wordt verstrekt? Is er een mogelijkheid voor de leden om invloed uit te oefenen op het aanbod in de collectie, bijvoorbeeld vanuit de eigen privécollectie. Is de collectie beschikbaar voor personen met een andere taal en / of cultuur? Is de beschikbare informatie betrouwbaar en bruikbaar? Is de beschikbare informatie actueel? Bijvoorbeeld door het gebruik van RSS feed. Kunnen gebruikers zelf de zoektermen en de indeling bepalen? Kunnen gebruikers zelf reacties of informatie toevoegen? Zie bijvoorbeeld wikipedia Kunnen gebruikers recensies plaatsen of de bruikbaarheid aangeven? Is er een mogelijkheid dat niet alleen de medewerkers van de bibliotheek maar ook gebruikers tags aan materialen kunnen geven? Is er een koppeling met sociale netwerksites zoals Hyves en Facebook? Is alles dat fysiek in de bibliotheek kan ook online mogelijk? Is er zowel digitaal als fysiek de mogelijkheid om vragen te stellen over het aanbod van de bibliotheek? Is er voor de bibliotheekgebruikers een mogelijkheid om voor henzelf helder te krijgen wat de betrouwbaarheid en bruikbaarheid van bepaalde informatie is? Is de procedure om lid te worden van de bibliotheek helder en gemakkelijk uit te voeren? Is het voor de bibliotheekgebruikers duidelijk waar en hoe zij aan de juiste informatie kunnen komen? Van welke innovatieve mogelijkheden maakt de bibliotheek gebruik wat betreft informatie geven? Zijn er mogelijkheden voor de bibliotheekgebruikers om bibliotheekzaken (reserveren, verlengen) via de website te regelen en zijn deze mogelijkheden naar de gebruikers toe duidelijk gecommuniceerd? Communiceert de bibliotheek ook via e-mail of sms of twitter met haar leden? Kunnen de bibliotheekgebruikers ook van diensten gebruik maken die regionaal of landelijk worden aangeboden?
Postmoderne vragenlijst: • • • • • • •
Hoe ziet u de bibliotheek over 10 jaar? Zit de bibliotheek dan nog steeds in hetzelfde gebouw? Hoe ziet dat gebouw eruit? Of is er geen sprake meer van een gebouw? Is er dan nog sprake van bibliotheekleden? Of is alles vrij toegankelijk voor iedereen? Stel: u ontvangt morgen 100.000 euro subsidie voor de kernfunctie “kennis en informatie’. Waaraan zou u dit bedrag dan uitgeven? Stel: u krijgt een vergelijkbaar bedrag om te investeren in uw website. Waarvoor zou u dit bedrag willen inzetten? Stel: u wordt gevraagd actief samen te werken met een commercieel bedrijf. Welk bedrijf zou dit zijn en waaruit zou deze samenwerking bestaan? Op welke manier zou u de invloed van de lener/bezoeker kunnen vergroten?
36