Colofon Tekst:
● Svenja Kuipers ● Expertisepool Samenwerking Brabantse Netwerkbibliotheek en Cubiss
Redactie:
● Marieke Hezemans ● Cubiss
Bibliotheken:
● Bibliotheek Breda ● Bibliotheek het Markiezaat ● VANnU ● Bibliotheek Zundert-Rucphen ●
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Intentieverklaring 3. Projectorganisatie 4. Pilots 4.1. Pilot 1 – Klik&Tik 4.2. Pilot 2 – Taaloefengroep 4.3. Pilot 3 – Werk.nl 4.4. Pilot 4 – Week van de Alfabetisering 2014 4.5. Overall resultaten 5. Communicatie 5.1. Interne communicatie 5.2. Communicatie tussen samenwerkingspartners 5.3. Communicatie naar deelnemers 5.4. Communicatie naar vrijwilligers 6. Financiën 7. De samenwerking gaat door 7.1. Convenant 2014-2017 7.2. Projectorganisatie Taal voor het Leven West-Brabant 7.3. Aandachtspunten samenwerking ` 8. Advies bij het opstarten van een samenwerkingsverband 9. Bijlagen
pag. 3 pag. 3 pag. 4 pag. 5 pag. 5 pag. 6 pag. 6 pag. 7 pag. 7 pag. 8 pag. 8 pag. 8 pag. 8 pag. 9 pag. 9 pag. 9 pag. 10 pag. 10 pag. 10 pag. 11
Link
2
1. Inleiding Van de Nederlandse beroepsbevolking (16-65 jaar) is ongeveer 12% laaggeletterd. In West-Brabant alleen al zijn zo’n 56.000 mensen laaggeletterd. Dat vraagt om actie! Daarom sloegen de gemeenten, UWV, WVS-groep Roosendaal, Ateagroep Breda, ROC Kellebeek, Cubiss en de bibliotheken Breda, Markiezaat, VANnU en Zundert-Rucphen de handen ineen om laaggeletterdheid in de regio aan te pakken. In 2010 stelden de gemeenten in West-Brabant, in samenwerking met het ROC, het convenant ‘Gewoon Doen’ op. Het gezamenlijke doel is laaggeletterden in de regio stimuleren tot het volgen van taal- en computercursussen. In 2013 sloten Bibliotheek Breda, Bibliotheek het Markiezaat, Bibliotheek VANnU, Bibliotheek Zundert-Rucphen, het UWV, de WVS-groep en Cubiss zich aan. Om hun voornemen kracht bij te zetten werd er gezamenlijk een intentieverklaring ondertekend tijdens de Week van de Alfabetisering 2013. In dit document staat beschreven hoe deze partijen aan de slag zijn gegaan en wat de resultaten zijn. Het doel van dit document is het overdragen van de kennis die in West-Brabant is opgedaan en deze inzetbaar maken voor andere bibliotheken die met soortgelijke problematiek kampen. Alle ontwikkelde instrumenten staan in dit document en mogen door andere organisaties gebruikt worden. 2. Intentieverklaring Met het ondertekenen van de intentieverklaring committeren de partijen zich tot het gezamenlijk verbeteren van de taalvaardigheid van laaggeletterden en het verbeteren van omgaan met de computer. Deze vaardigheden zijn nodig voor een goede beroepsuitoefening, duurzame arbeidsparticipatie en sociale zelfstandigheid. Bibliotheek Breda, Bibliotheek het Markiezaat, VANnU en Bibliotheek Zundert-Rucphen werken samen rondom verschillende thema’s. Deze samenwerking is ontstaan uit een voorgenomen fusie, welke niet gerealiseerd is. De vier bibliotheken zijn gestart met samenwerking rondom op het thema laaggeletterdheid. Bibliotheek Zundert-Rucphen nam hierin het voortouw. Er is contact gezocht met de gemeente en de sociale werkvoorziening WVS-groep met het oog op de participatiewet. Met de Participatiewet wil de overheid meer mensen met een arbeidsbeperking aan het werk krijgen. Gemeenten worden verantwoordelijk voor de re-integratie van mensen die nog kunnen werken maar daarbij wel ondersteuning nodig hebben. De Participatiewet gaat in op 1 januari 2015. De WVS-groep werd vanuit SBCM (het A&O-fonds sociale werkvoorziening) gestimuleerd om al haar medewerkers te wijzen op de mogelijkheid van e-learning: www.oefenen.nl/sw. In het cao stond dat iedere medewerker een inlogcode kreeg, maar de WVS-groep wilde graag meer doen voor haar medewerkers. In overleg met SBCM werd de bibliotheek genoemd als mogelijke partner. Zo ontstond de samenwerking tussen Bibliotheek Zundert-Rucphen, gemeente Rucphen en de WVS-groep. Bibliotheek Breda haalde haar contacten met het UWV aan en zijn zo betrokken bij de samenwerking. Het UWV heeft in de dagelijkse praktijk regelmatig te maken met laaggeletterden, wanneer zijn gebruik moeten maken van de diverse digitale middelen ontstaan er problemen. Daarnaast heeft Cubiss vanuit de provincie Noord-Brabant een ondersteunend rol richting de bibliotheken en is daarom vanaf het begin bij het project betrokken. Het Kellebeek College (ROC) sloot aan bij het samenwerkingsverband, om de overgang van non-formele educatie naar formele educatie te versoepelen en eventueel een rol te spelen in training/opleiding van vrijwilligers. Om het project een vliegende start te geven zijn de bibliotheken gestart met het aanbieden van de cursus Klik&Tik. Bij Bibliotheek Breda waren ze al bekend met deze cursus en deze ervaring werd gebruikt om de cursus in de werkgebieden van de andere bibliotheken aan te bieden. Naast Klik&Tik zijn er nog drie andere pilots gestart; de taal-oefengroep, werk.nl en de Week van de Alfabetisering.
3
De taal-oefengroep is ontstaan uit de afspraak van de betrokken partijen om de eigen doelgroep naar elkaar door te verwijzen. Samen met het UWV is de pilot werk.nl ontwikkeld. 3. Projectorganisatie De projectorganisatie van het samenwerkingsverband bestaat uit een stuurgroep, partneroverleg en projectgroepen. Stuurgroep De projectleiding ligt bij de basisbibliotheken. De deelnemende en Cubiss vormen samen de stuurgroep. In de stuurgroep wordt de strategische lijn uitgezet en bewaakt, zoals in het projectplan is afgesproken. Er worden initiatieven ontwikkeld die onder verantwoordelijkheid van de projectleider worden uitgewerkt. Stuurgroep:
Suus de Jong, directeur Bibliotheek Zundert-Rucphen (voorzitter) Lianne Knobel, specialist mens en maatschappij Bibliotheek Breda (projectleider) Het Markiezaat, Kiekie Peijs VANnU, Anneke Oonincx Cubiss, Petra van Oosterhout en Thomas Bersee
Frequentie van bij elkaar komen: 1 x per 3 maanden. Projectgroepen Bij de uitwerking van initiatieven en activiteiten zijn er kleine projectgroepen geformeerd bestaande uit de bibliotheken en de partners in West-Brabant. Zodra een activiteit is geïmplementeerd stopt de projectgroep. De projectgroepen functioneren op diverse locaties in West-Brabant. In de projectgroepen hebben de plaatselijke samenwerkingspartners zitting. De projectgroepen staan onder supervisie van de projectleider. Frequentie van bij elkaar komen: afhankelijk van de aard van de activiteit (operationeel). De projectleider De projectleider neemt deel aan de stuurgroep en is tevens de verbinding tussen de werkgroepen. De projectleider coördineert de verschillende activiteiten en signaleert naar de stuurgroep.. Tijdsbesteding: 8 uur per week, in de opstartfase. Partneroverleg In het partneroverleg komen periodiek alle partners bijeen die actief bezig zijn met de samenwerkingsaanpak tegen laaggeletterdheid in West-Brabant. Zij worden in dit overleg bijgepraat over de stand van zaken en nieuwe initiatieven. Tevens is dit overleg een kans om de diverse ideeën en wensen van de partners samen te brengen. Partners:
Bibliotheek Zundert-Rucphen Bibliotheek Breda Het Markiezaat VANnU WVS-groep UWV Werkbedrijf Kellebeek College (ROC)
4
Cubiss Stichting Lezen en Schrijven
Frequentie van bij elkaar komen: 3x per jaar 4. Pilots De vier bibliotheken in West-Brabant treden op als verbindende schakel om samen met andere partijen deelnemers te werven bij de aanpak van laaggeletterdheid. Bibliotheek Breda heeft een voortrekkersrol vanwege de vele activiteiten die zij al jarenlang organiseert op het gebied van laaggeletterdheid. In de intentieverklaring is vastgelegd dat de bibliotheken in West-Brabant vier pilot activiteiten organiseren. De bestaande activiteiten van Bibliotheek Breda zijn hiervoor als basis genomen. Daarbij is voldoende ruimte voor eigen initiatieven van de partners, om zo elkaar te inspireren en te motiveren. Het delen van kennis, netwerken en ideeën zijn belangrijke pijlers in deze samenwerking. 4.1 Pilot 1 – Klik&Tik Binnen de vier bibliotheken zijn cursussen digitale vaardigheden, Klik&Tik en sociale media, opgestart om mensen te leren omgaan met computers en internet. Deze cursussen zijn laagdrempelig, gratis en worden afgesloten met een certificaat. Benodigdheden/faciliteiten De cursus Klik&Tik en sociale media wordt uitgevoerd via de website oefenen.nl. Deelnemers melden zich aan en krijgen een persoonlijke code om de cursus te volgen. Met deze code kan de voortgang van cursisten worden bijgehouden en kunnen zij zowel in de bibliotheek als thuis aan de slag via de website. In de bibliotheek wordt de cursus gegeven door vrijwilligers. Zij begeleiden de groep en zijn er voor vragen, zowel over de inhoud als het gebruik van de computer. Een bijeenkomst van Klik&Tik duurt 1,5 uur. De cursus wordt per locatie één maal in de week gegeven. Wat is er nodig:
Een ruimte met voldoende computers waar deelnemers aan kunnen werken; Internettoegang voor de website; Vrijwilliger(s) om de groep te begeleiden; Begeleiding voor de vrijwilligers; Certificaat deelname.
Voor het opzetten van deze pilot is ongeveer 30 uur nodig. Deze uren zijn als volgt verdeeld; 24 uur voor het organiseren van de pilot en 6 uur administratie van deelnemers en vrijwilligers. Deelnemers De deelnemersgroep van Klik&Tik is vrij divers. Er zijn bijvoorbeeld mensen die willen leren omgaan met de computer en het internet zodat ze kunnen skypen met de (klein)kinderen die ver weg wonen. Een andere reden om deel te nemen is om mee te kunnen op de huidige arbeidsmarkt. Solliciteren en het zoeken/plaatsen van vacatures verloopt bijna allemaal online. Resultaten Aantal deelnemers (september 2013 – september 2014): Bibliotheek Zundert-Rucphen: 64 cursisten VANnU Roosendaal: 46 cursisten (per 1-7-2014 10 cursisten op de wachtlijst) Het Markiezaat Bergen op Zoom: 36 cursisten Bibliotheek Breda: 81 cursisten Totaal 227 cursisten
5
Overige resultaten zie Bijlage Resultaten samenwerking Arbeidsmarktregio West-Brabant. Deelname aan Klik&Tik is laagdrempelig. De bibliotheek is goed toegankelijk en het is sociaal geaccepteerd om een computercursus te volgen. Klik&Tik laat deelnemers kennismaken met de bibliotheek en kan een opstap zijn om vervolgens deel te nemen aan een taal-oefengroep. 4. 2 Pilot 2 – Taal-oefengroep Taal-oefengroepen zijn bedoeld voor werknemers van de Sociale Werkvoorziening en/of voor mensen met een verstandelijke beperking. Deze cursussen zijn laagdrempelig, gratis en worden afgesloten met een certificaat. De cursisten oefenen onder begeleiding van een vrijwilliger met verschillende taaloefeningen. Deze oefeningen zijn gericht op alles wat met taal te maken heeft: lezen, schrijven en praten. Benodigdheden/faciliteiten De taal-oefengroep wordt begeleid door vrijwilligers en is in eerste instantie bedoeld voor medewerkers van de WVS-groep. Cursisten oefenen onder begeleiding van een vrijwilliger met de Nederlandse taal. Dit kan door middel van lees-, schrijf- of spreekoefeningen. Een bijeenkomst van de taal-oefengroep duurt 1,5 uur. Wat is er nodig:
Ruimte waar in privacy en rust met elkaar geoefend kan worden; Oefenmateriaal; Vrijwilliger om de groep te begeleiden; Begeleiding voor de vrijwilligers; Certificaat deelname.
Voor het opzetten van deze pilot is ongeveer 30 uur nodig. Deze uren zijn als volgt verdeeld; 26 uur voor het organiseren van de pilot en 4 uur administratie van deelnemers en vrijwilligers. Aantal deelnemers (september 2013 – september 2014): Bibliotheek Zundert-Rucphen: 0 cursisten (start in september 2014) VANnU Roosendaal: 16 cursisten Het Markiezaat Bergen op Zoom: 9 cursisten Bibliotheek Breda: 62 cursisten Totaal 87 cursisten De kracht van de taal-oefengroep is dat cursisten gezamenlijk oefenen. Iedere deelnemer heeft moeite met de (Nederlandse) taal, er wordt niet geoordeeld en deelnemers zien dat zij niet de enige zijn die er moeite mee hebben. De doelstelling is het verhogen van de zelfredzaamheid en bevorderen van sociale contacten. 4.3 Pilot 3 – Werk.nl. In 2014 zijn de vier bibliotheken gestart met de UWV workshops Werk.nl voor laagopgeleiden en laaggeletterden. De bedoeling is om laagopgeleiden te ondersteunen met het inloggen en aanmaken van de werkmap bij het UWV. Iedereen die via het UWV of bij de gemeente een uitkering heeft en/of een baan zoekt heeft hiermee te maken. Middels deze pilot worden deelnemers wegwijs gemaakt met de werkmap en werk.nl. De workshop is ontwikkeld door twee trainees van het UWV. Benodigdheden/faciliteiten De deelnemers aan de workshop worden in eerste instantie aangeleverd door het UWV maar zijn ook toegankelijk voor andere belangstellenden. Vereiste is wel dat deelnemers een digid code hebben en ingeschreven staan bij werk.nl. Per keer kunnen er maximaal 6 cursisten deel nemen.
6
Een bijeenkomst van de workshop werk.nl duurt 2 uur. De eerste drie kwartier worden besteed aan uitleg van de werkmap en werk.nl, de rest van de tijd is om te oefenen. De workshop wordt 1x in de 2 weken gegeven per locatie. Door de workshop op verschillende locaties aan te bieden wordt de drempel om mee te doen verlaagd. Daarnaast geldt deelname ook als een sollicitatieactiviteit. Wanneer een cursist na 2x deelname nog niet (goed) begrijpt hoe het werkt, is het mogelijk om een individuele afspraak te maken en 1 op 1 te oefenen met de begeleider vanuit het UWV. Wat is er nodig:
Ruimte waar cursisten ongestoord aan de slag kunnen met werk.nl en de begeleiders uitleg over de werkmap en de site kunnen geven Computers met internettoegang Een beamer voor de uitleg van de werkmap en werk.nl Begeleider(s) vanuit het UWV Contactpersoon per locatie Certificaat deelname
Aantal deelnemers (april 2014 – september 2014): Bibliotheek Zundert-Rucphen: 13 cursisten VANnU Roosendaal: 23 cursisten Het Markiezaat Bergen op Zoom: 8 cursisten Bibliotheek Breda: 23 cursisten WVS-groep 10 cursisten Totaal 77 cursisten 4.4 Pilot 4 – Week van de Alfabetisering 2014 Op 10 september 2013, in de Week van de Alfabetisering, werd op het kantoor van de WVS-groep, middels een ontbijtsessie (voor uitnodiging zie bijlage), een intentieverklaring ondertekend met als voornaamste doel het verbeteren van de taalvaardigheid en het omgaan met de computer. Deze vaardigheden zijn nodig voor een goede beroepsuitoefening, duurzame arbeidsparticipatie en sociale zelfstandigheid. Deze intentieverklaring sloot aan op het convenant ‘Gewoon Doen’ dat eerder door gemeenten werd opgesteld. Afgesproken is dat één jaar later de resultaten van de samenwerking en de pilots kenbaar worden gemaakt. Op 10 september 2014 zijn de resultaten tijdens de middag ‘Beleef de Beweging’ (voor uitnodiging zie bijlage) gepresenteerd. De middag stond in het teken van het beleven van laaggeletterdheid, de resultaten van de pilots en de beweging naar de toekomst. Genodigden voor de middag waren de betrokken partijen en mogelijke nieuwe samenwerkingspartners. De aanpak en bestrijding van laaggeletterdheid in deze regio heeft een beweging in gang gezet en de bijeenkomst wilde deelnemers stimuleren in beweging te blijven. 4.5 Overall resultaten
Welzijn: Deelnemers hoeven zich steeds minder te verstoppen, hebben een groter zelfvertrouwen en zijn onafhankelijker. Zelfredzaamheid: Deelnemers krijgen veel meer mogelijkheden tot verdere ontplooiing. Veiligheid en gezondheid: Geletterde mensen hebben een gezondere leefstijl, ervaren minder gezondheidsproblemen, kunnen bijsluiters bij medicijnen beter begrijpen en zijn bijvoorbeeld minder depressief. Economie: Laaggeletterdheid kost de maatschappij jaarlijks vele miljoen euro (aan gederfde belastinginkomsten, lagere productiviteit, meer uitkeringen). Uit het rapport Feiten & Cijfers 2014 van Stichting Lezen en Schrijven in samenwerking met de Universiteit van Maastricht blijkt dat, voor de regio West-Brabant met 56.000 laaggeletterden, dit neerkomt op een bedrag van ruim € 30 miljoen per jaar.
7
Vrijwilligers: Ook de betekenis voor vrijwilligers is niet te onderschatten; zinvolle tijdsbesteding, vergroten van sociaal netwerk, horizonverbreding en mogelijk hierdoor verbetering voor hun eigen arbeidspositie.
5 Communicatie De resultaten van de samenwerking zijn gebaat bij een goede communicatie. Binnen het project is er daarom ook veel aandacht aan besteed. 5.1 Interne communicatie De interne communicatie verloopt via de leden van de stuurgroep en het partneroverleg. Zij zijn de contactpersoon voor hun organisatie. Zij leggen intern de contacten naar de afdeling communicatie, directeuren en collega’s. Het bekend maken van de samenwerking en de start van de pilots verliep via de interne nieuwsbrief, de eigen website en via mond-tot-mondreclame. 5.2 Communicatie tussen samenwerkingspartners De communicatie onderling verloopt via de contactpersonen van de verschillende organisaties. Dit zijn dezelfde personen als degene die deelnemen aan de stuurgroep en het partneroverleg. Elke organisatie heeft een vaste contactpersoon, voordelen van een vaste contactpersoon zijn:
het werkt praktisch, concreet en efficiënt; korte lijntjes, snelle terugkoppeling; gemakkelijk zicht blijven houden op het verloop en de resultaten.
5.3 Communicatie naar deelnemers Voor veel laaggeletterden is leren en het volgen van onderwijs allerminst een vanzelfsprekende zaak. Zaken die het leren belemmeren zijn onder meer negatieve schoolervaringen, schaamte, faalangst, gebrek aan zelfvertrouwen, vermijdingsgedrag, rolbevestiging (m.n. vrouwen), probleemaccumulatie of simpelweg tijdgebrek vanwege drukke werk- en familieomstandigheden. Laaggeletterden hebben daarom veelal een duwtje in de rug nodig om tot leren over te gaan. De rol van intermediairs is hierbij van grote betekenis. Een goede doorverwijzing vanuit zogeheten ‘vindplaatsen’ van de doelgroep, naar het educatieve aanbod is een belangrijke succesfactor bij werving en toelating. De werving en toeleiding gebeurt via diverse kanalen:
de WVS-groep (sociale werkvoorziening, arbeidsintegratie en arbeidsbemiddeling); het UWV Werkbedrijf; maatschappelijke organisaties als de SDW; gemeenten (werk, inkomen en maatschappelijke ontwikkeling); het Kellebeek College.
Bij werving en toeleiding zijn uiteraard ook promotie- en activeringsactiviteiten van belang (Zie bijlages Cursus Klik&Tik: Het internet op, het aanmeldformulier en persbericht BN de Stem). Het werven van deelnemers voor de cursussen gebeurt op verschillende manieren. De WVS-groep en het UWV leveren mensen aan uit hun doelgroep. Voor de WVS-groep is dat elke werknemer met onvoldoende basisvaardigheden op het gebied van taal. De centrale coördinatie vindt plaats vanuit de afdeling opleidingen. SW-medewerkers met onvoldoende basisvaardigheden op het gebied van taal worden benaderd door hun trajectbegeleider. De trajectbegeleiders kunnen hiervan, samen met de leidinggevende, een goede inschatting maken. De ondersteuning is onderdeel van het individuele ontwikkeltraject van de SW-medewerkers. Het draagt namelijk bij aan de algehele zelfredzaamheid van de medewerkers. De deelname aan het traject wordt gezien als een formele opleiding die gedeeltelijk onder werktijd wordt gevolgd.
8
Via het UWV worden uitkeringsgerechtigden met een WW, WIA of Wajong uitkering doorgestuurd. Zij worden bijvoorbeeld doorgestuurd wanneer zij al acht weken hun cv op niet actief hebben staan (sprake van bij mensen met een WW uitkering). Dit kan wijzen op het niet begrijpen van de werkmap. Deelnemers buiten deze groep worden benaderd via de nieuwsbrief en website van de bibliotheek, persberichten, posters en flyers. Uit ervaring blikt dat de meeste deelnemers van anderen over de cursus hebben gehoord en zo geïnteresseerd zijn geraakt. 5.4 Communicatie naar vrijwilligers De vrijwilligers hebben al overeenkomst dat zij doorgaans hoogopgeleid zijn, maar verder gaat het om een zeer diverse groep van professionals, docenten, oud-docenten, gepensioneerden, studenten, stagiaires, pas-afgestudeerden, huisvrouwen, mensen van buitenlandse afkomst, werkzoekenden en mensen in een re-integratieproces. De positieve effecten voor vrijwilligers zijn onder meer:
Activering, vitaliteitsbehoud en participatie; Zingeving en waardering; Horizonverbreding, ontmoeting en contact; Vergroting sociaal netwerk; Het opdoen van kennis en ervaring (inclusief stage, traineeship of werkervaringsplaats); Verbetering arbeidsmarktpositie; Snellere re-integratie.
Het werven van vrijwilligers gebeurd via de nieuwsbrief en website van de bibliotheken, middels flyers (zie Bijlages voorbeeld flyer werving vrijwilligers en persbericht BN de Stem) en via de vrijwilligerspunten/vacaturebank voor vrijwilligers. Gezien de kwetsbare doelgroep en de benodigde kennis van de taal voor de cursussen, zijn er een aantal eisen die aan de vrijwilligers worden gesteld. Bibliotheek Breda heeft hiervoor een vrijwilligersprofiel opgesteld (zie bijlage). 6 Financiën Het project wordt voor een deel gefinancierd uit de basissubsidie van de West-Brabantse bibliotheken. Elke betrokken organisatie levert daarnaast een bijdrage door middel van personen en uren. Niettemin is er aanvullende financiering nodig. Vanaf 2015 is een mogelijke financieringsbron het deel van het regionale budget voor de basiseducatie, dat buiten de gedwongen winkelnering bij het ROC valt. Ook vanuit het participatiebudget is financiering mogelijk, zowel vanuit het WMO-deel als vanuit het deel voor werk en inkomen. Een andere optie is het durfkapitaal van de Brabantse Netwerkbibliotheek. Daarnaast zijn ook sponsorbedragen van bijvoorbeeld de Lions Club van significante betekenis. 7. De samenwerking gaat door Op 10 september 2014 ondertekenden alle betrokken partijen een nieuw convenant. Met het ondertekenen van het convenant wordt de samenwerking bekrachtigd met concrete afspraken voor de periode van 1 september 2014 tot 1 januari 2017 (zie Bijlage Convenant 2014-2017). De partners zijn:
Bibliotheek Zundert-Rucphen; Bibliotheek Breda; Het Markiezaat; VANnU; WVS-groep; ATEAgroep (sociale werkplaats Breda); UWV Werkbedrijf; Kellebeek College (ROC); Cubiss; Stichting Lezen en Schrijven.
9
Het streven is om het samenwerkingsverband uit te breiden met partners die kunnen bijdragen aan de werving en toeleiding van cursisten. Het gaat daarbij onder meer om woningbouwcorporaties en welzijnsorganisaties 7.1 Convenant 2014-2017 Het doel van het convenant is als volgt verwoord: ‘door betrokken partijen wordt op basis van het convenant de komende drie jaar concreet de samenwerking aangegaan om met gezamenlijke initiatieven te komen in het kader van de aanpak van laaggeletterdheid’. Er is bewust gekozen voor een nieuw convenant om nog meer kracht aan de samenwerking te geven en het belang nog sterker aan te duiden. Met het convenant sluit West-Brabant aan bij de landelijk aanpak van ‘Taal voor het Leven’ van de Stichting Lezen & Schrijven. De partners mogen gebruik maken van alle landelijk ontwikkelde instrumenten, als tegenprestatie tellen de West-Brabantse deelnemers en activiteiten mee in de landelijke rapportages en monitoring. Op 10 september 2014 hebben alle bovengenoemde partijen ook de alliantie Taal voor het Leven ondertekend (zie Bijlage Alliantie Taal voor het Leven). 7.2 Projectorganisatie Taal voor het Leven West-Brabant Met het ondertekenen van het nieuwe convenant, het afsluiten van het pilotjaar en de aansluiting van de ATEAgroep en het ROC verandert de projectorganisatie op een aantal punten:
De naam van Samenwerkingsverband West-Brabant verandert in Taal voor het Leven WestBrabant. Op verzoek kan een vertegenwoordiger van Taal voor het Leven om advies worden gevraagd om landelijke initiatieven in te brengen. Per 1-1-2015 levert VANnU de voorzitter van de stuurgroep.
7.3 Aandachtspunten samenwerking Er zijn een aantal aandachtspunten voor het verdere verloop van dit project. 1) De rol van het Kellebeek College wordt prominenter. Zij voeren onder meer de volgende activiteiten uit:
Advies en ondersteuning bieden aan bibliotheken bij ontwikkeling en uitvoering van cursusaanbod. Deskundigheidsbevordering van vrijwilligers. Doorverwijzing en toeleiding van mensen die niet voor een ROC-cursus in aanmerking komen. Stimuleren van het bibliotheekgebruik van de ROC-deelnemers (groepsbezoeken, deelname aan leesclubs, digitale werkplekken in bibliotheek als extra oefenmogelijkheid). Het zorgen van een goede verbinding tussen het non-formele onderwijs in de bibliotheek en het formele onderwijs van het ROC (o.a. toeleiding van deelnemers aan het non-formele onderwijs naar het formele onderwijs).
2) Nieuwe mogelijkheden om laaggeletterdheid te bestrijden De pilots, Klik&Tik, Taaloefengroep en Werk.nl zijn nu verankerd. De stuurgroep en de samenwerkende partners gaan gezamenlijk op zoek naar nieuwe ideeën om laaggeletterdheid te bestrijden. Mogelijkheden zijn; DigiD cursus, sollicitatietraining voor laaggeletterden, samenwerking met nieuwe partijen. 3) Meer zicht op niveau deelnemers en het vervolg Er is verbetering te zien bij de cursisten in hun taalvaardigheden, maar het is onduidelijk hoe deze verbetering zich verhoudt tot het niveau van een cursist voor en na deelname. Hier zou meer zicht op kunnen komen. Daarnaast is het niet zichtbaar waar deelnemers naar toe gaan, zodra ze een cursus
10
in de bibliotheek hebben afgerond. De samenwerking met het ROC kan hier een belangrijke rol in spelen, als toeleider van non-formele naar formele educatie. 4) Tijdige herkenning Mogelijkheden om eerder de doelgroep te herkennen en zo eerder laaggeletterdheid aan te pakken. Dit kan door meer aandacht te richten op de autochtoon tussen 25 en 40, maar ook bijvoorbeeld door workshops ‘Herkennen en doorverwijzen’ voor medewerkers van de bibliotheken en samenwerkende partners. 5) Begeleiding vrijwilligers Er kan meer aandacht besteed worden aan begeleiding en aansturing van vrijwilligers. Een vast contactpersoon voor vrijwilligers inclusief deskundigheidsbevordering via het ROC zijn al een stap in de goede richting. 6) Belang van een goede interne communicatie Om meer kracht uit te stralen als samenwerkingsverband moet de communicatie meer afgestemd worden. Daarnaast is een goede interne communicatie ook van belang. Medewerkers van bibliotheken moeten goed op de hoogte zijn van een nieuw publiek dat in de bibliotheek komt en vertrouwd raken met werken met vrijwilligers.
8. Advies bij het opstarten van een samenwerkingsverband Advies:
Laat jezelf zien! Speel jezelf in the picture en zorg dat je dat blijft. Zowel bij mogelijke samenwerkingspartners, de doelgroep als bij financiers. Zoek elkaar regelmatig op en zorg voor een gezamenlijk marketing/communicatieplan, ga actief netwerken en lobbyen. Wanneer je aangesloten bent bij landelijke organisaties als Taal voor het Leven/Stichting Lezen en Schrijven straal je uniformiteit uit met andere organisaties die laaggeletterdheid bestrijden. Hiermee zet je jezelf krachtiger neer. Positioneer het unique selling point van de bibliotheek; de bibliotheek is een veilige en laagdrempelige omgeving voor mensen om te bezoeken. Start met minimaal drie organisaties, die zelfde intentie hebben. De kans op verzanden is dan minder groot en je hebt een (grotere) morele verplichting naar elkaar. Bouw follow-ups in om de motivatie hoog te houden. Plan overlegmomenten in met de samenwerkende organisaties en zorg voor een duidelijke agenda. De reden van succes van een samenwerkingsverband zijn de drive en verbondenheid met het onderwerp van de betrokken partijen. Iedereen is gemotiveerd en staat op één lijn wat betreft het thema. Om te zorgen dat iedereen op dezelfde lijn blijft, is het belangrijk om een gezamenlijke missie en visie op te stellen.
Voor meer informatie en ondersteuning bij het opstarten van een soortgelijk samenwerkingsverband of bijvoorbeeld inzage in het projectplan kunt u contact opnemen met Thomas Bersee of Petra van Oosterhout van Cubiss. Zij zijn bereikbaar middels het algemene nummer 013-4656700 of per mail via
[email protected] of
[email protected].
11