Eindverslag inspraakprocedure Verkeersbeleidsplan Bunnik 2015-2024
mei 2015
1. De gevolgde inspraakprocedure Bij het opstellen van het Verkeersbeleidsplan is gelegenheid geboden voor inbreng van bewoners en belangenorganisaties. Dat is gebeurd door gelegenheid te bieden op een “digitale kaart” knelpunten aan te geven en suggesties voor oplossingen aan te dragen. Tevens is een klankbordgroep ingesteld waarbij in drie bijeenkomsten is gesproken over het gewenste beleid. De digitale kaart is als bijlage in het verkeersbeleidsplan opgenomen, de verslagen van de klankbordgroep zijn in het dossier aanwezig. Het concept van het verkeersbeleidsplan lag van 19 februari tot en met 1 april 2015 terinzage. Deze periode van terinzagelegging is verlengt tot en met 8 april 2015 om tegemoet te komen aan de wens van bewoners in het buitengebied Bunnik-Houten om hun zienswijzen af te kunnen stemmen op het besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht voor provinciale verkeersmaatregelen in dit buitengebied. Op 25 maart 2015 heeft een openbare inloopavond plaatsgevonden waarbij informatie is gegeven over het plan en gelegenheid is geboden tot het indienen van zienswijzen. Er zijn mondeling geen als zodanig benoemde zienswijzen ingebracht. 2. Zienswijzen en reacties Schriftelijk zijn 12 zienswijzen ingediend, allemaal door betrokkenen die een relatie hebben met het buitengebied tussen Bunnik en Houten, als bewoners en/of ondernemers of als belangenvertegenwoordigers. De zienswijzen geven in hun omvang en verscheidenheid een goed beeld van wat bij deze belanghebbenden leeft. Er zijn in de zienswijzen een aantal terugkerende onderwerpen. Hoewel vaak verschillend verwoord kunnen veel zienswijzen in drie algemene zienswijzen samengevat worden: - men heeft geen inbreng gehad op het Verkeersbeleidsplan. De inbreng die men had bij de studie A12-SALTO II kan niet gezien worden als inbreng op het Verkeersbeleidsplan; - wegen in het buitengebied moeten altijd voor alle verkeer open blijven, in het bijzonder de Achterdijk; - op korte termijn moeten maatregelen genomen worden om de verkeersveiligheid te verbeteren en doorgaand verkeer te weren. Om te beginnen gaan wij in op deze algemene zienswijzen in. Daarna worden de overige zienswijzen per indiener behandeld, voor zover niet verwezen wordt naar de reactie op de drie algemene zienswijzen. Een alinea waar veel zienswijzen naar verwijzen staat in de inleiding van het concept-Verkeersbeleidsplan (blz. 9). Voor het duidelijkheid geven wij die hier weer. “Het Verkeersbeleidsplan geldt voor de hele gemeente, maar gaat niet specifiek in op het buitengebied van Bunnik en Houten. Gelijktijdig met de ontwikkeling van het Verkeersbeleidsplan is een afzonderlijke verkeersstudie gaande voor dit gebied. Die wordt verricht door de provincie Utrecht met de gemeenten Bunnik en Houten en daarbij zijn bewoners en ondernemers in dit gebied nauw betrokken. Het is de bedoeling de uitkomsten van de studie integraal op te nemen in het Verkeersbeleidsplan. Overigens bevestigt het Verkeersbeleidsplan de uitgangspunten die eerder al zijn gesteld voor het buitengebied: dat moet verkeersveilig en autoluw worden, doorgaand verkeer mag geweerd worden.”
Nr. A
Algemene zienswijze Belanghebbenden in het buitengebied hebben geen inbreng gehad bij het tot stand komen van het Verkeersbeleidsplan, zoals in de inleiding van het concept-Verkeersbeleidsplan wordt gesuggereerd. In veel zienswijzen wordt aangegeven dat belanghebbenden in het buitengebied geen invloed hebben kunnen uitoefenen op het Verkeersbeleidsplan. Er is weliswaar een afzonderlijke verkeersstudie in het buitengebied uitgevoerd (A12-SALTO II), onder regie van de provincie Utrecht en waarbij bewoners en ondernemers betrokken waren in een klankbordgroep. Maar het advies van de klankbordgroep bij deze studie kan niet gezien worden als de inbreng van belanghebbenden op het Verkeers-beleidsplan. Voor zover het Verkeersbeleidsplan zaken regelt of beschrijft wordt dit niet gedragen door belanghebbenden in het gebied. Het is van belang dat bij nadere uitwerking van zaken bewoners vroegtijdig betrokken worden.
Reactie gemeente op de algemene zienswijzen Iedereen is in de gelegenheid geweest om inbreng te hebben op het Verkeersbeleidsplan, via de digitale kaart, de startbijeenkomst en de klankbordgroep. Dat gold ook voor bewoners van het buitengebied. Voor zover de inleiding van het Verkeersbeleidsplan de indruk wekt dat het advies van de klankbordgroep A12-SALTO II gelijk is aan het advies voor het Verkeersbeleidsplan, wordt deze tekst aangepast. Vrijwel tegelijk met de het opstellen van het Verkeersbeleidsplan werd de studie A12-SALTO II verricht (over de ontsluiting van Houten naar het oosten en het autoluw maken van het buitengebied). Het was de verwachting dat die studie duidelijk zou maken hoe Houten ontsloten zou worden en wat de effecten op de verkeersintensiteiten in het gebied zouden zijn. Dan zou waarschijnlijk ook duidelijk worden of, en zo ja welke, aanvullende maatregelen nodig zouden zijn voor verkeersveiligheid en autoluw. Bewoners en ondernemers uit dit gebied waren bij die studie betrokken via een klankbordgroep. Echter, uiteindelijk blijkt dat de studie A12-SALTO niet direct volledige zekerheid biedt over de oostelijke ontsluiting van Houten en evenmin over de mate waarin het gebied autoluw wordt. Wel zijn de standpunten van bewoners en ondernemers in het gebied, in al hun verscheidenheid, duidelijk naar voren gekomen (zie het advies van de Adviesgroep d.d. 31 december 2014). Met deze constatering moet de inleiding van het Verkeersbeleidsplan herzien worden. De boven deze tabel geciteerde alinea uit de inleiding vervalt en wordt vervangen door de volgende tekst: “Het Verkeersbeleidsplan legt in hoofdlijnen beleid vast voor het buitengebied tussen Houten en Bunnik. Dat betreft de functie van het onderliggende wegennet (erftoegangswegen, 60 km/u) en het uitgangspunt dat het gebied verkeersveilig en autoluw moet worden. Daarbij is autoluw geen doelstelling voor de provinciale wegen in dit gebied. Over hoe deze doelstellingen behaald moeten worden en wat exact onder autoluw verstaan moet worden, doet het Verkeersbeleidsplan geen uitspraak.” In dit verband wijzen wij op hetgeen voor 2015-2016 in het uitvoeringsprogramma is opgenomen voor het buitengebied Bunnik-Houten: “Integraal project buitengebied Bunnik-Houten. Studie verkeersmaatregelen Buitengebied BunnikHouten. Dit betreft primair de maatregelen voor verkeersveiligheid en fietsen op gemeentelijke wegen en de fietsoversteek/tunnel N229. Deze studie hangt nauw samen met de provinciale projecten voor de oostelijke ontsluiting Houten, N411, ontwikkeling en ontsluiting fort Vechten en de verbetering van de fietsverbinding over/onder de A12.” (Verkeersbeleidsplan, blz. 39).
B
De Achterdijk is de verkeerskundige en economische slagader van het gebied en moet altijd open blijven voor alle verkeer. Veel zienswijzen benadrukken het belang van de Achterdijk voor de ontsluiting van het buitengebied, voor bewoners, bedrijven en in het bijzonder landbouw- en loonwerkbedrijven. Daarom dient de Achterdijk altijd voor alle soorten verkeer open te blijven. Dat geldt ook voor de spoorwegovergang in de Achterdijk. In het verlengde hiervan geven enkele zienswijzen aan dat het gebied bereikbaar èn doorrijdbaar moet zijn. Maatregelen tegen doorgaand verkeer zijn niet gewenst.
C
Op korte termijn moeten maatregelen getroffen worden om de verkeersveiligheid te verbeteren en doorgaand verkeer te weren.
In het Verkeersbeleidsplan wordt niet bepaald dat de Achterdijk (of enige andere weg) afgesloten wordt. Dat is een aspect dat aan de orde kan komen in de integrale studie buitengebied 2015-2016, zoals voorzien in het uitvoeringsprogramma. Deze zienswijzen reageren vooral op (1) eerdere berichten en ideeën over afsluiting van de Achterdijk en de N410, (2) het niet nader uitgewerkte begrip autoluw en (3) op sommige varianten in de studie A12-SALTO II. Ook reageren die op (4) voortdurende geruchten dat Prorail de spoorwegovergang in de Achterdijk zal afsluiten. Echter, in het Verkeersbeleidsplan wordt niet besloten tot afsluiting van enige weg. Wij verwijzen naar hetgeen in het uitvoeringsprogramma 2015-2016 is opgenomen voor het buitengebied (zie de reactie op algemene zienswijze A). Het is goed dat het belang van de Achterdijk als ontsluiting voor belanghebbenden in het buitengebied nadrukkelijk in beeld is gekomen. Er zijn geen concrete plannen van Prorail om de gelijkvloerse spoorwegovergang op te heffen. Dat kan in de toekomst natuurlijk veranderen, maar wij hebben geen aanwijzingen dat dit de komende tien jaar, tijdens de looptijd van dit Verkeersbeleidsplan, zal gaan spelen. De doelstelling in deze zienswijze is gelijk aan het gemeentelijk standpunt zoals o.a. verwoord het concept-Verkeersbeleidsplan en de collegeagenda 2014-2018. Maar op zeer korte termijn zullen geen aanvullende maatregelen getroffen worden. De uitkomsten van A12-SALTO II laten geen maatregelen op zeer korte termijn toe. Die zijn afhankelijk van het besluit van Rijkswaterstaat over de (halve) oostelijke van Houten op de A12 en maatregelen van de provincie. Zie de reactie op algemene zienswijze A).
Nr. 1
2
3
Zienswijze per indiener a. Een goede ontsluiting is van essentieel belang voor het bedrijf. Elke belemmering in de bereikbaarheid betekent economische schade. b. Het buitengebied als geheel moet onbelemmerd bereikbaar en doorrijdbaar zijn. c. Er moet een passende infrastructuur zijn om dit mogelijk te maken. d. Fysieke afsluitingen en andere beperkingen van verkeer zijn ongewenst. In dat verband moet de tunnel onder de A12 bij Vechten open blijven voor alle verkeer. e. De aanleg van een breed netwerk vrijliggende fietspaden is gewenst. a. Het buitengebied moet bereikbaar en verkeersveilig zijn en kwaliteit van leefomgeving bieden. b. Op dit moment is de verkeersveiligheid van fietsers op meerdere plaatsen niet verzekerd. c. Beperking van toegang voor (bestaand) landbouwverkeer is ongewenst. d. Voorkomen moet worden dat meer verkeer aantrekkende functies in het gebied komen. e. Suggesties: Een fietspad langs een nieuw aan te leggen weg achter het MOB-complex (parallel aan de Burgweg); Een parkeerplaats aanleggen tussen de N411 en de spoorlijn bij het buurtschap Vechten; Geen fietstunnel onder de A12 (vanwege sociale onveiligheid). a. De uitgangspunten in het Verkeersbeleidsplan voor het buitengebied worden niet waargemaakt door de maatregelen die door provincie Utrecht en de gemeenten Bunnik en Houten op 31 maart 2015 bekend zijn gemaakt. b. Er zijn op korte termijn maatregelen gewenst om de verkeersveiligheid te verbeteren en doorgaand verkeer te weren. c. Bepleit wordt dat de gemeente Bunnik vasthoud aan eerdere toezeggingen het gebied autoluw te maken.
Reactie gemeente a t/m e: zie de reactie op de algemene zienswijze B.
a: zie reactie op de algemene zienswijze B. b: verkeersveiligheid is een belangrijk thema en moet betrokken worden bij de integrale studie buitengebied Bunnik-Houten. c: zie reactie op de algemene zienswijze B. d: voor nieuwe (sterk) verkeer aantrekkende functies is terughoudendheid geboden, dan wel moet vooraf een goede ontsluiting geregeld. e: de eerste suggestie maakt deel uit van de afspraken over maatregelen in de studie A12-SALTO II. De overige suggesties kunnen meegenomen worden bij de provinciale studies voor de N411-buurtschap Vechten en de fietskruising A12.
a: Het zou zo moeten zijn dat de maatregelen die op 31 maart 2015 bekend zijn gemaakt door de provincie, bijdragen aan de uitgangspunten van het Verkeersbeleidsplan. In welke mate dat het geval is moet nog blijken. Zie de reactie op de algemene zienswijze A. b: zie de reactie op de algemene zienswijze C. c: de zienswijze over “eerdere toezeggingen” van de gemeente Bunnik kan beter gelezen worden als “eerder beschreven beleidsdoelstellingen”. Voor zover dat begrepen wordt als dat alle wegen in het gebied autoluw moet worden, tekenen wij aan dat de gemeente niet bevoegd is voor provinciale wegen besluiten te nemen. Dat neemt niet weg dat een jarenlang volgehouden beleidsdoelstelling verwachtingen wekt. In die zin is deze zienswijze begrijpelijk.
4
a.
Bezwaar tegen het ontbreken van invloed op het verkeersbeleidsplan door belanghebbenden in het buitengebied. b. 11 specifieke knelpunten benoemd. c. Advies klankbordgroep SALTO II kan niet gezien worden als zijnde inbreng op verkeersbeleidsplan. d. Het verkeersbeleidsplan wordt niet gedragen door belanghebbenden in het buitengebied. e. Verkeersbeleidsplan laat veel open. Belanghebbenden willen betrokken worden bij vervolg. f. Het open blijven van de Achterdijk voor alle verkeer is erg belangrijk. Het buitengebied moet bereikbaar èn doorrijdbaar zijn. g. Het meeste verkeer is verbonden aan het gebied zelf. h. Het doel autoluw komt niet uit bewoners in het gebied. i. Het begrip autoluw is niet duidelijk en –wat het ook is- evenmin noodzakelijk. j. Het Verkeersbeleidsplan zegt niets over openblijven Achterdijk. k. Het is niet duidelijk wat het knelpunt is op de Achterdijk. l. Functie van de Achterdijk en N410 is ook ontsluitend. m. Veiligheid moet door handhaving worden bereikt, niet door wegaanpassing. n. Verkeersbeleidsplan zegt niets over afwikkeling landbouwverkeer. o. De suggesties voor maatregelen tegen problemen landbouwverkeerfietsers op parallelwegen (pag. 58 concept-Verkeersbeleidsplan) zijn niet navolgbaar. p. De suggesties voor maatregelen tegen problemen landbouwverkeerfiets op parallelwegen betekenen dat er meer landbouwverkeer door de kern van Bunnik zou rijden, wat gezien de hoofddoelstellingen van het concept-Verkeersbeleidsplan ongewenst is. q. In verkeersbeleidsplan ontbreekt belangenafweging met het ondernemersbelang. r. Geen rekening is gehouden met toename verkeer door toeristische ontwikkelingen en ontwikkeling MOB-terrein. s. Afsluiting van wegen (Achterdijk, Tureluurweg en N410) voor doorgaand verkeer, zoals voorgesteld, is volstrekt ongewenst. t. Verkeersbeleidsplan noemt Slim Werken een oplossingsrichting. Maar dat gaat niet op voor buitengebied zonder snel internet.
a: zie de reactie op de algemene zienswijze A. b: deze knelpunten zijn herkenbaar en moeten in een later stadium nader. c, d en e: zie de reactie op de algemene zienswijze A.
f: zie reactie op de algemene zienswijze B. g: uit het kentekenonderzoek van juni 2014 blijkt dat het merendeel van het verkeer (orde van 75%) op wegen in het buitengebied doorgaand verkeer is, d.w.z.: zonder herkomst en bestemming in het gebied. (kentekenonderzoek Dufec in opdracht van de provincie Utrecht, 2 en 5 juni 2014). h: zoals uit sommige zienswijzen blijkt wenst een deel van de bewoners in het buitengebied dat de hoeveelheid (doorgaand) verkeer beperkt wordt. i: wat met autoluw bedoeld wordt zal in het integrale project buitengebied Bunnik-Houten uitgewerkt worden. j: zie de reactie op de algemene zienswijze B. k: dit betreft een combinatie van factoren die de verkeersveiligheid en verblijfskwaliteit beïnvloeden: de verkeersdrukte, vooral als gevolg van het doorgaand verkeer, hoge snelheden en het feit dat fietsers en auto’s gebruik maken van dezelfde, relatief smalle, rijbaan. l: zie de reactie op algemene zienswijze B. m: handhaving van snelheid kan gebeuren door fysieke maatregelen (drempels e.d.) en door snelheidscontroles door de politie. De zienswijze vraagt om handhaving door de politie. Dat levert een praktisch probleem op. De gemeente heeft geen bevoegdheid om te controleren op snelheid. De ervaring leert dat de politie en het Openbaar Ministerie niet bereid zijn structureel handhavend op te treden tegen snelheidsovertredingen, respectievelijk te vervolgen, als het wegen betreft die niet voldoen aan richtlijnen voor weginrichting. n: in principe rijdt landbouwverkeer buiten de bebouwde kom over erfontsluitingswegen, dan wel over parallelwegen langs gebiedsontsluitingswegen. Binnen de bebouwde kom rijdt landbouwverkeer bij voorkeur over gebiedsontsluitingswegen. Gelet op deze zienswijze is de tekst op blz. 29 van het Verkeersbeleidsplan aangepast.
Bepleit maatregelen om snel internet te realiseren. Sociale veiligheid als aspect meenemen bij fietstunnel onder A12. Nieuwe fietsroute Odijk-Achterdijk heeft nadelen (doorsnijding landelijk gebied, kans op vervuiling, strijdig met principe van bundeling verkeer) w. Op pag. 22 is ten onrechte vermeld dat in de studie voor het buitengebied de kwesties van fietsroutes en fietstunnels zijn meegenomen. x. Gevraagd wordt aandacht te besteden aan de parkeersituatie, looproutes en bestemming, m.n. bij het buurtschap Vechten. y. Versobering van het OV (blz. 29) is absoluut ongewenst. z. Visie: • Buitengebied bereikbaar èn doorrijdbaar • De Achterdijk is slagader van het gebied • Terugdringen autoverkeer is onnodig en niet haalbaar naast andere doelstellingen voor het gebied aa. Maatregelen (o.a.): • Geen maatregelen nemen voor effecten bekend zijn van N421, N229, doorgetrokken Baan van Fectio en maatregelen bij de N411 • Geen enkele fysieke afsluiting van wegen voor enige vervoersvorm • Snelheidsremmende maatregelen afgestemd op landbouwverkeer • Handhaving snelheidsregime • Aandacht voor specifieke punten, aanrijtijd hulpdiensten en sociale veiligheid tunnel/brug onder/over A12. u. v.
o: het betreft een opsomming van mogelijkheden die door de wegbeheerder (de provincie Utrecht) gevolg kunnen worden. p: in principe is het wenselijk doorgaand landbouwverkeer buiten de woonkern om te leiden. In de concrete situatie van de Baan van Fectio levert dat een probleem en een andere benadering op. Er is een verkeersbesluit in procedure (april 2015) dat uitgaat van het (grotendeels) weren van landbouwverkeer van de Baan van Fectio. Dat heeft te maken van de functie van de weg (gebiedsontsluitingsweg, 80 km/u), de landelijke richtlijnen voor weginrichting (CROW) die uitgaat van het weren van landbouwverkeer op dergelijke wegen en het verzoek van de provincie Utrecht om te voorkomen dat landbouw-verkeer op de hoofdrijbaan van de provinciale N411 kan komen. Tevens speelt mee dat de route door de kern van Bunnik voor landbouwverkeer acceptabel is (geringe intensiteit landbouwverkeer, aanwezigheid vrijliggende fietspaden). q: het Verkeersbeleidsplan is geen economisch beleidsplan. Zodoende komen economische belangen niet nadrukkelijk in beeld. Tegelijkertijd is duidelijk dat verkeer en vervoer een erg belangrijk economisch aspect is voor bedrijven. Bij verkeersbesluiten die de economische levensvatbaarheid van bedrijven raken, moet dat aspect uitdrukkelijk meegewogen worden. Hierbij kunnen zaken als planschade en nadeelcompensatie een de orde zijn. Hiermee zal de gemeente zorgvuldig mee om gaan. Deze zienswijze drukt vooral uit dat de afsluitingen waarvan her en der sprake is (maar niet in dit concept-Verkeers-beleidsplan!) door ondernemers als een grote bedreiging wordt ervaren. In die zin sluit het aan bij de algemene zienswijze B. r: daar is inderdaad niet specifiek rekening mee gehouden. De verwachting is dat de effecten van deze ontwikkelingen op het bestaande en deels aan te passen wegennet kunnen worden opgevangen. s: over afsluitingen wordt in het Verkeersbeleidsplan geen besluit vastgelegd. Zie verder de reactie op algemene zienswijze A en B. t: gezien het feit dat snel internet in het buitengebied voor aanbieders erg onrendabel is en voor particulieren erg duur, komt dit (nog) niet van de grond. u: sociale veiligheid is inderdaad een belangrijk aspect. v: dit onderdeel moet nog afzonderlijk bezien worden en in de integrale studie buitengebied Bunnik-Houten een plaats krijgen. Van de mening in de zienswijze nemen wij nota. w: dat is juist. De zin “Dit is een integraal onderdeel van de studie naar de wegenstructuur in het buitengebied” vervalt. x: De situatie bij het buurtschap Vechten vergt een eigen uitwerking. Die is
5
a.
b. c.
d.
e.
f. g.
h. i.
Indieners zijn betrokken geweest bij plannen van provincie en gemeenten voor het buitengebied (klankbordgroep A12-SALTO II), maar het Verkeersbeleidsplan kwam als verrassing. Ondanks toezeggingen daartoe is er onvoldoende samenhang is tussen verschillende projecten en studies. De Achterdijk bij de N411 is de poort van het buitengebied en moet open blijven. Dat geldt ook voor de spoorwegovergang in de Achterdijk. Omrijden is voor bewoners en klanten geen optie. “Onze bedrijven zijn in gevaar door geluiden die wij horen en bevestigd krijgen. Dat Prorail af wil van de gelijkvloerse spoorovergang. En daarmee de Achterdijk wil afsluiten.” Het Verkeersbeleidsplan is tweeslachtig over het buitengebied. Enerzijds wordt niet ingegaan op de verkeerssituatie, anderzijds zijn bepaalde onderwerpen toch benoemd. Tevens wordt verwezen naar de studie A12-SALTO II waarvan de uitkomsten opgenomen worden in het Verkeersbeleidsplan. Die studie ging alleen over de oostelijke ontsluiting en regelt niets over hoe het buitengebied verder ontsloten wordt. Het Verkeersbeleidsplan is niet duidelijk over hoe om te gaan met diverse knelpunten (openblijven Achterdijk, ongeschiktheid Marsdijk, Tureluurweg) Dringend wordt verzocht inspraakprocedures te respecteren. Zowel het Verkeerbeleidsplan als de Studie A12-SALTO II laten nog veel open zaken open. Aandacht wordt gevraagd bij nadere procedure en studie alle belangen af te wegen, waaronder m.n. de economische belangen van landbouwbedrijven. Het gebied moet bereikbaar èn doorrijdbaar zijn. Verkeersluw is niet nodig. Verzocht wordt te wachten met maatregelen aan de Achterdijk totdat duidelijk is wat er op de aansluiting N411-Achterdijk gebeurt.
voorzien in een studie door de provincie Utrecht, in samenwerking met de gemeenten Utrecht en Bunnik en, uiteraard, met betrokkenheid van belanghebbenden in en bij het buurtschap. y: versobering is uit het oogpunt van dienstverlening ongewenst, maar economisch en vanuit efficiency legitiem. Hierover gaat de provincie Utrecht. z en aa: zie de reactie op de algemene zienswijze A en B en t.a.v. snelheidshandhaving 4m. a: zie de reactie op de algemene zienswijze A.
b: zie de reactie op de algemene zienswijze A. c: zie de reactie op de algemene zienswijze B.
d: zie de reactie op de algemene zienswijze A.
e: zie de reactie op de algemene zienswijze B.
f: Belanghebbenden worden bij een vervolg betrokken. Zie verder de reactie op de algemene zienswijze A. g: zie de reactie op de algemene zienswijze A en B.
h: zie de reactie op de algemene zienswijze B. i: zie de reactie op de algemene zienswijze A. j: zie de reactie op 4m.
j.
Snelheidshandhaving op de Achterdijk moet d.m.v. snelheidscontroles gebeuren en niet d.m.v. wegaanpassingen omdat de weg geschikt moet blijven voor landbouwverkeer. k. In het Verkeersbeleidsplan heeft landbouwverkeer onvoldoende aandacht. De suggesties voor maatregelen tegen problemen landbouwverkeer-fietsers op parallelwegen (pag. 58 conceptVerkeersbeleidsplan) zijn niet navolgbaar. l. De suggesties voor maatregelen tegen problemen landbouwverkeerfiets op parallelwegen betekenen dat er meer landbouwverkeer door de kern van Bunnik zou rijden, wat gezien de hoofddoelstellingen van het concept-Verkeersbeleidsplan ongewenst is. m. De (verlengde) Baan van Fectio is ongeschikt voor landbouwverkeer. Dat heeft gevolgen voor de ontsluiting en doorstroming van landbouwverkeer door het gebied. Daarmee moet in het Verkeersbeleidsplan rekening gehouden worden. n. Er is onvoldoende aandacht in het Verkeersbeleidsplan voor de economische belangen van ondernemers in het gebied, die afhankelijk zijn van aan- en afvoer, maar ook van de bereikbaarheid van klanten. o. Geen rekening is gehouden met toename verkeer door toeristische ontwikkelingen en ontwikkeling MOB-terrein. p. Afsluiting van wegen (Achterdijk, Tureluurweg en N410) voor doorgaand verkeer, zoals voorgesteld, is volstrekt ongewenst. q. Verkeersbeleidsplan noemt Slim Werken een oplossingsrichting. Maar dat gaat niet op voor buitengebied zonder snel internet. Bepleit maatregelen om snel internet te realiseren. r. Sociale veiligheid als aspect meenemen bij fietstunnel onder A12. s. Visie: • Buitengebied bereikbaar èn doorrijdbaar • De Achterdijk is slagader van het gebied • Terugdringen autoverkeer is onnodig en niet haalbaar naast andere doelstellingen voor het gebied t. Maatregelen (o.a.): • Geen maatregelen nemen voor effecten bekend zijn van N421, N229, doorgetrokken Baan van Fectio en maatregelen bij de
k: zie de reactie op 4o.
l: zie de reactie op 4p.
m. Ook als de Baan van Fectio niet voor landbouwverkeer gebruikt wordt is er voor landbouwverkeer een snelle en veilige alternatieve route via de StationswegProvincialeweg. n: zie de reactie op zienswijze 4q.
o: zie de reactie op zienswijze 4r. p: Het concept-Verkeersbeleidsplan stelt niet voor om wegen af te sluiten. Zie verder de reactie op algemene zienswijze A en B. q: zie de reactie op zienswijze 4t.
r: sociale veiligheid is inderdaad een belangrijk aspect. s en t: zie de reactie op de algemene zienswijze A en B en t.a.v. snelheidshandhaving 4m.
N411 Geen enkele fysieke afsluiting van wegen voor enige vervoersvorm • Snelheidsremmende maatregelen afgestemd op landbouwverkeer, handhaving snelheidsregime • Aandacht voor specifieke punten, aanrijtijd hulpdiensten en sociale veiligheid tunnel/brug onder/over A12. Vreest toename van verkeer op het deel van de Achterdijk voor hun woning. Verzoeken om maatregelen om de verkeersveiligheid te bevorderen, zoals (borden met) spitsafsluitingen, snelheidscontroles en verbod op linksafslaan vanaf Houtenseweg naar Achterdijk 10. Stopbord en –streep op kruising Rijsbruggerweg-Achterdijk. Landbouwverkeer als thema met doelstellingen ontbreekt in het Verkeersbeleidsplan en dient toegevoegd te worden. Goede bereikbaarheid van agrarische bedrijven en verkeersveilige routes zouden doelstellingen moeten zijn. Dat houdt in dat alle wegen in dit gebied toegankelijk moeten zijn en blijven. Dat geldt in versterkte mate voor de Achterdijk, inclusief het tunneltje onder de A12 en de spoorwegovergang. Bepleit wordt dat landbouwverkeer gebruik kan maken van de (verlengde) Baan van Fectio, omdat dat tegemoet komt aan de doelstelling in het Verkeersbeleidsplan doorgaand verkeer om de woonkern te leiden. Verkeersdrempels zijn als snelheidsremmende maatregel ongewenst vanwege ongemak, hinder en milieu-effecten. Versmallingen e.d. zijn beter, mits gedimensioneerd op landbouwvoertuigen. De inrichting van parallelwegen die bestemd zijn voor landbouwverkeer dienen bij voorkeur te voldoen aan de CROWrichtlijn (publ. 240). Het Verkeersbeleidsplan is tweeslachtig t.a.v. het buitengebied. Enerzijds wordt gesteld dat niet ingegaan wordt op het buitengebied, anderzijds worden wel uitspraken gedaan. Verzocht wordt de verkeerssituatie van het buitengebied buiten het plan te houden. De uitkomsten van de studie naar de oostelijke ontsluiting van •
6
a. b.
7
a. b.
c.
d.
e.
8
a.
b.
a en b: volgens de berekeningen van TNO zal op een deel van de Achterdijk het verkeer toenemen. De mate waarin is niet geheel duidelijk. De effecten van de N421 zullen eerst geëvalueerd moeten worden voordat nadere matregelen overwogen worden.
a: gelet op deze zienswijze is paragraaf 4.5.3 “Landbouwverkeer” aangepast. b: zie de reactie op algemene zienswijze B.
c: zie reactie op zienswijze 4p.
d: zie de reactie op algemene zienswijze B.
e: dat wordt onderschreven. Er wordt een verwijzing opgenomen naar de CROWpublicatie (blz. 29). a en b: zie de reactie op algemene zienswijze A.
c.
d.
9
a. b.
c.
d. e.
f.
Houten worden onderdeel van het Verkeersbeleidsplan. Maar daarmee ontstaat geen integrale visie op het buitengebied, waar wel behoefte aan is. In die zin schiet de gekozen werkwijze tekort. In het Verkeersbeleidsplan moet (alsnog) aandacht worden besteed aan: • zekerheid dat de spoorwegovergang in de Achterdijk voor alle verkeer toegankelijk blijft, alsmede het belang van de Achterdijk voor de ontsluiting van het gebied; • de Marsdijk en Tureluurweg ongeschikt zijn als ontsluitingsroute voor landbouwverkeer; • parkeren van auto’s op of langs wegen in het buitengebied; • het ontbreken van handhaving van m.n. snelheidsovertredingen op de Achterdijk. Bepleit wordt dat landbouwverkeer gebruik kan maken van de (verlengde) Baan van Fectio, omdat dat tegemoet komt aan de doelstelling in het Verkeersbeleidsplan doorgaand verkeer om de woonkern te leiden. Ontevredenheid over het niet betrokken zijn bij het tot stand komen van het verkeersbeleidsplan. Wel betrokken bij de studie naar de oostelijke ontsluiting van Houten, maar nu daarover recent een besluit is genomen is nog steeds veel onduidelijk. Dat besluit kan niet overgenomen worden in het Verkeersbeleidsplan. Een goede bereikbaarheid is voor bedrijven, de sociale verhoudingen en de bereikbaarheid door hulpdiensten essentieel. Om die reden moeten de wegen in het buitengebied zonder belemmeringen voor alle verkeer altijd open blijven. D.w.z.: niet autoluw en geen (fysieke) afsluitingen. geen aanvullende verkeersmaatregelen nemen zolang de effecten van de N421 onbekend zijn. Afsluiting van de spoorwegovergang in de Achterdijk door viersporigheid in 2025 heeft fatale gevolgen voor landbouwverkeer. Zeker als dat geen gebruik kan maken van de Baan van Fectio. Suggesties: • ontsluiting fort Vechten via N421 • vrijliggende fietspaden langs de N410 en achter fort Vechten
c: zie de reactie op algemene zienswijze 2 en voor snelheidshandhaving zienswijze 4m.
d: zie de reactie op zienswijze 7c.
a: zie de reactie op de algemene zienswijze A. b: zie de reactie op de algemene zienswijze A.
c: Zie de reactie op de algemene zienswijze B.
d: Zie de laatste alinea van de reactie op de algemene zienswijze A. e: zie de laatste alinea van de reactie op de algemene zienswijze B. Ten aanzien van de Baan van Fectio: ook als die niet gebruikt kan worden is er voor landbouwverkeer een snelle en veilige alternatieve route beschikbaar. f: ontsluiting van fort Vechten via de N421 is gezien eerder gemaakte keuzes niet langer reëel. De overige suggesties worden betrokken bij een nadere uitwerking
10
a.
b. c. d.
11
e. a.
12
a.
Het buitengebied moet toe- en doorgankelijk blijven voor alle bewoners en bedrijven. De tunnel onder de A12 bij vechten moet als poort voor het gebied open blijven. Sluipverkeer moet geweerd worden. Veilige fietsroutes, zijn belangrijk. Fietspad langs de N410 liever vandaag dan morgen. Geen nieuw losliggend fietspad door het land, om hinder en versnippering van landbouwgebied te voorkomen, en bovendien onnodig als er een fietspad langs de N410 komt. Handhaving van snelheid (60 km) is noodzakelijk. Het Verkeersbeleidsplan stelt dat de uitkomsten van de studie over de oostelijke ontsluiting van Houten o.l.v. de provincie integraal in het Verkeersbeleidsplan opgenomen worden. Maar nu er een besluit genomen is blijkt er nog veel onduidelijk. Zodoende kunnen wij niet beoordelen wat dit concreet voor het gebied betekent. Verzoekt de passage waarin melding wordt gemaakt dat de klankbordgroep SALTO II de inbreng van bewoners en ondernemers in het gebied verwoord, te verwijderen.
a: zie de reactie op algemene zienswijze B.
b: zie de reactie op algemene zienswijze C.
d: zie de reactie op zienswijze 4v.
e: zie reactie op zienswijze 4m. a: zie de reactie op algemene zienswijze A.
a: die passage wordt aangepast. Zie de reactie op de algemene zienswijze A.