101140-1062
EINDVERSLAG INSPRAAKPROCEDURE PLAN "DUIVENDRECHTSE POLDER"
Bijl. A - 1
VOORONTWERP-BESTEMMINGS-
Conform de Inspraakverordening ruimtelijke plannen en dorpsvernieuwing is een inspraakprocedure gevolgd ten aanzien van het voorontwerp-bestemmingsplan "Duivendrechtse Polder". Van de start van deze procedure is kennis gegeven in de Amstelgidsen van 25 augustus en 8 september 1994. Het voorontwerp van het plan heeft van 26 augustus 1994 tot en met 7 oktober 1994 voor een ieder ter inzage gelegen in het gemeentehuis te Ouderkerk aan de Amstel en het Dorpshuis te Duivendrecht. Een exemplaar van het plan was tegen betaling verkrijgbaar. Voorts is op dinsdag 13 september 1994 vanaf 20.00 uur in het gemeentehuis te Ouderkerk aan de Amstel een inspraakavond over het voorontwerp-plan belegd. Van de gelegenheid om inspraakreacties te geven is ruim gebruik gemaakt. Het verslag van de inspraakavond is als bijlage bij dit eindverslag gevoegd. Schriftelijke inspraakreacties zijn ingediend door de navolgende personen/instanties waarbij in het kort de inhoud van de reactie is weergegeven en daaronder het commentaar van de gemeente. 1.
Architectenburo Dick Albers b.v., Hoger Einde Noord 31 te Ouderkerk aan de Amstel. Verzocht wordt om in het bestemmingsplan de mogelijkheid op te nemen om de bovenverdieping van het bestaande kantoorgebouw Hoger Einde Noord 31 te formeren tot woonverdieping en voorts naast het pand een tweetal woonhuizen en een kantoor te realiseren. Voorts wordt gevraagd de aangegeven bebouwing op genoemd perceel en de bestemming ervan in overeenstemming te brengen met de huidige situatie.
Uit het akoestisch onderzoek blijkt, dat een hogere waardeprocedure in het kader van de Wet geluidhinder nodig is (zie bijlage C). Er zijn geen overwegende stedebouwkundige bezwaren om voor dit reeds bebouwde gebied aan het verzoek tegemoet te komen. Het plan is daarop aangepast.
Verzocht wordt verder om in het bestemmingsplan de bouw van een schuur/berging op het perceel Hoger Einde Noord 54 mogelijk te maken met een hogere goot- en nokhoogte en op een andere locatie dan in het voorontwerp-plan is toegestaan. Voorts wordt gevraagd om aanpassing op de plankaart van de zuidgrens van het betreffende perceel.
2.
De gewenste situering van het bijgebouw is mogelijk gemaakt. De maximale oppervlakte en de hoogtebepalingen zijn in het plan bepaald overeenkomstig het beleid voor de hele gemeente, het is niet wenselijk om daarvan af te wijken in het voorliggende plan (zie ook commentaar bij reactie 3).
Bewonerscommissie Burgemeester Stramanweg/Gijsbrecht van Aemstelkwartier, p/a Willebrordstraat 4 te Ouderkerk aan de Amstel, voorzien van ongeveer 56 handtekeningen. Tegen realisering van de busbaan bestaat geen bezwaar. Omdat de bewoners zeer veel waarde hechten aan het uitzicht over het agrarisch gebied en geen der bewoners hinder blijkt te hebben van geluidsoverlast wordt een geluidswal,
101140-1062
Bijl. A - 2
-scherm of -muur unaniem afgewezen.
3.
E. Brals-Poppen, Binnenweg 10 te Ouderkerk aan de Amstel. Zwaar wordt gemaakt tegen de beperkte toegestane oppervlakte voor bijgebouwen, de bepaalde voorgevelbreedte, de grootte van de toegestane bebouwingsoppervlakte, de maximale goothoogte en de maximale inhoud.
4.
Er is kennis genomen van het feit dat de aanwonenden geen bezwaar hebben tegen de aanleg van de busbaan. De gemeente acht de argumenten om het uitzicht op het open gebied niet weg te nemen door geluidwerende voorzieningen ook steekhoudend. Indien de aanleg van de busbaan overschrijding van de grenswaarde ingevolge de Wet geluidhinder tot gevolg zou hebben, zal de gemeente bepleiten dat geluidhinder wordt beperkt door een geluidreducerend wegdek.
De bepalingen voor bijgebouwen in het buitengebied zijn een beleidskeuze voor de hele gemeente. Een oppervlakte van 40 m2 bij een burgerwoonhuis is ook redelijk te achten. De hoogtelimiteringen zijn in het algemeen ook voldoende te achten. Om in specifieke gevallen te kunnen voorzien, is wel een afwijking van 50 cm mogelijk gemaakt (artikel 26).
Dorpsraad Duivendrecht, Werkgroep RBOVV te Duivendrecht. Opgemerkt wordt dat de grenzen van de polderdelen niet op de bijbehorende kaart zijn aangegeven. Tevens wordt vergeten melding te maken van een derde bemalingsgebied (polder De Toekomst). Niet duidelijk is vanuit welk punt de goothoogten en nokhoogten moeten worden bepaald. Het bestemmingsplan wordt op diverse punten onduidelijk geacht. In het bestemmingsplan wordt te weinig aandacht besteed aan de uitvoering van de diverse plannen. Tevens ook geen aandacht aan bereikbaarheid van gebouwen, bereikbaarheid via kabels en leidingen, afvoer via riolering, gebruik van alternatieve energie. In het bestemmingsplan wordt gewezen op de erbarmelijke kwaliteit van het water. Niet wordt aangegeven hoe die kwaliteit moet worden verbeterd, noch wordt aangegeven hoe die kwaliteit zo slecht is. Met betrekking tot de Burgemeester Stramanweg wordt niet gesteld dat de verbreding ten behoeve van de busbaan ongedaan moet worden gemaakt bij realisering van de zuidtangent. Gevraagd wordt vervolgens wat de status van beheersgebied inhoudt. Voor wat betreft polder De Toekomst moet daarbij worden aangegeven dat het betreft het gedeelte binnen het plangebied. Duidelijkheid wordt gevraagd over de toegestane dakhellingen. Geadviseerd wordt vervolgens om het plan in het kader van het overleg ex artikel 10 Bro ook te sturen aan de gemeente Diemen en de stadsdelen Amsterdam Zuidoost en Watergraafsmeer. Tenslotte wordt verwezen naar blz. 15 V onder punt 5 waar gesproken wordt over reële agrarische bedrijven; deze bedrijven zouden echter tot de irreële agrarische bedrijven moeten worden gerekend.
Het aangeven van begrenzingen van poldergebieden is voor de geprojecteerde bestemmingen niet relevant. De kwaliteit van het water wordt niet geregeld via het bestemmingsplan, doch daarvoor bestaat een provinciaal waterkwaliteitsplan, zoals ook gesteld in deel 2.4.1. van de toelichting.
101140-1062
Bijl. A - 3
Goot- en nokhoogten worden bepaald vanaf het "peil", zoals gedefinieerd in artikel 1 lid 1 van de voorschriften. Het bestemmingsplan is nauw afgestemd op de diverse sectorplannen, zoals het landinrichtingsplan, het Basisplan e.d. Met het bestemmingsplan wordt een planologische voorwaarde voor de uitvoerbaarheid van die sectorplannen vervuld. De uitvoering zelf vindt plaats met behulp van het instrumentarium, dat behoort bij de betreffende sectorplannen. Voor uitleg over de uitvoering kan dus verwezen worden naar die sectorplannen. Voor het projecteren van bestemmingen is het voldoende te stellen dat de uitvoerbaarheid ervan (in het sectortraject) is veilig gesteld. Met de toedeling van bestemmingen is de bereikbaarheid van diverse genoemde elementen (afvoer van rioleringen en voor alternatieve energievormen) niet belemmerd. Het planologisch regiem laat onverlet dat in de privaatrechtelijke sfeer aanvullende overeenkomsten worden gesloten om de bereikbaarheid van specifieke situaties te waarborgen. De busbaan is niet bestemd, doch slechts mogelijk gemaakt via een wijzigingsprocedure. Het is nu nog niet te bepalen of het wenselijk is om een regeling op te nemen voor verwijdering van de busbaan wanneer buiten het plangebied een ander tracé komt. Het beheersgebied, of hoogwatergebied, omvat agrarische productiegronden waarvan in het landinrichtingsplan geen peilverlaging wordt nagestreefd (zie deel 3.3.5. van de toelichting). In alle relevante bestemmingen zijn de dakvormen geregeld, hetzij door de minimale en maximale dakhelling voor te schrijven, hetzij door het limiteren van de goot- en nokhoogte. Deze bepalingen zijn erop gericht de bestaande situatie tenminste te sanctioneren en voorts een landschappelijk aanvaardbare inpassing te waarborgen. De gemeente Diemen en het deelgebied Amsterdam Zuidoost grenzen niet aan het plangebied en het plan regelt ook geen zaken die betrekking of invloed hebben op die bestuurlijke eenheden. Aan de stadsdeelraad Amsterdam Watergraafsmeer is het plan wel toegezonden, doch daarvan is geen reactie ontvangen (zie bijlage B). Van de opmerking met betrekking tot het reëel of irreëel zijn van agrarische bedrijven is kennisgenomen. 5.
M.J. van Groeningen, Binnenweg 15 te Duivendrecht. De in het bestemmingsplan genoemde afsluiting van de Binnenweg is een verkeersmaatregel en hoort niet in het bestemmingsplan thuis. Nu die afsluiting wel wordt aangegeven zou die nader gespecificeerd horen te worden. Aandacht wordt gevraagd voor andere verkeersaspecten. Gevraagd wordt om de toegestane goothoogte te stellen op 6 of 7 meter in plaats van 3 meter. Tevens wordt gevraagd om een vergroting van de bijbouwmogelijkheid van 40 m2 naar 80 of 120 m2. Tevens wordt gevraagd een aanwezig bijgebouw in te tekenen, omdat in de huidige situatie reeds meer dan 40 m2 bijgebouw aanwezig is. Voorts wordt gewezen op het feit dat de waterkering is ingetekend op de plaats waar reeds de woninguitbreiding is gerealiseerd. Opgemerkt wordt dat in de toelichting op het bestemmingsplan niet wordt gesproken over geluidhinder tengevolge van het in aanbouw zijnde stadion over de Burgemeester Stramanweg. Tenslotte wordt de suggestie gedaan om gebruik van agrarische gebouwen voor andere doelen tegen te gaan.
101140-1062
6.
Het noemen van verkeersmaatregelen is illustratief, doch een specifieke regeling kan juridisch niet in een bestemmingsplan worden opgenomen. De regeling voor gebouwen en bijgebouwen is reeds becommentarieerd bij de reacties 3 en 4; verruiming van de bebouwingsmogelijkheden bij burgerwoonhuizen in het open gebied is strijdig met de doelstellingen van het plan. Geluidhinder tengevolge van het in aanbouw zijnde stadion ten oosten van de rijksweg A 2 is voor het plangebied niet aan de orde. Het milieueffectrapport dat voor het stadion is opgesteld geeft geen consequenties voor het voorliggende plan. Het gebruik van agrarische gebouwen voor andere doeleinden is uitsluitend mogelijk indien het ruimten betreft die niet meer in gebruik zijn voor agrarische doeleinden. In zulke gevallen is het redelijk om een ander (doch niet hinderlijk) gebruik toe te staan (zie ook deel 3.4.3. van de toelichting).
A.Th. Kolk, 't Ven 27 te Duivendrecht. Maakt bezwaar tegen het niet opgenomen zijn van de door hem, met bouwvergunning, gebouwde berging, op een perceel tussen Binnenweg 5 en 6. Gevraagd wordt of deze berging zou mogen worden uitgebreid tot 20 m2 en in steen mag worden uitgevoerd. Voorts wordt gevraagd of ter plaatse een woning mag worden gerealiseerd voor recreatief bewonen. Tevens wordt gevraagd om een eigen huisnummer, een aansluiting op elektra en water en toestemming voor een aanlegsteiger in de Amstel. Tenslotte wordt bezwaar geuit tegen het doorsnijden van het stuk boomgaard met weiland door een weg, voetpad of fietspad.
7.
Bijl. A - 4
De betreffende berging is in het plan gesanctioneerd in overeenstemming met de verleende bouwvergunning. De materiaalkeuze voor de berging is niet ter beoordeling via de bestemmingsplanregeling, doch dat valt onder het Welstandstoezicht. De bouw van een, al dan niet recreatieve, woning is niet in het plan opgenomen, omdat zulks strijdig is met de doelstelling van het plan om niet-agrarische bebouwing in het open gebied te weren. Omdat geen woning op het perceel aanwezig is of gebouwd kan worden, is vergroting van de berging ook niet wenselijk te achten. Ook de bouw van een aanlegsteiger is in dat geval niet toegestaan. Voor het betreffende terrein is doorsnijding met een pad niet aan de orde. Zulke paden kunnen in principe op verscheidene plaatsen in het plangebied worden aangelegd, doch uitsluitend in overleg en overeenstemming met de grondeigenaren en -gebruikers. Uit illustratieve overwegingen zijn nu wel de tracés van paden, zoals opgenomen in het Deelplan Recreatieve Routes van het Groengebied, op de plankaart indicatief aangeduid. De overige genoemde zaken vallen buiten het kader van het bestemmingsplan.
Gebr. Van der Linde b.v., Postbus 34 te Ouderkerk aan de Amstel. Verzocht wordt om het volkstuincomplex ten noorden van de Burgemeester Stramanweg als zodanig te bestemmen, omdat dit complex al vanaf 1935 in gebruik is.
101140-1062
8.
De genoemde activiteiten kunnen op deze plaats aanvaardbaar worden geacht. Om onduidelijkheid te voorkomen zijn manege + stallen nu ook expliciet genoemd in het bestemmingsvoorschrift en de bebouwingsmogelijkheid is iets vergroot.
Th. Roos, Prins Bernhardlaan 23 te Ouderkerk aan de Amstel mede namens 18 mede-ondertekenaars. Betrokkenen zijn positief over de aanleg van een busbaan ter verbetering van de doorstroming van het openbaar vervoer. Zij hechten buitengewoon veel waarde aan het direct visueel contact vanuit de woningen langs de Burgemeester Stramanweg en het agrarisch gebied van de Duivendrechtse Polder. Voorts ervaren betrokkenen het geluid van het verkeer over de Burgemeester Stramanweg niet als hinderlijk. Gelet daarop verklaart men zich unaniem tegen toepassing van geluidswallen, -schermen of -muren.
11.
Gebleken is dat de toekomstverwachtingen voor dit agrarische bedrijf niet ongunstig zijn. In het kader van de landinrichting lijken er mogelijkheden aanwezig om het bedrijf met enkele hectaren agrarische productiegrond te vergroten en ook is er een bedrijfsopvolger. Het agrarische bebouwingsvak is vergroot zodat het bedrijf kan uitbreiden, indien dit voor de agrarische bedrijfsvoering aantoonbaar noodzakelijk is en het huidige gebouwenbestand weer geheel voor agrarische doeleinden in gebruik is genomen.
Politie Amsterdam-Amstelland, James Wattstraat 84 te Amsterdam. Verzocht wordt om een bestemmingswijziging van het gedeelte van sportpark Over-Amstel binnen Ouder-Amstel ten behoeve van de vestiging van de accommodatie voor het Bureau Beredenen en Hondegeleiders, in casu een manege met stallen.
10.
Het wordt niet erg waarschijnlijk geacht dat binnen de planperiode financiële middelen beschikbaar komen om het betreffende complex op die plaats op te heffen c.q. te verplaatsen; daarom is het volkstuinencomplex nu gelegaliseerd. Wel is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het geval herstel van de landschappelijke waarde toch tot de mogelijkheden zou gaan behoren.
P. de Nooij, Binnenweg 4 te Ouderkerk aan de Amstel. Verzocht wordt om vergroting van het agrarische bouwblok in verband met toekomstverwachtingen van het ter plaatse gevestigde agrarisch bedrijf. Voor een volwaardig agrarisch bedrijf is het aangegeven bouwblok te gering.
9.
Bijl. A - 5
Kortheidshalve wordt verwezen naar reactie 2 en het commentaar daarbij.
Maatschap C. en A.J. Stam, Binnenweg 17 te Ouderkerk aan de Amstel. Bedenkingen bestaan tegen de aanduiding van een deel van de Duivendrechtse Polder als beheersgebied, conform het Herinrichtingsplan Amstelland en het in dit bestemmingsplan daaraan verbonden aanlegvergunningenstelsel. De huiskavel van deze maatschap valt voor 2/3 binnen dit gebied. Aanleg van extra fiets/voetpaden wordt overbodig geacht en heeft negatieve effecten.
101140-1062
Bijl. A - 6
Aandacht wordt voorts gevraagd voor afsluiting van de Binnenweg en het parkeren op Hoger Einde Noord. Tevens wordt gevraagd om vergroting van het agrarisch bouwblok.
12.
H. Stam, Binnenweg 17a te Ouderkerk aan de Amstel. Verzocht wordt om aanpassing van de bestemmingsplankaart aan de werkelijke situatie. Enige bestaande bebouwing ontbreekt namelijk.
13.
De bestaande bebouwing is op de plankaart ingetekend.
Stichting Samenlevingsopbouw Ouderkerk, werkgroep ruimtelijke ordening en verkeer Met betrekking tot de verbreding van de Burgemeester Stramanweg stroken de voorschriften niet met de toelichting. Volgens de voorschriften zou verbreding van deze weg tot vierbaansweg mogelijk zijn. Binnen de bestemming "wegen" zijn bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot 16 meter hoogte toegestaan. Deze hoogte wordt veel te hoog geacht. Niet begrepen wordt wat bedoeld wordt met de opmerking dat verbreding van de Burgemeester Stramanweg allerlei ongewenste ontwikkelingen kan genereren, zoals het dichtslibben van het open gebied (3.4.2. toelichting). In paragraaf 3.1. staat aangegeven dat het plangebied ligt als een nog open wig. Vraagtekens worden geplaatst bij het woordje "nog".
14.
De aanduiding van het beheersgebied (nu hoogwatergebied genoemd) volgt uit het Herinrichtingsplan Amstelland. Het aanlegvergunningenstelsel richt zich in hoofdzaak op het open en gaaf houden van het landschap en op het veiligstellen van het waterpeil. Met betrekking tot recreatieve paden en verkeersmaatregelen wordt kortheidshalve verwezen naar het gestelde bij reactie 6 en 5. Het, relatief kleine, agrarische bebouwingsvak is iets vergroot aan de noordzijde.
De voorschriften zijn meer toegespitst op hetgeen in de toelichting is gesteld (artikel 8 lid 7). Het is overigens denkbaar dat het plan voor aanleg van de busbaan vóór de terinzagelegging van het bestemmingsplan zo ver is gevorderd, dat de bestemming gedetailleerd kan worden opgenomen. De bestemming voor wegen is gesplitst in "wegen I" en "wegen II". De bedoelde hoogtemaat heeft betrekking op de bestemming "wegen I", die is geprojecteerd op de gronden waarop de rijksweg A 2 ligt. Deze hoogte is nodig voor bouwwerken bij rijkswegen, zoals portalen voor bewegwijzering en lichtmasten. Dichtslibben van open gebieden dreigt veelal indien de "drempel" voor allerhande aantastingen wordt verlaagd. De verbreding van een verkeersweg over grote lengte en dus verkleining van het open gebied, is zo'n drempelverlagende ingreep. Het woord "nog" kan wel gemist worden en is derhalve geschrapt.
J. Wagenaar, Burgemeester Stramanweg 97 te Ouderkerk aan de Amstel. Bezwaar wordt gemaakt tegen verbreding van de Burgemeester Stramanweg als gevolg van een in de toekomst aan te leggen busbaan of het vierbaans maken van deze weg.
101140-1062
Bijl. A - 7
Voorts wordt bezwaar gemaakt tegen het in het bestemmingsplan opgenomen voetpad vanaf de Burgemeester Stramanweg in noordelijke richting langs de polder De Toekomst. Deze weg komt langs de woning van betrokkene te lopen. Uit een oogpunt van veiligheid wordt dit ongewenst geacht. Indien het pad toch moet worden aangelegd wordt voorgesteld om het pad te verplaatsen naar het bestaande pad in het verlengde van de Korte Dwarsweg.
Verbreding van de Burgemeester Stramanweg ten behoeve van een busbaan is overeenkomstig het overheidsbeleid van rijk, provincie en gemeente. Een verbreding tot vier rijstroken is niet (meer) aan de orde (zie het aangepaste deel 3.3.3. van de toelichting). De recreatieve paden hebben tot doel het recreatief medegebruik in en van het open landschap te bevorderen. Dit is een uitvloeisel van het Herinrichtingsplan Groengebied Amstelland. Verder kan verwezen worden naar het ter zake gestelde in het commentaar bij reactie 6.
Voorts is een drietal verzoeken met betrekking tot percelen binnen het plangebied ingediend direct voor c.q. na de inspraakperiode. Deze verzoeken worden, hoewel niet aan te merken als inspraakreactie, hier toch vanwege de directe samenhang met het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan behandeld. 15.
R. van Achteren, Binnenweg 6A te Ouderkerk aan de Amstel. Verzocht wordt om medewerking voor de sloop van het in bouwkundig slechte staat verkerende zomerhuis en herbouw van een in het gebied passend nieuw huis op enige afstand van de huidige woning, mede in verband met het kunnen handhaven van de aanwezige boomgaard.
16.
De bouwkundige staat waarin het pand (een "zomerhuis") zich bevindt is zeker niet goed te noemen. Toch wordt gemeend dat de samenhang van de boerderij Ooster-Amstel ("winterhuis" en stal) met het zomerhuis dusdanig waardevol is, dat deze waard is om behouden te blijven. Beide zijn ook in het plan als karakteristiek bouwwerk aangemerkt, zulks naar aanleiding van de wettelijke overlegreactie van Groengebied Amstelland (zie bijlage B reactie 8 onder j). Het loskoppelen en nieuw bouwen aan de andere zijde van het boomgaardje op het erf werkt voorts versnipperend op het totaalbeeld van de bebouwing langs de Amsteloever, hetgeen de visuele openheid (doorkijk) niet ten goede komt. Gemeend wordt dat er termen aanwezig zijn om de bestemmingswijze te handhaven en de eenheid van het gebouwenbestand te bewaren; hetzij met een gerenoveerd, hetzij met een nieuw te (her)bouwen zomerhuis.
H.P. Compier en Zonen, Amstelzijde 15 te Amstelveen. Verzocht wordt om medewerking tot wijziging van de bestemming van het terrein van de voormalige rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) ten behoeve van woon- en bedrijfsruimten.
De betreffende gronden liggen midden in het open agrarische gebied. Alhoewel er destijds een onvermijdelijke noodzaak was om de installatie in die situatie te realiseren, was en is de RWZI landschappelijk een wezensvreemd element in die positie. Nu er geen behoefte op deze plaats meer is aan de installatie, wordt de oorspronkelijke agrarische bestemming weer hersteld. Dit past geheel in
101140-1062
Bijl. A - 8
de doelstelling van zowel het bestemmingsplan als van de intenties van Groengebied Amstelland met betrekking tot het open agrarische gebied. Gemeend wordt dat het herstellen van de open landschappelijke kwaliteit door het projecteren van een agrarische bestemming en het rooien van de windsingel dient te prevaleren. 17.
Stichting Begraafplaats "Gan Hasjalom", Rooseveltlaan 2 te Amsterdam. Verzocht wordt om medewerking voor realisatie van een nieuwe begraafplaats van circa 2 ha, grenzend aan begraafplaats "Karssenhof".
18.
In de ruimtelijke opbouw van het plan is ervan uitgegaan dat visuele belemmeringen voor de openheid van het landschap, langs de randen van het plangebied geconcentreerd dienen te blijven. Langs de Amsteloever is daarbij uitgegaan van een zone van circa 125 m uit de waterkant. Hierop is de diepte van de agrarische bebouwingsvakken gebaseerd en de zonering van het "kamperen bij de boer". Ook de begrenzing van de begraafplaats Karssenhof, met een bescheiden uitbreiding, blijft net binnen deze zone. Het is niet wenselijk geacht om ter plaatse nog een (nieuwe) begraafplaats te projecteren. Het hoofdmotief daarvoor is de te handhaven landschappelijke maatvoering en (in mindere mate doch wel reëel) ook de onwenselijkheid om meer verkeersbewegingen op Hoger Einde Noord/Binnenweg te genereren.
A. Rustenburg en S.C. Rustenburg-Koekoek, Binnenweg 1 te Ouderkerk aan de Amstel. Verzocht wordt om medewerking om de woning Binnenweg 1 te mogen vergroten.
De gevraagde vergroting van de woning heeft weinig of geen ruimtelijke invloed op de omgeving, er is geen overwegend stedebouwkundig bezwaar tegen. De bebouwingsgrens is aan het verzoek aangepast.