Elke ouder een platform
Eindrapportage Collectief Praktijkonderzoek De Zevensprong
Een onderzoek naar het verbeteren van de communicatie tussen school en ouders door het gebruik van een online communicatieplatform
Daphne Liebrand 110467 Begeleider/tutor: Elizabeth Rigg/Joke Kiewiet-‐Kester 12 april 2013 ‘Onderzoeksontwerp uitgevoerd in het kader van de Master Leren en Innoveren, Interactum, Utrecht’
Samenvatting Basisschool De Zevensprong is op dit moment een zogenaamde relatiegerichte school; de school investeert in het opbouwen en onderhouden van sociale relaties met ouders die hiervoor open staan en hierin ook investeren. Ze wil doorgroeien naar een op innovatiegerichte school; school en ouders zien elkaar als partners in het proces van continue verbetering van de school. Ze voelen zich hier in dezelfde mate verantwoordelijk voor en spreken elkaar aan op deze verantwoordelijkheid (Cijvat & Voskens, 2010). Om door te groeien naar een op ‘innovatiegerichte school’ is de stuurgroep ‘school en ouders’ opgericht. Deze stuurgroep bestaat uit zowel ouders als leerkrachten van De Zevensprong. Voor dit onderzoek richt de stuurgroep zich op de communicatie verbetering, en met name het stuk ‘informatievoorziening’, tussen school en ouders. Ouders hebben, door onder andere hun kind te ondersteunen (ouderbetrokkenheid), een grotere invloed op de bevordering van leerprestaties dan de school (leerkrachten en andere betrokkenen) (Parcel, Dufur, & Troutman, 2013). Dit is een van de belangrijke redenen, waarom het informeren van ouders, over wat kinderen op school leren zo belangrijk is. Hierdoor kunnen ouders bij het ondersteunen van het eigen kind beter inspelen op de koers die de school heeft ingezet. De Zevensprong is onderdeel van de stichting ‘Optimus primair onderwijs’. Deze stichting heeft ‘een goede samenwerking met ouders’ en ‘leren van elkaar’ (good practice) hoog in het vaandel staan en is daarom met De Zevensprong een pilot gestart: ‘Elke ouder een platform’ Om de communicatie tussen school en ouders via een digitale weg beter te laten verlopen, gaat De Zevensprong met Schoudercom starten. Dit is een besloten online portaal waarop school en ouders met elkaar kunnen communiceren; van school naar ouders, van ouders naar school en ouders onderling (communicatie 3.0). Met behulp van dit platform kunnen zowel ouderparticipatie (het meehelpen op school) als ouderbetrokkenheid bevorderd worden (Schoudercom, 2010). Om Schoudercom succesvol te implementeren en er op een zinvolle wijze mee te werken, heeft de stuurgroep ‘school en ouders’ de volgende onderzoeksvraag geformuleerd: “Op welke wijze kan met behulp van een digitaal communicatieplatform, de communicatie tussen school en ouders verbeteren?” De stuurgroep heeft onderzocht: a) wat de voorwaarden zijn voor een optimale (digitale) communicatie tussen school en ouders, b) door het verstrekken van welke informatie de leerprestaties van leerlingen beïnvloed worden, c) waar de behoeften en mogelijkheden op het gebied van communicatie, van zowel ouders als leerkrachten liggen, met betrekking tot het gebruik van Schoudercom en d) met welke knelpunten, met betrekking tot de implementatie van Schoudercom, rekening gehouden moet houden. Uit de literatuur blijkt dat ouders bevraagd willen worden over welke informatie zij belangrijk achten. Daarnaast dient de school zich er bewust van te zijn dat niet alle schriftelijke informatie door alle ouders gelezen of begrepen wordt. Leerprestaties van kinderen kunnen verbeteren indien leerkrachten kennis hebben van welke informatie, die zij verschaffen aan ouders en de manier waarop dit gebeurt, van invloed is op die leerprestaties. Ouders van de Zevensprong geven onder andere aan informatie te willen over: a) De Vreedzame School, b) het thuis ondersteunen van het eigen kind, c) schoolse vakken en d) om via foto’s te zien wat er in de klas gebeurt. De grootste groep leerkrachten geeft aan deze behoeften bij ouders te herkennen en de betreffende informatie te willen delen. De meeste ouders en leerkrachten van De Zevensprong zijn positief over de keuze om met Schoudercom te gaan werken. Een groep ouders en leerkrachten geeft onder andere aan behoefte te hebben aan ondersteuning bij het aanmaken van een account en/of instructie over de werking van het programma.
2 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
Inhoudsopgave Samenvatting
2
Inhoudsopgave
3
1. Probleemstelling 1.1 Context 1.1.1 Ambitie 1.1.2 Optimus primair onderwijs 1.2 Probleemstelling 1.2.1 Communicatie 1.2.2 Pilot 1.3 Vraagstelling
6 6 6 7 7 7 8 8
2. Theoretisch kader 2.1 Ouderbetrokkenheid, ouderparticipatie en partnerschap 2.2 Partnerschap en schoolsucces 2.3 Communicatie tussen school en ouders 2.3.1 Knelpunten 2.3.2 Kansen 2.4 Wat wel en niet werkt
9 9 9 10 10 10 11
3. Methode 3.1 Theoretisch kader 3.1.1 Nationale bronnen 3.1.2 Internationale bronnen 3.2 Kwantitatieve data 3.2.1 Ouders 3.2.2 Leerkrachten 3.3 Kwalitatieve data 3.3.1 Ouders 3.3.2 Leerkrachten 3.4 Dataverwerking 3.4.1 Kwantitatieve data 3.4.2 Kwalitatieve data 3.5 Analyse en interpretatie
12 12 12 12 13 13 13 14 14 15 15 15 16 16
4. Resultaten 4.1 Kwantitatieve data 4.1.1 Data per vraag 4.2 Kwalitatieve data 4.2.1 Ouders 4.2.2 Leerkrachten
17 17 17 25 25 26
5. Conclusies 5.1 Conclusies 5.2 Reflectie op conclusies
28 28 30
6. Aanbevelingen 6.1 Aanbevelingen naar aanleiding van ‘Theorie’ 6.2 Aanbevelingen naar aanleiding van ‘Resultaten’ 6.3 Algemene aanbevelingen 6.4 Reflectie
32 32 33 34 34
Bibliografie
35
Elke ouder een platform 3
Bijlagen Bijlage 1 Contextanalyse Bijlage 2 Schoolontwikkelingsmodel ouderbetrokkenheid (CPS) Bijlage 3 Gezamenlijke ambitie ontwikkelen Bijlage 4 Stuurgroep school en ouders Bijlage 5 Individueel actieonderzoek Bijlage 6 Onderzoek ‘Elke ouder een platform’ Bijlage 7 Formuleren onderzoeksvraag Bijlage 8 Werkwijze groepsinterviews Bijlage 9 Kwalitatieve data bij enquête leerkrachten Bijlage 10 Kwalitatieve data Schoudercom Bijlage 11 Kwalitatieve data groepsinterviews leerkrachten
4 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
38 38 40 42 45 46 47 51 52 52 53 54
“Doordat we informatie kregen, konden we onze dochter helpen. Zij vond het ook leuk om te vertellen wat zij in de klas deed. Ze is hierdoor in een jaar veel gegroeid” Citaat van ouders uit een enquête over de groep 3 nieuwsbrief 2011/2012
Elke ouder een platform 5
1. Probleemstelling “Basisschool De Zevensprong groeit uit naar een op ‘innovatiegerichte school’: school en ouders zien elkaar als partners in het proces van continue verbetering van de school. Ze voelen zich hier in dezelfde mate verantwoordelijk voor en spreken elkaar aan op deze verantwoordelijkheid.” Ambitie basisschool De Zevensprong Cuijk
Nb. In dit onderzoek wordt constant gesproken over ‘school’ en ‘ouders’. Met ‘school’ wordt iedereen die werkzaam is op De Zevensprong bedoeld. Met ‘ouders’ worden alle ouders van kinderen die ingeschreven zijn op De Zevensprong bedoeld.
In dit hoofdstuk wordt achtereenvolgens ingegaan op de situatieschets van De Zevensprong (§ 1.1), haar ambitie (§ 1.2) en vervolgens de probleemstelling (§ 1.3) en vraagstelling (§ 1.4) voor dit onderzoek.
1.1 Context Basisschool De Zevensprong is een katholieke basisschool met een leerstofjaarklassensysteem met acht jaargroepen. De ruim 170 kinderen die De Zevensprong bezoeken komen voornamelijk uit de wijk Padbroek en vormen een afspiegeling van haar bewoners. In deze wijk woont een gemêleerd gezelschap van zowel hoog als laag opgeleide autochtone als allochtone gezinnen en alles wat daar tussenin zit. De laatste jaren groeit het aantal kinderen dat met een taalachterstand, met name uit laag sociaaleconomische gezinnen (laag opleidingsniveau en herkomstmilieu), de school binnenkomt. Het is belangrijk dat leerkrachten zich realiseren dat deze ouders een andere visie hebben op de rol van leerkrachten en ouders bij opvoeding en onderwijs (Cijvat & Voskens, 2010). Dit vraagt een verandering wat betreft de contacten tussen hun ouders en de school en een heldere gezamenlijke visie en beleid op de samenwerking tussen school en ouders (De Onderwijsraad, 2010) (Schunk, Pintrich, & Meece, 2010) (Smit, Driessen, Sluiter, & Brus, 2007).
1.1.1 Ambitie Op dit moment is basisschool De Zevensprong vooral een zogenaamde ‘relatiegerichte school’. Dit betekent dat de school investeert in het opbouwen en onderhouden van sociale relaties met ouders die hiervoor open staan en hierin ook investeren (Cijvat & Voskens, 2010). De Zevensprong wil de totale ontwikkeling van de kinderen zo optimaal mogelijk stimuleren. Hiervoor is het belangrijk dat ouders betrokken zijn en door de school bewust betrokken worden bij de schoolse ontwikkeling van hun kinderen. Om dit te bewerkstelligen is het belangrijk dat ouders een grotere rol binnen de school krijgen, omdat een goede samenwerking de totale ontwikkeling van kinderen ten goede komt (Cijvat & Voskens, 2010) (Epstein & al., 2009) (De Onderwijsraad, 2010) (Smit, Driessen, Sluiter, & Brus, 2007) (Schunk, Pintrich, & Meece, 2010). Volgens Desforges (2003) hebben ouders bij kinderen in de leeftijd van 7 jaar, 6x meer invloed op leereffecten van kinderen op school dan school (leerkrachten en andere betrokkenen) zelf. Op 11jarige leeftijd is de verhouding van invloed van school en ouders nagenoeg gelijk en daarna wordt de invloed van school groter. In een recent onderzoek ontdekte Toby Parcel (2013) dat, ongeacht de leeftijd van de kinderen, de rol van thuis bepalender was dan de rol van school (Parcel, Dufur, & Troutman, 2013). Leerlingen met betrokken en stimulerende ouders op een minder goede school presteren beter dan leerlingen op een goede school, maar met weinig betrokken ouders. Ouderbetrokkenheid heeft niet alleen een positieve invloed op de ontwikkeling van kinderen, maar ook op de ontwikkeling van de school zelf, toont een uitgevoerde contextanalyse door middel van scenarioplanning aan (zie bijlage 1). informatiegericht structuurgericht relatiegericht participatiegericht innovatiegericht 1.1. Schematische weergave; ‘Schoolontwikkelingsmodel ouderbetrokkenheid’ (zie bijlage 2)
6 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
Dit is een aantal redenen waarom De Zevensprong (directie, team en ouders) zich stapsgewijs wil ontwikkelen, door via een op ‘participatiegerichte school’ toe te werken naar een op ‘innovatiegerichte school’. Dat wil zeggen dat de school ouders niet alleen als belangrijke partners ziet en ervaart (participatiegericht), maar dat school en ouders elkaar als partners zien in het proces van continue verbetering van de school. Ze voelen zich hier in dezelfde mate verantwoordelijk voor en spreken elkaar aan op deze verantwoordelijkheid (Cijvat & Voskens, 2010). Hoe deze ambitie tot stand is gekomen, is terug te vinden in bijlage 3.
1.1.2 Optimus primair onderwijs Basisschool De Zevensprong is één van de 32 scholen die vallen onder het bestuur van ‘OPTIMUS Stichting voor katholiek, protestants-‐christelijk en interconfessioneel primair onderwijs’. In de wandelgangen: OPTIMUS primair onderwijs, hierna Optimus genoemd. De stichting onderstreept het belang van een goede relatie tussen school en ouders en vindt het belangrijk dat dit bij alle scholen op de agenda komt. Optimus gelooft in de kracht van ‘good practice’ en is met basisschool De Zevensprong de pilot ‘Elke ouder een platform’ gestart. Dit, omdat De Zevensprong op andere Optimus scholen vooruit loopt wat een visie op ouderbeleid betreft. Hieronder volgt een beschrijving van wat deze pilot concreet inhoudt.
1.2 Probleemstelling De ambitie zoals hierboven beschreven is erg groot en zal een aantal jaren nodig hebben om volledig gerealiseerd te kunnen worden. Om die reden is aan het begin van schooljaar 2012-‐2013 de stuurgroep ‘School en ouders’ opgericht om de klus aan te pakken, hierna stuurgroep genoemd (zie bijlage 4). Voor dit Collectief Praktijk Onderzoek is door de stuurgroep in samenspraak met Optimus besloten om een deel van de communicatie tussen ouders en school te verbeteren door middel van het platform: Schoudercom.nl (hierna Schoudercom genoemd), een besloten online portaal waarop school en ouders met elkaar kunnen communiceren, van school naar ouders, van ouders naar school en ouders onderling (communicatie 3.0). Door dit platform kunnen zowel ouderparticipatie als ouderbetrokkenheid bevorderd worden (Schoudercom.nl, 2010). De reden om met een ouderplatform te starten is op de hieronder beschreven wijze geboren.
1.2.1 Communicatie Om als school door te kunnen groeien naar een op ‘innovatiegerichte school’ is een goede communicatie onontbeerlijk. Betrokkenen kunnen elkaar alleen aanspreken op elkaars verantwoordelijkheden als men weet waar iedere partij mee bezig is. Belangrijk is dat er niet alleen naar, maar ook met ouders gecommuniceerd wordt en dat zij zich daarbij serieus genomen voelen. De leerkracht moet ervan uitgaan dat ouders zich betrokken voelen bij de ontwikkeling van hun kind en dat zij ondersteuning willen bij het leren van hun kind (Cijvat & Voskens, 2010). De communicatie tussen school en ouders is vaak eenrichtingsverkeer of ouders voelen zich niet gehoord. De communicatie met allochtone ouders en ouders uit een laag sociaaleconomisch milieu leidt door een andere visie of taalachterstand tot problemen (Cijvat & Voskens, 2010) (Sleegers & Ledoux, 2006). Om deze knelpunten op te lossen moet de school open zijn in haar communicatie en ouders informeren over zaken die op school of in de klas van hun kind spelen. Bovendien is het belangrijk dat de school open staat voor ideeën van ouders en zorgt dat zij ‘laagdrempelig’ wordt. Ook is het belangrijk dat er niet alleen naar, maar ook met ouders gecommuniceerd wordt en dat zij zich daarbij serieus genomen voelen. De leerkracht moet ervan uitgaan dat ouders zich betrokken voelen bij de ontwikkeling van hun kind en dat zij ondersteuning willen bij het leren van hun kind (Cijvat & Voskens, 2010). ‘Ondersteuning willen bieden bij het leren van hun kind’ (ouderbetrokkenheid) is de insteek geweest voor het individueel actieonderzoek van de onderzoeker (Liebrand, 2012). De informatie die ouders bij aanvang van dat actieonderzoek ontvingen werd door hen ervaren als; vrij algemeen en onvoldoende actueel. Het bood ouders onvoldoende houvast om hun kind, in de lijn van het onderwijs op De Zevensprong, thuis te ondersteunen. De behoefte van ouders aan een online communicatieplatform is vorig jaar bij dit individueel actieonderzoek naar
Elke ouder een platform 7
voren gekomen (bijlage 5). Omdat via een digitaal platform een deel van de communicatie tussen school en ouders vergemakkelijkt en verbeterd kan worden, is De Zevensprong in de pilot ‘Elke ouder een platform’ van Optimus gestapt.
1.2.2 Pilot De Zevensprong is per januari 2013, met Schoudercom van start gegaan (hoe de keuze voor dit communicatieplatform tot stand is gekomen is terug te vinden in bijlage 6). Zij gaat onderzoeken hoe Schoudercom ingezet kan worden om de communicatie tussen school en ouders verbeteren. De ervaringen, met betrekking tot; a) implementatie, b) gebruikersgemak en c) wat al dan niet de verbeteringen zijn voor zowel school als ouders op het gebied van communicatie, wordt eind 2013 (na een jaar met Schoudercom gewerkt te hebben) niet alleen teruggekoppeld naar alle gebruikers van De Zevensprong (ouders, directie en team) maar ook naar alle scholen van Optimus. Naast geïnteresseerde directeuren van Optimus scholen is dit onderzoek ook relevant voor andere geïnteresseerden in een digitaal communicatieplatform voor school en ouders. Zij kunnen op basis van de ervaringen van De Zevensprong een doordachte keuze maken als zij de plus en minpunten van het werken met een communicatieplatform, in dit geval Schoudercom, kennen. Daarnaast kunnen zij bij de stuurgroep van De Zevensprong informatie inwinnen en advies krijgen over de implementatiewijze voor een optimaal gebruik voor alle betrokkenen van hun scholen.
1.3 Vraagstelling Uit onderzoek blijkt dat partnerschap tussen school en ouders op verschillende gebieden een positief effect heeft (Cijvat & Voskens, 2010) (De Onderwijsraad, 2010) (Epstein J. L., 2001) (Parcel, Dufur, & Troutman, 2013). Dat pleit ervoor, ouders regelmatig te informeren over datgene waar hun kind in de klas mee bezig is. Op die manier kunnen ouders gerichter met hun kind praten over school en hun kind adequaat ondersteunen, wat de leerprestaties ten goede komt (Sleegers & Ledoux, 2006). Deze bovenstaande conclusies uit de literatuur, de start van bovenbeschreven pilot en de vraag die door de stuurgroep is opgesteld (bijlage 7), leidt tot de volgende onderzoeksvraag: “Op welke wijze kan met behulp van een digitaal communicatieplatform, de communicatie tussen school en ouders verbeteren?” Deelvragen die hieruit voortvloeien zijn: • 1. “Wat zijn voorwaarden voor zo een optimaal mogelijke (digitale) communicatie tussen school en ouders?” Hierbij worden in de literatuur de knelpunten en mogelijkheden met betrekking tot digitale communicatie onderzocht, in combinatie met het verstrekken van informatie van school aan ouders, bijvoorbeeld door middel van nieuwsbrieven. • 2. “Welke informatie van school aan ouders is van invloed op leerprestaties van kinderen?” Om kinderen optimaal te laten profiteren van de afstemming tussen school en ouders en hun leerprestaties te verbeteren, wordt via de literatuur onderzocht welke informatie voor ouders van invloed is op leerprestaties van kinderen. • 3. “Welke mogelijkheden zien ouders en leerkrachten van basisschool De Zevensprong om de communicatie tussen school en ouders, via Schoudercom, succesvol te maken?” Aan welke informatie vanuit school hebben ouders behoefte? Welke informatie willen leerkrachten delen? Welke knelpunten zullen verholpen moeten worden/waar moeten afspraken over gemaakt worden om de communicatie tussen school en ouders te verbeteren? • 4. “Welke behoefte hebben ouders en leerkrachten van De Zevensprong met betrekking tot de implementatie van Schoudercom?” Om met een digitaal programma als Schoudercom te kunnen werken, moet onderzocht worden waar de behoefte aan ondersteuning van ouders en leerkrachten liggen.
8 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
2. Theoretisch kader In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de belangrijkste begrippen voor dit onderzoek (§ 2.1), de invloed van partnerschap volgens verschillende wetenschappers (§ 2.2), de (digitale) communicatie tussen school en ouders (§ 2.3) en tenslotte wordt gekeken welke informatie die de school aan ouders verstrekt, invloed heeft op de leerprestaties van kinderen (§ 2.4).
2.1 Ouderbetrokkenheid, ouderparticipatie en partnerschap Bij een onderzoek naar het verbeteren van de communicatie (afstemming) en samenwerking tussen school en ouders, komt een aantal begrippen binnen de literatuur constant naar voren; ouderbetrokkenheid, ouderparticipatie en (educatief)partnerschap/partnership. Om verwarring te voorkomen, volgt hier eerst een definitie zoals ze in dit onderzoek bedoeld worden. • Ouderbetrokkenheid/betrokkenheid; actieve betrokkenheid van ouders bij de opvoeding en het onderwijs van hun eigen kind, thuis. Bijvoorbeeld door interesse te tonen in wat het kind op school heeft gedaan of het kind voor te lezen. Maar ook actieve betrokkenheid bij de opvoeding en het onderwijs op school, door bijvoorbeeld interesse te tonen in de ontwikkeling van het kind door een rapportgesprek te voeren met de leerkracht, interesse te tonen voor de leerkracht en de school. • Ouderparticipatie/participatie; actieve deelname van ouders aan activiteiten op school. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen enerzijds niet-‐geïnstitutionaliseerde vormen van ouderparticipatie, bijvoorbeeld het leveren van hand-‐ en spandiensten bij activiteiten op school, zoals helpen als luizenmoeder of bij de sportdag en anderzijds geïnstitutionaliseerde vormen van ouderparticipatie, zoals zitting hebben in de ouderraad, medezeggenschapsraad of het schoolbestuur. • Educatief partnerschap/partnerschap/partnership; een procesgerichte samenwerkingsrelatie waarin de partners; school en ouders (en soms ook de lokale gemeenschap) erop uit zijn, elkaar wederzijds te ondersteunen en waarin ze proberen hun bijdrage zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen met als doel het bevorderen van het leren, de motivatie en de ontwikkeling van kinderen.
2.2 Partnerschap en schoolsucces Zoals ook al bij de probleemstelling beschreven staat, blijkt uit onderzoek dat ouderbetrokkenheid invloed heeft op zowel sociaal-‐emotionele ontwikkeling als op cognitief gebied, leerprestaties en schoolmotivatie van kinderen (De Onderwijsraad, 2010) (Cijvat & Voskens, 2010) (Schunk, Pintrich, & Meece, 2010) (Epstein J. L., 2001) (Smit, Driessen, Sluiter, & Brus, 2007). De Onderwijsraad (2010) ziet bij ouderparticipatie voorzichtige positieve ontwikkelingen op het sociaal functioneren en leerprestaties van kinderen. Andere onderzoekers zien deze niet. Wel zien anderen; a) invloed op opvoeding, b) verbetering van het schoolklimaat en de gemeenschap en c) verbetering in de verhouding tussen ouders en school. Tenslotte wordt ouderparticipatie door diezelfde onderzoekers gezien als vorm van democratisering, burgerschapsvorming en middel tot culturele integratie (Cijvat & Voskens, 2010) (De Onderwijsraad, 2010) (Epstein & al., 2009). Uit een zeer recent onderzoek van Herweijer en Vogels (2013), blijkt dat ongeveer 75% van de ondervraagde ouders met kinderen in het primair onderwijs het eens is met de stelling dat samenwerking tussen ouders en scholen een voorwaarde is voor goede leerresultaten. In het verlengde daarvan zijn bijna alle ouders het eens met de stelling dat de school van hen mag vragen hun kind thuis te ondersteunen bij het onderwijs (ongeveer 90%). Veel ouders zijn dus van mening dat samenwerking met de school belangrijk is voor het schoolsucces van hun kind. In het primair-‐ en voortgezet onderwijs vindt een grote meerderheid van ouders dat de school voldoende, of ruim voldoende doet om hen bij het onderwijs te betrekken. Rond de 15% van hen vindt dat de school hier te weinig aan doet (Herweijer & Vogels, 2013). Uit dit onderzoek blijkt, dat niet alleen scholen en onderzoekers, maar ook ouders zelf het belang van ouderbetrokkenheid inzien en ouders bereid zijn om in het schoolsucces van hun kinderen te investeren.
Elke ouder een platform 9
2.3 Communicatie tussen school en ouders Bovenstaande gegevens pleiten ervoor ouders regelmatig te informeren over waar hun kind in de klas mee bezig is. Op die manier kunnen ouders inspelen op de koers van de school, om hun kind adequaat te kunnen ondersteunen. Ouders goed informeren, betekent dat er gecommuniceerd moet worden tussen school en ouders. Zoals uit meerder onderzoeken blijkt, liggen daarin verschillende knelpunten. In deze paragraaf wordt ingegaan op die knelpunten, maar ook op de kansen.
2.3.1 Knelpunten In een onderzoek naar ouderbetrokkenheid op scholen, van Heldoorn e.a. (2011) valt over het algemeen op dat a) de leraren en leidinggevenden positiever zijn dan de ouders wat betreft het contact tussen school en ouders en b) dat de informatievoorziening aan ouders laag scoort. Uit dit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat elke onderzochte school een nieuwsbrief voor ouders heeft, maar dat slechts 11% van de ouders aangeeft geïnformeerd te worden door de nieuwsbrief. De school zou zich hier bewust van moeten zijn en aan ouders duidelijk zichtbaar moeten maken wat de school doet in het contact met ouders. Daarnaast zou de school na moeten gaan of; a) ouders het contact ook op dezelfde wijze ervaren als dat de school (en de individuele leraren) dat doen en b) aan ouders moeten vragen aan welke informatie zij behoefte hebben. Ouders geven aan dat dit zelden wordt gevraagd en zijn daar ontevreden over. Een aanzienlijk deel (ruim eenderde) van de ouders die een antwoord heeft gegeven op de vraag naar suggesties voor verbetering van het contact tussen school en ouders, geeft aan meer informatie te willen over waar een leerling op school mee bezig is en hoe ze daar thuis bij kunnen helpen (Heldoorn, Hogeboom, Vries de, & Vrije de, 2011). Door veel allochtone ouders en ouders uit een lager sociaal milieu worden (nieuws)brieven niet gelezen of begrepen. Tegelijkertijd vinden Schaaf e.a. (2009) dat deze groepsgewijze benadering moet blijven bestaan. Deze activiteiten zijn noodzakelijk om alle ouders te bereiken. Voor bovengenoemde doelgroepouders zijn extra activiteiten nodig bijvoorbeeld in (de vorm van) een ouderkamer. Een ouderkamer is een ruimte binnen de school waar ouders koffie kunnen drinken, elkaar kunnen ontmoeten en waar door gesprekken, informatie voorzieningen en cursussen, ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie langzaam uitgebouwd kunnen worden (Geschiere, 2010). Het gaat er dus ook niet om te kiezen voor de ene of de andere benadering. Het gaat er om dat er naar een balans gezocht wordt, waarin zowel de groepsbenadering als de individuele benadering gebruikt worden op een zodanige manier dat én alle ouders én de doelgroepouders bereikt worden (Schaaf van der & Berg van den, 2009).
2.3.2 Kansen Schoolteams zullen er in de contacten met (specifieke groepen) ouders naar moeten streven hen niet alleen te informeren over de actuele gang van zaken, maar ook hun opvattingen en bevindingen serieus te nemen, c.q. te benutten om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Voor een goede communicatie, moeten om te beginnen scholen open naar ouders communiceren. Dat wil zeggen dat de school gelijkwaardig met hen omgaat en ze invloed gunt op het onderwijs en de zorg. Beide partijen zien de bevordering van de leerprestaties als een gezamenlijke opgave en men is oprecht in de informatie die men verstrekt. De school staat open voor ideeën van ouders en laat hen meepraten (Smit, Sluiter, & Driessen, 2006). Om te voorkomen dat ouders zeggen niet op de hoogte te zijn, zou een school volgens standaard kanalen als e-‐mail of nieuwsbrief moeten communiceren over wat er in de klas en op school speelt (Sleegers & Ledoux, 2006). Uit een onderzoek onder schooldirecteuren van Baeyens (2010), blijkt dat directeuren het belangrijk vinden om contact te hebben en te overleggen met ouders. Daarbij wordt voornamelijk de wederzijdse informatie-‐ uitwisseling essentieel geacht. “Ouders moeten weten wat er op school gebeurt, welke rol ze in het leerproces kunnen opnemen, welke verwachtingen de school van hen heeft en dat de school steeds openstaat voor hen” (Baeyens, 2010). Het schoolpersoneel zou noodzakelijkerwijs zicht moeten hebben op de visie van ouders, relevante achtergrondinformatie over het kind in de thuissituatie en het is belangrijk dat ouders problemen, opmerkingen en dergelijke durven melden. Dit is van fundamenteel belang voor zowel ouders als de school om
10 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
een totaalbeeld van het kind te kunnen vormen: hoe gedraagt, voelt en ontwikkelt hij/zij zich thuis en op school? Epstein (2001) sluit hier op aan; de school verschaft informatie over de schoolactiviteiten en vorderingen van de kinderen. De school moet de informatie begrijpelijk voor alle ouders presenteren. Ouders moeten open staan voor deze communicatie en respons geven. Bij deze communicatie zijn de school en de ouders beurtelings zender en ontvanger. Ook hier gaat het om communiceren met elkaar. Ten slotte geven ouders aan dat e-‐mail veel wordt gebruikt. Scholen en ouders ervaren dit als positief, hoewel een duidelijke gedragscode in sommige situaties nodig is. Daarnaast stellen ouders het op prijs als naast e-‐mail ook social media ingezet zou worden ter bevordering van de informatievoorziening. De digitale manier van communiceren heeft een aantal eigenschappen die afwijken van brieven en telefoontjes. E-‐mail is directer en sneller dan brieven, door de cc-‐functie kunnen grote groepen bereikt worden en e-‐mails kunnen gemakkelijker bewaard blijven. Op scholen zijn weinig afspraken over het gebruik van e-‐mail en andere digitale communicatie, met uitzondering van een afspraak om binnen anderhalve werkdag te reageren (Heldoorn, Hogeboom, Vries de, & Vrije de, 2011).
2.4 Wat wel en niet werkt Uit een literatuuronderzoek van Menheere en Hooge (2010) blijkt dat niet alle ouderhulp thuis bij schoolwerk een positief resultaat oplevert. Als ouders teveel pushen kan deze hulp bij leerlingen namelijk leiden tot prestatiedruk. Ook kan het zijn dat zij niets leren, doordat ouders uitsluitend oplossingsgerichte hulp bieden (Dearing, McCartney, Weiss, Kreider, & Simpkins, 2004) (Dearing, Kreider, Simpkins, & Weiss, 2006) (Patall, Cooper, & Robinson, 2008) (Cooper, Lindsay, & Nye, 2000). Ouders die zelf weinig leerervaring hebben, zijn niet altijd in staat om leermomenten te herkennen, dit kan ook negatieve effecten hebben op leerresultaten van kinderen (Zeece, 2005). Bij rekenprestaties zijn negatieve effecten te meten op school als ouders zich intensief met het rekenhuiswerk bezig houden (Patall, Cooper, & Robinson, 2008). Doordat ouders bij rekenhuiswerk vaak een andere instructie hanteren (doordat zij onvoldoende zijn voorgelicht vanuit school), raakt het kind verward (Cooper, Charlton, Valentine, Muhlenbruck, & Borman, 2000). Ook uit onderzoeken vlak na de zomervakantie blijkt dat een daling in prestaties optreedt bij rekenen en spelling en veel minder bij lezen (Cooper, Nye, Charlton, Lindsay, & Greathouse, 1996). De verklaring hiervoor zoeken onderzoekers in het feit dat kinderen tijdens de zomervakantie veel beter in staat zijn te blijven lezen, dan dat er thuis reken-‐ en spellingsvaardigheden opgedaan worden, daarvoor is waarschijnlijk specifieke instructie vanuit school nodig en voor lezen geldt dit niet. Lezen is een kwestie van oefenen en ‘meters’ maken. Er is overigens wel een duidelijk positief verband tussen ouderbetrokkenheid en taalprestaties van leerlingen, vooral voor verbale vaardigheden en lezen (Dearing, Kreider, Simpkins, & Weiss, 2006) (Patall, Cooper, & Robinson, 2008). Actieve betrokkenheid van ouders heeft een positief effect op het fonetisch bewustzijn, de beginnende geletterdheid van kleuters en op het aanvankelijk lezen (Merlo, Bowman, & Barnett, 2007). Voor jonge kinderen draagt voorlezen bij aan de ontwikkeling van de woordenschat en het taalgevoel (Herweijer & Vogels, 2013). Volgens Hoover-‐Dempsey e.a. (2005) is het belangrijk dat ouders specifieke informatie krijgen over het curriculum en de leerdoelen. Dat zorgt ervoor dat ouders weten wat er van hun kinderen wordt verwacht en maakt het makkelijker te begrijpen wat de relatie is tussen leertaken en leerdoelen. Daarnaast is het volgens hen belangrijk dat leerkrachten luisteren naar de zorgen, plannen en doelen die ouders voor hun kinderen hebben. Uit interviews door deze onderzoekers, blijkt dat ouders het zeer waarderen als de informatie en instructie rondom huiswerk concreet is en de rol van de ouders (inclusief wat er van hen verwacht wordt) expliciet wordt beschreven. Het zelfvertrouwen van ouders neemt toe (en daardoor groeit het geloof in schoolsucces van hun kinderen), wanneer leerkrachten meer sturen bij huiswerkondersteuning (Hoover-‐ Dempsey, et al., 2005).
Elke ouder een platform 11
3. Methode Dit Collectieve Praktijkonderzoek, waarbij De Zevensprong via het middel Schoudercom de communicatie tussen school en ouders wil verbeteren, is volgens Verschuren (2009) een ontwikkelingsgericht onderzoek. Het onderzoek is gericht is op een kwalitatieve verbetering van de praktijksituatie. De doelstelling in het onderzoek heeft hier ook een praktische betekenis. Er wordt immers binnen het onderzoeksproject iets geconstrueerd dat ergens voor kan worden gebruikt. Dit mogelijke gebruik is de doelstelling van het onderzoek. Met het ‘invullen’ van het product verandert immers een praktijk nog niet. Het moet daartoe apart worden aangewend (Verschuren, 2009). Kortom, het middel Schoudercom, verandert de communicatie tussen school en ouders pas, als er onderzocht is wat de inhoud moet zijn van waarover gecommuniceerd gaat worden en als daar afspraken over worden vastgelegd, waar beide partijen zich aan houden. Hierop sluit de onderzoeksvraag aan: “Op welke wijze kan met behulp van een digitaal communicatieplatform, de communicatie tussen school en ouders verbeteren?” In dit hoofdstuk wordt uiteengezet op welke manier literatuur voor het theoretisch kader is gezocht (§ 3.1), de kwantitatieve (§ 3.2) en kwalitatieve data is verzameld (§ 3.3), de data is verwerkt (§ 3.4) en tenslotte is geanaliseerd en geïnterpreteerd (§ 3.5).
3.1 Theoretisch kader De laatste jaren is veel onderzoek gedaan naar de combinatie school en ouders daarom is getracht zo recent mogelijke bronnen te kiezen. Voor dit onderzoek is met behulp van Google Scholar, op de volgende termen gezocht; ouderbetrokkenheid, ouderparticipatie en/of educatief partnerschap in combinatie met (digitale)communicatie, innovatie, brede school, nieuwsbrieven. Daarnaast zijn de hieronder beschreven internationale bronnen aangehaald bij diverse, door de onderzoeker bezochte, conferenties en lezingen en daarna door de stuurgroep bestudeerd.
3.1.1 Nationale bronnen ‘Ouders, scholen en diversiteit’ geeft verschillen aan, en gaat in op de communicatie, wat betreft ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie in combinatie met veel of weinig achterstands-‐ en allochtone leerlingen. Dit onderzoek sluit daardoor aan bij de huidige situatie op De Zevensprong in combinatie met de deelvraag: “Wat zijn voorwaarden voor zo een optimaal mogelijke (digitale) communicatie tussen school en ouders?”. De volgende bronnen staan ook in dienst van bovenstaande deelvraag. Hierin wordt de samenwerking tussen ouders en school in combinatie met communicatie (al dan niet via e-‐mail of andere digitale middelen) belicht. ‘Innovatie in het primair onderwijs’, ‘Ouderbetrokkenheid in de brede school’, ‘Aardig of gelijkwaardig’, ‘De attitude bij scholen ten aanzien van ouderbetrokkenheid en ouder-‐school partnerschap’ Om de deelvraag: “Welke informatie van school aan ouders is van invloed op leerprestaties van kinderen?” te beantwoorden is: ‘Een literatuurstudie naar de betekenis van ouderbetrokkenheid voor de schoolse ontwikkeling van kinderen’ gebruikt. Uit dit onderzoek zijn ook de oorspronkelijke negen bronnen bestudeerd en vermeld (allen gebruikt in § 2.4), maar niet apart beschreven in deze paragraaf.
3.1.2 Internationale bronnen ‘The Impact of Parental Involvement, Parental Support and Family Education on Pupil Achievements and Adjustmen’” en ‘School, Family, and Community Partnerships: Preparing Educators, and Improving Schools’ zijn met name gebruikt ter onderbouwing van de relevantie van dit onderzoek, maar ook voor de deelvraag: “Wat zijn voorwaarden voor zo een optimaal mogelijke (digitale) communicatie tussen school en ouders?”.
12 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
3.2 Kwantitatieve data De stuurgroep heeft bij zowel ouders als leerkrachten kwantitatieve data verzameld ter beantwoording van deelvraag: “Welke mogelijkheden zien ouders en leerkrachten van basisschool De Zevensprong om de communicatie tussen school en ouders, via Schoudercom, succesvol te maken?”.
3.2.1 Ouders De stuurgroep school en ouders vindt het belangrijk dat Schoudercom goed bij ouders onder de aandacht gebracht wordt én een zo groot mogelijke groep ouders ondervraagd wordt over hun wensen met betrekking tot de communicatie via Schoudercom. Daarom heeft zij gezamenlijk besloten alle ouders, na afloop van het rapportgesprek met de groepsleerkracht, te enquêteren over Schoudercom. Tijdens de rapportgesprekken in oktober 2012 waren in een ruimte waar alle ouders de school binnenkomen, vijf vragen opgehangen waarmee het ‘ouder-‐deel’ van bovenstaande deelvraag, beantwoord kan worden. De vijf gesloten vragen zijn punten die door ouders zelf naar voren zijn gebracht in het individueel actieonderzoek van de onderzoeker, dat in het schooljaar 2011-‐2012 in groep 3 is uitgevoerd (Liebrand, 2012). Door middel van de verkregen data is niet alleen antwoord te vinden op bovenstaande deelvraag, maar er is ook sprake van ‘begripsvaliditeit’. De stuurgroep onderzoekt op deze manier of de uitslagen van groep 3 ook gelden voor de (overige) groepen en meet daarmee daadwerkelijk wat gemeten dient te worden ter beantwoording van deze onderzoeksvraag (Baarda & Goede de, 2006). Alle ouders konden voor ieder kind dat zij op De Zevensprong hebben zitten een sticker plakken in het eens of oneens vak, bij de groep van het betreffende kind. De vragen waren: 1. Ik wil via Schoudercom graag geïnformeerd worden over wat de klas van mijn kind leert bij rekenen, taal, spelling etc. 2. Ik wil via Schoudercom graag geïnformeerd worden over wat de klas van mijn kind leert bij De *Vreedzame School 3. Ik wil via Schoudercom graag praktische informatie over hoe ik mijn kind thuis met leren kan ondersteunen 4. Ik wil via Schoudercom graag praktische informatie over opvoeding 5. Ik wil via Schoudercom graag zien (via foto’s) wat er in de klas gebeurt *De Vreedzame School is een programma voor sociale competentie en democratisch burgerschap (De Vreedzame School, 2011)
Deze manier van ondervragen past goed in de context, doordat niet alleen een grote groep ouders daadwerkelijk gehoord wordt, maar alle ouders de kans krijgen zich gehoord te voelen (Smit, Sluiter, & Driessen, 2006). De stuurgroep heeft een enquête boven een interview aan alle ouders verkozen, omdat enquêteren minder tijd kost dan het afnemen van interviews. Daarnaast vullen ouders de enquête (semi)anoniem in, waardoor zij zich waarschijnlijk vrijer voelen te antwoorden wat ze willen en minder snel vervallen in sociaalwenselijke antwoorden, wat het onderzoek een eerlijker beeld geeft van de situatie (semi-‐anoniem omdat er andere ouders en de onderzoeksleider van de enquête in dezelfde ruimte aanwezig kunnen zijn, maar niet achteraf te traceren is van wie welke geplakte sticker is). Bovendien hebben de ouders bij het ‘invullen’ van de enquête de kans te overleggen met hun partner (de meeste ouders komen samen met hun partner naar de rapportgesprekken) en meer tijd om na te denken over de te geven antwoorden, waardoor deze wellicht meer weloverwogen zijn (Ponte, 2010). Daarnaast konden ouders om verheldering vragen als een vraag niet duidelijk was, omdat er iedere avond een begeleider (vanuit de stuurgroep) aanwezig was.
3.2.2 Leerkrachten Nb. Daar waar leerkrachten staat, worden alle betrokken medewerkers van De Zevensprong bedoeld; directie, leerkrachten, intern begeleiders en onderwijsassistenten. Voor het ‘leerkrachten-‐deel’ van bovenstaande deelvraag, zijn bij 12 leerkrachten (9 groepsleerkrachten, 1 intern begeleider en 2 onderwijsassistentes) dezelfde vragen afgenomen als bij de ouders (3.2.1). Een verschil hierbij was, dat de vraagstelling voor de leerkrachten tweeledig was: a. “Ik denk dat de ouders van mijn groep
Elke ouder een platform 13
*wel/niet via Schoudercom geïnformeerd willen worden over…” (waarna één van de vijf vragen volgde) gevolgd door b. “Ik zou dat zelf *wel/niet via Schoudercom willen delen.” Door vraag a. te stellen kon de stuurgroep peilen of de leerkrachten de behoeften van de ouders goed in konden schatten en daarmee controleren of de stuurgroep de verkregen data van ouders juist had geïnterpreteerd waardoor interbeoordelaarsbetrouwbaarheid gewaarborgd werd (Baarda & Goede de, 2006). Via vraag b., is duidelijk te krijgen welke leerkrachten, welke informatie met ouders willen delen. Deze vragenlijst is afgenomen na de groepsinterviews (§3.3.2). Uit deze interviews bleek dat de factor tijd een zorg was voor meerdere leerkrachten. Bij de interviews is vooral uitgegaan van mogelijkheden die leerkrachten zien met betrekking tot Schoudercom en zijn belemmeringen wel genoteerd, maar daar is inhoudelijk niet op ingegaan (dat was niet het doel van het groepsinterview). Via deze vragenlijst zijn de belemmeringen wel te traceren en daardoor is anticipatie mogelijk.
3.3 Kwalitatieve data De stuurgroep heeft bij zowel ouders als leerkrachten kwalitatieve data verzameld ter beantwoording van de verschillende deelvragen.
3.3.1 Ouders Bij bovenbeschreven ondervraging van ouders, was ook een mogelijkheid om de eigen mening te ventileren. Op een zesde vel papier stond: ‘tips, ideeën en opmerkingen’. Hierop konden ouders alles kwijt, wat niet aan bod was geweest bij de gesloten vragen. Via deze weg denkt de stuurgroep naast open antwoorden op de deelvraag: “Welke mogelijkheden zien ouders en leerkrachten van basisschool De Zevensprong om de communicatie tussen school en ouders, via Schoudercom, succesvol te maken?” ook antwoord te krijgen op het ‘ouder-‐deel’ van de vraag: “Welke behoeften hebben ouders en leerkrachten van De Zevensprong met betrekking tot de implementatie van Schoudercom?”. Omdat ouders hun tips, ideeën en opmerkingen opschreven, kon de onderzoeksleider direct met ouders in gesprek over hetgeen zij opgeschreven hebben (of andersom; de begeleider raakt in gesprek en ouders schrijven op wat besproken is), daardoor ontstonden er spontane interviews. Op die manier kon de stuurgroep peilen wat er op verschillende gebieden bij ouders leeft rondom het invoeren van Schoudercom en is de valkuil; “Kwalitatieve data is interpretatief van aard” (Boeije, 2008) ondervangen. De stuurgroep heeft voor deze combinatie van het gesloten beantwoorden van stellingen en het open opschrijven van ideeën gekozen, omdat triangulatie en daarmee validiteit gewaarborgd wordt (Ponte, 2010). Daarnaast hebben beiden hun eigen voordelen die goed met elkaar te combineren zijn: Gesloten antwoorden zijn: • door ouders snel te beantwoorden • door de stuurgroep snel te verwerken • door de stuurgroep goed met elkaar te vergelijken (Ponte, 2010) Open antwoorden: • geven het gevoel dat een mening belangrijk is (Vries de, 2010) (Cijvat & Voskens, 2010) • zorgen ervoor dat het soort informatie dat gegeven wordt open en daardoor minder beperkt is (Ponte, 2010) Nb. Omdat de data verkregen is in twee sessies van ieder ruim 3 uur, heeft de stuurgroep ervoor gekozen deze niet op een geluidsdrager op te nemen en te transcriberen, in verband met de hoeveelheid tijd dat dit kost. De belangrijkste opmerkingen zijn door de ouders of onderzoeksleiders genoteerd.
14 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
3.3.2 Leerkrachten De leerkrachten zullen degenen zijn die informatie vanuit hun groep of de school naar ouders communiceren. De stuurgroep wil doormiddel van groepsinterviews ook bij leerkrachten de volgende deelvragen onderzoeken: “Welke mogelijkheden zien ouders en leerkrachten van basisschool De Zevensprong om de communicatie tussen school en ouders, via Schoudercom, succesvol te maken?” en: “Welke behoeften hebben ouders en leerkrachten van De Zevensprong met betrekking tot de implementatie van Schoudercom?” Tijdens de studiedag van woensdag 21 november 2012 hebben ‘groepsinterviews’ met 12 (van de 13) Zevensprong leerkrachten plaatsgevonden rondom de vraag: “Schoudercom wordt echt zinvol als ik dit met ouders deel…”. De reden dat er voor groepsinterviews is gekozen, is dat er brainstormsessies zouden ontstaan waarin leerkrachten op elkaar zouden reageren. Door deze interactie zouden, naast informatie die nodig is voor het beantwoorden van de bovenstaande deelvragen, leerkrachten elkaar op ideeën kunnen brengen en kunnen enthousiasmeren, wat niet gebeurt bij enquêteren of individuele interviews. Bovendien kosten groepsinterviews minder tijd om te ontwikkelen dan een enquête. De stuurgroep verkiest daarnaast groepsinterviews boven individuele interviews, omdat deze minder tijd kosten en informatie vanuit verschillende perspectieven kunnen opleveren (Ponte, 2010). De werkwijze is terug te vinden in bijlage 8. Deze voordelen wegen volgens de stuurgroepleden ruimschoots op tegen nadelen die Ponte (2010) noemt, als: • een groepsinterview is moeilijker te structureren dan een individueel interview • er is minder tijd om goed door te vragen • je krijgt per respondent minder informatie Nb. Bij de gesloten vragenlijst voor leerkrachten (§ 3.2.2) was een mogelijkheid om opmerkingen te noteren. Doordat deze overeenkwamen met de verkregen informatie uit de groepsinterviews, zijn deze enkel opgenomen in bijlage 9.
3.4 Dataverwerking Hieronder volgt een beschrijving waarop de diverse verkregen data is verwerkt.
3.4.1 Kwantitatieve data 3.4.1.1 Ouders
De kwantitatieve data, verkregen door de vijf gesloten stellingen met ‘eens’ of ‘oneens’ te beantwoorden, zijn in grafieken per groep per stelling verwerkt en per stelling schoolbreed verwerkt. Hierdoor is een overzichtelijk beeld geschetst van de diverse groepen ten opzichte van elkaar en ten opzichte van iedere stelling afzonderlijk.
3.4.1.2 Leerkrachten De kwantitatieve data is per stelling, door te turven, verwerkt in tabellen. De meningen van de diverse leerkrachten van de diverse groepen is in een oogopslag af te lezen.
3.4.1.3 Algemene opmerkingen Data ouders: • Ruim 75% van de ouders van De Zevensprong is ondervraagd • Er is verschil in aantal ondervraagden per groep per onderwerp • Niet iedereen is ondervraagd • Niet iedereen die wel ondervraagd is, heeft bij elke vraag een sticker geplakt Verklaringen hiervoor zijn: 1. Niet alle ouders hebben de juiste ingang/uitgang genomen (i.v.m. brandweer voorschriften moeten alle deuren geopend zijn als er mensen in het gebouw aanwezig zijn)
Elke ouder een platform 15
2. 3. 4. 5. 6.
Niet alle ouders hebben een gesprek met de groepsleerkracht gehad op het moment dat er een onderzoeksleider bij de vragen stond Niet alle ondervraagde ouders hebben een mening gehad over een bepaalde stelling Niet alle ondervraagde ouders hebben bij elk kind dat zij op school hebben een sticker bij elke stelling geplakt Ondervraagde ouders kunnen een stelling per ongeluk hebben overgeslagen Bij 4 tweelingen is maar 1 sticker per stelling geplakt
Data leerkrachten: • Groep 4 heeft twee leerkrachten, één leerkracht is langdurig afwezig en is daardoor niet ondervraagd
3.4.2 Kwalitatieve data 3.4.2.1 Ouders
De kwalitatieve data zijn door de onderzoeker en een persoon uit de MLI leerkring gecodeerd (Boeije, 2008). Daarbij bleek de data onder te verdelen in zes categorieën gericht op Schoudercom. De data over is in een tabel geordend en naar de begeleiders van de enquête gestuurd. Hun opmerkingen zijn in de tabel verwerkt en daarna kon ook deze data door de stuurgroep geïnterpreteerd worden. Door de data te bekijken met verschillende personen, vanuit hun eigen rol (al dan niet betrokken bij het onderzoek) en expertise, is er sprake van interbeoordelaarsbetrouwbaarheid. Volgens Boeije (2008) kan dit leiden tot een goed ontwikkeld coderingssysteem.
3.4.2.2 Leerkrachten De interviewers hebben een verslag gemaakt van de groepsinterviews met de belangrijkste informatie. De woordvelden zijn gedigitaliseerd. De verslagen zijn door de interviewers naar de deelnemers van de groepsinterviews gestuurd ter inzage en goedkeuring. Daarna zijn de verslagen bij elkaar gebracht en door de leden van stuurgroep gecodeerd in zes categorieën en vervolgens in een tabel gezet (Boeije, 2008). In het kader van de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid, ook intercodeursbetrouwbaarheid genoemd, heeft dit proces binnen de stuurgroep (met vijf personen) plaatsgevonden (Baarda & Goede de, 2006).
3.5 Analyse en interpretatie Na het afnemen van de enquête onder ouders en leerkrachten, heeft de stuurgroep de verkregen data geanalyseerd en geïnterpreteerd. Eerst is bij de kwantitatieve data per stelling per groep gekeken welk percentage van de ouders en leerkrachten het eens of oneens was met de betreffende stelling. Daarna zijn alle opvallende zaken per afzonderlijke stelling en voor de stellingen onderling besproken. Aan de hand daarvan zijn conclusies getrokken en aanbevelingen genoteerd. Daarna heeft ieder stuurgroep lid gekeken naar het schema’s van de kwantitatieve data. Eerst is bekeken of alle opmerkingen in de juiste kaders waren geplaatst. Nadat dit door iedereen goed bevonden was, zijn opvallende zaken besproken en toegelicht door de begeleiders van de afnamen. Daarna is gekeken of er opvallende zaken waren ten opzichte van de kwantitatieve data en tenslotte zijn conclusies getrokken. Bij de interpretatie is vooral gekeken naar de overeenkomsten en verschillen tussen leerkrachten in combinatie met de behoeften van ouders. Daaruit zijn conclusies getrokken die door een delegatie van de stuurgroep: de directeur, ICT coördinator en de school-‐ouder coördinator (onderzoeker) besproken zijn met de communicatie coördinator van Optimus en de eigenaar van het ouderforum Schoudercom. Dit om de geïnterpreteerde gegevens om te kunnen zetten naar een actieplan, dat gebruikt wordt om Schoudercom in januari 2013 te kunnen implementeren.
16 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
4. Resultaten In dit hoofdstuk worden de kwantitatieve data (§ 4.1) en vervolgens de kwalitatieve data (§ 4.2) uiteen gezet.
4.1 Kwantitatieve data Hieronder volgt steeds eerst de vraag die gesteld is aan ouders, gevolgd door een grafiek met een overzicht van de hele school per groep. De verticale as is de percentagelijn, op de horizontale as is te lezen welke groep (gr) het betreft. Het getal in de blauwe kolom geeft aan hoeveel ondervraagden het eens zijn met deze stelling en het getal in de rode kolom geeft aan hoeveel ondervraagden het oneens zijn met de stelling. Daarna volgt een totaal overzicht voor de hele school. Ook hier geeft het getal in het blauwe gedeelte aan hoeveel ondervraagden het eens zijn met de stelling. In het rode gedeelte is te zien hoeveel personen het oneens zijn. Daarna volgt de vraag en de tabel van verkregen data van leerkrachten (over dezelfde stelling als bij de ouders). De leerkrachten konden naast de mogelijkheden ‘wel’ en ‘niet’ ook ‘weet niet’ kiezen. Deze keuzes zijn geturfd en per groep af te lezen in de tabel. Indien er meerdere leerkrachten voor een groep staan, is met verschillende kleuren aangegeven welke leerkracht dit betreft (kleur van de tabel is leerkracht 1, oranje is leerkracht 2 en groen is leerkracht 3). Tenslotte volgt de analyse van de daarboven af te lezen en beschreven data per stelling.
4.1.1 Data per vraag 1. Ik wil via Schoudercom graag geïnformeerd worden over wat de klas van mijn kind leert bij rekenen, taal, spelling etc. (red. aangeduid met ‘Schoolse vakken’):
100%
0
0
0
1
1
0
90%
3
80% 70% 60% 50%
21
15
14
15
27
oneens
17
40%
11
eens
30% 20% 10% 0% gr 1-‐2
gr 3
Tabel 1.1 Schoolse vakken n 120
gr 4
gr 5
gr 6
gr 7
gr 8
De ouders van groep 1-‐2, 3, 4 en 7 zijn het 100% met de stelling eens en willen, via Schoudercom, geïnformeerd worden over wat hun kinderen leren bij de ‘schoolse vakken’. Voor de groepen 5 en 6 geldt dit respectievelijk voor ongeveer 95% en 98% van de ondervraagden. Groep 8 ouders hebben met 80% de minste interesse. Schoolbreed betekent dit dat 96% van de respondenten het eens is met deze stelling.
Elke ouder een platform 17
Schoolse vakken 1-‐8 5
Eens Oneens
120
Tabel 1.2 Schoolse vakken n 120
1a. Ik denk dat de ouders van mijn groep *wel/niet via Schoudercom geïnformeerd willen worden over wat mijn groep leert bij rekenen, taal, spelling etc. Wel Niet Weet niet Groep 1/2 II Groep 3 II Groep 4 I Groep 5 I Groep 6 I Groep 7 I Groep 8 I IB/Onderwijsassistente III Tabel 1.3 Schoolse vakken n 12 1b. Ik zou dat zelf *wel/niet via Schoudercom willen delen. Wel Niet Weet niet Groep 1/2 II Groep 3 II Groep 4 I Groep 5 I Groep 6 I Groep 7 I Groep 8 I IB/Onderwijsassistente III Tabel 1.4 Schoolse vakken n 12 100% van de leerkrachten denkt dat de ouders van hun groep, behoefte hebben aan informatie over ‘schoolse vakken’. Dit komt overeen met de antwoorden van de ouders. 92% van de leerkrachten geeft aan deze informatie met ouders te willen delen via Schoudercom. Eén persoon geeft aan dit nog niet te weten.
18 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
2. Ik wil via Schoudercom graag geïnformeerd worden over wat de klas van mijn kind leert bij De Vreedzame School:
100%
0
0
0
0
0
0
0
21
14
13
15
26
16
14
90% 80% 70% 60% 50%
oneens eens
40% 30% 20% 10% 0% gr 1-‐2
gr 3
gr 4
gr 5
gr 6
gr 7
gr 8
Tabel 2.1 Vreedzame school n 121
Vreedzame school 1-‐8 0
Eens Oneens
121
Tabel 2.2 Vreedzame school n 121
100% van alle ondervraagde ouders geeft aan via Schoudercom geïnformeerd te willen worden over wat hun kinderen leren bij De Vreedzame School.
Elke ouder een platform 19
2a. Ik denk dat de ouders van mijn groep *wel/niet via Schoudercom geïnformeerd willen worden over wat mijn groep leert bij De Vreedzame School. Wel Niet Weet niet Groep 1/2 II Groep 3 II Groep 4 I Groep 5 I Groep 6 I Groep 7 I Groep 8 I IB/Onderwijsassistente II I (IB n.v.t.) Tabel 2.3 Vreedzame school n 12 2b. Ik zou dat zelf *wel/niet via Schoudercom willen delen. Wel Niet Weet niet Groep 1/2 II Groep 3 II Groep 4 I Groep 5 I Groep 6 I Groep 7 I Groep 8 I IB/Onderwijsassistente II I (IB n.v.t.) Tabel 2.4 Vreedzame school n 12 83% van de ondervraagde leerkrachten denkt dat de ouders van zijn/haar groep informatie willen over De Vreedzame School, 75% wil ouders deze informatie verstrekken, 25% weet dit niet, of daarvoor is het niet van toepassing. 3. Ik wil via Schoudercom graag praktische informatie over hoe ik mijn kind thuis met leren kan ondersteunen:
100%
1
0
0
0
1
0
22
16
13
18
28
15
gr 1-‐2
gr 3
1
90% 80% 70% 60% 50%
13
40%
oneens eens
30% 20% 10% 0% gr 4
gr 5
Tabel 3.1 Thuis ondersteunen n 128
gr 6
gr 7
gr 8
Van de groepen; 3, 4, 5 en 7 wil 100% van de respondenten via Schoudercom praktische informatie over hoe zij thuis hun kind met leren kunnen ondersteunen. Van de overige groepen heeft meer dan 90% ook behoefte aan deze informatie.
20 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
Thuis ondersteunen 1-‐8 3
Eens Oneens
125
Tabel 3.2 Thuis ondersteunen n 128
98% van de ouders is het eens met bovenstaande stelling. 3a. Ik denk dat de ouders van mijn groep *wel/niet via Schoudercom praktische informatie willen ontvangen over hoe ze hun kind thuis met leren kunnen ondersteunen. Wel Niet Weet niet Groep 1/2 I I Groep 3 II Groep 4 I Groep 5 I Groep 6 I Groep 7 I Groep 8 I IB/Onderwijsassistente III Tabel 3.3 Thuis ondersteunen n 12 3b. Ik zou dat zelf *wel/niet via Schoudercom willen delen. Wel Niet Weet niet Groep 1/2 I I Groep 3 II Groep 4 I Groep 5 I Groep 6 I Groep 7 I Groep 8 I IB/Onderwijsassistente III Tabel 3.4 Thuis ondersteunen n 12 92% van de leerkrachten denkt dat ouders van hun groep behoeften hebben aan praktische informatie voor het ondersteunen van hun kind bij het leren thuis, dit komt overeen met het percentage ouders dat het met deze stelling eens is. Eén leerkracht weet het niet. 83% van de leerkrachten wil via Schoudercom, ouders deze praktische informatie verstrekken. Eén leerkracht wil deze informatie niet verstrekken en een ander weet dit nog niet.
Elke ouder een platform 21
4. Ik wil via Schoudercom graag praktische informatie over opvoeding:
100% 90% 80% 70%
12
7 8
8
11
60% 23
50%
13
oneens eens
40% 30% 20%
8
6 4
5
5
10% 2
0% gr 1-‐2
gr 3
gr 4
gr 5
gr 6
1 gr 7
gr 8
Tabel 4.1 Informatie opvoeding n 113
De meeste ondervraagde ouders hebben er geen behoefte aan praktische informatie over opvoeden, via Schoudercom, te ontvangen. Bij de meeste groepen schommelt het percentage ouders dat wel behoefte heeft aan deze informatie tussen de 30 – 45%, met de meeste behoefte in respectievelijke de groepen 3 (47%, 1-‐2 40% en 7 39%). Bij de groepen 6 en 8 komt dit percentage niet boven de 10% uit (8% en 7%).
Informatie opvoeding 1-‐8
31
Eens Oneens 82
Tabel 4.2 Informatie opvoeding n 113
Schoolbreed is te zien dat iets meer dan een kwart van de ondervraagde ouders behoeften heeft aan praktische informatie over opvoeden.
22 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
4a. Ik denk dat de ouders van mijn groep *wel/niet via Schoudercom praktische informatie ontvangen over opvoeding. Wel Niet Weet niet Groep 1/2 I I Groep 3 I I Groep 4 I Groep 5 I Groep 6 I Groep 7 I Groep 8 I IB/Onderwijsassistente I II Tabel 4.3 Informatie opvoeding n 12
4b. Ik zou dat zelf *wel/niet via Schoudercom willen delen. Wel Niet Groep 1/2 I I Groep 3 II Groep 4 I Groep 5 I Groep 6 I Groep 7 I Groep 8 IB/Onderwijsassistente III Tabel 4.4 Informatie opvoeding n 113
Weet niet I
67% van de leerkrachten denkt dat ouders via Schoudercom geen praktische opvoedinformatie willen ontvangen, 17% weet het niet en 17% denkt dat ouders wel behoeften hebben aan opvoedinformatie. De verwachting van de leerkrachten voor een overwegend negatieve keuze van ouders voor deze stelling, komt overeen. 58% zou deze informatie wel via Schoudercom willen delen. Hierin is een overeenkomst te zien qua groepen. Bij de ouders van de groepen 1-‐2, 3 en 7, geven gemiddeld de meeste ouders aan behoefte te hebben aan opvoedinformatie. De meeste leerkrachten van deze groepen willen deze informatie ook daadwerkelijk met de ouders delen. De mensen met de taakbelasting ‘zorg’ (intern begeleider en 2 onderwijsassistentes) geven unaniem aan deze opvoedinformatie met ouders te willen delen. 5. Ik wil via Schoudercom graag zien (via foto’s) wat er in de klas gebeurt:
100% 90%
2
0
0 3
4
2 5
80% 70% 60% 50% 40%
19
13
oneens
13 13
24
14
eens 9
30% 20% 10% 0% gr 1-‐2 Tabel 5.1 Foto’s n 121
gr 3
gr 4
gr 5
gr 6
gr 7
gr 8
Elke ouder een platform 23
Van de ondervraagde ouders uit groep 3 en 4 wil 100% van de ouders op Schoudercom via foto’s zien wat er in de klas gebeurt. Bij de overige groepen zit dit percentage boven de 80% met uitzondering van groep 8 (63%).
Foto's 1-‐8 16
Eens Oneens
105
Tabel 5.2 Foto’s n 121
87% van de ondervraagden is het eens met de stelling. 5a. Ik denk dat de ouders van mijn groep *wel/niet via Schoudercom d.m.v. foto’s willen zien wat er in de klas gebeurd. Wel Niet Weet niet Groep 1/2 I I Groep 3 II Groep 4 I Groep 5 I Groep 6 I Groep 7 I Groep 8 I IB/Onderwijsassistente III Tabel 5.3 Foto’s n 12
5b. Ik zou dat zelf *wel/niet via Schoudercom willen delen. Wel Niet Weet niet Groep 1/2 I I Groep 3 II Groep 4 I Groep 5 I Groep 6 I Groep 7 I Groep 8 I IB/Onderwijsassistente III Tabel 5.4 Foto’s n 12 93% van de leerkrachten denkt dat ouders via Schoudercom, door middel van foto’s willen zien wat er in de klas gebeurd. Eén leerkracht weet dit niet. Dit komt overeen met de keuze van de ouders. 82% van de leerkrachten wil dit met de ouders delen, 18% wil dat niet.
24 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
Overeenkomsten: Daar waar een grote groep ondervraagde ouders aangeeft behoeften te hebben aan informatie over; a) De Vreedzame School, b) het thuis ondersteunen van het eigen kind, c) schoolse vakken en d) om via foto’s te zien wat er in de klas gebeurt, geeft de grootste groep leerkrachten aan deze behoeften bij ouders te herkennen en informatie te willen delen. Leerkrachten herkennen ook de kleine behoefte aan opvoedtips voor thuis, van ouders. Iets meer dan de helft van de leerkrachten zou deze informatie wel willen delen. Opvallende zaken: • De meeste leerkrachten willen alle informatie, met uitzondering van informatie over opvoeden, met de ouders van hun klas delen. • Leerkracht groep 6 heeft nergens ingevuld ‘wel’ informatie met ouders te willen delen (3x ‘weet niet’, 2x ‘niet’). • Leerkracht 1 groep 1-‐2 heeft 3x ingevuld (thuis ondersteunen, opvoedinformatie en foto’s delen) informatie ‘niet’ met ouders te willen delen en de overige categorieën wel te willen delen.
4.2 Kwalitatieve data Hieronder volgt eerst de data verkregen van ouders, tijdens gesprekken en het opschrijven van ‘tips, ideeën en opmerkingen’ bij het onderzoek in oktober 2012. Daarna de data verkregen van leerkrachten tijdens de groepsinterviews van 21 november 2012. Deze kwalitatieve data is gecodeerd terug te vinden in twee schema’s, gevolgd door een korte weergave van de belangrijkste opmerkingen die tijdens de gesprekken en interviews naar voren zijn gekomen. Daarna volgt een opsomming van de analyse van deze gegevens.
4.2.1 Ouders Tips, ideeën en opmerkingen
(letterlijk overgenomen, vet, onderstreept en cursief geeft reactie op vorige mening/vraag aan, voor de oorspronkelijke weergave zie bijlage 10) Tips/ideeën Schoudercom Vragen over Schoudercom ü goed idee !! Prima idee !! (red. reactie op ü Kan ik v. alle groepen info lezen? huiswerk/proefwerk op Schoudercom) ü Kan ik bij een forum mijn vragen kwijt? ü Oefeningen downloaden via internet ü Komt het huiswerk + pw (red. proefwerk) ü niet alles op een inbox posten (red. op vraag erop zoals Magister (Bovenbouw) of je een notificatie als er iets gepost wordt ü Krijg je een notificatie wanneer er iets op Schoudercom) geplaatst is? Of vast moment èaan + uit te ü Communicatiemiddel waar alle info zetten? Op een selectie? beschikbaar is, zodat je niet op verschillende plekken hoeft te zoeken. Schoudercom? ü Internetforum voor ouders ü Links naar opvoed/hulp bij min. (red. minimum) inkomen etc. ü Overigens is het voortreffelijk als er een advies aan ouders hoe thuis geoefend kan worden! Frequentie Schoudercom Digitaal of op papier Schoudercom ü Pas op voor overdosis info è niet te veel ü kan dit niet per mail? (red. briefjes) ê De briefjes brieven ervaar ik juist als perfect ü Maandelijks nieuwsbrief waarin staat wat er ü Boemerang & andere berichten per mail in de groep aan les/thema wordt behandeld. Positief informatieverschaffing Privacy Schoudercom ü gr 7 krijgt al info = erg prettig helemaal mee ü Alleen eigen klas info lezen eens!! = super! Heel blij mee!!! ü persoonlijk dossier kind wel privé houden ü Prima initiatief ü Geen foto’s kinderen openlijk toegankelijk Schema 1
Elke ouder een platform 25
Opmerkingen niet gericht op Schoudercom De opmerkingen die niet gericht zijn op Schoudercom (zie bijlage 10), worden niet in de conclusie meegenomen. De stuurgroep bepaalt nader met welke opmerkingen al dan niet iets gedaan moet worden. Opmerkingen uit de gesprekken Buiten hetgeen de ouders aan tips, ideeën en opmerkingen hebben opgeschreven, bleek uit de gesprekken met de onderzoeksleiders dat er een groot draagvlak is voor het gebruik van Schoudercom. Het merendeel van de ondervraagde ouders geeft aan via de Boemerang (de schoolbrede nieuwsbrief van De Zevensprong) en de notificatie over dit onderzoek enthousiast te zijn gemaakt. Een groep enthousiaste ouders geeft aan daadwerkelijk het intro-‐filmpje en de informatieve website van Schoudercom.nl te hebben bekeken. Een andere groep ouders geeft juist aan niet te weten wat Schoudercom is. Zij hebben daarover niets gelezen of opgezocht. Deze groep ouders geeft aan weinig kennis te hebben van de ‘digitale wereld’. Een aantal ouders geeft aan moeite te hebben met het aanmaken van accounts en het wegwijs worden in digitale programma’s. Zij vinden het ook prima als ze de informatie op papier blijven ontvangen. Een klein aantal ouders geeft daarnaast aan, het op prijs te stellen als zij vanuit school geholpen kunnen worden bij het aanmaken van een account. Tenslotte geeft een groot aantal ondervraagde ouders aan behoefte te hebben aan meer informatie vanuit de groepen van hun kinderen (dit is ook terug te zien in § 4.1.1). Analyse: 1. De opgeschreven ideeën, tips en opmerkingen zijn met name positief. 2. Uit gesprekken met ouders blijkt dat er een groot draagvlak is onder ouders voor Schoudercom en dat dit onderzoek de bewustwording van het belang van dit communicatieplatform heeft vergroot. 3. Een aantal ouders geeft aan hulp nodig te hebben bij de technische kanten van Schoudercom. 4. Een aantal ouders zal het lastig vinden om van papieren informatie over te stappen naar digitale informatie. 5. Een aantal ouders geeft aan behoefte te hebben aan links naar educatieve websites en instructie voor huiswerkbegeleiding. 6. Uit het onderzoek blijkt tevens dat een aantal ouders zich zorgen maakt om de publieke toegankelijkheid en privacy garantie van Schoudercom. 7. Er zijn praktische vragen van ouders over het gebruik van Schoudercom. 8. Een aantal ouders weet niet wat Schoudercom is. 9. Ouders geven aan niet overladen te willen worden met informatie via Schoudercom. Zij willen dat informatie gebundeld wordt.
4.2.2 Leerkrachten Groepsinterviews Op klassen niveau ü Inhoudelijke informatie over vakken met bijv. links ü Uniforme klasseninformatie kan per groep blijven staan, alleen nieuwe zaken aanpassen. 1x investeren om er goed op te zetten. Bv. tussendoelen. ü Wijze van informatie is per bouw/leerjaar mogelijk verschillend ü Praktische informatie over de groep (uitstapjes, projecten, rooster/ planningen, etc.) ü Informatie over de lesstof/ projecten/ thema’s/ geplande toetsen/het opgegeven huiswerk etc. ü Blog: soort verslag van leuke gebeurtenissen/ activiteiten in de klas ü Tips voor boeken/ websites/ museum, etc. dat aansluit bij lesstof/ projecten waar
Vragen over Schoudercom ü Kunnen ook ouders zelf berichten posten? ü Kunnen er ook kinderen op Schoudercom? ü Mag er verschil zijn tussen leerkrachten (er is een groep digitaal-‐vaardige en een groep digitaal-‐minder-‐vaardige leerkrachten)? ü Meer info over overblijven (regels, verloop, medewerkers, gebeurtenissen, etc. Maar ook het aanmelden/ afmelden van kinderen voor overblijf zou misschien via Schoudercom kunnen gaan? ü Het belangrijkste wat in ons gesprek naar voren kwam was de factor tijd. Wanneer doe je dat en hoeveel tijd kost het? Ideeën moeten maakbaar en uitvoerbaar zijn. ü Wordt de dialoog (het persoonlijk contact) minder? ü Is het afgeschermd?
26 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
ü ü ü ü ü ü ü
ü ü
ouders thuis mee aan de slag zouden kunnen Ideeënbus/ forum waarop ouders met elkaar in gesprek kunnen/ ideeën kunnen posten Sfeer in de klas Huiswerkattitude – belang van zelfstandig werken en eigen verantwoordelijkheid Zelfstandigheid, zelfvertrouwen Het lezen Thema’s waar mee gewerkt wordt Specifieke onderdelen van de vakken; woorden bij woordenschat, tafel van 5 bij rekenen, etc. Spullen meenemen van thuis (bijv. voor de thematafel) Wetenswaardigheden vanuit de kinderen.
Op school niveau; algemeen ü Ondersteuning bij ouderparticipatie ü Schoolgids ü Voortgezet onderwijs Positief Schoudercom ü Eensgezind over meerwaarde van delen informatie van wat in de klas gebeurt met ouders. (inhoudelijk, maar ook praktische zaken) ü Handig voor mail, Boemerang, jaarkalender en agenda ü Iedereen ziet het belang en vooral het gemak van Schoudercom in. Veel van wat nu mondeling of via briefjes gecommuniceerd wordt, kan dan op de website van Schoudercom worden geplaatst.
Op school niveau; zorg ü Ontwikkeling op het gebied van zorg; passend onderwijs en de praktische invulling daarvan. ü Inhoud van de zorg; toetsing, processen, opbrengstgericht werken Algemeen ü Schoudercom.nl moet niet pamperend zijn, maar activerend. Er leiden verschillende wegen naar te bereiken doelen.
Schema 2
Analyse: 1. Leerkrachten zien de (praktische en inhoudelijke) meerwaarde van Schoudercom 2. Hoewel alle leerkrachten positief staan tegenover het programma Schoudercom bestaat er bij, met name de minder digitaal-‐vaardige leerkrachten zorg, met betrekking tot: o de factor tijd (extra belasting op de voorbereiding) o de technische kant (“Weer een programma dat je onder de knie moet krijgen”) o privacy van gegevens o beheersbaarheid (wie kan wat plaatsen en hoe kan dat wat ouders en leerkrachten plaatsen beheersbaar blijven) o de dialoog met ouders (het persoonlijke gesprek). Dit moet blijven bestaan als er meer digitaal gecommuniceerd gaat worden 3. Er zijn veel ideeën van leerkrachten, over de invulling van Schoudercom, het delen van praktische informatie over a) thema’s, b) huiswerk, c) toevoegen van internet ‘links’ d) inhoud van ‘vakken’ waaraan de komende periode gewerkt wordt en e) het algemene reilen en zeilen in de klas. 4. Leerkrachten zien niet alleen mogelijkheden met betrekking tot (ouderbetrokkenheid) het delen van informatie vanuit de eigen klas, maar ook schoolbreed met betrekking tot; a) zorg, b) overblijven, c) het regelen van ouderparticipatie (ouderhulp) en d) jaarlijks terugkomende zaken als schoolkalender en leerlijnen per leerjaar
Elke ouder een platform 27
5. Conclusies Door het beantwoorden van de deelvragen volgen daarna, ter beantwoording van de onderzoeksvraag, de conclusies voor dit onderzoek (§ 5.1). Daarna wordt gereflecteerd op deze conclusies (§ 5.2).
5.1 Conclusies Door het beantwoorden van de deelvragen, wordt toegewerkt naar het antwoord op de onderzoeksvraag: “Op welke wijze kan met behulp van een digitaal communicatieplatform, de communicatie tussen school en ouders verbeteren?” Deelvragen 1. “Wat zijn voorwaarden voor zo een optimaal mogelijke (digitale) communicatie tussen school en ouders?” • Wederzijdse informatie-‐uitwisseling Uit onderzoek blijkt dat directeuren het belangrijk vinden om contact te hebben en te overleggen met ouders. Daarbij wordt voornamelijk de wederzijdse informatie-‐uitwisseling essentieel geacht. • Positieve houding van alle betrokkenen Maar daarnaast blijkt dat leraren en leidinggevenden positiever zijn dan de ouders wat betreft het contact tussen school en ouders en dat de informatievoorziening aan ouders laag scoort. De school zou zich hier bewust van moeten zijn en aan ouders duidelijk zichtbaar moeten maken wat de school doet in het contact met ouders. Daarnaast zou de school na moeten gaan of: a) ouders het contact ook op dezelfde wijze ervaren als dat de school en de individuele leraren dat doen en b) aan ouders moeten vragen aan welke informatie zij behoeften hebben. • Inzet social media Ouders geven bovendien aan meer informatie te willen over waar een leerling op school mee bezig is en hoe ze daar thuis bij kunnen helpen. Zij stellen het op prijs als naast e-‐mail ook social media ingezet zou worden ter bevordering van de informatievoorziening. • Open staan voor ideeën van ouders Zowel ouders als school zouden de bevordering van de leerprestaties van kinderen als een gezamenlijke opgave moeten zien en oprecht zijn in de informatie die men verstrekt. De school zou open moeten staan voor ideeën van ouders en hen laten meepraten. • Rekening houden met verschillen tussen ouders Door veel allochtone ouders en ouders uit een lager sociaal milieu worden (nieuws)brieven niet gelezen of begrepen. Toch moet deze groepsgewijze benadering blijven bestaan om alle ouders te bereiken. Er moet een balans gevonden worden in een groeps-‐ en individuele benadering. Het is belangrijk dat de school informatie begrijpelijk voor alle ouders presenteert. • Communiceren met elkaar Ouders moeten open staan voor communicatie en respons geven. Bij deze communicatie zijn de school en de ouders beurtelings zender en ontvanger. Ook hier gaat het om communiceren met elkaar. 2. “Welke informatie van school aan ouders is van invloed op leerprestaties van kinderen?” Uit een literatuurstudie blijkt dat er zowel positieve als negatieve effecten te meten zijn als ouders hun kind (thuis) met leren ondersteunen. Negatieve effecten zijn te meten bij: oplossingsgerichte hulp door ouders en als ouders zich thuis intensief met het rekenhuiswerk en spelling bezig houden. Soms neemt de prestatiedruk van kinderen toe, doordat ouders teveel pushen. Tenslotte is er een groep ouders die zelf weinig leerervaring heeft. Zij zijn niet altijd in staat om leermomenten te herkennen. Daarom is het belangrijk om ouders
28 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
specifieke informatie over het curriculum en de leerdoelen te geven, doelgericht over het huiswerk te adviseren en hiervoor concrete, praktische instructies mee te geven. Er is een positief verband tussen ouderbetrokkenheid en taalprestaties van leerlingen, vooral voor verbale vaardigheden en lezen, het fonetisch bewustzijn, de beginnende geletterdheid van kleuters en op het aanvankelijk lezen. Voor jonge kinderen draagt voorlezen bij aan de ontwikkeling van de woordenschat en het taalgevoel. Om deze redenen is het belangrijk ouders te stimuleren om hun kind voor te lezen en samen met het kind te lezen én te stimuleren samen met hun kind te kijken naar het jeugdjournaal, educatieve-‐ of kinderprogramma’s en daar met hen over van gedachten te wisselen. 3. “Welke mogelijkheden zien ouders en leerkrachten van basisschool De Zevensprong om de communicatie tussen school en ouders, via Schoudercom, succesvol te maken?” Zoals uit de kwantitatieve data blijkt dat ouders behoefte hebben aan informatie over a) De Vreedzame School, b) het thuis ondersteunen van het eigen kind, c) schoolse vakken en wil via foto’s zien wat er in de klas van hun kind gebeurt. Aan opvoedtips voor thuis hebben ouders veel minder behoefte. Leerkrachten willen deze informatie delen, eveneens met uitzondering van opvoedtips voor thuis. Uit de kwalitatieve data blijkt dat ouders ook behoefte hebben aan links naar educatieve websites en instructie voor huiswerkbegeleiding. Daarnaast geven ouders aan niet overladen te willen worden met informatie. Uit de groepsinterviews blijkt dat de meeste leerkrachten diverse mogelijkheden zien voor het werken met Schoudercom, zoals: het delen van praktische informatie over a) thema’s, b) huiswerk, c) toevoegen van internet ‘links’ d) inhoud van ‘vakken’ waaraan de komende periode gewerkt wordt en e) het algemene reilen en zeilen in de klas. Met uitzondering van ‘huiswerk’ en ‘internet links’ zijn de overige onderdelen onder te brengen in de categorieën van de kwantitatieve data. Daarnaast zien leerkrachten ook schoolbreed mogelijkheden met betrekking tot; a) zorg, b) overblijven, c) het organiseren van ouderparticipatie en d) jaarlijks terugkomende zaken als schoolkalender en leerlijnen per leerjaar.
4. “Welke behoeften hebben ouders en leerkrachten De Zevensprong met betrekking tot de implementatie van Schoudercom?” Voor de implementatie van Schoudercom, geeft zowel een groep minder digitaal-‐vaardige ouders als leerkrachten aan dat zij behoeften hebben aan: • Meer informatie over Schoudercom (zowel praktisch als over privacy) • Geholpen willen worden bij het aanmaken van een account • Wegwijs gemaakt willen worden in de digitale wereld van Schoudercom Leerkrachten hebben daarnaast nog behoeften aan afspraken rondom de tijdsinvestering/beheersbaarheid met betrekking tot het (zelf) plaatsen van informatie en het beantwoorden van berichten.
“Op welke wijze kan met behulp van een digitaal communicatieplatform, de communicatie tussen school en ouders verbeteren?” Uit literatuur blijkt dat een wederzijdse informatie-‐uitwisseling een voorwaarde is indien school en ouders het belangrijk vinden dat zij samen aan de bevordering van leerprestaties van kinderen werken. Ouders willen graag informatie ontvangen, ook via e-‐mail of social-‐media, over waar hun kind op school mee bezig is en hoe zij daarbij thuis begeleiding kunnen bieden. Zij geven aan bevraagd te willen worden over welke informatie zij belangrijk achten. De school dient zich er van bewust te zijn dat niet alle schriftelijke informatie door alle ouders gelezen of begrepen wordt. Daarom is het belangrijk dat er een balans gevonden wordt tussen een
Elke ouder een platform 29
groeps-‐ en individuele benadering en de informatie voor alle ouders begrijpelijk gepresenteerd wordt en dat er niet naar elkaar maar met elkaar gecommuniceerd wordt. Leerprestaties van kinderen kunnen verbeteren indien leerkrachten kennis hebben van welke informatie, die zij verschaffen aan ouders en de manier waarop dit gebeurt, van invloed is op die leerprestaties. Hierbij is het belangrijk om: a) ouders specifieke informatie te geven over het curriculum en de leerdoelen, b) ouders te stimuleren om hun kind voor te lezen en samen met het kind te lezen, c) ouders te stimuleren samen met hun kind te kijken naar het jeugdjournaal, educatieve-‐ of kinderprogramma’s en daar met hen over van gedachten wisselen en d) ouders doelgericht over het huiswerk te adviseren en hiervoor concrete, praktische instructies mee te geven. Ouders van De Zevensprong geven aan graag informatie te willen over; a) De Vreedzame School, b) het thuis ondersteunen van het eigen kind, c) schoolse vakken en d) om via foto’s te zien wat er in de klas gebeurt. De grootste groep leerkrachten geeft aan deze behoeften bij ouders te herkennen en de betreffende informatie te willen delen. Bovendien overlappen behoeften van ouders en mogelijkheden van leerkrachten bij het delen van praktische informatie over huiswerk en het toevoegen van internet ‘links’. Maar een klein deel van de ouders heeft behoefte aan opvoedtips. Dit wordt door Zevensprong leerkrachten herkend. Van de groepen waarin ouders de meeste behoefte hebben aan opvoedtips via Schoudercom, geven leerkrachten aan deze wel te willen verstrekken. Bij de implementatie van Schoudercom geeft zowel een aantal ouders als leerkrachten aan; a) meer informatie te willen ontvangen over het programma, b) geholpen te willen worden bij het aanmaken van een account en c) wegwijs gemaakt te willen worden in de digitale wereld van Schoudercom. Een aantal leerkrachten heeft bovendien behoefte aan afspraken rondom de tijdsinvestering/beheersbaarheid met betrekking tot het (zelf) plaatsen van informatie en het beantwoorden van berichten.
5.2 Reflectie op conclusies De stuurgroep vindt een aantal uitkomsten van dit onderzoek opvallend en gaat daar hieronder op in. Vanuit de literatuur valt op dat leraren en leidinggevenden positiever zijn dan de ouders wat betreft het contact tussen school en ouders en dat de informatievoorziening aan ouders laag scoort. Dit kwam ook in het individueel actieonderzoek van de onderzoeker (Liebrand, 2012) naar voren. Hierdoor wil de stuurgroep onderzoeken aan welke informatie ouders behoefte hebben. Dat door veel allochtone ouders en ouders uit een lager sociaal milieu (nieuws)brieven niet gelezen of begrepen worden, kwam ook uit de gesprekken tijdens het onderzoek met ouders naar voren. Een aantal ouders weet niet wat Schoudercom is. De vraag van de stuurgroep is hierbij: “Komt alle informatie zowel letterlijk als figuurlijk wel aan bij ouders?” De digitale weg die De Zevensprong inslaat door met Schoudercom te gaan werken zorgt ervoor dat kinderen en ouders de papieren briefjes onderweg niet kwijt kunnen raken en informatie in ieder geval letterlijk aankomt. Om informatie ook figuurlijk aan te laten komen is bewustwording bij zowel school als ouders belangrijk, zie § 6.1 Aanbevelingen naar aanleiding van de theorie. Voor de stuurgroep was het een belangrijke bewustwording om te lezen dat niet alle hulp van ouders aan hun eigen kinderen thuis positieve effecten heeft op de leerresultaten van kinderen (zie ook § 6.1 Aanbevelingen naar aanleiding van de theorie). De lage behoefte van ouders om opvoedinformatie te ontvangen via Schoudercom, heeft de stuurgroep enigszins verbaasd, zeker afgezet tegen een 100% behoefte aan informatie over De Vreedzame School. De Vreedzame School is met name een methode ter bevordering van de sociaal-‐emotionele ontwikkeling en daardoor voor een groot deel gericht op het opvoeden van kinderen. De stuurgroep vraagt zich af of door ouders deze link wordt gelegd. De mensen met de taakbelasting ‘zorg’ (intern begeleider en 2 onderwijsassistentes) geven unaniem aan deze opvoedinformatie wel met ouders te willen delen.
30 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
Hierover is niet alleen binnen de stuurgroep, maar ook met ouders, leerkrachten en door de onderzoeker in de MLI-‐leerkring gesproken en daardoor is een aantal vooronderstellingen geformuleerd: • Waarschijnlijk ligt er bij onderbouwouders een grotere interesse voor opvoedinformatie, omdat ouders gewend zijn met het consultatiebureau over opvoeden te spreken. • Een verklaring voor het lage (gemiddelde) percentage zou kunnen zijn dat ouders door de openheid van het onderzoek (anderen zien waar de sticker geplakt wordt) geremd worden om openlijk aan te geven dat er een behoefte is aan ondersteunende opvoedingstips. • Ouders hebben wel behoefte aan informatie over opvoeden (dit merkt het grootste deel van de leerkrachten door vragen die aan leerkrachten gesteld worden), maar zij bespreken dat liever persoonlijk met de leerkracht, omdat het dan meer op het eigen kind en oplossingsgericht is, in plaats van algemene tips op een communicatie platform als Schoudercom. • De vraag rijst, of de term ‘opvoedtips’ verkeerd gekozen is. Zou een term als: ‘tips voor thuis’ minder beladen zijn, waardoor ouders minder het gevoel hebben dat leerkrachten het opvoeden van hen over willen nemen? De stuurgroep vindt het opvallend dat het percentage groep 8 ouders, in vergelijking met de overige groepen, lager is wat betreft het via foto’s willen zien wat er in de klas van hun kind gebeurt. De stuurgroep vraagt zich af, of dat komt doordat oudere kinderen het vervelender vinden dan jongere kinderen om zichzelf op een platform terug te zien, met name op foto’s die ze niet zelf uitgekozen hebben. Het zou interessant zijn om dit in de bovenbouw te onderzoeken. Daarnaast is het opvallend dat de ouders van groep 3 en 4 unaniem wel foto’s wil zien. Tenslotte vraagt de stuurgroep zich af, of de kiezers van ‘oneens’ niet zeker weten of de foto’s publiekelijk te zien zijn. Bij het kwalitatieve onderzoek en gesprekken met de onderzoeksleider van die dag, blijkt dat ouders graag zien dat de privacy gewaarborgd blijft en nog onvoldoende het overzicht hebben of dit bij Schoudercom het geval is. Tenslotte ziet de stuurgroep een respons van 75% onder ouders, als een goede basis in gedragenheid om met Schoudercom te starten.
Elke ouder een platform 31
6. Aanbevelingen Het hoofdstuk aanbevelingen is tweeledig. Allereerst volgen aanbevelingen naar aanleiding van onderzochte literatuur (§ 6.1). Deze aanbevelingen zijn niet alleen bedoeld voor de implementatie van Schoudercom op De Zevensprong, maar ook te gebruiken door andere geïnteresseerden in het werken met een digitaal communicatieplatform voor school en ouders. Vervolgens zijn aanbevelingen beschreven die direct voortvloeien uit het praktijkgericht onderzoek op De Zevensprong. Deze zijn gericht op de verbetering van de communicatie tussen school en ouders in combinatie met de implementatie van Schoudercom op De Zevensprong (zoals ook letterlijk in de deelvragen staat) (§ 6.2). De stuurgroep raadt geïnteresseerde lezers aan om, voor het vergroten van het succes van een communicatieplatform, binnen de eigen context een onderzoek onder leerkrachten en ouders te organiseren. Op die manier kunt u afstemmen op specifieke wensen bij de implementatie van een communicatieplatform. In § 6.3 zijn aanbevelingen met betrekking tot het gehele onderzoek opgenomen. In §6.4 wordt gereflecteerd op het onderzoeksproces met betrekking tot de spanning die de onderzoeker en de stuurgroep voelden tussen onderdeel zijn van de context en de distantie die een dergelijk onderzoek vraagt.
6.1 Aanbevelingen naar aanleiding van ‘Theorie’ Hieronder volgen in een blauw kader de belangrijkste delen van antwoorden op de onderzoeksvraag uit de literatuur, gevolgd door aanbevelingen. “Uit de literatuur blijkt dat ouders graag informatie ontvangen, over waar hun kind op school mee bezig is en hoe zij daarbij thuis begeleiding kunnen bieden. Zij geven aan bevraagd te willen worden over welke informatie zij belangrijk achten.” Aanbevelingen: Onderzoek binnen de eigen context welke specifieke informatie ouders willen ontvangen, met betrekking tot het begeleiden van het eigen kind thuis. Communiceer deze bevindingen met ouders en verschaf daadwerkelijk de informatie waar de grootste groep ouders behoefte aan heeft. “De school dient zich er van bewust te zijn dat niet alle schriftelijke informatie door alle ouders gelezen of begrepen wordt. Daarom is het belangrijk dat er een balans gevonden wordt tussen een groeps-‐ en individuele benadering en de informatie voor alle ouders begrijpelijk gepresenteerd wordt en dat er niet naar elkaar maar met elkaar gecommuniceerd wordt.” Aanbevelingen: Bij schriftelijke informatie aan ouders, zorgt de school voor begrijpelijk taalgebruik, afgestemd op de doelgroepen van de school. Het is verstandig om ouders met enige regelmaat te bevragen over de begrijpelijkheid van deze informatie. Zorg naast een groepsbenadering (van nieuwsbrieven en e-‐mails etc.) ook voor een (meer) individuele benadering (bijvoorbeeld in een ouderkamer) voor het overbrengen van informatie. Kies tenslotte voor een medium (bijvoorbeeld een online communicatieplatform) waarop school en ouders direct op elkaar kunnen reageren. Op deze manier wordt voorkomen dat er alleen naar elkaar, in plaats van met elkaar gecommuniceerd wordt. “Leerprestaties van kinderen kunnen verbeteren indien leerkrachten kennis hebben van welke informatie, die zij verschaffen aan ouders en de manier waarop dit gebeurt, van invloed is op die leerprestaties.” Aanbevelingen: Zorg dat de leerkrachten, die informatie verstrekken aan ouders, weten welke informatie invloed heeft op leerprestaties van kinderen. Informeer leerkrachten over het feit dat niet alle ondersteuning bij schoolwerk door ouder thuis, een positieve uitwerking heeft op leerprestaties en waardoor dat komt. Informeer leerkrachten dat het belangrijk is om: a) ouders specifieke informatie te geven over het curriculum en de leerdoelen, b) ouders te stimuleren om hun kind voor te lezen en samen met het kind te lezen, c) ouders te stimuleren samen met hun kind te kijken naar het jeugdjournaal, educatieve-‐ of kinderprogramma’s en daar met hen over van gedachten wisselen en d) ouders doelgericht over het huiswerk te adviseren en hiervoor concrete, praktische instructies mee te geven.
32 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
6.2 Aanbevelingen naar aanleiding van ‘Resultaten’ Hieronder volgen in een blauw kader de belangrijkste delen van antwoorden op de onderzoeksvraag, verkregen uit data van ouders en leerkrachten van De Zevensprong, gevolgd door aanbevelingen. “Ouders van De Zevensprong geven aan graag informatie te willen over; a) De Vreedzame School, b) het thuis ondersteunen van het eigen kind, c) schoolse vakken en d) om via foto’s te zien wat er in de klas gebeurd. De grootste groep leerkrachten geeft aan deze behoefte bij ouders te herkennen en de betreffende informatie te willen delen. Daarnaast overlappen behoeften van ouders en mogelijkheden van leerkrachten met betrekking tot het delen van praktische informatie over a) thema’s, b) huiswerk, c) toevoegen van internet ‘links’ d) inhoud van ‘vakken’ waaraan de komende periode gewerkt wordt en e) het algemene reilen en zeilen in de klas.”
Aanbevelingen: Leerkrachten delen periodiek bovengenoemde informatie met ouders (zie ook § 6.3 nieuwe onderzoeksvraag). “Maar een klein deel van de ouders heeft behoefte aan opvoedtips. Dit wordt door De Zevensprong leerkrachten herkend.” Aanbevelingen: Omdat de stuurgroep zich afvraagt of ouders daadwerkelijk geen informatie via Schoudercom willen ontvangen over opvoeding, of dat ouders door de openheid van het onderzoek (anderen zien waar de sticker geplakt wordt) geremd worden om aan te geven dat er een behoefte is aan ondersteunende opvoedingstips, raadt de stuurgroep aan om deze stelling als een poll op Schoudercom te plaatsen. Op die manier kunnen ouders deze anoniem beantwoorden. Hierbij moet de mogelijkheid gegeven worden ook te kunnen kiezen om opvoedinformatie persoonlijk met de leerkracht te kunnen bespreken. Zo kan bekeken worden of de score afwijkt van dit onderzoek, of dat er daadwerkelijk geen interesse in opvoed-‐informatie via Schoudercom is. Daarnaast is dit een interessante stelling om met een groep ouders in de ouderkamer te bespreken of er een ouderpanelgesprek aan te wijden. “Bij de implementatie van Schoudercom geeft zowel een aantal minder digitaal-‐vaardige ouders als leerkrachten aan; a) meer informatie te willen ontvangen over het programma, b) geholpen te willen worden bij het aanmaken van een account en c) wegwijs gemaakt te willen worden in de digitale wereld van Schoudercom.” Aanbevelingen: Zorg er als school voor dat zowel ouders als leerkrachten geïnformeerd worden over het programma Schoudercom. Zorg dat er in de implementatiefase voor zowel leerkrachten als ouders mensen van de stuurgroep beschikbaar zijn die kunnen helpen bij het aanmaken van een account. Organiseer voor geïnteresseerde ouders en leerkrachten workshops om te leren werken met Schoudercom. “Een aantal leerkrachten heeft bovendien behoefte aan afspraken rondom de tijdsinvestering en beheersbaarheid met betrekking tot het (zelf) plaatsen van informatie en het beantwoorden van berichten.” Aanbevelingen: Ruim zo spoedig mogelijk, tijdens een teamoverleg bijvoorbeeld, tijd in om hierover gezamenlijk afspraken te maken.
Elke ouder een platform 33
6.3 Algemene aanbevelingen Naar aanleiding van de Pilot “De Zevensprong is per januari 2013, met Schoudercom van start gegaan. Zij gaat onderzoeken hoe Schoudercom ingezet kan worden om de communicatie tussen school en ouders verbeteren. De ervaringen, met betrekking tot; a) implementatie, b) gebruikersgemak en c) wat al dan niet de verbeteringen zijn voor zowel school als ouders op het gebied van communicatie, wordt eind 2013 (na een jaar met Schoudercom gewerkt te hebben) niet alleen teruggekoppeld naar alle gebruikers van De Zevensprong (ouders, directie en team) maar ook naar alle scholen van Optimus.” Aanbevelingen: Onderzoek aan het eind van 2013 de ervaringen van ouders en leerkrachten met betrekking tot a) implementatie, b) gebruikersgemak en c) wat al dan niet de verbeteringen zijn voor zowel school als ouders op het gebied van communicatie via Schoudercom. Nieuwe onderzoeksvraag Een aantal leerkrachten voorziet ouders van De Zevensprong op Schoudercom, door middel van een nieuwsbrief of blog, van (periodieke) informatie. Een aantal leerkrachten doet dit (nog) niet, omdat zij het programma Schoudercom nog onvoldoende beheersen of aangeven niet te weten waar ze de tijd vandaan moeten halen. Het idee van de stuurgroep is, om bij aanvang van het schooljaar 2013-‐2014 een format te hebben waarmee alle leerkrachten de ouders van hun eigen groep van periodieke informatie voorzien. “Wat hebben leerkrachten van De Zevensprong nodig om ouders periodiek van informatie te voorzien?” Aanbevelingen: Onderzoek welke behoefte leerkrachten hebben om ouders wel van periodieke informatie te kunnen voorzien. Spreek af hoe vaak deze informatie aan ouders verschaft kan worden.
6.4 Reflectie Binnen een collectief praktijkonderzoek staat de onderzoeker en de onderzoeksgroep nooit volledig neutraal in de context en het daadwerkelijke onderzoek. Zij maken er als onderzoekers immers ook deel van uit. De onderzoeker en de stuurgroepleden waren zich zeer bewust van de positie die zij innamen en hebben getracht de distantie te waarborgen. Op de eerste plaats heeft de onderzoeker zich bewust als begeleider opgesteld bij het formuleren van een onderzoeksvraag. Dit omdat het doel niet alleen was ‘te komen tot een onderzoeksvraag’, maar ook om eigenaarschap met betrekking tot het onderzoek te creëren bij de andere stuurgroepleden. Bovendien zou eerder opgedane kennis van de onderzoeker de inhoud van de onderzoeksvraag kunnen beïnvloeden. Daarnaast hebben de leerkrachten van de stuurgroep zich bij het verkrijgen van kwalitatieve data bij leerkrachten als ‘neutrale’ interviewer opgesteld. De interviewers hadden als taak zoveel mogelijk informatie uit de overige leerkrachten te krijgen zonder hun eigen mening te ventileren, om deze data niet met voorkennis te kleuren. De onderzoeker heeft zich als begeleider van de interviewers opgesteld. Door bij ieder groepsinterview mee te kijken kon het proces en de distantie bewaakt worden. Ten slotte hebben ‘buitenstaanders’ zoals, leerkrachten van De Zevensprong die geen lid zijn van de stuurgroep, studenten en tutor uit de MLI leerkring, I-‐coach en communicatiemedewerker van Optimus en de directeur van Schoudercom mee gekeken naar (delen van) verkregen data (zoals beschreven in hoofdstuk 3 Methode). Hierdoor zijn niet alleen de tabellen en schema’s uit hoofdstuk 4 Resultaten ontstaan, maar ook §5.2 Reflectie op conclusies. Door deze distantie was de stuurgroep in staat de aanbevelingen scherper te formuleren.
34 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
Bibliografie Baarda, D., & Goede de, M. (2006). Basisboek Methoden en Technieken, Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwantitatief onderzoek. Groningen: Noordhoff Uitgevers. Baeyens, H. (2010). De attitude bij scholen ten aanzien van ouderbetrokkenheid en ouder-‐ school partnerschap: een perceptie-‐onderzoek bij schoolhoofden. Gent: Universiteit van Gent. Boeije, H. (2008). Analyseren in kwalitatief onderzoek, Denken en doen. Amsterdam: Boom Onderwijs. Cijvat, I., & Voskens, C. (2010). Een onderzoek naar de rol van ouders in het primair onderwijs. Amersfoort: CPS onderwijsontwikkeling en advies. Cooper, H., Charlton, K., Valentine, J. C., Muhlenbruck, L., & Borman, G. D. (2000). Making the Most of Summer School: A Meta-‐Analytic and Narrative Review. Monographs of the Society for Research in Child Development , 65 (1), 1-‐118. Cooper, H., Lindsay, J. J., & Nye, B. (2000). Homework in the Home: How Student, Family, and Parenting-‐Style Differences Relate to the Homework Process. Contemporary Educational Psychology , 25, 464-‐487. Cooper, H., Nye, B., Charlton, K., Lindsay, J., & Greathouse, S. (1996). The Effects of Summer Vacation on Achievement Test Scores: A Narrative and Meta-‐Analystic Review. Review of Educational Research , 66 (3), 227-‐268. De Onderwijsraad. (2010). Ouders als partners, versterking van relaties met en tussen ouders op school. Den Haag: De Onderwijsraad. De Vreedzame School. (2011, januari 1). De Vreedzame School. Opgeroepen op november 30, 2012, van devreedzameschool.net: www.devreedzameschool.net De Zevensprong. (2011, mei 27). Zevensprong Cuijk. Opgeroepen op november 8, 2012, van www.zevensprongcuijk.nl: www.zevensprongcuijk.nl/jml Dearing, E., Kreider, H., Simpkins, S., & Weiss, H. B. (2006). Family involvement in school and low-‐income children's literacy: Longitudal associations between and within families. Journal of Educaltional Psychology , 98, 653-‐664. Dearing, E., McCartney, K., Weiss, H. B., Kreider, H., & Simpkins, S. (2004). The promotive effects of family educational involvement fot low-‐income children's literacy. Journal of School Psychology , 42, 445-‐460. Desforges, C., & Abouchoar, A. (2003). The Impact of Parental Involvement, Parental Support and Family Education on Pupil Achievements and Adjustment: A Literature Review. Sherwood Park: DfES Publications. Epstein, J. L. (2001). School, Family, and Community Partnerships: Preparing Educators, and Improving Schools. Boulder, Colorado, USA: Westview Press. Elke ouder een platform 35
Epstein, J. L., & al., e. (2009). School, family, and community partnerships: Your handbook for action (third ed.). Thousand Oaks, CA: Corwin Press. Geschiere, M. (2010). Ouderkamers als voorziening voor sociale steun en de positieve invloed van ouderkamers op de opvoedcompetenties van ouders met schoolgaande kinderen. Utrecht: Universiteit Utrecht. Heldoorn, G., Hogeboom, B., Vries de, P., & Vrije de, G. (2011). Aardig of gelijkwaardig Over het vormgeven van ouderbetrokkenheid op scholen. Amersfoort: CPS. Herweijer, L., & Vogels, R. (2013). Onderzoek ouderbetrokkenheid in het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en het mbo. Den Haag: Sociaal en cultureel planbureau. Hoover-‐Dempsey, K. V., Walker, J. M., Sandler, H. M., Whetsel, D., Green, C. L., Wilkins, A. S., et al. (2005). Why Do Parents Become Involved? Research Findings and Implications. The Elementary School Journal , 106 (2), 105-‐130. Liebrand, D. (2011). Een onderzoek naar het optimaliseren van ouderbetrokkenheid en ouderparticipatie in het primair onderwijs. Uden: MLI. Menheere, A., & Hooge, E. (2010). Ouderbetrokkenheid in het onderwijs Een literatuurstudie naar de betekenis van ouderbetrokkenheid voor de schoolse ontwikkeling van kinderen. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam Kenniscentrum Onderwijs en Opvoeding. Merlo, L. J., Bowman, M., & Barnett, D. (2007). Parental Nurturance Promotes Reading Acquisition in Low Socioeconomic Status Children. Early Education and Development , 18 (1), 51-‐69. Optimus, p. o. (2012, november 8). www.optimusonderwijs.nl. Opgeroepen op november 15, 2012, van www.optimusonderwijs.nl: www.optimusonderwijs.nl/elke-‐ouder-‐een-‐ platform/ Parcel, T. L., Dufur, M. J., & Troutman, K. P. (2013, maart). Does capital at home matter more than capital at school? Social capital effects on academic achievement. Social Stratification and Mobility , 1-‐21. Patall, E. A., Cooper, H., & Robinson, J. C. (2008). Parent Involvement in Homework: A research Synthesis. Review of Educational Research , 78, 1039-‐1101. Ponte, P. (2010). Onderwijs van eigen makelij. Den Haag: Boom Lemma Uitgevers. Rijn van, M., & Burgt van der, R. (2012). Hanboek scenarioplanning. Deventer: Kluwer. Rotter, J. (1966). Generalized expectancies for internal versus external control of reinforcement. Psychological Monographs , 80. Schaaf van der, N., & Berg van den, T. (2009). Ouderbetrokkenheid in de brede school Een literatuuronderzoeknaar effectieve manieren om het ontwikkelingsondersteunend gedrag 36 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
van ouders te stimuleren. Groningen: Hanzehogeschool Groningen: Lectoraat Integraal jeugdbeleid. Schoudercom. (2010). School-‐ouders communicatie. Opgeroepen op november 12, 2012, van Schoudercom: www.Schoudercom.nl Schunk, D., Pintrich, P., & Meece, J. (2010). Motivation in Education. Pearson: New Jersey. Sleegers, P., & Ledoux, G. (2006). Innovatie in het primair onderwijs: strategieen, ervaringen en aanbevelingen. Een literatuurstudie naar werkzame principes. Amsterdam: SCO-‐Kohnstamm Instituut. Smit, F., Driessen, G., Sluiter, R., & Brus, M. (2007). Ouders, scholen en diversiteit; Ouderbetrokkenheid en -‐participatie op scholen met veel en weing achterstandsleerlingen. Nijmgen: ITS-‐Radboud Universiteit Nijmegen. Smit, F., Sluiter, R., & Driessen, G. (2006). Literatuurstudie ouderbetrokkenheid in internationaal perspectief. Nijmegen: ITS -‐ Radboud Universiteit Nijmegen. Verschuren, P. (2009). Praktijkgericht onderzoek. Boom Lemma uitgevers. Vries de, P. (2010). Handboek Ouders in de School. Amersfoort: CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Zeece, P. D. (2005). Using Literature to Support Low Literate Parents as Children's First Literacy Teachers. Early Childhood Education Journal , 32 (5), 313-‐320.
Elke ouder een platform 37
Bijlagen Bijlage 1 Contextanalyse In deze contextanalyse worden achtereenvolgens stimulerende en belemmerende factoren voor dit onderzoek beschreven. Daarna wordt de verantwoording van het bevorderen van een samenwerking tussen school en ouders uiteengezet aan de hand van scenarioplanning.
Stimulerende en belemmerende factoren
Bij het uitvoeren van de contextanalyse bleek er één belemmerende factor en meerdere stimulerende factoren van invloed te zijn bij het uitvoeren van dit collectief praktijk onderzoek. Hieronder volgt achtereenvolgens een beschrijving van de interne en externe belemmerende factor en stimulerende factoren.
Interne belemmerende factor
Een probleem waar de leden van de stuurgroep tegenaan lopen is de grootte van deze groep. In de praktijk blijkt het lastig te zijn om ouders en leerkrachten bij elkaar te krijgen, omdat leerkrachten pas na schooltijd bijeen kunnen komen en ouders vanaf dat tijdstip de zorg voor hun kinderen, of hun eigen werkzaamheden hebben. Daarnaast geven leerkrachten aan niet graag ’s avonds te vergaderen na een werkdag, terwijl ouders dan juist wel makkelijker tijd vrij kunnen maken. Om deze redenen zijn de vergaderdata op verschillende tijdstippen en dagen van de week en houden leden van de stuurgroep elkaar via email op de hoogte.
Stimulerende factoren
In de voorgaande paragrafen zijn diverse stimulerende factoren beschreven. Hieronder zijn ze overzichtelijk op een rij gezet. Achter iedere factor staat de paragraaf waarin de factor beschreven is. Interne stimulerende factoren: a) de intrinsieke motivatie van alle deelnemers van de stuurgroep b) de schoolbrede ‘dekking’ door alle leden van de stuurgroep c) de constante professionele ontwikkeling van ieder teamlid, die vanuit de directie op verschillende manieren wordt gestimuleerd d) de open sfeer waardoor ouders de drempel als ‘laag’ ervaren om ‘mee te doen’ e) een gedragen ambitie vanuit alle Zevensprong betrokkenen (ouders, directie en team) om ‘ouders een podium’ te geven Externe stimulerende factoren f) de ondersteuning van Optimus voor de Pilot g) de professionele ontwikkeling van ieder teamlid, vanuit Optimus gestimuleerd
2.2 Scenarioplanning
In de scenariomethode gaat het niet om het voorspellen van een toekomst, maar om er voor te zorgen dat er in de organisatie toekomstgericht gedacht gaat worden en om dit denken te vertalen in strategische keuzes, onderzoeksprogramma’s en innovatieprojecten. Via een ‘scenariomethode’ is de vraag: “Is de samenwerking tussen school en ouders een verantwoorde en strategische keuze”, positief beantwoord (Figuur 1). De stuurgroep heeft voor deze methode gekozen door de meer voelbare concurrentiepositie van De Zevensprong in de ‘brede school’. In deze positie dient zij zich duidelijk te profileren en te onderscheiden als basisschool met een uniek concept waar ouders voor warmlopen (Rijn van & Burgt van der, 2012). Er zijn verschillende scenario’s: • Extrapolerende scenario’s; ‘wat zal er gebeuren’ • Normatieve scenario’s; ‘wat gebeurt er’ • Explorerende scenario’s; ‘wat kan er mogelijk gebeuren’ • Sciencefictionscenario’s; ‘maximale toekomstspeculatie’ Van de vier verschillende mogelijkheden die er zijn, is in samenspraak met de stuurgroep een explorerend scenario uitgewerkt. Dit type scenario wordt ook wel; ‘wat-‐als scenario’ genoemd; bedrijven, maar ook scholen in dit geval, kunnen grote voorsprong creëren op de concurrentie door voorbereid te zijn op ‘wat-‐als
38 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
scenario’s’. Het zijn scenario’s die de toekomst schetsen als er één of meerdere discontinuïteiten optreden; een soort toekomstscenario’s (Rijn van & Burgt van der, 2012). Ik heb de methode uiteengezet en ingevuld en daarna hebben de leden van de stuurgroep suggesties voor verbetering en aanvulling gedaan. Deze zijn door mij verwerkt in deze paragraaf. Een exploratief systeemscenario is opgebouwd uit aspecten (te aanschouwen als twee assen in Figuur 1) waar de organisatie zowel geen als wel grip op heeft (Rijn van & Burgt van der, 2012). De meso-‐as (verticale kolom in Figuur 1) geeft het aspect aan waar De Zevensprong geen grip op heeft. Ouders kiezen namelijk zelfstandig voor een school, de school kan geen directe invloed op deze keuze uitoefenen. De stuurgroep heeft dit aspect gekozen, omdat het al dan niet verliezen van kinderen aan de concurrerende basisschool de meest voor de hand liggende ‘bedreiging’ vorm als je als school gaat samenwerking in een ‘brede school’. Het onderscheid voor ‘nieuwe’ ouders (ouders die een school kiezen voor hun kind) wordt minder zichtbaar, omdat een eigen locatie en uitstraling van een gebouw, en daarmee een school, verdwenen zijn. Daarnaast is op microniveau (schoolniveau) gekozen voor de as waar wel invloed op uitgeoefend kan worden (horizontale kolom in Figuur 1). Een school kan er namelijk zelf voor kiezen of zij de samenwerking tussen ‘school en ouders’ (het thema van de horizontale as) wil bevorderen. Op de kruispunten van de verticale en horizontale assen (in de vier oranje vakken) is beschreven wat een combinatie van de al dan niet te beïnvloeden factoren, voor gevolgen kunnen hebben voor De Zevensprong. Zoals in Figuur 1 te zien is, zorgt de bevordering van een samenwerking tussen school en ouders altijd voor een positieve toekomst, ook al is één component negatief. Daarmee kan gesteld worden dat het bevorderen van deze samenwerking stoelt op een verantwoordde onderbouwing vanuit ‘scenarioplanning’. Er is geen sprake van samenwerking Er is sprake van een optimale tussen en gedeelde samenwerking tussen en gedeelde verantwoordelijkheid van school en verantwoordelijkheid van school en ouders op De Zevensprong ouders voor De Zevensprong Door samenvoegen van twee concurrerende scholen in één gebouw kiezen minder ouders voor De Zevensprong
Onder verscherpt toezicht De afstemming tussen school en ouders over het kind, de groep en de school is minimaal. De sfeer op De Zevensprong verslechtert. Meer kinderen worden bij De Harlekijn aangemeld. Er ontstaan meer combinatiegroepen, personeel wordt ontslagen en de kwaliteit van het onderwijs neemt af.
Schaalverkleining De Zevensprong krimpt, heeft verschillende combinatiegroepen en personeel wordt ontslagen. De afstemming tussen school en ouders over het kind, de groep en de school zorgt ervoor dat veel kinderen beter gaan presteren. De werkdruk voor leerkrachten blijft gelijk, ouders nemen taken uit handen. De unieke ‘Zevensprong sfeer’ blijft bestaan.
Door samenvoegen van twee concurrerende scholen in één gebouw kiezen meer ouders voor De Zevensprong
Stress Meer kinderen worden bij De Zevensprong aangemeld. Het werken in jaarklassen blijft bestaan. Nieuwe leerkrachten worden aangetrokken. De afstemming tussen school en ouders over het kind, de groep en de school is minimaal. De prestaties van kinderen gaan achteruit. De werkdruk voor leraren wordt groter. De unieke ‘Zevensprong sfeer’ is niet meer als dusdanig herkenbaar.
Zonnige toekomst De Zevensprong groeit en het team kan kiezen hoe zij haar groepen indeelt, nieuwe leerkrachten worden aangenomen. De afstemming tussen school en ouders over het kind, de groep en de school zorgt ervoor dat veel kinderen beter gaan presteren. De werkdruk voor leerkrachten neemt af, ouders nemen taken uit handen. De unieke ‘Zevensprong sfeer’ blijft bestaan.
Figuur 1
Elke ouder een platform 39
Bijlage 2 Schoolontwikkelingsmodel ouderbetrokkenheid (CPS) Ter bevordering van de leesbaarheid is dit model in drie delen weergegeven
40 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
Elke ouder een platform 41
(Vries de, 2010)
Bijlage 3 Gezamenlijke ambitie ontwikkelen Klankbordavond Voor aanvang van het schooljaar 2010-‐2011, is door een bewust samengestelde selectie van alle belanghebbenden van De Zevensprong, tijdens een klankbordavond een gezamenlijke ambitie opgesteld. Tijdens een klankbordavond is aan de hand van een casus en een aantal stellingen gesproken over de samenwerking tussen school en ouders. Omdat het niet te realiseren en praktisch onuitvoerbaar is alle betrokken ouders en medewerkers van De Zevensprong te ‘horen’ en bij elkaar te krijgen, is deze ambitie door een klankbordgroep opgesteld. Om een gedragen visie vanuit alle geledingen van de school te creëren, is de klankbordgroep gebalanceerd samengesteld uit betrokkenen die weten wat er binnen de school speelt en door de achterban belangrijk gevonden wordt. Zij bestond uit; a) directie, b) school medewerkers en 3) ouders vanuit de diverse functies die zij binnen De Zevensprong bekleden (directeur, intern begeleider, groepsleerkracht, administratief medewerkster, onderwijsassistente, overblijfmedewerkers, ouders en groepsleerkrachten uit: de medezeggenschap raad en oudervereniging en medewerkers van de inpandige peuterspeelzaal Koekepeertje). Vanuit de meningen en antwoorden die door de verschillende deelnemers naar voren zijn gebracht, kon die avond geconcludeerd worden dat alle betrokkenen dezelfde ambitie nastreven en willen dat De Zevensprong doorgroeit naar een op ‘innovatiegerichte school’. Deelnemers Team: Wim Spijkerboer (directeur), Maaike (LK/IB), Amani (administratie en ouder) Ouders: Nicole, Monique, Ferry MR: Tiny (leerkracht), Anna (ouder) OV: Sandra, Monique Spring: Els (Koekepeertje/Spring)
42 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
Overblijfteam: Zehren, Monique (c), Katja Edux: Muriël, Wim Educatief partnership ofwel Ouderbetrokkenheid Inleiding Ouders & school willen beide het beste voor het kind. Scholen doen veel om ouders te betrekken. Positieve gevolgen leerprestaties: Kind ervaart dat ouders school belangrijk vinden. A. Ouderbetrokkenheid Contact en communicatie Ouderparticipatie informeel = hulp formeel = ouderraad, MR onderwijs ondersteunend gedrag van ouders Programma 1. Inleiding: Wim Spijkerboer (welkom) en Wim Luteijn 2. Nut: (sheet) Wat is het belang van ouderbetrokkenheid voor de volgende 4 groepen: 1. kind, 2. ouders, 3. leerkracht(en), 4. Spring, 5. Opvangouders 3. Stellingen: Voorlezen, eventueel toelichten Stemmen: eens (groen), oneens (rood), weet niet (oranje). 4. Pauze 5. Wat zijn verwachtingen, beelden vangen 6. Afsluiting 2. WAT IS HET NUT VAN OUDERPARTICIPATIE? Inventarisatie van de verschillende perspectieven, levert de volgende gezichtspunten op: Overblijfteam Meer “gelijkheid” in trommel (snoep) Opvoedkundige regels (begint thuis) Overblijfregels = geen schoolregels. Vrije uitraustijd, maar binnen de perken. Strippenkaartsysteem: Nog 2 strippen te gaan voor kaart vol is, dan bericht aan ouders. In de loop van de ochtend (na 10 uur) ziek, dan geen rekening Incidenteel: overblijfgeld contant in trommel? Meer contact Wil overblijf zelf? Spring Klanten Meer ideeën en variatie in programma & activiteiten Inzicht in wensen en verwachtingen Meer contact (en daarmee inspiratie) Goedkope en creatieve oplossingen (out of the box) Consequentere opvoeding Ouders Betrokkenheid (weten waar de school mee bezig is!) Meer contact tussen ouders Meer contact met leerkrachten Op de hoogte van het omgaan met elkaar (thuis doorvoeren) vreedzame school Ondersteuning van het kind Vollediger beeld van team (sfeer op school) Kennis van school kun je delen met kinderen Leraren Extra handen Sfeer creëren, ouders voelen zich medeverantwoordelijk Meer informatie over ontwikkeling kind “bredere kijk” Samenwerken leerkracht -‐ ouders → hogere opbrengsten kind Van elkaar leren, bredere basis: “2 weten meer dan 1”. Doorgaande lijn in bijv. opvoeding, uitleg rekenen/huiswerk: kind weet dan waar hij/zij aan toe is.
Elke ouder een platform 43
Verwachtingen van en aan elkaar duidelijk benoemen, bijv.: “Wie leert de leerling veters strikken?” Leerlingen binnenhalen door meer ouderparticipatie. Kind centraal Weet van wat er leeft bij de ouders. Beter inspelen op thuissituatie ↔ achtergrond observatie Hoor/wederhoor (M.R.) Veiligheid Vergroten zelfstandigheid 1 lijn ↔ afstemming 0 -‐ 13 jaar. PSZ ↔ BSO ↔ TSO ↔ B.O. Terugkoppeling begrip doorgaande lijn 3. STELLINGEN • Stelling 1: Educatief Partnership moet een breed gedragen keuze zijn binnen: Het team, de ouders, Spring, overblijfteam, MR, OR. • Stelling 2: Participatie van ouders zal mogelijk gemaakt moeten worden vanuit de culturele achtergrond van de ouders. Reacties n.a.v. de stellingen: Persoonlijk contact = smeerolie Alle partijen moeten het dragen/ondersteunen Keus van de school, noodzaak in belevingswereld Geen vrijblijvendheid voor ouders om wel/niet mee te doen. Als een school kiest voor bredere ouderparticipatie, krijg je vanzelf medestanders wanneer je overtuigd bent van nut & noodzaak. Als nieuwe ouders direct betrokken worden vanaf dag 1, dan ontstaat het gevoel “Zo doen we dat hier” en kun je het proces mee aanjagen. Afhankelijk en bijdrage van alle partijen nodig. Zelf doen geeft navolging. Vraagt van ouders investering in tijd & aandacht, maar levert ook veel op. 5. WAT VERWACHTEN WE BIJ OUDERPARTICIPATIE De verschillende invalshoeken leveren de volgende beelden op over verwachtingen en ouderparticipatie: Overblijfouders Ouders persoonlijk/via briefje met naam kind benaderen bij niet nakomen overblijfregels of ongewenst gedrag Laagdrempelig contact met overblijf d.m.v. postvak/briefje Spring Ouderavonden -‐ algemeen waar Spring mee bezig is. Enquêtes over programma’s + tevredenheidsonderzoek met mogelijkheid van eigen suggesties & ideeën. Ouders info geven over hoe het was 10-‐minutengesprek bijv. 2x per jaar ‘Heen-‐en-‐weer’ schriftje Lijst van kinderen met NAW gegevens Meer zichtbaarheid leiding/directie Antwoordnummer om post naar toe te sturen. Ouders Papa & mama weten wat er op school leeft (ouderavonden bijwonen, Boemerang lezen, vragen stellen/gesprekken). Meehelpen in de klas/bij activiteiten. Aandacht, tijd voor hem of haar. Goed contact met leerkracht (gelijkwaardig). Ouders zelf initiatief nemen voor info Verjaardag aanwezig Koffie uurtje aanwezig
44 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
Leraren Luisteren naar ouders Proactief ouders aanspreken, ook positief! Tijdens 10-‐minutengesprek beginnen met ouders te vragen waar ze het o.a. over willen hebben. Rekening houden met verschillen tussen ouders. Kwetsbaar durven opstellen, grenzen durven aangeven (professionele houding). 6. Afsluiting HET KIND: ‘Joep’ Ouder duidelijke betrokkenheid tonen richting school Spring + PSZ + BSO: Joep vindt het fijn dat er structuur aanpak, overeenstemming is. Team school: Joep vindt het fijn dat er structuur aanpak, overeenstemming is. De ambitie ‘leeft’ nog steeds Omdat de ambitie al enkele jaren oud is, is er alleen de beschikking over het bovenstaand verslag. Daarom worden hieronder uitspraken van diverse betrokkenen (ook kinderen die uiteraard bij de klankbordavond niet aanwezig waren), geciteerd om aan te tonen dat de gevormde ambitie nog steeds actueel is, leeft en van belang is. • “Een goede betrokkenheid komt zeker de ontwikkeling van kinderen ten goede maar ook het vertrouwen dat ouders in het schoolbeleid en de schoolvisie hebben zal zeker groeien. Een goede open transparante manier van samenwerken geeft voor alle partijen een win-‐win situatie. In het samen verantwoordelijk zijn voor het continue proces van verbetering is het goed dat school en ouders elkaar zien als partners. Hier ben ik het helemaal mee eens.” (Coos, collega, citaat uit een feedback-‐brief 2012) • “Doordat we informatie kregen, konden we onze dochter helpen. Zij vond het ook leuk om te vertellen wat zij in de klas deed. Ze is hierdoor in een jaar veel gegroeid” (ouders groep 3, citaat uit een enquête over groep 3 nieuwsbrief; ouderbetrokkenheid n.a.v. individueel actieonderzoek 2012) • “Ik vind het leuk dat papa en mama mij helpen met lezen, omdat ik dan al lange woordjes kan lezen.” (leerling groep 3, citaat uit interview, n.a.v. evaluatie individueel actieonderzoek 2012) • “Jammer dat ze me niet helpen, dat zou ik wel willen.” (leerling groep 3, 2012. Om nog maar eens het belang van de ambitie te onderstrepen en als motivatie om alle ouders te betrekken!)
Bijlage 4 Stuurgroep school en ouders De stuurgroep school en ouders (hierna stuurgroep genoemd) bestaat inclusief mijzelf, uit 7 personen; twee ouders, drie leerkrachten en de directeur van De Zevensprong. De ouders hebben kinderen in verschillende bouwen (onderbouw, middenbouw en bovenbouw) en ook de leerkrachten die deelnemen aan de stuurgroep zijn werkzaam in de verschillende bouwen of in de zorg (intern begeleiding/schakelklas). Dit zorgt ervoor dat de leden van de stuurgroep schoolbreed op de hoogte zijn van wat er op De Zevensprong leeft, zodat daar adequaat op ingespeeld kan worden. Alle leden van de stuurgroep hebben zichzelf vrijwillig aangemeld, waardoor ze intrinsiek gemotiveerd zijn om samen aan de ambitie te werken. Schunk (2010) beschrijft een uitspraak van Rotter (1966) over de ‘locus of control’: “People with an external locus of control believe their actions have little impact on outcomes and there is little they can do to alter them. Those with an internal locus of control believe that outcomes are contingent on their actions and largely under their control” (Schunk, Pintrich, & Meece, 2010).
Elke ouder een platform 45
Bijlage 5 Individueel actieonderzoek Tijdens een open interview met twee ouders van groep 3 bleek een behoefte te bestaan naar meer informatie over wat er in bepaalde groepen geleerd werd. Aan de hand van de verkregen informatie van deze ouders, heeft de onderzoeker samen met een van de deelnemers een ouderenquête over de informatievoorziening aan groep 3 samengesteld. De meeste groep 3 ouders hadden behoeften aan informatie over hetgeen de kinderen in de klas leerden en 73% daarvan zou deze informatie graag per mail of via een andere digitale, afgeschermde weg ontvangen. De redenen hiervoor waren; briefjes raken kwijt, er wordt zoveel onnodig papier gebruikt, de lijntjes zijn kort omdat er direct gereageerd kan worden en informatie is makkelijker terug te zoeken. Hieronder volgen de betreffende data uit de enquête: Vraag 4: Als er een ‘groep 3 nieuwsbrief ’ zou komen, in welke vorm zou u die dan willen ontvangen? Bij deze vraag konden ouders meerdere 18 ondervraagden antwoorden kiezen. Van de 8 ouders (53%) die de nieuwsbrief op papier willen 12 ontvangen, kiezen er 4 (50%) tegelijkertijd 10 voor e-‐mail, dit houdt automatisch in, dat er maar 4 ouders (27% van het totaal aantal 8 ondervraagde ouders) alleen voor de optie 6 ‘op papier’ kiezen. 11 ouders (73%) kiezen voor e-‐mail. Van deze 11 ouders kiezen er 3 4 (27%) tegelijkertijd voor een andere digitale 2 manier als via de website van de school of 0 via een weblog, dat betekent dat de meeste op papier per e-mail via website via weblog ouders de nieuwsbrief op een digitale school manier willen ontvangen (Liebrand, 2012). Nb. De keuze, ‘via de website van de school’ Figuur bij vraag 4 of ‘via een weblog’ was geen keuze optie, maar werd door ouders geopperd, daarna werd dat rondverteld en werden meer ouders er enthousiast over. Vraag 6: Het doel van de ‘groep 3 nieuwsbrief’ zou zijn, om u te informeren, zodat u thuis uw kind beter kunt ondersteunen bij het schoolwerk. Welke informatie zou u in de nieuwsbrief willen lezen? *Vr school= De Vreedzame School (methode 15 ondervraagden voor sociaal emotionele ontwikkeling en burgerschapsvorming) 16 14 12 Bij deze vraag waren meerdere antwoorden 10 mogelijk. Er is veel behoefte (100%) aan 8 algemene informatie over de stof die 6 4 komende periode bij ‘Veilig Leren Lezen’ en 2 andere methodes behandeld gaat worden, 0 gevolgd door informatie over toepassingen voor thuis van De Vreedzame School (bijna 70%). Voor de te behandelen stof op school van De Vreedzame School is in iets mindere mate belangstelling (60%). Van de ondervraagde ouders is 67% geïnteresseerd Figuur bij vraag 6 in praktische informatie voor het thuis begeleiden bij het leren lezen en rekenen. Daarnaast is 60% geïnteresseerd in de thema’s die binnen de verschillende methodes behandeld gaan worden en 40% in praktische informatie over woorden en letters die geleerd gaan worden. Een oorzaak hiervoor zou kunnen zijn, dat ten tijde van afname van deze enquête, de meeste letters en woorden reeds aangeleerd zijn (Liebrand, 2012).
46 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
Bijlage 6 Onderzoek ‘Elke ouder een platform’ Elke ouder een platform! Een delegatie bestaande uit; drie leden van de ‘school en ouders’ (de directeur, ICT coördinator en ik, in mijn rol als school-‐ouder coördinator) aangevuld met de communicatie coördinator en I-‐ coach (ICT specialist) van Optimus, zijn intensief op zoek geweest naar het meest bruikbare ouderplatform wat op dit moment in Nederland beschikbaar is. Uit dit onderzoek is ‘Schoudercom’, als meest geschikt platform voor het bevorderen van de wederzijdse communicatie tussen school en ouders, naar voren gekomen. “De afgelopen weken zijn we met een aantal collega’s, leerkrachten, ICT coördinator, I-‐ coach en de directeur van De Zevensprong intensief op zoek geweest naar het meest bruikbare ouderplatform wat op dit moment in Nederland beschikbaar is. Vele uren van studie, vergaderen, overleg en bijwonen van demonstraties hebben geleid tot een bijzonder verantwoorde keuze. Dat hebben we niet alleen voor De Zevensprong gedaan maar voor alle onze scholen. Het rapport zal binnen kort beschikbaar komen en we willen uiteraard onze ervaringen delen met al onze collega’s. Graag sluiten we ons aan bij de woorden van Wim Spijkerboer, directeuren van De Zevensprong, die namens de werkgroep het op de onderstaande wijze verwoord. We hebben een prachtig digitaal platform gevonden dat volledig tegemoet komt aan onze wensen om communicatie 3.0 te realiseren. Niet alleen van school naar ouders of ouders naar school, maar waarin ook de mogelijkheid is om op een social media-‐achtige wijze binnen een veilige setting met elkaar te interacteren. Het systeem heet schoudercom.nl. Hoe we dit gaan gebruiken hoort u nog van ons, maar we streven er wel naar om in januari er mee te starten. Hiermee maken we een grote “innovatieve” sprong waarmee we op moderne wijze vorm kunnen geven aan goede schooloudercommunicatie. Alvast meer weten? www.schoudercom.nl Met vriendelijke groeten, Wim Spijkerboer” Checklist Algemeen Eigen look
Helpdesk, tel.-‐ mail
Koppeling met website – zevensprong.nl of apart maxclass.com?
Digiduif Alleen logo + ruimte banners/spo nsors 07.00 – 22.00 uur
Aparte knop op site
Facebook
Maxclass
Schoudercom
Basisschoolnet
Mijn schoolinfo
Profielfoto beetje en omslag
Beetje: Kleur, logo, URL
Bovenkant wordt huisstijl, logo + foto
Beetje: kleuren + logo
Helpfuncti e Veel forums en hulp te vinden op internet
Feedback knop + telefonisc h
Ja, via Feedbackkno p, mail, Twitter @schoudersu pport
Eigen helpdesk die zij inhuren
Als pushberic ht
Link op de website
Alles gelinkt. Wellicht t.z.t. vervanging van …
Los van elkaar, samenwerking met BasisOnline
24/7 Liefst per mail. Bellen tijdens kantoorur en. Binnen 48 uur antwoord Apart. iFrame??
Elke ouder een platform 47
Sharebuttons (Twitter, facebook e.d.)?
x
x
Ja
X
X
Edex import
Toe te passen op de schoolweb site x
Koppeling met leerlingvolgsyste em (dotcom)
Edex import of spreadshe et
Ja
Ja
Accounts aanmaken met code van school
x
ja
Ja
Ja
Meerdere accounts per lln. -‐ gezin (gescheiden ouders)
Ja + secundaire opvoeders 99% dekking dat het gebruikt word. Hetzelfde als skool
Ja
ja
Ja
Ja
2 kanten uitwisselin g, Dotcom-‐ Esis. ParnasSys nóg niet Ja, niet via code blablabla: juridisch lang verhaal Ja
Veel werk Veel -‐ zoeken!!! instellinge n mogelijk
Veel instellingen mogelijk
X
Houdt zich veel aan regel en wetgeving
Zelf te bepalen in eigen account
Ja
Ja, tot 10 MB upload
Mail notificatie
Per mail, duurt wel lang voordat ALLES is verzonden Nee, mag niet zomaar per wet. Zij willen hiervoor geen platform zijn Nee, gebruik dan bijv. Facebook X
Privacy / beveiliging
Berichten/blog Mail /sms bij nieuw bericht, in overleg bepalen
Tot 8 mb upload
Reageren op berichten (ouders ook op elkaar)
Niet echt (no-‐ reply@digidu if
Ja
Ja
Komt…
Ja
ouders kunnen met elkaar communiceren
Alleen met eigen klas
Ja
Ja/mail/be llen
Ja, zelfs groepsover-‐ stijgend
Ja
Blog v.d. groepen Plannen oudergesprekke n
x
Ja
Ja
Ja
Ja – er wordt rekening gehouden met
x
Ja
In ontwikkeling Ja – er wordt rekening gehouden met
48 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
Ja-‐ouders kiezen zelf en moeten zelf rekening houden met
Ja-‐ouders plannen zelf
broertjes/zus jes
broers/zussen
Ja, agenda
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja
Ja, via bericht per mail. Je kunt alles al wel begin schooljaar klaarzette n X
Jaarkalender
Ja
Nieuwsbrieven
Ja 100% dekking i.v.m. eigen mailserver (via outlook >100 mailtjes = spam) Ja, Ja intakeformul ieren
Ja
Ja, via mail Ja, makkelijk! of tijdlijn Standaard templates voor tal van vragen
Niet echt duidelijk…
Ja + what’s app. Ja, gratis app.: youconnect
x
X
X
X
Ja
Komt
Komt binnen een paar weken
X Komt er wel aan!
Documenten x opslaan en delen
Ja, via groepen
Ja
Via Box.Net
Statistieken: zichtbaar wie wat heeft gelezen
Statistieke n: zichtbaar wie wat heeft gelezen
X
Ja, diverse mappen/rech ten per gebruiker Poll enquêtes afnemen
Ja! Je kunt bijv. je kind zo al ziek melden Tot 4 MB
Foto’s Foto’s uploaden Foto’s automatisch verkleinen Foto’s tegelijk uploaden Taggen m.b.t. vindbaarheid
x x
Ja n.v.t.
Ja 1/2
Ja Ja
Ja Ja
X X
x
ja
Ja
Ja
X
x
Zelf in te stellen
X
X
Opslag, aantal GB
x
n.v.t.
Ja, zo kun je snel bijv. luizenmoe ders verzamele n 1 GB fair use Pol.
Ja, in ontwikkeling X
5 GB
1 GB
4 MB document
Organiseren van activiteiten (samenwerking)
Sms dienst? App.? Apple, android, windows
Ja, evenemen ten-‐ planner Ja, via groepen
broers/zussen . Systeem plant in Ja
Elke ouder een platform 49
Afgesloten gedeelte (bijv. voor foto’s) Overig Ook te gebruiken voor klassenouder/ het team / MR gebruiken? Vertaalmogelijkh eden? Allochtone ouders Kosten
x
Ontwikkeling
Staan open constant voor ontwikkeling; forum voor leerkrachten komt eraan Met fb 50% x dekking, iedereen kan er iets opzetten – geen controle
Verschil met facebook
Kan, maar lastig (via groepen)
Ja
Kan beiden, zelf in te stellen
Alles intern
X
Ja, via groepen
Ja
Ja, documenten + reageren op elkaar
Ja, samenwerkingsgr oepen maken
Ja, met controle via de directeur
Ja (slecht Engels)
Ja, alle talen (wel gebrekkig)
NL en ENG
ENG-‐DUI-‐ FRA-‐NL
67 euro p/m
x
X – die bereik je dan toch niet €40 p/m
Eenmalig €250,-‐ (+training) €3,50 p/lln. p/j Staat open voor constante ontwikkeling
Eenmalig €400,-‐ (excl. training) €3,75 p/lln. p/j
Eenmalig €300,-‐ €3,05 p/lln. p/j
Schoudercom staat centraal maakt van alles 1
Bereikbaarheid ook via brieven voor ouders die nog niet digitaal participeren
Data blijft tot herfstvakantie. Zij zetten alles om. Blog blijft staan, de rest weg Website los van hen. Zij mailt nog een voorbeeld van hen i.c.m. een website van BasisOnline
Ja, functioneel gebruiker
App., openbaar gedeelte voor buitenaf, ELO Betere privacy
Aan het eind van het jaar
Berichten in archief
Blijft staan Groep in / oneindig Archief
Nieuwe EDEX, bestanden blijven wel staan
Het is wel gratis
Groeit naar vervanging website. Overblijfmod ule. Fotogalerij. App. en forum In 10 min. online!
Gratis account= reclame Licentie=g één reclame Vanaf januari koppeling met website
Voorkeuren: 1e Schoudercom 2e Maxclass 3e Basisschoolnet
50 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
Lln. portfolio/ELO Staan open voor ontwikkeli ng
Hij refereert aan Facebook voor communic atie 3.0. Want zij willen dit niet Jaaroverg ang met edex
Koppeling met overblijve n. En ouderbijdr age via Ideal.
4e Mijn schoolinfo Conclusie: Wij kiezen voor Schoudercom, omdat wij van mening zijn dat we dan kiezen voor één platform voor communicatie richting alle betrokken partijen bij de school. Het is praktisch, duidelijk en intuïtief. Schoudercom heeft een heldere visie op ouderbetrokkenheid én ouderparticipatie en dit is goed terug te zien in hun platform. Daarnaast is het een organisatie waarmee we in de toekomst kunnen groeien. Met Schoudercom bieden wij een podium aan alle ouders. (Optimus, 2012)
Bijlage 7 Formuleren onderzoeksvraag Tijdens de eerste vergadering met de stuurgroep waarbij de onderzoeksvraag is geformuleerd, waren vijf personen aanwezig, de directeur, één ouder en drie leerkrachten (waaronder ikzelf). Ik heb mezelf bij deze oefening als begeleider opgesteld, omdat het doel niet alleen was; te komen tot een onderzoeksvraag, maar ook om eigenaarschap te creëren. Ik had het gevoel dat ik dat het meest bij de overige deelnemers zou bereiken, als ik afzijdig bleef van de inhoud en uit hen liet komen wat zij in deze fase belangrijk vonden. De opdracht aan alle deelnemers was op dat moment gericht op de schoolbrede ambitie: “Basisschool De Zevensprong groeit uit naar een op ‘innovatiegerichte school’: school en ouders zien elkaar als partners in het proces van continue verbetering van de school. Ze voelen zich hier in dezelfde mate verantwoordelijk voor en spreken elkaar aan op deze verantwoordelijkheid.” De bedoeling was om samen tot een onderzoeksvraag te komen, die schoolbreed onderzocht kon worden. In het midden van de tafel lag een groot vel papier verdeeld in vier gelijke vlakken en een kleiner middenvak. De oefening werd doorlopen in vier stappen (Een foto van de ingevulde placemat is hieronder te vinden). 1. De eerste opdracht was: “Schrijf in je eigen vak vragen op, die in je opkomen, over hoe De Zevensprong van een ‘relatiegerichteschool’ door kan groeien naar een op ‘innovatiegerichte school’.” 2. In de tweede ronden lichtte iedere deelnemer toe wat hij/zij had opgeschreven. Hierdoor ontstond een dialoog waarin bleek dat iedereen nog steeds achter de ambitie stond. Daarnaast opende het ogen en was er sprake van nieuwe bewustwording, omdat ieder vanuit zijn eigen bril en expertise naar de ambitie en De Zevensprong keek. Zaken die voor leerkrachten heel gewoon zijn, zoals het binnenshuis houden van conflicten die je samen met kinderen oplost, zijn (met name de manier waarop je dit doet) voor ouder wiens kind niet direct bij het conflict betrokken is, onzichtbaar en roept daarom vragen op. 3. In de derde ronde is bepaald, welke vragen alle deelnemers gemeenschappelijk hadden. 4. In ronde 4 zijn de gemeenschappelijke hoofdvraag en deelvragen in het middenkader genoteerd. Dit leverden (letterlijk overgenomen) het volgende resultaat op: Hoofdvraag: • “Hoe stem je de informatie uitwisseling school – ouders goed op elkaar af?” Deelvragen: • “Wat voor info?” • “Wanneer?” • “Hoe zorg je dat de info-‐stroom op gang blijft/komt?” Met de stuurgroepleden die op dat moment aanwezig waren is afgesproken dat we op een later moment de vragen zouden aanscherpen. Deze vragen en manier van werken zijn via de notulen naar de overige stuurgroepleden gecommuniceerd. Zij hebben allen aangeven hier geen opmerkingen of vragen over te hebben. Twee weken na bovenstaande vergadering werd bekend dat de Pilot: “Iedere ouder een platform”, in samenwerking met Optimus, vervroegd gestart kon worden. Wegens tijdsdruk is per email en in persoonlijke gesprekken (buiten een officiële vergadering) met stuurgroepleden besloten, de reeds gevormde vragen om te zetten naar een onderzoeksvraag en deelvragen over Schoudercom (zie paragraaf 1.2 Probleemstelling). Op die
Elke ouder een platform 51
manier kon bij de rapportgesprekken iedere ouder ondervraagd worden over het gebruik van Schoudercom. Dit wordt in hoofdstuk 2 Methode uiteen gezet.
Bijlage 8 Werkwijze groepsinterviews Het team werd opgesplitst in drie, door willekeur gevormde groepjes van drie. Drie stuurgroepleden (allen leerkracht) waren de interviewers en de onderzoeker heeft bij iedereen meegekeken. Dit om het proces in de gaten te kunnen houden om achteraf feedback te kunnen geven. De ouders van de stuurgroep zijn over deze werkwijze vooraf via email geïnformeerd en hebben ingestemd met deze manier van dataverzameling. De groepsinterviews zijn in de volgende drie stappen verlopen: 1. Woordveld; Nadat was uitgelegd waar het gesprek over zou gaan en waarvoor het bedoeld is, zijn de leerkrachten gevraagd een woordveld te maken naar aanleiding van de vraag: “Schoudercom wordt echt zinvol als ik dit met ouders deel…” (deze sluit aan op deelvraag 1.) Hierdoor hebben de deelnemers tijd na te denken over het onderwerp, om beter voorbereid te zijn op het interview. 2. Betekenis verlenen; Nadat de interviewer had vastgesteld dat er geen nieuwe zaken meer bijkwamen, zijn leerkrachten uitgenodigd, om toelichting te geven op hetgeen zij opgeschreven hadden. Door middel van open vragen is geprobeerd meningen, opvattingen en emoties van de deelnemers te onderzoeken. Leerkrachten mochten op elkaar reageren, zolang ze bij het onderwerp bleven. 3. Afronding; Nadat de leerkrachten niets nieuws meer te melden hadden is het interview afgerond.
Bijlage 9 Kwalitatieve data bij enquête leerkrachten 6. Hieronder en op de achterkant kun je eventueel nog aanvullingen en/of opmerkingen kwijt: Groep 1/2 • 1) Organisatie? • 2) Informatie over opvoeden; kleine/simpele tips in de nieuwsbrief?! • 2) Al veel positieve reacties gehad:
52 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
• • • •
Groep 3 Groep 4
Groep 5 Groep 6 Groep 7 Groep 8
IB/Onderwijsassistente
*Schoudercom alg. *nieuwsbrief *blogs 1) (Bij 4a) Sommigen 1) (Bij 4b) In beperkte mate Alle 5 vragen zijn m.i. de moeite waard om met de ouders te delen! Ik zou bepaalde items wel willen delen maar krijg dat qua tijd/energie wrs. niet gerealiseerd. Of soms wel/soms niet: dus niet goed.
• • • •
• •
(Bij 4) misschien praktisch, weet het eigenlijk niet Hebben we hier genoeg tijd voor om het na schooltijd allemaal te doen Snelheid van het onder de knie krijgen (voor mij)! 1) IB ‘er: Ik ben benieuwd naar de praktische mogelijkheden van Schoudercom. Dat is er de laatste tijd niet van gekomen. Wellicht opent dat mijn ogen wat meer. 2) Foto’s indien toestemming 3) Onderwijsassistente: Foto’s en verhalen van overblijf, knutselclub, leeskanjerclub
Bijlage 10 Kwalitatieve data Schoudercom Onderzoek naar aanleiding van het invoeren van het communicatieplatform “Schoudercom” 19 en 20 november 2012 (Respectievelijk onder begeleiding van Coos en Wim) Tips, ideeën en opmerkingen (letterlijk overgenomen, kleur en cursief geeft reactie op vorige mening/vraag aan) • Kan ik v. alle groepen info lezen? è alleen eigen klas • gr 7 krijgt al info = erg prettig helemaal mee eens!! = super! Heel blij mee!!! • Pas op voor overdosis info è niet te veel briefjes è kan dit niet per mail? ê De brieven ervaar ik juist als perfect • Kan ik bij een forum mijn vragen kwijt? • Komt het huiswerk + pw (red. proefwerk) erop zoals Magister (Bovenbouw) è goed idee !! Prima idee !! • Oefeningen downloaden via internet • Studiebegeleiding voor ouders ter ondersteuning • Ouderbetrokkenheid liever ’s avonds • Krijg je een notificatie wanneer er iets geplaatst is? Of vast moment è aan + uit te zetten? Op een selectie? è niet alles op een inbox posten • Facebook?? Jullie zijn al op Twitter, maar op fb misschien meer mogelijkheden? • Waarom altijd zo laat uit de klas? • Prima initiatief, persoonlijk dossier kind wel privé houden en gesprek tussen docent + ouder blijven houden • Goede communicatie héél belangrijk JA! • Bij overblijven geen snoep mee en erop toezien • Communicatiemiddel waar alle info beschikbaar is, zodat je niet op verschillende plekken hoeft te zoeken. Schoudercom? • Probeer als ouder digitaal bij te blijven i.v.m. brugklas • Internetforum voor ouders • Boemerang & andere berichten per mail • Links naar opvoed/hulp bij min. (red. minimum) inkomen etc. • Geen foto’s kinderen openlijk toegankelijk
Elke ouder een platform 53
•
Maandelijks nieuwsbrief waarin staat wat er in de groep aan les/thema wordt behandeld. Overigens is het voortreffelijk als er een advies aan ouders hoe thuis geoefend kan worden!
Opmerkingen niet gericht op Schoudercom: • Studiebegeleiding voor ouders ter ondersteuning • Ouderbetrokkenheid liever ’s avonds • Waarom altijd zo laat uit de klas? • Bij overblijven geen snoep mee en erop toezien • Facebook?? Jullie zijn al op Twitter, maar op fb misschien meer mogelijkheden? • gesprek tussen docent + ouder blijven houden • Probeer als ouder digitaal bij te blijven i.v.m. brugklas • Goede communicatie héél belangrijk JA!
Bijlage 11 Kwalitatieve data groepsinterviews leerkrachten Wim Verslag van een gespreksgroep op studiedag 21-‐11-‐2012 Adrie, Pieter en Leo Er was sprake van een actief betrokken proces. De groep vond het lastig om zonder verdere kennis van schoudercom.nl de meerwaarde te benoemen. Er kwamen toch vragen naar boven als; is het afgeschermd, kunnen ook ouders zelf berichten posten, kunnen er ook kinderen op e.d. We hebben geprobeerd deze vragen te parkeren en vooral te benoemen wat ons van belang leek voor de inhoud. Concluderend hieruit: - Eensgezind over meerwaarde van delen informatie van wat in de klas gebeurt met ouders. (inhoudelijk, maar ook praktische zaken) - Handig voor mail, boemerang, jaarkalender en agenda - Inhoudelijke informatie over vakken met bijv. links - Ondersteuning bij ouderparticipatie - Uniforme klasseninformatie kan per groep blijven staan, net als een schoolgids voor de hele school. Alleen nieuwe zaken aanpassen. 1x investeren om er goed op te zetten. Denk bijvoorbeeld ook aan tussendoelen. Wat moet een kind kunnen in een bepaald leerjaar. - Wijze van informatie is per bouw/leerjaar mogelijk verschillend. Verder: - Mag er verschil zijn tussen leerkrachten? - Schooloudercom.nl moet niet pamperend zijn, maar activerend. Er leiden verschillende wegen naar te bereiken doel. Janneke Verslag groepsinterview Schoudercom Brigtitte, Dionne, Trudy
54 Eindrapportage Basisschool De Zevensprong
Uit ons gesprek kwam vooral naar voren dat iedereen het belang en vooral het gemak van Schoudercom inzag. Veel van wat je nu mondeling/ via briefjes communiceert, kan dan op de website van Schoudercom worden geplaatst. We denken aan: -‐ praktische informatie over de groep (uitstapjes, projecten, rooster/ planningen, etc.) -‐ informatie over de lesstof/ projecten/ thema’s/ geplande toetsen/het opgegeven huiswerk, etc. -‐ blog: soort verslag van leuke gebeurtenissen/ activiteiten in de klas -‐ Tips voor boeken/ websites/ museum, etc. dat aansluit bij lesstof/ projecten waar ouders thuis mee aan de slag zouden kunnen -‐ ideeënbus/ forum waarop ouders met elkaar in gesprek kunnen/ ideeën kunnen posten -‐ Meer info over overblijven (regels, verloop, medewerkers, gebeurtenissen, etc. Maar ook het aanmelden/ afmelden van kinderen voor overblijf zou misschien via Schoudercom kunnen gaan? Bauke Verslag groepsinterview Schoudercom Coos, Mariëtte, Wilma Mariëtte, Wilma en Coos zijn op zich wel enthousiast en hebben genoeg ideeën, maar ze zijn ook ietwat terughoudend. Het belangrijkste wat in ons gesprek naar voren kwam was de factor tijd. Wanneer doe je dat en hoeveel tijd kost het? Ideeën moeten maakbaar en uitvoerbaar zijn. Ideeën voor ‘stukjes’/berichten op Schoudercom: Mariëtte: • Sfeer in de klas • Huiswerkattitude – belang van zelfstandig werken en eigen verantwoordelijkheid • Voortgezet onderwijs – zelfstandigheid, vertrouwen in jezelf • Het lezen Wilma • Thema’s waar we mee werken • Specifieke onderdelen van de vakken; deze woorden komen aan bod bij woordenschat, we beginnen met de tafel van 5 bij rekenen, etc. • Spullen meenemen van thuis (bijv. voor de thematafel) • Wetenswaardigheden vanuit de kinderen. Coos • Ontwikkeling op het gebied van zorg; passend onderwijs en de praktische invulling daarvan. • Inhoud van de zorg; toetsing, processen, opbrengstgericht werken…
Elke ouder een platform 55