1
SCHOOLGIDS
Basisschool de Zevensprong
Haktol 1, 5683 LL Best Tel.: 0499-330475
Burg. Notermansstraat 29, 5683 MA Tel. : 0499-392960
e-mail:
[email protected]
2
-
Een woord vooraf
Deze schoolgids heeft als doel u inzicht te geven in de wijze waarop het onderwijs op basisschool de Zevensprong is ingericht en georganiseerd en tevens geeft hij inzicht in allerlei praktische zaken, die voor U van belang kunnen zijn. De gids geeft duidelijk aan waar de school voor staat en is besproken met de medezeggenschapsraad van de school. Het is de bedoeling dat de inhoud ervan elk jaar wordt aangepast aan de actuele situatie en indien nodig verbeterd. Uw inbreng is daarbij van harte welkom. De gids is bestemd voor de ouders van de kinderen die al op school zitten, maar ook voor alle andere belangstellenden. Mocht deze gids vragen oproepen of wilt U meer weten, dan is de directie altijd bereid U nadere informatie te geven. De gids geeft informatie over het onderwijs, de zorg voor de kinderen, de resultaten van ons onderwijs en de opdracht van de school. Daar vertellen we graag over, omdat we vinden dat goed geïnformeerde ouders een positieve invloed kunnen hebben op het naar school gaan van hun kinderen. Als deze gids daaraan een bijdrage levert is de uitgave van de schoolgids gerechtvaardigd.
Namens het schoolteam,
Mw. P. Timmermans, directeur
3
Een woord vooraf namens de algemene directie
Beste ouders/verzorgers, Voor u ligt de schoolgids van bs de Zevensprong, een van de acht scholen die valt onder de stichting Best Onderwijs. De scholen worden door het bestuur uitdrukkelijk uitgenodigd hun eigen identiteit te waarborgen en zich te onderscheiden van collega-scholen. De scholen hebben een grote mate van vrijheid met betrekking tot de wijze waarop zij hun onderwijs inrichten. Het bestuur vertrouwt op de ‘eigen kracht’ van de school en het beleidsvoerend vermogen van de directie. Het beleid van de school wordt vastgelegd in een school-/ meerjaren ontwikkelingsplan. De school legt verantwoording af aan het College van Bestuur over de resultaten van de doelstellingen. In deze schoolgids kunt u lezen waar de school voor staat en hoe zij haar onderwijs wil inrichten. Alle scholen werken vanuit een stichtingsbreed vastgesteld algemeen kader. Binnen dit kader legt elke school haar accenten. Cultuurverschillen tussen scholen mogen bestaan en geven u als ouders meer mogelijkheden om de school te kiezen die het beste past bij de onderwijsbehoefte van uw zoon of dochter. Van de school van uw kind mag u verwachten dat zij u informeert over de beleidskeuzes die de school maakt en dat zij de grenzen van haar mogelijkheden aangeeft. U kunt met de school in gesprek gaan over uw verwachtingen om zo tot afstemming te komen. Samen heeft u een doel: "De ontwikkeling van uw kind." Het bestuur verwacht van de school dat men met u in gesprek blijft om afstemming te bereiken tussen uw verwachtingen en de mogelijkheden van de school. We hopen dat de school, samen met u, een stimulerende omgeving voor uw kind kan bieden en aan de wederzijdse verwachtingen voldaan kan worden. College van Bestuur van de stichting Best Onderwijs, Marianne Brugge Eduard Leenders
4
FORMULIER “Instemming met schoolgids 2014 – 2015”
School:
Basisschool de Zevensprong
Adres:
Haktol 1
Postcode/plaats:
5683 LL Best
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
VERKLARING Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met de Schoolgids 2014-2015.
Namens de Medezeggenschapsraad,
Plaats:
Best
Datum:
___________________________________
Handtekening: ___________________________________
Functie:
___________________________________
5
FORMULIER "Vaststelling Schoolgids 2014 - 2015”
School:
Basisschool de Zevensprong
Adres:
Haktol 1
Postcode/plaats:
5683 LL Best
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
VASTSTELLING Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft de Schoolgids 2014 - 2015 van deze school vastgesteld.
Namens het bevoegd gezag,
Plaats,
Best
Datum:
_____________________________________
Handtekening :
_____________________________________
Naam:
Dhr. E. Leenders
Functie:
Algemeen directeur Stichting Best Onderwijs
6
HOOFDSTUK 1: DE SCHOOL 1.1 Schoolgegevens en richting 1.2 Directie 1.3 Het bevoegd gezag: Stichting Best Onderwijs 1.4 Situering van de school 1.4.1 Schoolgrootte
Blz. 8 Blz. 8 Blz. 8 Blz. 9 Blz. 9
HOOFDSTUK 2: WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1 Missie van de Zevensprong 2.2 Visie van de Zevensprong 2.3 Opdracht, uitgangspunten en prioriteiten
Blz. 10 Blz. 10 Blz. 11
HOOFDSTUK 3: DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 3.1 Overlegstructuur 3.1.1 Omgeving 3.1.2 Leerkracht 3.1.3 De samenstelling van het team 3.2 Plaatsing van leerlingen 3.2.1 Sociaal emotionele ontwikkeling 3.2.2 Computergebruik 3.2.3 Creatieve ontwikkeling 3.2.4 Kunstzinnige vorming 3.3 Activiteiten in de groepen 1 en 2 3.4 Hoe wordt gewerkt in de groepen 3 t/m 8 3.5 Overige activiteiten 3.6 Sport en bewegen 3.7 Korein Kinderplein 3.8 Overblijven 3.9 Schoolverzekering voor leerlingen 3.10 Peuterspeelzaal Bam Bam
Blz. 14 Blz.14 Blz. 14 Blz. 15 Blz. 15 Blz. 15 Blz. 15 Blz. 16 Blz. 16 Blz. 16 Blz. 17 Blz. 17 Blz. 18 Blz. 18 Blz. 19 Blz. 20 Blz. 20
HOOFDSTUK 4: ZORG VOOR DE LEERLINGEN 4.1 De opvang van nieuwe leerlingen in de school 4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school 4.3. Speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften 4.3.1 Leerlingen met leer- en/of gedragsproblemen 4.3.2 Hoogbegaafde leerlingen 4.4 Het Intern Zorg Advies Team 4.4.1 Het zorg Advies Team (extern) 4.4.2 Beste Betsy geeft antwoord op al je vragen 4.4.3 Waar vind je Beste Betsy 4.4.4 Orthopedagoge 4.4.5 Jeugdgezondheidszorg, een gezonde keuze voor alle leerlingen 4.5 Overgang leerlingen naar VO
Blz. 22 Blz. 22 Blz. 23 Blz. 23 Blz. 24 Blz. 24 Blz. 24 Blz. 25 Blz. 25 Blz. 26 Blz. 27 Blz. 28
7
HOOFDSTUK 5: HET SCHOOLPERSONEEL 5.1 Het personeel op onze school 5.2 Bapo (Bevordering ArbeidsParticipatie Ouderen) 5.3 Scholing
Blz. 29 Blz. 29 Blz. 30
HOOFDSTUK 6: DE OUDERS 6.1 Het belang van de betrokkenheid van ouders 6.2 Informatievoorziening 6.3 Medezeggenschap 6.4 Ouderraad 6.5 Stichting “Leergeld” BEST
Blz. 31 Blz. 31 Blz. 32 Blz. 32 Blz. 32
HOOFDSTUK 7: SCHOOLONTWIKKELING EN KWALITEITSZORG 7.1 Het benutten van materiële en personele faciliteiten 7.1.1 Het gebruik van goede methoden 7.2 Gebruik maken van de mogelijkheden tot samenwerking 7.2.1 Weer Samen Naar School 7.3 Kwaliteitszorg 7.3.1 Systematische bewaking van de kwaliteit van het onderwijs
Blz. 33 Blz. 33 Blz. 33 Blz. 33 Blz. 34 Blz. 34
HOOFDSTUK 8: DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS 8.1 De resultaten gedurende en aan het einde van de schoolperiode 8.2 Uitstroomgegevens naar het voortgezet onderwijs
Blz. 36 Blz. 36
HOOFDSTUK 9: REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN 9.1 Schooltijden 9.2 Vakanties en vrije dagen 9.3 Maatregelen ter voorkoming van schoolverzuim 9.4 Regels in geval van schoolverzuim 9.5 Verlof i.v.m. andere omstandigheden 9.6 Regels voor extra vakantieverlof
Blz. 37 Blz. 37 Blz. 37 Blz. 38 Blz. 38 Blz. 38
HOOFDSTUK 10: BELANGRIJKE REGELINGEN 10.1 Schorsing en verwijdering van leerlingen 10.2 Afspraken betreffende de overstap van leerlingen naar andere scholen 10.2.1 Afspraken bij verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs 10.2.2 Afspraken bij de overstap naar een andere basisschool 10.2.3 Afspraken bij een tussentijdse overstap 10.3 Klachten en problemen: de weg naar een oplossing 10.3.1 Interne contactpersoon /externe contactpersoon 10.3.2 Onafhankelijke klachtencommissie 10.4 Sponsoring, giften en donaties
Blz. 39 Blz. 39 Blz. 39 Blz. 39 Blz. 39 Blz. 39 Blz. 39 Blz. 40 Blz. 40
HOOFDSTUK 11: ENKELE BELANGRIJKE NAMEN EN ADRESSEN
Blz. 41
8
HOOFDSTUK 1: DE SCHOOL
1.1
Schoolgegevens en richting Naam: Basisschool de Zevensprong Adres: Haktol 1, 5683 LL Best/ Burg. Notermansstraat 29, 5683 MA, Tel.: 0499-330475 / 0499-392960 E-mail:
[email protected] De richting van onze school noemt men: Algemeen Bijzonder. Wij horen bij Stichting Best Onderwijs. We zijn een school die niet gebonden is aan een specifieke levensbeschouwing of geloofsovertuiging.
1.2
Directie Directeur: Mw. P. Timmermans De directeur is de eerst verantwoordelijke voor onderwijskundige- en organisatorische gang van zaken op school.
1.3
Het bevoegd gezag: Stichting Best Onderwijs Onder het bestuur vallen 4 katholieke scholen, 1 protestants christelijke school en 3 algemeen bijzondere scholen. De scholen vormen autonome eenheden. Samen geven we vorm aan: “Zoveel mogelijk kinderen in Best naar school”. Visie en missie
De visie die de stichting Best Onderwijs heeft op kwalitatief hoogwaardig en betekenisvol onderwijs aan de kinderen in Best, is gebaseerd op een aantal fundamenten. Deze fundamenten vormen de basis van waaruit binnen de stichting naar de kinderen en het onderwijs gekeken wordt.
Deze fundamenten zijn; onze identiteit; ons streven naar succes; de wereld van het kind; ons onderwijs; de rol van de ouders in het onderwijsproces; de betrokkenheid met onze omgeving; het handelen van de leerkracht; de cultuur waarin we samenwerken. Het bestuurskantoor van Stichting Best Onderwijs is gevestigd op: Industrieweg 116, 5683 CG Best Postadres: Postbus 275, 5680 AG Best Tel.: 0499-376120 E-mail:
[email protected] Website: www.stichtingbestonderwijs.nl De scholen die onder het bevoegd gezag van Stichting Best Onderwijs vallen zijn:
9
Bs. De Zevensprong, Bs. Sint Antonius, Bs. De Klimboom, Bs. De Schakel, Bs. De Paersacker, Bs. Wilhelmina, Bs. Heydonk, Bs. Sint Bernardus 1.4
Situering van de school. Het hoofdgebouw van onze school ligt in de wijk Speelheide. Alle straten in deze wijk hebben een naam van een kinderspelletje. Daarnaast is er een tweede locatie aan de Burgemeester Notermansstraat in de wijk De Leeuwerik. Op deze locatie zijn in dit schooljaar 2014-2015, 3 groepen geplaatst, een gemengde groep 1/2, een groep 3, en een groep 4. Sinds november 2005 biedt deze locatie ook plaats aan peuterspeelzaal Bam Bam en kinderdagopvang Korein.
1.4.1 Schoolgrootte De Zevensprong telt op 1 oktober 2014 (officiële teldatum) 263 leerlingen. Op basis van deze telling is het aantal personeelsleden van de school voor het schooljaar 2014/2015 vastgesteld. We werken in de groepen 1 t/m 8 zowel met homogene als heterogene (combinatie-) groepen. Bij de kleuters (verdeeld over 2 groepen) betekent dat 4 t/m 6 jarige kinderen in dezelfde groep zitten, er is een homogene groep 3, een homogene groep 4, een homogene groep 5, een heterogene groep 5/6, een homogene groep 6, een homogene groep 7, een heterogene groep 7/8 en een homogene groep 8. De leerlingen van de groepen 1 en 2 zitten bewust gemengd. De jongste leerlingen leren gemakkelijk van de oudsten. Samenwerken en je kennis delen met leeftijdgenoten gaat dan vanzelf. We kiezen er niet voor om deze vorm van gecombineerde groepen voort te zetten, maar de aantallen leerlingen per leeftijdsgroep dwingt ons om de leerlingen te combineren met leerlingen van een naastliggende leeftijdsgroep. Intelligentie is geen motief voor keuze om een leerling in een gecombineerde groep te zetten. Voor het welbevinden van de leerlingen is het van belang dat ze om kunnen gaan met uitgestelde aandacht, zelfstandig een goede oplossing kunnen vinden als de leerkracht even niet beschikbaar is. In enkelvoudige groepen zitten ook leerlingen met verschillende niveaus. Omdat we recht willen doen aan de verschillen tussen leerlingen en zoveel mogelijk willen aansluiten bij de ontwikkeling van het kind, maken wij gebruik van verschillende niveaus van instructie en verwerking.
10
HOOFDSTUK 2: WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT
2.1
Missie van de Zevensprong SAMEN LEREN LEREN Op de Zevensprong willen we leren van en met elkaar. De leerkracht zorgt voor de kernactiviteiten en begeleidt het beoogde ontwikkelings- en leerproces. Op de Zevensprong creëren we voor iedereen de ruimte om zijn talenten te ontdekken en met behulp van basiskennis zich optimaal te ontwikkelen.
2.2
Visie van de Zevensprong Kindgericht We willen het kind echt leren kennen en waarderen om wie het is, zodat het kind zich met zelfvertrouwen optimaal kan ontwikkelen. Acceptatie van het kind met zijn mogelijkheden en onmogelijkheden. We bieden een vertrouwde omgeving van waaruit ze de echte wereld kunnen leren kennen en ontdekken. We volgen de leerlingen en passen instructie, leerstof en materialen kindgericht aan, aan het niveau dat de leerling nodig heeft. Ook wordt er gekeken en gehandeld naar de onderwijsbehoefte die het kind heeft. We stellen ons daarbij steeds de vraag: “op welke manier komt dit kind het beste tot leren?”. Samenwerken Als school gebruiken wij werkvormen om kinderen samen te leren werken, om ze ervaringen op te laten doen, om ze te leren welke rol ze hebben binnen de samenwerking en hoe ze daarmee om moeten gaan. Tevens leren wij het kind verantwoordelijkheid nemen en te geven. Tijdens dit proces zetten wij hulpmiddelen in die we allemaal in de klas hebben. Het stoplicht is hier een voorbeeld van. Door interactie tijdens de lessen en persoonlijke gesprekjes creëren we bij de kinderen een bewustwordingsproces richting het eigen handelen. Ook de methode voor sociaal emotionele ontwikkeling Fides wordt ingezet om dit bewustwordingsproces te beïnvloeden. We herkennen en erkennen elkaars kwaliteiten en tekortkomingen. Als collega’s werken we samen om de gestelde doelen te bereiken. Dit zien we terug in het clusteren. Leerkrachten van de parallelgroepen moeten immers met elkaar in overleg wanneer een kind naar een andere niveaugroep geplaatst zou kunnen/ moeten worden of wanneer er wat gedrag betreft speciale zaken opvallen. Tijdens het clusteren heb je als groepsleerkracht namelijk ook kinderen van je collega in je groep waar jij op dat moment verantwoordelijk voor bent. Met de ouders gaan we samen op weg om een optimale ontwikkeling van hun kind te bewerkstelligen. Zelfstandigheid We vinden het belangrijk dat de leerling verantwoordelijk kan zijn voor zijn/ haar eigen handelen, oplossingsstrategieën kan bedenken en verantwoordelijkheid kan nemen voor zijn/ haar eigen omgeving. De leerkracht heeft een begeleidende rol om de leerlingen goede keuzes te laten maken.
11
Respect Op de Zevensprong houden we rekening met elkaar en blijven we met elkaar in gesprek. In alle openheid communiceren we met elkaar. We werken aan zelfvertrouwen en daarnaast zijn wij verantwoordelijk voor onze omgeving. Wij gaan hier zorgvuldig mee om. Vernieuwend We leren kinderen omgaan met de steeds veranderende maatschappij. We volgen de ontwikkelingen en wegen af in welke mate we de vernieuwingen volgen. Aansluiten bij technologie, de veranderende leerstijl van de kinderen en vraag van de maatschappij. Zo beraden wij ons het komend jaar op de mogelijkheden van de inzet van tablets in het onderwijs. Leren De omgeving van de kinderen verandert. Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van moderne technieken, ook in de thuisomgeving van het kind. Dit betekent voor ons onderwijs dat wij ze moeten leren omgaan met die veranderende maatschappij en de steeds vernieuwende technieken. We halen op school en in de lessen, met één druk op de knop de hele wereld binnen met beeld en geluid. We maken gebruik van digitale borden. De leerling van nu groeit op in deze moderne wereld. Contacten via internet zijn voortaan snel gelegd. Toch vinden we het belangrijk dat kinderen ook in staat blijven om persoonlijk contacten te maken en te onderhouden. Dit vormt een belangrijk deel van de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerling. Een basis die een leven lang meegaat. In schooljaar 2012-2013 is er een ontwikkeling m.b.t. visiegericht handelen in gang gezet. Er wordt gekeken naar de visie en we stellen ons de vraag: past wat wij doen bij de visie van de school? Komt ons handelen overeen met wat we in de visie hebben staan? Dit komt terug in POP-gesprekken (gesprek over Persoonlijk Ontwikkel Plan) met de directeur en in onderwerpen die aan bod komen in de diverse overleggen die er zijn. Zo spreken we bijvoorbeeld over Passend Onderwijs en hoe dat in verhouding staat met de gemaakte afspraken binnen onze visie. We willen onze kinderen een zelfstandige werkhouding aanleren, we willen dat onze kinderen respect hebben voor elkaar. Lukt ons dat bij alle kinderen? En wat doen we wanneer we merken dat het minder makkelijk gaat? Dat is een interessant proces waarbij we veel (van elkaar) leren. Het blijkt heel verhelderend om dit te doen. Samen komen we tot afspraken die we in de praktijk terug kunnen voeren naar de inhoud van de visie. 2.3
Opdracht, uitgangspunten en prioriteiten De leerlinggebonden financiering, voor u beter bekent als het rugzakje, verdwijnt echter per 1 augustus 2014. De school krijgt dan geen extra geld meer om deze kinderen andere, specialistische zorg te bieden. Er ligt een grote opdracht voor het basisonderwijs dat Passend Onderwijs heet. Het is hierbij de bedoeling dat wij als basisscholen alle kinderen (ondanks het feit dat er uitzonderingen zijn) onderwijs bieden. Natuurlijk is dat ook de wens van ons als school. Wij zullen ons daarentegen ook goed gaan beraden op wat we wel en niet kunnen. Eerlijk zijn in onze (on)mogelijkheden is een vereiste en een goed begin. Wij zullen ons immers moeten verantwoorden en willen dat goed kunnen doen. Wat verderop verwijs ik naar hetzelfde en komt het terug onder de noemer “prioriteiten stellen”. De nieuwe Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) geeft aan dat de inspecteur aan zal
12
sluiten op de schoolzelfevaluatie van de school. Dit houdt in dat de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs en voor het kwaliteitsbeleid helemaal bij de scholen komt te liggen. De school heeft vanuit bovenstaande wet- en regelgeving de opdracht om de kinderen te begeleiden op het gebied van het verwerven van kennis, zodat ze met succes deel kunnen nemen aan een vorm van voortgezet onderwijs, welke aansluit bij de mogelijkheden van het individuele kind. Daarnaast heeft de school een belangrijke opdracht in het bijbrengen van normen en waarden zodat het kind als een volwaardig lid respect kan deelnemen aan onze multiculturele samenleving. Naast en samen met de ouders heeft de school een belangrijke pedagogische opdracht. Hierin nemen begrip, respect en waardering voor andere levensstijlen, religies en respect culturen een belangrijke plaats in. Veel aandacht dient te worden geschonken aan de zorg voor de individuele leerling. Deze zorg is er op gericht om leerlingen zoveel mogelijk binnen het reguliere basisonderwijs in hun eigen omgeving adequate hulp te bieden. Dit impliceert dat onze school ernaar streeft zo min mogelijk leerlingen te verwijzen naar een school voor speciaal basisonderwijs. Gelet op de brede opdracht waar de basisschool voor staat, dient de school prioriteiten te stellen. Het onderwijsprogramma van onze school is gericht op het nastreven van de einddoelen van het basisonderwijs (kerndoelen), in relatie tot de leerbehoeften en de belangstelling van het kind. Onze primaire aandacht gaat uit naar de basisvaardigheden taal, rekenen & wiskunde en begrijpend lezen, zonder de andere vormingsgebieden te verwaarlozen. Clusteren: Om in te kunnen spelen op de individuele leerbehoeften van onze leerlingen vinden we dat goed klassenmanagement onontbeerlijk is. Om groepsleerkrachten hierbij te ondersteunen denken we een manier gevonden te hebben met het clusteren. Sinds schooljaar 2011-2012 zijn we hier mee gestart. Clusteren houdt in dat we de parallelgroepen, of de groepen die op elkaar aansluiten, samen laten werken. Om een schooljaar te kunnen starten wordt van alle kinderen aan het einde van het schooljaar bekeken op welk niveau zij presteren bij de volgende vakgebieden: rekenen, spelling en begrijpend lezen. Dat wordt gedaan aan de hand van de prestaties van het hele jaar maar ook aan de hand van de resultaten die de kinderen hebben laten zien op de laatst gemaakte CITO toetsen. De kinderen worden in drie groepen verdeeld; de extra groep, de basisgroep en de plusgroep. Zij kunnen na een aantal methode gebonden toets rondes òf doorstromen naar een hoger niveau òf teruggezet worden naar een lager niveau. Elk niveau vraagt een eigen wijze van ontvangen van instructie. Omdat niet alle kinderen hetzelfde zijn en op dezelfde manier tot leren komen wordt er ook gekeken naar de onderwijsbehoefte van een kind. Middels de één-zorg route worden er groepsplannen
13
gemaakt waarin genoteerd staat op welke manier je als leerkracht een kind juist wel of juist niet moet instrueren. We maken hierbij ook gebruik van een onderwijsassistente. Het clusteren werd in schooljaar 2010-2011 gestart in de groepen 5 vanaf de maand april. In schooljaar 2011-2012 hebben we dat voortgezet in de groepen 6 t/m 8. In schooljaar 2012-2013 deden de groepen 3 en 4 ook mee. De evaluatie intern en de resultaten gaven beide een positieve uitslag op deze ingeslagen weg. De praktijkervaring heeft ons zogenoemde kinderziektes doen herkennen waardoor we het nieuwe schooljaar nog beter aan de slag kunnen. Het werd schooljaar 2013-2014 dan ook gecontinueerd in de groepen 3 t/m 8. Inmiddels zijn we gewend aan de manier van werken en kunnen we steeds meer de puntjes op de i zetten. Zo hebben we een toets protocol gemaakt waarin we afspraken op welke manier, bij wie we wanneer adaptief toetsen. (Dat is een toets afnemen op een manier die bij een kind apst maar ook die passend is bij het ontwikkelniveau van het kind) Dit zorgt ervoor dat we op één lijn handelen waardoor resultaten ook meer betrouwbaar en passend zijn. Omdat we nu voor het derde jaar werkzaam zijn met het clusteren zijn er ook plusplusgroepen en extra-extra groepen ontstaan. Deze kinderen krijgen onderwijs op hun niveau. De praktijk In de praktijk houdt dit in dat kinderen ’s morgens in hun eigen groep beginnen. Bij de vakken spelling, rekenen en (aanvankelijk-en technisch) lezen, gaan de kinderen naar hun, door de groepsleerkrachten samengesteld, werkgroepje. Daar krijgen ze instructie van de groepsleerkracht waarna ze deze informatie gaan verwerken al dan niet met een groepsleerkracht of onderwijsassistente of ondersteuner. Binnen dit kader vinden we het belangrijk dat leerlingen in toenemende mate verantwoordelijk worden voor hun eigen leerproces. Onze leerlingenzorg is gericht op een tijdige signalering van problemen door de leerkracht, gevolgd - indien nodig - door een extra intensieve instructie, of verplaatsen naar een ander werkgroepje. Ofschoon onze school ernaar streeft om zo min mogelijk leerlingen te verwijzen, zijn er grenzen aan de zorg die we als school kunnen bieden. Om goed onderwijs te kunnen realiseren is een prettig schoolklimaat erg belangrijk. Wij werken er voortdurend aan om op school rekening te houden met elkaar. Samenwerken in een sfeer van veiligheid, orde, rust en respect voor elkaar is ons uitgangspunt. Op onze school besteden we daarom veel aandacht aan vieringen en andere festiviteiten. Tenslotte vinden we als school dat we voortdurend oog moeten hebben voor de kwaliteit van ons onderwijs. Een systematische aanpak moet ons in staat stellen om het onderwijs op onze school verder tot ontwikkeling te brengen. Ook deze systematische aanpak is steeds in ontwikkeling. In schooljaar 2012-2013 hebben we een toets protocol gemaakt. Dit protocol maakt duidelijk hoe we moeten kijken naar gegevens in combinatie met de werkhouding van een kind, zijn/ haar geestelijke gesteldheid (welbevinden) om zodoende te kunnen komen tot een verantwoorde beslissing m.b.t. de afname van een volgende toets. Dit stelt ons in staat het juiste te toetsen waardoor we verantwoorde gegevens krijgen van de ontwikkeling van een kind. Het eerder gemaakte dyslexieprotocol (maar ook in schooljaar 2012-2013) is een ander voorbeeld waarbij er op dezelfde manier gewerkt wordt maar dan gerelateerd aan de leesontwikkeling van een kind.
14
HOOFDSTUK 3: DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 3.1
Overlegstructuur De leerkrachten van de samenwerkende groepen hebben wekelijks contact met elkaar tijdens de cluster overleggen. De groepen die clusters vormen zijn: groepen 1/2, groepen 3 en 4, groepen 5 en 6, en groepen 7 en 8. Door het ontstaan van de plus-plusgroepen wordt er in een aantal gevallen ook leerjaar overstijgend gewerkt. Zo rekenen kinderen uit groep 3 met stof van leerjaar 4 en een groep 5 leerling rekent bij groep 6. Ook zijn er kinderen die een leerjaar lager rekenen maar die blijven dan wel in hun eigen groep omdat het leeftijdsverschil dan een grotere rol speelt. Tijdens deze cluster overleggen worden zaken m.b.t. de leerstof besproken, maar ook worden er regelmatig gesprekken gevoerd over leerlingen. Eens per maand is er een bouwvergadering waar de groepen bij elkaar zitten om klas overstijgende zaken te bespreken. De vergaderstructuur wordt aangevuld met eens per 4 weken een teamvergadering. Daar wordt over zaken gesproken die de hele school aangaan, zoals: aanschaf van nieuwe methoden, evaluaties van activiteiten, plannen van nieuwe gebeurtenissen, kinderen met problemen op leer- en/of gedragsgebied (Weer Samen Naar School), enz. Tijdens de studiemiddagen wordt er school overstijgend gesproken over zaken zoals de visie van de school, handelen in de praktijk, passend onderwijs etc.
3.1.1
Omgeving: Een omgeving waarin kinderen ervaringen op kunnen doen, gebruik makend van thema’s, zodat kinderen een rol hierin kunnen ervaren, vinden wij van belang. In schooljaar 20122013 is dit punt opgepakt bij de groepen 1 en 2. Vanuit de POP-gesprekken bleek dat er behoefte was aan het ontwikkelingsgericht werken. Kinderen een grotere verantwoordelijkheid geven in hun eigen ontwikkeling maar ook in hun leeromgeving zijn een paar voorbeelden van dingen die we in praktijk hebben gebracht. De 5 pijlers van de visie zijn hierin steeds leidend geweest. In schooljaar 2013-2014 is dit punt verder doorontwikkeld. Zo hebben de groepsleerkrachten van de groepen 1 en 2 het clusteren onderling opgepakt en zijn dit vorm aan het geven. Daarnaast heeft één leerkrachtkoppel veel tijd en energie gestoken in het samen met de kinderen, vorm te geven van de hoeken in de groep. Doel was om de kinderen meer te betrekken bij de omgeving (passende en stimulerende leeromgeving maken), verantwoording te geven voor de klas en de spullen erin, kinderen verbanden te leren leggen, samen te werken, te luisteren naar elkaars ideeën en oog en oor hebben voor de verschillen onderling. Hierbij speelden de vijf kernwoorden van de visie een duidelijke rol. Deze woorden hangen ook zichtbaar in het lokaal. In de kleutergroep op de andere locatie (daar zat maar 1 groep) is er aan de vijf pijlers gewerkt door peuters vanuit de peuterspeelzaal te ontvangen op gezette tijden waarbij bij de kleuters een beroep gedaan wordt op hun vermogen om: Samen te werken, een ander te helpen, te luisteren naar elkaar, oog en oor te hebben voor elkaars verschillen etc. We zorgen ervoor dat leerlingen samen kunnen werken en ervaringen kunnen delen. We geven korte instructie aan de leerlingen en proberen geluid en beeld bij elkaar te brengen. Leren van elkaar, enerzijds om te laten zien dat je kennis hebt verworven en dit kunt delen, anderzijds de mogelijkheid om contacten te hebben met verschillende kinderen. Aandacht voor interactie en communicatie.
3.1.2
Leerkracht: De leerkracht zorgt voor de kernactiviteiten en begeleidt het beoogde ontwikkelings- en leerproces. Hij zorgt voor een veilige omgeving, stelt doelen, begeleidt leerlingen tijdens het proces en kijkt terug op het eigen handelen en de activiteiten van de leerlingen.
15
Hierdoor willen we de leerling bewust maken van het eigen handelen. Kernwoorden zijn dan: betrokkenheid van de leerlingen, betekenis van de inhoud, bedoelingen van de leerkracht en zelfstandig- en zelfverantwoordelijk handelen. 3.1.3
De samenstelling van het team We praten de plaatsing van de leerkrachten per groep goed door. We proberen ervoor te zorgen dat leerkrachten een groep toegewezen krijgen waar zij zich thuis voelen. Op onze school werken 20 leerkrachten, 1 onderwijsassistente en 1 ondersteuner. We worden ondersteund door een conciërge en een administratief medewerkster. We streven ernaar maximaal twee groepsleerkrachten per groep toe te wijzen. Sommige leerkrachten hebben speciale taken. De intern begeleiders coördineren de leerling zorg en ondersteunen en informeren vernieuwend leerkrachten. Als speciale zorg rondom uw kind wenselijk is zal de groepsleerkracht de Vernieuwend interne begeleider vragen dit proces mede te begeleiden. De ict-coördinator begeleidt en ondersteunt leerkrachten om optimaal gebruik te maken van de digitale omgeving. Groep 1 t/m 4 vormt de onderbouw en groep 5 t/m 8 vormt de bovenbouw. Beide bouwen worden door een bouwcoördinator aangestuurd. Elk jaar bieden wij stagiaires van de vernieuwend lerarenopleiding, opleiding onderwijsassistent en opleiding tot gymleraar de mogelijkheid om bij ons praktijkervaring op te doen. Zij worden dan begeleid door een leerkracht van de Zevensprong en een praktijkbegeleider van de eigen opleiding.
3.2
Plaatsing van leerlingen In principe worden de leerlingen uit de wijk Speelheide geplaatst op locatie Haktol en de overige leerlingen op locatie Burgemeester Notermansstraat. Echter, wanneer het leerlingaantal en of het onderwijskundig aspect een andere keuze doet voorstaan, kan dit tot een andere verdeling leiden. Het is mogelijk dat leerlingen gedurende hun schoolloopbaan van locatie wisselen. We zoeken naar een goede balans tussen het belang van de leerling en het schoolbelang. Na overleg met haar team neemt de directeur een besluit hierover.
3.2.1
Sociaal emotionele ontwikkeling Vanuit een veilige omgeving komen kinderen tot leren. Onze taak, van zowel leerkrachten, leerlingen en ouders is er om ervoor te zorgen dat de omgeving veilig is. Op school ontmoeten veel verschillende leerlingen en leerkrachten elkaar. We benaderen elkaar vanuit respect. Ieder mag er zijn! Veel aandacht gaat uit naar het pedagogisch klimaat. Hoe we met elkaar omgaan is vaak onderwerp van gesprek. Waardering voor jezelf en voor de ander. Als een kind zich niet fijn voelt zullen we samen kijken wat het kind hieraan kan doen en hoe we hem of haar kunnen ondersteunen. De methode Fides die wij op school gebruiken speelt ook hier een grote rol.
3.2.2
Computergebruik De computer wordt ingezet als instructiemiddel door de methode aangegeven.
16
Resultaten worden door het computersysteem bijgehouden. De groepsleerkracht bekijkt na de les het werk van het kind en stelt bij, wat niveau of oefentijd betreft, wanneer dat nodig blijkt. De rekenmethode biedt de mogelijkheid om een toets digitaal te maken. Dit heeft als voordeel dat de computer de toetsen analyseert en extra oefenopdrachten bepaalt a.d.h.v. het resultaat en de soort fouten die het kind (categorisch) toe blijkt te passen in het gemaakte werk. Daarnaast zorgt de computer voor automatiserings- en herhalingsoefeningen bij bijvoorbeeld woordjes schrijven, keersommen maken en werkwoordsvormen trainen. Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben worden remediërende programma’s gebruikt. Bij de wereldverkennende methodes wordt de computer ingezet ter verrijking met beeldmateriaal. De computer wordt ook gebruikt voor het in groepen of individueel uitwerken van een thema. Dit kan in de vorm van een werkstuk zijn met een eventuele presentatie aan de eigen groep. Het bord wordt ingezet om instructie korter, in stappen en meer beeldend aan te bieden. We worden ondersteund door een beeldbank met talloze films. Leerlingen krijgen zodoende de kans om hun werk met beeld te presenteren. Ook spreekbeurten worden hierdoor inhoudelijk sterker. Op de Zevensprong beschikken we over digitale schoolborden. Omdat het werken met digitale middelen een snelle manier is en één die kinderen boeit zijn we aan het bekijken in hoeverre we hierin een vervolgstap kunnen zetten. Het huidig netwerk wordt tegen het licht gehouden of het allemaal nog een jaar mee kan om meer tijd te hebben ons te oriënteren op de toekomst. We beraden ons momenteel of we tablets binnen ons onderwijs kunnen integreren. 3.2.3
Creatieve ontwikkeling Handvaardigheid, tekenen en techniek verwerken we in ateliers en workshops. Naarmate de leerlingen ouder worden, worden de opdrachten complexer. Deze manier van werken vraagt veel ondersteuning van tientallen ouders. De dramalessen worden verzorgd door de eigen groepsleerkracht. Bij muziek ligt het accent op ritme. Sinds schooljaar 20092010 beschikken we over een aantal ritme instrumenten die we in alle groepen inzetten.
3.2.4
Kunstzinnige vorming Het BISK (Brabants Instituut School en Kunst) is actief bezig met het brengen van kunst naar de scholen. Voor onze school betekent dit dat de kinderen van de groepen 1 t/m 8 één of twee keer per jaar te maken krijgen met een vorm van kunst. Dat kan theater, dans, muziek, film/foto/video, literatuur en/of beeldende kunst in de vorm van een voorstelling, tentoonstelling of andere presentatie, zijn. Dit draagt bij aan het vervullen van de taak die de school heeft m.b.t. kunsteducatie. Naast de gebruikelijke vieringen streven we ernaar elke groep minimaal één keer per jaar op excursie te laten gaan.
3.3
Activiteiten in de groepen 1 en 2 In de groepen 1 en 2 hebben we gekozen voor een organisatievorm waarbij kinderen in leeftijd variërend van 4 t/m 6 jaar in één groep bij elkaar zitten. Dat doen we bewust omdat wij de groei naar zelfstandigheid en het leren omgaan met hulp krijgen en hulp geven, erg belangrijk vinden. Kleuters van verschillende leeftijd kunnen zo erg veel van elkaar leren. In de Wet op het Basisonderwijs wordt gesproken over een continue ontwikkeling. Daarom gaan we in de kleutergroepen meer uit van de ontwikkelingsleeftijd van de kleuter, dan van de kalenderleeftijd. In onze kleutergroepen wordt individueel, in hoeken, in groepjes of klassikaal gewerkt. Hierdoor kan beter worden gevarieerd in tempo en leerstof en kunnen de opdrachten
17
worden aangepast aan het niveau van het kind. De activiteiten die dagelijks in de groepen plaatsvinden staan vermeld op het lesrooster. In de kleutergroepen is er een gevarieerd aanbod aan activiteiten op het gebied van spel, beweging, taalverwerving, wereldoriëntatie, dans en muziek, voorbereidend lezen, schrijven en rekenen. We leggen hier een brede basis voor een ontwikkeling waarbinnen kennis en vaardigheden een zinvolle plaats krijgen. Veel aandacht is er ook voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. Er wordt thematisch gewerkt. De ontwikkeling van de kinderen wordt gevolgd aan de hand van opgestelde leerlijnen. Zie punt 3.1.1 welke ontwikkeling hieromtrent gaande is. 3.4
Hoe wordt er gewerkt in groep 3 t/m 8 Op school wordt gewerkt met zowel combinatiegroepen als homogeen samengestelde groepen. Met behulp van het leerlingvolgsysteem wordt aan het eind van het schooljaar gekeken op welk niveau een kind zit. Aan de hand daarvan maakt de leerkracht, samen met de IB’ er en binnen het clusteroverleg, de inschatting op welk niveau het kind zal werken. Is dat conform de jaargroep of kan het al meer of heeft het juist wat minder nodig. Daarnaast wordt de onderwijsbehoefte van het kind vastgesteld, besproken met de opvolgende leerkracht en beschreven in het groepsplan. Vanuit deze informatie wordt het mogelijk om groepjes gebaseerd op onderwijsbehoefte en niveau vast te stellen. De zogenaamde clustergroepen: extra, basis en plus groepen. Door het werken in clusters krijgen de kinderen in kleinere groepen onderwijs aangepast aan het niveau van het kind. De activiteiten die dagelijks in de groepen plaats vinden, staan vermeld op het lesrooster. Voor de meeste leer- en vormingsgebieden worden methodes gebruikt, waarin o.a. staan vermeld de lesdoelen, de leerstofkeuze, de benodigde materialen, de didactische werkvormen en de manier waarop er gedifferentieerd en getoetst kan worden. Vanwege het werken in clusters hebben we de behoefte gevoeld om eens goed te kijken naar de manier van toetsen. Wanneer we kinderen op niveau lesgeven zal er ook op niveau getoetst moeten worden. Dat werd voor een deel zeker al wel gedaan maar het was nodig om vooral eens goed te kijken naar de specifieke aanpassingen die er werden gedaan. Voorlezen, vergrootte letters, groter blad, meer tijd geven voor, één op één maken of in heel klein groepje etc. Hieruit is een toets protocol gekomen waarop elke groepsleerkracht in één oogopslag kan zien wanneer er wat op welke manier bij wie getoetst moet worden. Deze uniforme handelwijze maakt de uitslagen betrouwbaar. We werken op school nog met verschillende lesmethodes. Hiermee worden de kerndoelen gerealiseerd. Kerndoelen zijn door de minister per vakgebied vastgestelde minimumdoelen. Voor belangstellenden liggen deze op school ter inzage. Voor uitgebreidere informatie over de diverse leer- en vormingsgebieden verwijzen wij naar het schoolplan. Dit ligt voor u op school ter inzage.
3.5
Overige activiteiten Naast de activiteiten die volgens een wekelijks lesrooster plaatsvinden, zijn er door het jaar heen ook nog andere activiteiten: -
Sinterklaas– Kerstviering – Carnavalsviering - Viering rond Pasen; Kennismakingskamp start schooljaar groepen 3 t/m 6 Themadag start schooljaar groepen 1-2 en 3 Schoolsportolympiade groepen 6 en 7
18
-
Schoolsport groepen 4 en 5, per jaar afwisselend schaatsen en watersport Schoolkamp voor groep 8 Musical groep 8 Culturele dag of week Aandacht voor museumbezoek Goede doelactie Kinderboekenweek Natuurprojecten Theaterbezoek Voorleeswedstrijd Cultuurprojecten
3.6
Sport en bewegen De kinderen van groep 1/2 hebben hun spel- en bewegingslessen in de kleuterspeelzaal. Omdat de vloer van kurklinoleum vervaardigd is, zijn gymschoentjes verplicht. De gymlessen voor de overige groepen worden gegeven in de gymzaal. Naast de gymkleding (broekje en shirtje of gympakje) is het dragen van gymschoenen gewenst. Trimschoenen die op straat gedragen worden, mogen niet in de gymzaal gebruikt worden. Tijdens de bewegingslessen komen alle bewegingsvormen en de verschillende spelvormen aan de orde. De gymlessen bouwen voor een deel voort op de lessen ritmiek in de kleutergroepen. De lessen worden gegeven door een groepsleerkracht of een stagiaire van het ROC. Hier is altijd een groepsleerkracht bij aanwezig. In het begin van het jaar wordt aangegeven wanneer er in de groepen gymlessen worden gegeven.
3.7
Korein Kinderplein Kinderen van 4 tot 9 jaar zijn welkom bij Korein Kinderplein (locatie Burg. Notermansstraat). Dit zijn de kinderen die les krijgen op locatie Notermansstraat. Op de locatie Haktol worden kinderen van 4 tot 13 jaar opgevangen. Dit zijn de kinderen die onderwijs ontvangen op de locatie Haktol. De begeleiding en activiteiten zijn De pedagogisch medewerkers zijn deskundig, betrokken en vooral enthousiast! De kinderen gaan na school onder begeleiding naar het Korein Kinderplein. De oudere kinderen mogen, met toestemming van de ouders, zelfstandig naar het kinderplein toe. Na aankomst kunnen de kinderen eerst even bijkomen van de schooldag, met een koekje, cracker of fruit en iets te drinken. Daarna mogen ze meebeslissen wat ze willen gaan doen. U kunt denken aan allerlei activiteiten, op gebied van sport, muziek, cultuur en techniek. Gewoon even rustig ontspannen kan natuurlijk ook. Op het Korein Kinderplein zijn speciale plekken om te spelen, te computeren en huiswerk te maken. Vakantieopvang In de vakantie organiseert Korein Kinderplein leuke uitstapjes. Bijvoorbeeld naar het bos, de speeltuin of het Joe Manntheater. U kunt de vakantieperiodes inrichten hoe u wilt. In de vakantie kunt u eenvoudig een tijdelijk contract afsluiten voor meer dagen. En heeft de school een schoolvrije dag, ook dan kunt u vertrouwen op Korein Kinderplein. Ook opvang vóór school Uw kind is vanaf 07.30 uur welkom. Daar kan hij of zij nog even spelen voordat de school begint. Kinderen die oud genoeg zijn, gaan zelf naar school; de kleintjes brengen wij.
19
Tussen de middag kan uw kind gezellig een boterham eten bij de Lunch-Club van Korein. Dat gebeurt in samenwerking met de school. Loop gerust even binnen U bent altijd welkom om een kijkje te komen nemen. Wij verzorgen voor de kinderen van 0-4 jaar ook dagopvang, dit gebeurt op de locatie Notermansstraat. Bellen mag natuurlijk ook. We ontmoeten u graag! Wist u dat wij voor beide locaties een Facebook pagina beheren? Korein Kinderplein Notermansstraat Burg. Notermansstraat 27 5683 MA Best Telefoon: 0499 - 330420 Korein Kinderplein Haktol Haktol 1 5683 LL Best Telefoon: 06 - 23460988 Kijk voor meer informatie op www.koreinkinderplein.nl 3.8
Overblijven De Lunch-Club, Tussenschools Opvang Plezier voor groot en klein Als uw kind tussen de middag overblijft, dan moet dat goed geregeld zijn en leuk zijn voor de kinderen. Dat vindt de school ook. Dus heeft zij de Lunch-Club gevraagd om tijdens de middagpauze op school de tussenschoolse opvang te verzorgen. De kinderen eten onder professionele begeleiding rustig een boterham, spelen en ontspannen. Om zo weer energie te krijgen voor na de pauze! U kunt kiezen Of uw kind nu op vaste dagen in de week naar de Lunch-Club gaat, of alleen af en toe een keertje overblijft; u kunt zelf een planning maken. Via www.delunch-club.nl regelt u dat snel en gemakkelijk. Zo kunt u uw kind aanmelden Wilt u uw kind aanmelden bij de Lunch-Club? Vul dan het inschrijfformulier in op www.delunch-club.nl. U kunt uw kind aanmelden met een eigen loginnaam en wachtwoord. Spelregels Met uw unieke inlogcode vraagt u zelf tussenschoolse opvang aan. Op dagen die u zelf kiest. Hoe eerder uw melding, hoe voordeliger de basistarieven. Tarieven per 1 augustus 2014*: Tarief € 2,36: bij aanmelden meer dan 7 dagen voor de tso-dag Tarief € 2,97: bij aanmelden 7 dagen tot 1 dag voor de tso-dag Tarief € 3,57: bij aanmelden 1 dag voor de tso-dag tot op de dag zelf *Uw kind dient zelf brood en drinken mee te nemen voor de tussenschoolse opvang.
De Lunch-Club staat graag voor u klaar
20
Heeft u nog vragen of wilt u meer informatie, dan staat de teamleider Lunch-Club u met alle plezier te woord. De teamleider Lunch-Club bij u op school is: Trees Ackermann T.
[email protected] 06-10419625
3.9
Schoolverzekering voor leerlingen Bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering Stichting Best Onderwijs heeft een bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Deze verzekering treedt in voorkomende gevallen in werking waarbij de polisvoorwaarden en clausules bepalend zijn. Dit houdt in dat al het personeel werkzaam voor de stichting Best Onderwijs onder de verzekering voor bedrijfsaansprakelijkheid vallen. Leerlingen zijn hiervan uitgesloten. Vervoer van leerlingen Voor wat betreft vervoer van leerlingen bij activiteiten buiten de school geldt het volgende: Ouders die in eigen of andermans auto leerlingen vervoeren, zijn zelf aansprakelijk voor de veiligheid van de betreffende leerlingen. Wanneer een ouder tijdens het vervoeren van leerlingen door eigen schuld of nalatigheid een ongeluk krijgt, is die ouder zelf aansprakelijk voor de ontstane schade en verwondingen. Ook als de ouder leerlingen vervoert op verzoek van de schoolleiding aanvaardt het schoolbestuur geen aansprakelijkheid. De wet stelt als eis dat bestuurders van auto’s een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten. Daarnaast raadt het schoolbestuur vervoerende ouders aan een ongevallen en inzittenden verzekering af te sluiten. Ongevallen en inzittenden verzekering kent een afgesproken aantal personen dat verzekerd is. Bij het vervoeren van meer dan het aantal afgesproken personen wordt niet alle schade/ letsel vergoed. Ouders dienen hiermee rekening te houden. Leerlingen moeten op een veilige wijze vervoerd worden door in ieder geval, de door de wet verplichte gordels, te gebruiken. Er zijn ook regels m.b.t. zitverhogingen, deze gelden echter voor de eigen kinderen. Er worden niet meer kinderen in de auto vervoerd dan er gordels in de auto aanwezig zijn. Bij schadegevallen tussen kinderen onderling zal een aanspraak gedaan worden op WAverzekering van de ouders. Procedure bij schademelding in geval van aansprakelijkheidsstelling medewerkers van de stichting Best onderwijs: Bij ontstane schade dient het bestuur, via de directeur van de school, hierover schriftelijk geïnformeerd te worden. Het bestuur neemt vervolgens contact op met de verzekeringsmaatschappij voor de verdere afhandeling van de aansprakelijkheidsstelling.
3.10
Peuterspeelzaal Bam Bam Peuterspeelzaal BamBam is binnen het schoolgebouw aan de locatie Burg. Notermansstraat gehuisvest. Dit heeft een aantal belangrijke voordelen. Allereerst is het voor ouders met schoolgaande kinderen gemakkelijker omdat we in hetzelfde gebouw zitten. Daarnaast kan daardoor de samenwerking tussen school en peuterspeelzaal nog beter verlopen. Uiteindelijk is dat in het belang van de kinderen. De samenwerking is meervoudig:
Door onderling overleg over de thema’s, observaties van kinderen, contacten met ouders proberen we de ontwikkelingskansen van onze kinderen te optimaliseren. Om de Brede School meer inhoud te geven worden de leidsters van de
21
peuterspeelzaal maar ook van Korein Kinderopvang, in het nieuwe schooljaar (2014-2015) betrokken bij de commissieverdeling van de school. Zij zullen hierdoor automatisch deelnemen aan de verschillende activiteiten. Vanuit diezelfde Brede School gedachte is er sinds schooljaar 2013-2014 een 3+groep vanuit de Bam Bam gestart. Elke woensdag komen er peuters naar de kleutergroep op de locatie Notermansstraat met een leidster van de Bam Bam. Dat vindt plaats aan het einde van de ochtend. De groepsleerkracht heeft vooraf overleg over de inhoud van de gezamenlijke activiteit. Zodoende kunnen peuters enerzijds wennen aan de schoolklas, de materialen en de gang van zaken maar worden de kleuters o.a. bevraagd op hun vermogen tot samenwerken. Vanwege het succes van deze groep is het later in het schooljaar breder gemaakt en werden de kleutergroepen op de andere locatie (Haktol) er ook bij betrokken. Peuters hebben hiermee aan beide locaties kunnen wennen. Waarom was dit een succes te noemen? Ouders merkten dat hun kind het fijn vond beide locaties gezien te hebben. Dat gaf de ouders rust. Hun kind zou gemakkelijker wennen wanneer het niet op de alleen bij hun bekende locatie geplaatst zou worden in groep 1/2. Daarnaast zag je bij de kleuters dat ze het plezierig vonden om op hun leeftijd aangesproken te worden, op hun vermogen al iets meer te weten en te kunnen. Verlegen kleuters werden opener en peuters kregen de kans langzaamaan te groeien naar een nieuwe fase. Wat steeds gehandhaafd werd was: niets moet, je mag. Dat gaf veiligheid en vertrouwen.
Als een peuter 4 jaar wordt, vindt er – na toestemming van de ouder(s) / verzorger(s) – een schriftelijke overdracht plaats naar de basisschool. Hierdoor kan de basisschool direct inspelen op de ontwikkeling van de kinderen.
samenwerken
22
HOOFDSTUK 4: ZORG VOOR DE LEERLINGEN 4.1
De opvang van nieuwe leerlingen in de school Wanneer U wat meer van de school wilt zien of weten bent U van harte welkom om eens te komen kijken. Maak vooraf wel even een afspraak met de directeur, Mw. P. Timmermans. Zij staat u te woord en vertelt u het een en ander over de school en kan u de school in bedrijf laten zien. Inschrijven van nieuwe leerlingen kan op elke dag van de week mits er eerst een afspraak gemaakt wordt. We hebben een goed contact met peuterspeelzaal BamBam en met kinderdagopvang Korein (beide ook gehuisvest aan de locatie Burg. Notermansstraat), waardoor de overdracht van kinderen vanuit de peuterspeelzaal en kinderdagopvang naar de basisschool vergemakkelijkt wordt. Ook vanuit andere peuterspeelzalen worden leerlingen zorgvuldig overgedragen, zodat de overgang naar de basisschool zo goed mogelijk verloopt. In schooljaar 2014-2015 staat het oppakken van het formeren van een 3+ groep vanuit Korein op het programma zodat ook deze kinderen dezelfde ontwikkelkansen geboden worden. Een 3+ groep is een groep waar kinderen van 3 jaar en 4 of meer maanden oud inzitten.
Nieuwe kleuters komen op de dag nadat ze 4 jaar zijn geworden op school. Sinds schooljaar 2013-2014 zijn er afspraken gemaakt die duidelijkheid verschaffen voor zowel de ouders als voor de groepsleerkrachten. Kinderen die tot 4 weken na de grote vakantie op school instromen, komen voor de grote vakantie kennismaken. Dit gaat op uitnodiging van de school. Kinderen die vanaf 4 weken en 1 dag tot en met januari instromen, komen kennismaken op uitnodiging van school op een moment voor de kerstvakantie. Kinderen die vanaf 1 februari instromen, komen kennismaken op uitnodiging van school op een later moment in het jaar. De dag of het dagdeel waarop dit plaatsvindt wordt door de groepsleerkrachten onderling afgesproken en vastgesteld. Alle ouders worden tegelijkertijd genodigd voor de informatieavond, ongeacht de instroomdatum van de kinderen. Op die avond wordt er algemene informatie gegeven over het onderwijs dat gegeven wordt in de groepen 1 en 2 en over de school (regels). Wanneer uw kind 4 jaar wordt binnen 4 weken voor de grote vakantie hanteren wij de afspraak dat een kind dan niet meer geplaatst wordt. Uw kind gaat dan starten na de grote vakantie. Dit doen wij omdat het voor de jongste kleuter niet prettig is om aan het eind van het jaar in te stromen in een groep die al òf een heel jaar bij elkaar is of al vele maanden gewend is op school. Voor het kind is aan het begin van het nieuwe jaar starten met meerdere nieuwe kinderen een stuk rustiger. De intake De intake van nieuwe leerlingen gebeurt door mevrouw Pepien Timmermans (directeur). Zij onderhoudt de contacten met de peuterspeelzaal en kinderdagopvang en is goed op de hoogte van de gang van zaken in de kleutergroepen. Niet alleen de persoonsgegevens zijn bij de intake van belang. Aan de hand van een uitgebreide vragenlijst wordt nagegaan hoe de ontwikkeling van het kind tot nu toe is verlopen en wordt getracht eventuele risicofactoren rond deze ontwikkeling in beeld te brengen.
4.2
Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school Om de ontwikkelingslijn van uw kind te kunnen volgen, wordt een leerling dossier
23
aangelegd. Dit wordt bijgehouden door de leerkracht van uw kind. In dit dossier worden gegevens opgenomen over de aanmelding, afspraken en gesprekken met de ouders, toets- en rapportgegevens en eventueel onderzoek door een instantie buiten de school. Het is een totaal leerlingvolgsysteem waarbij we proberen alle relevante informatie betreffende het kind overzichtelijk te ordenen. Daarnaast maken we het mogelijk voor ouders om gebruik te maken van het ouderportaal van Parnassys zodat ook zij de ontwikkeling van hun kind gemakkelijk bij kunnen houden. Ouders dienen zich hiervoor aan te melden. Twee keer per jaar wordt u in groep 1 t/m7 uitgenodigd om de ontwikkeling van uw kind met de leerkracht te bespreken. Aan het eind van schooljaar 2013-2014 hebben we de mogelijkheid gegeven voor een derde oudergesprek. Dit vanwege het uitspreken van een behoefte hiervoor door ouders, verzorgers. Dit deden we voor de groepen 1 t/m 7. Groep 8 namen we niet meer mee omdat deze kinderen dan allemaal al geplaatst zijn op het VO. Die afronding heeft dan al plaatsgevonden. Bij de ouders, verzorgers van de groepen 1/2 bleek er duidelijk behoefte te zijn om een oudergesprek aan het einde van het jaar plaats te laten vinden. Ook de ouders van groep 3 gaven dat aan. Omdat we niemand over wilden slaan hebben we alle ouders de kans gegeven voor een derde oudergesprek. Op basis van inschrijving of oproep van de groepsleerkracht wanneer die nog iets specifieks te bespreken had. Bij het schrijven van deze schoolgids was de uitvoering nog niet rond dus een evaluatie is in deze nog niet te beschrijven. Voor de kinderen die in groep 1 zitten hebben we de afspraak dat een kind tenminste 3 maanden onderwijs gehad moet hebben voordat het meegenomen wordt in de gespreksronde. Wanneer een ouder aangeeft tussentijds behoefte te hebben aan een gesprek kan dat natuurlijk altijd. In groep 8 vindt er 1 keer een rapportgesprek plaats en een keer een adviesgesprek. Indien gewenst, nodigen wij u tussentijds uit voor overleg. U kunt tussentijds natuurlijk ook zelf een afspraak maken wanneer u dat wenst. Samen bespreken we welke specifieke zorg voor uw kind nodig is. Mogelijk volgt hieruit een onderzoek door een externe organisatie. U hebt het recht op inzage in het leerling dossier van uw kind. 4.3
Speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften Het gebeurt soms dat kinderen op school problemen krijgen. Dat kan zijn met het leren, het gedrag of met allebei. Het team zoekt in een dergelijk geval altijd naar een oplossing om die kinderen beter te kunnen helpen. Op school is dan ook een leerkracht aangesteld die zich bezighoudt met de coördinatie van het zorgsysteem. Die persoon noemen we: Intern Begeleider (IB’er).
4.3.1
Leerlingen met leer- en/of gedragsproblemen De hulp aan kinderen met leer- en/of gedragsproblemen vindt plaats binnen het regeringsbeleid van WSNS (Weer Samen naar School) voor het primair onderwijs. Dit beleid gaat er van uit dat de basisschool met het beschikbaar gestelde budget zoveel mogelijk hulp biedt aan leerlingen, hen probeert op te (blijven) vangen binnen de eigen school en verwijzing naar een school voor speciaal basisonderwijs probeert te voorkomen. De acties die daarbij worden ondernomen kunnen zeer divers zijn, zoals het werken met een individueel handelingsplan, overleg op diverse niveaus, de afname van een pedagogisch-didactisch onderzoek, inschakeling van externe deskundigen, afzonderlijke leerlijnen voor individuele leerlingen en in een enkel geval, zittenblijven. Bij alle besluiten en stappen die genomen worden, worden de ouders betrokken. Voor gedetailleerde informatie kunt U terecht bij onze interne begeleidsters Mevr. M van
24
Keersop , Mw. P. Spoek en of directeur mevr. P. Timmermans. Ook ligt bij haar het Zorgplan van het samenwerkingsverband "Weer Samen Naar School” ter inzage. We nemen deel aan het samenwerkingsverband Eindhoven en omstreken. Deze samenwerking moet leiden tot een verantwoorde opvang en begeleiding van zoveel mogelijk leerlingen in het regulier basisonderwijs. Het samenwerkingsverband draagt er zorg voor dat de deskundigheid uit het speciaal basisonderwijs kan worden ingezet in het regulier basisonderwijs, in de vorm van begeleiding van de leerkracht. In het zorgplan is vastgelegd op welke wijze dit wordt vormgegeven. Als het enigszins mogelijk is, komen op onze school ook kinderen met een geestelijke of lichamelijke handicap voor plaatsing in aanmerking. Dit mag echter nooit ten koste gaan van de kwaliteit van het onderwijs en de aandacht voor de overige kinderen in de groep. 4.3.2
Hoogbegaafde leerlingen Binnen ons zorgsysteem besteden we in toenemende mate aandacht aan deze categorie leerlingen. Op het moment dat er niet op een deskundige wijze wordt omgegaan met deze kinderen, bestaat er een kans dat ze sociaal-emotioneel in de problemen komen. Het beleid van de school is er allereerst op gericht om deze leerlingen op te sporen en hun daarna die uitdaging te bieden die nodig is om zich op een evenwichtige manier te ontwikkelen. Hierbij wordt samengewerkt met ouders.
4.4
Het Intern Zorg Advies Team (IZAT) Elke Bestse basisschool heeft de beschikking over een Intern Zorg Advies Team. Binnen de Bestse scholen is de behoefte geconstateerd om professioneel ondersteund te worden bij hun zorgtaak. Ook is er een behoefte om de aansluiting tussen het zorgtraject op school en het lokale hulpaanbod voor jeugd en ouders beter vorm te geven. Het IZAT heeft als doelstelling het verlenen van licht pedagogische hulp. Als er op een goede manier vroegtijdig hulp geboden kan worden, hoeven kleine problemen van kinderen geen grote problemen te worden. Het IZAT bestaat uit: de interne begeleiding van de Zevensprong, Patty Spoek en Marjon van Keersop de jeugdverpleegkundige van de GGD Carla Uijthoven en Ingrid Winters de maatschappelijk werkster van de Dommelregio Naast deze vaste deelnemers kan er ook een leerkracht of externe deskundige deelnemen aan de bijeenkomst. De bijeenkomsten vinden ongeveer 8 keer per jaar plaats. De basisscholen zijn geclusterd per twee of drie scholen. De werkwijze van het IZAT is als volgt: de leerkracht deelt de zorg met de ouders/ verzorgers en meldt het kind aan voor bespreking bij de interne begeleider. Het kind wordt tijdens de eerstvolgende bijeenkomst van het IZAT besproken. Er wordt een advies geformuleerd. De interne begeleider bespreekt dit advies met de leerkracht. Sinds twee schooljaren zijn er al diverse bijeenkomsten geweest en er zijn goede ervaringen mee opgedaan. Het IZAT levert een positieve bijdrage aan de zorg voor de kinderen op de basisschool.
4.4.1
Het Zorg Advies Team (ZAT, extern) In het kader van “zorg in en om de school” kennen we zorg advies teams. Het gaat hierbij om vroegtijdig signaleren, melden en het maken van afspraken over de verdeling van taken tussen onderwijs en de gemeente t.a.v. zorg in en om de school. Daarbij ligt de regierol bij de gemeente. Ministeries zijn voornemens hoe zij de zorg in en om de school wensen te organiseren. In hoofdlijnen komt het er op neer dat vanaf 4 jaar alle signalen die daartoe aanleiding geven, via onderwijs/jeugdgezondheidszorg/maatschappelijk werk/bureau jeugdzorg of één van de andere convenantpartners kunnen worden toegeleid naar het zorgadviesteam. Niet alleen vanwege privacyregels, maar vooral ter versterking van het onderwijs is het gewenst om een bespreking van een casus in het ZAT
25
te organiseren. De verantwoordelijkheid voor wat betreft het functioneren van het ZAT ligt bij het Bestse schoolbestuur Stichting Best Onderwijs en bij de Vereniging voor Gereformeerd Onderwijs Midden Brabant. De inrichting van het Bestse ZAT 12- onderscheidt zich ten opzichte van andere Zorg Advies Teams in Nederland doordat: het een ZAT is wat zich niet beperkt tot de leeftijdsgroep 4 tot 12 jaar. De kinderen die in de voorschoolse periode zitten en ook in aanmerking komen worden tevens besproken. Het ook het casuïstiek overleg is van Beste Betsy Het op niveau van Best is ingericht Het expliciet gericht is op preventie Voordat een kind besproken wordt, wordt eerst de toestemming van de ouders gevraagd. Stichting Mobest coördineert het ZAT. Vanuit de basisscholen is de interne begeleider afgevaardigd. Signalen voor het ZAT kunnen via de school of één van de andere vermelde instanties worden afgegeven. 4.4.2
Beste Betsy geeft antwoord op al je vragen Opvoeden en opgroeien: niemand kan je vertellen ‘hoe het moet’. Maar Beste Betsy kan je wèl vertellen ‘hoe het kan’. En dat is handig, want iedereen kan wel wat tips en begeleiding gebruiken bij het opvoeden en opgroeien. Beste Betsy is het Centrum voor Jeugd en Gezin in Best. Niet in de vorm van een gebouw, maar als netwerk. Dit netwerk bestaat uit allerlei organisaties die betrokken zijn bij de jeugd van Best. Beste Betsy is er voor grote en kleine vragen van ouders en jongeren. Beste Betsy luistert en geeft advies of hulp. Samen met jou gaat zij op zoek naar een antwoord of oplossing waar je echt mee verder kan.
4.4.3. Waar vind je Beste Betsy? Je vindt Beste Betsy op plekken waar je vaak komt, zoals school, de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf, het consultatiebureau, Jongerencentrum Todo en Bestwijzer. Je herkent elke Beste Betsy-organisatie aan het bordje ‘Hier werkt Beste Betsy’ aan de buitenmuur. Je kunt je vragen stellen aan alle medewerkers van de organisaties binnen het Beste Betsy netwerk. Je vindt Beste Betsy ook op het internet, op www.bestebetsy.nl. De website staat vol met betrouwbare informatie over opvoeden en opgroeien. Je kunt hier ook online een vraag stellen bij ‘Stel je vraag!’. Je kunt je vraag ook stellen tijdens het inloopspreekuur in Bestwijzer. Dit is iedere vrijdag van 9.00 tot 10.00 uur. Je kunt dan zonder afspraak binnenlopen. Op werkdagen kun je tussen 8.30 en 17.00 uur Beste Betsy ook bereiken via telefoonnummer (0499) 770177. Afhankelijk van de leeftijd van je kind word je doorverbonden met de juiste persoon of word je later teruggebeld. Licht Pedagogische Hulp Als je extra hulp nodig hebt bij het opvoeden of liever je vraag niet wilt stellen aan
26
iemand die je iedere dag tegenkomt, kun je ook een afspraak maken met een licht pedagogische hulpverlener. Dat kan telefonisch via (0499) 770177. Zij zoeken dan samen met jou een haalbare, snelle en praktische oplossing. Als blijkt dat de problemen zo complex zijn dat intensieve hulp of een onderzoek nodig is, verwijzen zij door naar een andere zorgverlener. 4.4.4
Orthopedagoge Sinds december 2008 hebben de drie schoolbesturen van Best een orthopedagoog, namelijk Lous de Jong, in dienst. In haar werk houdt zij zich onder andere bezig met het adviseren en begeleiden van de scholen. Dit kan betekenen dat ze leerlingen observeert of onderzoekt. Er zijn verschillende soorten van onderzoek mogelijk: Een observatie: de orthopedagoog observeert het kind in de klas en/of de schoolse situatie Een intelligentie onderzoek: de orthopedagoog neemt een intelligentietest af Een onderzoek gericht op de informatieverwerking en/of aandacht: de orthopedagoog neemt, afhankelijk van de vraag en de uitkomsten van een eventueel eerder afgenomen intelligentie onderzoek, een aantal tests af die de informatieverwerking, de concentratie en/of de aandacht meten Een onderzoek gericht op de sociaal-emotionele ontwikkeling: de orthopedagoog laat de leerling en/of de leerkracht en/of de ouders een aantal vragenlijsten invullen. Ook kan er gebruik gemaakt worden van projectiemateriaal en vindt er een gesprekje met het kind plaats. Bij al deze onderzoeken wordt niet alleen specifiek naar de uitkomsten van de testen gekeken, maar wordt tevens de leerling en zijn/haar werkhouding geobserveerd. Ook is het, naast bovenstaande vormen van onderzoek, mogelijk dat school en/of ouders vragenlijsten invullen die de orthopedagoog vervolgens verwerkt. Naast het verrichten van onderzoek heeft de orthopedagoog een begeleidende rol ten opzichte van de scholen en hun medewerkers. Dit betekent dat de orthopedagoog gesprekken voert in het kader van het leerkracht handelen. Tijdens deze gesprekken brengt de leerkracht casussen uit de praktijk in en geeft de orthopedagoog adviezen hoe de leerkracht met deze casussen om kan gaan. Concreet kan dit betekenen dat een leerkracht zaken waar hij tegenaan loopt met bepaalde leerlingen, bespreekt met de orthopedagoog en deze in dat kader adviezen geeft voor het leerkrachthandelen. Meer informatie over de werkzaamheden van de orthopedagoog kunt u vinden op www.bestpassendonderwijs.nl. In schooljaar 2012-2013 heeft er een pilot plaatsgevonden waar wij als school aan meegedaan hebben. De orthopedagoge Lous de Jong, had aangegeven graag meer op de werkvloer aanwezig te willen zijn. Prima initiatief, ze was welkom bij ons. Ze is meer de klassen in geweest en heeft vraaggerichte gesprekken met leerkrachten gevoerd. Bij de eerste evaluatie bleek dat er nog sprake was van een gewenningsproces voor de groepsleerkrachten maar dat het ook als waardevol werd ervaren. Na een jaar ervaren zijn we tot de conclusie gekomen dat het voor zowel de groepsleerkrachten als voor de orthopedagoge veel heeft opgeleverd. Zij staat dichter bij de problematiek, kent de mensen beter en de werkwijze van de school en daarmee de behoefte van school en ouders. En de groepsleerkrachten merken dat ze makkelijker een (soms specifieke) vraag neer kunnen leggen bij een specialist die makkelijk bereikbaar is. Een goed eerste stap naar passend Onderwijs. In schooljaar 2014-2015 zullen we deze werkwijze dan ook continueren.
27
4.4.5. Jeugdgezondheidszorg, een gezonde keuze voor alle leerlingen Onze school werkt samen met het team Jeugdgezondheidszorg van de GGD. Dit team bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige, assistente, psycholoog en een preventiemedewerker. We leggen kort uit wat dit team voor de ouders, verzorgers en leerlingen kan betekenen. Antwoord op vragen Ontwikkelt mijn kind zich goed? Waar komt die lichamelijke klacht vandaan? Is dit gedrag normaal? Opvoedtwijfels? Voor dit soort vragen kunnen u en uw zoon of dochter terecht bij het team Jeugdgezondheidszorg. Zij geven advies en bekijken samen met u of verder onderzoek nodig is. Contactmomenten Tijdens de basisschoolperiode komen alle leerlingen van groep 2 en 7 op een vast moment in contact met de medewerkers van het team Jeugdgezondheidszorg. Zij kijken naar de lichamelijke, psychische en sociale ontwikkeling van uw kind. Denk aan groei, motoriek, leefstijl, spraak en taal, maar ook aan schoolverzuim en gedrag. U kunt bij elk contactmoment aanwezig zijn. Inentingen In het jaar dat uw kind 9 jaar wordt, krijgt hij of zij de laatste twee inentingen tegen DTP (Difterie, Tetanus en Polio) en BMR (Bof, Mazelen en Rode hond). Meisjes van 12 jaar krijgen ook de vaccinatie tegen HPV (baarmoederhalskanker). De GGD verstuurt hiervoor uitnodigingen. Gezonde school De GGD helpt bij het realiseren van een veilige, gezonde en hygiënische school. Bijvoorbeeld door het voorkomen en bestrijden van hoofdluis en het geven van voorlichting over een gezonde leefstijl. Ook doet de GGD metingen over een gezond leefklimaat en adviseert de school hierin. Over de GGD Vanuit de Wet Publieke Gezondheid is de GGD verantwoordelijk voor de jeugdgezondheidszorg van kinderen van 4 t/m 19 jaar. De GGD zet zich in om eventuele gezondheidsproblemen en -risico’s op te sporen en zo veel mogelijk te beperken. Onder meer via gezondheidsonderzoeken houdt de GGD (in samenwerking met de school) zicht op de lichamelijke, geestelijke en emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren. Zo ook op de gezondheidssituatie van uw kind. De GGD gaat zorgvuldig om met alle persoonsgegevens van u en uw kind. De GGD is partner in het Centrum voor Jeugd en Gezin. Hebt u vragen? Stuur een e-mail naar:
[email protected] Vermeld altijd de voor- en achternaam en geboortedatum van uw kind Of bel de GGD Brabant-Zuidoost via: 088 0031 414 op maandag t/m vrijdag: 9.00 - 11.00 uur en 14.00 - 15.00 uur Kijk op de website www.ggdbzo.nl/ouders
28
GGD Brabant-Zuidoost Postbus 8684 6505 KR Eindhoven 4.5
Bezoekadres Clausplein 10 5611 XP Eindhoven
www.ggdbzo.nl /ggdbzo @ggdbzo
Overgang leerlingen naar het VO Voor de toelating op een school voor voorgezet onderwijs zijn enkele zaken wettelijk verplicht: het advies van de basisschool; de uitslag van een toets of test Voor het volgende schooljaar zijn de afnamedata nog niet bekend. Vanaf april 2015 komt er een eindtoets. Op het moment van schrijven van dit document was nog niet bekend om welke eindtoets dit zal gaan. Naast een landelijke toets voor groep 8 wordt ook de NIO afgenomen. De NIO (Nederlands Intelligentie Onderzoek). Deze test is voor alle kinderen te maken en geeft aan wat een kind al beheerst op het moment van afname. Het geeft een beeld van de capaciteiten van een kind. Elke school voor voortgezet onderwijs heeft een zogenaamde toelatingscommissie die het advies van de basisschool en de uitslag van de eindtoets basisonderwijs en de NIO bekijkt. Voor leerlingen die in aanmerking komen voor VMBO met Leerwegondersteuning en Praktijkonderwijs geldt een afzonderlijke procedure, waarbij een onafhankelijke instantie bepaalt of leerlingen al of niet toelaatbaar zijn. Dit is de Regionale Verwijzings Commissie. De procedure betreffende de overgang naar het voortgezet onderwijs wordt tijdens een informatieve ouderavond met de ouders besproken. Tenslotte vinden er met de ouders gesprekken plaats, waarbij de school een advies uitbrengt. Doel van dit alles is om in goed overleg tussen school en ouders onze leerlingen naar een school voor voortgezet onderwijs door te laten stromen, die past bij zijn/haar mogelijkheden en interesses. Ook nadat onze leerlingen in het voortgezet onderwijs geplaatst zijn, vindt er nog regelmatig terugkoppeling plaats. Alle scholen van voortgezet onderwijs sturen rapportcijfers van oud-leerlingen naar de basisschool van herkomst. Belangrijk: Basisschool de Zevensprong geeft alleen advies betreffende de verwijzing naar het voortgezet onderwijs. Ouders en kinderen mogen verder zelf hun keuze maken. De school voor voortgezet onderwijs waar het kind wordt aangemeld beslist of uw kind daar wordt aangenomen. Dit gaat al dan niet in overleg met de basisschool en/of met de ouders.
zelfstandig
29
HOOFDSTUK 5: HET SCHOOLPERSONEEL
Directeur:
Mw. P Timmermans
Onderwijs Personeel: Groep 1/2 Groep 1/2 Groep 3
Notstr.
Marieke de Bruin
Irene Bakker
Haktol
Marianne van Ginhoven
Irene Bakker
Notstr.
KimSprokhollt
Colleen Abram
Groep 4
Notstr.
Ronny Vincken
Henny Manders
Groep 5
Haktol
Marco Ronken
Bernadette Wouters
BGroep 5/6 Groep 6
Haktol
Michiel Bakker
Patricia Kruithof
Haktol
Marja de Boer
Yvonne de Jager
Groep 7
Haktol
Bernadette Wouters
Michiel Bakker
Groep 7/8 Groep 8
Haktol
Jacqueline Dufils
Carlie Netten
Haktol
Ineke Damen
Kees Beenker
Onderwijs Ondersteunend Personeel: Administratief Yvonne Ketellapper medewerkster: Conciërge:
Geert Schreuders
Onderwijsassistente:
Dionne van Gestel
Ondersteuner: Richard van den Broek Clusterwerken: Patty Spoek, Henny Manders, Carlie Netten, PepienTimmermans Compensatiedagen: Carlie Netten en Marjon van Keersop
5.2
Bapo (Bevordering ArbeidsParticipatie Ouderen) Het is een maatregel die de bedoeling heeft de werkdruk van oudere leerkrachten te verminderen. De oudere leerkracht kan aangeven hoeveel uur hij/zij minder per week wil werken. Daarvoor wordt dan salaris ingehouden, waardoor een andere leerkracht deze uren in kan vullen.
30
5.3
Scholing Om de vaardigheid van de leerkrachten op peil te houden en om vernieuwingen binnen het onderwijs te kunnen toepassen, besteedt iedere leerkracht 10 % van zijn jaartaak aan deskundigheidsbevordering. Deze bestaat uit gezamenlijke nascholing, individuele cursussen, studiemiddagen en het bijhouden van vakliteratuur. Daarnaast vindt er op school een gesprekkencyclus plaats. Middels een bekwaamheidsdossier, gestart door de directeur, worden er elk jaar persoonlijke gesprekken gehouden. Dit zijn de POP-gesprekken (Persoonlijk Ontwikkel Gesprekken). In navolging daarvan vinden er ook functionerings- en beoordelingsgesprekken plaats. Binnen de stichting wordt gewerkt aan een kader waarin alle scholen van de stichting ruimte krijgen voor een schoolspecifieke invulling m.b.t. de gesprekken maar waardoor er wel eenheid ontstaat. Zo zal elke werknemer uiteindelijk de procedure op alle scholen herkennen, is de bedoeling.
31
HOOFDSTUK 6: DE OUDERS 6.1
Het belang van de betrokkenheid van ouders Zoals al eerder genoemd is de opvoeding een taak van ouders en school samen. Tot de opvoeding behoort ook het volgen van onderwijs. Zoals de ouders van de school mogen verwachten dat de school haar taken goed uitvoert, zo mag de school van de ouders verwachten, dat ze belangstelling hebben voor wat op school gebeurt en zeer zeker voor datgene wat specifiek hun kind aangaat. Belangstelling van ouders is een eerste vereiste voor het welbevinden van de leerling op school en zijn prestaties. Daarnaast wordt het zeer op prijs gesteld als ouders actief deelnemen aan buitenschoolse activiteiten en/of actief zijn als hulpouder. Ook de participatie in de oudercommissie en/of de MR (medezeggenschapsraad) wordt gewaardeerd. Belangrijk is dat ouders bij (vermeende) problemen meteen contact opnemen met de school. Het spreekwoord “Voorkomen is beter dan genezen” is hier van toepassing. Dit vraagt omgekeerd van de school dat men openstaat voor (kritiek van) ouders en serieus met hun wensen en opmerkingen omgaat. De ouders mogen van de school en leerkrachten verwachten dat ze zich steeds voor de volle 100% inzetten voor het kind en speciale aandacht geven aan die kinderen die extra zorg nodig hebben. Dit vraagt van de leerkrachten ook een grote openheid richting ouders. Ook hier geldt bovenstaand spreekwoord.
6.2
Informatievoorziening Schoolkalender. In de eerste week van het schooljaar ontvangt elk gezin de schoolkalender. Per pagina zijn aan de voorzijde per maand de data van alle activiteiten opgenomen. Aan de achterzijde treft u informatie aan over de wijze waarop het onderwijs op onze school is ingericht en georganiseerd. Het betreft een samenvatting van de informatie uit de Schoolgids Schoolgids. Deze gids geeft uitgebreide informatie over onze school, geeft aan waar de school voor staat en is gemaakt in samenwerking met de medezeggenschapsraad. Elk gezin zal aan het begin van het schooljaar de schoolgids ontvangen. Kleppertje. Wij houden u zoveel mogelijk op de hoogte van wat er op school gebeurt. Om de twee weken wordt er op vrijdag een nieuwsbrief op de site gezet. We kijken dan terug en vooruit. In deze nieuwsbrief ontvangt u daarmee informatie die op korte termijn van belang kan zijn. Leest u deze mededelingen a.u.b. goed door. De ouders krijgen ’t Kleppertje via de mail te lezen. Ook wordt ‘t Kleppertje op de site geplaatst. Tussentijdse berichten. Het kan voorkomen dat er een spoedbericht naar huis moet. Dat gebeurt niet vaak maar als het zo is, gaan deze berichten altijd schriftelijk. Op die manier kunnen er geen vergissingen zijn. Website. Regelmatig worden er nieuwe berichten, foto’s of andere van belang zijnde informatie op de website geplaatst. De website is vernieuwd sinds 1 januari 2013. We hebben er vele positieve reacties op gekregen. Informatieavond. Aan het begin van het schooljaar wordt u als ouder uitgenodigd voor een informatieavond per groep. De ouders van de leerlingen die gedurende de eerste maand instromen worden ook uitgenodigd. Deze avond dient als kennismaking enerzijds en als informatievoorziening over de bijzonderheden van dat leerjaar anderzijds. U wordt dan ook gevraagd of u zich aan wilt melden voor diverse activiteiten door het jaar heen. Mail. Wat kleinere berichten gaan via de groepsleerkracht naar u als ouders, verzorgers wanneer het bijvoorbeeld gaat om het vragen van uw hulp bij een activiteit of uitstapje.
32
6.3
Medezeggenschap Een medezeggenschapsraad, kortweg MR genoemd, is voor elke (basis)school wettelijk verplicht. In de MR zijn ouders en leerkrachten vertegenwoordigd. Het aantal leden is afhankelijk van het aantal leerlingen. De MR behartigt de belangen van zowel personeel, als leerlingen en ouders en die van de totale school. Hiervoor is een reglement opgesteld. Daarin zijn taken en bevoegdheden vastgelegd. Deze staan in artikel 30 t/m 33. De MR heeft twee belangrijke bevoegdheden nl. instemmingbevoegdheid en adviesbevoegdheid. Naast de MR bestaat er een GMR. Hierin zitten vertegenwoordigers van zowel ouders als leerkrachten van alle scholen die tot het bestuur Stichting Best Onderwijs behoren. De taken zijn hetzelfde als die van de MR maar dan op bovenschools niveau. Het reglement van de MR en de GMR ligt op school ter inzage.
6.4
Ouderraad De ouderraad (OR) bestaat uit zoveel leden als er groepen zijn. De ouderraad is een schakel tussen ouders en school. Een klankbord voor de school om de mening van de ouders te horen. Als u ouder bent van een leerling op onze school dan kunt u zich verkiesbaar stellen als lid van de ouderraad. De OR werkt waar dat mogelijk is samen met het team. Samen bouwen aan een fijne schoolomgeving voor de kinderen. De ouders zijn hiermee direct betrokken bij de ontwikkelingen binnen De Zevensprong. De ondersteuning bij de verschillende activiteiten stellen wij zeer op prijs. Om haar taken te realiseren heeft de OR de beschikking over de ouderbijdrage. De ouderraad int en beheert de ouderbijdrage. Hierbij moet worden gedacht aan educatieve projecten, extra aankleding van de beide locaties bij een groot thema of feest, schoolverlaterskamp, kennismakingsactiviteiten, themadagen, ‘t kleppertje, sport en spel, en vieringen. Zonder de ouderbijdrage is dit alles veel beperkter te realiseren of gaat realisatie direct ten koste van andere belangrijke zaken. Jaarlijks wordt er een jaarvergadering gehouden waarin de begroting en besteding besproken wordt. Vanuit het oogpunt van ouders denkt de OR mee over de plannen m.b.t. activiteiten van de school. Dit kan op verzoek van het team gebeuren en op initiatief van de OR. Ook is het mogelijk dat ouders een thema aan de OR aanreiken. Organiseren van vieringen en feesten. Organiseren van thema-avonden met een informatief- of discussiekarakter. Elk jaar wordt een avond wordt georganiseerd met een ander thema. Via de kalender worden de data van de vergaderingen bekend gemaakt. De vergaderingen zijn openbaar. Een vertegenwoordiger van het team bezoekt de vergaderingen van de ouderraad om een direct contact te houden. De OR doet o.a. jaarlijks een voorstel voor de hoogte en de besteding van de ouderbijdrage. Op de ORjaarvergadering legt de OR verantwoording aan de ouders af over het functioneren en het gevoerde beleid van het afgelopen jaar. Op deze vergadering wordt ook de hoogte van de vrijwillige ouderbijdrage vastgesteld. Voor een kind dat niet het hele schooljaar op onze school zit wordt de hoogte van de ouderbijdrage aangepast.
6.5
Stichting “Leergeld” Best Voor ouders van schoolgaande kinderen met een laag inkomen is er stichting “Leergeld”. Zij kunnen u financieel helpen met de kosten die de school met zich meebrengt (overblijfkosten, jeugdbladen, schoolmelk, schoolreis, schoolkamp, ouderbijdrage, enz.). U kunt hen bereiken op tel.nr. 06-27650302, email:
[email protected], website: www.leergeld.nl
33
HOOFDSTUK 7: SCHOOLONTWIKKELING EN KWALITEITSZORG Een school is geen statisch gegeven, maar is steeds in ontwikkeling. Voortdurend zijn we daarom bezig om ons onderwijs aan te passen en te verbeteren. Dat doen we door de materiële en personele faciliteiten zo optimaal mogelijk te benutten, maar ook door samen te werken met andere scholen en instanties. Een dergelijke aanpak maakt deel uit van de kwaliteitszorg: systematisch en regelmatig probeert de school de kwaliteit van onderwijs en leren en van de opbrengsten, vast te stellen en zo nodig acties te ondernemen om de kwaliteit te verbeteren en te borgen. Een goed voorbeeld daarvan is het werken met een schoolontwikkelingsplan.
7.1
Het benutten van materiële en personele faciliteiten
7.1.1
Het gebruik van goede methoden. In onze school proberen we les te geven met behulp van moderne lesmethoden. In de afgelopen jaren hebben we vrijwel voor alle vakgebieden nieuwe onderwijsleerpakketten aangeschaft. Hierin staan vermeld de lesdoelen, de leerstofkeuze, de benodigde materialen, didactische werkvormen en de manier waarop er gedifferentieerd en getoetst kan worden. Bij het kiezen van lesmateriaal stellen we ons steeds de vraag: ‘Kunnen kinderen goed leren met behulp van deze methoden, ziet het materiaal er aantrekkelijk uit en past het binnen ons clustersysteem? Er zijn kinderen die extra moeilijk werk aan kunnen en kinderen die veel extra herhaling nodig hebben. We letten er bij de aanschaf van nieuwe methoden op of deze voor beide groepen voldoende leerstof bevat. Ook gaan we na of de leerstof voldoende ruimte biedt voor de eigen inbreng van de leerlingen. Daarnaast is het van belang in welke mate de methode ruimte biedt voor zelf handelend en ontdekkend bezig zijn. Verder kijken we of de methode voldoet aan de kerndoelen. Kerndoelen zijn door de minister per vakgebied vastgestelde minimumdoelen. Vanaf 1 augustus 2010 is de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in werking getreden. Dat houdt o.a. in dat scholen vanaf dat moment bij de verzorging van het onderwijs op basis van de kerndoelen, de referentieniveaus als uitgangspunt nemen. Hiermee worden voor leerlingen doelen bepaald die gericht zijn op het bereiken van een zo hoog mogelijk niveau. Omdat deze wet nog in ontwikkeling is wat betreft de inbedding zal de inspectie de komende jaren alleen nog kijken naar de resultaten gehaald op basis van de huidige werkwijze.
7.2
Gebruik maken van de mogelijkheden tot samenwerking Op een aantal manieren werkt onze school samen met andere scholen en instanties om op die manier het onderwijs verder te ontwikkelen en te verbeteren. De PO-VO raad is hiervan een voorbeeld. De samenwerking met de Rungraaf als partner binnen het WSNS houdt tot op heden in dat er soms om advies gevraagd wordt wanneer er zich een specifiek probleem bij een kind voordoet. De Rungraaf is echter wel aangesloten bij een deel van de directie-overleggen binnen Stichting Best Onderwijs. Zo ook het Heerbeeck.
7.2.1
Weer Samen Naar School Onze school maakt deel uit van het samenwerkingsverband WSNS. Uitgangspunt van WSNS is om kinderen kansen te bieden zich optimaal te ontwikkelen in hun eigen omgeving. Daarbij wordt gestreefd naar een sluitende en geïntegreerde aanpak voor (zorg)leerlingen in hun eigen buurt door verdere professionalisering van het onderwijs. Aandachtspunten voor de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs zijn:
34
afstemmen van het onderwijs op de behoeften van de kinderen; ontwikkelen van leerkrachtvaardigheden; optimaliseren van de leerlingenzorg; onderlinge verwijzing tussen scholen en expertise-uitwisseling; minder verwijzingen naar de speciale basisschool; open staan voor plaatsing vanuit speciaal onderwijs verbeteren van de bovenschoolse zorg; verbreding van het continuüm aan zorg; duidelijke procedures in samenhang met schoolontwikkeling.
Uitgebreidere informatie over WSNS is terug te vinden in het zorgplan WSNS. 7.3
Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg gaat over activiteiten die erop gericht zijn de kwaliteit van het onderwijs te bewaken. Hieronder wordt aangegeven welke activiteiten wij ondernemen om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken.
7.3.1
Systematische bewaking van de kwaliteit van het onderwijs De volgende activiteiten worden door de school op dit gebied ondernomen: 1. De school brengt de eigen uitgangssituatie in beeld. In het schoolplan wordt deze uitgangssituatie beschreven, waaronder de kenmerken van de leerlingenpopulatie. Deze kenmerken zijn belangrijk als inputvariabelen en bepalen voor een gedeelte de keuzes die de school maakt. 2. Het formuleren van doelen. In hoofdstuk 2 van het schoolplan wordt hier nader op ingegaan. De wettelijke eisen zoals geformuleerd in de wet op het primair onderwijs (WPO) en de kerndoelen worden door de school als uitgangspunt genomen voor het formuleren van haar doelen. Gelet op de eigen uitgangssituatie van de school en de eigen visie op onderwijs worden daarbij eigen accenten gelegd. 3. Systematische evaluatie van de kwaliteit van de opbrengsten en van het onderwijs en leren. Tevredenheidspeiling Basisonderwijs: Deze peiling gaat uit van “DUO-ONDERWIJSONDERZOEK”. In het kader van de kwaliteitszorg wordt er in principe om de twee jaar een tevredenheidsonderzoek onder de ouders, leerlingen en personeel gehouden. We willen daarmee bereiken dat we actueel en goed geïnformeerd zijn over de wijze waarop u de school ervaart. We willen graag weten wat u als sterke en minder sterke punten aanduidt. Mede aan de hand van deze gegevens kunnen we onze verbeterpunten benoemen, opnemen in onze ontwikkelingsplannen en vervolgens daaraan uitvoering geven. Deze plannen staan o.a. beschreven in het schoolplan en de schoolgids van onze school. Het instrument dat we daarvoor hebben vastgesteld is een tevredenheidspeiling van “Duo-onderwijsonderzoek”. De peiling bestaat uit een standaardvragenlijst die door de computer verwerkt wordt tot een schoolrapport met een geschreven samenvatting/conclusie en een tabellenoverzicht van de resultaten. Hierbij wordt de school vergeleken met het landelijke gemiddelde. In schooljaar 2012-2013 is voor het laatst een dergelijk onderzoek afgenomen. In het jaarplan voor schooljaar 2013-2104 worden de verbeterpunten meegenomen voor zover mogelijk.
35
4. Gericht werken aan verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs. De school formuleert in het schoolplan de beleidsvoornemens voor een planperiode van 4 jaar (2014-2018 ). Er wordt met iedere leerkracht een persoonlijk ontwikkeltraject in gang gezet om zo goed mogelijk invulling te kunnen geven aan de concrete activiteiten in de klassensituatie. Dit vindt plaats in de vorm van POP-gesprekken die met de directie gevoerd worden. Dit resulteert in begeleidings- en nascholingsafspraken. In de opeenvolgende jaarplannen wordt aangegeven in hoeverre de personele en materiële middelen de schoolverbetering mogelijk maken en er eventueel extra inzet noodzakelijk is. Tevens worden mede op basis van de resultaten van de evaluatie van het jaarplan de nascholingsprioriteiten vastgesteld maar ook de inhoud van de studiemiddagen kan hierdoor bepaald worden. 5. Verantwoording afleggen aan belanghebbenden over de onderwijskwaliteit. De school doet dit op de volgende manieren. Allereerst aan de ouders via de schoolgids (zie o.a. hoofdstuk 8). Op de tweede plaats wordt verantwoording afgelegd aan de lokale overheid. Op de derde plaats wordt verantwoording afgelegd aan het bestuur middels een jaarverslag. Daarnaast vindt er na elke toets ronde (in januari en mei/juni) een gesprek plaats met de adjunct algemeen directeur van de Stichting. In dit gesprek wordt bekeken wat de resultaten van de toets ronde zijn en geeft de school aan wat de vervolgacties zullen zijn. 6. De zorg voor kwaliteit is systematisch. De activiteiten die de school ontplooit, maken deel uit van een beleidscyclus van vier jaren. (schoolplan, jaarplannen en jaarverslagen). Er is sprake van een continu proces van evaluatie- en verbeteringsactiviteiten. De schoolleiding vertaalt de veranderingsonderwerpen in operationele doelen, zorgt voor de uitvoering en evalueert de opbrengsten. De schoolleiding zorgt voor het faciliteren en toerusten van de betreffende medewerkers en ziet er op toe dat de verbeteringsactiviteiten tot het gewenste resultaat op langere termijn leiden. Hierbij werkt zij samen met de beide bouwcoördinatoren en met de IB’ers. Elk heeft een eigen rol/ taak in deze welke door de directeur vastgesteld wordt. 7. Gedurende de schoolloopbaan van leerlingen. Voor dit kwaliteitsaspect hanteert de school een leerlingvolgsysteem met een eigen toets kalender. De school put in belangrijke mate uit het aanbod van het Cito. Het gebruik van de toetsen hebben binnen de school een tweeledig doel. Regelmatig wordt nagegaan of leerlingen de aangeboden leerstof beheersen en/of bepaalde leerdoelen bereikt zijn. Leerlingen hebben immers een voortdurende en zorgvuldige feedback nodig. De school zelf zorgt ervoor op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen van de leerlingen, zo kan zij eventuele (leer)problemen in een vroegtijdig stadium opmerken en erop inspelen. Ouders/verzorgers worden tijdens de rapportages geïnformeerd over de toets resultaten van hun kind. Ouders die zich aangemeld hebben voor het ouderportaal van Parnassys kunnen zelf tussentijds ook kijken naar de resultaten van hun kind. Bovendien wordt uit de opbrengsten van het onderwijs afgeleid hoe de school haar functies vervult en haar doelstellingen bereikt. Eventuele aanpassingen op groeps- en/of schoolniveau kunnen hiervan het gevolg zijn. Jaarlijks wordt het toets aanbod kritisch bekeken en waar nodig aangepast.
36
HOOFDSTUK 8: DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS
8.1
De resultaten gedurende en aan het einde van de schoolperiode Elke school, dus ook onze school, wil graag goede resultaten bereiken, zeker wat betreft de basisvaardigheden taal en rekenen maar ook op sociaal-emotioneel gebied. We willen uit onze kinderen halen 'wat erin zit'. Jaarlijks wordt door de inspectie van het onderwijs op grond van de toetsgegevens uit het leerlingvolgsysteem (landelijk genormeerde toetsen voor technisch lezen, rekenen en wiskunde en begrijpend lezen) en de resultaten van de eindtoets van het basisonderwijs (Cito) een oordeel gegeven over de opbrengsten van de school.
8.2
Uitstroomgegevens naar het voortgezet onderwijs In onderstaande tabellen treft u de uitstroomgegevens aan van de leerlingen van groep 8 over de afgelopen 4 jaren.
Jaar
Aantal
B/K LWOO
B/K
VMBOT
2011 2012 2013 2014
34 41 40 44
2,9% 10% 0% 11%
23,5% 17% 17,5% 14%
35,4% 25% 15% 7%
VMBOT HAVO 0% 2% 10% 7%
HAVO
HAVO VWO
VWO
VWO+
score
23,5% 17% 12,5% 11%
2,9% 7% 17,5% 23%
11,8% 22% 22,5% 25%
0% 0% 5% 2%
531,4 534,5 538 537,4
Wellicht handig om te weten dat elke Eind-cito score afgezet wordt tegen vergelijkbare scholen. Dat houdt in; scholen met een zelfde populatie wat opleiding van ouders betreft. Elke school valt in een categorie welke aangeduid wordt met een cijfer. Binnen die categorie worden de scores met elkaar vergeleken. Er wordt dus niet landelijk met alle basisscholen vergeleken. Daarnaast is het zo dat de scores die hierboven vermeld staan, scores zijn die niet gecorrigeerd zijn. Een score kan gecorrigeerd worden door de inspecteur wanneer er voldaan wordt aan bepaalde voorwaarden. De afgelopen jaren voldeden wij hieraan en dus zijn de scores in positieve zin (hoger dus) gecorrigeerd. Omdat deze correctie echter pas na 4 jaar officieel toegepast wordt zijn deze dus niet terug te vinden in het schema hierboven. Een uitslag van een eindtoets is en blijft een momentopname. Het is een gemiddelde van een groep waarin vele factoren op het moment van afname een rol spelen. Ook de niveauverschillen binnen een groep hebben invloed op het eindgemiddelde. De bijgehouden ontwikkeling van een leerling gedurende de schoolloopbaan stelt ons enerzijds in staat een inschatting te maken van de capaciteiten van een kind en anderzijds een passend advies te geven voor de uitstroom naar het VO. Dat neemt niet weg dat wij wel degelijk waarde hechten aan een laatste afname van een eindtoets in welke vorm dan ook. Het bevestigt vaak wat wij al weten en bovendien heeft het VO een dergelijke indicatie nodig om al dan niet tot plaatsing over te gaan. De afname van de NIO vinden wij daarom ook van belang. Deze toets maakt de capaciteiten van uw kind nogmaals duidelijk.
37
HOOFDSTUK 9: REGELING SCHOOL- EN VAKANTIETIJDEN
9.1
9.2
Schooltijden De schooltijden zien er als volgt uit: Locatie Haktol: - Maandag - Dinsdag - Woensdag - Donderdag - Vrijdag
8.35 -12.05 8.35 -12.05 8.35 -12.05 8.35 -12.05 8.35 -12.05
13.05 – 15.05 13.05– 15.05
Locatie Burg. Notermansstraat: - Maandag - Dinsdag - Woensdag - Donderdag - Vrijdag
8.25 -11.55 8.25 -11.55 8.25 -11.55 8.25 -11.55 8.25 -11.55
12.55 -14.55 12.55 -14.55 12.55 -14.55 12.55 -14.55
Vakanties en vrije dagen Herfstvakantie: vrijdagmiddag 17 okt. t/m vrij. 24 oktober 2014 Kerstvakantie: vrijdagmiddag 19 dec. 2014 t/m vrij. 2 jan. 2015 Voorjaarsvakantie: vrijdagmiddag 13 feb. t/m vrij. 20 feb. 2015 Pasen: 6 april 2015 meivakantie: vrijdagmiddag 24 apr. t/m vrij. 8 mei 2015 Hemelvaart: 14 en 15 mei 2015 Pinksteren: maandag 25 mei 2015 roostervrije week: maandag 8 juni t/m vrijdag 12 juni 2015 Zomervakantie: vrijdagmiddag 17 juli t/m vrij. 28 augustus 2015 Vrije vrijdagmiddagen: vrijdag 17 oktober, 19 december, 13 februari, 24 april, 17 juli Studiemiddagen: Studiedag team:
9.3
13.05 – 15.05 13.05 – 15.05
9 okt, 20 jan, 24 mrt, 18 juni vrijdag 19 juni
Maatregelen ter voorkoming van schoolverzuim Er is sprake van ongeoorloofd schoolverzuim als een leerling zonder geldige reden niet op school aanwezig is. Hebben wij voor 09.00 uur niets van u gehoord dan is uw kind ongeoorloofd afwezig. Er wordt in de absentielijst een aantekening gemaakt van ongeoorloofd schoolverzuim. Ook wordt er een aantekening gemaakt van de kinderen die te laat komen. Als dit verzuim een grotere vorm aanneemt, wordt dit doorgegeven aan de leerplichtconsulent van de gemeente Best. Ongeoorloofd schoolverzuim kan leiden tot opstellen van een proces-verbaal. Strafrechtelijke maatregelen in de vorm van flinke geldboetes kunnen volgen.
38
9.4
. 9.5
9.6
Regels in geval van schoolverzuim U dient steeds bij het begin van de schooltijd (uiterlijk 09.00 uur) schriftelijk of telefonisch aan de school door te geven dat uw kind niet op school aanwezig kan zijn door b.v. ziekte, of dat uw kind later op school komt in verband met b.v. bezoek aan de dokter of tandarts. Wij verzoeken u overigens deze laatste bezoeken zoveel mogelijk buiten schooltijd te plannen. Verlof i.v.m. andere omstandigheden Soms kan het gebeuren dat u om andere redenen verlof wilt vragen voor uw kind. Dat kan slechts in uitzonderlijke gevallen zoals o.a. familieomstandigheden, geboorte van een broertje of zusje, huwelijken en jubilea t/m de 4e graad, kerkelijke bevestiging. Daarnaast kunt U verlof vragen in verband met verhuizing of bezoek aan een specialist. Regels voor extra vakantieverlof Vakantieverlof kan alleen door de directie worden gegeven. Het wordt gegeven volgens vaststaande regels: (1) één keer per jaar, (2) niet langer dan 10 schooldagen, (3) niet in de eerste 2 lesweken van het schooljaar. De schoolleiding staat vrij om niet in alle gevallen tot het verlenen aan vroegtijdig verlof over te gaan. Denk hierbij aan de leerlingen van groep 8 waarvan we het van groot belang vinden dat zij hun schoolperiode samen met hun klasgenootjes afsluiten. Een verzoek om vakantie buiten de daarvoor geldende periode dient altijd schriftelijk en met opgave van redenen ingediend te worden. U kunt hiervoor het juiste formulier van de website van school downloaden. U vult het in en de directeur tekent wanneer er toestemming wordt gegeven. Er moeten zéér dringende redenen zijn om buiten de vastgestelde vakantieperiode verlof te krijgen. Moet men van de werkgever van de ouder(s) of verzorger(s) buiten de wettelijke vakantieperiode verlof opnemen, dan dient het verzoek altijd vergezeld te gaan van een werkgeversverklaring. Een kopie van het afgewezen verlof wordt altijd verzonden aan de leerplichtconsulent of dit wordt persoonlijk doorgegeven door de directeur van de school. Krijgt u geen verlof en u gaat toch vervroegd op vakantie dan is sprake van ongeoorloofd schoolverzuim met alle gevolgen van dien. Zoals opmaken van proces-verbaal en strafrechtelijke vervolging. Wij zijn in deze gebonden aan de leerplichtwet. De school mag per jaar maximaal 10 dagen extra verlof verlenen. Maar niet om de vakantie langer te maken. Er zal nooit verlof verleend worden om later terug te keren van vakantie. Alle kinderen dienen de eerste schooldag op school aanwezig te zijn. Mocht U door ziekte of andere persoonlijke omstandigheden niet op tijd terug kunnen komen, dan dient altijd een schriftelijk bewijs overlegd te worden, waaruit de overmacht blijkt. Een verzoek om extra verlof in het geval van gewichtige omstandigheden voor meer dan 10 schooldagen per schooljaar moeten minimaal 4 weken van tevoren via de directie van de school ingediend worden bij de leerplichtconsulent van de gemeente Best.
39
HOOFDSTUK 10: BELANGRIJKE REGELINGEN
10.1
Schorsing en verwijdering van leerlingen Leerlingen kunnen voor een bepaalde tijd worden geschorst wegens wangedrag. Dit gebeurt niet eerder nadat de ouders hiervan schriftelijk op de hoogte zijn gebracht. Er wordt pas tot verwijdering overgegaan nadat er overleg is geweest tussen de groepsleerkracht, de directie en het bestuur. Een leerling kan alleen door het bestuur verwijderd worden. Het bestuur heeft de inspanningsverplichting om binnen 8 weken een andere school of instelling te zoeken waar de leerling geplaatst kan worden. Slaagt het bestuur hier niet in dan mag toch tot verwijdering worden overgegaan.
10.2
Afspraken betreffende de overstap van leerlingen naar andere scholen Het komt voor dat ouders een leerling willen overplaatsen naar een andere basisschool of een speciale school voor basisonderwijs. Om dit in goede banen te leiden zijn er een aantal afspraken gemaakt. Hieronder volgt een korte opsomming.
10.2.1 Afspraken bij de overstap naar een andere basisschool 1. In probleem- en conflictsituaties hebben ontvangende en afleverende school eerst overleg. Pas daarna volgt besluit tot aanname. 2. De ontvangende school meldt de inschrijving aan de afleverende school en de gemeente. 3. De afleverende school verstrekt de nodige informatie over leervorderingen, resultaten van toetsen, eventuele handelingsplannen etc. aan de ontvangende school. 4. De afleverende school stuurt bericht van uitschrijving aan de ontvangende school en de gemeente. 10.2.2 Afspraken bij een tussentijdse overstap Tussentijdse overname kan alleen bij verhuizingen en in bijzondere gevallen Bij verhuisgevallen geldt procedure 10.2.1 ad 4, 5 en 6. In andere gevallen 10.2.1 ad 3, 4, 5 en 6. In overleg met beide scholen wordt de datum van in- en uitschrijving bepaald. 10.3
Klachten en problemen: de weg naar een oplossing U kunt met vragen, kritische opmerkingen en klachten terecht bij de groepsleerkrachten als het gaat over uw kind of de klassensituatie. Als het gaat over algemene zaken kunt u daarvoor de directeur aanspreken. Zij is als eerste verantwoordelijk. Uiteraard is het bestuur eindverantwoordelijk. Het schoolbestuur heeft zich aangesloten bij de landelijke klachtencommissie, www.gcbo.nl
10.3.1 Interne contactpersoon/ externe contactpersoon In het kader van klachtenregeling heeft het bestuur naast de aansluiting bij bovengenoemde klachtencommissie ook een interne contactpersoon aangesteld en een externe vertrouwenspersoon. Op onze school is dat: Mw. Ineke Damen. Zij zal kinderen, ouders en leerkrachten begeleiden bij de eerste opvang van eventuele klachten en doorverwijzen naar de externe vertrouwenspersoon, mw. F. Wittkämper, huisarts in Best. Zij is te bereiken onder het schoolnummer of u loopt even binnen.
40
10.3.2 Onafhankelijke klachtencommissie Als de hierboven genoemde personen uw klacht of probleem niet op een bevredigende manier kunnen oplossen, kunt u voor een objectief onderzoek terecht bij onze klachtencommissie: We zijn aangesloten bij de landelijke klachtencommissie. www.gcbo.nl 10.4
Sponsoring, giften en donaties Onder sponsoring verstaan we geldelijke bijdragen die niet door de overheid worden verstrekt of afkomstig zijn uit de ouderbijdrage. In 1997 heeft de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in overleg met 15 onderwijsorganisaties een convenant over sponsoring ondertekent. Het bestuur houdt zich hierbij aan het ‘convenant sponsoring’ van 13 februari 1997 en is verantwoordelijk voor wat er aan sponsoring op de scholen gedaan wordt. Bij sponsoring wordt altijd een schriftelijke overeenkomst opgemaakt.
41
HOOFDSTUK 11 : ENKELE BELANGRIJKE NAMEN EN ADRESSEN
BASISSCHOOL DE ZEVENSPRONG Haktol 1 (hoofdlocatie) 5683 LL Best Tel. 0499 – 330475 e-mail :
[email protected]
Directeur: Mw. P. Timmermans
[email protected]
Medezeggenschapsraad: Oudergeleding: Mw. K. van Wieringen Mw. I. van Hulten Mw. A. van den Braak Personeelsgeleding: Mw. B. Wouters, Dhr. H. Manders, Dhr. M. Ronken
Oudervereniging: Mw. J. Wisgerhof (voorzitter) en Dhr. De Bruin (secretaris).
Contactpersoon als vertrouwenspersoon: Mw. I. Damen Intern begeleiding: Mw. P. Spoek en Mw. M. van Keersop
Overblijven Lunch Club: Teamleider: Mw. T. Ackermann Tel. 06-10419625
BREDE SCHOOL DE ZEVENSPRONG Brede school overleg werkgroep: Monique Cocu:
Korein
Marthy Raaijmakers: Bam Bam Pepien Timmermans: BS De Zevensprong
SCHOOLBESTUUR Stichting Best Onderwijs Postbus 275, 5680 AG best Tel: 0499 – 376120 e-mail:
[email protected] website: www.stichtingbestonderwijs.nl
College van Bestuur: - Dhr. E. Leenders, - Mw. M. Brugge
42
GGD REGIO Zuidoost Brabant
INSPECTIE BASISONDERWIJS
Postbus 810 5700 AV Helmond 040-2071985
Dhr. C.P.M. Lintermans Postbus 530 5600 AM Eindhoven 040-2197000
LEERPLICHTCONSULENT
PEUTERSPEELZAAL Bam Bam
Dhr. J. Smolders Raadhuisplein 1 5683 EA Best 0499-360393
Notermansstraat 29a 5683 MP Best 0499-373730
ONDERWIJSGESCHILLEN
STICHTING LEERGELD BEST e.o.
Stichting Onderwijsgeschillen Postbus 85191 3508 AD Utrecht tel. 030-2809590 e-mail:
[email protected] website : www.onderwijsgeschillen.nl
06-27650302
[email protected] www.leergeld.nl