Eindrapport Commissie van Wijzen VVV-Venlo (Openbare versie) 3 december 2015
Inhoudsopgave 1.
2.
3.
Inleiding ........................................................................................................................ 4 1.1.
Aanleiding ............................................................................................................... 4
1.2.
Opdracht Commissie van Wijzen............................................................................. 4
1.3.
Samenstelling commissie ........................................................................................ 5
1.4.
Interpretatie van de opdracht ................................................................................... 5
1.5.
procesbeschrijving................................................................................................... 6
Relaties gemeenten – betaald voetbal organisaties .................................................. 7 2.1.
Inleiding................................................................................................................... 7
2.2.
Algemeen ................................................................................................................ 7
2.3.
Varianten................................................................................................................. 8
2.4.
Beeld en bevindingen commissie ............................................................................ 9
Maatschappelijke waarde VVV-Venlo.........................................................................11 3.1.
Inleiding..................................................................................................................11
3.2.
Maatschappelijke waarde van BVO’s .....................................................................11 3.2.1. Onderzoeken naar maatschappelijke waarde van BVO’s .................................... 11 3.2.2. Maatschappelijke waarde BVO’s.............................................................................. 12
3.3.
Maatschappelijke waarde VVV-Venlo .....................................................................13 3.3.1. Huidige maatschappelijke waarde VVV-Venlo ....................................................... 13 3.3.2. Uitbreiding maatschappelijk verzorgingsgebied..................................................... 16
3.4. 4.
Beeld en bevindingen commissie ...........................................................................17
Accommodatie.............................................................................................................18 4.1.
Inleiding..................................................................................................................18
4.2.
Het stadion .............................................................................................................18 4.2.1. Onderhoud ................................................................................................................... 18 4.2.2. Capaciteit en bezettingsgraad .................................................................................. 19
4.3.
Parkeerterrein ........................................................................................................19
4.4.
Veiligheid in en om het stadion ...............................................................................20
4.5.
Gebruik van het stadion .........................................................................................20
4.6.
Beeld en bevindingen commissie ...........................................................................20
2
5.
Financiële situatie VVV Venlo.....................................................................................22 5.1.
Inleiding..................................................................................................................22
5.2.
Stichting Stadion VVV Venlo ..................................................................................22 5.2.1. Financiering Stadion VVV Venlo .............................................................................. 22 5.2.2. Voorziening groot onderhoud.................................................................................... 23 5.2.3. Exploitatie en liquiditeitsontwikkeling stichting stadion VVV Venlo ..................... 23
5.3.
VVV Venlo B.V. (BVO) ...........................................................................................26 5.3.1. Begroting 2015-2016 .................................................................................................. 26 5.3.2. Licentie KNVB ............................................................................................................. 26 5.3.3. Exploitatie VVV-Venlo BV.......................................................................................... 27 5.3.4. Financiële positie ........................................................................................................ 30
6.
7.
5.4.
Stichting VIA VVV ..................................................................................................31
5.5.
Beeld en bevindingen commissie ...........................................................................32
Beleid bestuur VVV-Venlo...........................................................................................34 6.1.
Inleiding..................................................................................................................34
6.2.
Juridische structuur ................................................................................................34
6.3.
Een korte terugblik .................................................................................................34
6.4.
Huidige situatie.......................................................................................................35
6.5.
Beeld en bevindingen commissie .........................................................................356
Conclusies ...................................................................................................................38
Bijlage I: Organisatiestructuur VVV-Venlo ............................................................................41 Bijlage II: Briefwisseling VVV Venlo - gemeente Venlo (januari 2015) ..................................42 Bijlage III: Samenstelling en begeleiding Commissie van Wijzen ..........................................45 Bijlage IV: Overzicht activiteiten VIA VVV 2013-2014…………………………………………...46 Bijlage V: Beoordeling stadionplannen door gemeentelijke bouwkundigen ...........................46 Bijlage VI: Voorwaarden KNVB………………………………………………………...…………..53 Bijlage VII: Exploitatie VVV Venlo BV.. .................................................................................59 Bijlage VIII: Schriftelijke wederhoor VVV-Venlo (inclusief bijlagen)…………………...……….64 Bijlage IX: Reactie commissie van Wijzen op schriftelijke wederhoor VVV-Venlo………...…75
3
1. Inleiding 1.1. Aanleiding1 VVV-Venlo heeft in een brief van 16 januari 2015 het College van B&W van de gemeente Venlo (college) laten weten enkel op eigen kracht niet meer in staat te zijn als volwaardige Betaald Voetbal Organisatie (BVO) de begroting sluitend te krijgen. Gezien deze situatie doet VVV-Venlo een beroep op de belangrijkste stakeholders, waaronder de gemeente Venlo. Het college heeft aangegeven in overleg te willen gaan met het gehele bestuur van VVVVenlo ter bespreking van de ontstane situatie. Een uitnodiging hiertoe is begin februari verstuurd en heeft geleid tot een eerste bestuurlijk overleg (BO) tussen college en VVVVenlo op 10 maart 2015. Tijdens het BO van 10 maart heeft VVV-Venlo een presentatie gegeven over de club, de huidige situatie, de waarde lokaal en regionaal en de financiële situatie. Tevens is tijdens dat overleg aan het college gevraagd of zij bereid is gezamenlijk te werken aan de drie pijlers van VVV-Venlo (“Voetbal”, “Sociaal-maatschappelijk” en “Bedrijfsleven”) en een eenmalige bijdrage van € 4 miljoen (accommodatie en infrastructuur) en een jaarlijkse bijdrage van € 0,5 miljoen (maatschappelijke functie en jeugdopleiding) te leveren. Tijdens dat BO is afgesproken dat ambtelijk een ‘foto’ wordt gemaakt van de feitelijke financiële situatie van de club. De ‘foto’ is op 21 april in het college besproken. Op 12 mei heeft het tweede BO plaatsgevonden. Tijdens dat BO is vastgesteld dat de uitkomsten van de (financiële) ‘foto’ breed worden gedeeld. Afgesproken is dat de situatie bij VVV-Venlo nader onder de loep zal worden genomen: Het college zal het politieke draagvlak voor betaald voetbal gaan verkennen. De gemeente Venlo heeft toegezegd om een onafhankelijke commissie van Wijzen (commissie) aan te stellen die het college objectief moet adviseren over het maatschappelijk belang van, en de situatie bij VVV-Venlo. Ter ondersteuning van deze commissie wordt tevens vanuit de gemeente een begeleidingsgroep opgericht, waarin ook de raad is vertegenwoordigd. VVV-Venlo zal tegelijkertijd zelf een toekomstvisie gaan opstellen voor VVV-Venlo. De voorliggende rapportage bevat de analyse en het advies van de Commissie van Wijzen op basis van de concrete situatie op 30 september 2015, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de BVO VVV-Venlo (VVV-Venlo), de Stichting Stadion VVV en VIA VVV (zie bijlage I). 1.2. Opdracht Commissie van Wijzen De onafhankelijke commissie is verzocht middels een objectief onderzoek antwoorden te geven op de volgende vragen: 1. Heeft BVO VVV-Venlo voor (de regio) Venlo maatschappelijke waarde, en zo ja wat en hoe groot is deze maatschappelijke waarde dan? 2. Hoe moet de huidige situatie van VVV-Venlo in kwalitatieve zin worden beoordeeld? 3. Hoe moet – op basis van de voorliggende financiële foto - de financiële situatie van VVVVenlo worden beoordeeld? Tevens is de commissie gevraagd om op basis van de door haar geformuleerde antwoorden en objectief eindadvies te geven aan het college.
1
De beschreven briefwisseling tussen VVV Venlo en de gemeente is in bijlage II opgenomen.
4
1.3. Samenstelling commissie De commissie van Wijzen is als volgt samengesteld: De heer J. van Graafeiland (voorzitter) De heer P. Janssen De heer L. Litjens De heer J. Vlaminckx De commissie wordt ondersteund door een ambtelijke secretaris, de heer J. Hensgens van de gemeente Venlo. Daarnaast is er een begeleidingsgroep opgericht waarin het college, de raad en de ambtelijke organisatie zijn vertegenwoordigd (zie bijlage III). Deze begeleidingsgroep vervult de rol van klankbord voor de commissie. Het college vormt de opdrachtgever van de commissie.
1.4. Interpretatie van de opdracht De commissie van Wijzen heeft de opdracht op 20 mei aanvaard en de opdracht als volgt geïnterpreteerd en aangescherpt: Voor een zorgvuldige analyse en gedegen advies is voldoende tijd nodig. De financiële situatie van VVV-Venlo laat het nog toe om deze tijd te nemen, (omdat i.t.t. eerder signalen vanuit de BVO de financiële situatie momenteel minder nijpend is dan het zich oorspronkelijk liet aanzien). Dit in ogenschouw nemende heeft de commissie toegezegd eind augustus haar advies uit te brengen. Het is aan de gemeente Venlo om het besluit te nemen over eventuele financiële ondersteuning van VVV-Venlo, Stichting Stadion VVV en/of VIA VVV. De commissie rekent het tot haar taak om hierover advies te geven en in haar advies eventuele voorwaarden voor financiële ondersteuning op te nemen. De commissie acht het haar taak om zowel voor de korte als voor de lange termijn een advies te geven. Bij de analyse en advisering maakt de commissie zo veel mogelijk gebruik van bestaande bronnen, referenties elders in Nederland en gesprekken met sleutelpersonen. Daarnaast vormt de toekomstvisie van VVV-Venlo een belangrijke input. De commissie heeft een regionale focus, zowel bij de analyse als in de advisering inzake mogelijke financiële oplossingen. De commissie gaat voor volledige transparantie en neemt alle gevraagde en ongevraagde adviezen van derden mee in haar analyse en adviseringen. De commissie is zich er van bewust dat financiële ondersteuning van voetbalclubs niet meer vanzelfsprekend is. Gemeenten kunnen, mogen en durven niet meer zomaar de beurs te trekken. Tegelijkertijd kijkt de EU steeds strenger toe op het naleven van de regels, zoals diverse clubs en gemeenten in Nederland inmiddels hebben ondervonden. Staatssteun is uit den boze. Daarnaast vermeldt de commissie dat er in de samenleving steeds minder draagvlak bestaat voor het financieel ondersteunen van profclubs door gemeenten, zelfs onder fans. Uit een onderzoek dat in 2013 door de Universiteit van Tilburg is uitgevoerd blijkt dat twee derde van de mannelijke voetballiefhebbers de financiële steun niet ziet zitten. Daarbij gaat het om fans die ook regelmatig wedstrijden in het stadion bezoeken. Bij de vrouwen ziet driekwart van de stadionbezoekers niets in de financiële steun door gemeenten. Tegelijkertijd constateert de commissie dat VVV-Venlo inmiddels tot het cultureel erfgoed van Venlo gerekend kan worden. En zoals bekend: als cultureel erfgoed verdwijnt, komt het nooit meer terug. Bij velen onbekend is dat VVV-Venlo mede aan de wieg heeft gestaan van het betaald voetbal. De allereerste wedstrijd van het betaald voetbal was een uitwedstrijd 5
van VVV-Venlo in Alkmaar. En hoewel de bezettingsgraad van De Koel anders doet vermoeden, leeft VVV-Venlo naar de mening van de commissie wel degelijk bij de inwoners. Velen bladeren zaterdags direct door naar de sporteditie van De Limburger om de uitslagen te bekijken. En ook de recente, succesvolle oprichting van de Socio Club VVV-Venlo toont de grote betrokkenheid van burgers en ondernemers bij VVV-Venlo. Tot slot wijst de commissie er op voorhand op, dat er een wederzijdse relatie bestaat tussen topsport en breedtesport; zonder topsport geen goede breedtesport en omgekeerd. Er is dus een gemeenschappelijk belang, wederzijdse afhankelijkheid en noodzaak tot samenwerking tussen onderwijs, sportverenigingen, overheid en bedrijfsleven. Bovenstaande in ogenschouw nemende, is de commissie zich zeer bewust van de zwaarte en het belang van haar opdracht. De commissie neemt dan ook haar verantwoordelijkheid door te streven naar een goed afgewogen advies op basis van een gedegen objectieve analyse van de financiële situatie van VVV-Venlo en de Stichting Stadion VVV en van de maatschappelijke betekenis van VVV-Venlo en VIA VVV voor de lokale en regionale samenleving.
1.5. procesbeschrijving De commissie heeft zich niet beperkt tot het uitvoeren van deskresearch, maar ook mondeling en schriftelijk gecommuniceerd met VVV-Venlo. Ook hebben er uiteraard overleggen met de (voorzitter van de) begeleidingsgroep plaatsgevonden. Daarnaast heeft de commissie ook brieven ontvangen van derden. In onderstaande staat zijn de overlegmomenten en data in 2015 waarop de commissie brieven heeft ontvangen dan wel verzonden opgenomen. Startoverleg volledige commissie en begeleidingsgroep Overleg voorzitter (J. van Graafeiland) met VVV-Venlo (H. Berden) Overleg voorzitter (J. van Graafeiland) met VVV-Venlo (H. Thissen) Ontvangst brief van burger gemeente Venlo Ontvangst brief met advies van Sportraad Venlo Ontvangst brief van college gemeente Venlo Brieven commissie aan VVV-Venlo, VIA VVV en St. Stadion VVV Brieven commissie aan leden begeleidingsgroep Deelname secretaris commissie aan seminar Financiële relatie gemeente - BVO Overleg leden (J. van Graafeiland en P. Janssen) met VVV-Venlo en Stichting Stadion VVV (H. Berden en J. van de Belt) Ontvangst (financiële) stukken van VVV-Venlo Overleg leden (J. van Graafeiland en P. Janssen) met VVV-Venlo (H. Berden en M. Bogers) Overleg leden (J. van Graafeiland en P. Janssen) met wethouder Satijn Brief aan College van B&W Brief aan VVV-Venlo Brief aan leden begeleidingsgroep Overleg lid (P. Janssen) met VVV-Venlo (R. Wienen en G. Bindels) Overleg leden (J. van Graafeiland en P. Janssen) met VVV-Venlo (H. Berden en G. Bindels) Overleg volledige commissie met wethouder Satijn Brief commissie aan bestuur VVV-Venlo Overleg leden (j. van Graafeiland en P. Janssen) met college van B&W Overleg voorzitter (J. van Graafeiland) met VVV-Venlo (H. Berden) Overleg volledige commissie met begeleidingsgroep Overleg leden (J. van Graafeiland en P. Janssen) met VVV-Venlo (M. Bogers) Overleg leden (J. van Graafeiland en P. Janssen) met VVV-Venlo (H. Berden en G. Bindels) Overleg leden (J. van Graafeiland en P. Janssen) met VVV-Venlo (H. Berden, G. Bindels en R. Wienen) Overleg volledige commissie met begeleidingsgroep
20-05 26-05 26-05 12-06 16-06 16-06 24-06 24-06 25-06 30-06 16-07 16-07 24-07 30-07 30-07 30-07 31-08 08-09 08-09 09-09 15-09 21-09 22-09 06-10 16-11 19-11 03-12
6
2. Relaties gemeenten – betaald voetbal organisaties
2.1. Inleiding BVO’s doen met een zekere regelmaat een beroep op de decentrale overheid, omdat zij in financieel zwaar weer zijn terecht gekomen of dreigen te komen. Een regelmatige blik in de nationale media maakt duidelijk dat een afweging waar het Venlose gemeentebestuur zich voor gesteld ziet dus verre van uniek is. In het Platform voor gemeenten met een BVO is de financiële problematiek van de betaald voetbal club een voortdurend punt van aandacht2. Het in opdracht van de KNVB geschreven rapport van de Werkgroep Structurele verbetering financiële positie betaald voetbal organisaties3 is binnen dit Platform dan ook uitvoerig besproken. In juni van dit jaar vond nog een seminar plaats met als titel ‘Financiële relatie gemeente – BVO’. Wanneer een dergelijk beroep op een decentrale overheid wordt gedaan, dient een degelijke afweging te worden gedaan binnen wettelijk kaders. De commissie heeft geprobeerd alle relevante wet- en regelgeving, die betrekking heeft op een dossier als dat van ons, bij haar advisering te betrekken. Het speelveld waar decentrale overheden zich op kunnen bewegen bij ondersteuning van een BVO is namelijk beperkt en voorzien van strenge, heldere regels. Decentrale overheden, zoals gemeenten, die overwegen op welke manier dan ook steun te verlenen aan een BVO weten dus vooraf waar ze aan toe zijn.
2.2.
Algemeen
Een BVO is ongeacht zijn rechtsvorm een bedrijf en heeft in die hoedanigheid dus ook te maken met randvoorwaarden die op andere bedrijven ook van toepassing zijn. Het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK) heeft daartoe een wegwijzer en risicoanalyse opgesteld, met als titel Nationaal Referentiekader Steun aan Betaald Voetbal (2004), gebaseerd op binnen Europa geldende regels. Het ministerie geeft niet alleen duidelijke aanwijzingen, waaraan een decentrale overheid zich dient te houden, maar attendeert deze overheden ook op het risico van maatschappelijke bezwaren en op financiële en juridische risico’s. De Europese Commissie hanteert deze regels nauwgezet in haar uitspraken over de steun aan een aantal Nederlandse BVO’s.4 Het ministerie steekt in het Referentiekader overigens een waarschuwende vinger op en stelt dat financiële betrokkenheid een spiraalbeweging in werking kan zetten door dat steun om een stadion in stand te houden als thuishaven voor een BVO, later kan uitmonden in steun om de BVO in stand te houden als primair gebruiker van het stadion en vice versa. In andere woorden zei KPMG een jaar eerder iets vergelijkbaars door te concluderen dat de op emotie gebaseerde argumenten dan de boventoon kunnen gaan voeren boven de rationaliteit5. Wij wijzen er voorts op dat de KNVB in haar Licentie-eisen voor wat betreft de veiligheid in/rondom stadions van de burgemeester jaarlijks voor 1 maart een veiligheidsverklaring zonder beperkende voorwaarden verlangt. De gemeente kan derhalve eisen stellen aan de inrichting en de directe omgeving van een stadion. 2
www.gemeentenmetbvo.nl. KNVB/BMC commissie Vermeend, 26 april 2010 4 Steunmaatregel SA. 33584 (2013/C) ( ex 2011/NN) – Nederland; Vermeende steun gemeenten aan de Nederlandse profvoetbalclubs Vitesse, Willem II, MVV, PSV en FC Den Bosch in de periode 2008 – 2011; maart 2013 5 KPMG: de gemeente als twaalfde man (2003) 3
7
2.3.
Varianten
In het vervolg van deze paragraaf gaan wij tegen de achtergrond van de regelgeving in op de verschillende mogelijkheden die bij een afweging kunnen worden betrokken. Steun in de algemene exploitatie van een BVO Steun in de algemene exploitatie is te allen tijde verboden, omdat dit staatssteun is. Ondersteuning bij werkzaamheden aan een stadion Wanneer een overheid financiële ondersteuning verleent aan een BVO ten behoeve van (werkzaamheden aan) een stadion mag dat alleen als het stadion gegarandeerd bedoeld is/wordt voor multifunctioneel gebruik “ten behoeve van de algemene bevolking”. De bijdrage moet in dat geval transparant zijn berekend, inclusief taxatierapporten. Vanwege de daaraan verbonden verplichtingen dient sprake te zijn van een beredeneerbare prijs. Transparantie, taxatie, marktconformiteit: het zijn trefwoorden waarmee het document is doordesemd en die bij de beoordeling van de mogelijkheden/adviezen dus ook centraal moeten staan. Wordt aan die voorwaarden voldaan, vervalt het risico van staatssteun omdat het om zogeheten ‘algemene infrastructuur’ gaat en er sprake is van een normale civiele transactie. Attentiepunt is vervolgens uiteraard wel dat de overheid zich te houden heeft aan aanbestedingsregels. Ondersteuning bij de exploitatie van een stadion bij multifunctioneel gebruik Wanneer steun betrekking heeft op de exploitatie van een stadion dan moet het stadion ter beschikking worden gesteld tegen een passende huur. Dat kan bij multifunctioneel gebruik van een stadion in principe een lagere huur zijn dan een marktconforme huur, die geldt bij een huur bij exclusief gebruik door de BVO. De berekening daarvan moet transparant zijn. Dat geldt uiteraard ook voor de andere gebruikers. Ondersteuning bij de exploitatie van een stadion bij exclusief gebruik Is het stadion bedoeld voor exclusief gebruik door de BVO dan mag er – als hierboven al geconcludeerd - geen sprake zijn van financieel voordeel van de BVO bij (ver)bouw van een stadion noch bij de exploitatie ervan. De BVO moet dan een bedrag betalen dat niet minder mag bedragen dan de financiële lasten van de overheid in rente en aflossing van het geleende kapitaal en – nogmaals – ook dat bedrag moet transparant zijn berekend. Ondersteuning in de vorm van een gift Ondersteuning, bijvoorbeeld in de vorm van een gift, is alleen toegestaan, wanneer deze zelfde overheid dat bij een ander bedrijf in dezelfde omstandigheden beredeneerbaar hetzelfde zou doen. Het feit dat een overheid bijvoorbeeld met een stadion in zijn maag zou blijven zitten, wanneer de BVO zou ophouden te bestaan, is geen argument om tot financiële ondersteuning over te gaan. Ook daarin zijn de relevante documenten kraakhelder. Ondersteuning in een acute situatie Ondersteuning in een acute situatie mag niet meer inhouden dan het minimale dat nodig is om het belang van de overheid te dienen. Er moet daarbij sprake zijn van ernstige sociale moeilijkheden; een begrip dat overigens niet verder wordt uitgewerkt. Het betreft een tijdelijke steun zodat de BVO zich gedurende die periode kan handhaven. De steun is voor maximaal 6 maanden en moet eenmalig zijn. Het is een laatste redmiddel, dat vooraf aan “Brussel” gemeld dient te worden inclusief herstructureringsplan dan wel liquidatieplan. Wanneer dat gebeurt door bijvoorbeeld een lening dan geldt ook hier dat er sprake dient te zijn van een marktconforme rente en de verplichting om de lening binnen één jaar terug te betalen.
8
Ondersteuning ten behoeve van herstructurering van de BVO Gaat het om herstructurering met als doel de levensvatbaarheid van een BVO op langere termijn te herstellen, dan moet ook dat vooraf aan “Brussel” worden voorgelegd. Steun kent dan als voorwaarde dat verliezen worden weggewerkt en dat steun gepaard gaat met “gedwongen beperking”, wat zelfs kan inhouden dat een club moet degraderen. In andere woorden: de steun mag niet worden verleend om verliezen uit het verleden aan te zuiveren, zonder dat de oorzaken ervan zijn/worden aangepakt. Als wordt gekozen voor deze vorm van ondersteuning moet de overheid de rol als toezichthouder op de BVO financiën op zich nemen6. Als ondersteuningsvorm kan een keuze worden gemaakt uit bijvoorbeeld kapitaalinbreng, kwijtschelding, leningen dan wel een lening met garantie. In het document van het ministerie wordt de decentrale overheid geadviseerd zelf ook strenge aanvullende voorwaarden te formuleren door bijvoorbeeld een toezichthoudende rol goed vorm te geven, eventueel door de begroting en de jaarrekening ter goedkeuring te laten voorleggen. Afstemming met de KNVB maakt ook onderdeel uit van het advies op dit punt. Ondersteuning bij maatschappelijke inzet van een BVO Als het gaat om ondersteuning bij de maatschappelijke inzet van de BVO, ligt er eveneens een aantal zaken vast. Steun aan sportonderwijs mag alleen als het gaat om het “algemene onderwijs”, doordat algemeen onderwijs als overheidstaak wordt gezien. De boekhouding van deze activiteit moet gescheiden zijn van die van de BVO. Een jeugdopleiding is onderdeel van de BVO, en kan dus niet onder deze noemer worden gebracht. Bij inzet van de BVO bij sociaal preventieve projecten, waarbij sprake is van diensten die een derde partij ook kan leveren, moet er sprake zijn van een openbare procedure. Ondersteuning ter promotie van stad en/of regio Daar waar steun wordt verleend ter promotie van stad of regio moet de vergoeding daarvoor in een contract vastliggen en moet de bijdrage in verhouding staan tot c.q. niet meer zijn dan de compensatie voor de waarde van de te leveren prestatie. Het moet gaan om activiteiten waar de decentrale overheid baat bij heeft in termen van vergroten van naambekendheid, het aantrekken van bedrijvigheid. Er kan in dit verband ook sprake zijn van het leveren van diensten. De vergoeding wordt dan verleend voor het leveren van een dienst waar medewerking van de BVO speciaal geschikt voor is. Ook hier geldt dat deze vergoeding niet meer mag zijn dan een compensatie voor de tegenprestatie. 2.4.
Beeld en bevindingen commissie
De commissie benadrukt dat de mogelijkheden voor gemeenten om BVO’s te ondersteunen zeer beperkt zijn en bovendien aan strenge, heldere regels zijn gebonden. Het heeft geen zin conclusies te trekken en/of aanbevelingen te doen, die op basis van de inhoud hiervan kunnen worden afgeschoten. De commissie wil hiermee zorgen voor een realistisch verwachtingspatroon. Op basis van bovenstaande kan niet anders worden geconstateerd dan dat: Een gemeente geen exploitatiebijdragen kan leveren en daarmee ook geen bijdrage aan de jeugdopleiding. De commissie veronderstelt dan ook dat de aan de gemeente Venlo gevraagde structurele jaarlijkse bijdrage van € 500.000 voor maatschappelijke activiteiten
6
Voor de Europese Commissie is het nodig dat de Nederlandse overheid zich committeert aan elk van die plannen, die voor elke voetbalclub bij de Commissie moeten worden ingediend, samen met alle nadere gegevens.
9
en jeugdopleiding van VVV-Venlo dan ook uitsluitend betrekking kan hebben op de activiteiten van de Stichting VIA Venlo (zie hoofdstuk 3). Een eventuele financiële ondersteuning door een gemeente Venlo in de accommodatie uitsluitend mogelijk is tegen een marktconforme huurprijs bij exclusief gebruik door de VVV-Venlo of tegen een passende huurprijs bij multifunctioneel gebruik van het stadion.
10
3. Maatschappelijke waarde VVV-Venlo
3.1. Inleiding In dit hoofdstuk gaan wij nader in op de maatschappelijke waarde van BVO’s in het algemeen en van de VVV-Venlo in het bijzonder. De afgelopen jaren is veel onderzoek uitgevoerd naar de maatschappelijke en economische waarde van BVO’s. In 2015 zijn twee rapporten verschenen waarin gepoogd is meer (kwantitatief) inzicht te verschaffen in met name de maatschappelijke waarde van voetbal. In dit hoofdstuk wordt eerst kort ingegaan op beide studies en op de maatschappelijke waarde van BVO’s. Vervolgens wordt ingezoomd op de huidige en toekomstige waarde van de VVVVenlo. In deze paragraaf wordt ook een vergelijking getrokken tussen de maatschappelijke activiteiten van VVV-Venlo en Telstar. De commissie heeft ook gekeken naar de economische waarde van BVO’s in het algemeen en van VVV-Venlo in het bijzonder, maar besteedt daar verder geen aandacht aan omdat de economische waarde van BVO’s zeer beperkt blijkt te zijn7. 3.2. 3.2.1.
Maatschappelijke waarde van BVO’s Onderzoeken naar maatschappelijke waarde van BVO’s
In 2004 riep toenmalig premier Balkenende het voetbal op om de krachten te bundelen voor de samenleving. De KNVB, de Eredivisie en Eerste Divisie gaven hieraan gehoor en richtten de Stichting Meer dan Voetbal8 op. De missie van deze stichting is om de kracht van voetbal in te zetten voor een sterkere samenleving. Dit doen zij door partijen in het veld te verbinden, kennis tussen clubs te delen en de maatschappelijke rol van het voetbal zichtbaar te maken. De ambitie is dat elke club in Nederland op haar eigen manier een bijdrage levert aan een sterkere samenleving. Diverse BVO’s hebben inmiddels een speciale maatschappelijke stichting opgericht voor het uitvoeren van maatschappelijke activiteiten en projecten. Maar daar is het niet bij gebleven. De bovenstaande oproep van premier Balkenende en reacties van de voetbalorganisaties heeft er toe geleid dat sinds 2004 diverse onderzoeken zijn uitgevoerd om inzichtelijk te maken welke bijdrage de voetbalclubs (kunnen) leveren aan de samenleving. De meest recente zijn van PWC9 en van de combinatie BMC Advies – Hogeschool Arnhem-Nijmegen (BMC-HAN) 10. De studie van PWC is uitgevoerd in opdracht de KNVB, Stichting Meer dan Voetbal, Eredivisie CV en Coöperatie Eerste Divisie, kortom: de voetbalwereld. De studie is gericht op het inzichtelijk maken van de kracht van voetbal in de meest brede zin en op de wijze waarop clubs regionaal deze kracht kunnen benutten en vergroten en daarmee hun bijdrage aan de samenleving kunnen vergroten. De opdrachtgever van de studie die BMC Advies en Hogeschool Arnhem-Nijmegen (BMC-HAN) hebben uitgevoerd is het Platform Gemeenten met een BVO, dus de overheid. In beide studies is gepoogd de maatschappelijke waarde van voetbal niet alleen te duiden, maar ook zoveel mogelijk te kwantificeren. 7
Economische waarde laat zich uitdrukken in extra uitgaven die niet gedaan zouden worden zonder de aanwezigheid van een BVO. Het grootste deel van de directe uitgaven worden gedaan door fans en de BVO zelf. 8 www.meerdanvoetbal.nl. 9 ‘De Kracht van Voetbal, sturen op de maatschappelijke impact van voetbal’; PWC (januari 2015) 10 ‘De waarde van de BVO voor de gemeente; De BVO als sterk merk’ BMC Advies en Hogeschool van Arnhem-Nijmegen (april 2015).
11
PWC stelt dat voetbal meer is dan spel omdat het een wezenlijke bijdrage levert aan onze samenleving op vier gebieden, namelijk: ‘economie’, ‘gezondheid’, ‘verbinding’ en ‘vorming’. Deze bijdragen zijn echter niet volledig financieel kwantificeerbaar. Daarom heeft PWC een meetinstrument ontwikkeld dat zowel de financiële als de niet financiële waarde in kaart brengt11, waarbij PWC aantekent dat dit instrument nog verder doorontwikkeld kan en moet worden. Alleen de financiële kracht van voetbal, de bijdrage in de economie, wordt in dit meetinstrument in een concreet getal uitgedrukt12. Deze kracht van het voetbal op de thema’s ‘gezondheid’, ‘verbinding’ en ‘vorming’ wordt namelijk bepaald op basis van diverse indicatoren, die zich niet zomaar laten optellen, omdat de waardering voor elke indicator anders is. PWC benadrukt dat de financiële kracht bijna volledig is gekoppeld aan het betaald voetbal. De niet-financiële kracht daarentegen wordt vooral gerealiseerd door het amateurvoetbal, waarbij echter wordt aangetekend dat BVO’s daarbij een katalysatorfunctie vervullen. Als het gaat om ‘gezondheid’, ‘verbinding’ en ‘vorming’, zijn het de profvoetballers die de doelgroepen het meeste aanspreken en de profclubs die amateurclubs met daad en raad kunnen ondersteunen. BMC-HAN heeft voor een andere invalshoek gekozen. De studie van BMC-HAN is volledig gefocust op BVO’s. BMC-HAN maakt een onderscheid tussen ‘maatschappelijke waarde’, ‘imago en binding’ en ‘economische impact’. Gesteld kan worden dat, voor wat betreft het thema ‘maatschappelijke waarde’, BMC-HAN de door PWC beschreven katalysatorfunctie van BVO’s verder in kaart heeft gebracht. BMC-HAN is daarbij uitgegaan van de ‘couleur lokale’. Dat wil zeggen dat bij het bepalen van de waarde van een BVO uitgegaan is van de lokale situatie en cijfers en het regionale effect buiten beschouwing wordt gelaten. Daarom heeft BMC-HAN haar onderzoek gebaseerd op een enquête onder fans van de diverse voetbalclubs. Wij tekenen hierbij aan dat de studie van BMC-HAN uit 2014 een vervolg is op een eerdere studie van BMC-HAN uit 2012. De commissie heeft de studies grondig geanalyseerd en geconstateerd dat beide studies waardevolle en objectieve informatie hebben opgeleverd, hoewel geen van beide het beoogde integrale kwantitatieve inzicht heeft opgeleverd. Juist de verschillende invalshoeken en opdrachtgevers van beide studies in combinatie met de verwevenheid13 tussen beide studies, levert wat de commissie betreft de gewenste objectiviteit op. Hoewel PWC en BMCHAN er niet in zijn geslaagd om de maatschappelijke opbrengsten van voetbal volledig te kwantificeren, wordt in beide rapporten wel aangetoond dat het maatschappelijk belang van voetbal in het algemeen en dat van BVO’s in het bijzonder, groot kan zijn. Tevens hebben deze studies aangetoond dat de directe economische waarde van BVO’s zeer beperkt is. Overall is voetbal goed voor slechts 0,3% van de economie. 3.2.2.
Maatschappelijke waarde BVO’s
De maatschappelijke waarde van BVO’s is de toegevoegde waarde van de BVO voor de maatschappelijke activiteiten van haar partners, waaronder amateurclubs en gemeenten. BVO’s worden vooral ingezet als katalysator. Hun functie bestaat veelal uit: Het beschikbaar stellen van de accommodatie; het beschikbaar stellen van het logo; de inzet van spelers, trainers en staf; de inzet van vrijwilligers als aanspreekpunt, coördinator of in een uitvoerende rol.
11
Kracht van Voetbal = (Omvang + Bereik)*Intrinsieke waarde + Platformwaarde – negatieve waarde. Bijdrage aan het Bruto Binnenlands Product (BBP). 13 In de PWC studie is het BMC-HAN onderzoek uit 2012 meegenomen, terwijl in de BMC-HAN studie uit 2014 wordt verwezen naar de PWC studie. 12
12
De redenen om samen te werken zijn vooral: Netwerkvorming: in contact komen met andere partners; uitstraling eigen organisatie verbeteren; het verhogen van de uitstraling van activiteiten; het trekken van meer deelnemers aan activiteiten; het bereiken van gedragsverandering bij deze deelnemers; beter bereiken van moeilijk bereikbare doelgroepen. Een belangrijke conclusie uit de studie van BMC-HAN is dat 60% van maatschappelijke partners vindt dat BVO’s betekenis hebben voor het bereiken van moeilijk te bereiken doelgroepen. Een andere belangrijke conclusie is dat de samenwerking niet alleen vaak leidt tot de beoogde gedragsverandering bij (moeilijke) doelgroepen, maar ook tot extra werkgelegenheid en leerwerkplekken voor mensen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt. Tegelijkertijd wordt geconstateerd dat de inbedding van maatschappelijke activiteiten bij veel BVO’s nog voor verbetering vatbaar is. Te vaak is er nog sprake van een ad-hoc aanpak. Uit het BMC-HAN rapport blijkt dat vrijwel alle maatschappelijke partners een rol weggelegd zien voor de gemeenten. Partners die op de hoogte zijn van de veranderingen die optreden als gevolg van de decentralisaties geven aan dat dit voor de gemeenten veel kansen biedt. Zeker de uitvoering van de Participatiewet biedt mogelijkheden. Door partners wordt regelmatig aangegeven dat de gemeente meer de regierol zou kunnen nemen. 3.3. 3.3.1.
Maatschappelijke waarde VVV-Venlo Huidige maatschappelijke waarde VVV-Venlo
Ook VVV-Venlo is aangesloten bij de Stichting Meer dan Voetbal en heeft een eigen maatschappelijke stichting, namelijk de stichting VIA VVV14. Het betreft een zelfstandige maatschappelijke stichting die weliswaar is gelieerd aan VVV-Venlo, maar op geen enkele wijze is verbonden aan de exploitatie van VVV-Venlo. De gemeente Venlo is een van de medeoprichters en heeft een zetel in de Raad van Toezicht van deze stichting. De gemeente Venlo ondersteunt daarnaast de stichting door het verlenen van een subsidie voor het inzetten van een buurtsportcoach en het ‘uitlenen’ van een combinatiefunctionaris aan VIA VVV voor de coördinatie en uitvoering van maatschappelijke projecten, waarmee de stichting een bijdrage levert aan de realisatie van gemeentelijke beleidsdoelen en ambities op maatschappelijk gebied. De stichting VIA VVV is maatschappelijk actief in de gemeenten Venlo en Roermond en in mindere mate Venray, Horst aan de Maas en Peel en Maas. VIA VVV streeft ernaar om met verschillende partners zoals gemeenten, woningcorporaties, onderwijsinstellingen en regionale amateurvoetbalclubs bij te dragen aan gezonde en leefbare wijken. De twee centrale ambities van VIA VVV zijn15: Gezonde en leefbare wijken in Limburg Noord. Iedereen doet mee in Limburg Noord. VIA VVV organiseert momenteel in de gemeenten Venlo en Roermond structureel maatschappelijke projecten zoals (Be)Wegen naar Werk, de VIA VVV Streetleague, SportMpower en Scoren voor Gezondheid. Deze projecten worden gefinancierd uit specifieke projectgelden en de inzet van de projectleiders van VIA VVV. Een voorbeeld van een succesvol project qua maatschappelijk impact is SportMpower waarbij VMBO-jongeren via steun van 14
www.viavvv.nl. In bijlage IV is per ambitie een overzicht van concrete activiteiten in 2013-2014 opgenomen met daarin de inhoud, de doelgroep, het aantal deelnemers en de partners.
15
13
VVV-spelers loopbaan- en sportlessen kunnen volgen. Het project blijkt voortijdige schooluitval succesvol terug te dringen. De groei in Venlo zit vooral in het nog dieper de wijk ingaan door aan te haken bij de Huizen van de Wijk. In de overige gemeenten in de regio voert VIA VVV incidenteel projecten uit op basis van specifieke projectgelden. Reguliere projecten die uitgevoerd worden via VIA VVV zijn: Jeugdsportfonds: ambassadeur van het Jeugdsportfonds dat kinderen uit gezinnen met lage inkomens de mogelijkheid biedt te kunnen sporten. VVV-Venlo OldStars: voetbalproject voor doelgroep 60+. Pro VVV-Venlo Team: speciaal regionaal selectieteam van spelers die moeite hebben binnen de reguliere sportvereniging hun plek te vinden (bijvoorbeeld mensen met autisme). Daarnaast heeft BVO VVV-Venlo al jaren een aanbod voor haar PartnerClubs dat gericht is op scouting, inspireren en aanreiken van handvatten. Dit aanbod is aanbodgericht en collectief voor alle 114 – waarvan 14 Duitse - PartnerClubs van VVV-Venlo. Bij dit aanbod valt te denken aan: Thema-avonden bij VVV-Venlo; talentendagen; partnerClub van de Week; mogelijkheid tot meelopen met jeugdtrainers van VVV-Venlo. VVV-Venlo en VIA VVV zien beide heel Noord- en Midden Limburg als haar achterland en willen de komende jaren actiever inzetten op hun maatschappelijke functie in de hele regio. Eind november 2014 heeft VIA VVV een werkconferentie georganiseerd in aanwezigheid van diverse bestuurders uit Noord- en Midden Limburg. Eén van de conclusies was dat er nog meer maatschappelijk rendement behaald kan worden uit VIA VVV door de samenwerking met gemeenten verder te versterken. Ook VVV-Venlo wil zich sterker positioneren in de regio Noord- en Midden-Limburg. Dit signaal is al eerder bevestigd in de bijeenkomst die VIA VVV in samenwerking met Stichting Meer Dan Voetbal heeft georganiseerd voor sportverenigingen uit de regio (niet alleen voetbal) over het gedachtengoed ‘Open Club’. Bij amateurverenigingen is behoefte aan ondersteuning om hun eigen lokale maatschappelijke rol in te kunnen vullen. Topsportverenigingen kunnen hier volgens hen bij helpen. VIA VVV wil iedere gemeente in de regio Noord- en Midden-Limburg een op maat maatschappelijke samenwerking aanbieden. Voor wat betreft Noord-Limburg gaat het daarbij om het leveren van een concrete bijdrage aan de realisatie van de sportieve en maatschappelijke ambities in de regio vanuit het Regioplan Sport van de zeven regiogemeenten. De exacte invulling van deze samenwerking wordt bepaald door de gemeentelijke behoefte. Gedacht wordt aan het aanbieden van de volgende projecten: Shape: Een leefstijlproject (i.s.m. voortgezet onderwijs) voor leerlingen in voortgezet onderwijs met overgewicht. SportMpower: Project (i.s.m. voortgezet onderwijs) gericht op voorkomen van voortijdige schooluitval bij doelgroep VMBO 3+4. (be)Wegen naar Werk: re-integratie project (i.s.m. o.a. UWV en lokale bedrijfsleven), voor mensen met afstand tot arbeidsmarkt. Scoren voor Gezondheid: gezondheid stimuleringsprogramma voor basisonderwijs. VVV-Venlo Streetleague: Wijkgerichte voetbalcompetitie voor jongeren uit de wijk (vaak geen lid van reguliere sportvereniging). Voor deze projecten is specifieke projectfinanciering nodig. VIA VVV wil samen met de gemeenten en andere partners cofinanciering voor de benodigde projectgelden organiseren
14
via lokale ondernemers en/of partners uit het business netwerk van VVV-Venlo16. Daarnaast wil VIA VVV, om dit qua capaciteit te kunnen realiseren in samenwerking met gemeenten meer gebruik gaan maken van de landelijke Buurtsportcoachregeling, zoals nu al in Venlo gebeurt. VVV-Venlo wil daarnaast samen met VIA VVV (met name) haar strategische PartnerClubs17 in de regio actief ondersteunen om hun eigen maatschappelijke ambities te realiseren18. Een voorbeeld hiervan is RKSV Wittenhorst dat een concreet maatschappelijk project wil starten en waarbij VIA VVV ondersteuning biedt om dit project van de grond te krijgen19. Er bestaat de bereidheid om hierbij prestatieafspraken te maken (zie kader). Voorbeeld: prestatieafspraken (be)Wegen naar Werk
80% van de tijdens de intake vastgestelde individuele doelen is aan het eind van het traject behaald; 50% van de deelnemers met uitkering zijn begeleid naar een betaalde baan van minimaal 20 uur per week met een contract van minimaal een half jaar; 90% van de deelnemers heeft een werkervaringsplek; 100% van de uitgestroomde deelnemers laat gedragsverandering zien in een portfolio. Er wordt rekening gehouden met een maximale uitval van 10% van de deelnemers.
Om de maatschappelijke waarde goed te kunnen duiden, is een vergelijking getrokken tussen VVV-Venlo en Telstar. Weliswaar zijn VVV-Venlo en (de regio) Venlo groter dan Telstar en (de regio) Velzen, maar toch bestaan er grote overeenkomsten. Bovendien is er veel actuele informatie over Telstar beschikbaar, en wordt Telstar in Nederland vaak als ‘schoolvoorbeeld‘ gepresenteerd. Voetbal Maatschappelijk Oprichtingsdatum Aandachtsgebieden
BVO VVV-Venlo Stichting VIA VVV 2010 Gezonde en leefbare wijken Iedereen doet mee
BVO Telstar Stichting Telstar Thuis in de Wijk 2011 Sport, gezondheid & Levensstijl Jongeren, Scholing & Werkervaring Samenleving, leefbaarheid & Wijken Telstar Streetleague School’s cool IJmond Playing for succes IJmond Techniek Experience Telstar Assist
Jeugdsportfonds VVV-Venlo OldStars PRO VVV-Venlo Team Shape SportMpower (be)Wegen naar werk Scoren voor gezondheid VVV-Venlo Streetleague Partners Overheden, woningbouwcorporaties, Idem GGD, onderwijsinstellingen, stichtingen, verenigingen en bedrijven Baten 2013 € 112.403 € 89.980 Lasten 2013 € 103.687 € 62.035 PR en Publiciteit Website (www.viavvv.nl), twitter en Website (www.telstarthuisindewijk.nl), facebook nieuwsbrieven, twitter en facebook NB. Meldenswaardig is dat de hoofdsponsor van Telstar (Tata Steel) uitsluitend maatschappelijke projecten sponsort. Projecten (o.a.)
16 17
18
19
De gemeente Venlo heeft twee business seats. Strategische PartnerClubs in Noord- en Midden Limburg: SV Venray, RKSV Wittenhorst, Sportclub Irene, Venlosche Boys, FC Maasgouw, SV Laar en SVC2000. Daarmee geeft VVV Venlo inhoud aan de door PWC beschreven katalysatorfunctie van BVO’s voor het amateurvoetbal Bijvoorbeeld: Projectplan (be)Wegen naar werk; RSKV Wittenhorst-VIA VVV (juni 2015).
15
De commissie constateert dat er overeenkomsten zijn, maar dat Telstar haar communicatiestrategie en PR beter op orde heeft dan VVV-Venlo. Telstar profileert zich via de Stichting Telstar Thuis in de Wijk als ‘De meest maatschappelijke profclub van Nederland!’ en is in 2015 samen met Excelsior en Feyenoord genomineerd voor de Meer dan Voetbal Award, een landelijke onderscheiding voor de meest maatschappelijke betaald voetbalorganisatie van Nederland20. Naar de mening van de commissie is er daarmee vooral een verschil in beeldvorming tussen VVV-Venlo en Telstar. Ten slotte vermeldt de commissie dat de wenselijke bestuurlijke scheiding tussen de BVO en maatschappelijke stichting in Velzen verder is doorgevoerd dan in Venlo. 3.3.2.
Uitbreiding maatschappelijk verzorgingsgebied
Uit voorgaande blijkt dat VVV-Venlo en VIA VVV hun markt- respectievelijk verzorgingsgebied willen vergroten, waarbij wordt aangetekend dat VIA VVV daarbij volledig afhankelijk is van VVV-Venlo. De meeste fans en sponsors van VVV-Venlo zijn uiteraard te vinden in Noord- en Midden-Limburg. Het marktpotentieel van VVV-Venlo is echter niet alleen afhankelijk van het aantal inwoners en bedrijven in Noord- en Midden-Limburg, maar ook van de sportieve kwaliteit en prestaties van VVV-Venlo en van de afstand tot, en prestaties van de BVO’s in aangrenzende regio’s. Uit onderstaande kaarten blijkt dat het marktbereik van VVV-Venlo tussen 2013 en 2015 is afgenomen, maar ook dat er nog voldoende kansen liggen voor VVV-Venlo om haar marktbereik te vergroten. Rondom het huidige marktgebied van VVV-Venlo zijn namelijk nog enkele ‘witte vlekken’, die de afgelopen jaren groter zijn geworden. Vooral in Midden-Limburg, maar ook in Noord-Limburg, zijn nog gemeenten waar geen sprake (meer) is van dominantie van VVV-Venlo of concurrerende BVO’s. Als VVV-Venlo er in slaagt om de ‘witte vlekken geel in te vullen’ door meer fans, ondernemers en (voetbal)clubs in Noord- en Midden-Limburg aan zich te binden, kan VIA VVV haar verzorgingsgebied uitbreiden. Want pas als fans, (voetbal)clubs en ondernemers in de ‘witte vlekken’ binnen Noord- en Midden-Limburg zich verbonden voelen met (spelers van) VVV-Venlo kan VIA VVV zich onderscheiden van andere maatschappelijke zorgaanbieders en worden ingezet bij het realiseren van maatschappelijke opgaven.
Bron: seminar ‘Financiële relatie gemeente – BVO’ op 25-06-2015.
20
Uiteindelijk ging de titel naar Excelsior en werd Telstar tweede voor Feyenoord.
16
3.4. Beeld en bevindingen commissie De commissie constateert dat: VVV-Venlo zich bewust is van haar maatschappelijk belang en, vooral via VIA VVV, daar ook naar handelt. VVV-Venlo op maatschappelijk gebied een meerwaarde heeft voor de gemeente Venlo omdat inzetten op het ‘merk’ VVV-Venlo op sociaal-maatschappelijk gebied laagdrempelig toegang biedt tot diverse (deels moeilijk bereikbare) doelgroepen. VIA VVV levert daarmee een bijdrage aan de totstandkoming van gemeentelijke doelen op maatschappelijk gebied. Er ligt in principe een uitgerold netwerk, waarbij de commissie ervan overtuigd is dat dit bij verdere (regionale) uitbreiding eenvoudig tot een groter maatschappelijk rendement zou kunnen leiden dan wanneer hiervoor parallelle initiatieven zouden worden ontplooid. De gemeente Venlo het werk van Via VVV ook blijkt te waarderen. Zij is namelijk actief betrokken bij de maatschappelijke inspanningen van VIA VVV, via de Raad van Toezicht, de combinatiefunctionaris en de buurtportcoach. De commissie is van oordeel dat zonder deze bijdragen de maatschappelijke successen die VIA VVV heeft bereikt de afgelopen jaren, zeker niet gehaald zouden zijn. De reden dat de geleverde inspanningen, samenwerking en successen onvoldoende worden onderkend, het gevolg is van een gebrek aan strategische communicatie en PR. De commissie is er van overtuigd dat het vergroten van de maatschappelijke inspanningen in de regio Noord- en Midden-Limburg, mits de inspanningen en successen voldoende worden gecommuniceerd (PR), zelfs kunnen leiden tot meer toeschouwers, sponsoren, hogere inkomsten en wellicht zelfs betere sportieve prestaties. VVV-Venlo positieve effecten heeft voor de amateursport in de regio. Enerzijds bestaat de mogelijkheid om te voetballen op diverse niveaus in de eigen regio waardoor talent beter gebonden en ontwikkeld kan worden en anderzijds heeft VVV-Venlo een positief effect op de kwaliteit van het amateurvoetbal. De commissie onderstreept daarbij het belang van een goede jeugdopleiding en onderschrijft dat daarmee een ander soort maatschappelijk belang wordt gediend. Op basis van regelgeving constateert de commissie dat een goede jeugdopleiding, verankerd in de eigen regio, onderdeel uitmaakt van de reguliere activiteiten van een BVO en zelfs mede bepalend is voor het bestaansrecht van BVO’s. De regelgeving is wat dat betreft ook niet voor tweeërlei uitleg vatbaar. De jeugdopleiding maakt dan terecht ook geen deel uit van VIA VVV. De accommodatie van VVV-Venlo nog slechts mondjesmaat wordt gebruikt voor andere activiteiten. Hier liggen dan ook nog kansen temeer omdat daar markt voor is. Het zou onder andere de exploitatie van VVV-Venlo gunstig kunnen beïnvloeden.
17
4. Accommodatie
4.1. Inleiding In ons inleidend hoofdstuk schreven wij dat volgens ons VVV-Venlo tot het cultureel erfgoed van Venlo gerekend kan worden. En hoewel de bezettingsgraad van De Koel anders doet vermoeden, leeft VVV-Venlo volgens de commissie volop bij de inwoners. De commissie is er daarnaast van overtuigd dat accommodatie van dit “cultureel erfgoed”, De Koel, een begrip is in Venlo en ver daarbuiten. De legendarische trap waarlangs de spelers het veld opkomen, komt met regelmaat terug in de verslaglegging in de media; veelal positief en met een romantische ondertoon. In zijn algemeenheid gaat de discussie over de financiële relatie tussen gemeenten en BVO’s voornamelijk over de betrokkenheid bij stadions. De financiële bijdrage die door VVVVenlo wordt gevraagd aan de gemeente Venlo heeft ook vooral betrekking op het stadion. Alle reden voor de commissie om in dit hoofdstuk het stadion onder de loep te nemen. Belangrijk is om te vermelden dat daarmee in dit hoofdstuk niet VVV-Venlo, maar de Stichting Stadion VVV, centraal staat. Dat neemt niet weg dat ook aandacht wordt geschonken aan de gebruiker ofwel huurder van het stadion. 4.2.
Het stadion
Juridisch eigenaar van het stadion is de gemeente Venlo, het economisch eigendom ligt bij de Stichting Stadion VVV. 4.2.1.
Onderhoud
In Venlo is met betrekking tot het stadion, de sportvelden en de parkeerplaats vanaf 1 juni 2003 naar aanleiding van de eenmalige financiële bijdrage (2,7 miljoen euro) vanuit de gemeente voor renovatie van het stadion 2001/2002 met de Stichting Stadion VVV een ‘overeenkomst vestiging recht van erfpacht met huur’ voor de opstallen, de beschikbare velden en parkleerplaats tot stand gekomen21. Hierin is opgenomen dat erfpachter verplicht is: ‘De onroerende zaak en daarop aanwezige opstallen in zodanige technische staat te brengen en te houden dat deze de in deze akte beoogde en genoemde bestemming en gebruik voor voetbalvelden annex sportcomplex op behoorlijke wijze kan dienen’. Erfpachter dient hiertoe ‘De grond met opstallen en alle aanhorigheden in alle opzichten goed te onderhouden en waar nodig tijdig te vernieuwen’. Inmiddels is sprake van achterstallig onderhoud. De Stichting Stadion VVV geeft aan dat de middelen ontbreken om het achterstallige onderhoud in en om het stadion aan te pakken. Dat leidt tot klachten van sponsoren (slechte parkeerplaats en schade aan auto’s), klachten van supporters (slechte afwatering in stadion bij uitgiftepunten en toiletten) en een stadion dat op korte termijn zodanige gebreken gaat vertonen dat er onveilige situaties gaan ontstaan voor supporters. De stoeltjes dienen vervangen te worden, daken van de tribune lekken en de verlichtingspalen vertonen roestvorming. Daarbij worden er steeds strengere eisen en richtlijnen gesteld door de KNVB aan supporterswelzijn, zoals verdwijnen van staanplaatsen en verminderen van onoverdekte plaatsen in het stadion (zie ook 4.5).
21
De gemeenteraad is op 19 december 2001 (raadsnummer 2001:209) akkoord gegaan met het toen voorliggende renovatieplan voor het stadion “De Koel” en op 28 mei 2003 (raadsnummer 2003-77) met de overeenkomst van vestiging recht van erfpacht met huur.
18
De gemeente Venlo ontving dit jaar de vraag om een bedrag van € 4, - miljoen ter beschikking te stellen om te investeren in de accommodatie. Als onderbouwing van die vraag heeft de stichting Stadion de rapportage “Facelift & groot onderhoud” ter beschikking gesteld.22. Onder het kopje “nieuwbouw en facelift” wordt een bedrag begroot van € 2.007.000. Voor “renovatie en groot onderhoud wordt een bedrag begroot van € 1.320.000. Opgeteld een benodigd bedrag van € 3.327.000. Alles exclusief BTW. Het is de commissie bekend dat bouwkundigen van de gemeente Venlo dit rapport hebben bestudeerd en samen met opsteller ervan het stadion hebben bezocht en de voorstellen besproken. De gemeentelijke bouwkundigen concluderen dat er meer onderhoud nodig is dan in de opgave van de architect is opgenomen. Daarvan is een opsomming opgenomen23, die overigens optelt tot een bedrag van bijna €1,5 miljoen aan meerkosten, exclusief BTW en project kosten. Bij één onderdeel – de uitbreiding van de hoofdtribune als nieuwe behoefte – constateert het team dat deze niet is gemotiveerd, anders dan dat het een onderdeel is van de concept- visie van de BVO “Alles Heej is VVV”(2015). Daarnaast is ook de mogelijkheid om als bedrijf een duurzaamheidssubsidie aan te vragen bij de provincie waar het gaat om de lichtmasten niet benoemd. 4.2.2.
Capaciteit en bezettingsgraad
VVV Venlo streeft er – gezien haar visiedocument - naar in de top van Jupiler League te spelen met af en toe een verblijf in de eredivisie, waarbij rechtstreeks behoud via een plek in het rechterrijtje uiteraard te allen tijde het sportieve doel dient te zijn. Kijkend naar de bezoekersaantallen constateert de commissie dat de bezoekersaantallen in praktijk rechtstreeks te relateren zijn aan de prestaties van een club. Dat lijkt een open deur. Eredivisiewedstrijden trekken meer bezoekers dan wedstrijden in de Jupiler League. Maar ook de wijze waarop VVV Venlo in een bepaalde divisie acteert, is terug te vinden in de cijfers. Waar in de periode 2009 – 2012 de bezettingsgraad ruim boven de 90% zat, is dat in het laatste jaar eredivisie 84%. De prestaties waren niet meer van dat kaliber dat toeschouwers naar De Koel trokken, ook al was het eredivisie. Terug in de Jupiler League in het seizoen 2013/2014 is de bezettingsgraad nog slechts 50%, waarbij vergelijkbare clubs in dat jaar gemiddeld op 61% zitten. Kijkend naar de cijfers van andere BVO’s die zijn teruggevallen naar de Jupiler League is een dergelijke terugloop in procenten ook daar te zien. Aandachtspunt bij dit soort cijfers is wel – zo constateert de commissie – dat deze ook gerelateerd dienen te worden aan de grootte van de accommodatie. Zo betekent een bezettingsgraad bij De Graafschap (Doetinchem; ruim 56.000 inwoners) in het zelfde seizoen 2013 – 2014 van 46% (dus 4% lager dan VVV Venlo) nog altijd dat er gemiddeld 1500 toeschouwers meer de weg naar de Vijverberg (capaciteit 12.600 toeschouwers) hebben weten te vinden dan naar De Koel. Met zijn capaciteit van 8.000 toeschouwers is VVV Venlo qua capaciteit een middenmoter in de Jupiler-League. Als we kijken naar de Eredivisieclubs dan hebben deze voor het merendeel een aanzienlijk grotere capaciteit. 4.3.
Parkeerterrein
Gelijktijdig met ingaan van de erfpacht overeenkomst voor het stadion is een huurovereenkomst tegen een symbolisch bedrag aangegaan met de Stichting Stadion VVV voor de entree en parkeerplaats voor het stadion. De onderhoudsplicht zoals beschreven in de ‘overeenkomst vestiging recht van erfpacht en huur’ geldt onverkort voor ‘onderhoud van entree en parkeerplaats en alle bijbehorende omliggende opstallen, alsmede de groenvoorzieningen en houtopstanden op de grond’. 22 23
Opgesteld door Verheijen Smeets Architecten, 2015 Opgenomen in bijlage IV.
19
VVV-Venlo is de belangrijkste gebruiker van de parkeerplaats. Een andere gebruiker is ExcellenZ-Quality Catering & Events die ook de cateringpartner van VVV-Venlo is. Daarnaast wordt de parkeerplaats incidenteel gebruikt voor evenementen (bv. Venloop). In het verleden is de parkeerplaats tijdelijk gebruikt ten behoeve van het bussysteem Duitse dagen en feestdagen. Zoals al eerder is geconstateerd, verkeert de parkeerplaats in slechte staat, wat het risico op schade aan bijvoorbeeld auto’s doet toenemen. 4.4.
Veiligheid in en om het stadion
Het item veiligheid in relatie tot supporters en supportersbewegingen staat ongeveer 8 keer per jaar op de agenda van het operationele overleg voetbal (gemeente/politie/VVV- Venlo/ veiligheidscoördinator). In de risicoanalyse wordt dan vooral ingezoomd op elkaar kruisende supportersbewegingen, de fysieke omstandigheden van het gebied in en om het stadion (losliggende stenen parkeerplaats), situering van het supporters vak in het stadion en busen autocombi’s voor bezoekende club. Op grond van een advies van dit operationele overleg neemt de burgemeester de per situatie noodzakelijke besluiten. Vaak is er een spanningsveld van financieel en sportief interessante thuiswedstrijden (al dan niet vriendschappelijk) en de relatie die dat heeft met de veiligheid. In de laatste audit van de KNVB (2014) is geconstateerd dat het vak voor de supporters van de bezoekende club hoognodig verbetering behoeft. De ligging van het uitvak leidt tot kruisende supportersstromen vóór en na de wedstrijd. Dit heeft tot gevolg dat er vaak extra veiligheidseisen moeten worden opgelegd, hetgeen VVV-Venlo meestal geld kost. 4.5. Gebruik van het stadion In de vorige hoofdstukken kwam het multifunctioneel gebruik van stadions al diverse keren aan bod. Allereerst in hoofdstuk 2, waarin werd geconstateerd dat multifunctioneel gebruik van stadions de mogelijkheden voor overheden om een financiële bijdrage te leveren aan een stadion vergroot. Het voordeel voor een BVO is dat er bij multifunctioneel gebruik van haar stadion, zij niet persé een marktconforme huur hoeft te betalen aan de verhuurder van het stadion. Daarnaast werd in hoofdstuk 3 geconstateerd dat stadions geschikt zijn voor diverse maatschappelijke activiteiten en dat er ook markt is voor andere activiteiten. VVV-Venlo constateert in haar – door de KNVB goedgekeurde – aangepaste plan van aanpak dat er geen sprake is van multifunctioneel gebruik van het stadion. In de conceptvisie van de BVO wordt het mogelijk multifunctioneel gebruik wel benoemd, maar (nog) niet uitgewerkt. 4.6. Beeld en bevindingen commissie De commissie constateert dat: Bij het renoveren van het stadion en ook daarna geen groot en/of regulier onderhoud heeft plaats gehad en de onderhoudswerkzaamheden de laatste jaren zijn uitgesteld. De commissie leidt daarnaast uit de stukken af dat er bij de Stichting Stadion VVV geen compleet beeld is van het achterstallig onderhoud en dat een planmatig onderhoudsplan voor de komende jaren ontbreekt. De gemeente Venlo bij bovenstaande punten in gebreke is gebleven voor wat betreft haar toezichthoudende rol. 20
Het door VVV-Venlo genoemde bedrag van € 4, - miljoen als investering in het stadion te weinig is om het stadion op het gewenste niveau te brengen. Rekening houdend met de opvatting van de gemeentelijke bouwkundigen is een totaal bedrag van ca. € 6, - miljoen aan de orde. Een eventuele investering van € 6, - miljoen in het stadion leidt, uitgaande van een annuïtaire lening met een looptijd van 25 jaar, tot extra jaarlijkse financieringslasten (aflossingsverplichting en rentelasten) van € 240.000. Daarbij dient momenteel uitgegaan te worden van het huidige monofunctionele gebruik van het station en dus marktconforme huur. In hoeverre de financiële situatie van VVVVenlo een huurverhoging van ruim € 240.000 toelaat, wordt in hoofdstuk 5 toegelicht.
21
5. Financiële situatie VVV Venlo
5.1. Inleiding In voorliggend hoofdstuk wordt ingegaan op de financiële situatie van VVV Venlo BV, Stichting Stadion VVV Venlo en Stichting VIA VVV. Benadrukt wordt dat dit hoofdstuk uitsluitend analyseresultaten en conclusies bevat, gebaseerd op de concrete situatie op 30 september 2015. Uitgangspunt bij de beoordeling van de financiële situatie zijn de volgende documenten: Jaarcijfers per 30 juni 2015 van VVV Venlo BV en de Stichting Stadion VVV Venlo; balans en resultatenrekening 2013 en 2014 Stichting VIA VVV; begroting 2015-2016; vervolg plan van aanpak juni 2015; concept toekomst visie VVV Venlo 2015-2020.
5.2. Stichting Stadion VVV Venlo 5.2.1. Financiering Stadion VVV Venlo Het stadion van VVV wordt via een erfpachtconstructie van de gemeente Venlo gehuurd vanaf 2003. De huidige overeenkomst loopt tot 31 mei 2033. De jaarlijkse erfpachtcanon bedraagt € 1, -. Juridisch eigenaar van het stadion is dus de gemeente Venlo. De Stichting Stadion VVV Venlo is economisch eigenaar van het stadion. De Stichting Stadion VVV Venlo verhuurt het stadion aan VVV-Venlo BV (BVO) voor een huurprijs van € 240.000 per jaar. De hoogte van de betalingen van de huurprijs is mede afhankelijk van de divisie waarin VVV Venlo speelt. De huidige huurprijs is niet marktconform, daar deze niet volledig kostendekkend is. De kosten voor onderhoud en beheer zijn namelijk niet verdisconteerd in de huurprijs. Het huurcontract heeft de commissie niet ontvangen. Ultimo 30 juni 2015 staat het stadion inclusief alle investeringen (w.o. het kunstgrasveld) in de jaarrekening verantwoord voor € 3,4 miljoen. Het stadion is gefinancierd met de volgende middelen: Eigen vermogen Subsidies en bijdragen Banklening Private leningen lening VVV Venlo BV Totaal
€ 640.326 € 2.085.332 € 122.632 € 410.736 € 206.425 € 3.465.451
Subsidies en bijdragen De subsidies en bijdragen zijn gelden ontvangen van: 1. De gemeente Venlo ter zake de verbouwing van het stadion in 2002/2003; 2. founders; 3. eigenaren van VVV-eigendomscertificaten die een voorkeursrecht geven op een seat voor een periode van 10 jaar.
22
Banklening Dit betreft een in oktober 2006 ontvangen banklening van € 400.000. De lening heeft een looptijd van 12 jaar en 6 maanden. Aflossing vindt plaats in 150 maandtermijnen van € 2.667,- voor het eerst op 30 november 2006. Het rentepercentage bedraagt 4,15% vast tot 31 oktober 2017. Ultimo juni 2015 dient nog € 122.632,- afgelost te worden. Private leningen De private leningen ten bedrage van € 410.736,- zijn verstrekt door private entiteiten waaraan de voorzitter van de Stichting Beheer VVV Venlo verbonden is. Lening VVV Venlo BV Dit betreft een op 30 juni 2011 afgesloten lening met een hoofdsom van € 344.656 ten behoeve van de overname van activa van VVV Venlo BV. Aflossing zal in overleg plaatsvinden, afhankelijk van de liquiditeitspositie van beide partijen. De rente bedraagt 6%. Zekerheden zijn niet verstrekt. Door deze lening is er geen sprake van de gebruikelijke eenzijdige relatie tussen verhuurder en huurder, maar is een wederzijdse verwevenheid en afhankelijkheid ontstaan. Uit voorgaande kan worden afgeleid dat er een grote financiële verwevenheid bestaat tussen de Stichting Stadion VVV Venlo, de BVO VVV-Venlo en de voorzitter van de Stichting Beheer VVV Venlo. 5.2.2. Voorziening groot onderhoud De stichting stadion VVV Venlo heeft geen voorziening groot onderhoud in de jaarcijfers verantwoord om de kosten van het uit te voeren onderhoud gelijkmatig over de jaren uit te smeren. Het onderhoud wordt uitgevoerd op het moment dat het zich voordoet en dan wordt er ook financiering voor gezocht. Voor de beoordeling van de onderhoudstoestand van het stadion verwijzen we naar hoofdstuk 4 van dit rapport. 5.2.3. Exploitatie en liquiditeitsontwikkeling Stichting Stadion VVV Venlo De exploitatie van het stadion is de verantwoordelijkheid van de Stichting Stadion VVV Venlo. Het is geen multifunctioneel stadion en de belangrijkste huurder is dus VVV Venlo BV (BVO)24. De inkomsten van de stichting zijn de huurpenningen van de BVO ad € 240.000 per jaar. De kosten bestaan voornamelijk uit overige bedrijfskosten, afschrijvingen en financieringslasten van de opgenomen leningen. Voor de jaren 2015/2016 tot en met 2019/2020 is een gemiddeld exploitatieresultaat te verwachten van c.a. € 25.000 uitgaande van de situatie in het boekjaar 2014/2015. Naast de ontwikkeling van het exploitatieresultaat in de komende jaren is ook de beoordeling van de ontwikkeling van de liquiditeit van groot belang. In het overzicht op de volgende pagina is de verwachte ontwikkeling van de liquiditeit weergegeven tot en met 2019/2020. Op basis van de geschetste ontwikkeling is het volgende beeld te destilleren uit de ontvangen vertrouwelijke informatie: - De aflossingen van twee private leningen zijn in oktober 2014 opgeschort. In het overzicht is rekening gehouden dat aflossingen weer worden hervat conform het afgesproken aflossingsschema. - De aflossingen aan VVV Venlo BV zijn afhankelijk van de liquiditeitsontwikkeling van beide partijen. In het overzicht is het uitgangspunt dat de leningen afgelost moeten
24
Bron: Vervolg Plan van Aanpak, juni 2015 (VVV Venlo).
23
worden met € 50.000 per jaar hetgeen ook mogelijk is gezien de ontwikkeling van de liquiditeit van de Stichting Stadion VVV Venlo. - Rekening houdende met vorenstaande laat de netto kasstroom ontwikkeling zien dat pas in 2019/2020 een positieve kasstroom is te verwachten van c.a. € 100.000. De oorzaak hiervan is dat dan de banklening en de lening van VVV Venlo BV geheel zijn afgelost. - Indien er voorrang wordt gegeven aan het aflossen van de leningen is er geen liquiditeit in de Stichting Stadion VVV Venlo om investeringen en/of onderhoud in het stadion te doen. - Indien het aflossen van de banklening en de lening van VVV Venlo structureel wordt opgeschort is er per jaar c.a. € 100.000 beschikbaar voor investeringen en/of onderhoudswerkzaamheden in het stadion uit te voeren.
24
Stichting Stadion VVV Venlo
2014/2015 €
2015/2016 €
2016/2017 €
2017/2018 €
2018/2019 €
2019/2020 €
240.400
240.400
240.400
240.400
240.400
240.400
9.281 23.421 2.509 1.613 514 9.180 46.518
9.467 23.889 2.559 1.645 524 9.364 47.448
9.656 24.367 2.610 1.678 535 9.551 48.397
9.849 24.855 2.663 1.712 545 9.742 49.365
10.046 25.352 2.716 1.746 556 9.937 50.353
10.247 25.859 2.770 1.781 567 10.135 51.360
111.598
112.000
112.000
112.000
112.000
112.000
Bedrijfsresultaat
82.284
80.952
80.003
79.035
78.047
77.040
Financiele lasten rente- en bankkosten rente RABO rente leningen private investors rente leningen VVV Venlo BV totaal financiele lasten
248 5.969 13.487 14.151 33.855
300 4.480 13.682 12.386 30.848
300 3.152 12.142 9.386 24.980
300 1.824 10.602 6.386 19.112
300 506 9.062 3.386 13.254
300 7.522 7.822
Resultaat
48.429
50.104
55.023
59.923
64.794
69.218
Belastingen
28.317
28.317
28.317
28.317
28.317
28.317
Exploitatieresultaat
20.112
21.787
26.706
31.606
36.477
40.901
131.710
133.787
138.706
143.606
148.477
152.901
32.004 5.000 12.504 3.000 8.000 65.000 125.508
32.004 3.333 12.000 32.000 50.000 129.337
32.004 12.000 32.000 50.000 126.004
32.004 12.000 32.000 50.000 126.004
26.670 12.000 32.000 50.000 120.670
12.000 32.000 6.425 50.425
Opbrengsten Overige bedrijfskosten AAA kosten Opstalverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Bestuurdersaansprakelijkheidsverz Kunstgrasverzekering OZB totaal overige bedrijfskosten Afschrijvingen
Cash flow Aflossingen RABO lening ASV Beheer lening Nerva lening 1 Nerva lening 2 Nerva lening 3 VVV Venlo BV totaal aflossingen Netto cash flow
1 2 3 4 5
1 2 3 4 5
6.202 4.450 12.702 17.602 27.807 102.476 ========== ========== ========== ========== ========== ==========
In 2006 € 400.000 verstrekt; rente 4,15%; aflossing € 2.667 per maand In 2004 € 60.000 verstrekt; rente 6%; aflossing € 416,67 per maand In 2014 € 123.403 verstrekt; rente 3maands euribor + 3%; aflossing € 3.000 per kwartaal is opgeschort In 2014 € 317.000 verstrekt; rente 3maands euribor + 3%; aflossing € 8.000 per kwartaal is opgeschort In 2011 € 344.656 verstrekt; rente 6%; aflossing in onderling overleg
25
5.3. VVV Venlo B.V. (BVO) 5.3.1. Begroting 2015-2016 De oorspronkelijke begroting 2015/2016 sluitend met een verlies van € 448.000 was door de KNVB afgekeurd. De aangepaste begroting 2015/2016 sluitend met een verlies van € 269.000 is op 14 juli 2015 door de KNVB goedgekeurd. Volgens voorwaarden van de KNVB mag het vermogen van de BVO maximaal negatief zijn gelijk aan 1x de netto recette omzet van het begrotingsjaar. De verwachte recette omzet 2015/2016 bedraagt € 451.000. Op basis van vorenstaande is betaald voetbal voor het seizoen 2015/2016 veiliggesteld. 5.3.2. Licentie KNVB VVV Venlo BV is een Betaald Voetbal Organisatie (BVO) die jaarlijks een licentie van de KNVB dient te ontvangen om als BVO te kunnen optreden. Daarbij wordt de BVO in een van de volgende categorieën ingedeeld: Categorie 1: onvoldoende Categorie 2: voldoende Categorie 3: goed De licentiecommissie van de KNVB heeft VVV Venlo, op basis van de halfjaarcijfers 2013/2014 (opgemaakt in maart 2014) ingedeeld in categorie 1 van het licentiesysteem. Dit betekent dat de financiële situatie bij VVV Venlo volgens de KNVB dermate onzeker is dat verscherpt toezicht door de KNVB noodzakelijk is. Op basis van beoordeling van de volgende variabelen vindt indeling in een categorie plaats: 1. Balanspost liquide middelen 2. Prognose liquiditeit 3. Werkkapitaal 4. Solvabiliteit 5. Netto resultaat jaarrekening 6. Bedrijfsresultaat jaarrekening 7. Netto resultaat prognose 8. Bedrijfsresultaat prognose 9. Personeelskostenratio 10. Begrotingsdiscipline Een samenvatting van de voorwaarden van de KNVB inclusief de richtlijn ‘ Financieel Ratingsysteem’ is opgenomen in de bijlage VI. Door de langere doorlooptermijn van de beoordeling van de halfjaarcijfers, heeft de licentiecommissie besloten om de termijn waarop VVV Venlo structurele indeling in minimaal categorie II dient te bewerkstelligen, te verlengen. In plaats van de reglementair vastgestelde 9 meetmomenten heeft VVV Venlo 10 meetmomenten. Vorenstaande betekent dat VVV Venlo uiterlijk op basis van de begroting voor het seizoen 2017/2018 (juni 2017) structurele indeling in minimaal categorie II dient te bewerkstelligen. Om dit doel te bereiken heeft VVV Venlo een plan van aanpak opgesteld waarin wordt beschreven met welke maatregelen deze doelstelling gerealiseerd zal gaan worden. Volgens de huidige doorrekening zal VVV Venlo structureel zijn ingedeeld in categorie 2 op het 7e meetmoment (juni 2017). In de volgende paragrafen zullen wij het plan van aanpak beoordelen en de uitgangspunten beoordelen van de prognoses die moeten leiden tot indeling in categorie 2. 26
5.3.3. Exploitatie VVV-Venlo BV In onderstaand overzicht is de ontwikkeling van het exploitatieresultaat weergeven van het seizoen 14/15 tot en met 19/20. Hierbij wordt aangetekend dat cijfers voor de jaren 2018/ 2019 en 2019/2010 zijn gebaseerd op de cijfers van het jaar 2017/2018 zoals door VVVVenlo geprognosticeerd. Resultaten VVV-Venlo BVO
Onderstaand volgt een nadere toelichting op belangrijkste posten in de prognose.
27
Toelichting baten Wedstrijdbaten (13% van de totale baten) Voor het seizoen 15/16 wordt aan wedstrijdbaten een bedrag van € 451.000 begroot. Voor de jaren daarna € 400.000. Een nadere specificatie is opgenomen in bijlage VII. Ten aanzien van de baten seizoenkaarthouders is het volgende op te merken dat het 2000 seizoenkaarthouders a € 107 per kaart betreft. Voor het seizoen 15/16 is rekening gehouden met hetzelfde aantal seizoenkaarthouders en een prijsstijging van 15%. Bij aanvang van het seizoen 15/16 zijn 2.150 kaarten werkelijk verkocht. Sponsoring (51% van de totale baten) Voor het seizoen 15/16 wordt aan sponsorbijdragen een bedrag van € 1.825.000 begroot. Een nadere specificatie is opgenomen in bijlage VII. Volgens mededeling van de club is 83% (i.c. € 1.515.000) gerealiseerd. Dit heeft de commissie kunnen vaststellen op basis van het contractenregister. Het resultaat 15/16 zal dus naar verwachting € 310.000 lager zijn dan begroot. Indien en voor zover de overige resultaatposten gerealiseerd worden zal er dus in 15/16 een bijstorting moeten plaatsvinden om te voldoen aan de vermogenseisen van de KNVB. Voor de jaren 16/17 en 17/18 stijgen de sponsorbijdragen met € 25.000 per jaar op basis van een realisatie van € 1.825.000. Dit is uitgaande van de feitelijke situatie 15/16 te optimistisch. Media gerelateerde baten (20% van de totale baten) Media gerelateerde baten worden voor het seizoen 15/16 geschat op € 724.000 en worden toegekend op basis van de sportieve prestaties van de afgelopen 10 seizoenen. Volgens een opgave van Ooijendijk Financial Services bedragen de media gerelateerde baten voor 15/16 € 524.000 (dit is op basis van plaats 2 van het verdeelmodel). Het verschil ad. € 200.000 betreft de degradantenvergoeding welke laatste termijn in 15/16 wordt ontvangen. Voor de jaren 16/17(€ 488.000) en 17/18 (€ 513.000) wordt een belangrijke daling verwacht van de media gerelateerde baten. De verklaring hiervoor is dat VVV terugzakt van plaats 2 naar plaats 6 in het verdeelmodel van de media gerelateerde baten. Overige baten (9% van de totale baten) De overige baten worden jaarlijks geschat op c.a. € 320.000 (zie bijlage VII) waarvan € 160.000 maatschappelijke opbrengsten. De maatschappelijke opbrengsten zijn als volgt samengesteld: € - Fonds NutsOhra 100.000 (ingediend nog niet toegekend) - Funktionierende Wirtschaftsraum 15.000 (ingediend nog niet toegekend) - Diversen (o.a. bewegen naar werk) 15.000 - Fontys-team 10.000 - Regiogemeenten samenwerking 20.000 (aanvraag ingediend) Totaal 160.000 Toelichting kosten Lonen en salarissen (64% van te totale kosten) De lonen en salarissen worden voor 15/16 geschat op € 2.350.000 en de jaren erna op € 1.775.000.
28
Ten aanzien van de lonen en salarissen inclusief sociale lasten dienen de volgende opmerkingen geplaatst te worden: 1. De loonkosten spelers betreft 23 spelers van de selectie. De gemiddelde loonkosten (inclusief salariskosten) per speler bedraagt € 48.000 voor het jaar 15/1625. 2. Voor het jaar 16/17 worden de lonen en salarissen geraamd op € 1.775.000. Een besparing ten opzichte van 15/16 van c.a. € 575.000. De te realiseren besparing betreft een taakstelling. Er is geen concreet plan hoe dit feitelijk gerealiseerd gaat worden. 3. Er is geen informatie over de duur van de arbeidscontracten ontvangen waardoor een projectie naar de toekomst niet mogelijk is. Huisvestingskosten (14% van de totale kosten) De huisvestingskosten worden geschat op € 500.000 (15/16) en € 519.000 (16/17), Een nadere specificatie is opgenomen in bijlage VII. Ten aanzien van de huisvestingskosten dienen de volgende opmerkingen geplaatst te worden: 1. De huurkosten stadion zijn verschuldigd aan Stichting Stadion VVV. 2. De huurkosten overige zijn als volgt samengesteld: - Gemeente Venlo € 15.000 - De kraal € 2.000 - De meeuw (fanshop) € 19.000 3. De huur LED Boarding is als volgt samengesteld; - sports exposure € 25.000 - huur boarding € 64.000 4. Ten opzichte van 14/15 dalen deze kosten met € 31.000. Dit betreft een taakstelling waarbij met name een besparing wordt verwacht op de energielasten en schoonmaakkosten. Algemene kosten (4% van de totale kosten) De algemene kosten worden geschat op € 165.000 (15/16) en € 163.000 (16/17). Een nadere specificatie is opgenomen in bijlage VII. Ten aanzien van de algemene kosten dient opgemerkt te worden dat deze dalen ten opzichte van 14/15 met € 37.000. Dit betreft een taakstelling waarbij met name een besparing op de accountantskosten en automatiseringskosten wordt verwacht. Overige bedrijfskosten (4% van de totale kosten) De overige bedrijfskosten worden geschat op € 141.000 (15/16) en € 143.000 (16/17). Een nadere specificatie is opgenomen in bijlage VII. Ten aanzien van de overige bedrijfskosten dient het volgende opgemerkt te worden. 1. De heffingen worden berekend op basis van de netto omzet recettes ad. € 323.700 (omzet recettes € 386.200 minus KNVB beker € 62.500). 2. De kosten jeugd is als volgt samengesteld: - materiaal € 40.000 - wedstrijdkosten € 10.000 - vervoer € 60.000 - overige € 7.000 3. De overige bedrijfskosten dalen ten opzichte van 14/15 met € 48.000. Dit betreft een taakstelling waarbij met name een besparing op de jeugdkosten (vervoer, onderhoud en minder trainings-wedstrijdkleding) gerealiseerd dient te worden. 25
De commissie acht hiermee voldoende aangetoond dat VVV Venlo geen minimale spelerssalaris van € 240.000 hanteert, zoals wordt verondersteld in een aan de commissie gerichte brief (d.d. 1206-2015).
29
Toelichting resultaat vergoedingssommen Resultaat vergoedingssommen Het resultaat vergoedingssommen bestaat uit het saldo van de aan-en verkoop van spelers en kan jaarlijks sterk fluctueren. Tegenover de afschrijvingskosten op de geactiveerde vergoedingssommen staan de opbrengsten uit transfers onder aftrek van de boekwaarde van verkochte spelers en het saldo van betaalde en ontvangen opleidingsvergoedingen. In het resultaat 15/16 en 16/17 zijn afschrijvingen verantwoord van € 49.000 resp. € 43.000 Deze afschrijvingen zijn samengesteld uit de afschrijving van geactiveerde vergoedingssommen en betaalde makelaarskosten.
5.3.4. Financiële positie De financiële positie van VVV Venlo BV is als volgt weer te geven voor de komende jaren uitgaande van de door VVV zelf opgestelde prognoses. Op basis van onderstaand overzicht is duidelijk dat de solvabiliteitsratio’s en liquiditeitsratio’s niet aan de daaraan te stellen eisen voldoen. Een liquiditeitsratio groter dan 1 is voldoende om aan de kortlopende verplichtingen te kunnen voldoen. Een solvabiliteitsratio van ca. 25% is voldoende om ook op lange termijn aan verplichtingen te kunnen voldoen. Indien en voor zover er rekening wordt gehouden met de onzekerheden in de prognoses zal eerder sprake zijn van een verdere verslechtering van de financiële positie. Balansen VVV BVO VVV Venlo BV Balansen
2014/2015 €
2015/2016 €
2016/2017 €
Vergoedingssommen Materiele vaste activa Financiele vaste activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen Totaal activa
19.000 295.000 206.000 15.000 926.000 1.461.000
1% 20% 14% 1% 63% 0% 100%
240.000 186.000 15.000 736.000 1.177.000
0% 20% 16% 1% 63% 0% 100%
127.000 166.000 15.000 696.000 1.004.000
0% 13% 17% 1% 69% 0% 100%
Eigen vermogen Voorzieningen Kortlopende schulden Totaal passiva
41.000 38.000 1.382.000 1.461.000
3% 3% 95% 100%
228.00038.000 1.367.000 1.177.000
-19% 3% 116% 100%
222.37038.000 1.188.370 1.004.000
-22% 4% 118% 100%
Liquiditeitsratio: - Vlottende activa / Vlottende passiva
0,68
0,55
0,60
Solvabilteitsratio: - Eigen vermogen / Totaal Vermogen
2,81%
-19,37%
-22,15%
30
Stichting Investeringsfonds VVV Ter versterking van de financiële positie is recent een spelersinvesteringsfonds genaamd Stichting Investeringsfonds VVV opgericht. Het reglement van het spelersinvesteringsfonds is goedgekeurd door de KNVB. De Stichting Investeringsfonds VVV heeft per 25 juni 2015 maximaal 500 participaties uitgegeven met een waarde van € 2.500 per stuk welke gedurende een periode van 5 jaar derhalve tot 30 juni 2020, recht geven op 70% van de ‘ totale netto transfervergoeding’ die de BVO VVV Venlo BV gedurende periodes van telkens een half jaar genereert (periodes 1 januari t/m 30 juni en 1 juli t/m 31 december). Onder de totale netto transfervergoeding wordt verstaan: ‘ het totaal aan vergoedingen (transfersommen) dat door derde partijen wordt betaald aan VVV Venlo BV om een of meer contractspelers over te nemen en de lopende arbeidsovereenkomst tussen de desbetreffende contractspeler en VVV Venlo BV tussentijds te beëindigen, na aftrek van de volgende componenten: - de zogenaamde solidariteitsbijdrage conform reglement KNVB/ FIFA; - een eventueel aandeel van voormalige clubs in de ontvangen transfersommen; - een investeerdersafspraak die dateert van voor 25 juni 2015; - een eventueel aandeel van de contractspeler in de ontvangen transfersommen; - een eventueel aandeel van intermediairs in de ontvangen transfersom terzake van het verlenen van specifieke diensten aan VVV Venlo BV; - het eventueel restant afschrijvingsdeel van de aankoopsom van de contractspeler over de resterende contractperiode. Het betreft de netto transfervergoedingen voor de contractspelers die per 1 juli 2015 bij VVV Venlo onder contract staan en welke in de periode 1 juli 2015 tot en met 30 juni 2020 onder contract komen te staan. Indien en voor zover op 30 juni 2020 de inleg en de maximale vergoeding niet geheel zijn terugbetaald, zijn er over en weer geen rechten en plichten meer en is de Stichting Investeringsfonds VVV geen (enkele vorm van) vergoeding verschuldigd aan participanten. Momenteel zijn er 120 participaties uitgegeven. De huidige voorzitter van de BVO staat volgens mededeling garant voor de opbrengst van € 1.250.000. De commissie heeft niet vastgesteld of de uitgifte van de participaties volgens het reglement heeft plaatsgevonden. 5.4. Stichting VIA VVV VVV Venlo beschikt met Stichting VIA VVV over een aparte maatschappelijke stichting. VIA VVV beschikt over een zelfstandig bestuur, waarin de huidige directeur van de Stichting Beheer VVV Venlo en bestuurslid van VIA VVV de bestuurlijke verbinder is met de club VVV Venlo. De werkzaamheden van VIA VVV concentreren zich hoofdzakelijk op de gemeenten Venlo en Roermond, en in mindere mate Venray, Horst aan de Maas en Peel en Maas, voornamelijk vanwege de financiering door de gemeenten Venlo en Roermond van de projectleiders van VIA VVV.
31
De balans van VIA VVV ziet er ultimo 2014 als volgt uit:
Vorderingen Liquide middelen
€ 32.230 86.401
Eigen vermogen Kortlopende schulden
Totaal activa
118.721
Totaal passiva
€ 20.808 97.913 118.721
De baten over 2014 bedroegen € 142.391 en de lasten € 145.847. Het resultaat 2014 bedroeg dus € 3.456 negatief. De gemeente Venlo levert een aanzienlijke directe en indirecte financiële bijdrage aan VIA VVV. Het gaat daarbij om de inzet van de combinatiefunctionaris (nu € 50.000 per jaar) en de buurtsportcoach (nu € 13.400 per jaar) en om financiële middelen voor projecten als ‘scoren voor gezondheid’ (€ 4.750), de ‘buurtbattle’ (€ 5.000) en kosten vrijwilligers (€ 1.500). Zoals de commissie in hoofdstuk 2 heeft geconstateerd kan de door VVV Venlo gevraagde structurele jaarlijkse bijdrage van € 500.000 van de gemeente Venlo voor maatschappelijke activiteiten en de jeugdopleiding geen betrekking hebben op activiteiten van de BVO, maar slechts uitsluitend op maatschappelijke activiteiten van VIA VVV. Een businessplan ontbreekt vooralsnog. 5.5. Beeld en bevindingen commissie Naar aanleiding van de beoordeling van de financiële positie van de Stichting Stadion VVV en VVV Venlo BVO op basis van de thans beschikbare informatie levert de volgende constateringen op. Stichting Stadion VVV 1. De Stichting Stadion VVV beschikt niet over planmatige meerjarige onderhoudsplannen met als gevolg dat er geen voorziening onderhoud in de jaarrekening is verantwoord 2. Mede op basis van vorenstaande en de liquiditeitsontwikkeling de komende jaren zal de Stichting Stadion VVV niet in staat zijn om groot onderhoud aan het stadion uit te voeren. 3. Op basis van voorgaande kan worden vastgesteld dat de jaarlijkse financieringslasten (aflossingsverplichting en rentelasten ad. € 240.000 per jaar bij annuïtaire lening ad € 6 mln. looptijd 25 jaar)26 behorende bij een investering van € 6 mln. in het stadion financieel niet haalbaar zijn VVV Venlo BV 4. De geprognotiseerde inkomsten 2015/2016 uit sponsoring zijn op basis van de thans gerealiseerde sponsorinkomsten ca. € 300.000 te hoog verantwoord. 5. Het resultaat 2015/2016 op basis van minder sponsorinkomsten zal naar verwachting negatiever uitvallen dan het begrote resultaat van € 269.000 negatief. 6. De besparingen op de personeelskosten in 2016/2017 ten bedrage van € 575.000 zijn op basis van de thans beschikbare informatie onvoldoende onderbouwd om het realiteitsgehalte te beoordelen. 7. De prognoses en de onderbouwingen laten onvoldoende zien hoe flexibel de kostenstructuur is en de bedrijfsvoering kan worden aangepast aan fluctuerende inkomsten.
26
Zie hoofdstuk 4.
32
8. De liquiditeitspositie en de solvabiliteitspositie voldoet niet aan de minimaal daaraan te stellen eisen en zal rekening houdend met de onzekerheden in de prognoses de komende jaren nog zwaar onder druk staan. 9. Op basis van de huidige onzekerheden in de thans beschikbare informatie is het zeer onzeker of VVV op de gestelde meetmomenten voldoet aan de eisen van de KNVB en in 2017 structureel in categorie 2 kan worden ingedeeld. 10. Op basis van voorgaande kan worden vastgesteld dat de jaarlijks structurele hogere huurprijs als gevolg van een eventuele financiering in de Stichting Stadion VVV als gevolg van een investering van € 6 mln. in het stadion financieel niet haalbaar is voor de BVO. Stichting VIA VVV 11. Een businessplan ter onderbouwing van de door VVV Venlo aan de gemeente Venlo gevraagde structurele jaarlijkse bijdrage van € 500.000 voor de maatschappelijke activiteiten en jeugdopleiding ontbreekt. De commissie tekent hierbij aan dat de jeugdopleiding onderdeel uitmaakt van de exploitatie van VVV Venlo en geen maatschappelijke activiteit is, terwijl uitsluitend maatschappelijke activiteiten van Stichting VIA VVV voor eventuele ondersteuning in aanmerking komen.
33
6. Beleid bestuur VVV-Venlo
6.1. Inleiding In de voorafgaande hoofdstukken heeft de commissie haar feitelijke bevindingen verwoord. Op basis van deze bevindingen gaat de commissie in het voorliggend hoofdstuk in op het bestuursbeleid in kwalitatieve zin. Voor de volledigheid en ter informatie geeft de commissie in de volgende paragraaf de bestuursstructuur weer.
6.2. Juridische structuur Aan de orde zijn de Stichting Beheer VVV Venlo (met als 100% dochter VVV-Venlo BV) en de Stichting Stadion VVV (zie bijlage I voor de leden). De Stichting Beheer VVV Venlo heeft ten doel “het verkrijgen en beheren van de aandelen in het kapitaal van VVV Venlo BV alsmede het bevorderen van de beoefening van de voetbalsport, incl. beroepsvoetbal etc.” en kent tenminste 3 bestuursleden. Deze stichting heeft tevens een Raad van Advies (RvA). Deze RvA bestaat uit 7 leden, waarvan 3 leden worden benoemd namens de sponsoren met een sponsorpakket, 3 leden namens de Stichting Beheer VVV Venlo en 1 lid door het college van B&W van de gemeente Venlo. Deze laatste zetel is in overleg door de stichting VIA VVV ingevuld. Deze RvA adviseert gevraagd en ongevraagd het bestuur van de stichting. Het bestuur van de stichting wordt geacht de begroting en het financieel jaarverslag van de beherende vennoten met de RvA te bespreken. Dat geldt tevens voor belangrijke plannen en ontwikkelingen, waaronder het beleidsplan van de stichting. Daarnaast kan het voltallig bestuur van de Stichting Beheer VVV Venlo worden ontslagen door de RvA indien het belang van de stichting dit bepaaldelijk vordert, welk besluit dient te worden genomen met unanimiteit van stemmen in een vergadering waar alle leden van de RvA aanwezig of vertegenwoordigd zijn. De Stichting Stadion VVV kent 3 bestuursleden en is belast met de exploitatie (beheer en onderhoud) van het stadion en het parkeerterrein (zie ter zake de paragrafen 4.2.1. en 4.3.). Beide besturen zijn derhalve verantwoordelijk voor het gevoerde beleid. De RvA heeft als klankbord gefungeerd. De commissie heeft het niet opportuun geacht zich daar verder in te verdiepen. 6.3. Een korte terugblik In hoofdstuk 1 is de aanleiding tot het instellen van onze commissie weergegeven. VVVVenlo heeft in een brief van 16 januari 2015 het College van B&W van de gemeente Venlo laten weten enkel op eigen kracht niet meer in staat te zijn als volwaardige Betaald Voetbal Organisatie (BVO) de begroting sluitend te krijgen. Hoewel de opdracht van de commissie toekomstgericht is, acht zij een korte terugblik nuttig en nodig om zodoende feiten in perspectief te plaatsen (zie ook het financieel overzicht 2007 tot 2014 op pagina 37). Daarnaast kan door te beschrijven hoe de huidige situatie is ontstaan bijvoorbeeld valkuilen voor de toekomst worden onderkend en vermeden worden. Het gaat de commissie er in eerste instantie dus vooral om van het gevoerde beleid in het verleden te leren c.q. in perspectief te plaatsen. 34
Wij gaan terug tot 2003, het jaar dat de gemeente met een eenmalige bijdrage van 2,7 miljoen euro de renovatie van het stadion en daarmee het behoud van het betaald voetbal mede mogelijk maakte Hierbij zij aangetekend dat het bestuur van VVV-Venlo tot op heden van mening is dat de condities van de accommodatie en de parkeervoorzieningen bij de overdracht onvoldoende op orde waren. De perceptie van het bestuur van VVV-Venlo van voornoemde bijdrage is derhalve een geheel andere dan die van de gemeente zelf. Vermeldenswaard is dat in 2007 gesprekken zijn gestart over de bouw van een nieuw multifunctioneel te benutten stadion als onderdeel van de invulling van het kazerneterrein. Deze gesprekken hebben uiteindelijk niet geleid tot de bouw van een nieuw stadion. Uit het financieel overzicht op pagina 37 blijkt dat VVV-Venlo t/m het seizoen 2009/2010 een financieel gezonde BVO bleef. Investeringen in buitenlandse spelers met langer lopende contracten en daaraan verbonden (buiten EU) salarissen pakten in eerste instantie goed uit. Dat blijkt uit de stand op de ranglijst en de positieve uitkomsten van het transferbeleid. De mogelijkheden voor doorstroming van spelers vanuit de regio werd hierdoor uiteraard wel beperkt. In die periode zou overigens, gezien de contractuele afspraken en het feit dat de Koel dienst zou blijven doen als onder andere trainingsaccommodatie, de start van het opbouwen van een voorziening groot onderhoud op zijn plaats zijn geweest. Vanaf het seizoen 2010/2011 wijzigde het sportieve en financiële beeld drastisch. De prestaties op het veld bleven ver achter bij de verwachtingen met als gevolg dat VVV-Venlo degradeerde. Te begrijpen is dat het bestuur van VVV-Venlo er, ook in financiële zin, in eerste instantie voor koos de voorwaarden te blijven scheppen voor een plek in de Eredivisie. Toen dat echter niet lukte had het bestuur naar de mening van de commissie eerder moeten schakelen door rekening te gaan houden met de fors lagere uitkering van de KNVB en dito lagere transferwaarde van de spelers. Het gevolg van het zelfs opvoeren van de bedrijfskosten is dat er gaandeweg een aanslag op het eigen vermogen van een zodanige omvang ontstond dat het behoud van de licentie van de KNVB om betaald voetbal te spelen in gevaar kwam. Het gevolg was natuurlijk ook dat er geen enkele ruimte meer was om onderhoud te plegen, laat staan daarvoor te reserveren.
6.4. Huidige situatie Ter behoud van de licentie diende het bestuur van VVV Venlo de tekorten weg te werken. Daarbij is in eerste instantie gekozen voor opeenvolgende, qua voorwaarden minder dan marktconforme kapitaal injecties en garanties door met name bedrijven gelieerd aan de voorzitter (zie hoofdstuk 5). Ondanks de beste bedoelingen die volgens de commissie ten grondslag lagen aan deze financiële interventie, is hierdoor ongewild een ongezonde financiële, organisatorische en bestuurlijke functievermenging ontstaan. De commissie is bij de beoordeling van het financiële toekomstperspectief uitgegaan van marktconforme voorwaarden. De commissie onderstreept dat met name de voorzitter er alles aan heeft gedaan het BVOschip in de vaart te houden en dat op zich is bewonderenswaardig. De overige bestuursleden van VVV-Venlo dienen zich er wel rekenschap van te geven dat zij de huidige feitelijke situatie hebben laten ontstaan. De commissie meent uit het feit dat men in 2014 op zoek is gegaan naar potentiële nieuwe bestuursleden te kunnen opmaken dat het huidige bestuur zich inmiddels bewust is van de wenselijkheid van verversing. Helaas hebben de zittende en de nieuwe bestuursleden na enkele maanden moeten constateren dat er zich onvoldoende synergie ontwikkelde tussen de zittende en de nieuwe leden waardoor de verversing niet tot stand is gekomen. De
35
commissie stelt bovendien vast dat de formule om nieuwe leden in te laten stromen in het zittend bestuur niet heeft gewerkt.
6.5. Beeld en bevindingen commissie In de brief van 16 januari jl. van de beide stichtingen (zie bijlage II) wordt het afketsen van de plannen voor het beoogde multifunctionele stadion zowel genoemd als oorzaak dat er geen gezond toekomstperspectief meer is als voor de onmiddellijke gevolgen (degradatie etc.). Uit voorgaande twee paragrafen moge duidelijk zijn dat de commissie, hoe het ook zij, deze veronderstelling niet deelt. De commissie is van mening dat beide besturen zelf verantwoordelijk zijn voor het gevoerde beleid en daarmee voor de huidige precaire financiële situatie. Er zijn kortom de afgelopen jaren beleidslijnen gevolgd en beslissingen genomen met onvoldoende aandacht voor de risico’s.
36
Resultaten 2007/2008 tot en met 2013/2014 VVV Venlo BV
2007/2008 €
2008/2009 €
Netto omzet Wedstrijdbaten Sponsoring Media gerelateerde baten Opbrengst spelers Subsidies & Giften Merchandising & BC Food & Beverage Overige baten Totaal baten
716.921 3.776.165 1.759.060 1.174.750 73.028 354.754 7.854.678
676.977 3.100.171 1.046.173 142.719 77.003 189.926 5.232.969
Bedrijfslasten Lonen en salarissen Verkoopkosten Huisvestingskosten Wedstrijd- en trainingskosten Algemene kosten Overige bedrijfskosten totaal bedrijfslasten
4.217.774 272.048 579.006 449.456 381.743 118.094 6.018.121
Afschrijvingen Bedrijfsresultaat Financiele lasten rentebaten rentelasten totaal financiele lasten Resultaat
2010/2011 €
2011/2012 €
2012/2013 €
2013/2014 €
1.211.131 4.332.411 1.598.960 2.839.355 79.572 224.564 10.285.993
1.240.795 4.931.125 1.360.435 113.467 443.139 8.088.961
1.168.183 4.545.033 1.186.228 227.124 46.072 291.967 329.451 7.794.058
972.084 3.925.898 1.709.287 38.800 111.002 240.371 307.743 7.305.185
492.697 1.962.966 1.112.480 56.828 267.422 259.712 4.152.105
4.030.476 141.781 490.610 360.930 308.070 100.555 5.432.422
6.086.923 279.547 575.890 542.703 530.472 137.858 8.153.393
6.346.799 279.640 762.415 675.966 468.210 120.337 8.653.367
6.374.877 721.245 793.710 581.127 331.079 479.272 9.281.310
6.182.423 626.908 704.942 515.245 270.822 406.807 8.707.147
3.893.858 423.798 600.062 295.304 203.844 205.169 5.622.035
156.747
187.313
215.073
229.583
192.170
190.577
117.726
1.679.810
386.766-
1.917.527
793.989-
1.679.422-
1.592.539-
1.587.656-
34.503 1.567 32.936
34.544 384 34.160
29.665 5.145 24.520
19.272 10.538 8.734
2.922 27.636 24.714-
44.404 6.078 38.326
2009/2010 €
14.542 21.293 6.751-
1.655.096
348.440-
1.910.776
761.053-
1.645.262-
1.568.019-
1.578.922-
208.333 208.333
133.333 133.333
139.583 139.583
241.980 683.062 441.082
386.965 1.334.848 947.883
342.229 2.198.172 1.855.943
226.919 422.314 195.395
32.000
109.000-
399.366
92.290-
140.301-
44.270
45.453-
Exploitatieresultaat
1.414.763
372.773-
1.371.827
227.681-
557.078-
243.654
1.338.074-
Cash flow
1.779.843
52.127-
1.726.483
243.882
22.057
776.460
993.429-
183.334 990.590 127.000 100.822 937.447 43.120 2.382.313
315.376 1.054.849 21.250 4.341.283 263.069 5.995.827
109.969 572.902 578.601 124.921 1.978.721 150.940 3.516.054
452.898 480.467 481.673 45.712 3.754.440 3.688 5.218.878
305.001 332.364 506.617 96.136 4.591.072 10.828 5.842.018
646.346 362.982 297.426 44.659 546.146 56.945 1.954.504
565.879 83.173 1.733.261 2.382.313
1.937.706 39.527 44.330 3.974.264 5.995.827
1.710.025 40.849 1.765.180 3.516.054
1.152.947 39.774 4.026.157 5.218.878
1.396.601 82.837 4.362.580 5.842.018
58.527 38.591 761.250 1.096.136 1.954.504
Afschrijving vergoedingssommen Resultaat vergoedingssommen Netto resultaat Belastingen
Balansen Vergoedingssommen Materiele vaste activa Financiele vaste activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen Totaal activa Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva
938.655 269.202 1.926.254 3.134.111
37
7. Conclusies
Op basis van de analyse die de commissie heeft uitgevoerd en het beeld dat de commissie heeft gekregen ten aanzien van de: - de juridische (on)mogelijkheden inzake de ondersteuning van BVO’s door gemeenten, - de maatschappelijke waarde van BVO’s in het algemeen van VVV-Venlo in het bijzonder, - de huidige staat van de accommodatie van VVV-Venlo (stadion en parkeerterrein), - de financiële situatie van VVV-Venlo en - het beleid van het huidige bestuur van VVV-Venlo, komt de commissie tot de volgende beantwoording van de drie centrale onderzoeksvragen: 1. Heeft BVO VVV-Venlo voor (de regio) Venlo maatschappelijke waarde, en zo ja wat en hoe groot is deze maatschappelijke waarde dan? De commissie komt tot de conclusie dat VVV-Venlo, via de Stichting VIA VVV, op maatschappelijk gebied een duidelijke meerwaarde heeft voor de gemeente en de regio Venlo omdat inzetten op het ‘merk’ VVV-Venlo op sociaal-maatschappelijk gebied laagdrempelig toegang biedt tot diverse (deels moeilijk bereikbare) doelgroepen. VIA VVV levert daarmee een bijdrage aan de totstandkoming van gemeentelijke doelen op maatschappelijk gebied. Voor een nadere onderbouwing verwijst de commissie naar haar analyse, beeld en bevindingen, zoals opgenomen in hoofdstuk 3. 2. Hoe moet de huidige situatie van VVV-Venlo in kwalitatieve zin worden beoordeeld? De commissie concludeert dat de besturen van de BVO VVV-Venlo en de Stichting Stadion VVV verantwoordelijk zijn voor het gevoerde beleid en daarmee voor de huidige precaire financiële situatie (zie onderzoeksvraag 3). Er zijn de afgelopen jaren beleidslijnen gevolgd en beslissingen genomen met onvoldoende aandacht voor de risico’s. Daarnaast constateert de commissie dat het laten instromen van nieuwe bestuursleden in het zittende bestuur niet heeft gewerkt. Hoewel de commissie er niet apart op is ingegaan meent zij op grond van de verschillende contacten te kunnen stellen dat de communicatie tussen het bestuur van VVV-Venlo en de gemeente Venlo voor verbetering vatbaar is. Voor een nadere onderbouwing verwijst de commissie naar haar analyse, beeld en bevindingen, zoals opgenomen in hoofdstuk 6. 3. Hoe moet – op basis van de voorliggende financiële foto - de financiële situatie van VVV-Venlo worden beoordeeld? De commissie komt tot de conclusie dat financiële situatie van VVV-Venlo (BVO VVVVenlo en Stichting Stadion VVV) dusdanig precair is, dat: - Gezien de liquiditeitsontwikkeling de komende jaren de Stichting Stadion VVV niet in staat zal zijn om groot onderhoud aan het stadion uit te voeren. - Het zeer onzeker is of VVV-Venlo op de gestelde meetmomenten kan voldoen aan de eisen van de KNVB en in 2017 structureel in categorie 2 kan worden ingedeeld.
38
-
Op basis van voorgaande de financieringslasten (aflossingsverplichting en rentelasten ad. € 240.000 bij annuïtaire lening van 6 mln. looptijd 25 jaar) behorende bij een investering van € 6 mln. in het stadion financieel niet haalbaar zijn
De commissie tekent hierbij aan dat deze conclusie is gebaseerd op een eigen aanvullende analyse van de financiële positie van de Stichting Stadion VVV en VVV Venlo BVO op basis van de thans beschikbare informatie. Voor een nadere onderbouwing verwijst de commissie naar haar analyse, beeld en bevindingen, zoals opgenomen in de hoofdstukken 4 en 5.
39
BIJLAGEN
40
Bijlage I: Organisatiestructuur VVV-Venlo
NB. Op 01-06-2015 zijn de heren Thissen en Snel uit het bestuur gestapt.
41
Bijlage II: Briefwisseling VVV Venlo - gemeente Venlo (januari 2015)
42
43
44
Bijlage III: Samenstelling en begeleiding Commissie van Wijzen
College Opdrachtgever
Commissie van Wijzen
Begeleidingsgroep
Stuurgroep
Adviseur
Klankbord
Procesorganisatie
Projectgroep Ondersteuning Ter uitvoering van het proces worden de volgende organisatie onderdelen onderscheiden: 1. Commissie van Wijzen; 2. Begeleidingsgroep; 3. Stuurgroep (intern); 4. Projectgroep (intern). Ad 1) Commissie van Wijzen De commissie van Wijzen brengt eind juni 2015 het eindadvies uit aan het college en is als volgt samengesteld: De heer J. van Graafeiland (voorzitter) De heer P. Janssen De heer L. Litjens De heer J. Vlaminckx De heer J. Hensgens (secretaris) Mevrouw H. Lintsen (notulist) Ad 2) Begeleidingsgroep Om de gemeenteraad in een zo vroeg mogelijk stadium bij dit proces te betrekken zal een begeleidingsgroep van raadsleden de commissie van Wijzen begeleiden. De gemeenteraad is verzocht enkele leden uit zijn midden aan te wijzen, zowel uit de coalitiefracties als uit de fracties die niet vertegenwoordigd zijn in de coalitie. De begeleidingsgroep is als volgt samengesteld: - Wethouder S. Satijn (voorzitter) - Raadslid H. Janssen (PvdA) - Raadslid R. Hermans (CDA) - Raadslid I. Hendrickx (GroenLinks) - Raadslid F. Aerts (D66) - Raadslid F Schatorjé (Lokale Democraten) - Directeur P. Lucassen (adviseur) - Directeur W. van Miltenburg (adviseur) - Beleidsadviseur J. Hensgens (secretaris) - Secretaresse H. Lintsen (notulist)
45
Bijlage IV Overzicht activiteiten VIA VVV 2013-2014
46
47
48
49
50
Bijlage V: Beoordeling stadionplannen door gemeentelijke bouwkundigen Nieuwbouw en facelift De bouwkosten voor renovatie en uitbreiding van het entreegebouw zijn ruim geraamd (uitgaande van 1120 m² BVO volgens opgave architect). Ontwerp is praktisch en doelmatig. Slechts beperkte m2 zijn vervangende nieuwbouw (kassagebouw), het grootste deel zijn nieuwe behoeftes. De noodzaak van het onderbrengen van nieuwe behoeftes in een uitbreiding wordt in de ons aangeleverde stukken niet onderbouwd en een Programma van Eisen (PvE) ontbreekt. Het afbreken van het tijdelijke kassahuis en integreren in een nieuwbouw lijkt logisch. Renovatie en groot onderhouder Qua onderhoudstermijn komt de uitwerking overeen met de verwachtingen. Een bouwwerk vraagt iedere 10 jaar een gedegen onderhoudsbeurt. Met een renovatie en groot onderhoudsbeurt kan het stadion weer 10 jaar vooruit. Behalve het onderhoud verscherpen in 10 jaar de veiligheidsvoorschriften en worden de comfort verwachtingen hoger. De renovatie en groot onderhoud bestaan uit parkeerplaats renoveren kassagebouw en merchandising slopen buitengevel reinigen hoofd tribune uitbreiden trap renoveren bergingen slopen en vervangende nieuwbouw rondweg stadion renoveren zuid tribune (nieuwe stoelen, dak vervangen, onderhoud constructie) maas tribune (nieuwe stoelen, dak vervangen, onderhoud constructie) lichtmasten (nieuwe armaturen en lampen, onderhoud constructie) Opmerkingen Het bezoek aan het stadium leidt bij opname dat meer onderhoud nodig is dan in de opgave van de architect is opgenomen. Hier is een opsomming. De bouwkosten voor de renovatie van de noord- en westtribune zijn te laag ingeschat, stralen van de staalconstructie is niet afdoende, deze is deels aan vervanging toe (is niet geraamd door de architect); Bij renovatie van de noord- en westtribune moeten de dakplaten ook vervangen worden (is wel geraamd door de architect), tegelijkertijd dienen ook de wanden (achterzijde en de kopkanten) vervangen te worden door dikwandige, geprofileerde staalplaat (is niet geraamd door de architect); De staalconstructie van de oosttribune moet grondig ontroest en geschilderd worden, montagesysteem van de dakplaten op de staalconstructie volledig nalopen en waterdicht afwerken (is niet geraamd door de architect); De staalplaten van de achterwand en de kopwanden van de zuidtribune zijn niet vandaalbestendig en dienen vervangen te worden door een dikwandig type (is niet geraamd door de architect); De supporterstrappen dienen vervangen te worden, deze maken een ondeugdelijke indruk (is niet geraamd door de architect); De parkeerplaats van het bezoekende elftal is niet verhard en het terrein aan de achterzijdes van de noord- en westtribune verkeren in een matige staat van onderhoud. Dit geldt ook voor de taluds aangrenzend aan de noord- en oosttribune. Hier zijn geen concrete plannen voor, gebreken moeten echter hoe dan ook verholpen en onderhoud moet planmatig en regulier uitgevoerd worden.
51
Het afbreken van diverse opstallen nabij het trainingsveld en deze onderbrengen in één nieuwe is wenselijk. In de renovatie en groot onderhoud staat uitbreiding van de hoofdtribune als nieuwe behoefte (250 k€). Deze behoefte is niet gemotiveerd. Indien snel gehandeld kan worden, is misschien subsidiering vanuit de provincie mogelijk voor duurzaamheid (lichtmasten).
52
Bijlage VI: Voorwaarden KNVB Om betaald voetbal in Nederland te mogen spelen, heeft elke club een licentie nodig. De licentiecommissie van de KNVB verstrekt deze. Het huidige systeem is in 2003 door de Algemene Vergadering Betaald Voetbal aangenomen en feitelijk ingevoerd in 2004. Daarvoor kenden we al enkele tientallen jaren een licentiesysteem dat echter anders van opzet was. Er bestond in de jaren negentig maatschappelijk ongenoegen over de financiën van de clubs die met regelmaat negatief in het nieuws kwamen. Het toenmalige systeem was daarbij te veel gericht op de korte termijn, vooral doordat elk jaar een licentie moest worden aangevraagd en er feitelijk maar eenmaal per jaar een toetsing plaatsvond. Daarom is een licentiesysteem ingevoerd waarbij een licentie in beginsel voor onbepaalde tijd geldig is, maar waarbij sprake is van een continue monitoring van de clubs door een onafhankelijke licentiecommissie. Periodiek wordt het licentiesysteem geëvalueerd en waar nodig aangepast. De besluitvorming in het kader van het licentiesysteem vindt in eerste aanleg plaats door de licentiecommissie, die uit onafhankelijke professionals bestaat. Het licentiesysteem is van toepassing op alle BVO’s die deelnemen aan de competities betaald voetbal. De clubs rapporteren periodiek over hun financiële situatie. Doelstelling Doelstelling van het licentiesysteem is het waarborgen van de continuïteit (en eerlijk verloop) van de competities betaald voetbal en in het verlengde daarvan de continuïteit van de BVO’s. Om dit te realiseren wordt de toestand van de BVO’s zo transparant mogelijk gemaakt op het gebied van: • • •
financiën (door het financieel ratingsyteem); veiligheid (door de jaarlijkse veiligheidsaudit); de organisatie; en in meer specifieke zin: • de kwaliteit van de jeugdopleiding (door het keurmerk jeugdopleiding en RJO’s); • de juridische structuur en de invulling van de arbeidsorganisatie en administratie De licentie voor het deelnemen aan de competities betaald voetbal is verleend aan BVO’s die aan de eisen en verplichtingen van het licentiesysteem voldoen. Uitvoerend orgaan Voor de uitvoering van het licentiesysteem heeft de KNVB een licentiecommissie en een beroepscommissie licentiezaken. De licentiecommissie is onafhankelijk en bestaat uit vijf leden met expertise op juridisch en financieel vlak. Het bureau licentiezaken van de KNVB ondersteunt de commissie bij haar werkzaamheden. Het bureau is tevens aanspreekpunt voor de BVO’s met betrekking licentiezaken. Tegen besluiten van de licentiecommissie is in beginsel beroep mogelijk. Een onafhankelijke beroepscommissie licentiezaken behandelt dit en doet vervolgens uitspraak. Deze commissie bestaat eveneens uit minimaal vijf leden met expertise, vooral op juridisch en financieel gebied. De KNVB garandeert de BVO’s (licentiehouders) volledige geheimhouding in het kader van het licentiesysteem verstrekte informatie.
53
A- en B-eisen De licentie-eisen bestaan uit twee categorieën: A en B. In het licentiereglement staat per licentie-eis tot welke categorie deze behoort. Iedere licentiehouder moet - ingeval van dispensatie – te allen tijde voldoen aan alle A- en B-licentie-eisen. Het onderscheid heeft betrekking op de gevolgen als niet aan de eisen wordt voldaan. Samengevat is het onderscheid grofweg als volgt: -
Categorie A: Een BVO kan worden verplicht een plan van aanpak in te dienen ter goedkeuring van de licentiecommissie. Hierin staat hoe en binnen welke termijn de BVO aan de betreffende eis gaat voldoen. Bij goedkeuring van dit plan van aanpak stelt de licentiecommissie een zogenoemd sanctietraject vast. Hierin is vastgelegd welke sancties volgen bij het niet voldoen aan de prestaties die zijn opgenomen in het plan van aanpak.
-
Categorie B: De BVO kan een geldboete krijgen bij het niet (tijdig) voldoen en daarbij stelt de licentiecommissie een nieuwe termijn vast waarop alsnog aan de eis moet zijn voldaan.
Als een licentiehouder een betalingsachterstand heeft bij: a. een andere BVO (uit hoofde van transferactiviteiten); b. het CFK; of c. de eigen werknemers (inclusief ex-werknemers), geldt dat, in plaats van de genoemde sancties, de licentiecommissie wedstrijdpunten in mindering kan brengen.
Beoordelingsprocedure De licentiecommissie beoordeelt of een licentiehouder voldoet aan de licentie-eisen. Het bureau licentiezaken van de KNVB ondersteunt de commissie daarbij. Voor de aan te leveren informatie bestaan verschillende standaarddocumenten (modelstaten) die het bureau licentiezaken ter beschikking stelt. Dit geldt voor zowel financiële als niet financiële informatie. Licentie eisen De huidige eisen aan de licentie zijn ingedeeld naar vijf deelgebieden: Sportief kader; 7 criteria. Onder andere: - beoordeling jeugdopleiding; - aantal jeugdteams; - aantal contractspelers. Organisatorisch en administratief kader; 17 criteria. Onder andere: - aanwezigheid directie / management; - veiligheidscoördinator; - hoofd jeugdopleidingen. Juridisch kader; 4 criteria. Onder andere: - voldoende waarborgen in statuten voor onafhankelijkheid en continuïteit licentiehouder.
54
Infrastructureel kader; 23 criteria. Onder andere: - aanwezigheid commandoruimte; - minimum capaciteit stadion; - sterkte lichtinstallatie. Toetsing in een jaarlijks (voor 1 maart) veiligheidsaudit door KNVB auditor. Financieel kader; 14 criteria. Onder andere: - aanleveren gecontroleerde jaarstukken; - financiële positie BVO; - betalingsachterstanden. Toetsing financiële positie BVO via het financieel rating systeem (FRS). Deze deelgebieden (kaders) zijn nader uitgewerkt in richtlijnen, die onderdeel zijn van het handboek licentiesysteem betaald voetbal. De meest uitgebreide richtlijnen betreffen het deelgebied financiën. Onderdeel hiervan is het zogeheten ‘ Financieel Rating Systeem’ aan de hand waarvan de financiële posities van BVO’s worden ingedeeld in drie categorieën. Financieel Rating Systeem (FRS) De indeling van de financiële positie van een club vindt plaats op basis van diverse financiële rapportages (jaarcijfers/prognose, halfjaarcijfers/prognose en begroting) die iedere licentiehouder op vastgestelde data )meetmomenten) bij de licentiecommissie moet indienen. Het FRS is opgebouwd uit tien kernvariabelen. De informatie uit de rapportages leidt via de financiële kernvariabelen uiteindelijk tot een resultaat / score per kernvariabele. Het aantal punten per variabele wordt uiteindelijk bepaald door het gewicht (de multiplier) van de variabele en de schaal (de bandbreedte) waarin de uitkomst van de variabele wordt geplaatst. Het puntentotaal per variabele wordt vervolgens berekend door het gewicht / de multiplier te vermenigvuldigen met de schaal/ de bandbreedte. Variabele 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
6 6 8 8 4 6 2 4 8 8
Multiplier Omschrijving Buffer liquide middelen o.b.v. historie Buffer liquide middelen o.b.v. toekomst Werkkapitaalpositie Solvabiliteit Historische netto marge Historische bruto marge Toekomstige netto marge Toekomstige bruto marge Personeelskostenratio Begrotingsdiscipline
Een voorbeeld: Als op basis van een financiële rapportage (bijvoorbeeld de jaarcijfers) blijkt dat een licentiehouder een werkkapitaalpositie (variabele 3) heeft van 65% (uitkomst definitie), wordt de werkkapitaalpositie van de licentiehouder ingedeeld in schaal 2 (werkkapitaalpositie van 50% tot 70%). De multiplier van variabele 3 is 8. De puntenscore van desbetreffende licentiehouder ten aanzien van de werkkapitaalpositie is dan: 2 (schaal) x 8 (multiplier) = 16 punten.
55
Uiteindelijk worden de behaalde punten op de tien kernvariabelen opgeteld en de financiële positie van de club op basis van dat puntentotaal ingedeeld in drie categorieën. De grenzen van desbetreffende categorieën zijn daarbij als volgt vastgesteld: Categorie I (onvoldoende):
van -16 tot en met 64 punten;
Categorie II (voldoende):
van 65 tot en met 129 punten;
Categorie III (goed):
van 130 tot en met 240 punten.
Minimaal driemaal per kalenderjaar volgt openbaarmaking aangaande categorie-indeling van de licentiehouders inclusief toelichting met onder andere bekendmaking van hoelang een licentiehouder in een bepaalde categorie is ingedeeld. Als een licentiehouder volgens het FRS is ingedeeld in categorie I, kan op zijn vroegst indeling volgen in categorie II of categorie III als sprake is van een structurele verbetering. Dit met inachtneming van de vangnetbepaling aangaande de sanering van negatief weerstandsvermogen. Van een structurele verbetering is sprake als op twee opeenvolgende meetmomenten meer dan 64 punten zijn behaald. De categorisering van clubs is al jaren onderdeel van het licentiesysteem van de KNVB. De financiële situatie van de club wordt door het puntensysteem beoordeeld. Indeling van clubs in de drie genoemde categorieën geschiedt per rapportagemoment op basis van het gescoorde puntenaantal. Doelstelling van het systeem is het waarborgen van de continuïteit van de competities betaald voetbal en in het verlengde daarvan de continuïteit van de clubs. Vangnetbepaling Buiten de categorie-indeling, zoals hiervoor beschreven, zijn er enkele vangnetbepalingen opgenomen die ongeacht het aantal behaalde punten in FRS (kunnen) leiden tot indeling in categorie I. Dit is van toepassing als: • Naar het oordeel van de licentiecommissie blijkt dat een BVO op enig moment een achterstand van meer dan drie maanden heeft (gehad) in de nakoming van zijn betalingen aan zijn (ex-)werknemers, het CFK, de Belastingdienst, andere BVO’s of de KNVB; • een licentiehouder op uiterlijk 1 november geen sluitende liquiditeitsprognose heeft overlegd; • een licentiehouder die vanuit categorie II of III is ingedeeld in categorie I zijn negatief weerstandsvermogen niet heeft gesaneerd tot ten hoogste eenmaal zijn netto (jaar)omzet. In dat geval blijft de licentiehouder ingedeeld in categorie I. Belangrijke data De beoordeling van de licentie-eisen vindt (onder andere) plaats op basis van aangeleverde cijfers en documenten door de BVO’s. Hiervoor zijn enkele data belangrijk: Datum
Aan te leveren
1 november
• jaarstukken van voorafgaand boekjaar • prognose over het lopende seizoen • controledocument ten behoeve van sportief en organisatie/administratief kader
1 maart
• halfjaar-/prognosecijfers over het lopende seizoen
56
• controledocument ten behoeve van sportief, organisatie/administratief en juridisch kader • ondertekende veiligheidsverklaring door burgemeester van speelstad 15 juni
• begroting voor het komende boekjaar
Met betrekking tot de volgende stukken dient een externe accountant conform het door de KNVB vastgestelde controleprotocol de volgende producten af te geven: 1. 2. 3. 4.
bij jaarstukken; modelstaten KNVB; prognoses; halfjaarcijfers;
controleverklaring overeenkomstig COS 700; controleverklaring overeenkomstig COS 800; onderzoeksrapport overeenkomstig COS 3400; beoordelingsverklaring overeenkomstig COS 2410.
Bovenvermelde stukken van de externe accountant zijn opgevraagd bij VVV maar nog niet ontvangen. Maatregelen en sancties Voor het niet voldoen aan volgens het licentiesysteem bestaande verplichtingen, kan de licentiecommissie sancties aan BVO’s opleggen. Deze kunnen bestaan uit het verplicht opstellen van een plan van aanpak of een boete. De sanctie is (mede) afhankelijk van het soort overtreding (A- of B-eis). Overtredingen van een A-eis kunnen het verplicht indienen van een plan van aanpak tot gevolg hebben of een geldboete. Overtredingen van een B-eis kunnen tot een boete leiden. Plan van aanpak In het plan van aanpak staat hoe wordt omgegaan met een overtreding van het licentiereglement binnen een in het plan van aanpak genoemde termijn. Het plan van aanpak komt het meest voor bij indeling van een BVO in categorie I van het FRS. Hierdoor geldt de ‘ richtlijn opmaak plan van aanpak’. Deze is opgenomen in het handboek licentiesysteem betaald voetbal. Hierin staat gedetailleerd omschreven aan welke eisen het plan van aanpak moet voldoen. Het reguliere financieel plan van aanpak is er op gericht de BVO binnen negen meetmomenten structureel naar categorie II of III te brengen. Slaagt de BVO hier niet in, dan vervalt de licentie. De BVO kan dan niet meer uitkomen in het betaald voetbal. Een financieel plan van aanpak, opgelegd als gevolg van een indeling in categorie I op basis van een vangnetbepaling van het FRS, wordt opgeheven als de specifieke (vangnet) reden voor indeling in categorie I zich niet langer voordoet en er op dat moment ook geen andere grond bestaat voor indeling in categorie I. Bij goedkeuring van het plan van aanpak stelt de licentiecommissie een sanctietraject vast. Dit traject kan voorzien in het achtereenvolgens opleggen van een of meer van de volgende sancties als de licentiehouder niet aan de in het plan van aanpak vastgelegde verplichtingen voldoet: • Een publieke waarschuwing op een nader door de licentiecommissie te bepalen wijze; • aftrek van telkens drie wedstrijdpunten tot maximaal negen wedstrijdpunten per seizoen. Met dien verstande dat als een sanctie pas onherroepelijk is geworden nadat de laatste wedstrijd in de reguliere competitie van dat seizoen is gespeeld, de 57
•
wedstrijdpunten in mindering worden gebracht bij aanvang van het eerstvolgende seizoen; intrekking van de licentie.
Binnen het plan van aanpak-traject is een belangrijke beperking dat uitgaven in immateriële en materiele vaste activa die niet zijn opgenomen in de saneringsbegroting en een bedrag te boven gaan, moeten worden goedgekeurd door de licentiecommissie. Deze maatregel vervalt zodra een BVO de doelstelling in het plan van aanpak realiseert.
58
Bijlage VII. Exploitatie VVV Venlo BV
Bevat vertrouwelijk verstrekte financiële bedrijfsvoeringsgegevens.
59
Bijlage VIII. Schriftelijke wederhoor VVV-Venlo (inclusief bijlagen)
60
61
62
63
64
Dit onderdeel van de reactie is niet opgenomen, omdat deze ziet op de vertrouwelijk verstrekte bedrijfsgegevens
65
66
67
68
69
70
Bijlage IX. Reactie commissie van Wijzen op schriftelijke wederhoor VVV-Venlo
Venlo, 30 november 2015
Gezien complexiteit en periode waarop het geheel betrekking heeft, lag het in de lijn der verwachtingen dat VVV-Venlo op delen van de tussenrapportage een andere zienswijze heeft dan de commissie. Daarom heeft de commissie VVV-Venlo vanuit zorgvuldigheid en objectiviteit gevraagd op de tussenrapportage te reageren (wederhoor). Het wederhoor dat wij hebben ontvangen van het stichtingsbestuur, alsmede de directie van VVV-Venlo, is geschreven mede namens Stichting Stadion VVV Venlo en de Stichting Via VVV, zo is ons gebleken. Voor de goede orde tekent de commissie aan, dat wederhoor uitsluitend is bedoeld om aantoonbare onjuistheden uit de rapportage te verwijderen. De commissie heeft het schriftelijke wederhoor van VVV-Venlo daar dan ook op beoordeeld. Dit heeft geleid tot enkele aanpassingen van de tussentijdse rapportage. Daarnaast nodigt een aantal opmerkingen in het wederhoor ons uit op enige onderdelen van het rapport specifieker in te gaan. De commissie is overtuigd van de meerwaarde van betaald voetbal en geeft in haar rapport de grenzen aan waarbinnen de gemeente een bijdrage kan leveren. Tevens is in haar rapport (6.3) opgenomen dat het de commissie er vooral om gaat van het gevoerde beleid uit het verleden te leren, niet om te veroordelen. In het schrijven van VVV-Venlo wordt gesteld dat de opmerkingen met betrekking tot het bestuursbeleid “zijn gemaakt zonder onderzoek te doen naar feiten en omstandigheden ….” en concluderen dat ons oordeel voorbarig is. De commissie onderbouwt haar opvatting in de eerste plaats op basis van de analyse, gesprekken met leden van het bestuur en de financiële situatie (zie ook onze opmerkingen over de boekjaren). In de tweede plaats hebben wij geconstateerd dat er weliswaar sprake is van beleidsvoornemens ter zake van o.m. kostenbesparing, doch dat het bestuur daar geen concrete haalbare programma’s tot de bedragen die nodig zijn kon aanleveren. Onze opmerkingen m.b.t. het bestuursbeleid waren derhalve niet voorbarig. Voorts constateren wij dat VVV-Venlo de noodzaak tot uitbreiding van het bestuur en “ontvlechting van belangen” op zich met ons deelt. VVV-Venlo stelt dat dit echter pas ter hand kan worden genomen, zodra de maatschappelijk partners in het kader van de continuïteit hun verantwoordelijkheid nemen. Voor wat de gemeente als maatschappelijke partner betreft ontgaat ons de causaliteit. De commissie heeft in hoofdstuk 2 van het rapport uitvoerig uiteengezet dat een eventuele bijdrage van de gemeente aan regelgeving is gebonden en in ieder geval geen bijdrage in de exploitatie kan leveren. Op de wat meer specifieke opmerkingen, reageren wij als volgt. VVV-Venlo gaat in zijn wederhoor eveneens in op de vergelijking die wij in ons rapport maken met Telstar (p.16). Wij constateren een misverstand met VVV-Venlo. Wij willen slechts aanduiden dat het goede werk dat VVV-Venlo op maatschappelijk gebied nog betere promotie verdient. Daar waar VVV-Venlo reageert op het onderdeel “onderhoud” (p 18) onderstreept VVVVenlo in haar wederhoor nogmaals het verschil van mening hierover met de gemeente Venlo. In ons rapport maken wij daar reeds melding van. 71
Met betrekking tot het op pagina 20 gestelde inzake het onderhoud is vastgesteld dat weliswaar regulier beperkt onderhoud is uitgevoerd maar geen planmatig groot onderhoud aan het stadion en de infrastructuur om het stadion. VVV-Venlo reageert op de opmerkingen die wij bij het onderdeel “bezettingsgraad” hebben gemaakt over De Graafschap. De vergelijking die wij maken zou mank gaan. Het betreft voor een deel een semantische discussie. Wij constateren echter dat zowel VVV-Venlo als onze commissie uitgaan van dezelfde toeschouwersaantallen en dat de discussie zich beperkt tot de statistische vertaling ervan. In het wederhoor stelt VVV-Venlo dat de multifunctionaliteit van het stadion in de Toekomstvisie 2015 – 2020 is opgenomen. Dat komt overeen met wat de commissie aan voornemens in de stukken is tegengekomen. De betreffende visie hebben wij overigens slechts in premature versie mogen ontvangen. Wat de huurprijs van de accommodatie betreft is voor de commissie uit de gesprekken geen eenduidig beeld ontstaan over de wijze waarop de huurprijs is bepaald. Met betrekking tot de ontwikkeling van de financiële resultaten is zichtbaar dat tot en met het boekjaar 2009/2010 de resultaten positief waren en het eigen vermogen fors is toegenomen. Na het boekjaar 2009/2010 zijn de resultaten fors negatief en is het vermogen tot nagenoeg nihil afgenomen. Derhalve concludeert de commissie dat tot en met het boekjaar 2009/2010 de resultaten alsmede de vermogenspositie positief was. Daar waar we op pagina 35 van het rapport een opmerking hebben gemaakt over de doorstroming van regionale spelers, stelt VVV-Venlo dat er ten tijde van met name de eredivisieperiode onvoldoende geschikt aanbod was. Het behoeft in de ogen van de commissie in algemene zin geen betoog dat het aantrekken van buitenlandse spelers doorstroming van de eigen (regionale) kweek belemmert. Wij hebben bij de gemeentelijke organisatie navraag gedaan of de businesscase Via-VVV (p33) bij hen bekend is. Het is correct, dat er een businesscase is m.b.t. buurtsportcoach middelen. Een business case echter, die het gevraagde bedrag aan de gemeente Venlo (€ 0,5 miljoen structureel) zou rechtvaardigen, is niet aanwezig. De bij het wederhoor gevoegde cijfers over het boekjaar 2014-2015 zijn volgens mededeling van VVV-Venlo definitief. Aangezien wij nog niet de door de accountant gewaarmerkte cijfers over het boekjaar 2014-2015 hebben ontvangen baseren wij ons op de concept cijfers. Dit kan leiden tot verschillen maar deze zullen zeker niet leiden tot aanpassing van de conclusies. Tenslotte, de commissie stelt vast dat de tussenrapportage, die op 22 september jl. in de begeleidingscommissie werd behandeld summier diende te worden bijgesteld. Tezamen met deze reactie op het wederhoor meent de commissie een afgerond beeld van de huidige situatie te hebben geschetst, dat zich derhalve leent voor een eindadvisering door de begeleidingscommissie. Namens de commissie van Wijzen,
J.A. van Graafeiland
72