Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
De beschrijving van het dagbestedingsconcept van Archipel maakt deel uit van het transitieprogramma “Cliënt in Regie”, dat uitwerking geeft aan één van de strategische doelstellingen van Archipel voor de periode 2011-2014.
© Archipel, Eindhoven Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Archipel.
1
Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
INHOUD
1. Inleiding -
5
Korte beschrijving van de aanpak
3. Programma van eisen vanuit klantperspectief -
3
Strategische visie Archipel, toegespitst op dagbesteding Reikwijdte dagbesteding Toelichting op inhoud van de notitie
2. De weg naar een klantgericht Archipel-concept voor dagbesteding -
pagina
6
10 elementen uit de klantvisie
4. Toetsing van de huidige situatie aan het programma van eisen - Algemene conclusies
10
5. Het Archipel-concept voor dagbesteding - Beschrijving van de methodiek en de organisatie
12
6. Ontwikkelingsopgaven
16
-
Wat is nog nodig v oor optimalisering van het concept
7. Het Archipel-concept voor dagbesteding is toekomstbestendig - Kansen in de transitie van extramurale begeleiding naar de WMO - Bijdrage aan klantgerichte transitie - Kansen voor ketensamenwerking in de lokale situatie
19
2
Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
1. Inleiding Archipel vindt het heel belangrijk dat cliënten hun eigen leven kunnen leiden, volgens de eigen persoonlijke wensen en voorkeuren. Ook als zorg en ondersteuning van anderen nodig is - en misschien zelfs wel juist in die situatie - is het heel erg van belang dat zij zelf keuzes kunnen blijven maken. Zo gezond en vitaal mogelijk blijven wonen en leven op de manier zoals men dat wil en gewend was, daar gaat het om. Medewerkers van Archipel hebben de opdracht om aan cliënten met respect en aandacht de noodzakelijke hulp te bieden, die past bij ieders persoonlijke levensstijl. Of het nu gaat om een prettige woonomgeving, meer sociale contacten of om zorg: bij iedere vraag zoeken we samen met de cliënt naar een oplossing. In 2011 is Archipel gestart met het transitieprogramma “Cliënt in Regie”. Door middel van dit programma wil Archipel in de periode tot 2015 extra inspanningen verrichten, die er toe moeten leiden dat (potentiële) cliënten daadwerkelijk ervaren dat Archipel zich op dit punt in positieve zin van andere zorgaanbieders onderscheidt.
De strategische visie van Archipel toegespitst op dagbesteding1 Bij de start van het programma Cliënt in Regie zijn met cliënten en cliëntvertegenwoordigers groepsgesprekken gevoerd rond het thema: wanneer voelt u zich in regie en wanneer niet? De resultaten van die groepsgesprekken hebben de invulling van het programma in belangrijke mate bepaald. Uit de gesprekken met cliënten en cliëntvertegenwoordigers kwam ook duidelijk naar voren op welke terreinen zij de regierol nadrukkelijker opeisen, namelijk het terrein van het dagelijks wonen en het terrein van de invulling van de dag en de dagbesteding. Dat zijn terreinen, waarop de cliënt zijn eigen routines en gewoonten heeft ontwikkeld en heel sterk zijn eigenheid en zijn autonomie ervaart. Voortzetting daarvan draagt heel erg bij aan de ervaren kwaliteit van leven. Bovendien zijn dit het meest en het langst de terreinen, waarop de cliënt zich minimaal gelijkwaardig voelt t.o.v. de zorgverleners. Het is dan ook niet vreemd dat reeds vóór de strategische keuze van Archipel ( het meer in regie brengen van de cliënt) juist de afdelingen voor dagbesteding binnen de verschillende locaties al heel wat stappen in deze richting hebben gezet: - individualisering van het aanbod - uitbreiding van en differentiatie in het aanbod - denken in termen van klantgroepen - de introductie van het principe van zelfbetaling door de klant Naast overeenkomsten in de achterliggende visie en uitgangspunten, zijn er ook verschillen tussen de locaties; verschillen in de uitwerking en verschillen m.b.t. de fase van ontwikkeling. Verder ontbreekt een duidelijk Programma van Eisen vanuit het perspectief van de cliënt.
1
Onder dagbesteding wordt in deze verstaan: al het georganiseerde aanbod van activiteiten, waardoor cliënten worden ondersteund bij het op een zinvolle wijze invullen van hun dag/week/maand. Dagbesteding heeft betrekking op cliënten die nog thuis wonen en op bewoners van een intramurale voorziening, op cliënten met een indicatie voor dagbesteding (behorend bij het verblijf in een intramurale voorziening of voortvloeiend uit de indicatie begeleiding groep) en cliënten zonder zo’n indicatie. 3
Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
Daarom is in programmalijn 2a van het programma Cliënt in Regie als doelstelling opgenomen: de ontwikkeling van een uitgewerkt Archipelconcept voor dagbesteding, dat is gebaseerd op een door cliënten geformuleerd programma van eisen. Als zo’n uniform dagbestedingsconcept is beschreven, is het ook beter mogelijk om dat vanuit ondersteunende afdelingen (zoals ICT) te faciliteren. De reikwijdte: intramuraal èn extramuraal Archipel bedient verschillende cliëntgroepen. Een deel van onze cliënten woont nog zelfstandig en neemt deel aan enkele dagbestedingsactiviteiten of aan dagprogramma’s (dagbehandeling en dagverzorging). Een ander deel van onze cliënten verblijft in een intramurale voorziening en neemt van daaruit deel aan dagbestedingsactiviteiten (wat we voorheen de activiteitenbegeleiding noemden). De ontwikkeling van een Archipel-concept voor dagbesteding heeft op al deze vormen van dagbesteding betrekking: de intramurale dagbesteding, die een onderdeel vormt van de totale intramurale zorg- en dienstverlening (gefinancierd vanuit de AWBZ) en de extramurale dagactiviteiten (begeleiding groep), waarvan de financiering zal worden overgeheveld naar de WMO.2 Inhoud van deze notitie Deze notitie geeft de inhoudelijke resultaten weer van deze programmalijn. Tevens geeft de rapportage inzicht in de stappen die zijn gezet om deze resultaten te kunnen realiseren. Aan het eind van dit document wordt aangegeven hoe het ontwikkelde dagbestedingsconcept van Archipel zich verhoudt tot de overheveling van de (extramurale) begeleidingsfunctie vanuit de AWBZ naar de WMO: past het concept in de visie en de afwegingen die aan die overheveling ten grondslag liggen en kan het een bruikbaar model zijn voor de organisatie van dagbesteding binnen gemeenten?
2
Hoewel in principe het Archipel concept voor dagbesteding op alle doelgroepen en vormen van dagbesteding betrekking kan hebben, is het zinvol voor cliënten die maar kort gebruik maken van deze ondersteuning (voorbeeld: revalidatie dagbehandeling) een aangepaste variant te hanteren.
4
Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
2. De weg naar een klantgericht Archipel- concept van dagbesteding In het programma Cliënt in Regie is de opdracht opgenomen om te komen tot een Archipelbreed concept voor dagbesteding, dat is gebaseerd op eisen die cliënten en cliëntvertegenwoordigers daaraan stellen. Hoewel op verschillende locaties in meerdere of mindere mate al veranderingen binnen de dagbesteding zijn gerealiseerd, gericht op het beter bedienen van individuele cliënten, is binnen deze programmalijn er voor gekozen om eerst het gesprek aan te gaan met vertegenwoordigers van cliënten. Er zijn drie groepsgesprekken gevoerd met cliënten en cliëntvertegenwoordigers van verschillende locaties en met een verschillende indicatie (intramuraal/extramuraal, dagactiviteiten basis en extra). De leiding van die groepsgesprekken lag steeds bij de programmamanager Cliënt in Regie en één van de managers dagbesteding. Het thema van de groepsgesprekken was: welke eisen stellen onze klanten aan goede dagbesteding? De verkenning van het thema in de groepsgesprekken gebeurde op twee manieren: - Spontane beantwoording (en toelichting daarop) van de vraag: Aan welke eisen moet volgens u de dagbesteding van Archipel tegemoet komen? Wanneer bent u volledig tevreden over de dagbesteding van Archipel? - Het individueel invullen van een vragenlijst met stellingen en vervolgens het bespreken van gegeven antwoorden daarop. Op basis van de verslagen van deze groepsgesprekken heeft de programmamanager Cliënt in Regie een “programma van eisen vanuit de klant” opgesteld (weergegeven in hoofdstuk 3). Aan alle managers is vervolgens de vraag gesteld of de vertaling van het ruwe materiaal naar het programma van eisen correct is gedaan en tot een herkenbaar resultaat heeft geleid. Die vraag is door alle managers positief beantwoord. Daarmee beschikken we over een programma van eisen, geformuleerd vanuit de klant, dat als uitgangspunt kan dienen voor de verdere ontwikkeling van de dagbesteding van Archipel. De volgende stap was de toetsing van de bestaande praktijk binnen alle locaties aan dat programma van eisen. Dat is gebeurd in een individueel gesprek van de programmamanager Cliënt in Regie met elke manager dagbesteding afzonderlijk. Het resultaat van die gesprekken is weergegeven in een document, waarin per onderdeel van het programma van eisen is weergegeven of en in welke mate de praktijk binnen elke locatie daar al aan voldoet. In hoofdstuk 4 wordt hier globaal op ingegaan.3 Dat document is in twee sessies met alle managers besproken. Daaraan is ook deelgenomen door de bestuurssecretaris van Archipel, vanwege zijn opdracht inzake de transitie van de extramurale begeleiding naar de WMO. Die twee besprekingen hebben de laatste input opgeleverd voor dit document.
3
Dit document is beschikbaar en opvraagbaar.
5
Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
3. Programma van eisen vanuit klantperspectief Op basis van de drie groepsgesprekken met vertegenwoordigers van cliënten is het volgende programma van eisen opgesteld:4 1. Elke cliënt van Archipel wordt in staat gesteld een eigen, individueel dagbestedingsarrangement samen te stellen. Het individuele dagbestedingsarrangement wordt gedefinieerd als een bij de individuele cliënt passende samenstelling van een aantal dagactiviteiten, elk met een specifieke inhoud, sfeer, context en prijs. De inhoud van dat arrangement moet passen bij de wensen, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt. Het arrangement dient ook aan te sluiten bij de invulling van de dag/week/maand, zoals de cliënt dat gewend was en moet activiteiten bevatten die hem/haar een goed gevoel geven (gevoel van eigenwaarde, gevoel er bij te horen, gevoel van competentie). 2. Voor iedere cliënt zijn er ruime keuzemogelijkheden, op verschillende terreinen van dagbesteding Archipel bedient heel verschillende categorieën van cliënten: mensen met een heel verschillende maatschappelijke achtergrond, verschillende financiële mogelijkheden, verschillende fysieke en psychische mogelijkheden, verschillen in mentale conditie, etc. Voor cliënten uit al die verschillende doelgroepen moet het mogelijk zijn om een eigen dagbestedingsarrangement samen te stellen. Dat vraagt op de eerste plaats van Archipel om zich dat te realiseren en niet vanuit bestaand aanbod, maar vanuit doelgroepen te denken. Het vraagt bovendien om een ruim en toegankelijk aanbod voor de verschillende doelgroepen. Daarbij moet het aanbod ook keuzes mogelijk maken m.b.t.: - de terreinen, waarop zijn dagbesteding gestalte moet krijgen (zoals: cultuur, beweging/sport, natuur, creativiteit) - kenmerken van de activiteiten: groepsgrootte, binnen/buiten de locatie, tijdstip, prijs 3. Bij nieuwe of bijzondere vragen wordt in overleg met de cliënt gezocht naar variaties op het bestaande aanbod of naar nieuwe, passende activiteiten De dagbesteding van Archipel moet zoveel mogelijk aansluiten bij de individuele wensen en mogelijkheden van cliënten. Die zijn soms heel verschillend. Dat hangt niet alleen samen met de veelheid van doelgroepen die Archipel moet bedienen, maar ook met het gegeven dat de mogelijkheden en beperkingen van cliënten in de loop van de tijd veranderen. Cliënten begrijpen heel goed dat Archipel niet steeds voor elke (gewijzigde) vraag een compleet nieuw aanbod kan ontwikkelen, maar vragen wel om flexibiliteit en variatiemogelijkheden in het bestaande aanbod en om goed overleg daarover. 4
Beschikbaar zijn de volgende (opvraagbare) documenten, die aan de formulering van dit programma van eisen ten grondslag liggen: Vragenlijst met stellingen Overzicht van de antwoorden op de vragenlijst Verslagen van de groepsgesprekken Document, waarin schematisch de relatie is aangegeven tussen de stellingen uit de vragenlijst enerzijds en het programma van eisen anderzijds, het relatieve belang dat de gespreksdeelnemers aan elk element van het programma van eisen toekenden, alsmede de link tussen elk item uit het programma van eisen en de kernprincipes van Cliënt in Regie.
6
Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
4. De woonsituatie noch de eventuele indicaties zijn bepalend voor de toegang tot bepaalde dagbestedingsactiviteiten. Belangrijk is dat cliënten bij de deelname aan dagbestedingsactiviteiten anderen tegen komen die dezelfde voorkeuren hebben m.b.t de soort activiteit, sfeer/ambiance, groepsgrootte, e.d. Waar iedereen woont (zelfstandig, in een wooncomplex of intramuraal) en of men al dan niet een indicatie heeft (AWBZ, WMO), is niet van belang voor het aansluiting kunnen krijgen bij elkaar. Voor cliënten kan het zelfs meerwaarde hebben om anderen tegen te komen die in een heel andere dagelijkse omgeving verkeren. Archipel dient wel mede te bewaken dat deelnemers aan een activiteit een beetje bij elkaar passen. Dat kan tot gevolg hebben dat activiteiten aan specifieke doelgroepen worden gekoppeld (met name geldt dat voor ouderen met een psychogeriatrisch ziektebeeld; andere ouderen sluiten zich bij voorkeur niet bij die activiteiten aan). 5. Intramurale cliënten worden, uiteraard voor zover zij dat zelf wensen en dit voor hen nog mogelijk en zinvol is, in staat gesteld deel te nemen aan activiteiten buiten de muren (in dorp, wijk, stad). Veel cliënten vinden het heel belangrijk dat ze nog deel kunnen nemen aan het normale maatschappelijke leven en dat zij nog in aanraking komen met omgevingen die voor hen herkenbaar zijn. Zij willen niet steeds apart worden gezet en stellen het op prijs om nog contact te hebben met mensen buiten de eigen, beperkte woonomgeving. Hun sociale omgeving is al zo beperkt en beperkend. Archipel speelt met zijn aanbod van dagbesteding in op deze wens. Voor bepaalde doelgroepen (met name cliënten met een psychogeriatrisch ziektebeeld) zal dit geen haalbaar uitgangspunt meer zijn (vanwege fysieke en/of psychische beperkingen). 6. In het aanbod van dagbesteding moet een goede balans aanwezig zijn tussen enerzijds een vaste structuur en anderzijds steeds weer nieuwe activiteiten, die worden uitgeprobeerd. Cliënten hechten er aan dat het aanbod van Archipel de nodige continuïteit heeft. Als er activiteiten zijn, die aanspreken en waar men graag naar toe gaat, dan dienen die ook over een wat langere periode gegarandeerd te worden. Wijzigingen in tijdstippen moeten dan ook beperkt blijven. Archipel moet ook garanderen dat geplande activiteiten doorgaan en niet gemakkelijk worden afgezegd (bijvoorbeeld wegens ziekte van een medewerker). Anderzijds willen cliënten ook regelmatige vernieuwing van het aanbod; nieuwe activiteiten moeten worden uitgeprobeerd. Het wordt zeer op prijs gesteld als Archipel daarbij ook inspeelt op nieuwe ontwikkelingen in de samenleving (zoals ICTmogelijkheden). Cliënten wensen dus niet alleen maar activiteiten die herkenbaar zijn vanuit hun eigen verleden (“spelletjes en liedjes uit de oude doos”), maar staan ook open voor nieuwe uitdagingen. 7. Archipel dient zorg te dragen voor alle (rand)voorwaarden om deel te kunnen nemen aan dagbestedingsactiviteiten Genoemd wordt met name: - Eventueel noodzakelijk extern vervoer (van de thuissituatie naar de activiteit en terug; eventueel vervoer tussen locaties) - Indien noodzakelijk: begeleiding /ondersteuning bij interne verplaatsingen (van appartement naar activiteit en terug) 7
Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
-
Goede afstemming tussen de dagbesteding en de activiteiten van andere disciplines (verzorging/verpleging, behandelaars); daarmee moet worden voorkomen dat cliënten niet deel kunnen nemen aan afgesproken dagbesteding omdat de zorg niet tijdig is verricht of door activiteiten van behandelaars.
8. Alle activiteiten binnen het aanbod van dagbesteding dienen compleet en duidelijk beschreven te zijn Dit vindt de cliënt noodzakelijk om goede keuzes te kunnen maken en een eigen arrangement te kunnen samenstellen. Bij de beschrijving van de activiteiten gaat het om: - de inhoud van de activiteit - voor welke doelgroep(en) - wanneer de activiteit plaatsvindt - hoe lang de activiteit duurt - waar de activiteit plaatsvindt en in welke ambiance - indicatie van de minimale/maximale groepsgrootte - de prijs van de activiteit (eventueel: inclusief vervoer) - de begeleiding (eventueel naam beroepskracht, vrijwilligers) - eventueel: mededelingen rond vervoer 9. Iedere cliënt heeft een vast aanspreekpunt, met wie een actueel dagbestedingsarrangement kan worden besproken èn afgesproken en die er voor zorgt dat alle gemaakte afspraken daaromtrent ook worden nagekomen. De cliënt wil een vaste gesprekspartner, die op de hoogte is van de wensen, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt en die van daaruit meedenkt over een goede samenstelling van het arrangement. Deze medewerker doet voorstellen, onderzoekt eventueel intern wat mogelijkheden van de organisatie zijn en maakt uiteindelijk afspraken met de cliënt over het individuele arrangement en alles wat verder nodig is om aan die activiteiten deel te kunnen nemen. Verwacht wordt dat deze medewerker van Archipel ook signaleert als wijziging van het arrangement wenselijk is. Tenslotte verwacht de cliënt ook dat deze medewerker er voor zorgt dat de afspraken worden nagekomen. Daarop wil de cliënt deze medewerker kunnen aanspreken, evenals op de wijze waarop de communicatie over de dagbesteding met de cliënt verloopt. 10. Archipel onderhoudt actief de communicatie/dialoog met mantelzorgers over het verloop van de dagbesteding, waaraan dementerende cliënten deelnemen. Mantelzorgers zijn betrokken bij deze cliënten, maar krijgen van de cliënt zelf onvoldoende respons over de wijze waarop deze de activiteiten beleven. Zij willen daarom regelmatig van de medewerkers dagbesteding hierover iets terug horen: hoe gaat de activiteit, doet mijn verwant mee, wat beleeft hij/zij daarbij, is de activiteit nog zinvol etc. In het programma van eisen zijn uiteindelijk twee elementen niet opgenomen, die wel in de groepsgesprekken aan de orde zijn gekomen, namelijk: a. Archipel zou alle cliënten een eigen budget moeten geven (de omvang daarvan kan verschillen per ZZP), waarmee de cliënt of cliëntvertegenwoordiger zijn eigen dagbestedingsactiviteiten kan inkopen. Het beschikbaar gestelde budget kan dan worden aangevuld met eigen financiële middelen. Op dit punt denken cliënten/cliëntvertegenwoordigers nog heel verschillend. Een deel van de gespreksdeelnemers reageerde hierop zeer enthousiast en heeft het idee dan echt in regie te zijn. Andere gespreksdeelnemers zagen hier niet zo veel in. Zij vragen zich af wat uiteindelijk de meerwaarde daarvan is en voorzien alleen maar “een hoop gedoe”. 8
Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
De uitwerking van het Archipel concept voor dagbesteding (zie hoofdstuk 5) bevat uiteindelijk toch een constructie, waarin het principe van “de klant betaalt” wordt gerealiseerd zonder dat dit voor cliënten teveel “gedoe “oplevert. Daarmee komen we tegemoet aan beide wensen. b. Archipel zou het nemen van eigen initiatieven op het terrein van dagbesteding door cliënten en hun sociale netwerk moeten stimuleren en ondersteunen. De waarde daarvan zou zijn dat men daardoor niet helemaal hoeft terug te vallen op professionele dienstverleners. Bijna alle deelnemers aan de groepsgesprekken gaven aan dat men dit enerzijds wel goed zou vinden als die initiatieven zouden worden genomen en zouden worden ondersteund, maar dat men dit anderzijds geen reëel uitgangspunt vindt. De cliënten zelf zullen daartoe niet meer in staat zijn en de familie van de cliënt zal in meerderheid hierin niet participeren. Dagbesteding voor onze cliëntengroepen vraagt in de uitvoering professionele inzet, is de algemene mening. Het hoogst haalbare is: familie betrekken bij activiteiten. De reden waarom cliëntvertegenwoordigers dit element niet op zouden willen nemen in het Programma van Eisen is niet principieel van aard. Daarom wordt aan de vakgroep Dagbesteding de opdracht gegeven om nog eens te bezien of dit element toch toegevoegd kan worden aan het Programma van Eisen door daaraan een haalbare invulling te geven (zie hoofdstuk 6)
9
Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
4. Toetsing van de huidige visie op dagbesteding en de bestaande praktijksituatie aan het programma van eisen Na de formulering van het Programma van Eisen, opgesteld vanuit het klantenperspectief, is bekeken hoe de huidige visie van Archipel op dagbesteding en de bestaande praktijk in de verschillende locaties van Archipel zich daartoe verhouden. De Archipelvisie op dagbesteding is recent geactualiseerd; de bestaande situatie in alle locaties van Archipel is nader bekeken.5 Daaruit kunnen de volgende algemene conclusies worden getrokken.
1.
2.
3.
Alle elementen uit het programma van eisen zijn terug te vinden in het recent vastgestelde visiedocument van Archipel m.b.t. dagbesteding. Het opgestelde programma van eisen is derhalve herkenbaar voor de managers en kan als uitgangspunt worden gehanteerd voor de verdere ontwikkeling van het Archipel concept voor dagbesteding. Voor de managers dagbesteding is het geformuleerde programma van eisen een reëel uitgangspunt voor de verdere ontwikkeling van de dagbesteding binnen Archipel. Ook het element van het stimuleren en faciliteren van eigen initiatieven van cliënten en familieleden, dat door cliënten zelf als minder reëel is beoordeeld, wordt door de managers gezien als een na te streven doelstelling. Daarom is dat ook opgenomen in de opdracht voor de vakgroep (zie hoofdstuk 6) Er zijn nog wel behoorlijke verschillen in de ontwikkeling van de dagbesteding per locatie. Die verschillen zijn het meest zichtbaar m.b.t. - de mate waarin op locaties alle dagbesteding al op één leest is geschoeid. Soms zijn dagbehandeling/dagverzorging en de intramurale dagbesteding nog apart georganiseerd. Soms ook is intramuraal de activiteitenbegeleiding nog gekoppeld aan afdelingen. - de omvang van en de differentiatie in het aanbod en daarmee de keuzemogelijkheden van cliënten - de mogelijkheden om in te spelen op nieuwe en bijzondere vragen van cliënten - de realisering van de nodige randvoorwaarden (m.n. het interne en externe vervoer en begeleiding) - de beschikbaarheid en de positionering van één aanspreekpunt voor de cliënt op het terrein van dagbesteding - de mate waarin de (nieuwe) werkwijze is geborgd en geformaliseerd. In hoofdstuk 5 is geformuleerd hoe het gewenste Archipel concept voor dagbesteding eruit ziet; daarmee is de standaard (de te realiseren situatie op alle locaties) bepaald. In hoofdstuk 6 wordt in een opdracht voor de vakgroep aangegeven wat er in hoofdlijnen nodig is om te bereiken dat overal binnen Archipel aan die standaard wordt voldaan. De verschillen tussen de locaties in de mate waarin het programma van eisen al is gerealiseerd zijn niet alleen te verklaren vanuit het tijdsperspectief (hoe lang ben je al bezig met het veranderingsproces). Ook andere factoren spelen een rol. Wat meespeelt zijn o.a. de volgende factoren: - de mate waarin op de locatie de visie op dagbesteding expliciet is gemaakt en wordt onderschreven
5
De geactualiseerde visie op dagbesteding is in Archidoc (intranet) opgenomen. Het document waarin in grote lijnen de situatie per locatie wordt weergegeven is beschikbaar en opvraagbaar.
10
Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
-
4.
de mate waarin alle relevante aspecten uit de visie in hun onderlinge samenhang zijn bekeken en consequent zijn uitgewerkt - de mate waarin en de wijze waarop regie is gevoerd over het veranderingstraject - de schaalgrootte van de locatie (m.b.t. een aantal elementen van het programma van eisen is een zekere schaalgrootte noodzakelijk) Zowel het recent vastgestelde visiedocument als deze rapportage dragen bij aan de realisering van één Archipel concept voor dagbesteding op alle locaties. Voor de realisering van één Archipel-concept voor dagbesteding kan veel beter gebruik worden gemaakt van de mogelijkheden die Archipel biedt. Het geformuleerde programma van eisen kan heel goed vertaald worden in een dagbestedingsconcept dat voor heel Archipel (alle regio’s en clusters) en alle doelgroepen van toepassing is. Het is dan wel van belang dat op de verschillende niveaus binnen Archipel (binnen en tussen de regio’s/clusters ) beter wordt samengewerkt. Die samenwerking kan betrekking hebben op: - het gezamenlijk uitwerken van elementen van de visie en de elementen uit het programma van eisen (managers dagbesteding) - de uitwisseling van ervaringen met (nieuwe) activiteiten (vakgroep) - de inzet van freelancers (managers) - de ontwikkeling en het gezamenlijk gebruik van (externe) voorzieningen/locaties voor dagbesteding (managers) - het vervoer (managers) Deze elementen zijn verder uitgewerkt in hoofdstuk 6 (ontwikkelingsopgaven)
11
Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
5. Het Archipel-concept voor dagbesteding De visie van Archipel op dagbesteding is recent vastgesteld. In die visie wordt aangesloten op het programma van eisen, zoals hiervoor geformuleerd. Door dat programma van eisen in deze notitie ook als uitgangspunt te hanteren voor de uitwerking van die visie in een concreet Archipel concept wordt gegarandeerd dat we in lijn met de opgestelde visie blijven werken. In de visie van Archipel op dagbesteding wordt verder nog het belang aangegeven van: de wijkfunctie van locaties, verantwoord ondernemen (het inkopen van (extra) dagbesteding door cliënten), rechten van cliënten op basis van afgegeven indicaties. Ook deze elementen zijn meegenomen bij de ontwikkeling van het Archipel concept voor dagbesteding.. Dat Archipelconcept ziet er als volgt uit:
1. Archipel maakt onderscheid in: a. Algemene (vaak grootschaliger) recreatieve activiteiten, die gratis toegankelijk zijn voor alle cliënten met een verblijfsindicatie (alle intramurale cliënten) b. Dagbesteding, die gratis wordt aangeboden aan groepen intramurale cliënten met een bepaalde zorgzwaarte (een bepaald ZZP-pakket) c. Individuele dagbestedingsarrangementen (een dagbestedingsarrangement dat toegesneden is op de situatie van elke individuele cliënt) Ad. a Cliënten met een verblijfsindicatie hebben op basis daarvan recht op deelname aan een algemeen toegankelijk, recreatief aanbod. Voor de organisatie van dit algemeen toegankelijke aanbod is de afdeling dagbesteding verantwoordelijk. Een beperkt deel van de personele formatie is daarvoor vrijgemaakt. Dat recreatieve aanbod wordt deels in de vorm van verenigingen aangeboden; vrijwilligers dragen dan grotendeels zorg voor de uitvoering. De medewerker dagbesteding draagt zorg voor de coördinatie, de randvoorwaarden en de begeleiding. Ad. b Voor een deel van de cliënten met een verblijfsindicatie (ZZP 4-5-6-7-8) is ook gratis ondersteuning bij dagelijkse, huiselijke activiteiten beschikbaar. De mate waarin dat mogelijk is hangt af van de indicatie van de cliënt (het ZZP-pakket). 6 Ad. c Alle individuele, op maat gesneden dagbesteding wordt in principe tegen een integrale kostprijs aangeboden. Het onderstaande heeft met name betrekking op deze individuele dagbesteding. 2. Elke cliënt van Archipel krijgt een medewerker dagbesteding toegewezen, die als vast aanspreekpunt fungeert (ook wel “dagbestedingscoach” genoemd). 7 6
Deze ondersteuning bij huiselijke activiteiten wordt ingevuld door woonondersteuners (gelieerd aan de afdeling dagbesteding) of door een combinatie van medewerkers verzorging en dagbesteding. In alle gevallen geldt dat de totale inzet voor zorg- en dienstverlening moet passen binnen de ZZP-normen (het totaal aantal ingezette uren voor zorg- en dienstverlening moet blijven binnen de bij die ZZP behorende bandbreedte). Om dat te kunnen monitoren is een instrument noodzakelijk (vooralsnog kan daar de Advisaris-weekagenda voor worden gebruikt). Het is niet mogelijk om een uniforme richtlijn op te stellen voor het beschikbare aantal uren/dagdelen dagbesteding dat gratis aan elke doelgroep (ZZP) kan worden aangeboden. 7 In de meeste locaties van Archipel zijn dagbestedingscoaches aangewezen, uitvoerende medewerkers met een extra opdracht. Soms hebben ze formeel nog als functiebenaming “contactverzorgende”. De constructie van de dagbestedingscoach is vergelijkbaar met die van de contactverzorgende in de zorg: ook dat is een uitvoerende medewerker met een extra opdracht. In beide situaties geldt dat de extra
12
Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
De dagbestedingscoach is een medewerker dagbesteding, die naast de uitvoering van dagbestedingsactiviteiten voor een aantal cliënten nog een specifieke rol invult: - in nauw overleg met de cliënt en/of diens vertegenwoordiger stelt deze medewerker een individueel dagbestedingsarrangement samen, passend bij de wensen, mogelijkheden en beperkingen van de cliënt - zij legt dat arrangement schriftelijk vast, zodat voor beide partijen helder is wat is afgesproken - zij draagt ook zorg voor een vlekkeloze uitvoering van wat is afgesproken (monitoring van de uitvoering) - zij zorgt, waar nodig, voor goede afstemming met andere disciplines - zij neemt het initiatief voor aanpassing van het arrangement als de situatie van de cliënt daar om vraagt (uiteraard weer in nauw overleg met de cliënt en/of diens vertegenwoordiger In een “competentieprofiel” is deze rol van dagbestedingscoach wat verder uitgeschreven. 3. De “dagbestedingscoach” maakt in nauw overleg met de cliënt en/of diens vertegenwoordiger een voorstel voor een eigen, individueel , passend en steeds weer geactualiseerd dagbestedingsarrangement. Elke (nieuwe) cliënt wordt aan een dagbestedingscoach gekoppeld. Deze doet op basis van het levensverhaal van de cliënt, diens beleving van de huidige situatie en diens actuele mogelijkheden en beperkingen een voorstel voor een dagbestedingsarrangement voor de komende 3 maanden (“hoe ziet de komende weken/maanden uw dagbesteding eruit”). De dagbestedingscoach bevraagt de cliënt in een open gesprek op wensen, behoeften, gewoontes, etc. Vervolgens maakt de dagbestedingscoach de vraag naar dagbesteding concreet in een voorstel. Het dagbestedingsarrangement kan ook arbeidsgerichte activiteiten bevatten, alsmede activiteiten, die passen in een behandeldoel. Afhankelijk van de wens en de actuele mogelijkheden van de cliënt kan het arrangement vrij constant zijn of juist steeds weer anders eruit zien. Het afgesproken dagbestedingsarrangement vormt een onderdeel van het Zorgleefplan en wordt verwerkt in de weekagenda van de cliënt. 4. Ten behoeve van het overleg tussen dagbestedingscoach en cliënt is er een “inspiratiebibliotheek” beschikbaar, opgesteld en voortdurend verder ontwikkeld door programmaleiders Bestaande en mogelijke activiteiten zijn in meerdere of mindere mate uitgewerkt en beschreven. Alle activiteiten zijn ondergebracht in programma’s (zoals: sport en beweging, cultuur, natuur en buitenleven, creativiteit, sfeer en ontspanning). Uit dat complete overzicht van mogelijk aanbod kan per kwartaal een selectie worden gemaakt: per programma een aantal mogelijke activiteiten. Dat kan de dagbestedingscoach dan gebruiken om vanuit de wensen van de cliënt te komen tot een concreet voorstel voor een individueel arrangement. In elke locatie zijn binnen het team dagbesteding teamleden aangewezen, die verantwoordelijk zijn voor het steeds weer ontwikkelen van nieuwe activiteiten binnen elk programma (de zogenaamde “programmaleiders”8). Dat gebeurt uiteraard in samenwerking met andere teamleden. De programmaleiders ontwikkelen zelf nieuwe activiteiten en testen deze uit (in overleg met de dagbestedingscoaches), maar zij opdracht vraagt om bijzondere competenties, die niet automatisch aanwezig hoeven te zijn bij uitvoerende medewerkers. Dagbestedingscoaches hebben dan ook bewezen competenties, die nodig zijn om de extra opdracht goed in te kunnen vullen. 8 Met “programmaleider” wordt geen nieuwe functie geïntroduceerd. Bedoeld wordt dat op een locatie deze opdracht expliciet bij één van de teamleden is neergelegd.
13
Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
5.
6.
7.
8.
9.
ontwikkelen ook nieuwe activiteiten op geleide van vragen van cliënten, die via de dagbestedingscoach binnen komen. Alle activiteiten zijn voorzien van een integrale kostprijs Dagbesteding wordt aangeboden aan heel verschillende doelgroepen, met verschillende zorgindicaties of zelfs geen enkele indicatie. Niet alle klanten hebben dus evenveel recht op dagbesteding. Daarom worden alle activiteiten op hoofdlijnen beschreven en voorzien van een prijs. Daarvoor wordt een model kostprijsberekening gehanteerd, waarin de integrale kosten zijn verwerkt.9 De dagbestedingscoach en de programmaleiders kunnen met behulp van dit model de integrale kostprijs van alle (toekomstige) activiteiten berekenen. Uitgangspunt is dat elk programma activiteiten bevat voor alle mogelijke doelgroepen (alle ZZP’s) en voor elke beurs Alle cliënten moeten keuzemogelijkheden hebben m.b.t. dagbesteding. Dat betekent dat elk programma activiteiten moet bevatten voor verschillende doelgroepen (ZZP’s). Bovendien zijn de financiële mogelijkheden van cliënten heel verschillend. Daarom moet elk programma ook activiteiten bevatten zowel voor mensen die geen eigen middelen kunnen inzetten als voor degenen die best meer te verteren hebben. Aan alle cliënten biedt de dagbestedingscoach een offerte aan, waarin het individuele dagbestedingsarrangement is omschreven en de kosten daarvan in beeld zijn gebracht Uitgangspunt is dat de cliënt betaalt voor de dagbesteding die wordt afgenomen. Daarom wordt een offerte uitgebracht, aan de hand van het overleg dat met de cliënt en/of diens vertegenwoordiger heeft plaatsgevonden. De offerte is niets anders dan een opsomming van de afgesproken dagbestedingsactiviteiten en de kosten die daarmee samenhangen. Voor de offerte is een format beschikbaar (snel in te vullen). De cliënt kan dan wel of niet daarmee instemmen. Als de cliënt niet akkoord gaat, wordt in overleg gezocht naar een alternatieve invulling van de dagbesteding. (Resterende) rechten uit de indicatie worden van de rekening voor dagbesteding afgetrokken De offerte maakt alle dagbestedingsactiviteiten voor de cliënt inzichtelijk (ook de gratis activiteiten). De kosten van het individuele dagbestedingsarrangement worden doorberekend aan de cliënt. Van dat totaalbedrag worden de (eventueel overgebleven) rechten uit de indicatie (uitgedrukt in geld) afgetrokken. 10 Een negatief saldo wordt in rekening gebracht bij de cliënt (een positief saldo wordt niet uitbetaald aan de cliënt) . Als gevolg van deze werkwijze kan een cliënt met een indicatie voor enkele dagdelen dagactiviteiten zelf beslissen of hij/zij die rechten op 1 of meer hele dagen wil verzilveren of dat de voorkeur uitgaat naar besteding van datzelfde bedrag over meer dagdelen in de week. De dagbestedingscoach stuurt de offerte, de akkoordverklaring (met daarbij de leveringsvoorwaarden) en de weekagenda op naar de cliënt of de
9
Het model kostprijsberekening is in Best ontwikkeld en wordt nu ook op andere locaties gedeeltelijk toegepast. Omdat het model nu Archipelbreed gehanteerd gaat worden, wordt in overleg met de Centrale Cliëntenraad van Archipel gewerkt aan een kostprijsmodel voor heel Archipel. Het bestaande, door Best ontwikkelde, instrument vormt daarbij het uitgangspunt. 10 Voor cliënten met een extramurale indicatie (begeleiding groep) zal het daarbij behorende tarief in de regel toereikend zijn voor de geoffreerde dagbesteding. Intramurale cliënten zullen vaak voor deze individuele dagbesteding moeten bijbetalen, omdat het totale aantal uren dat beschikbaar is voor zorgen dienstverlening (behorend bij de bandbreedte van de afgegeven ZZP-indicatie) grotendeels wordt opgesoupeerd voor verzorgende/verpleegkundige activiteiten. De Advisaris-cliëntagenda kan een handig instrument zijn om te bepalen of er vanuit de indicatie nog rechten over zijn, die kunnen worden ingezet voor dagbesteding (dit kan op verzoek van de cliënt of van de dagbestedingscoach).
14
Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
cliëntvertegenwoordiger. Akkoordverklaring en weekagenda worden toegevoegd aan het cliëntendossier. De activiteiten uit het afgesproken arrangement zijn door de dagbestedingscoach overgenomen in de weekagenda van de cliënt. Dat biedt waarborgen voor een onberispelijke uitvoering van de gemaakte afspraken. De akkoordverklaring bevat ook de leveringsvoorwaarden. Deze geven waarborgen aan de cliënt dat afgesproken activiteiten ook echt altijd doorgaan en bevatten bepalingen over hoe te handelen als dit onverhoopt toch niet mogelijk is. In de leveringsvoorwaarden is ook opgenomen, dat in overleg tussen de cliënt(vertegenwoordiger) en de dagbestedingscoach het arrangement tussentijds kan worden aangepast. Daardoor hoeft slechts éénmaal een akkoordverklaring te worden afgegeven. Dat gebeurt schriftelijk. In het dossier worden de akkoordverklaring en de weekagenda opgenomen. 10. De dagbestedingscoach draagt zorg voor facturering Aan het eind van elke maand zorgt de dagbestedingscoach dan wel de teamleider voor de aanlevering van de gegevens, die de debiteurenadministratie nodig heeft om de facturen op te kunnen stellen. De afdeling Financiën draagt zorg voor de incasso.
15
Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
6. Ontwikkelingsopgaven In hoofdstuk 5 is het Archipel concept voor dagbesteding geschetst. Dat sluit aan bij de kernprincipes van Cliënt in Regie en het opgestelde programma van eisen vanuit klantperspectief. Het geformuleerde dagbestedingsconcept vormt voor alle locaties het wenkend perspectief. Alle locaties zijn in beweging, in de richting van dit perspectief; de fase van ontwikkeling kan verschillen. Het is aan de locaties om hun eigen ontwikkeltraject verder vorm te geven. Voor optimalisering van het ontwikkelde concept kunnen op het niveau van Archipel nog de volgende verbeterslagen worden gemaakt. 1. de (ondersteunende) inzet van behandelaars een plaats geven in het systeem van productbeschrijving en kostprijsberekening Als behandelaars direct betrokken zijn bij de uitvoering van een dagbestedingsactiviteit 11 kan die inzet worden meegenomen in de formulering van de activiteit (productbeschrijving) en de berekening van de kostprijs. Daarin voorziet het ontwikkelde concept al. Daarnaast verrichten behandelaars vanwege hun specifieke expertise en verantwoordelijkheid voor het behandelplan t.b.v. een deel van de extramurale dagbestedingsklanten ook andere activiteiten; ook die activiteiten dienen helder beschreven te worden en van een kostprijs te worden voorzien. Dat maakt het aanbod en de wijze waarop dat wordt gefinancierd voor de cliënt transparant: - de rol van behandelaars in het multidisciplinair overleg.12 Dat overleg is voor de dagbestedingscoach van belang voor het verkrijgen van input voor het te ontwerpen dagbestedingsarrangement en voor eventuele afstemming met andere disciplines. Door multidisciplinair overleg als product te beschrijven en m.b.v. het ontwikkelde model voor kostprijsberekening te voorzien van een prijs is het vervolgens mogelijk om dit op te nemen in de offerte. De kosten van het MDO worden dan door de cliënt betaald; van die rekening wordt vervolgens in de offerte het ontvangen tarief (behorend bij de afgegeven indicatie) weer afgetrokken. In de regel kan de cliënt de kosten van het MDO vanuit zijn indicatie betalen. - diagnostische activiteiten van behandelaars, zoals het verzorgen van een screening. Die activiteiten kunnen worden uitgevoerd in het kader van de indicatie van de cliënt en dienen dan ook te worden gefinancierd uit het daarbij behorende tarief. In deze situatie dient op een vergelijkbare wijze als hierboven aangegeven screening als activiteit te worden beschreven (productbeschrijving) en van een prijs te worden voorzien. Vervolgens kan ook deze activiteit in de offerte worden opgenomen. 2. vaststellen van een aantal Archipelinstrumenten: offerte dagbesteding, model kostprijsberekening, leveringsvoorwaarden)
11
Het gaat dus niet om echte behandelactiviteiten, die blijven buiten het perspectief van de dagbehandeling. 12 Dat geldt ook voor intramurale dagbestedingsklanten, maar de inzet van behandelaars in het MDO wordt daar op een andere wijze financieel verwerkt. Bij extramurale cliënten is het MDO in elk geval aan de orde bij cliënten met een indicatie voor dagactiviteiten extra (dagbehandeling). De aanwezigheid van een MDO wordt in die situaties vanuit kwaliteitseisen voorgeschreven. Het bijbehorende tarief is daar ook op afgestemd.
16
Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
3.
4.
5.
6.
Deze instrumenten zijn nu wel beschikbaar, maar de locaties maken gebruik van eigen varianten. Bovendien worden bepaalde instrumenten niet door alle locaties ingezet. Het is goed om de beschikbare instrumenten op Archipelniveau nog eens tegen het licht te houden en in bespreking te brengen met de Centrale Cliëntenraad. een constructie maken voor het gezamenlijk ontwikkelen van de programma’s en (nieuwe) activiteiten daarbinnen De vakgroep kan daarin een centrale rol spelen. Gedacht kan worden aan: - periodiek overleg van programmaleiders - een systeem van uitwisseling van activiteiten - een “ideeënbibliotheek” - samenwerking m.b.t. bepaalde activiteiten (m.n. de activiteiten waarvoor schaalgrootte noodzakelijk is of die alleen doelmatig en efficiënt kunnen worden gerealiseerd op regio- of Archipelniveau) - de inzet van freelancers in samenwerking opzetten van dagbestedingsvoorzieningen buiten de woonlocaties In het programma van eisen is de wens van cliënten opgenomen om zoveel en zo lang als dat mogelijk is deel te kunnen nemen aan dagbesteding buiten de eigen verblijfslocatie. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van “normale” maatschappelijke voorzieningen. Het gezamenlijk in kaart brengen van de voorzieningen die van belang zijn en met die organisaties/bedrijven goede afspraken maken over deelname/gebruik voor onze doelgroepen kan en dit kader meerwaarde hebben. Ook kan gezamenlijk worden bekeken of het zinvol en mogelijk is gezamenlijk “eigen” buitenvoorzieningen op te zetten (vergelijkbaar met de activiteitenboerderij in Best). De managers dagbesteding zouden hierin het voortouw kunnen nemen. optimaliseren van het interne en externe vervoer (verbeteren logistiek) In de huidige praktijk is het al een gegeven dat veel van onze cliënten ondersteuning nodig hebben bij het bezoeken van de dagbestedingsactiviteiten. Bij intramurale activiteiten worden zij opgehaald en weer teruggebracht naar hun eigen appartement. Het opzetten van een logistieke dienst voor cliëntentransport dient per locatie te worden geregeld. Daarnaast worden de meeste extramurale cliënten nu met een bus of auto vervoerd van thuis naar de accommodatie waar de dagbesteding plaatsvindt. Het Archipel-concept voor dagbesteding zal het aantal logistieke bewegingen doen toenemen: - doordat er meer activiteiten zijn - doordat elke cliënt zijn eigen dagbestedingsarrangement heeft, dat op verschillende plaatsen (binnen en buiten de locatie) wordt uitgevoerd; extramurale cliënten zullen steeds meer op één dag vervoerd moeten worden naar verschillende locaties - doordat dagbesteding steeds meer ook buiten de eigen woonlocatie wordt uitgevoerd. Hiermee wordt een goede logistieke organisatie een sleutelfactor, die bepalend is voor het succes van de Archipel-formule. Hier ligt een grote opgave voor de managers dagbesteding. Externe (logistieke) deskundigheid hierbij is noodzakelijk (wellicht kan Logiz hier bij worden ingeschakeld). Verbetering communicatie met mantelzorgers Cliëntvertegenwoordigers van psychogeriatrische cliënten geven aan meer informatie en overleg te willen hebben over het verloop van de activiteiten en de beleving van de cliënt. Daarmee geven ze aan een wens te hebben m.b.t. de frequentie en de inhoud van het contact met de dagbestedingscoach en/of uitvoerende medewerkers. Op dit punt zit er nog een kloof tussen wat mantelzorgers willen en wat nu wordt geboden.
17
Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
De vakgroep kan een rol spelen bij het genereren van haalbare verbeteringsvoorstellen (bij dat overleg dienen in elk geval ook de dagbestedingscoaches betrokken te zijn). Wellicht biedt een instrument als Familienet hierbij perspectieven. 7. verbetering cliëntagenda Omdat ook elke intramurale cliënt een eigen individueel dagbestedingsarrangement heeft, moet er ook op het niveau van de individuele cliënt per dag een overzicht zijn van het geheel van activiteiten door/met de cliënt. Dat kan voorkomen dat activiteiten van de cliënt zelf, van mantelzorgers en van andere disciplines elkaar doorkruisen. De individuele cliëntagenda is hiervoor het geijkte middel. De huidige cliëntagenda werkt nog onvoldoende, o.a.: - niet iedereen die daarbij van belang is maakt er gebruik van en heeft er inzage in - het ontbreken van een digitale versie is een belemmering - mantelzorgers zouden er thuis ook mee moeten kunnen werken Het beschikbaar komen van een breed toegankelijke, digitale cliëntagenda zou erg ondersteunend zijn. 8. betere ICT ondersteuning m.b.t. activiteiten en administratieve processen De managers dagbesteding ervaren niet altijd de noodzakelijke medewerking van de afdeling bedrijfsvoering bij het opzetten van nieuwe activiteiten, waarbij ICT-voorzieningen noodzakelijk zijn. Ook hier moet gelden dat een klantgerichte opstelling essentieel is (manager dagbesteding is klant van de afdeling bedrijfsvoering) en dat met de klant bekeken wordt wat nodig is en wat de financiële consequenties daarvan zijn. Verder zijn locaties nu relatief veel tijd kwijt met registratie en facturering. Met behulp van ICT-programma’s moet dit veel efficiënter kunnen gebeuren. 9. Gezamenlijke initiatieven Archipel zou het nemen van eigen initiatieven op het terrein van dagbesteding door cliënten en hun sociale netwerk moeten stimuleren en ondersteunen. De waarde daarvan zou zijn dat men daardoor niet helemaal hoeft terug te vallen op professionele dienstverleners. Aan de vakgroep kan de opdracht worden gegeven om – wellicht op basis van een uitgevoerde pilot – te komen met een voorstel hiervoor.
18
Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
7. Kansen Archipelconcept voor transitie extramurale begeleiding naar
de WMO (gemeenten) Het dagbestedingsconcept van Archipel, zoals hiervoor beschreven, past heel goed in de huidige maatschappelijke ontwikkelingen en in het huidige tijdsgewricht. Het is daarom een toekomstbestendig concept: - Cliënten willen hun eigen leefstijl zoveel mogelijk doorzetten en zijn daarom erg gebaat bij een organisatie van dagbesteding, die daartoe optimale mogelijkheden biedt: ruime keuze aan activiteiten op verschillende terreinen, in een verschillende/passende ambiance, op verschillende momenten, passend bij ieders financiële mogelijkheden. Het Archipelconcept geeft cliënten mogelijkheden om hun eigen dagbesteding te ontwerpen en hun eigen keuzes te maken. - De Archipelformule gaat er ook van uit dat cliënten die dagbesteding zoveel mogelijk moeten kunnen realiseren in de “gewone” samenleving. Cliënten willen niet apart worden gezet , maar zoveel en zo lang als mogelijk is blijven participeren in de gewone samenleving. Daarom voorziet het Archipel-concept zoveel als mogelijk en zinvol is voor de verschillende doelgroepen in dagbestedingsactiviteiten die deels buiten de muren van de intramurale locatie vallen - De tijd dat burgers alle vragen bij de overheid neerlegden en dat deze dan wel zorgde voor het beantwoorden van die vragen, ligt achter ons. Mede als gevolg van de vergrijzing van de samenleving en de sociaal-economische ontwikkelingen legt de overheid steeds meer verantwoordelijkheden terug bij de burger. Zij worden uitgedaagd om meer zelf op te lossen, alleen of met elkaar. De overheid probeert dat dan te faciliteren. Aan het Archipel-concept voor dagbesteding ligt dezelfde filosofie ten grondslag: de cliënt is verantwoordelijk voor zijn eigen dagbesteding, wij faciliteren dat (o.a. door middel van de dagbestedingscoach). - Het uitgangspunt van eigen verantwoordelijkheid van de cliënt en het zelf nemen van beslissingen inzake dagbesteding vraagt om een systeem, waarin voor de cliënt inzichtelijk is wat er mogelijk is en waarin de consequenties van keuzes ook steeds duidelijk worden gemaakt. Het Archipelconcept voorziet daar in. - Eigen verantwoordelijkheid nemen betekent ook: zich minder afhankelijk maken van anderen (zoals de overheid) en van de mogelijkheden en beperkingen die deze bieden. In het Archipelconcept is dat vertaald in: “u betaalt zelf de dagbesteding, wij leveren duidelijk omschreven producten met verschillende prijzen en maken de kosten die het gevolg zijn van uw keuzes steeds transparant; als u een indicatie heeft waaraan een tarief hangt, kunt u de dagbesteding daarvan betalen en als dat niet toereikend is kunt u uit uw eigen portemonnee het verschil bij betalen”. - De Archipelformule bevat niet alleen prikkels voor de cliënt om de eigen verantwoordelijkheid te nemen en zelf keuzes te maken, het concept bevat voor de organisatie ook prikkels om klantgericht te denken en handelen. De cliënt krijgt greep op de besteding van het beschikbare budget en de organisatie zal zich daardoor meer moeten richten naar de cliënt. Er zitten ook prikkels in het systeem voor het nakomen van gemaakte contractafspraken.
Inbreng van het Archipel-concept in het overleg met gemeenten over de transitie van de extramurale begeleidingsfunctie naar de WMO 19
Cliënt in Regie bij dagbesteding (programma Cliënt in Regie/programmalijn 2a/eindrapport– versie 2.0)
Gemeenten staan voor de lastige taak om vorm te gaan geven aan de functie van extramurale begeleiding , binnen het kader van de WMO. Zij moeten dat gaan doen voor een in omvang toenemende populatie met minder middelen dan voorheen binnen de AWBZ hiervoor beschikbaar waren. Bovendien beschikt het ambtelijk apparaat in de meeste situaties (nog) niet over alle noodzakelijke kennis van het beleidsterrein. En tenslotte worden gemeenten nog geconfronteerd met kortingen op het gemeentefonds en moeten zij als gevolg daarvan flink snoeien op de omvang van het ambtelijk apparaat. Tegelijkertijd willen gemeenten vorm geven aan het nieuwe denken over de rol van de overheid in relatie tot de burger, hetgeen betekent: meer inzetten op eigen verantwoordelijkheid, zelfredzaamheid en samenredzaamheid en samenwerking tussen organisaties en burgers op het niveau van wijken/buurten en dorp. Gemeenten hebben er dus belang bij dat: - niet organisaties worden gefinancierd, maar financiële ondersteuning zoveel mogelijk rechtstreeks naar burgers toegaan, die dat echt nodig hebben om te kunnen blijven participeren in de samenleving - er zo weinig mogelijk standaardvoorzieningen worden bekostigd, die voor iedereen in dezelfde mate toegankelijk zijn, maar dat gericht wordt ingezet op de mensen, die zelf niet over de middelen beschikken om te kunnen blijven participeren - er prikkels zijn voor de cliënt om de eigen verantwoordelijkheid op te pakken, eigen keuzes te maken en doelmatig om te gaan met financiële ondersteuning - er zo weinig mogelijk nieuwe overheadkosten worden gemaakt binnen het gemeentelijke apparaat en dat daarom een zo eenvoudig mogelijk systeem moet worden ontwikkeld - recht wordt gedaan aan de vele doelgroepen die gebruik moeten maken van de begeleidingsfunctie en dat de expertise die daarvoor nodig is (en aanwezig is bij zorg- en welzijnsorganisaties) ook beschikbaar is en blijft - er door de overheveling naar de WMO geen winnaars en verliezers bij de zorgaanbieders worden gecreëerd, maar juist ieders inbreng kan worden gebruikt bij het ontwikkelen van ketensamenwerking op het niveau van de wijk en het dorp. Het Archipelconcept voor dagbesteding kan daarbij een positieve rol spelen, omdat bovenstaande belangen van gemeenten daarmee heel goed worden bediend.
20