Centrum voor Taal en Migratie Steunpunt Nederlands als Tweede Taal
EINDRAPPORT "BEGELEIDING VAN LESGEVERS NT2 IN BRUSSELSE NEDERLANDSTALIGE INSCHAKELINGSACTIES' JANUARI - JUNI 2003
Voor2e1e2d aan Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegelid Guy Vanhengel, Onderwijs, Beroepsopleiding en Begroting Collegelid Jos Chabert, Welzijn, Gezondheid, Patrimonium Gerealiseerd met Middelen van het SIF. Uitvoering van actieplan 2000-2003 Be2eleiding An Lanssens, Centrum voor Taal en Migratie/Steunpunt NT2, Katholieke Universiteit Leuven In samenwerkin2 met Overleg Opleidings- en Tewerkstellingsprojecten Brussel (OOTB)
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
INHOUDSTAFEL
1. Voorstelling van het project
1. 1. Kader 1.2. Partners 1.3. Voorstelling Centrum voor Taal en Migratie/Steunpunt NT2 1.4. Doel en opzet van het project
2. Voorstelling van de organisaties en beschrijving van het begeleidingsproces per organisatie
2.1. Buurtsport 2.1.1. Voorstelling Buurtsport 2.1.2. Beschrijving van het begeleidingsproces bij Buurtsport 2.1.3. Aandachtspunten en suggesties voor de toekomst
2.2. Intec Brussel 2.2.1. Voorstelling Intec Brussel 2.2.2. Beschrijving van het begeleidingsproces bij Intec Brussel 2.2.3. Aandachtspunten en suggesties voor de toekomst
2.3 KureghemNET 2.3.1. Voorstelling KureghemNET 2.3.2. Beschrijving van het begeleidingsproces bij KurghemNET 2.3.3. Aandachtspunten en suggesties voor de toekomst
3. Over het begeleidingsproces in het algemeen
3.1. Beschrijving van en bemerkingen bij het begeleidingsproces in het algemeen 3.2. Aandachtspunten en suggesties voor de toekomst
Bijlagen
Juni 2003 - eindrapport
2
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
1. VOORSTELLING VAN HET PROJECT
1.1. In
Kader
de voorbije periode werden een aantal NT2-lesgevers ingezet voor lesopdrachten in
Brusselse inschakelingsacties. Zij moesten voor het uitvoeren van deze lesopdrachten materiaal selecteren, aanpassen of ontwikkelen.
Vanuit het streven naar snelle, relevante, motiverende trajecten, wordt in het "Actieplan voor de Ondersteuning van het Nederlands" I gepleit voor een taakgerichte en gentegreerde benadering van de lessen. Om deze benadering ingang te doen vinden in het proces van aanpassing en ontwikkeling van materiaal, is een begeleiding van de betrokken lesgevers noodzakelijk. Zo wordt er gewerkt aan de overdracht van expertise aan mensen binnen Brussel. Deze vorm van begeleiding is immers een heel praktische en motiverende manier om kennis te maken of vaardigheid te verruimen inzake taakgericht en genitegreerd materiaal. In het Actieplan wordt dit ook als een belangrijk werkdomein naar voren gebracht (p. 9). Tegelijk wordt zo gewerkt aan een gelijkgestemde visie en aanpak binnen het Brusselse NT2.
Omwille van bovenstaande argumenten werden lesgevers begeleid bij het transfereren van beschikbaar exemplarisch materiaal (bvb uit experimenten met voor- en neventraject) als bij de ontwikkeling van nieuw materiaal. Het is immers afhankelijk van hun concrete opdracht binnen de inschakelingsacties welk exemplarisch materiaal bruikbaar is voor transfer en welk nieuw materiaal nodig is.
1.2.
Partners
Om de goede gang van zaken binnen het project te verzekeren, werd het project opgevolgd door een stuurgroep die regelmatig bijeenkwam. Deze stuurgroep bestond uit de VGC, OOTB, Centrum voor Taal en Migratie/Steunpunt NT2, Steunpunt ICO, VDAB-RDBB, CBE Brusselleer en het Centrum voor Sociale Stadsontwikkeling.
De functies van deze stuurgroep zijn de volgende: • directe opvolging en eventuele bijsturing van het project
JOKE DRIJKONINGEN (juni 2002). Actieplan voor de Ondersteuning van het Nederlands. Steunpunt NT2: intern document.
Juni 2003 - eindrapport
3
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
• aanbrengen en bespreken van aandachtspunten die het project overstijgen, maar die bijdragen tot het uitwerken van verdere acties in functie van de optimalisering van de inen doorstroom van allochtonen in tewerkstellings- en opleidingsprojecten in Brussel.
1.3. Voorstelling Centrum voor Taal en Migratie/Steunpunt NT2
Voor informatie omtrent het Centrum voor Taal en Migratie/Steunpunt NT2 verwijzen we naar de website www.nt2.be.
1.4. Doel en opzet van het project
NT2-lesgevers die verbonden zijn aan een inschakelingsactie moeten zowel organisatorisch als inhoudelijk een inspanning leveren. Eerst en vooral moeten ze de inschakelingsactie goed leren kennen en zich flexibel inschakelen in de activiteiten van de organisatie. Vervolgens wordt van hen verwacht dat ze hun taalondersteuning in de les en op de vloer naadloos laten aansluiten bij de functionele noden van cursisten en organisatie. Voor dit maatwerk vanuit een taakgerichte en geIntegreerde benadering moet vaak exemplarisch lesmateriaal worden aangepast of moeten nieuwe lesactiviteiten worden bedacht en uitgewerkt. NT2-lesgevers kunnen in deze opdracht begeleiding en ondersteuning gebruiken.
In het kader van dit project werd gekozen voor een geIndividualiseerde begeleiding in de vorm van een reeks gesprekken en contacten via e-mail. Hierin wordt eerst bepaald welk materiaal nodig is voor de opdracht, en waar de bouwstenen hiervoor kunnen worden gevonden (doelenlijst, exemplarisch lesmateriaal, authentiek materiaal...). In de loop van de transfer of ontwikkeling (die door de lesgever zelf gebeurt) is er regelmatig contact voor feedback op het geleverde werk.
Indien het voor de betrokken lesgevers een meerwaarde biedt, kunnen in de loop van het begeleidingstraject momenten georganiseerd worden om de verschillende begeleide lesgevers samen te brengen voor uitwisseling en om ervaringen te delen met de collega's van de NT2aanbieders. Daarnaast kunnen momenten voorzien worden voor overleg en uitwisseling van informatie tussen de NT2-lesgever en het personeel van de inschakelingsactie. Dit laatste is voor een geIntegreerd taalleertraject een noodzakelijke voorwaarde.
Juni 2003 - eindrapport
4
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
2. VOORSTELLING VAN DE ORGANISATIES EN BESCHRIJVING VAN HET BEGELEIDINGSPROCES PER ORGANISATIE
In het projectplan was het de bedoeling dat bij vier organisaties een lesgever begeleid zou worden. Omdat er geen vierde taallesgever werd gevonden die gepast kon worden ondersteund, besliste de stuurgroep van 31-03-03 dat de ondersteuning zich zou beperken tot drie taallesgevers en dat de beschikbare tijd voor ondersteuning in functie van de noden verdeeld zou worden over de andere lesgevers.
Buurtsport
2.1.
2.1.1. Voorstelling Buurtsport2
De vzw Buurtsport Brussel is in 1999 opgericht. De twee belangrijkste doelen die de vzw nastreeft, zijn het verhogen van het sportaanbod in Brussel en het opleiden van jongeren tot sportanimator.
Men stelt immers vast dat er binnen de Brusselse volkswijken een tekort is aan toegankelijk sportaanbod en aan een kwalitatieve sporttechnische begeleiding en omkadering van sportactiviteiten. Dit uit zich op verschillende niveaus: •
een tekort aan sportinfrastructuur: de bestaande sportinfrastructuur is reeds benomen, te duur of te miserabel
•
een hoge ontoegankelijkheid van sportclubs
•
het aanbod van gestructureerde sportinitiatieven is gering: lokaal worden reeds een aantal sportactiviteiten aangeboden, maar deze hebben eerder een eenmalig karakter
•
de begeleiding en omkadering hebben een laag professionalisme: de jeugdwerkers die activiteiten begeleiden, hebben weinig of geen sporttechnische bagage. De sporttrainer anderzijds, heeft weinig pedagogische kennis voor deze specifiekt doelgroep.
Tegelijk constateert men dat er binnen het jeugdwerk een groot potentieel (van allochton■ jongeren) aanwezig is wiens mogelijkheden onderbenut blijven.
2 Uit: Vzw Buurtsport Brussel, Infomap 2001.
Juni 2003 - eindrapport
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
De concrete vormgeving van het project bestaat uit: •
het creeren en organiseren van een buurtsportprogramma op maat: Op drie locaties – Brussel-centrum, Oud-Molenbeek en Kuregem – wordt gewerkt aan de uitbouw van een toegankelijk, laagdrempeling en kwalitatief sportaanbod. Dit gebeurt door de ontwikkeling van eigen initiatieven en door ondersteuning van bestaande lokale initiatieven.
•
het opleidings- en tewerkstellingsproject Buurtsport: Laaggeschoolden en langdurig werkzoekenden krijgen de mogelijkheid om een opleiding tot buurtsportwerker to volgen. De buurtsportwerkers worden tewerkgesteld in een doorstromingscontract van 2 jaar. Tijdens deze twee jaar volgen zij een opleiding Nederlands, een A2-opleiding Animator en een sportspecifieke opleiding (volgens hun individuele sportinteresse en –capaciteiten). Aan de opleiding zijn stages gekoppeld op plaatsen waar nood is aan (professionele) animatoren.
2.1.2. Beschrijving van het begeleidingsproces bij Buurtsport
Lesgever:
Karen Schulz (Brusselleer)
Begeleider:
An Lanssens (CTM)
Het taalbeleidsplan dat voor Buurtsport werd uitgewerkt3 , heeft gediend als uitgangs- en referentiepunt voor de begeleiding van de lesgever.
Tijdens twee startvergaderingen -een bij de NT2-aanbieder Brusselleer en een bij Buurtsportwerden door de verschillende betrokkenen afspraken gemaakt over het doel en de krijtlijnen van de begeleiding.
De begeleiding van Karen bestond uit: • overlegmomenten tussen Karen en An • samen bijwonen van een teamvergadering met dsp'ers bij Buurtsport • samen bijwonen van sportlessen • een tussentijdse evaluatie bij Buurtsport met alle betrokkenen • overlegmomenten tussen taalbeleid-procesbegeleider Joke Drijkoningen en An
3 Taalbeleidsplan Buurtsport Brussel. In: JOKE DRIJKONINGEN (2002). Eindrapport Taalbeleid Concreet. Zes inschakelingsacties maken hun taalbeleid. Leuven: Steunpunt NT2.
Juni 2003 - eindrapport
6
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
Naar materiaalontwikkeling toe gebeurde vanuit de begeleiding het volgende: • tonen en bespreken van voorbeelden van taakgerichte en gentegreerde lesactiviteiten ter inspiratie voor eigen materiaal • suggesties doen en bespreken in verband met voorbereiden en begeleiden van teamvergadering • suggesties doen en bespreken voor het uitwerken van praktijkopdrachten in de sportles (in samenspraak met de sportinstructeur) • bespreken bronnenboek PC en netwerk ter inspiratie voor eigen materiaal
Voor Karen lag de prioriteit echter bij de hierna beschreven knelpunten en minder op het vlak van het uitwerken van functionele, gethtegreerde werkvormen en activiteiten. Op het einde van de begeleiding werd duidelijk dat Karen liever een langere periode van permanente aanwezigheid van An op de vloer had gehad dan op geregelde tijdstippen samen nadenken over gethtegreerde en taakgerichte lesactiviteiten. De aanpak van de begeleiding kon op dat moment echter niet meer worden bijgestuurd.
In de begeleidingsgesprekken werden de door Karen aangehaalde knelpunten uitgebreid besproken. In de gesprekken werd vertrokken van de 4 taalgebruiksdomeinen die bij Buurtsport kunnen worden aangegrepen om Nederlands te (leren) gebruiken (zie ook taalbeleidsplan4): 1. de alledaagse taalgebruikssituaties in de algemene werking van Buurtsport 2. de teamvergadering 3. de sportlessen 4. de stagemomenten
Voor het eerste domein wilde Karen van de Buurtsportmedewerkers gedetailleerde informatie krijgen over wat er precies aan taal nodig is in die alledaagse taalgebruikssituaties. De bedoeling was om er in de taalles aandacht aan te besteden en bij Buurtsport in die situaties zoveel mogelijk Nederlands te gebruiken. Voor Karen bleef de informatie onvoldoende en te weinig gedetailleerd. Bij Buurtsport bestaat nog te weinig het automatisme om de alledaagse taalhandelingen in het Nederlands te doen. Deze gelegenheden tot functioneel taalgebruik bleven nogal eens onbenut.
In de andere 3 domeinen was Karen altijd aanwezig op de vloer om de dsp'ers te ondersteunen. Tijdens de teamvergaderingen werd de aandacht van de dsp'ers soms te veel
4 Idem.
Juni 2003 - eindrapport
7
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
gericht op het begrip van woorden in de vergaderdocumenten en te weinig op de functie en de inhoud van de documenten. Op de sportvloer nam Karen de rol van coach van de sportinstructeur op zich door hem b y. te vragen bepaalde instructies te herhalen of iets op een andere manier te formuleren. De stagemomenten bij de Nederlandstalige organisatie Fabota in Leuven werden zowel door Karen als door de meeste dsp'ers ervaren als moeilijk en vermoeiend maar zeer vruchtbaar en leerrijk.
De taallessen wendde Karen aan om de dsp'ers voor te bereiden op hun functioneren in deze 3 domeinen. Voor Karen was dit om verschillende redenen een moeilijke opdracht: • zeer laag concentratievermogen van de dsp'ers • te weinig zicht op wat en in welke volgorde er in de taalles precies moest gebeuren en te weinig controle op wat daar nadien in de taalgebruiksdomeinen mee gebeurt • te weinig structuur en opbouw in de taallessen want te zeer afhankelijk van de rest van het programma en te veel ad hoc inspelen op by . de sportlessen, te weinig planning en voorbereiding op langere termijn • geen zicht op vordering leerproces van de dsp'ers
Vanuit de begeleiding werd op de volgende manier geprobeerd mogelijke oplossingen aan te reiken: • Van doelstellingen naar lessuggesties (zie bijlage 1) • Tips voor de evaluatie van taalvaardigheid (zie bijlage 2) • Besproken knelpunten en mogelijke oplossingen (zie bijlage 3)
2.1.3. Aandachtspunten en suggesties voor de toekomst
• De documenten 'Van doelstellingen naar lessuggesties' met suggesties voor lesactiviteiten en voor gebruik van authentiek materiaal in de lessen (bijlage 1) en 'Tips voor de evaluatie van taalvaardigheid' (bijlage 2) kunnen dienen als instrumenten om het traject verder concreet in te vullen, vorm te geven en op te volgen.
• De besproken knelpunten en mogelijke oplossingen (bijlage 3) blijven ook voor het vervolg van het taalleertraject bij Buurtsport relevant.
• Binnen Buurtsport zouden de algemene taalgebruikssituaties binnen de organisatie nog meer en beter aangewend kunnen worden om de taalverwerving van de dsp'ers te stimuleren. De meer algemene, alledaagse situaties zijn vaak eenvoudig en laagdrempelig:
Juni 2003 - eindrapport
A
8
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
by. zeggen om hoe laat een bepaalde afspraak doorgaat, vragen hoe het met iemand is, begroeten, enz. Deze situaties zoveel mogelijk spontaan in het Nederlands laten verlopen, zou ook bij de dsp'ers een automatisme kunnen kweken om zoveel mogelijk gelegenheden aan te grijpen om Nederlands te spreken.
• De sportlessen vormen een ideaal taalgebruiksdomein. De lessen zouden op het vlak van taalverwerving nog meer kunnen renderen als de dsp'ers het taalaanbod van de sportinstructeur actiever zouden kunnen verwerken en zelf gebruiken. In dit verband 3 suggesties:
– Structured overleg organiseren tussen taallesgever en instructeur om samen aandachtspunten te bepalen op het vlak van de taalvaardigheid van de dsp'ers (cf. bronnenboekprincipe) en om samen activiteiten en werkvormen of te spreken die in de eerste plaats beantwoorden aan de sporttechnische doelstellingen maar die zo worden opgezet dat ze ook de taalverwerving van de dsp'ers stimuleren (bv. door de dsp'ers in de sportles zelf bepaalde delen te laten uitleggen en begeleiden). – Tips voor de instructeur: eventueel via een opleiding taal
techniek en/of
videocoaching. – In dit scenario zou de sportinstructeur zelf ook aandacht besteden aan de taalverwerving van de dsp'ers en zou de taallesgever niet permanent op de sportvloer aanwezig moeten zijn. De taallesgever zou gerichter en op bepaalde momenten extra kunnen ondersteunen.
• De permanente aanwezigheid van de taallesgever op de sportvloer, tijdens de teamvergaderingen en op stages heeft zeker voordelen. Toch kan er -mits voldoende overleg met de Buurtsportmedewerkers en de sportinstructeur- ook gerichter worden ondersteund bijvoorbeeld door dsp'ers die problemen ondervinden extra te begeleiden, bepaalde activiteiten mee te volgen, enz. Op die manier zou de opdracht van de taallesgever minder tijdrovend zijn en de verantwoordelijkheid voor het taalverwervingsproces van de dsp'ers bij de hele organisatie en niet alleen bij de taallesgever komen te liggen.
• Tot nu toe werden de dsp'ers nog in twee groepen opgesplitst. Het is goed om te grote niveauverschillen zo snel mogelijk bij te benen: bijvoorbeeld de taalzwakkeren een periode intensief ondersteunen zodat ze zo snel mogelijk voldoende taalvaardig zijn om in de organisatie mee te draaien en verder op de vloer taal te leren. Toch is het goed om -
Juni 2003 - eindrapport
9
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
indien mogelijk- zo snel mogelijk ook beide groepen terug samen te brengen en te werken met heterogenere groepjes zodat de kloof tussen taalzwakkeren en -sterkeren niet nog groter wordt en de dsp'ers van elkaar kunnen leren. Bijvoorbeeld de sportlessen gebeuren in groep. Dit gegeven kan aangegrepen worden om bij de voorbereiding van een sportles in de taalles ook samen te doen.
2.2.
Intec Brussel
2.2.1. Voorstelling Intec Brussels
Intec Brussel organiseert vijf opleidingen: een korte module initiatie MS Office, een opleiding webdesigner, webdeveloper, pc- en netwerk-technicus voor Nederlandstaligen (of anderstaligen met hoge taalvaardigheid Nederlands) en voor anderstaligen. De doelgroep van deze laatste opleiding, anderstaligen, maakt dat de vraag naar een gestructureerde plaats voor het Nederlands zich daar het sterkst manifesteert. Voor de andere opleidingen worden bij de intake enkel Nederlandstalige cursisten of cursisten met een hoog taalvaardigheidsniveau Nederlands weerhouden. Het taalbeleidsplan is daarom ook uitgewerkt voor de opleiding pc- en netwerk-technicus voor anderstaligen.
In deze opleiding leren werkzoekenden (met maximaal een diploma van hoger secundair onderwijs) die nog geen kennis hebben van het Nederlands gedurende 12 maanden zowel Nederlands als de vaardigheden van een pc- en netwerk-technicus. Na de opleiding kunnen zij tewerkgesteld worden in: •
onderhoud en herstelling van computerhardware
•
montage, verkoop en installatie van informatica-hardware en software
•
installatie en ondersteuning van netwerken
•
pc- support en help-desk
2.2.2. Beschrijving van het begeleidingsproces bij Intec Brussel
Lesgever:
Kristin Minne (TNJM)
Begeleider:
An Lanssens (CTM)
5 Http://www.intecbrussel.be
Juni 2003 - eindrapport
10
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
Het taalbeleidsplan dat voor Intec Brussel werd uitgewerkt 6 heeft gediend als uitgangs- en referentiepunt voor de begeleiding van de lesgever.
Op een startvergadering werden door de verschillende betrokkenen afspraken gemaakt over het doel en de krijtlijnen van de begeleiding.
De begeleiding van Kristin bestond uit: • knelpuntengesprek met vakinstructeurs • overlegmomenten tussen Kristin en An • bijwonen van lessen zowel voor de hele groep cursisten als bij de extra ondersteuning van de taalzwakkere cursisten tijdens open learning • bijwonen van tussentijds gesprek Kristin met coordinator Intec Brussel • samen uitwerken lesmateriaal • bespreken en samen uitwerken eindtoets • overlegmomenten tussen taalbeleid-procesbegeleider Joke Drijkoningen en An
Kristin had het Bronnenboek PC en netwerk 7 dat ontwikkeld werd voor en in samenspraak met INTEC Brussel ter beschikking. Daarnaast ging Kristin in verband met lesmateriaal en het gebruik ervan te rade bij collega's NT2-lesgevers van TNJM, VDAB, e.a. en zocht ze grammaticaregels en -oefeningen, inspiratie uit een cursus telefoneren (VDAB), uit Vacant, De Lift (VDAB), etc.
Een van de fundamentele problemen waarmee Kristin in haar opdracht werd geconfronteerd, was het feit dat de aparte lessen Nederlands gehandhaafd bleven voor de hele groep -zowel de taalzwakkeren als degenen die op vlak van taalvaardigheid weinig of geen problemen meer ondervonden.
Het taalbeleidsplan en het voor Intec Brussel ontwikkelde bronnenboek gaan echter beide uit van een traject waar de aandacht van de taallesgever in de eerste plaats en vooral uitgaat naar de taalzwakkeren die nog niet voldoende taalvaardig zijn om te kunnen functioneren tijdens de opleiding. De voorbeeldactiviteiten in het bronnenboek dienen om ingezet te worden (in de taalles of bij wijze van praktijkopdracht) op die punten waar de taalzwakkeren nog problemen ondervinden om te functioneren. 6 Taalbeleidsplan Intec Brussel PC- en netwerktechnicus voor anderstaligen. In: JOKE DRIJKONINGEN (2002). Eindrapport Taalbeleid Concreet. Zes inschakelingsacties maken hun taalbeleid. Leuven: Steunpunt NT2.
Juni 2003 - eindrapport
11
I Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
De bronnenboekactiviteiten zijn niet bedoeld en dus ook niet geschikt voor cursisten die hun taalvaardigheid nog willen vergroten en verdiepen bovenop de einddoelen uit het taalbeleidsplan van Intec Brussel. Op basis van het programma waarin Intec Brussel ook een onderdeel Nederlands' voorziet, stelden de taalsterkere cursisten hun eisen over tempo, ondersteuning, aanpak en inhoud van de lessen Nederlands. De aanwezigheid van cursisten die zowel op vlak van taalvaardigheid als op technisch vlak al (te) ver staan, dreigt niet alleen de aandacht van de taallesgever voor de zwakkeren te hypothekeren maar ook die van de vakinstructeur: de verleiding is groot om aanpak en tempo of te stemmen op de sterkere cursisten en dit soms ten koste van de taalzwakkere.
De zoektocht van Kristin naar bijkomend lesmateriaal naast het bronnenboek had verschillende redenen: • Het bronnenboek is niet bedoeld om blijvend aparte lessen Nederlands te geven (zie hierboven) en voorziet niet in voldoende dekkend materiaal. • Enkele cursisten bleven met aandrang vragen naar grammatica- en woordenschatoefeningen. • De niveauverschillen tussen de cursisten waren erg groot zowel op vlak van taalvaardigheid als op technisch vlak. Voor de sterkere cursisten hielden de activiteiten van het bronnenboek geen uitdaging meer in: voor hen was er geen kloof meer tussen het vereiste niveau in de activiteiten en hun eigen taalvaardigheid. • Kristin voelde de noodzaak om te zorgen voor voldoende afwisseling in lesmateriaal.
Vanuit de begeleiding werd gehamerd op: • de terugkoppeling van het gebruikte materiaal naar de talige doestellingen die werden vooropgesteld voor de anderstalige cursisten van Intec Brussel • de plaats van het gebruikte materiaal binnen een taakgerichte, gelntegreerde aanpak • pogingen om binnen de groep te werken in heterogene groepjes o.a. door het lesmateriaal gedifferentieerd in te zetten
In functie van deze bekommernissen werden tijdens de begeleiding enkele extra activiteiten ontwikkeld. Dit materiaal bevat veel authentiek taalaanbod dat -zoals ook de tips in het bronnenboek suggereren- toelaten om te differentieren en bepaalde (delen van de) opdrachten voor de sterkere cursisten moeilijker te maken.
7 DE GROOF, VANDER MEEREN, CHOUA en VANGENEUGDEN (2003). Bronnenboek voor PC en netwerk. Leuven: Steunpunt NT2.
Juni 2003 - eindrapport
12
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
• 'Voor elk wat wils' Op basis van een dossiertje in het tijdschrift Clickx 8 : Acht 'computeraars' vertellen hun verhaal en de cursisten moeten nagaan welk artikel (een scanner, een workshop over het programma Publisher, over een brief maken in Word, een internetaansluiting, etc.) het beste bij die mensen past. Dit lesidee werd door Kristin verder uitgewerkt aan de hand van de authentieke teksten en technische informatie uit Clickx. • Vraag en antwoord op www.netwerk.be (zie bijlage 4) • Een bestelling voor Inoptec Brussel (zie bijlage 4) • Aanvullend (uitgebreider) materiaal 'Bouw nu zelf je eigen droom-PC' over het in elkaar steken van een PC bij activiteiten van het bronnenboek (nrs 11 en 23).
Kristin bleef de taalzwakkeren extra ondersteunen tijdens open learning. Ze probeerde o.a. met activiteiten uit het bronnenboek in te spelen op die punten waar de cursisten nog het meeste problemen ondervonden. Kristin merkte dat de taakgerichte activiteiten uit het bronnenboek zeer goed bruikbaar waren voor deze cursisten.
Met behulp van de extra ontwikkelde activiteiten probeerde Kristin ook de sterkeren te overtuigen van de bedoeling van het traject en de voordelen van taakgericht, geIntegreerd werken. De pogingen om dit te doen op een gedifferentieerde manier in heterogene groepjes bleef moeilijk liggen: de sterkere cursisten wilden vooral zelf snel veel bijleren en voelden zich hierin geremd door de taalzwakkere cursisten.
Naar het einde van de begeleiding toe werd ten slotte aandacht besteed aan de toets Nederlands die de anderstaligen eind juni moesten afleggen. Dit gebeurde als volgt: • samen doornemen en bespreken van voorgaande toetsen • samen mogelijke toetsideeen terugkoppelen naar de doelstellingen uit het taalbeleidsplan • algemene tips geven i.v.m. toetsing (zie bijlage 5) • samen ontwikkelen van nieuwe toetstaken (zie bijlage 5) • tips geven i.v.m. procesmatige manier van evalueren op basis van verschillende informatiemomenten en -bronnen (zie bijlage 5)
8
Clickx Magazine 36 — 11 maart 2003.
Juni 2003 - eindrapport
13
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
2.2.3. Aandachtspunten en suggesties voor de toekomst
Zowel de voorbeeldactiviteiten (bijlage 4) als het document over de evaluatie van taalvaardigheid (bijlage 5) kunnen gebruikt worden om het traject verder concreet in te vullen, vorm te geven en op te volgen.
Kristin heeft haar werkplek bij Intec Brussel zelf. Ze maakte volop van dit voordeel gebruik om de cursisten te ondersteunen tijdens de technische lessen, met telefoontjes en het schrijven van brieven en om te overleggen met coordinator en medewerkers van Intec Brussel. Zo speelde Kristin in op wat de jobcoach aan activiteiten voor de cursisten voorzag.
Helaas was er weinig tijd en ruimte voor gelijkaardig overleg met de vakinstructeur die lesgaf aan de anderstalige cursisten. Er was een eenmalig knelpuntengesprek waar later niet meer werd op teruggekomen. Het bronnenboek met tips voor de instructeur, aandacht voor knelpunten, suggesties voor praktijkopdrachten etc. kon hierdoor niet naar behoren worden ingezet.
De concrete aanpak van Kristin, het al dan niet kunnen gebruiken van het bronnenboek en de nood aan bijkomend lesmateriaal zal blijven afhangen van de taalbeleidskeuzes die door Intec Brussel worden gemaakt.
2.3. KureghemNET
2.3.1. Voorstelling KureghemNET9
Www.KureghemNET is een laagdrempelig informatica- en communicatiecentrum, gecreeerd voor de buurtbewoners, met als doel hen te vormen tot deelnemers aan het informaticatijdperk. Het is gelegen in Kuregem, een typische Brusselse achterstandswijk met talrijke problemen van sociaal-economische aard.
Omdat informatica niet meer weg te denken is uit ons dagelijks leven, is het dan ook van cruciaal belang dat iedereen de kans krijgt om kennis te maken met de mogelijkheden van nieuwe technologieen en gevormd wordt om er mee te werken. Niet alleen verhoog je zo
9 Www.viboso.be/home/thema/evaplp24.pdf
Juni 2003 - eindrapport
14
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
iemands kansen op tewerkstelling, maar je geeft hem/haar ook de kans aan te sluiten bij het maatschappelijke gebeuren.
De doelstellingen van www.KureghemNET: •
Het toegankelijk maken van informatie- en communicatietechnologie door het ter beschikking stellen van multimediacomputers met geavanceerde randapparatuur en internetaansluiting
•
Www.KureghemNET biedt individuele begeleiding en opleiding op maat.
•
Het bieden van opleiding en tewerkstelling voor (jonge) werkzoekenden die bij voorkeur wonen in de buurt. De mensen die www.KureghemNET hier tewerkstelt, verzorgen het onthaal en de begeleiding van de bezoekers. Door een intensieve opleiding op maat en een degelijke begeleiding op de werkvloer kunnen zij instaan voor een kwaliteitsvolle dienstverlening aan de bezoekers.
•
Www.KureghemNET uitbouwen tot een ontmoetingscentrum om op die manier de sociale cohesie in de buurt te versterken.
•
De toegankelijkheid van de dienst garanderen -
door een aangepaste prijspolitiek door buurtbewoners, via een werkgroep, de concrete invulling van het dienstencentrum mee te laten bepalen, waardoor het aanbod aansluit bij de eigenlijke vraag uit de buurt door werknemers aan te werven die instaan voor het onthaal en de begeleiding van de klanten en die komen uit hetzelfde sociaal, cultureel en economisch milieu als de klanten door samen met de klanten informaticaprojecten op te starten en te begeleiden door het project in te bedden in een buurthuis waar ook andere verenigingen buurtgerichte activiteiten organiseren, zoals occasionele kinderopvang en taallessen.
Er zijn permanent 5 DSP'ers in opleiding. De opleiding bestaat uit vormingsmomenten (informatica) en het assisteren van de GECO's in het atelier. Vijf GECO's zorgen voor de dienstverlening in het centrum (1 onthaalbediende en 4 atelierbegeleiders die ieder zijn/haar specialiteit heeft).
Www.KureghemNET is opgestart door EVA vzw, een Brusselse ondersteuningsstructuur voor de uitbouw en ontwikkeling van buurtdiensten en tewerkstellingsinitiatieven.
2.3.2. Beschrijving van het begeleidingsproces bij KureghemNET
Lesgever:
Nancy Van de Gucht (Brusselleer)
Juni 2003 - eindrapport
15
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleider:
Begeleiding lesgevers
An Lanssens (CTM)
Het taalbeleidsplan dat voor KureghemNET werd uitgewerkt l ° heeft gediend als uitgangs- en referentiepunt voor de begeleiding van de lesgever.
Tij dens twee startvergaderingen -eerst met een eerste lesgever die uiteindelijk een andere opdracht kreeg en bij de nieuwe start in april met Nancy- werden door de verschillende betrokkenen afspraken gemaakt over het doel en de krijtlijnen van de begeleiding.
De begeleiding van Nancy bestond uit: • overlegmomenten tussen Nancy en An • het geven van literatuur en input over taakgericht, geIntegreerd werken, Nederlands op de Werkvloer, ICT en taalleren, adventure games, ... • samen uitwerken van leskaarten • samen bekijken van de einddoelen uit het taalbeleidsplan • samen bekijken en bespreken van lesmateriaal • e-mailcommunicatie over de begeleiding • e-mailcommunicatie met de dsp'ers bij wijze van praktijkopdracht • bijwonen van tussentijds gesprek Nancy met coOrdinator/instructeur KureghemNET • samen opzetten van daguitstap met dsp'ers • overlegmomenten tussen taalbeleid-procesbegeleider Joke Drijkoningen en An
Voor Nancy was dit haar eerste lesopdracht NT2. Ze was vragende partij voor allerlei input zowel over taakgericht en geIntegreerd werken als over lesmateriaal. An probeerde zo goed en concreet mogelijk in to spelen op de vragen van Nancy vanuit het kader van het taalbeleidsplan van KureghemNET en vanuit de taakgerichte, geIntegreerde aanpak.
Het materiaal dat werd bekeken en besproken: • pakket PC voortraject • voorbeelden van taakgerichte activiteiten ter inspiratie (bv. De Lift (VDAB)) • bronnenboek PC en netwerk • Bonte Was • materiaal Brusselleer • initiatie PC van KureghemNET io Taalbeleidsplan KureghemNET. In: JOKE DRIJKONINGEN (2002). Eindrapport Taalbeleid Concreet. Zes inschakelingsacties maken hun taalbeleid. Leuven: Steunpunt NT2.
Juni 2003 - eindrapport
16
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
In vele gevallen -zowel tijdens de begeleidingsgesprekken als bij het bekijken en voorbereiden van lesmateriaal- bestond de begeleiding uit het bevestigen van de intuItie van Nancy, het stimuleren van haar ideeen, reacties en initiatieven en het expliciteren van achterliggende taakgerichte, geIntegreerde principes. Enkele voorbeelden kunnen dit illustreren. • Nancy zoekt naar taalaanbod binnen de organisatie om te gebruiken in de taalles. Bijvoorbeeld de basiscursus PC van KureghemNET, een pakket met helder taalgebruik, veel visuele ondersteuning en leuke opdrachten. Nancy geeft zelf aan het niet te willen gebruiken als in te studeren taalaanbod. Ze wil het op een functionele manier inzetten door bijvoorbeeld samen met de dsp'ers opdrachtjes uit te voeren en hen aan te moedigen in het Nederlands te communiceren. • Op vraag van een van de gesco's hielp Nancy bij de voorbereiding van het onthaal in het Nederlands van een groep bij KureghemNET. Om de gesco gerust te stellen, stelde Nancy voor om het uit te proberen bij haar lesgroep dsp'ers. De oefening bij de dsp'ers verliep goed en het onthaal in het Nederlands door de gesco was een succes. Dergelijke succeservaringen zijn belangrijke momenten zowel voor de gesco in kwestie als voor de dsp'ers. Het maakt duidelijk dat ze kunnen rekenen op adequate ondersteuning en dat ze mits een goede voorbereiding ook in het Nederlands veel kunnen doen. • Een vergelijkbaar voorbeeld was dat Nancy een oudergroep van Brusselleer uitnodigde bij KureghemNET. Deze keer waren het de dsp'ers zelf die de uitleg over KureghemNET in het Nederlands deden. Nancy gebruikt dergelijke gelegenheden om het zelfvertrouwen van de dsp'ers te vergroten en hen positief te stimuleren. • In een overleg tussen Nancy en de coordinator van KureghemNET probeerde Nancy nog meer te weten te komen over de organisatie, toetste ze haar aanpak van de taallessen bij de coordinator en werden concrete aandachtspunten besproken. Zo vertolkte Nancy bijvoorbeeld de drempelvrees van de dsp'ers om in het Nederlands actief deel te nemen aan de teamvergadering. Deze vaststelling viel samen met de vraag van de coordinator of de verplichting het Nederlands tijdens de vergaderingen er misschien voor zorgde dat niet alle punten vlot en open besproken konden worden. Samen met de begeleiding werden hier mogelijke oplossingen besproken.
Op het einde van de begeleiding kwamen vooral Nancy's vragen over het vervolgtraject aan bod. Bijvoorbeeld over Nederlands op de Werkvloer: over welke situaties op de werkvloer bij KureghemNET hebben we het dan? Welke activiteiten kunnen georganiseerd worden? Welke rol speel ik als taallesgever? Voor het antwoord op deze vragen werd vanuit de begeleiding
Juni 2003 - eindrapport
17
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
teruggegrepen naar het taalbeleidsplan en het bronnenboek voor PC en netwerk. In de laatste begeleidingsmomenten onderzochten Nancy en An in welke mate tips en activiteiten uit dit bronnenboek kunnen dienen (ter inspiratie) voor het vervolgtraject bij KurghemNET Belangrijk in deze denkoefening is dat de einddoelen van KureghemNET centraal blijven staan. Sommige situaties uit het Bronnenboek PC en netwerk zijn vergelijkbaar met mogelijke knelpunten en situaties bij KureghemNET. Toch moet de knelpuntenanalyse gebeuren op basis van de einddoelen van KureghemNET. Heel wat tips en activiteiten zijn mits enige aanpassing aan de context van KureghemNET en aan het niveau van de dsp'ers bruikbaar voor het vervolgtraject bij KureghemNET. De nodige aanpassingen kunnen gebeuren zoals in het bronnenboek wordt geadviseerd onder 'Het transfereren van de voorbeeldactiviteiten' bij de tips voor de taallesgever.
2.3.3. Aandachtspunten en suggesties voor de toekomst
Het bronnenboek voor PC en netwerk kan gebruikt worden als inspiratiebron om het vervolgtraject concreet in te vullen, vorm te geven en op te volgen.
Nancy gaat in haar lesopdracht bij KureghemNET spontaan op een taakgerichte en gantegreerde manier te werk. Ze probeert zo direct mogelijk in te spelen op die taalvaardigheid die de dsp'ers binnen KureghemNET het meeste nodig hebben en ze zoekt naar zinvolle praktijkopdrachten. Het is belangrijk dat ze deze aanpak verder kan uit- en onderbouwen, dat ze voldoende gelegenheden/ondersteuning krijgt om zich verder te bekwamen in het taakgericht, geintegreerd lesgeven en dat ze hierover binnen het lesgeversteam van gedachten kan wisselen.
De contacten tussen Nancy en de medewerkers van KureghemNET zijn goed en leveren goede ideeen en afspraken op. Zeker tijdens het vervolgtraject zal het belangrijk zijn dat alle betrokkenen die ideeen en afspraken ook in de raktlk omzetten. Voor coOrdinatoren en instructeurs is dit niet altijd vanzelfsprekend maar toch zouden ook zij hiervoor voldoende ruimte en tijd moeten voorzien.
Juni 2003 - eindrapport
18
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
3. OVER HET BEGELEIDINGSPROCES IN HET ALGEMEEN
3.1.
Beschrijving van en bemerkingen bij het begeleidingsproces in het algemeen
3.1.1. Rechtstreeks inspelen op specifieke noden enproblemen In het kader van dit project werd gekozen voor een individuele en intensieve begeleiding van lesgevers. Deze vorm van interventie biedt het grote voordeel dat rechtstreeks kan worden ingespeeld op specifieke noden en problemen in de concrete klaspralctijk. Er kan gezocht worden naar antwoorden op specifieke vragen over materiaal en didactiek.
3.1.2. Van flexibel naar gestructureerd en geformaliseerd In sommige gevallen -vooral in de context van de inschakelingsacties waar de taallesgevers vaak nog moeten zoeken naar de goede aanpak en zich flexibel moeten aanpassen aan het programma en de activiteiten van de organisatie- kan deze begeleiding op maat ertoe leiden dat te veel problemen tegelijk op tafel komen te liggen. Het lukt niet altijd om snel concrete oplossingen uit te werken of om dadelijk verandering te brengen in de situatie. Dit kan verlammend werken voor het begeleidingsproces. Afhankelijk van de ingesteldheid en de verwachtingen van de lesgever kan het zinvol zijn om op een meer gestructureerde en geformaliseerde manier te prioriteren in knelpunten, afspraken te maken zowel over de te ondernemen concrete acties als over de timing en het te verwachten resultaat. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door bij het begin van de begeleiding een 'aandachtsraster' of een inhoudelijke checklist samen te stellen met knelpunten, acties en timing. Dergelijk raster of checklist kan dan dienen als vertrekpunt van iedere begeleidingsinterventie. Gevaar van strakker plannen en meer formaliseren van de begeleiding is dat het voordeel van flexibel en direct in te kunnen spelen op specifieke noden in het gedrang komt.
3.1.3. Frequentie en intensiteit van de begeleiding Ook wat frequentie en intensiteit van de begeleiding betreft, is het zoeken naar het juiste evenwicht op basis van de omstandigheden waarin de lesgever een opdracht uitvoert en op basis van haar of zijn voorkeuren en verwachtingen ten aanzien van de begeleiding.
Dankzij de grote ruimte die in dit project per lesgever werd voorzien, was het mogelijk om problemen grondig te bediscussieren, samen ideeen uit te werken en uit te proberen, terug te komen op besproken punten, te evalueren en bij te sturen. Deze aanpak is grondiger en minder vrijblijvend dan andere vormen van interventie en ondersteuning.
Juni 2003 - eindrapport
19
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
Karen zei op het einde van de begeleiding de voorkeur te geven aan een permanente aanwezigheid van een begeleider in de lessen en op de vloer. Dergelijke constructie is qua tijdsinvestering vanuit de begeleiding niet haalbaar. Bovendien zou meer begeleiding ook een belasting kunnen worden voor de lesgever. De ondersteuning vanuit de begeleiding brengt niet altijd een verlichting van de taak van de lesgever met zich mee: het feit dat aan iedere interventie een bespreking wordt gekoppeld en dat vanuit de begeleiding ideeen en suggesties worden aangebracht die niet zonder meer samenvallen met wat de lesgever in gedachten had, maakt dat van de lesgever soms een extra inspanning wordt verwacht.
Wel haalbaar en zeker ook wenselijk is de permanente mogelijkheid tot ondersteuning. Dit is dan niet in de vorm van permanente fysieke aanwezigheid van de begeleider in de organisatie, maar de mogelijkheid om bijvoorbeeld via e-mail of per telefoon tussentijds vragen te stellen en problemen te bespreken. Nancy heeft van deze mogelijkheid meerdere keren gebruik gemaakt door een e-mail te sturen met vragen over situaties die zich in de les of tijdens een vergadering hadden voorgedaan. Hier werd zo snel mogelijk een antwoord op gegeven en in het eerstvolgende begeleidingsgesprek werd er -indien nodig- uitgebreider op ingegaan.
Idealiter zou de intensiteit en de frequentie van de begeleiding volledig worden afgestemd op de noden van de lesgever en op de ruimte die hij/zij heeft om problemen aan te pakken, materiaal te ontwikkelen of de aanpak bij te sturen. Dit zou betekenen dat naast enkele vaste momenten (om ervoor te zorgen dat de begeleiding niet te vrijblijvend wordt) bijvoorbeeld een interventie zou plaats hebben op het moment dat de lesgever botst op een probleem of bijvoorbeeld er meer tijd voor begeleiding bij de ontwikkeling van lesmateriaal zou zijn in een lesvrije periode.
Binnen de tijdsspanne van dit project was dit niet haalbaar, maar in sommige gevallen zou het wel zeer nuttig kunnen zijn om ook op wat langere termijn dan zes maanden begeleidingsmomenten of 'terugkom-momenten' te kunnen voorzien. Bijvoorbeeld de overschakeling van voortraject naar vervolgtraject bij KureghemNET zal ingrijpende gevolgen hebben voor de manier waarop Nancy haar cursisten ondersteunt. Hetzelfde geldt voor Buurtsport waar Karen geconfronteerd zal worden met de instroom van nieuwe dsp'ers in de organisatie.
3.1.4. Vormen van interventie
Het merendeel van de interventies binnen dit project nam de vorm aan van begeleidingsgesprekken.
Juni 2003 - eindrapport
20
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
Daarnaast werd enkele keren gebruik gemaakt van observatie in de taalles en op de vloer gevolgd door een feedbackgesprek. Deze vorm van begeleiding biedt grote voordelen. In de gewone begeleidingsgesprekken rapporteert de lesgever over wat er zich in de les of op de vloer voordoet. Soms gaan in de rapportage of in de interpretatie van de begeleider bepaalde aspecten of belangrijke details verloren. Tijdens de observatie krijgt de begeleider rechtstreeks een duidelijk en concreet beeld van het gebeuren in de les of op de vloer en van de rol van de lesgever daarin. In de daaropvolgende feedbackgesprekken weten lesgever en begeleider beiden waarover ze spreken en kunnen hun interpretaties van het gebeuren samengebracht worden. Deze vorm van interventie kwam in dit project relatief weinig door een combinatie van factoren: ■
Voor observatie en feedback moet het vertrouwen tussen de lesgever en de begeleider voldoende groot zijn.
■
De observatiemomenten hebben maar zin als ze zo snel mogelijk gevolgd worden door een feedbackgesprek. Dit was in dit project vaak niet het mogelijk.
■
In navolging van het projectvoorstel probeerde An meer aan te sturen op materiaalontwikkeling terwijl observatie en feedback eerder inspelen op het gebruik van het materiaal en de didactische aanpak.
3.1.5. Begeleiding bij materiaalontwikkeling Lesmateriaal is een concrete en dankbare insteek om lesgevers te begeleiden en hen eventueel te helpen om hun didactische aanpak te optimaliseren en te vernieuwen. Bovendien wordt in inschakelingstrajecten waarvoor weinig specifiek lesmateriaal voorhanden is input op dat vlak door lesgevers geapprecieerd.
Toch bleek het niet vanzelfsprekend om samen met de lesgevers van bij het begin te bepalen welk materiaal er precies nodig was en om samen in de loop van het traject een bepaalde hoeveelheid taakgericht, gentegreerd lesmateriaal ontwikkelen. Dit om verschillende redenenen:
•
Het ritme van het lopende traject dringt zich op en het samen ontwikkelen van taakgerichte, geIntegreerde activiteiten vraagt meer tijd, energie en soms ook discussie dan een lesgever in de gebruikelijke lesvoorbereidingen steekt.
•
Voor hun lesvoorbereidingen grepen de drie lesgevers vaak terug naar bestaand materiaal (bv. van Brusselleer) of naar authentieke documenten en pastten dit aan aan de organisatie en hun cursisten. De wijze waarop ze hier in de les of op de vloer gebruik van maken, wordt zelden op papier gezet in de vorm van een lesverloop.
Juni 2003 - eindrapport
21
Centrum voor Taal en Migratie
•
Begeleiding lesgevers
Vanuit de begeleiding werd aangestuurd op de ontwikkeling van taakgericht en geIntegreerd materiaal. Dit was niet altijd in overeenstemming met de didactische aanpak van de lesgever. Soms vroegen de leerders heel expliciet naar grammatica- en woordenschatoefeningen.
•
In zijn/haar lespraktijk en dus ook in de ontwikkeling van materiaal blijft een lesgever in een inschakelingstraject erg afhankelijk van de organisatie, de andere medewerkers ed. Soms strandden suggesties voor taakgerichte, geIntegreerde activiteiten of praktijkopdrachten op een gebrek aan overleg met of input van de betrokken vakinstructeur of domineerden andere knelpunten de begeleidingsgesprekken.
3.1.6. Procesbegeleiding en begeleiding van lesgevers De begeleiding van de lesgevers gebeurde telkens vanuit het kader van het taalbeleidsplan dat voor de organisatie in kwestie werd opgesteld. De manier waarop dit taalbeleidsplan door alle betrokkenen wordt uitgevoerd en de mate waarin wordt voldaan aan de noodzakelijke randvoorwaarden hebben een rechtstreekse invloed op de opdracht van de taallesgever. Tijdens de begeleiding werden dan ook niet alleen vragen en knelpunten over de concrete klaspraktijk besproken, maar kwamen ook taalbeleidsmatige en organisatorische punten aan de orde. Dankzij voortdurend overleg tussen de procesbegeleiding (Joke Drijkoningen) en de begeleider van de lesgevers (An Lanssens) kon deze wisselwerking tussen het niveau van het taalbeleid en dat van de klaspraktijk worden opgevangen en werd de begeleiding op beide niveaus op elkaar afgestemd.
3.1.7. Uitwisseling binnen het NT2-team en binnen de organisatie De drie lesgevers voelden heel erg de nood om zich zo intensief en optimaal mogelijk in de organisatie in te bedden. Daar werd veel aandacht en energie aan besteed, vaak door de fysieke aanwezigheid bij de organisatie zelf. Dit punt kwam ook geregeld aan bod tijdens de begeleiding.
De nood om ook binnen het NT2-team hierrond uit te wisselen was minder accuut. Dit gebeurde eerder sporadisch en informeel tijdens de begeleidingsmomenten met op dat moment aanwezige collega's of door de lesgevers zelf tussendoor. Voor bepaalde punten suggereerde An vanuit de begeleiding aan de lesgevers van Brusselleer om bij elkaar te rade te gaan.
Juni 2003 - eindrapport
22
Centrum voor Taal en Migratie
3.2.
Begeleiding lesgevers
Aandachtspunten en suggesties voor de toekomst
Individuele en intensieve begeleiding van lesgevers maakt het mogelijk om rechtstreeks en diepgaand in te spelen op specifieke noden en problemen. De zware investering die deze vorm van ondersteuning met zich meebrengt, is in die zin zeker de moeite waard en zou in de toekomst nog mogelijk moeten zijn.
Van bij het begin van de begeleiding wordt best -op basis van de voorkeuren en verwachtingen van de lesgever- afgesproken hoe de begeleiding zal verlopen -van zeer flexibel naar zeer gestructureerd en geformaliseerd (zie punt 3.1.2.)
Observatie in de taalles en op de vloer wordt vaak door zowel begeleiders als lesgevers ervaren als een zeer vruchtbare vorm van begeleiding die in de toekomst wellicht nog meer aandacht verdient (eventueel met behulp van videocoaching). Voorwaarde is wel dat het vertrouwen tussen lesgever en begeleider voldoende groot is en dat iedere observatie gevolgd kan worden door een feedbackgesprek.
Samen met een lesgever een bepaalde hoeveelheid materiaal ontwikkelen tijdens en in de marge van een traject, ligt niet voor de hand. Toch blijft materiaalbespreking en ontwikkeling een interessant en concreet aanknopingspunt om lesgevers te ondersteunen in hun opdracht. Wellicht is een `begeleiding van lesgevers via materiaalontwikkeling' in projecten als het deze een meer haalbare kaart dan 'begeleiding van lesgevers bij materiaalontwikkeling'.
De procesbegeleiding bij de uitvoering van een taalbeleidsplan en de begeleiding van lesgevers zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Permanente afstemming tussen beide niveaus van begeleiding is noodzakelijk. Er kan voor gekozen worden om beide niveaus te laten opnemen door een begeleider.
Voor de verdere professionalisering van de individuele lesgevers en voor de ontwikkeling en het behoud van de expertise in het hele NT2-team, zou het goed zijn om -naast de sporadische contacten tussen lesgevers naar aanleiding van concrete vragen- ook te zorgen voor eenr uitgebreidere en fundamentelere uitwisseling in het NT2-team. Dit kan georganiseerd worden binnen een team met eventueel externe ondersteuning. Dergelijke 'teamprofessionalisering' gebeurt best op basis van een analyse hoe een team werkt, welke krachtlijnen doorheen de verschillende aanpakken binnen verschillende projecten lopen, welke knelpunten er zijn, op
Juni 2003 - eindrapport
23
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
welk vlak er nood is aan bijsturing of verdere ontwikkeling. Als aanvulling op de individuele begeleiding van lesgevers en andere vormen van ondersteuning staat de professionalisering van een team garant voor de continuIteit over projecten en individuele lesgevers heen.
Juni 2003 - eindrapport
24
Centrum voor Taal en Migratie
Begeleiding lesgevers
BIJLAGEN
1. Van doelstellingen naar lessuggesties
2. Tips voor de evaluatie van taalvaardigheid
3. Besproken knelpunten en mogelijke oplossingen
4. Vraag en antwoord op www.netwerk.be + Een bestelling voor Inoptec Brussel
5. Toets Nederlands Intec
Juni 2003 - eindrapport